£udktuaact fn afwachting van het Italiaansche antwoorc De algemeene toestand. Vermoedelijk zal Italië Wat beteekent een weigering? weigerend antwoorden. Nieuw Japansch otfensief te verwachten. De strijd te Sjanghai. Nieuws in 't Icort. De ondergang van de „Specht". TWEEDE BLAD Alkmaar, 8 October. Terwijl in de Duitsche bladen het kolo niale vraagstuk weer druk wordt aange roerd, bevatte de Times gisteren een ingezonden stuk van Vernon Barlett, Gilbert Murray, Noel-Buxton en Arnold J. Toynbee, allen bekende figuren van de linkerzijde, waarin zij zich aansluiten bij het pleidooi van Te Water, den Zuid- Afrikaanschen hoogen commissaris te Londen, bij zijn bezoek aan Canada uitge sproken, nopens een spoedige behandeling aan de conferentietafel van Duitschlands zienswijze ten aanzien van het koloniale vraagstuk. De inzenders schrijven, dat een eerste voorwaarde is, dat de inboor lingen van gebieden zonder zelfbestuur (of het thans mandaatgebieden zijn of niet) niet mogen worden opgeofferd ten bate van de verbetering der betrekkingen tusschen de Europeesche mogendheden; een tweede voorwaarde is een handels politiek van de open deur. Deze voor waarde eischt een herziening van het koloniale hoofdstuk van het verdras van Versailles, terwijl de eerste voorwaarde een terugkeer moet voorkomen tot een onbeperkte souvereiniteit van welke Euro peesche mogendheid ook in eenig gebied zonder zelfbestuur, dat thans onder internationaal mandaat staat. De inzenders zyn van oordeel, dat beide voorwaarden gelijktijdig kunnen worden vervuld, mits de Europeesche mogendheden het eens kunnen worden over drie maatregelen. De eerste dezer maatregelen is, dat althans eenige van de vroegere Duitsche koloniën teruggegeven zullen worden aan Duitsch- land, niet om bestuurd te worden volgens het regime van voor den oorlog, maar volgens de bepalingen van de huidige mandaten. Terzelfder tijd zouden de Eu ropeesche mogendheden, die in het bezit zijn van kroonkoloniën, erin moeten toe stemmen, dat ten minste een evenredig deel van deze kroonkoloniën onder het zelfde mandaatregime moeten worden ge plaatst, zulks om hiervan geen eenzijdige actie tegenover Duitschland te maken. In de derde plaats zouden alle gebieden, die geen zelfbestuur hebben, ontsloten moeten worden voor den handel van alle naties op gelijken voet, zooals dat thans met de mandaatgebieden het geval is en tot voor betrekkelijk korten tijd ook met Britsche koloniën het geval was. Sedert Hitier Zondag op den Bückeberg weer uitdrukkelijk Duitschlands rechten op koloniën heeft betoogd, staan de Duitsche bladen weer vol met artikelen over koloniale eischen van het Derde Rijk. Zoo betoogt de Berl. Börsen Ztg., dat Duitschlands koloniale eischen berusten op de duidelijke en niet te bestrijden nood zakelijkheid van een eigen koloniaal bezit. Geen economisch leven als dat van Duitschland kan zich op den duur permit- teeren in zulk een omvang grondstoffen buiten de grenzen te koopen. De Duitsche deviezeneconomie is het gevolg van de economische verdrukking van het Duit sche volk van 70 millioen in het hart van Europa. Koloniale werkzaamheid van dit volk is een voorwaarde voor een geleide lijke matiging van de deviezencontrole. Het blad heeft het ook over het motief van tegenstanders van Duitlchlands ko loniale eischen, die betoogen, dat men Duitschland door teruggaaf van de kolo niën geen strategische mogelijkheden mag verschaffen. Hierop antwoordt het blad met te constateeren, dat men op de Duit sche vraag, waar gedurende den wereld oorlog in de Duitsche koloniën een plaats was aan te wijzen, die een duikboot of een kruiser een steunpunt zou hebben kunnen verschaffen, het antwoord schuldig moet blijven. Duitschland, aldus de Börsen Ztg. is voor een vernieuwing van den geest der Kongo-verdragen en de gelijktijdige te ruggaaf van de koloniën. De Duitsche Allg. Ztg. betoogt, dat En geland en voor alles Zuid-Afrika zich ten gevolge van het feit, dat de entente ge durende den wereldoorlog de Kongo- verdragen heeft geschonden en ook in Afrika den strijd van blanken tegen blanken niet heeft vermeden, in een be narde positie bevinden tegenover de ge kleurde volkeren. Duitsche koloniën in Afrika beteekenen niet anders dan een ontlasting voor de blanken, geen belas ting. Men ziet uit bovenstaande dat Duitsch land momenteel een zeer actieve propa ganda voert voor koloniën. Wij mogen in dit verband hier ook nog wel even wijzen op wat Sir Henry Page Croft, de leider der Diehards, in het Engelsche Lagerhuis gisteren op een congres der conservatie ven meedeelde. Hij diende n.1. een resolu tie in, waarbij 't congres zicht met alle en ergie verklaarde tegen afstand van eenig Engelsch grondgebied, kolonie of man daatgebied aan een andere mogendheid. Spr. toonde aan dat Hitler's eisch op te ruggave der voormalige Duitsche kolo niën geen enkelen rechtsgrond bezat, maar zelfs als een regeering ter wille der Duitsche vriendschap een offer zou wil len brengen dan moet dit in geen geval in teruggaaf der koloniën bestaan, want dat zou een verraad zijn aan den Volken bond die Engeland als mandataris had aangewezen en nog veel grooter verraad jegens de inwoners van de betrokken gebieden die men niet aan een nat.-socia listisch bewind mocht prijsgeven. De resolutie werd met algemeene stemmen aangenomen. Wij zullen dit overzicht besluiten met nog iets mede te deelen over den Duit- schen kerkstrijd. Ds. Niemöller, de voor man van de z.g. belijdeniskerk, zit nog steeds in voorloopige hechtenis en wacht daar op het proces. Over de voorbereidingen van het proces van ds. Niemöller meldt de Berlijnsche Daar gistermiddag het Italiaansche ant woord op de Engelsch-Fransche uitnoodi- ging tot een drie-mogendhedenconferentie I nog niet ontvangen was, hebben de Britsche ambassadeur en de Fransche zaakgelastig de te Rome een nieuwen stap gedaan. Zij zijn door Ciano ontvangen en hebben gein- formeerd wanneer het antwoord tegemoet kon worden gezien. Nogmaals, en thans met veel klem, wordt van officieuze zijde te Londen bericht, dat een weigerend ant woord naar het oordeel van beide regee ringen een ernstigen toestand zou schep pen. Verder wordt gemeld, dat 't antwoord vandaag of morgen te verwachten is. Met betrekking tot den toestand in de Spaansche wateren wordt meegedeeld, dat de Engelsche vrachtschepen Yorkbrook en Doverbabbey gisteren in dichten mist bui ten de Spaansche territoriale wateren aan de Noordkust van Spanje door een kruiser van den insurgenten aangehouden zijn en naar Santander opgebracht. De Engelsche admiraliteit heeft het ge rucht dat de aangevallen Engelsche torpe dojager erin geslaafd zou zijn, bij het wer pen van dieptebommen, haar aanvaller te treffen, niet bevestigd. Wel heeft de admi raliteit van de regeering te Valencia bericht gekregen dat 'n Spaansche kanonneerboot dicht bij de plaats waar de Baselisk was aangevallen een afgeschoten torpedo zou hebben gevonden, die volgens onderzoek van Italiaansche construcie zou zijn ge weest. De admiraliteit heeft deze mededee- ling voor kennisgeving aangenomen. De vermoedelijke inhoud van het Italiaansche antwoord. De diplomatieke redacteur van het offi cieuze Italiaansche persagentschap Stefani doet eenige mededeelingen omtrent het standpunt der regeering te Rome ten op zichte van de Fransch-Engelsche uitnoodi- ging, waaruit men gevoeglijk den inhoud van het Italiaansche antwoor 1 kan opma ken. De schrijver zegt allereerst, dat de Ita liaansche nota omtrent het vrijwilligerspro- bleem thans in onderdeelen gereed is en waarschijnlijk vandaag nog door Ciano aan den Engelsche ambassadeur en d?n Fran- schen zaakgelastigde zal worden overhan digd. Ook in deze aangelegenheid handelt de regeering te Rome in overeenstemming met de Duitsche regeering. Er wordt aan herinnerd dat de Italiaansche regeering bij verschillende gelegenheden zich verklaard heeft ten gunste van voorstellen om de vrijwilligers uit Spanje terug te trekken. Op Italië rust thans niet de verantwoor delijkheid, dat deze terugtrekking nog niet is gevolgd. Duidelijk is, dat de uiterst ge compliceerde kwestie niet alleen Groot- Brittannië, Frankrijk en Italië betreft. Verder moet niet vergeten worden, dat de vertegenwoordiger van Valencia bij den Volkenbond onlangs iedere mogelijkheid van een terugroeping of terugzending der vrijwilligers heeft uitgesloten. Derhalve valt het te voorzien, dat de Italiaansche regeering haar vroegere houding bevestigt en zich bereid verklaart in den schoot van de Londensche non-interventiecommissie nogmaals de vrijwilligers-kwestie onder oogen te zien. De Londensche commissie heeft de noodzakelijke bevoegdheden te de zer zake, terwijl zij geen bijeenkomsten kan houden waarin de regeering van het Duit sche Rijk niet vertegenwoordigd is. correspondentie van de Neue Zürcher Ztg., dat de groote zittingszaal in het gerechts gebouw van Moabit, van eind October af een volle week voor het proces Niemöller is gereserveerd. Het proces-Niemöller zou oorspronkelijk in October beginnen en men dacht in drie dagen klaar te zijn. Ook deze begindatum is echter weer gewijzigd. De lange duur van het proces en de keuze van de meest representatieve zaal van Moabit doen concludeer en, dat een groot „show-proces" te wachten is, dat wellicht met een afschrikwekkend vonnis _al wor den bekroond. De aanklacht tegen Niemöller zal ook gebaseerd zijn op de z.g. kanselparagraaf van het strafwetboek, volgens welke geestelijken met gevangenis- of met ves tingstraf tot een maximum van twee jaar kunnen worden gestraft, wanneer zij in preek of in druk „aangelegenheden van den staat op een den openbaren vrede in gevaar brengende manier tot onderwerp van een mededeeling of uiteenzetting maken." Een vonnis van het rijksgerecht van 1 Juni 1937, dat eerst thans in uittreksel be kend is geworden, komt als geroepen om een wapen te smeden voor het proces tegen Niemöller. Het rijksgerecht stelt zich n.1. op het standpunt, dat het in de kansel paragraaf voorkomende begrip „aangele genheden van den staat" ruim moet wor den uitgelegd, sedert het terrein van den staat door den historischen overgang tot het nationaal-socialisme een uitbreiding heeft ondergaan. Alles wat over den in houd van de begrippen als bloed, gror.d en ras, evenals over hun uitwerking en de eischen, die zij stellen voor het leven van de gemeenschap en van de enkelingen, in het openbaar wordt uiteengezet of onder wezen, gaat in den regel de nationaal- socialistische beweging en dientengevolge ook den door haar gedragen staat aan. Een delict kan ook dan aanwezig zijn, wanneer aangelegenheden, waarmee de staat zich tot dusver nog niet heeft geoc cupeerd, door een predikant binnen den kring der kwesties, die den staat aangaan, worden getrokken. Wat, als het Italiaansche antwoord weigerend is? De N. R. C.-correspondent te Londen meldt: Voor de zooveelste maal zijn de onder handelingen tusschen de groote mogendhe den over de Spaansche kwestie in een crisis-stadium beland. Italië heeft nog steeds geen antwoord gegeven op de Engelsch-Fransche uitnoodiging om het vrijwilligersprobleem in een drie mogend- heden-conferentie te bespreken en de ver tegenwoordiger van de Engelsche en Fran sche regeeringen te Rome hebben er nu de Italiaansche regeering op gewezen, dat verder uitstel moeilijk meer kan worden geduld en dat een onbevredigend antwoord op de uitnoodiging naar de meening van Londen en Parijs een zeer ernstigen toe stand zou scheppen. Wat men hier onder een bevredigend antwoord verstaat wordt in oficieele kring en volkomen duidelijk gemaakt; alleen een voorbehoudlooze aanvaarding van de Engelsch-Fransche uitnoodiging zou vol doende worden geacht om op den ingeslagen weg voort te gaan. Elke Italiaansche poging de kwestie slapende te houden door de uitnoodiging onder tallooze voorbehouden aan te nemen of het vrywilligersvraagstuk weer in de niet-inmengingscommissie terug te brengen, zal als een onbevredigend ant woord worden beschouwd. Deze verstevi ging van de Engelsch-Fransche houding is ongetwijfeld ten deele te danken aan de be richten omtrent nieuwe Italiaansche troe penbewegingen naar Spanje. Hoewel deze berichten niet officieel bevestigd zijn, bezit ten zij toch genoeg geloofwaardigheid om de Fransche regeering te bevestigen in haar overtuiging, dat de pogingen de kwestie in vriendschappelijk overleg te regelen, niet eindeloos kunnen worden uitgesponnen. In officieele kringen te Londen wordt deze overtuiging en de weigering verder uitstel te tolereeren geheel gebillijkt. Wat nu als het Italiaansche antwoord in derdaad onbevredigend zou uitvallen? Het is een mogelijkheid, waarvoor men hier de oogen niet sluit, al hoopt men nog steeds, dat de laatste Engelsch-Fransche démarche en de nieuwe houding van president Roose- velt Mussolini er toe zullen bewegen eieren voor zijn geld te kiezen. Doet hij dit echter niet, dan zou dus de „zeer ernstige toestand" zijn gerezen, waarvan in Fransche en Engel sche kringen wordt gesproken. Hoewel wij die woorden in den diplomatieken strijd over Spanje, ad wel eens eerder hebben ge hoord, is er toch alle reden te gelooven, dat men ze dezen keer ernstig meent. Er zal iets gedaan moeten worden. Daar is men het in Londen en Parijs volmondig over eens. Maar wat? Tot nu toe is het antwoord op die vraag altijd .geweest: openstelling van de Spaansch-Fransche grens. Het staat vast, dat Parijs er bereid toe is en dat het daarbij op den vollen steun van Londen kan rekenen. Minder duidelijk is wat men precies met den term openstelling van de Spaansch-Fransche grens bedoelt en wat er het practische gevolg van zal zijn. Dat Frankrijk legercorpsen zal sturen om de Italiaansche vrijwilligers uit Spanje weg te werken, moet vooralsnog uitermate on waarschijnlijk worden geacht, men kan zelfs gerust zeggen ondenkbaar. Mogelijkerwijs zal het er bij een verscherping van den toestand vroeger of later nog eens toe kun nen komen, maar het zal in geen geval de eerste stap zijn. Openstelling van de Fransch-Spaansche grens kan dan ook in de practijk en in eerste instantie niet veel an ders beteekenen dan dat het particulieren weer mogelijk wordt gemaakt als oorlogs materiaal in het Spaansche leger dienst te nemen. Men zal op het eerste gezicht ge neigd zyn te denken, dat dit gelijk staat met opzegging van de niet-inmengingsover- eenkomst en dat Frankrijk en dus ook Engeland, dat immers zijn vollen steun aan de Fransche handelwijze zal geven, als het eenmaal tot openstelling van de Spaansch- Fransche grens komt, uit deze overeen komst zullen treden. In officieele kringen wordt deze zienswijze echter niet aange moedigd. Men schijnt daar rekening te houden met de mogelijkheid, dat de uitvoer van oorlogsmateriaal en vrijwilligers prac- tisch gesproken weer mogelijk zal worden gemaakt zonder dat de betrokken regee ringen hun trouw aan de niet-inmenging, althans aan het beginsel daarvan, zouden opzeggen. Welke formule men zal vinden om deze ietwat verwrongen figuur te rechtvaardigen, is niet duidelijk. Men wil er zich hier ook liever niet in verdiepen en verklaart, dat dit alles slechts toekomst speculaties zijn, die eerst reëele beteekenis zullen krijgen als men voor de noodzaak van handelen wordt gesteld. Zoover is men op het oogenblik nog niet. Wordt dit punt echter bereikt, dan zal de Engelsche regee ring, zoo zegt men hier, in overleg met Parijs den te volgen weg stap voor stap moeten bepalen. Waarop vooruit te loopen, terwijl de evenementen die de aan te nemen houding zullen moeten bepalen, nog in de toekomst liggen, is even onmogelijk als nutteloos. ^><yyvvv><v%^<vvvvvvvxxx>o<><><x>^ 6 voorjaar nabij l g Zakenlieden, o Hebt gij ooh iet* NIEUWS o g aan te bieden1 Weina, onze krant 3 Komt in Stad en in 'i Land Bij alle KOOPKRACHTIGE LIEDEN I S De Chineesche batterijen op Poetoeng hebben het vuur geopend op de kaden te Jangtsepoe, waar de Japanners artillerie en paarden aan wal zetten. De Japansche oor logsschepen beantwoorden het vuur door Poetoeng te bombardeeren. Ook bij Tazang wordt verbitterd gevochten. De Chineezen worden hier krachtdadig gesteund door het geschut, dat ten Westen van hun linies is opgesteld. Het Chineesche agentschap Central News bevestigt, dat op het eiland Hopau, 130 K.M. ten Zuiden van Kanton en 30 K.M. van Hongkong, Japansche troepen aan wal wor den gezet. Zeshonderd mariniers leggen daar een luchtbasis aan. De woordvoerder van het Chineesche hoofdkwartier heeft de pers medegedeeld, dat de Japansche troepen de laatste dagen aan het front van Sjanghai nieuwe strijd- methoden volgen. Zij bombardeeren het on middellijk achter de Chineesche linies ge legen gebied uit de lucht en concentreeren hun geschutvuur soms zelfs 38 uur achter een op bepaalde punten om de Chineesche loopgraven en batterijen te vernielen. De Japanners hebben van Formosa en uit Noord-China vier nieuwe divisies naar het front bij Sjanghai gebracht. Zij ontschepen veel paarden, die noodig zijn geworden doordat de gemotoriseerde eenheden moei lijk gebruikt kunnen worden. Een nieuwe Chineesche beschul diging. De Chineesche ambassade publiceert een mededeeling van het ministerie van buiten- landsche zaken te Nanking, waarin gezegd wordt, dat de Japanners op 4 en 5 October in den sector Lotsen-Lioehang gifgas ge bruikt hebben, dat pijn in de oogen, heftige misselijkheid, bewusteloosheid en in ver scheidene gevallen zelfs den dood veroor zaakte. De Chineezen steken de kanaal dijken door. Uitgestrekte gebieden van het Japansche front in Noord-China worden door ernstig overstroomingsgevaar bedreigd. In den loop van den strijd in September hebben de Chi neezen in het gebied van Matsjang op ver schillende plaatsen de dijken van het groote Keizerkanaal doorgestoken, zoodat de uit- stroomende watermassa's in de afgeloopen week de gebieden tusschen de spoorlijnen TientsinPoekou en PeipingHankou heb ben overstroomd. Tegelijkertijd heeft de hevige regenval in het Noorden en het Noord-Westen het peil der rivieren doen stijgen. In het Japansche consulaat-generaal is een bespreking gehouden met de plaatse lijke Chineesche organisaties over de maat regelen, die genomen moeten worden om de overstrooming meester te worden. Aan het front van Noord-China is het rustig. De woordvoerder van het opper bevel gaf als reden voor de gevechtspauze op, dat organisatie der eenheden aan het front noodig is geworden, evenals een rust periode voor de troepen. Ook moet de etappedienst verzekerd worden. Van Japansche zijde worden de strijd krachten der Chineezen ten Noorden van de Gele Rivier op 150.000 man geschat. Bin nenkort is een nieuw Japansch offensief te verwachten. Japansche verliezen. Takoengpau meldt, dat de Japansche troepen Pingjoean hebben aangevallen op 60 K.M. ten Zuiden van Tetsjau aan den spoorweg Tientsin-Poekau. Zij werden teruggeslagen met zware verliezen. Afdee- lingen Chineesche troepen zouden de achter hoedes der Japanneezen ten Noorden van Tetsjau aanvallen. Generaal Hanfoetsjoe, de gouverneur der provincie Sjangtoeng, leidt persoonlijk de operaties in deze provincie. Duitschland en het Japansch- Chineesche conflict. Duitsche officieele kringen blijven ge reserveerd ten opzichte van de laatste ge beurtenissen in het Verre Oosten en nemen geen stelling ten aanzien van de laatste ver klaringen van Roosevelt betreffende Japan. Men bepaalt zich er toe, er den nadruk op te leggen, dat Duitschland diep de ontwik keling in het Verre Oosten betreurt. Hier aan wordt toegevoegd, dat Duitschland geen deel uitmaakt van het negenmogendheden- verdrag. Daarentegen heeft het belangrijke handelsbelangen in China en Japan en daar om betreurt het bitter, dat de internatio nale vrede tusschen deze landen is ver stoord. Het Kellogg-pact, waarbij Duitsch land is aangesloten, legt Duitschland slechts de verplichting op geen oorlog in het Verre Oosten te voeren. Duitschland eerbiedigt die verplichting. Een onbegeerde titel. - De meeste oude menschen houden er niet van, indien er door invloeden van buitenaf een wijzi ging wordt gebracht in hun algemeene om standigheden, hun levenswijs en hun ge woonte-opvattingen. Daarom is de heer George Cecil Morris recalcitrant. De heer George Cecil Morris woont te Monavale in de buurt van Sydney. Hy is 85 jaar en hij was met zijn toestand in de wereld tevre den. Een jaar of vijftig geleden was hij uit Groot-Brittannië weggeloopen en sindsdien had hy van alles gedaan. Zoo was hij in den vischhandel geweest, had hy een hotel ge houden, was in de zuivelindustrie gegaan en had ook groenten geteeld. Nu is zyn eenige lust en leven het werken in zyn tuin en het genieten van zijn rust temidden van zijn beminde en welverzorgde bloemen. Welnu, George Cecil Morris vernam dan, dat zyn neef, kapitein Sir Armine Morris ergens in Wales was overleden, en dat hij, George Cecil, de erfgenaam is. Dat betee kent een titel en grondbezit van omstreeks 3000 acres. Maar George Cecil voelt er niets voor om Sir George te worden. Hij heeft een telegram gekregen met het „goede" nieuws, maar hij antwoordt niet en trekt zich van titel en zijn duizenden acres niets aan. De kwestie Barmat. - Het in den Be' gischen senaat ter sprake brengen van d persoon van Barmat heeft incidenten weeg gebracht, welke den president noc ten de vergadering te schorsen. Tijdens de instructie, welke tegen Barrr was geopend wegens valschheid in g I schrifte en frauduleus bankroet, heeft der die uit België was gezet en thans in Nede land woont, zich niet by den rechter aar gemeld. Toch is hy onlangs met een speciale vo macht voor den duur van 24 uur in Belg geweest om gehoord te worden door dt rechter-commissaris, belast met het ondei zoek naar de financieele aangelegenheden Gistermiddag wilde de Vlaamsch-natic- nalistische senator van Dieren den ministe van justitie over deze reis een vraag steller De socialisten voerden evenwel zoo heftig tegen hem uit, dat de president de zitting moest schorsen. Senator van Dieren zal zijn interpellatie houden na het debat over het wetsontwerp betreffende de ouderdomspensioenen. Wegens ontucht gearresteerd. De Tsjecho-Slowaaksche politie legde Woens dag j.L een razzia ten uitvoer in Reichen- berg, de grootste Duitsche stad in Tsjecho- Slowakije. Tijdens deze razzia werden ver scheidene personen op heeterdaad betrapt op het plegen van ontucht. Onder hen be vonden zich Ruthna en Rohm, uitgevers van het blad „Volk und Guehnung", en twaalf functionnarissen en persoonlijkheden van de Henleinpartij. Tienduizend gevangenen op vrije voeten. - Tienduizend gevangenen in de Vereenigde Provincies in Bengalen, d.L on geveer een derde van het totale aantal in de gevangenissen in de Provincie, zullen binnenkort op vrije voeten worden gesteld ingevolge het programma tot wijziging van het gevangeniswezen der provinciale regee ring. Noodweer in Midden-Italië. - In den afgeloopen nacht is Midden-Italië door hevig noodweer geteisterd. De spoorlijn Rome—Florence is nabij het Trasimeno- meer door groote overstroomingen vernield. Ook de telefoon- en telegraaflijnen waren vernield. Nabij Perugia werd een familie in een grot door een overstrooming verrast, de grootmoeder en twee kinderen vonden den dood. Aneta meldt uit Palembang: Zeer groote belangstelling bestond voor de begrafenis van de vier slachtoffers van het ongeluk van den Specht. Van alle zij den kwamen belangstellenden naar het kerkhof, dat vlak achter het ziekenhuis gelegen is. Achter het stoffelijk overschot gingen de heeren Versteegh en Moes, voorts de heer Wenkebach, agent van de K.N.I.L.M. te Palembang, de bestuurder van het toestel van de K.N.I.L.M., dat de hulpexpeditie heeft vervoerd, de dokter van de K.L.M., Nieuwenhuis Wezenhage, de resident, de burgemeester van Palembang, de plaatse lijke militaire commandant, de andere ter plaatse aanwezige vertegenwoordigers van de K.N.I.L.M. en de K.L.M., alle in Palem bang aanwezige ambtenaren van het B.B., de doktoren en het verplegend personeel van het Roode Kruis, de voorzitter van de handelsvereeniging, enz. Ook mgr. Meckel- holt betuigde door zijn persoonlijke aanwe zigheid zijn deelneming. Soldaten waren behulpzaam bij de droeve plechtigheid. De vier kisten werden in een gemeen schappelijk graf gelegd, waarna zij over dekt werden door de vele kransen en bloe men. De burgemeester van Palembang, de heer van de Wetering, sprak aan de groeve en verklaarde, dat het gebeurde weliswaar, een grooten schok heeft gegeven, maar een schok, die de bewondering voor het mooie Nederlandsche werk niet kan vernietigen. De dienst moet voortgaan, de slachtoffers vielen in de hoogste taak, die aan den mensch toevalt, n.1. het doen van zyn plicht. Uit naam van de burgerij van Pa lembang riep spreker den dooden een „rust zacht" toe. Daarna is het woord gevoerd door den heer Versteegh, die zeer ontroerd het ge sprek herdacht, dat hij nog zoo kort gele den had gehad met den eenigen passagier die bij dit ongeluk het leven heeft gelaten, een man wiens toekomst zoo zonnig leek, wiens verwachtingen zoo groot waren en wiens wereldsch succes zoo veelbelovend was. Het leven is wreed, zooals ook hier weer gebleken is, zeide spr. Daarna gewaagde spr. van hen, die ge vallen waren in den dienst van de K. L. M., uit naam van beide luchtvaartmaatschap pijen en uit naam van het personeel, hun collega's en makkers, waarbij spr. verklaar de, dat zij deel hebben uitgemaakt van een corps, dat zijn plicht weet te doen onder alle omstandigheden. Spr. voegde daaraan nog een persoonlijk woord toe voor Stork, dien hij nog uit zyn tyd van Soesterberg kende, en wiens loopbaan de heer Ver steegh steeds met belangstelling had ge volgd. Zijn ontroering bijna niet meer meester, nam de heer Versteegh afscheid van deze medewerkers, die mede getracht «hebben den Nederlandschen naam te verbreiden en hoog te houden. Ook de omstanders vertoonden teekenen van de diepste ontroering, waarna bloemen werden gestrooid in de groeven. De toestand van Hubermann. ermoedelijk zal het niet noodig zijn, dat Hubermann nog een specialist uit Java raadpleegt over zyn verwondingen. Hier omtrent heeft gister een conferentie plaats gevonden van dr. Nieuwenhuis Wezenhage die met Smirnoff als dokter van de K. L. M. naar Palembang is meegevlogen en den behandelenden geneesheer. De Röntgen-foto's, die van Hubermann

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6