£udktuaact
fn afwachting van het
Italiaansche antwoorc
De algemeene toestand.
Vermoedelijk zal Italië
Wat beteekent een weigering?
weigerend antwoorden.
Nieuw Japansch otfensief
te verwachten.
De strijd te Sjanghai.
Nieuws in 't Icort.
De ondergang van de
„Specht".
TWEEDE BLAD
Alkmaar, 8 October.
Terwijl in de Duitsche bladen het kolo
niale vraagstuk weer druk wordt aange
roerd, bevatte de Times gisteren een
ingezonden stuk van Vernon Barlett,
Gilbert Murray, Noel-Buxton en Arnold J.
Toynbee, allen bekende figuren van de
linkerzijde, waarin zij zich aansluiten bij
het pleidooi van Te Water, den Zuid-
Afrikaanschen hoogen commissaris te
Londen, bij zijn bezoek aan Canada uitge
sproken, nopens een spoedige behandeling
aan de conferentietafel van Duitschlands
zienswijze ten aanzien van het koloniale
vraagstuk. De inzenders schrijven, dat
een eerste voorwaarde is, dat de inboor
lingen van gebieden zonder zelfbestuur
(of het thans mandaatgebieden zijn of
niet) niet mogen worden opgeofferd ten
bate van de verbetering der betrekkingen
tusschen de Europeesche mogendheden;
een tweede voorwaarde is een handels
politiek van de open deur. Deze voor
waarde eischt een herziening van het
koloniale hoofdstuk van het verdras van
Versailles, terwijl de eerste voorwaarde
een terugkeer moet voorkomen tot een
onbeperkte souvereiniteit van welke Euro
peesche mogendheid ook in eenig gebied
zonder zelfbestuur, dat thans onder
internationaal mandaat staat. De inzenders
zyn van oordeel, dat beide voorwaarden
gelijktijdig kunnen worden vervuld, mits
de Europeesche mogendheden het eens
kunnen worden over drie maatregelen. De
eerste dezer maatregelen is, dat althans
eenige van de vroegere Duitsche koloniën
teruggegeven zullen worden aan Duitsch-
land, niet om bestuurd te worden volgens
het regime van voor den oorlog, maar
volgens de bepalingen van de huidige
mandaten. Terzelfder tijd zouden de Eu
ropeesche mogendheden, die in het bezit
zijn van kroonkoloniën, erin moeten toe
stemmen, dat ten minste een evenredig
deel van deze kroonkoloniën onder het
zelfde mandaatregime moeten worden ge
plaatst, zulks om hiervan geen eenzijdige
actie tegenover Duitschland te maken. In
de derde plaats zouden alle gebieden, die
geen zelfbestuur hebben, ontsloten moeten
worden voor den handel van alle naties
op gelijken voet, zooals dat thans met de
mandaatgebieden het geval is en tot voor
betrekkelijk korten tijd ook met Britsche
koloniën het geval was.
Sedert Hitier Zondag op den Bückeberg
weer uitdrukkelijk Duitschlands rechten
op koloniën heeft betoogd, staan de
Duitsche bladen weer vol met artikelen
over koloniale eischen van het Derde
Rijk.
Zoo betoogt de Berl. Börsen Ztg., dat
Duitschlands koloniale eischen berusten
op de duidelijke en niet te bestrijden nood
zakelijkheid van een eigen koloniaal bezit.
Geen economisch leven als dat van
Duitschland kan zich op den duur permit-
teeren in zulk een omvang grondstoffen
buiten de grenzen te koopen. De Duitsche
deviezeneconomie is het gevolg van de
economische verdrukking van het Duit
sche volk van 70 millioen in het hart van
Europa. Koloniale werkzaamheid van dit
volk is een voorwaarde voor een geleide
lijke matiging van de deviezencontrole.
Het blad heeft het ook over het motief
van tegenstanders van Duitlchlands ko
loniale eischen, die betoogen, dat men
Duitschland door teruggaaf van de kolo
niën geen strategische mogelijkheden mag
verschaffen. Hierop antwoordt het blad
met te constateeren, dat men op de Duit
sche vraag, waar gedurende den wereld
oorlog in de Duitsche koloniën een plaats
was aan te wijzen, die een duikboot of een
kruiser een steunpunt zou hebben kunnen
verschaffen, het antwoord schuldig moet
blijven. Duitschland, aldus de Börsen Ztg.
is voor een vernieuwing van den geest der
Kongo-verdragen en de gelijktijdige te
ruggaaf van de koloniën.
De Duitsche Allg. Ztg. betoogt, dat En
geland en voor alles Zuid-Afrika zich ten
gevolge van het feit, dat de entente ge
durende den wereldoorlog de Kongo-
verdragen heeft geschonden en ook in
Afrika den strijd van blanken tegen
blanken niet heeft vermeden, in een be
narde positie bevinden tegenover de ge
kleurde volkeren. Duitsche koloniën in
Afrika beteekenen niet anders dan een
ontlasting voor de blanken, geen belas
ting.
Men ziet uit bovenstaande dat Duitsch
land momenteel een zeer actieve propa
ganda voert voor koloniën. Wij mogen in
dit verband hier ook nog wel even wijzen
op wat Sir Henry Page Croft, de leider
der Diehards, in het Engelsche Lagerhuis
gisteren op een congres der conservatie
ven meedeelde. Hij diende n.1. een resolu
tie in, waarbij 't congres zicht met alle en
ergie verklaarde tegen afstand van eenig
Engelsch grondgebied, kolonie of man
daatgebied aan een andere mogendheid.
Spr. toonde aan dat Hitler's eisch op te
ruggave der voormalige Duitsche kolo
niën geen enkelen rechtsgrond bezat, maar
zelfs als een regeering ter wille der
Duitsche vriendschap een offer zou wil
len brengen dan moet dit in geen geval in
teruggaaf der koloniën bestaan, want dat
zou een verraad zijn aan den Volken
bond die Engeland als mandataris had
aangewezen en nog veel grooter verraad
jegens de inwoners van de betrokken
gebieden die men niet aan een nat.-socia
listisch bewind mocht prijsgeven.
De resolutie werd met algemeene
stemmen aangenomen.
Wij zullen dit overzicht besluiten met
nog iets mede te deelen over den Duit-
schen kerkstrijd. Ds. Niemöller, de voor
man van de z.g. belijdeniskerk, zit nog
steeds in voorloopige hechtenis en wacht
daar op het proces.
Over de voorbereidingen van het proces
van ds. Niemöller meldt de Berlijnsche
Daar gistermiddag het Italiaansche ant
woord op de Engelsch-Fransche uitnoodi-
ging tot een drie-mogendhedenconferentie
I nog niet ontvangen was, hebben de Britsche
ambassadeur en de Fransche zaakgelastig
de te Rome een nieuwen stap gedaan. Zij
zijn door Ciano ontvangen en hebben gein-
formeerd wanneer het antwoord tegemoet
kon worden gezien. Nogmaals, en thans
met veel klem, wordt van officieuze zijde
te Londen bericht, dat een weigerend ant
woord naar het oordeel van beide regee
ringen een ernstigen toestand zou schep
pen. Verder wordt gemeld, dat 't antwoord
vandaag of morgen te verwachten is.
Met betrekking tot den toestand in de
Spaansche wateren wordt meegedeeld, dat
de Engelsche vrachtschepen Yorkbrook en
Doverbabbey gisteren in dichten mist bui
ten de Spaansche territoriale wateren aan
de Noordkust van Spanje door een kruiser
van den insurgenten aangehouden zijn en
naar Santander opgebracht.
De Engelsche admiraliteit heeft het ge
rucht dat de aangevallen Engelsche torpe
dojager erin geslaafd zou zijn, bij het wer
pen van dieptebommen, haar aanvaller te
treffen, niet bevestigd. Wel heeft de admi
raliteit van de regeering te Valencia bericht
gekregen dat 'n Spaansche kanonneerboot
dicht bij de plaats waar de Baselisk was
aangevallen een afgeschoten torpedo zou
hebben gevonden, die volgens onderzoek
van Italiaansche construcie zou zijn ge
weest. De admiraliteit heeft deze mededee-
ling voor kennisgeving aangenomen.
De vermoedelijke inhoud van het
Italiaansche antwoord.
De diplomatieke redacteur van het offi
cieuze Italiaansche persagentschap Stefani
doet eenige mededeelingen omtrent het
standpunt der regeering te Rome ten op
zichte van de Fransch-Engelsche uitnoodi-
ging, waaruit men gevoeglijk den inhoud
van het Italiaansche antwoor 1 kan opma
ken.
De schrijver zegt allereerst, dat de Ita
liaansche nota omtrent het vrijwilligerspro-
bleem thans in onderdeelen gereed is en
waarschijnlijk vandaag nog door Ciano aan
den Engelsche ambassadeur en d?n Fran-
schen zaakgelastigde zal worden overhan
digd. Ook in deze aangelegenheid handelt
de regeering te Rome in overeenstemming
met de Duitsche regeering. Er wordt aan
herinnerd dat de Italiaansche regeering bij
verschillende gelegenheden zich verklaard
heeft ten gunste van voorstellen om de
vrijwilligers uit Spanje terug te trekken.
Op Italië rust thans niet de verantwoor
delijkheid, dat deze terugtrekking nog niet
is gevolgd. Duidelijk is, dat de uiterst ge
compliceerde kwestie niet alleen Groot-
Brittannië, Frankrijk en Italië betreft.
Verder moet niet vergeten worden, dat de
vertegenwoordiger van Valencia bij den
Volkenbond onlangs iedere mogelijkheid
van een terugroeping of terugzending der
vrijwilligers heeft uitgesloten. Derhalve
valt het te voorzien, dat de Italiaansche
regeering haar vroegere houding bevestigt
en zich bereid verklaart in den schoot van
de Londensche non-interventiecommissie
nogmaals de vrijwilligers-kwestie onder
oogen te zien. De Londensche commissie
heeft de noodzakelijke bevoegdheden te de
zer zake, terwijl zij geen bijeenkomsten kan
houden waarin de regeering van het Duit
sche Rijk niet vertegenwoordigd is.
correspondentie van de Neue Zürcher Ztg.,
dat de groote zittingszaal in het gerechts
gebouw van Moabit, van eind October af
een volle week voor het proces Niemöller
is gereserveerd. Het proces-Niemöller zou
oorspronkelijk in October beginnen en
men dacht in drie dagen klaar te zijn. Ook
deze begindatum is echter weer gewijzigd.
De lange duur van het proces en de keuze
van de meest representatieve zaal van
Moabit doen concludeer en, dat een groot
„show-proces" te wachten is, dat wellicht
met een afschrikwekkend vonnis _al wor
den bekroond.
De aanklacht tegen Niemöller zal ook
gebaseerd zijn op de z.g. kanselparagraaf
van het strafwetboek, volgens welke
geestelijken met gevangenis- of met ves
tingstraf tot een maximum van twee jaar
kunnen worden gestraft, wanneer zij in
preek of in druk „aangelegenheden van
den staat op een den openbaren vrede in
gevaar brengende manier tot onderwerp
van een mededeeling of uiteenzetting
maken."
Een vonnis van het rijksgerecht van 1
Juni 1937, dat eerst thans in uittreksel be
kend is geworden, komt als geroepen om
een wapen te smeden voor het proces tegen
Niemöller. Het rijksgerecht stelt zich n.1.
op het standpunt, dat het in de kansel
paragraaf voorkomende begrip „aangele
genheden van den staat" ruim moet wor
den uitgelegd, sedert het terrein van den
staat door den historischen overgang tot
het nationaal-socialisme een uitbreiding
heeft ondergaan. Alles wat over den in
houd van de begrippen als bloed, gror.d en
ras, evenals over hun uitwerking en de
eischen, die zij stellen voor het leven van
de gemeenschap en van de enkelingen, in
het openbaar wordt uiteengezet of onder
wezen, gaat in den regel de nationaal-
socialistische beweging en dientengevolge
ook den door haar gedragen staat aan.
Een delict kan ook dan aanwezig zijn,
wanneer aangelegenheden, waarmee de
staat zich tot dusver nog niet heeft geoc
cupeerd, door een predikant binnen den
kring der kwesties, die den staat aangaan,
worden getrokken.
Wat, als het Italiaansche antwoord
weigerend is?
De N. R. C.-correspondent te Londen
meldt:
Voor de zooveelste maal zijn de onder
handelingen tusschen de groote mogendhe
den over de Spaansche kwestie in een
crisis-stadium beland. Italië heeft nog
steeds geen antwoord gegeven op de
Engelsch-Fransche uitnoodiging om het
vrijwilligersprobleem in een drie mogend-
heden-conferentie te bespreken en de ver
tegenwoordiger van de Engelsche en Fran
sche regeeringen te Rome hebben er nu de
Italiaansche regeering op gewezen, dat
verder uitstel moeilijk meer kan worden
geduld en dat een onbevredigend antwoord
op de uitnoodiging naar de meening van
Londen en Parijs een zeer ernstigen toe
stand zou scheppen.
Wat men hier onder een bevredigend
antwoord verstaat wordt in oficieele kring
en volkomen duidelijk gemaakt; alleen een
voorbehoudlooze aanvaarding van de
Engelsch-Fransche uitnoodiging zou vol
doende worden geacht om op den ingeslagen
weg voort te gaan. Elke Italiaansche poging
de kwestie slapende te houden door de
uitnoodiging onder tallooze voorbehouden
aan te nemen of het vrywilligersvraagstuk
weer in de niet-inmengingscommissie terug
te brengen, zal als een onbevredigend ant
woord worden beschouwd. Deze verstevi
ging van de Engelsch-Fransche houding is
ongetwijfeld ten deele te danken aan de be
richten omtrent nieuwe Italiaansche troe
penbewegingen naar Spanje. Hoewel deze
berichten niet officieel bevestigd zijn, bezit
ten zij toch genoeg geloofwaardigheid om
de Fransche regeering te bevestigen in haar
overtuiging, dat de pogingen de kwestie in
vriendschappelijk overleg te regelen, niet
eindeloos kunnen worden uitgesponnen. In
officieele kringen te Londen wordt deze
overtuiging en de weigering verder uitstel
te tolereeren geheel gebillijkt.
Wat nu als het Italiaansche antwoord in
derdaad onbevredigend zou uitvallen?
Het is een mogelijkheid, waarvoor men hier
de oogen niet sluit, al hoopt men nog steeds,
dat de laatste Engelsch-Fransche démarche
en de nieuwe houding van president Roose-
velt Mussolini er toe zullen bewegen eieren
voor zijn geld te kiezen. Doet hij dit echter
niet, dan zou dus de „zeer ernstige toestand"
zijn gerezen, waarvan in Fransche en Engel
sche kringen wordt gesproken. Hoewel wij
die woorden in den diplomatieken strijd
over Spanje, ad wel eens eerder hebben ge
hoord, is er toch alle reden te gelooven,
dat men ze dezen keer ernstig meent. Er
zal iets gedaan moeten worden. Daar is men
het in Londen en Parijs volmondig over
eens. Maar wat? Tot nu toe is het antwoord
op die vraag altijd .geweest: openstelling
van de Spaansch-Fransche grens. Het staat
vast, dat Parijs er bereid toe is en dat het
daarbij op den vollen steun van Londen kan
rekenen. Minder duidelijk is wat men
precies met den term openstelling van de
Spaansch-Fransche grens bedoelt en wat er
het practische gevolg van zal zijn. Dat
Frankrijk legercorpsen zal sturen om de
Italiaansche vrijwilligers uit Spanje weg te
werken, moet vooralsnog uitermate on
waarschijnlijk worden geacht, men kan zelfs
gerust zeggen ondenkbaar. Mogelijkerwijs
zal het er bij een verscherping van den
toestand vroeger of later nog eens toe kun
nen komen, maar het zal in geen geval de
eerste stap zijn. Openstelling van de
Fransch-Spaansche grens kan dan ook in de
practijk en in eerste instantie niet veel an
ders beteekenen dan dat het particulieren
weer mogelijk wordt gemaakt als oorlogs
materiaal in het Spaansche leger dienst te
nemen. Men zal op het eerste gezicht ge
neigd zyn te denken, dat dit gelijk staat
met opzegging van de niet-inmengingsover-
eenkomst en dat Frankrijk en dus ook
Engeland, dat immers zijn vollen steun aan
de Fransche handelwijze zal geven, als het
eenmaal tot openstelling van de Spaansch-
Fransche grens komt, uit deze overeen
komst zullen treden. In officieele kringen
wordt deze zienswijze echter niet aange
moedigd. Men schijnt daar rekening te
houden met de mogelijkheid, dat de uitvoer
van oorlogsmateriaal en vrijwilligers prac-
tisch gesproken weer mogelijk zal worden
gemaakt zonder dat de betrokken regee
ringen hun trouw aan de niet-inmenging,
althans aan het beginsel daarvan, zouden
opzeggen. Welke formule men zal vinden
om deze ietwat verwrongen figuur te
rechtvaardigen, is niet duidelijk. Men wil
er zich hier ook liever niet in verdiepen en
verklaart, dat dit alles slechts toekomst
speculaties zijn, die eerst reëele beteekenis
zullen krijgen als men voor de noodzaak
van handelen wordt gesteld. Zoover is men
op het oogenblik nog niet. Wordt dit punt
echter bereikt, dan zal de Engelsche regee
ring, zoo zegt men hier, in overleg met
Parijs den te volgen weg stap voor stap
moeten bepalen. Waarop vooruit te loopen,
terwijl de evenementen die de aan te nemen
houding zullen moeten bepalen, nog in de
toekomst liggen, is even onmogelijk als
nutteloos.
^><yyvvv><v%^<vvvvvvvxxx>o<><><x>^
6 voorjaar nabij l g
Zakenlieden, o
Hebt gij ooh iet* NIEUWS o
g aan te bieden1
Weina, onze krant 3
Komt in Stad en in 'i Land
Bij alle KOOPKRACHTIGE
LIEDEN I S
De Chineesche batterijen op Poetoeng
hebben het vuur geopend op de kaden te
Jangtsepoe, waar de Japanners artillerie en
paarden aan wal zetten. De Japansche oor
logsschepen beantwoorden het vuur door
Poetoeng te bombardeeren. Ook bij Tazang
wordt verbitterd gevochten. De Chineezen
worden hier krachtdadig gesteund door het
geschut, dat ten Westen van hun linies is
opgesteld.
Het Chineesche agentschap Central News
bevestigt, dat op het eiland Hopau, 130 K.M.
ten Zuiden van Kanton en 30 K.M. van
Hongkong, Japansche troepen aan wal wor
den gezet. Zeshonderd mariniers leggen
daar een luchtbasis aan.
De woordvoerder van het Chineesche
hoofdkwartier heeft de pers medegedeeld,
dat de Japansche troepen de laatste dagen
aan het front van Sjanghai nieuwe strijd-
methoden volgen. Zij bombardeeren het on
middellijk achter de Chineesche linies ge
legen gebied uit de lucht en concentreeren
hun geschutvuur soms zelfs 38 uur achter
een op bepaalde punten om de Chineesche
loopgraven en batterijen te vernielen. De
Japanners hebben van Formosa en uit
Noord-China vier nieuwe divisies naar het
front bij Sjanghai gebracht. Zij ontschepen
veel paarden, die noodig zijn geworden
doordat de gemotoriseerde eenheden moei
lijk gebruikt kunnen worden.
Een nieuwe Chineesche beschul
diging.
De Chineesche ambassade publiceert een
mededeeling van het ministerie van buiten-
landsche zaken te Nanking, waarin gezegd
wordt, dat de Japanners op 4 en 5 October
in den sector Lotsen-Lioehang gifgas ge
bruikt hebben, dat pijn in de oogen, heftige
misselijkheid, bewusteloosheid en in ver
scheidene gevallen zelfs den dood veroor
zaakte.
De Chineezen steken de kanaal
dijken door.
Uitgestrekte gebieden van het Japansche
front in Noord-China worden door ernstig
overstroomingsgevaar bedreigd. In den loop
van den strijd in September hebben de Chi
neezen in het gebied van Matsjang op ver
schillende plaatsen de dijken van het groote
Keizerkanaal doorgestoken, zoodat de uit-
stroomende watermassa's in de afgeloopen
week de gebieden tusschen de spoorlijnen
TientsinPoekou en PeipingHankou heb
ben overstroomd. Tegelijkertijd heeft de
hevige regenval in het Noorden en het
Noord-Westen het peil der rivieren doen
stijgen. In het Japansche consulaat-generaal
is een bespreking gehouden met de plaatse
lijke Chineesche organisaties over de maat
regelen, die genomen moeten worden om
de overstrooming meester te worden.
Aan het front van Noord-China is het
rustig. De woordvoerder van het opper
bevel gaf als reden voor de gevechtspauze
op, dat organisatie der eenheden aan het
front noodig is geworden, evenals een rust
periode voor de troepen. Ook moet de
etappedienst verzekerd worden.
Van Japansche zijde worden de strijd
krachten der Chineezen ten Noorden van de
Gele Rivier op 150.000 man geschat. Bin
nenkort is een nieuw Japansch offensief te
verwachten.
Japansche verliezen.
Takoengpau meldt, dat de Japansche
troepen Pingjoean hebben aangevallen op
60 K.M. ten Zuiden van Tetsjau aan den
spoorweg Tientsin-Poekau. Zij werden
teruggeslagen met zware verliezen. Afdee-
lingen Chineesche troepen zouden de achter
hoedes der Japanneezen ten Noorden van
Tetsjau aanvallen. Generaal Hanfoetsjoe, de
gouverneur der provincie Sjangtoeng, leidt
persoonlijk de operaties in deze provincie.
Duitschland en het Japansch-
Chineesche conflict.
Duitsche officieele kringen blijven ge
reserveerd ten opzichte van de laatste ge
beurtenissen in het Verre Oosten en nemen
geen stelling ten aanzien van de laatste ver
klaringen van Roosevelt betreffende Japan.
Men bepaalt zich er toe, er den nadruk op
te leggen, dat Duitschland diep de ontwik
keling in het Verre Oosten betreurt. Hier
aan wordt toegevoegd, dat Duitschland geen
deel uitmaakt van het negenmogendheden-
verdrag. Daarentegen heeft het belangrijke
handelsbelangen in China en Japan en daar
om betreurt het bitter, dat de internatio
nale vrede tusschen deze landen is ver
stoord. Het Kellogg-pact, waarbij Duitsch
land is aangesloten, legt Duitschland slechts
de verplichting op geen oorlog in het Verre
Oosten te voeren. Duitschland eerbiedigt
die verplichting.
Een onbegeerde titel. - De meeste
oude menschen houden er niet van, indien
er door invloeden van buitenaf een wijzi
ging wordt gebracht in hun algemeene om
standigheden, hun levenswijs en hun ge
woonte-opvattingen. Daarom is de heer
George Cecil Morris recalcitrant. De heer
George Cecil Morris woont te Monavale in
de buurt van Sydney. Hy is 85 jaar en hij
was met zijn toestand in de wereld tevre
den. Een jaar of vijftig geleden was hij uit
Groot-Brittannië weggeloopen en sindsdien
had hy van alles gedaan. Zoo was hij in den
vischhandel geweest, had hy een hotel ge
houden, was in de zuivelindustrie gegaan
en had ook groenten geteeld. Nu is zyn
eenige lust en leven het werken in zyn tuin
en het genieten van zijn rust temidden van
zijn beminde en welverzorgde bloemen.
Welnu, George Cecil Morris vernam dan,
dat zyn neef, kapitein Sir Armine Morris
ergens in Wales was overleden, en dat hij,
George Cecil, de erfgenaam is. Dat betee
kent een titel en grondbezit van omstreeks
3000 acres. Maar George Cecil voelt er niets
voor om Sir George te worden. Hij heeft
een telegram gekregen met het „goede"
nieuws, maar hij antwoordt niet en trekt
zich van titel en zijn duizenden acres niets
aan.
De kwestie Barmat. - Het in den Be'
gischen senaat ter sprake brengen van d
persoon van Barmat heeft incidenten
weeg gebracht, welke den president noc
ten de vergadering te schorsen.
Tijdens de instructie, welke tegen Barrr
was geopend wegens valschheid in g
I schrifte en frauduleus bankroet, heeft der
die uit België was gezet en thans in Nede
land woont, zich niet by den rechter aar
gemeld.
Toch is hy onlangs met een speciale vo
macht voor den duur van 24 uur in Belg
geweest om gehoord te worden door dt
rechter-commissaris, belast met het ondei
zoek naar de financieele aangelegenheden
Gistermiddag wilde de Vlaamsch-natic-
nalistische senator van Dieren den ministe
van justitie over deze reis een vraag steller
De socialisten voerden evenwel zoo heftig
tegen hem uit, dat de president de zitting
moest schorsen.
Senator van Dieren zal zijn interpellatie
houden na het debat over het wetsontwerp
betreffende de ouderdomspensioenen.
Wegens ontucht gearresteerd. De
Tsjecho-Slowaaksche politie legde Woens
dag j.L een razzia ten uitvoer in Reichen-
berg, de grootste Duitsche stad in Tsjecho-
Slowakije. Tijdens deze razzia werden ver
scheidene personen op heeterdaad betrapt
op het plegen van ontucht. Onder hen be
vonden zich Ruthna en Rohm, uitgevers
van het blad „Volk und Guehnung", en
twaalf functionnarissen en persoonlijkheden
van de Henleinpartij.
Tienduizend gevangenen op vrije
voeten. - Tienduizend gevangenen in de
Vereenigde Provincies in Bengalen, d.L on
geveer een derde van het totale aantal in
de gevangenissen in de Provincie, zullen
binnenkort op vrije voeten worden gesteld
ingevolge het programma tot wijziging van
het gevangeniswezen der provinciale regee
ring.
Noodweer in Midden-Italië. - In den
afgeloopen nacht is Midden-Italië door
hevig noodweer geteisterd. De spoorlijn
Rome—Florence is nabij het Trasimeno-
meer door groote overstroomingen vernield.
Ook de telefoon- en telegraaflijnen waren
vernield.
Nabij Perugia werd een familie in een
grot door een overstrooming verrast, de
grootmoeder en twee kinderen vonden den
dood.
Aneta meldt uit Palembang:
Zeer groote belangstelling bestond voor
de begrafenis van de vier slachtoffers van
het ongeluk van den Specht. Van alle zij
den kwamen belangstellenden naar het
kerkhof, dat vlak achter het ziekenhuis
gelegen is.
Achter het stoffelijk overschot gingen de
heeren Versteegh en Moes, voorts de heer
Wenkebach, agent van de K.N.I.L.M. te
Palembang, de bestuurder van het toestel
van de K.N.I.L.M., dat de hulpexpeditie
heeft vervoerd, de dokter van de K.L.M.,
Nieuwenhuis Wezenhage, de resident, de
burgemeester van Palembang, de plaatse
lijke militaire commandant, de andere ter
plaatse aanwezige vertegenwoordigers van
de K.N.I.L.M. en de K.L.M., alle in Palem
bang aanwezige ambtenaren van het B.B.,
de doktoren en het verplegend personeel
van het Roode Kruis, de voorzitter van de
handelsvereeniging, enz. Ook mgr. Meckel-
holt betuigde door zijn persoonlijke aanwe
zigheid zijn deelneming. Soldaten waren
behulpzaam bij de droeve plechtigheid.
De vier kisten werden in een gemeen
schappelijk graf gelegd, waarna zij over
dekt werden door de vele kransen en bloe
men.
De burgemeester van Palembang, de heer
van de Wetering, sprak aan de groeve en
verklaarde, dat het gebeurde weliswaar, een
grooten schok heeft gegeven, maar een
schok, die de bewondering voor het mooie
Nederlandsche werk niet kan vernietigen.
De dienst moet voortgaan, de slachtoffers
vielen in de hoogste taak, die aan den
mensch toevalt, n.1. het doen van zyn
plicht. Uit naam van de burgerij van Pa
lembang riep spreker den dooden een „rust
zacht" toe.
Daarna is het woord gevoerd door den
heer Versteegh, die zeer ontroerd het ge
sprek herdacht, dat hij nog zoo kort gele
den had gehad met den eenigen passagier
die bij dit ongeluk het leven heeft gelaten,
een man wiens toekomst zoo zonnig leek,
wiens verwachtingen zoo groot waren en
wiens wereldsch succes zoo veelbelovend
was. Het leven is wreed, zooals ook hier
weer gebleken is, zeide spr.
Daarna gewaagde spr. van hen, die ge
vallen waren in den dienst van de K. L. M.,
uit naam van beide luchtvaartmaatschap
pijen en uit naam van het personeel, hun
collega's en makkers, waarbij spr. verklaar
de, dat zij deel hebben uitgemaakt van een
corps, dat zijn plicht weet te doen onder
alle omstandigheden. Spr. voegde daaraan
nog een persoonlijk woord toe voor Stork,
dien hij nog uit zyn tyd van Soesterberg
kende, en wiens loopbaan de heer Ver
steegh steeds met belangstelling had ge
volgd.
Zijn ontroering bijna niet meer meester,
nam de heer Versteegh afscheid van deze
medewerkers, die mede getracht «hebben
den Nederlandschen naam te verbreiden en
hoog te houden.
Ook de omstanders vertoonden teekenen
van de diepste ontroering, waarna bloemen
werden gestrooid in de groeven.
De toestand van Hubermann.
ermoedelijk zal het niet noodig zijn, dat
Hubermann nog een specialist uit Java
raadpleegt over zyn verwondingen. Hier
omtrent heeft gister een conferentie plaats
gevonden van dr. Nieuwenhuis Wezenhage
die met Smirnoff als dokter van de K.
L. M. naar Palembang is meegevlogen
en den behandelenden geneesheer.
De Röntgen-foto's, die van Hubermann