.39Uuwdand.
50
35
20
WVBERT
feuilleton
QE JOUDEN
Twee arbeiders verdronken
Groote verduisteringen te
Rotterdam.
Geweldige brand
te Katwijk aan Zee.
Werkkamp voor
dienstweigeraars.
ct.
Thans ook
met menthol-smaak!
TWEEDE BLAD
Met hun roeibootje omgeslagen.
Drie arbeiders uit het dorp W artena
(gem. Idaarderadeel in Friesland),
werkzaam bij de werkverschaffing
De Geeuw nabij Wartena, keerden
gisternamiddag per roeiboot naar hun
woningen in het dorp terug.
Zjj lieten zich sleepen door een
motorboot. Plotseling kwam de roei
boot dwars te liggen, waarna het
bootje omsloeg en alle drie inzitten
den te water geraakten. Een van hen,
zekere J. Hoekstra, slaagde er in
zwemmende den kant te bereiken, de
beide anderen, de arbeiders Algra en
De Jong, resp. 35 en 40 jaar oud, die
niet konden zwemmen, ver
dronken.
Hoe het ongeluk geschiedde.
Het ongeluk, dat geschiedde op de-Graft,
een breed en diep vaarwater, is vermoede
lijk toe te schrijven aan de verkeerde wijze
waarop de verbinding van de roeiboot
met de motorboot was bevestigd. Men had
namelijk het touw vastgemaakt aan de
middenbank van de roeiboot, met het ge
volg, dat deze dwars op de vaarrichting
kwam te liggen en daarna kapseisde. De
opvarenden van de motorboot hebben
dadelijk pogingen in het werk gesteld om
den drenkelingen hulp te bieden, doch men
slaagde er niet in hen te grijpen. Eerst na
twintig minuten dreggen werden de lijken
opgehaald. Beide omgekomenen waren
gehuwd, Algra was vader van twee kin»-
deren, De Jong van zes kinderen.
Behalve gemeente- en rijkspolitie, begaf
zich ook dokter A. G. Maathuis uit Warga
naar de plaats van het ongeluk, doch voor
medische hulp was het helaas te laat.
Ontslagen bankemployé in arrest
gesteld.
Te Rotterdam is gearresteerd en in
verzekerde bewaring gesteld een
eenige jaren geleden reeds ontslagen
sous-chef van de Rotterdamsche
Bankvereeniging te Rotterdam, die
zich gedurende den laatsten tijd, dat
hij in functie was en wel de laatste
zes tot zeven jaar, schuldig heeft ge
maakt aan verduisteringen op groote
schaal ten nadeele van de Rotterdam
sche Bankvereeniging.
De fraude zou thans ontdekt zijn,
omdat de rekeningen van de Robaver
en het stadhuis niet overeen stemden.
Het betrof naar verluidt voorschotten
aan de gemeente.
Schelpmaalderij, reedersopslagplaats
en taanderij in de asch gelegd.
Gisteravond heeft te Katwijk aan Zee
een groote brand gewoed in een complex
houten gebouwen aan de Zuidstraat en het
Parlevlietslop. De schelpmaalderij van de
gebroeders Ouwehand, de opslagplaats en
taanderij van den reeder Johan Parlevliet
zijn in de asch gelegd.
De vrijwillige brandweer heeft het vuur
met vijf stralen bestreden, waarvan vier op
de motorspuit, doch zij stond vrijwel mach
teloos tegenover de vuurzee. Een der schu
ren, toebehoorende aan Joh. Parlevliet, kon
behouden worden.
De brand werd om zeven uur in de
schelpmaalderij ontdekt. Het houten ge
bouw, dat 35 meter diep, 14 meter hoog en
12 meter breed is, stond na korten tijd in
lichte laaie.
Hier gingen behalve de werktuigen en de
overige inhoud, twee vluchtauto's verloren.
Een derde wagen kon nog in veiligheid ge
bracht worden. Het vuur deelde zich daar
op mede aan de aangrenzende, ^veneens
van hout opgetrokken, opslagplaats van den
reeder Joh. Parlevliet, waarin zich een
groote hoeveelheid hout-verk, vaten teer en
andere licht brandbare materialen bevon
den, zoodat ook dit pand weldra een rood-
laaiende fakkel was. Het vuur was in zijn
snelle vaart niet te stuiten en het veroverde
vervolgens de belendende taanderij van
denzelfden reeder. Ook dit gebouw was in
korten tijd geheel in vlammen gehuld. De
zegetocht van het woedende element kon
hierna evenwel tot staan worden gebracht,
zoodat de vierde schuur, welke groot ge
vaar liep, gespaard bleef. De brand ging
met een enorme rookontwikkeling gepaard,
waardoor hij tot op grooten afstand merk
baar was, zoodat zeer vele belangstellen
den uit den wijden omtrek kwamen toe-
stroomen. Om acht uur behoefde voor uit
breiding van het vuur niet meer gevreesd
te worden. Het blusschingswerk stond on
der leiding van den opperbrandmeester,
den heer H. Parlevliet.
De burgemeester van Katwijk, mr. W. J.
Woldringh van der Hoop, en de overige
leden van het gemeentebestuur waren op
het terrein van den brand aanwezig.
VRACHTAUTO MET ZESTIEN
PAARDEN OMGEKANTELD.
Een ongeval, dat merkwaardig goed
is afgeloopen, is vanochtend in de
vroegte te Emmen (Dr.) gebeurd.
In verband met de groote paarden
markt te Zuidlaren was er een druk
autoverkeer in de richting Groningen.
Omstreeks zeven uur naderde een
groote vrachtauto van de fa. Jansen
en Zn. uit Dedemsvaart, geladen met
zestien paarden, die toebehoorden aan
landbouwers uit de gemeente Dalen
en onderweg waren naar genoemde
paardenmarkt. In dén bocht aan het
einde van de Wilhelminastraat te
Emmen is de levende lading in bewe
ging gekomen met het gevolg, dat de
meer dan tien meter lange wagen
naar den kant van den weg gleed en
omkantelde.
Doordat de chauffeur sterk remde, was
een groot deel van de vaart reeds verlo
ren. De paarden lager, in den omgevallen
jyagen in een verwarde kluwen van licha
men en pooten door elkaar. De chauffeur,
de heer Jansen, en twee uit Dalen afkom
stige landbouwers, die in de cabine zaten,
bleven ongedeerd en konden onmiddellijk
beginnen met het bevrijden der dieren,
warbij zij spoedig hulp kregen van pas-
seerende boeren.
Het bleek, dat vier paarden verwondin
gen hadden opgeloopen, waarschijnlijk een
doodelijk. De wagen werd zwaar bescha
digd. De politie stelt een onderzoek in.
Adres van de J. V. A. aan den
minister en de Kamers.
Het hoofdbestuur der Jongeren-Vredes-
Actie heeft het volgende schrijven gezonden
aan den minister van Defensie, aan de
Eerste Kamer der Staten-Generaal en aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal:
„De Jongeren-Vredes-Actie heeft met
groote bezorgdheid kennis genomen van de
berichten over de voornemens der regeering
om de dienstweigeraars, wier gewetens
bezwaren zijn erkend overeenkomstig de
wet van 13 Juli 1923 in een werkkamp op
het eiland Rozenburg onder te brengen.
Wel verheugt het de J. V. A., dat 'de aan
vankelijke berichten, dat de dienstweige
raars aldaar o.a. stellingen voor geschut in
gereedheid zouden moeten brengen en onder
bewaking van militaire politie zouden wor
den gesteld, niet zijn bevestigd, daar deze
maatregelen een ernstige schending zouden
hebben gevormd van de wet van 13 Juli
1923, waarvan de duidelijke strekking is,
dat de erkende dienstweigeraars geenerlei
militair werk zullen krijgen en buiten ieder
militair verband zullen blijven.
Maar ook nu nog blijven tegen deze plan
nen ernstige bezwaren bestaan. De plaatsing
in een werkkamp met de daarvoor noodig
geachte ordemaatregelen ook buiten den
werktijd op het eenzame en moeilijk te be
reiken eiland Rozenburg beteekent prac-
tisch een interneering gedurende bijna
twee jaar (de militaire diensttijd plus een
jaar extra). Het isolement en de vrijheids
beneming van hen, wier gewetensbezwaren
erkend werden, zal, als dit plan wordt uit
gevoerd, veel grooter zijn dan dat van de
militairen in de kazerne, terwijl de wet een
burgerlijke tewerkstelling als een gelijk
waardig alternatief heeft bedoeld.
Bovendien zullen allen hetzelfde grond
werk moeten doen, daargelaten of zij daar
voor geschikt zijn, hetgeen dus een ongelijke
behandeling van de verschillende dienst
weigeraars beteekent en ook duidelijk niet
de bedoeling is van de wettelijke omschrij
ving die van een tewerkstelling bij een
anderen tak van staatsdienst, bedrijven
onder beheer van de staat inbegrepen,
spreekt, wat iets anders is dan plaatsing in
een speciaal voor dit doel gesticht werk
kamp.
Dat het plaatsen van de dienstweigeraars,
wier bezwaren zijn erkend, bij de verschil
lende diensten en bedrijven nu plotseling
onoverkomelijke bezwaren zou opleveren,
terwijl het jaren lang mogelijk is geweest
en het aantal dienstweigeraars niet is toe
genomen, komt de Jongeren-Vredes-Actie
weinig aannemelijk voor.
Dit heele plan acht zij een bedenkelijk
offer aan de thans zoo sterke geest van
geweldaanbidding, die menschen met ge
wetensbezwaren tegen den oorlog niet
heelemaal „au serieuy" neemt. Waar de
J V. A. eerbied voor het geweten als een
van de hoogste plichten voor enkeling en
staat beschouwt, verzoekt zij de regeering
dringend dit plan niet uit te voeren en
verzoekt zij tevens de Eerste en Tweede
Kamer der Staten-Generaal hun invloed in
deze richting aan te wenden.
KLEINBEELDFOTOGRAFIE.
De eenlaagsfilms.
De eerste van een serie lezingen over
kleinbeeldfotografie, die onder auspiciën van
de Nederlandsche kleinbeeldvereeniging in
een achttal belangrijke plaatsen gehouden
worden, is gister te Amsterdam in de groote
zaal van Krasnapolsky gehouden.
Ir. H. E. W. Wolff, redacteur van het foto
maandblad „Kleinbeeldfoto" gaf 'n overzicht
van de vorderingen, die op het gebied van
de kleinbeeldfotografie in het afgeloopen
jaar zijn gemaakt.
Allereerst wees spreker op de nieuwe film
soorten, de z.g.n. eenlaagsfilms, die het groo
te voordeel hebben, dat het buitengewone
oplossingsvermogen der moderne lenzenstel
sels, ten volle tot zijn recht komt. En dat hij
zelfs bij de allersterkste vergrootingen vaak
scherp en korrelvrij blijven. Een tweede be
langrijk punt is de ontwikkeltheorie, die dit
jaar door den Amerikaan Harry Champlin
is gepubliceerd. Deze is er in geslaagd een
ontwikkelaar samen te stellen, die niet al
leen het overbelichten overbodig heeft ge
maakt, maar zelfs een twee- tot drievou
dige onderbelichting toestaat, zonder dat er
iets aan korrel of doorteekening mankeert.
Vervolgens besprak ir. Wolff de mogelijk
heden, die speciaal voor de pers en reporta
gefotografie zijn gelegen in de ultralicht-
sterke objectieven.
De hoofdschotel van den avond vormde
echter de nieuwe kleinbeeldkleurenfotogra-
fie. Bijna tegelijkertijd is van twee zijden
een geniale, en daarbij envoudige, oplossing
gevonden van het aloude vraagstuk der kleu
renfotografie. De nieuwe films hebben geen
raster meer, en daardoor is het mogelijk ze
ad libitum te vergrooten bij projectie. Ook
is het beeld, waaruit al het zilver wordt ver
wijderd zoodat het alleen uit kleurstof be
staat geheel korrelvrij en bovendien zeer
Woensdag 20 October.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.pL 9.30 Keukenpr.
10.VPRO-morgenwijding. 10.20
Causerie over rassentheorie (gr.-
opn.) en gr.pl. 11.30 De werklooze
en de sociale verzekering, cause
rie. 12.— Gr.pl. 12.30 Orgelspel.
I.151.45 Gr.pl. 2.Kniples. 2.30
Voor de vrouw. 3.Voor de kin
deren. 5.30 Gr.pl. 6.— The Lucky
Birds en solist. 6.30 Gr.pl. 6.40
Vondel en de gouden eeuw, cause
rie. 7.Zang. (7.30 VPRO: De
vraag om geloof, causerie). 8.
Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber„
VARA-Varia, 8.15 The Ramblers.
8.45 Zang en orgel. 9.Met de
roomklopper langs de deuren, rep.
9.30 Gr.pl. 10.— ANP-ber. 10.05
VARA-orkest en solist. 11.Jeugd
en puberteit, causerie. 11.20 Fan
tasia en orgelspel.
HILVERSUM, 1875 M. (NCRV-
uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie,
gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.
pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl.
10.30 Morgendienst. 11.Gr.pl.
II.15 Zang en piano. 12.Ber.
12.15 Gr.pl. 12.30 Kwintetconcert
en gr.pl. 2.Gr.pl. 2.30 Voor jeug
dige postzegelverzamelaars. 3.
Een oude kwestie, die niet ver
oudert, causerie. 3.15 Gr.pl. 3.45
Christ. Liederenuurtje en viool. 4.45
Felicitaties. 5.Voor de kinderen.
5 45 Gr.pl. 6.Land- en tuinbouw-
halfuur. (6.30 Onderwijsfonds v. d.
Scheepvaart: Causerieën over taal
lessen en over het binnenaanva-
ringsregl.) 7.Ber. 7.15 Deel. en
gr.pl. 7.45 Rep. 8.10 ANP-ber., herh.
SOS-ber. 8.20 Muz. prijsvraag. 9.05
Bescherming der burgerbevolking
bij luchtaanvallen, causerie. 9.25
Verv. prijsvraag. (10.ANP-ber.)
10.30 Gr.pl. 10.45 Gymnastiekles.
11.12.Gr.pl. Hierna Schriftle
zing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35—11.50 Gr.pl 12.05 Het
BBC-Northern-Ireland orkest en
solist. 1.05 Het Coventry Silver-
orkest en solist. 1.502.20 Harry
Engleman's kwintet en solist. 3.50
Gr.pl. 4.05 Paedagogische causerie.
4.20 Vesper. 5.10 Gr.pl. 5.20 Ernesto
en zijn Cubaansch orkest. 6.20 Ber.
6.40 Landbouwpr. 7.Zang. 7.20
The Lilac Domino, operette. 8.35
BBC-Symph.-orkest. 9.30 Ber. 9.50
Verv. concert, 10.30 Deel. 10.50 Het
Bridgewater kwintet. 11.35 Sydney
Kyte en zyn Band. 11.5012.20
Jazzmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.10, 8.20
en 10.35 Gr.pl. 12.20 Julien Caus-
sade-orkest en zang. 2.20 Gr.pl. 3.20
Zang. 3.35 Gr.pl. 4 05 Zang. 5.20
Gev. concert. 8.50 Concert. 10.50
Grpl.
KEULEN, 456 M. 5.50 H. Hage-
stedt's orkest. 7.50 Omroeporkest.
11.20 Verzoekschrift. 12.35 Omroep-
kleinorkest, solisten en Stuttgarter
Pianotrio. 1.35 Gev. concert. 3.50
Omroepkleinorkest. 5.20 Gr.pL 6,30
Omroeporkest, Keulsch pianoduo,
vocaal sextet en solist. 8.50 Cello en
piano. 9.5011.20 Omroepklein
orkest en solist.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest.
1.50—2.20 Gr.pl. 6.20 Salonorkest.
7.20 Zang. 8.20 Omroeporkest. 10.50
—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pL
12.50 Omroepdansorkest. 1.302.20
Gr.pL 5.20 Orgelspel. 6.Gr.pl.
C.35 Lejeune-kwartet 7.35 Gr.pl.
820 Zang en voordr. 9.05 Omroep-
symph.-orkest. 10.3011.20 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
6.30 Het Keulsch Omroeporkest m.
m. v. solisten. 8.20 Nieuws uit Rus
land. 8.35 Gr.opn. 9.20 Ber. 9.50 Het
Weinkauf-Trio. 10.05 Weerbericht.
10.2011.20 E. Banschke's dans-
orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, Norman-
dië 9.5010.50, Parijs R. 10.50—
12.20, Brussel VI. 12.20—14.20, Pa
rijs R. 14.2016.05, Lond. Reg.
16.05—17.20, Keulen 17.20—17.50,
Parijs R. 17.5018.20, Lond. Reg
18.2019.20, Beromünster 19.20—
21.05, Brussel Fr. 21.05—22.20,
Brussel VI. 22.2022.30, Berlijn
22.3023.20, Luxemburg 23.20
24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Droitwich
10.35—14.20, Lond. Reg. 14.20—
16.05, Droitwich 16.0518.20, Lu
xemburg 18.2019.20, Droitwich
19.20—22.30, Weenen 22.30—22.50,
Lond. Reg. 22.5023.35, Droitwich
23.35—24.—.
Lijn 5: Diversen.
w
8
8
transparant en natuurgetrouw van kleur.
Spreker vertoonde daarna een 30-tal opna
men van de wereldtentoonstelling. Vervol
gens gaf ir. Wolff een technische uiteenzet
ting van het tot stand komen van de kleuren.
Wel moet men er aan wennen kleuren te
zien, waar men tot nu toe slechts wit en
zwart, licht en schaduw behoefde te onder
scheiden.
VROUWEN-VREDESBONDEN RICHTEN
ZICH TOT DE TWEBDE KAMER.
De algemeene Nederlandsche Vrouwen-
Vredebond en de Nederlandsche afdeeling
van den internationalen Vrouwenbond voor
Vrede en Vrijheid hebben het volgende
adres tot de Tweede Kamer gericht:
„De algemeene Nederlandsche Vrouwen
Vredebond en de Internationale Vrouwen
bond voor Vrede en Vrijheid (Nederland
sche afdeeling), erkennend, dat de landsre-
geering zich in een moeilijke positie
bevindt ten gevolge van de ongunstige en
verwarde wereldtoestand, meenen stelling
te moeten nemen tegen de ingediende de
fensie-voorstellen, omdat deze in strijd zijn
met haar overtuiging, dat met geweld geen
geweld gekeerd kan worden, zijn boven
dien van oordeel, dat uiterst waardevolle
cultuur- en sociale belangen niet in de
verdrukking mogen komen door uitgaven
voor bewapening, welke laatste in den
grond vernetiging van elke cultuur betee
kent, zijn van meening, dat de invoering
van den algemeenen diensplicht, de ver
lenging van den diensttijd en de uitgaven
voor den aankoop van oorlogsmateriaal
niet de aangewezen middelen zijn om een
oorlog te voorkomen, zouden zich, spre
kende namens 12.500 Nederlandsche vrou
wen en moeders buitengewoon trotsch voe
len op haar land, wanneer uw hoog college
niet vatbaar bleek voor de algemeene
angstpsychose en niet meedeed aan den
bewapeningswedloop, en zouden in 't.niet-
aanvaarden van de defensie-voorstellen
dat een klein land in deze uingen groot
kan zijn".
OPGEPAST VOOR ADVERTENTIE
COLPORTEURS.
Een advertentie-colporteur heeft te
Barneveld eenige winkeliers weten te be
wegen hem opdrachten te verschaffen,
voor het plaatsen van advertenties in
gidsen, welke nooit werden uitgegeven.
De advertenties zijn door de winkeliers
vooruit betaald, zoodat de man zich aan
oplichting schuldig maakte.
Thans is de advertentie-colporteur
M. W. uit Amersfoort, door de politie aan
gehouden, waarbij hij een volledige be
kentenis heeft afgelegd en bovendien ver
klaarde zich ook op andere plaatsen aan
dezelfde feiten te hebben schuldig ge
maakt;
VREESELIJK ONGELUK.
Door ronddraaiende as gegrepen.
Gistermiddag was de dertigjarige schil
der H. H. in de textielfabriek „Rigters-
bleek" te Enschede aan het werk, toen hij
op een gegeven moment te dicht bij een
snel ronddraaiende as kwam en gegrepen
werd. De man werd verscheidene malen
rondgeslingerd en was vrijwel op slag
d—fl.
Naar het Engelsch A "T
van PAUL TRENT I J M I
door J. SCHOUTEN
65)
„Mag ik op uw voorspraak rekenen?"
„Ik heb niet den minsten invloed".
„Maar misschien zou u mij toch kunnen
helpen. Ik weet zeker dat Sir Charles geen
bezwaren zal hebben. Ik bewijs jullie een
grooten dienst, waardoor ik zelf groot ge
vaar loop. Grafton is er de man niet naar
om iets gemakkelijk te vergeven en er be
staan geen gewetensbezwaren voor hem,
wanneer hij niemand wenscht te straffen.
Werkelijk, mijn leven loopt gevaar zoo
lang hij op vrije voeten is".
„Dat verwondert mij niets", merkte Har-
dy droogjes op.
„Steek eens op", vervolgde de Italiaan
vriendelijk en haalde een groote, fijne si
gaar te voorschijn.
Hardy bekeek deze met critischen blik
en beet er toen het puntje af.
„Wat een heiligschennis", riep Antonio
„Waarom gebruik je geen sigaren-knip
per?"
„Deze manier is goed genoeg voor mij",
antwoordde Hardy en zette zijn ondervra
ging voort.
Zijn vragen werden blijkbaar eerlijk be
antwoord en voordat hy met Antonio klaar
was, wist hy ongeveer alles van Grafton's
handelingen af.
„En de Dolgouroffski juweelen? Waar
zijn die?" vroeg hy plotseling.
„Ik weet het niet zeker, maar ik geloof
dat Grafton ze op het jacht bewaart. Vol
gens mijn meening was hij niet van plan
naar Engeland terug te keeren".
„Dat is van het grootste belang en een
reden te meer om de Emerald te overmees
teren".
„Dat zou jullie nooit gelukt zyn, als ik
je niet verteld had dat zij vermomd was"
„Dat is waar. Die eer komt je toe. We
zullen vandaag niet naar de Bank kunnen
gaan, want we zullen te laat in Londen
aankomen. Mijn bevelen luidden, u niet
uit het oog te verliezen en ik stel daarom
voor, dat wanneer we in Southampton
aankomen, wat we over een paar minu
ten doen, wij dadelijk met den boottrein
doorreizen naar Londen en daar voor den
nacht onzen intrek nemen in een hotel,
tenzij u zelf apartementen in Londen hebt,
die gebruikt kunnen worden".
„Oh ja, die heb ik sergeant. Eigenlijk was
ik jUlst van plan u om een gunst te vra
gen. Kunnen we niet eerst naar Ridg-
mount Gardens gaan? Daar woont een
vriendin van mij, die ik graag zoo gauw
mogelijk zou willen spreken".
„Spreekt u over miss Eva Leighton?"
„Hoe weet u dat?" riep de Italiaan, ten
zeerste verbaasd, uit.
„Er is niet veel, dat ik niet van je weet,
vriend. Een zeer charmante jongedame".
„Als zij er niet was, zou ik nu niet met u
naar Londen reizen".
„Zoo, is dat de kwestie. Wel, ik heb er
niets ot tegen om met je mee te gaan, op
voorgaarde, dat wij by elkaar blijven
mijn bevelen zyn u onder geen voorwaar
de uit het oog te verliezen".
„Ik veronderstel, dat ik my daar wel bij
zal moeten neerleggen", antwoordde An
tonio, terwyl een diepe zucht hem ont
snapte.
Zij stapten in Southapmton aan wal en
zochten de coupé op, die voor hen gereser
veerd was. Antonio's zenuwachtigheid
scheen nog erger te worden en Hardy vroeg
hem ronduit wat daarvan de reden was.
„Je hoeft nergens bang voor te zijn, zoo
lang je je in mijn gezelschap bevindt",
merkte hij glimlachend op.
„Ah! Maar u kent Grafton niet. Het is
een geluk, dat ik nog net bijtijds er van
door heb kunnen gaan. Ik had reeds een
vaag vermoeden, dat hij mij begon te ver
denken. Ik was werkelijk heel aangenaam
verrast, toen hij mij mededeelde, dat ik de
obligaties moest gaan halen. En dan is er
de prinses oog nog; zij is zoo slim als een
vos en het is my opgevallen, dat zij mij
een paar keer vreemd aankeek. Er zijn nog
verschillende leden van Grafton's bende in
Londen en het is gemakkelijk genoeg voor
hem, om zich met hen in verbinding te
stellen".
„Met welk doel?" vroeg Hardy nieuws
gierig.
„Om hun bevel te geven, mij naar de
andere wereld te helpen".
„Wat een onzin! Met Grafton's macht in
Engeland is het voor goed gedaan".
„Dat dacht u, maar u kent den man niet.
Ik wel: ik ken hem al heel wat jaren en
ik weet precies waartoe hij in staat is".
Toen zy aan het Waterloo-station aan
kwamen riepen zij een taxi aan en reden
regelrecht naar de flat van Eva Leighton.
Zij was niet op de komst van haar minnaar
voorbereid en het duurde eenigen tijd voor
dat de deur, in antwoord op hun bellen,
geopend werd. Toen dit (pnslotte gebeurde,
stond Eva voor hen, sprakeloos van ver
bazing. Maar zij herstelde zch spoedig en
rende met een kreet van vreugde op An
tonio toe, sloeg de armen om zijn hals en
omhelsde hem hartstochtelijk. Zij bewoonde
een kleine flat en zij traden de eetkamer
binnen, waar een jonge Italiaan hen stond
op te wachten.
„Luigi!" riep Antonio uit en de jongeman
stak zijn hand uit, die Antonio hartelijk
drukte.
„Je neef kwam na.ar je informeeren",
legde Eva hem uit, „en we begonnen ons
ernstig ongerust over je te maken, omdat
we zoo'n langen tijd niets van je gehoord
hadden".
„Er is niets om zich over ongerust te
maken", zei Antonio en zich tot den jongen
Italiaan wendend, deelde hy dezen mede,
dat hij belangrijke zaken af te handelen
had, maar hem over een paar dagen hoop
te te kunnen opzoeken, waarna Luigi, na
Eva goeden dag gezegd te hebben, hen
verliet.
Eva was nu weer geheel tot kalmte ge
komen en bekeek Hardy eenigszins achter
dochtig.
„Ik weet niet", zei ze plotseling. „Toni
wil je je vriend niet aan mij voorstellen?"
„Dit is de sergeant-detective Hardy van
Scotland Yard", sprak hij.
„Scotland Yard?" herhaalde zij en zij
werd doodsbleek.
„Je hoeft nergens bang voor te zijn, lieve".
„Ben je gearresteerd?" vroeg zij, adem
loos.
„Geen kwestie van. Mr. Hardy is een
vriend van mij. Hij is met mij mee geko
men omdat wij samen zaken te bespreken
hebben".
„Ik begrijp je niet. Moet hij dan nu blij
ven? Ik heb je in zoo lang niet gezien en
je hebt al dien tijd niet geschreven. Kun
nen wij niet een oogenblikje alleen zijn?"
„Ik vrees van niet, lieve. Zie je, ik heb
Scotland Yard een grooten dienst bewezen,
zoodat zij veel aan mij verplicht zijn. Ik
kan de politie als myn besten vriend be
schouwen. Nietwaar?" vroeg hij dringend»
„Daar kunt u van verzekerd zijn, ma
dam".
„En het is van het grootste belang, dat
mr. Hardy en ik vanavond een bespreking
houden, die wel tot diep in den nacht zal
duren. Eigenlijk had ik heelemaal geen tijd
om nu naar je toe te komen, maar ik moest
je even laten weten dat alles in orde was.
Heb je niet wat voor ons te eten? Dan gaan
sergeant Hardy en ik daarna naar een
hotel".
(Wordt vejvol«d>-