DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Italië en Duitschland bereid de
Engelsche voorstellen te aanvaarden.
SCHEEPSRAMP OP DE NOORDZEE
No. 247 Dlt nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Donderdag 21 October 1937
139e Jaargang
De algemeene toestand.
Belangwekkende verklaring van Grandi;
Onverwachte goede resultaten.
Twee Duitsche vrachtschepen voor IJmuiden in
botsing tijdens dikken mist
De „Westfalia" gezonken.
Zeven leden der bemanning
verdronken?
De Nationale Bank van
België.
De instructie in de zaak.
De Sudeten-Duitschers en
de spil Pome-Berlijn.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek* en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voor dam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA
Alkmaar, 21 October.
Er heerscht groote vreugde in Londen!
Want terwijl iedereen dacht, dat de non
interventie-commissie ten doode opgeschre
ven was, heeft Italië voor de allergrootste
verrassing gezorgd door zich bereid te ver
klaren, de oorspronkelijke Engelsche voor
stellen, ook wat de volgorde betreft, te aan
vaarden!
Dat beteekent dus, dat het Italiaansche
verzet tegen de terugtrekking der vrijwil
ligers is opgegeven. Dat beteekent een
gToote stap vooruit naar de oplossing van
de geheele Spaansche kwestie.
Niettemin mag men zich afvragen, of dit
optimisme geheel gerechtvaardigd is. Gran-
Z°° zegt men in Londen volgens de
N.R.C.-correspondent, heeft er in toege
stemd, dat de terugtrekking der vrijwilli
gers substantieele vooruitgang moet hebben
bereikt voordat men tot de toekenning van
oorlogvoerenden-rechten kan overgaan. Men
baseert zich hierbij op Grandi's verklaring,
dat zijn regeering het Britsche compromis
voorstel wilde aanvaarden (wat dezelfde
regeering in principe drie maanden geleden
ook reeds heeft gedaan). Uit Grandi's ver
klaring blijkt echter niet heel duidelijk, of
hij inderdaad zoover is gegaan als men
hier meent te mogen aannemen. In dit ver
band is het misschien ook niet zonder be-
teekenis, dat de Duitsche vertegenwoor
diger gezegd heeft aan het standpunt van
zijn regeering betreffende de toekenning
van oorlogvoerenden-rechten te moeten blij
ven vasthouden.
Maar zelfs al zou men mogen aannemen,
dat de officieele Britsche interpretatie van
Italië's houding correct is, dan beteekent dit
nog geenszins, dat rr.en reeds aan de feite
lijke terugtrekking der vrijwilligers toe is.
Volgens deze officieele versie zal de vol
gende stap namelijk bestaan in het aanstel
len en uitzenden van commissies van onder
zoek, die rapporten zullen moeten uitbren
gen over het aantal vrijwilligers, dat zich
aan beide kanten in Spanje bevindt. Daarna
zal de niet-inmengingscommissie overeen
stemming moeten bereiken over de vraag in
welke verhoudingen deze aantallen over een
nader vast te stellen tijdvak moeten wor
den teruggetrokken. Voordat men zoover is
gekomen, zal er behalve de symbolische vrij
willigers (het is niet zonder beteekenis, dat
de Duitsche en Italiaansche vertegenwoor
digers zijn blijven volhouden, klaarblijke
lijk met berusting van Londen en Parijs,
dat men bij de symbolische terugtrekking
met gelijke aantallen en niet met gelijke
percentages moest werken) geen enkele
Italiaan, Duitscher of Rus uit Spanje ver
dwijnen. Nu is het duidelijk, dat er heel
wat tijd overheen zal moeten gaan voor men
dit punt zal kunnen bereiken. De commis
sies van onderzoek moeten worden aange
steld en uitgezonden, zij moeten daarna
het vérstrekkend onderzoek naar het aantal
vrijwilligers aan de verschillende fronten
instellen (waarlijk geen gemakkelijke op
gave) en eerst daarna zal de niet-inmen
gingscommissie kunnen gaan praten over de
vraag in welke verhouding zij moeten wor
den terug getrokken. Dat die besprekingen
moeilijkheden zouden kunnen opleveren en
zoodoende het tijdstip, waarop men feitelijk
met de terugtrekking der vrijwilligers zou
kunnen beginnen, nog verder in de toekomst
zal verschuiven, zal wel niemand ontgaan.
De gedachte dat Rome en Berlijn zich
hiervan goed rekenschap hebben gegeven
laat zich niet onderdrukken. Zij hebben per
slot van rekening vooralsnog geen enkele
zichtbare reden hun hoop op een overwin
ning van Franco op te geven. Zij meenen
(en waarschnijlijk met goeden grond), dat
zij den tijd op hun hand hebben en zij zou
den derhalve alle reden hebben te beslui
ten, dat zij door zich niet inschikkelijk te
toonen en zoodoende een eventueele open
stelling van de Spaansch-Fransche grens te
voorkomen, hun eigen zaak het beste kun
nen dienen. Zoo beschouwd, lijkt de
Duitsch-Italiaansche concessie betreffende
het tijdverband omtrent de terugtrekking
der vrijwilligers en de toekenning van oor
logvoerenden-rechten minder belangrijk
dan men op het eerste gezicht zou kunnen
denken. Rome en Berlijn hebben zich door
hun verzet van de laatste drie maanden
tegen deze concessie drie maanden uitstel
verworven. Tenzij zij geheime redenen heb
ben zich plotseling (Dinsdag spraken zij nog
heel andere taal) uit het uitermate veelbe
lovende Spaansche avontuur terug te
trekken is er grond voor de veronderstel
ling, dat zij hopen door het opgeven van het
verzet nog meer tijd te winnen. Reculer
pour mieux sauter is altijd een goede poli
tiek geweest, vooral wanneer men op papier
terugtrekt. En dat is tenslotte alles wat
gisteren is gebeurd. Rome en Berlijn zijn op
papier teruggetrokken. Of zij het ook in
feite zullen doen, zal men nog met een ge
zonde dosis scepticisme moeten afwachten.
Onverwachts en ondanks de sombere
vooruitzichten van de laatste dagen is
gisteren de vergadering der sub-com
missie tot resultaten gekomen, die zich
laten aanzien als een belangrijke schrede
voorwaarts op den weg naar overeen
stemming. Uit de Londensche berichten
blijkt:
1. dat Italië en Duitschland zich niet
langer verzetten tegen het voorstel om
een begin te maken met de terugtrek
king der buitenlandsche vrijwilligers
alvorens rechten van oorlogvoerenden
aan beide partijen in Spanje toe te ken
nen;
2. dat men het ook eens is geworden
over het zenden van controlecommissies
naar Spanje, die rapport zullen uitbren
gen over het aantal vrijwilligers en
over den voortgang der evacuatie. Italië
en Duitschland zullen zich bij de ver
klaringen dezer commissies neerleggen,
wat echter niet inhoudt, dat zij ook het
beginsel aanvaarden om de vrijwilligers
„proportioneel" terug te trekken;
3. dat de „symbolische" terugtrekking
vermoedelijk in gelijke aantallen aan
beide zijden zal geschieden en wel vóór
dat de controle-commissies naar Spanje
vertrekken.
Het verloop der besprekingen.
Het officieele communiqué, uitgegeven na
de vergadering der sub-commissie van giste
ren, luidt in hoofdzaak als volgt:
De vertegenwoordigers hebben, gehoord
de verschillende verklaringen en gezien den
tastbaren vooruitgang naar overeenstem
ming ter vergadering bereikt, op zich geno
men om hun onderscheidene regeeringen op
de hoogte te stellen van de besprekingen. De
commissie kwam overeen, dat vóór de vol
gende vergadering de voorzitter een werk
wijze zal overwegen teneinde de voorstellen,
welke in discussie zijn, ten uitvoer te bren
gen. De volgende vergadering der sub-com
missie wordt gehouden op Vrijdag.
De Italiaansche verklaring.
Volgens een door de Italiaansche am
bassade gepubliceerd communiqué heeft
Grandi in de vergadering der ondercom
missie verklaard, dat de Italiaansche re
geering bereid is er in toe te stemmen,
dat een internationale commissie, belast
met het treffen van een regeling voor
en het oefenen van toezicht op de ver
wijdering der vrijwilligers, onverwijld
wordt benoemd en onmiddellijk naar
Spanje gezonden wordt om het juiste
aantal der aan beide zijden vechtende
vrijwilligers vast te stellen.
Het resultaat van dit onderzoek zal het
mogelijk maken vast te stellen, op welke
wijze en in welke verhouding de terugtrek
king zou geschieden.
In de tweede plaats is de Italiaansche re
geering bereid, in een geest van verzoening
en met het doel een algemeene grondslag
voor overeenstemming te vinden, na te
gaan, wat de beste en doeltreffendste wijze
is om practische uitvoering te geven aan de
in paragraaf 8 van het Britsche plan en in
punt 2 van de Fransche verklaring genoem
de maatregelen: het tijdstip en de wijze van
toekenning der rechten van oorlogvoerenden.
De Italiaansche regeering is bereid dit na e
gaan, zoodra de commissie beschikt over het
verslag der naar Spanje te zenden commis
sie.
Grandi voegde hieraan toe, dat hij zich er
van bewust was, dat deze verklaring in be
langrijke mate aanvaarding van het Britsch-
Fransche standpunt beteekent en dat hij er
niet aan twijfelde dat dit ten volle zal wor
den gewaardeerd en een overeenstemmende
tegemoetkoming aan de andere zijde tot ge
volg zal hebben, zoodat men zal kunnen ko
men tot de door ieder gewenschte overeen
komst.
Wat de terugtrekking der vrijwilligers
betreft: Italië is ook bereid het Britsche
voorstel van 21 Juni te aanvaarden,
daar dit zich voor practische en gemak
kelijke toepassing leent.
Met deze aanvaarding bindt de Ita
liaansche regeering zich niet ten aanzien
van de verhouding der aantallen vrijwil
ligers, die verwijderd zullen worden.
Daarover zal men het eens moeten
worden wanneer men tot de verwijde
ring overgaat, aldus Grandi.
In het officieele communiqué wordt ter
aanvulling van het bovenstaande nog ge
zegd, dat de Duitsche en Italiaansche verte
genwoordigers het oorspronkelijke Britsche
voorstel hebben aangenomen en verklaard
niet te blijven aandringen op hun eisch tot
het toekennen van oorlogvoerenden-rechten
vóór de terugtrekking der vrijwilligers be
gonnen is. Italië en Duitschland hebben toe
gezegd zich te zullen vereenigen met de be
slissingen, waartoe de commissies, die naar
Spanje worden gezonden, komen.
Algemeen werd gisteren verondersteld, dat
de z.g. symbolische terugtrekking zal plaats
vinden in gelijke aantallen aan beide zijden
der in Spanje strijdenden en wel, voordat
de controle-commissies naar Spanje vertrek
ken. Vermoedelijk zal 't aantal der terug te
trekken vrijwilligers Vrijdag worden vast
gesteld.
Eden gaf een resumé van de besprekingen
en zeide, dat, indien altijd zoodanige vorde
ringen als thans werden gemaakt, de proble
men spoedig tot oplossing zouden geraken.
Maiski, de Russische vertegenwoordiger,
kon nog geen beslissing nemen ten aanzien
van de werkwijze om het Britsche voorstel
in werking te doen treden, omdat de Sovjet-
Unie dit plan niet aanvaard had.
Naar verder gemeld wordt zullen de rap
porten der controlecommissies, die naar
Spanje worden gezonden, in ontvangst wor
den genomen door een of ander gezags-
lichaam, wellicht de subcommissie zelve, dat
een beslissing zal nemen ten aanzien van de
vraag of de evacuatie voldoende zal zijn
voortgeschreden om belligerenten-rechten
aan beide partijen te kunnen toekennen.
Uit een later bericht blijkt nog, dat, toen
Grandi in de vergadering zeide, dat volgens
het Britsche plan de sub-commissie op ieder
oogenblik gedurende de terugtrekking der
vrijwilligers zich zou kunnen bezig houden
met het toekennen van oorlogsvoerenden-
rechten, Eden antwoordde: „Volgens mijn
meening beteekent dit: allereerst een sym
bolische terugtrekking van een aantal vrij
willigers, daarna een begin met de eigenlijk
gezegde terugtrekking en vervolgens het be
sluit van eenig gezagslichaam, dat substan
tieele vooruitgang zal zijn bereikt, voldoen
de om de toekenning van oorlogvoerenden
rechten een feit te maken". De onder-com
missie gaf haar goedkeuring aan deze inter
pretatie van Eden.
Engelsche persstemmen.
Over de verrassende wending, die de be
sprekingen in de niet-inmengingscommissie
hebben genomen, schrijft de „Times": „De
rede van Grandi is een groote stap vooruit
in den zin van een redelijk en definitief ac-
coord tot isolatie van het Spaansche conflict.
Het onmiddellijke gevolg ervan zal zijn een
vermindering van de ongerustheid, die ge
wekt was door hetgeen zich voordeed als een
dreigend gevaar van ineenstorting der niet-
inmengingspolitiek. Het is dan ook een wer
kelijke en belangrijke bijdrage tot een alge
meene kalmeering".
Na een ontleding van het plan der Ita
liaansche regeering schrijft het blad dan ver
der: „Uiteraard moet verondersteld worden,
dat in afwachting van het rapport der com
missie geen nieuwe versterkingen van man
schappen en munitie naar de beide partijen
in Spanje zullen worden gezonden, want dat
zou de gebeurtenissen van gisteren tot een
belachelijkheid maken. Wanneer het rapport
zal worden bestudeerd, moet verondersteld
worden, dat dit eveneens zal geschieden in
denzelfden politieken geest en met denzelf
den oprechten wensch om tot een overeen
stemming te komen als blijkt uit de verkla
ring van Grandi
De „Daily Mail" schrijft: „Het Italiaansche
gebaar zal in de geheele wereld toegejuicht
worden. Het heldert de atmosfeer op en ver
groot de hoop op een regeling van wat onop
losbaar scheen".
De „News Chronicle" echter zegt: „Het
Italiaansche voorstel zal geen enkele ver
wachting wekken. Het kan iets of in het ge
heel niets beteekenen, al naar den geest,
waarin Italië bereid is tot samenwerking.
De Italiaansche houding in het verleden doet
veronderstellen, dat de commissie een nieu
we bron van uitstel zal zijn. De Britsche re
geering moet het voorstel aanvaarden, maar
moet dit doen met omzichtigheid en duide
lijk zeggen, dat de Fransche grens zal kun-
Gisteravond ongeveer tegen middernacht heeft zich voor de Nederlandsche
kust, op vijftien mijlen afstand van IJmuiden, een zeer ernstige scheepsramp
voorgedaan. Tijdens den dikken mist zijn twee Duitsche vrachtschepen de
„Westfalia", welke van Rotterdam op weg was naar Kolberg (Duitschland
Pommeren), en het Duitsche stoomschip „Schwalbe", dat van Riga kwam, met
bestemming Rotterdam, via Antwerpen, met elkander in botsing gekomen.
De „Westfalia" is hierbij gezonken.
Van de dertien of veertien opvarenden konden slechts zeven man aan boord
van de „Schwalbe" worden genomen.
De motor-reddingboot van IJmuiden is onmiddellijk naar de plaats van de
ramp uitgevaren.
De „Schwalbe" kreeg averij boven de waterlijn en kon de reis voortzetten.
Nadere bijzonderheden.
Nader wordt gemeld, dat gered zijn de
eerste-officier Frenz, de eerste-machinist
Rust, de matrozen Gutsch en Okroy, de
lichtmatroos Irmler, de stoker Saeringer
en de bootsjongen Jaeniske.
Volgens een radio-telegrafische mede-
deeling van den kapitein vani de
„Schwalbe" zijn nog acht opvarenden van
de „Westfalia" zoek. De mogelijkheid is
niet uitgesloten, dat deze menschen zich
nog in een boot hebbero kunnen redden en
op zee rondzwalken.
De „Schwalbe" heeft geruimen tijd de
omgeving afgezocht, doch men heeft niets
kunnen ontdekken.
De „Neeltje Jacoba" van de Noord- en
Zuidhollandsche Reddingmaatschappij
kruist thans op de plaats van het onheil,
doch de reddingspogingen worden door den
dikken mist uitermate bemoeilijkt.
De „Westfalia" is een zeer goede be
kende in de Rotterdamsche haven, welke
het schip gedurende een reeks van jaren
regelmatig aanliep. De „Westfalia" was
Maandag j.1., komende van Stolpmuende
met een lading graan in de Rijnhaven ge
arriveerd. Na de lossing heeft het schip
Dinsdag in de Maashaven opnieuw een
lading graan aan boord genomen, waarna
't Woensdagavond wederom naar Duitsch
land is vertrokken. Ook de „Schwalbe"
komt reeds jarenlang regelmatig te Rot
terdam. Dit schip heeft op het oogemblik
een lading stukgoederen aan boord.
De „Schwalbe" is het eigendom van de
Argo Reed. A.G. te Bremen. Het schip
heeft een bruto inhoud van 842 en een
netto-inhoud van 61 ton. Het is in 1920
te Bremen van stapel geloopen.
Zeven menschenlevens te betreuren.
Hedenochtend te negen uur heeft de
plaatselijke commissie van de Noord- en
Zuidhollandsche Reddingmaatschappij te
IJmuiden van den schipper van de motor-
reddingsboot „Neeltje Jacoba" draadloos-
telefonisch bericht ontvangen, dat, hoewel
men sinds vanochtend omstreeks half vier
op de plaats van de ramp van de „West
falia" naar drenkelingen had gezocht, geen
spoor van overlevenden werd gevonden.
De „Neeltje Jacoba" blijft nog eenigew tijd
op zee om naar drenkelingen te zoeken,
doch zal in den loop van den dag naar
IJmuiden terugkeeren.
Het Duitsche stoomschip „Schwalbe" is
vanmorgen om 11 uur Vlissingen gepas
seerd, op weg naar Antwerpen. De zeven
geredden van de „Westfalia" bevinden
zich nog aan boord van de „Schwalbe."
De „Schwalbe" heeft bij de botsing
ernstige schade aan bakboordsboeg, boven
de waterlijn, gekregen. Bovendien heeft
zij het bakboordsanker verloren.
nen worden geopend, wanneer geen enkele
vordering bereikt wordt".
Het liberale orgaan stelt dan voor aan het
hoofd der tellingscommissie „een man te
plaatsen, die zich niet van zijn taak zal la
ten afleiden door pluimstrijkerijen, iemand
van het kaliber van Winston Churchill".
De „Daily Herald" vraagt zich af wat de
reden kan zyn van de ommekeer van den
Duce: „Tracht hij een heropening van de
Fransch-Spaansche grens te verhinderen?
Hoe het ook zij, niemand zal dwaas genoeg
zijn om wat er aan kansen schijnt te zijn om
de terugtrekking der Italiaansche troepen te
verzekeren voorbij te laten gaan".
De „Peuple" bericht, dat het parket een
onderzoek heeft ingesteld bij de Banque Fa-
bri te Huy bij Luik. Het parket heeft enkele
belangrijke documenten in beslag genomen
en de particuliere brandkast van Charles
Fabri verzegeld. De in beslag genomen do
cumenten gaan terug tot 1930, toen de broer
van den bankier van Huy, Henri Fabri, nog
vice-gouverneur van de nationale bank was.
Men vermoedt, dat dit onderzoek dus in ver
band staat met het onderzoek naar de onre
gelmatigheden bij de nationale bank.
De „Nation Beige" heeft medegedeeld, dat
ook een onderzoek is ingesteld bij de Belgi
sche Congobank, waarvan Franck ook voor
zitter van den raad van beheer is. Het onder
zoek bij de nationale bank is aanleiding ge
weest tot strenge maatregelen. Den geheelen
dag mochten zekere leden van het personeel
en van de directie hun kantoren niet verla
ten.
Regeeringscrisis aanstaande?
De kabinetsraad, die morgen te Brussel
bijeen zal komen, zal zich moeten bezig
houden met de instructie, die geopend is
op grond van zekere onregelmatigheden,
die zich bij de Nationale Bank hebben
voorgedaan. In verband hiermede schrijft
de „Nation Beige", dat de feiten, waar
mede het parket zich bezig houdt, terug
gaan tot 1932. Daarbij is de raad van
directeuren betrokken en bijgevolg van
Zeeland zelf. Onder deze omstandigheden
lijkt het, daar de eerste minister niet als
zoodanig, maar als vice-gouverneur van de
Nationale Bank bij de zaak betrokken is,
logisch, dat hij de looper.de instructie ver
gemakkelijkt, hetgeen niet het geval zou
zijn, wanneer hij in functie bleef. Bijge
volg, aldus het blad, is het wenschelijk,
dat van Zeeland den koning zijn ontslag
verzoekt.
De „Nation Beige" schrijft verder: Wij
meenen te kunnen bevestigen, dat ver
scheidene ministers van meening zijn, dat
een regeeringscrisis binnen zeer kort tijds
bestek onvermijdelijk is geworden. Het
zou dan ook niet verrassend zijn, wanneer,
als van Zeeland zou aarzelen zyn ontslag
aan den koning aan te bieden, of niet te
juister tijd zijn collega's op de hoogte zou
stellen van zijn voornemens, verscheidene
ministers er toe zouden overhellen indi
vidueel hun ontslag aan te bieden."
Zooals men weet is van Zeeland op het
oogenblik met vacantie in het zuiden van
Frankrijk.
Uit een artikel is het blad van Goering,
de National Zeitung van Essen, blykt, dat
Duitschland in zijn campagne tegen Tsjecho
Slowakije rekent op den steun van Italië.
Het blad schrijft: „De beteekenis van den
spil BerlijnRome ligt niet alleen in de
vriendschap tusschen Rome en Berlijn,
maar ook in de oplossing van problemen,
die moedig tot een oplossing moeten worden
gebracht. Het herstel en de waarborging
van de levensrechten der Sudeten-Duit
schers is een van die „kwesties".
Hieraan voegt het blad toe, dat in ver
band met zijn nauwe vereeniging met Hon
garije Italië steeds groote aandacht heeft-
gewijd aan de door Tsjecho Slowakije je
gens de Hongaren op zijn gebied genomen
maatregelen en dat Italië in zijn politieke
betrekkingen met de andere Europeesche
mogendheden groot belang hecht aan een
bevredigende regeling van de minderheids
vraagstukken.
„De officieele Duitsche politiek, zoo gaat
het orgaan dan verder, heeft reeds lang het
groote gevaar aangetoond, dat voor den
Europeeschen vrede voortvloeit uit den te-
genwoordigen politieken toestand in Tsjecho