Minister Van Zeeland valt als slachtoffer
van een kabaal en van naijver.
Jiadioptogtamtm.
8
1Binnenland,
feuilleton
QE (JOUDEN
tweede blad
Naar aanleiding van een gerechtelijk onderzoek
tegen de Nationale Bank.
VOORTZETTING DER POLITIEK.
Aspirin
(Van onzen Brusselschen correspondent.)
BRUSSEL, 25 October 1937.
Op het oogenblik dat wij U dit schrijven
mag het ontslag van de regeering-van Zee
land als vaststaande worden beschouwd.
Vandaag, Zondag, is de eerste-minister, die
sedert drie weken in Zuid-Frankrijk ver
toefde, te Brussel teruggekeerd, na zijn ver
lof te hebben ingekort wegens de politieke
gebeurtenissen te Brussel. Practisch heeft
de regeering slechts gewacht op den heer
van Zeeland om haar ontslag in te dienen,
want de meerderheid van de ministers is de
meening toegedaan dat het bewind niet kan
worden uitgeoefend in de schaduw van het
gerecht. Zooals men weet is het nog geen
maand geleden dat de heer van Zeeland zijn
mandaat van eerste-minister ter beschik
king had gesteld omdat hij aan het bewind
maar weinig genoegen meer beleefde, om
het zoo te noemen. De verschillende poli
tieke ambities, naijver, belangen van ster
ke laten wij zeggen financieele groepen die
in botsing komen met zekere maatregelen
van de regering die tot de zoogenaamde
structuurhervormingen behooren, hebben
in de laatste maanden, zooals men weet,
een enerveerenden invloed uitgeoefend op
het werk van de regeering. De incidenten in
verband met de Nationale Bank zijn een
welkome gelegenheid geweest om aan dit
alles uiting te geven en om haar te verlam
men. Men kent deze incidenten, waarvan
hèt eerste begin in de Barmatzaak is te
zoeken. Deze zaak heeft aanleiding gegeven
tot een onderzoek van het gerecht, waarbij
is gebleken dat de Nat. Bank zich op grove
wijze voor millioenen heeft laten beet ne
men. Hiermee was de aandacht gevestigd
op de Nationale Bank, en ook vooral omdat
de eerste-minister vice-gouverneur was van
de bank. Zekere misstanden bestonden wat
de wijze betreft waarop het leidende per
soneel van de bank werd vergoed, zonder
dat er in wat ook iets onwettelijks gebeur
de.
De heer Van Zeeland heeft zich op dat
gebied gerechtvaardigd. Doch op een wijze
welke niet bekend is heeft het parket ken
nis gekregen van bijzonderheden betreffen
de hèt eigenlijke beheer van de bank. Men
heeft alle reden om aan te nemen dat zij
werden uitgebracht en opgeschroefd door
personen die een blij venden wrok 1 hebben
tegen den eersten minister en slechts één
doel hebben: hem neerhalen. Politieke te
genstanders of bepaalde vrienden, die gaar
ne zijn plaats zouden innemen, en die tot
in den schoot van de regeering kunnen
worden gezocht, kunnen hiervan handig
gebruik maken om ook dat doel te berei
ken. Hoe dan ook heeft het parket zich met
deze overwegingen niet te bekommeren en
het is dan ook opgetreden. Bijna vijf
maanden geleden is een informatie inge
steld, dat is een onderzoek met slechts een
officieus karakter, dit in verband met de
wijze waarop de regeeringscommissaris bij
de bank, die dus het oog was van de regee
ring, werd vergoed, vóór de huidige com
missaris in functie is getreden. Deze infor
matie is in den loop van de week omgezet
in een officieel onderzoek door een onder
zoeksrechter, dit in overeenstemming met
den procureur-generaal zelf.
Dat beteekent dat de procureur des Ko-
nings zich heeft doen dekken door de hoog
ste autoriteit van het parket. Welke de be
richten ook zijn welke dienaangaande zijn
medegedeeld, is er niemand die zeggen kan
of ja dan neen het parket ten slotte ele
menten zal weten te verzamelen die zijn
verdenkingen kunnen bewijzen en of zij
dan ook de onmisbare kenteekenen zullen
vertoonen die noodig zijn om misdrijven te
vormen, die verondersteld worden, zooals
frauduleus inzicht en benadeeling van der
den. Dat is heel de zaak.
Welke zyn de feiten zelf, die tot het in
grijpen van het parket hebben geleid? Men
kent deze slechts voor zoover tal van jour
nalisten enkele indiscreties hebben beko
men. Wij hebben de zaak zeer van dichtbij
gevolgd en kunnen dit dus bevestigen. Men
kent volstrekt niets over de opvattingen
van het parket en veel wat wordt aange
haald is hoofdzakelijk geput uit de geschrif
ten van de oppositie tegen van Zeeland.
Officeus wordt alleen gezegd dat het on
derzoek gaat over de betrouwbaarheid van
zekere documenten die aan den raad van
censoren van de Nationale Bank en aan den
regentenraad werden voorgelegd. Dat be
teekent in andere woorden vervalsching.
Op welke wijze en met welk doel? Men
zegt: in de Nat. Bank bestond een tweede
spaarpot of „cagnotte". Er is reeds een eer
ste spaarpot ontdekt, zoogenaamd, die werd
gebruikt om de bezoldiging van de hooge
leiding te verzekeren. Deze spaarpot was
wettelijk en niemand had er iets in te zien,
vermits de gelden ervan voortkwamen van
de globale som die op de begrooting van de
bank voor deze bezoldiging was ingeschre
ven. Dit belet niet dat men er in moreel
opzicht wel eenige bezwaren in kon zien.
Doch de tweede spaarpot zou het bonter
gemaakt hebben. Men heeft er een andere
benaming voor gevonden: een „zwarte kas"
Zij zou gespijsd geworden zijn, om de zes
maanden, door oo den post van onmoeeliik
te innen vorderingen sommen in te schrij
ven die als verloren werden beschouwd en
door een verlies van de bank werden ge
delgd. Na goedkeuring van de censoren
zouden echter deze vorderingen geheel of
gedeeltelijk toch verwezenlijkt zijn. Het
ontvangen geld ging dan in den spaarpot.
Wat gebeurde er mee? Dat is de zenuw-
knooo van de kwestie.
Het parket schijnt er achter gekomen te
zijn door te ervaren dat sommige ambte
naren van de bank af en toe een enveloppe
ontvingen, boven hun salaris. Er werd dan
gespeurd naar de herkomst van dit geld en
zoodoende werd het bestaan van den
tweeden zoogenaamden spaarpot ontdekt.
Het is op grond daarvan dat het onderzoek
gebeurde naar de wijze waarop door de
bank de vergoedingen werden betaald aan
den regeeringscommissaris, n.1. om te weten
of deze geen steekpenningen ontving ten
einde zijn stilzwijgendheid te koopen. Zeg
gen wij dat dit alles slechts veronderstel
lingen zijn, wat betreft steekpenningen. Het
parket in de eerste plaats weten. De ver
goedingen die aldus in een aparte enveloppe
aan sommige ambtenaren van de Nationale
Bank werden betaald, en die nogal hooge
bedragen vertegenwoordigden, waren ver
goedingen voor extra-prestaties. Het parket
heeft de lijst van dezen die er van genoten,
in beslag genomen. Men heeft ze gelukkig
bij een directeur kunnen terugvinden en al
de uitgekeerde sommen kunnen worden ver
antwoord. Men moet weten dat de Nationale
Bank wordt beheerd als een particuliere in
richting en het genoemde stelsel van extra
vergoedingen bestaat in vele ondernemingen,
ten einde geen onnoodigen naijver bij het
personeel te doen ontstaan. Het standpunt
van het parket is echter dat deze sommen
gewoon bij den post bezoldigingen op de
balans moesten voorkomen. Het is dus een
betwisting van boekhoudkundigen aard, een
intellectueele vervalsching, welke men den
leiders van de Nationale Bank, den gouver
neur L. Franck, den toenmaligen vice-
gouverneur P. van Zeeland, en enkele di
recteuren schijnt willen ten laste leggen.
Men lette wel dat zij zelf van deze sommen
niets ontvingen. Slechts het personeel heeft
er van geprofiteerd In totaal zou het om
een 500.000 fr. gaan, alhoewel dit bedrag
niet als absoluut juist moet worden be
schouwd. Hoe dan ook verder de bedrijfs-
„Met dit weer nog op de fiets?
„Ja, dat houdt je fit; je moet
toch iets voor je gezondheid
doen!"
„Nee die is goedVerkoud
heid en rheumatiek haal je
op je hals!"
„Geen sprake van, als je
maar bijtijds Aspirin neemt."
is een »j8ov£»« - pro d uc t.
Oranjebanden»i9aye*.. kruis
waarborgen de werkzaam
heid en onschadelijkheid
uitkomsten van de bank er nief door be
ïnvloed. Deze bleven precies dezelfde. Te
goeder trouw kon het Directiecomité deze
zaak beschouwen als behoorende tot het
dagelijksch beheer van de bank. In den
geest van het parket moesten de uitgaven
worden onderworpen aan den raad van
censoren.
Wij zeiden reeds dat de uitgaven kunnen
worden verantwoord, wat van het grootste
belang is, want zooals men begrijpen kan,
zal er spoedig in de oppositiepers een ka
baal opgaan om te doen verstaan dat het
geld tot zeker „publiciteitsuitgaven" heeft
gediend, waarbij dadelijk het vermoeden
moet rijzen dat deze uitgaven moesten
dienen om een zekere stemming te doen
ontstaan ten gunste van den premier, en
van de Nationale Bank. Het rechtsche week
blad „Cassandre" heeft reeds veertien dagen
geleden te verstaan gegeven dat na het
proces SegersDegrelle, waarbij in het von
nis de Nationale Baiïk ernstige critiek te
hooren kreeg, aan ,,L' Indépendanct Belg"
toen in andere handen dan thans, een hoog
bedrag werd betaald om in een artikel dit
vonnis te bestrijden, voor wat het gedeelte
betreft dat de Nationale Bank aanging. Dit
geld zou uit deze „zwarte kas" gekomen
zijn, of uit een andere, volgens de volstrekt
niet bewezen insinuatie. Het weekblad
voegde er bij dat de som werd betaald door
een man, een tusschenpersoon, die een per
soonlijke vriend is van den heer van Zee
land. y
De belangstelling van het parket is dan
ook den post van de balans voor de publici
teit uitgegaan en ook hier gaat de betwis
ting er slechts over dat'de verschillende be
dragen afzonderlijk hadden moeten ver
meld worden. Het parket heeft een bezoek
gebracht aan een publiciteitsagentschap,
dat de publiciteit voor de Nationale Bank
verdeelt en hier werd ook alles gerecht
vaardigd. Men heeft kunnen vaststellen dat
de betalingen van de Nationale Bank wel
degelijk zijn gebeurd in ruil voor het in-
lasschen van teksten, waarover niemand
zich iets heeft te verwijten.
Zoo doet zich de zaak voor volgens onze
inlichtingen. Wij hebben reden om aan te
nemen dat, wat de zaak van de publiciteit
betreft, het parket zijn onderzoek nog ver
der zal trachten uit te strekken.
Alles wordt natuurlijk beheerscht door de
vraag of oneerlijke bedoelingen hebben be
staan. De rechter van instructie zal dit heb
ben uit te maken. Behoudens onthullingen
of nieuwe feiten is er niets dat er op wijst
dat zulks inderdaad het geval is geweest.
Men schijnt te mogen aannemen dat de be
roering, naar aanleiding van deze feiten
di^ in gewone tijden geen bijzondere aan
dacht zouden hebben gehad, is aangehitst
door een strijd tusschen twee krachtige
financieele groepen, waarbij het ook in
zekere mate zou gaan om het bezit van een
belangrijk financiëel orgaan. Het ligt voor
de hand dat de heer van Zeeland, die hier
door in opspraak komt, de handen volledig
vrij hebben wil om zich te verdedigen. Het
Woensdag 27 October.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-uitz.)
8.Gr.pL 9.30 Keukenpr. 10.
VPRO-morgenwijding. 10.20 Cau
serie over rassentheorie en erfe
lijkheid (gr.opn.), gr.pl. en orgel
spel. 11.30 Werkverschaffingspro
blemen, causerie. 12.Gr.pl. 12.30
VARA-orkest. 1.151.45 De Ram-
blers. 2.Kniples. 2.30 Voor de
vrouw. 3.Voor de kinderen. 5.30
Gr.pl. 6.The Lucky Birds en
solist. (6.30 RVU,: „Weten, begrij
pen, handelen", causerie). 7.
Koorconcert. (7.30 VPRO: De roep
naar God, causerie). 8.Herh.
SOS en 8.03 ANP-ber., VARA-
Varia. 8.15 Radiotooneel. 9.30 Or
gelspel. 10.ANP-ber. 10.05 „Sag'
beirh Abschied leise Servus", ope
rette (gr.opn.) 11.Jeugd en pu
berteit, causerie. 11.20 Fantasia.
11.45—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr.
NCRV). 8.Schriftlezing, medita
tie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30
Gr.pl. 9.30 Gehikwenschen. 9.45
Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.
Gr.pl. 11.15 Ensemble v. d. Horst.
12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 Verv.
concert. 1.30 Gr.pl. 2.30 Christ.
Lectuur. 3.Zang en piano. 3.45
Gr.pl. 4.Ber., gr.pl. 4.15 Het
Nederl. strijkkwintet en soliste.
5.45 Gr.pl. 6.30 Voor tuinliefheb-
bers. 7.Ber. 7.15 Literair halfuur.
7.45 Rep. 8.— ANP- en 8.03 Herh.
SOS-ber. 8.15 Christ. Oratorium-
Ver. Hilversum, Instr. ensemble en
solisten. 9.05 Monumenten uit het
verleden, causerie. 9.30 Verv. con
cert. 10.ANP-ber. 10.05 De lucht
verdedigingsdag te Amsterdam,
causerie. 10.45 Causerie over tafel
tennis. U.—12.Gr.pl., Schriftle
zing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35—11.50 Gr.pl. 12.05 BBC-
Northern Ireland-orkest en het Eg-
lantine Damestrio. 1.05 Het Glas-
gow Corporation Gas Departement
orkest. 1.502.20 Het MacArthur
kwintet. 3.50 Gr.pl. 4.05 Paedago-
gische causerie. 4.20 Vesper. 5.10
Gr.pl. 5.20 Big Bill Campbell en
zijn Hilly-Billy Band. 5.50 Gr.pl.
6.20 Ber. 6.40 Landbouwcauserie.
7.BBC-Harmonie-orkest en solist
7.50 Orgelspel. 8.30 Radiotooneel.
9.20 Ber. 9.40 BBC-orkest en solis
te. 10.45 BBC-Variété-orkest en
solisten. 11.20 Dave Frost en zyn
Band. 11.5012.20 Jazzmuziek
(gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 8.05, 8.20
en 10.35 Gr.pl. 12.20 Visciano-
orkest en zang. 3.05 Zang. 3.20 Gr.
pl. 4.20 Zang. 5.20 Orkestconcert.
8.50—12.05 Opera-uitz.
KEULEN, 456 M. 5.50 H. Hage-
stedt's orkest. 7.50 Militair orkest.
11.20 Vliegeniers-orkest. 12.35 Boe-
renkapel, vocaal ensemble en de
Stuttgarter Volksmu"ik. 1.35 Gev.
concert. 3.50 Nirom-Wereldconcert
(gr.opn.) 4.20 Omroeporkest,
-schrammelensembie en solisten.
C.30 Gr.pl. 8.50 Literair-muz. progr.
10.11.20 Omroepdansorkest en
solisten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdans
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 6.20 Om
roepdansorkest. 7.20 Grpl. 8.20 Om-
roepsymph.-orkest. 9.50 Het Pool-
sche koor Harfa. 10.30 Folkloris
tisch progr. 10.5011.20 Gr.pL 484
M.: 12.20 Gr.pl 12.50 Kleinorkest.
1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Kleinorkest.
6.35 Oude muziek. 7.35 Gr.pl. 8.20
Songe d'une nuit d'été, opera.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571M.
6.30 Carl Woitschach's blaasorkest.
7.20 E. Bauschke's dansorkest. 8.20
Ber. 8.35 F. Kauffmann's orkest en
solist. 9.20 Ber. 9.40 Politiek over
zicht. 10.05 Weerber. 10.2011.20
Het Omroepkleinorkest en solist.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, D.sender
9.50—10.35, Parys R. 10.35—11.20,
Lond. Reg. 11.2012.40, Keulen
12.40—13.20, Brussel VI. 13.20—
14.20, Normandië 14.2015.05, D.
sender 15.0516.20, Keulen 18.20—
17.50, Parijs R. 17.5018.20, Lond.
Reg. 18.20—18.40, Keulen 18.40
20.20, Lond. Reg. 20.20—22.20, Ber
lijn 22.2023.20, Toulouse 23.20
24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Droitwich
10.35—14.20, Lond. Reg. 14.20—
15.50, Droitwich 15.5018.20, Lu
xemburg 18.2019.Droitwich
19.—20.30, Weenen 20.30—21.20,
Droitwich 21.2024.
Lijn 5: Diversen.
gaat niet op dat hij als eerste minister in
deze zaak zou worden gemengd, dat kan
het prestige van de regeering niet dienen.
Daarom is het zoo goed als zeker te achten
dat, wanneer deze brief zal verschijnen, de
regeering ontslag zal hebben genomen,
waarmee alleszins de in het geheim wer
kende tegenstanders van de regeering hun
doel hebben bereikt. De minister van finan
ciën, die by deze zaak een zekere rol moet
gespeeld hebben, heeft intusschen reeds ge
waarschuwd hy wist blijkbaar wat er in
de lucht hing! dat de socialisten geen
aanslag op de maatschappelijke hervormin
gen, in het raam van de grondwettelijke
tradities zullen dulden.
Met deze crisis is ook de strijd om de
structuurhervormingen, waarover wij het
reeds herhaaldelijk hadden, in een acuut
stadium gekomen. En naar gelang deze
strijd zich ontwikkelt kan de crisis al dan
niet lang duren. Een vaststelling kan wor
den gedaan, n.1. dat de politieke constella
tie van dien aard is dat geen enkele andere
regeeringscombinatie mogelijk is buiten
deze van de samenwerking tusschen de
grondwettelijke partijen. Onder de leiding
van wie? Daar zal de Koning over te beslis
sen hebben, doch van nu af reeds wordt de
naam genoemd van den procureur-generaal
zelf, Hagoit de Termicourt, als een van de
mogelijke toekomstige leiders. Doch het is
zeer waarschijnlijk dat eenerzijds de poli
tieke groepen hiervan niet zullen willen
en ook dat de belanghebbende zelf niet zal
willen weten van een dergelijke proef
neming.
VAREN OP ZONDAG.
Ministerieele beantwoording.
Op vragen van den heer Kersten
(St.Geref.) betreffende het uitsluiten van
het varen van bieten van schippers, die
gewetensbezwaren hebben tegen het varen
op Zondag, heeft de heer Van Buuren,
minister van waterstaat, geantwoord:
De minister van economische zaken heeft
in September 1934 toegezegd, dat aan de
bedoelde gewetensbezwaren zooveel moge
lijk zou worden tegemoet gekomen.
Het is den minister, die sedert kort de
verantwoordelijkheid voor de uitvoering
van de wet van 5 Mei 1933 draagt, geble
ken, dat door de bevrachtingscpmmissies
ernstig in die richting is gestreefd. Door de
deswege getroffen regelingen is alleen
niet tegemoet gekomen kunnen worden
aan de gewetensbezwaren van hem, die
ook voor gevallen van uiterste noodzaak,
nl. als het continubedrijf der suikerfabrie
ken in bepaalde buitengewone omstandig
heden zou worden verstoord, die bezwaren
onverminderd handhaafden.
De minister is bereid de mogelijkheid
van verdere tegemoetkoming na te gaan,
doch acht het uitgesloten, dat een even-
tueele wijziging der getroffen regelingen
nog in de huidige reeds vergevorderde
campagne van invloed zou kunnen zijn.
Naar het Engelsch
van PAUL TRENT
door J. SCHOUTEN
71)
„Ja, het is waar, maar ik had daar mijn
redenen voor".
„Zij is een heel mooie vrouw; ik zag haar
daar net even, toen zij de gang doorkwam.
Ivan, heb je liever dat ik naar het oorlogs
schip terug ga? Ik weet zeker, dat ik daar
welkom zal zyn", vroeg zij en kon niet ge
heel de spanning, waarmee zij zijn ant
woord afwachtte, verbergen.
„Je blijft hier. Het is maar voor kort,
want we zullen spoedig aan land gaan".
„Waar?" vroeg zij kalm.
„In een kleine haven in Noord-Frankrijk".
„En je wou mij nooit meenemen naar
Frankrijk. Dat weigerde je altijd. Waarom
dan nu wel?"
„Eenvoudig omdat mij dat het beste
schikt. Vraag nu alsjeblieft niet verder".
Op dit oogenblik kwam Taylor de salon
binnen en begon de tafel te dekken voor
het diner.
„Het wordt tijd, dat ik mij ga kleeden
riep Eeggy haastig en ging heen zonder
verder nog iets te zeggen.
De groothertog volgde haar met de oogen
en stond toen op, terwijl hij iets in zich
zelf mompelde, in het Russisch, en ging
naar het buffet om zich een straffe cock
tail te mengen.
Desbrook, die de hut onmiddellijk na
den groothertog verlaten had, was met
Jane aan dek gegaan om een luchtje te
scheppen. Hij sprak niet tegen haar over de
verschillende moeilijkheden, die nog opge
lost moesten worden en zij was zoo tactvol
om hem geen vragen te stellen. Toevallig
noemde zij echter Grafton's naam en een
uitroep ontsnapte hem.
„Dat kan ik niet doen, lieverd", zei hy
lachend.
„Maar ik ga nu naar beneden om met
hem te spreken. Ga je mee?"
Zij ging met hem mee en op weg naar de
hut gaf hy de matrozen, die de verschil
lende uitgangen bewaakten, strikte orders
niemand door te laten zonder zijn voor
kennis. Toen zij in de hut kwamen, waar
onder „Het Zwarte Hol" verborgen was,
opende hij het luik en vroeg Grafton of hij
alles had wat hy wenschte.
„Ja, dank je", klonk het antwoord. „Je
behandelt mij even goed als ik jou behan
deld heb, met één verschil".
„Wat dan?"
„Ik heb jou niet zoo lang opgesloten ge
houden. Twee maal heb ik je er uit ge
laten".
„Dat is volkomen waar en ik wil het ook
wel doen, maar op één voorwaarde".
„Welke?" vroeg Grafton, toen Desbrook
zweeg.
„Dat je me je woord geeft, dat je niet
zult probeeren te ontvluchten, al zou je dat
toch niet lukken", voegde hij er grimmig
aan toe.
„Denk je dan, dat ik mijn woord zal hou
den?" vroeg Grafton, met voorgewende
verbazing.
„Ja, dat denk ik".
„Dan geef ik het je hierbij. Je kunt hier
je beengn niet eens strekken".
„Dan had je het een beetje grooter moe
ten laten maken. Ga nu maar naar boven.
Vanavond zullen we nog eens een klein
dinertje hebben, dus trek je smoking maar
weer aan", vervolgde Ralph, op opgewek-
ten toon.
Grafton klom vlug naar boven en ging
naar zijn hut. Zoodra hy weg was, sloeg
Jane met een impulsief gebaar haar armen
om Ralüh's hals en kuste hem hartelijk.
„Je bent een schat. Ik vind het lief van
je, dat je hem vrijgelaten hebt. Wat zal er
met hem gebeuren?"
„Ik vrees het ergste. Maar laten wy daar
nu niet over soreken; het is tijd om ons te
verkleeden. Oh! ja, dat wilde ik je nog
vragen, waarom deel je je hut met miss
Fayrfield?"
„Alleen maar omdat zij graag gezelschap
wilde hebben en ik vind haar heel aar
dig. Is dat voldoende?" vroeg zij op luch-
tigen toon en verdween.
De groothertog keek misnoegd, toen
Grafton eenieen tijd daarna de salon bin
nen kwam. Hy wierp Desbrook een vra-
genden blik toe en accepteerde toen de si
tuatie met een grimmigen glimlach en be
handelde Grafton met zijn gewone be
leefdheid. De prinses echter lachte hartelijk
en maakte een buiging voor Desbrook.
„L. n beau geste, monsieur", merkte zij
op.
„Ik volg Grafton's goede voorbeeld",
antwoordde Ralph.
Het maal kon beginnen en zonder aar
zelen begaf Grafton zich naar het hoofd
der tafel en wierp een blik om zich heen.
„Wilt u plaats nemen, dames en heeren"
zei hij op zoetsappigen toon.
Zijn aplomb verwekte een vroolijk ge
lach. Het diner was slechts kort en zeer
eenvoudig en verliep zonder het ceremonie
van den vorifen avond Zoodra het afge-
loopen was, stelde Grafton voor, dat de
dames hun koffie en likeur zouden gebrui
ken in de hut, die de zijne peweest was
Dit voorstel werd aangenomen en toen de
deur van de salon voor hen geopend werd,
verscheen Carruthers. Hij was in klein
tenue en droeg zijn onderscheidingen en
zag er op zijn voordeeligst uit. Peggy Fayr
field verliet het eerst het vertrek en het
gelukte Carruthers haar toe te fluisteren,
dat hij haar alleen wilde spreken, voordat
hij vertrok en zjj knikte toestemmend.
Grafton met zijn groote brutaliteit be-
heerschte nog steeds de situatie, want hii
verzocht den commandant plaats te nemen
en bood hem koffie en likeur aan.
„Kijkt u alstublieft niet zoo verbaasd.
Ofschoon ik een gevangene ben, is dit
jacht nog steeds mijn eigendom en verschaf
ik u allen voedsel en dranken. Neemt u
plaatsherhaalde hij. „U bent geen van
allen mijn vrienden, maar ik geloof dat de
meeste van u eerlijke en fatsoenlijke men-
schen zijn. Ik geef toe, dat ik verloren heb.
maar ik vind het niet meer dan billijk, dat
u mij nu vertelt wat u van plan bent met
my te doen. Desbrook, ik doe een beroep
op je om mij eerlijk te antwoorden".
Ralph wierp een vragenden blik op sir
Charles, die toestemmend knikte en daar
na op den groothertog, die nog scheen te
aarzelen.
„Ik geloof dat het beter is dat je het
weet", antwoordde Ralph. „Ik ben van plan
je aan de „Witten" uit te leveren. Ik kan
je de verzekering geven, dat je aan een
onpartijdige rechtspraak onderworpen zult
worden. De groothertog heeft ons zijn
woord daarop gegeven".
„Dat kunt u niet doen", protesteerde
Grafton heftig. „Dat staat bijna gelijk met
het vellen van mijn doodvonnis".
„En welk vonnis zou over Desbrook e"
mij uitgesproken zijn, als wy Leningrad
bereikt hadden?" vroeg de groothertog
rustig. „Bestaat daaromtrent eenige t«ij"
fel?"
Dit schot trof doel en Grafton verbleekte-
„Kunt u ontkennen, dat wij onmiddellijk
zouden zijn doodgeschoten?" drong
groothertog aan en Grafton bleef zwijg®0-
Tenslotte wendde hy zich tot Desbrook.
„Ik begrijp wel, dat de groothertog wrok
jegens mij koestert, maar jij hebt dMr
geen reden voor. Wil je me geen kans 8e"
ven?"
„Wel, wat zal ik je zeggen. Mijn dood
scheen even zeker als het lot van den
groothertog en bovendien mag ik nu nie
met mijn persoonlijke gevoelens rekening
houden, doch moet mijn plicht doen tegen
over mijn vaderland. Je bent langen UJ®
een bedreiging en een gevaar voor ons ge"
weest. Neen, Grafton, zooals ik je al eerder
gezegd heb, kan ik je persoonlijk we
waardeeren, tot op zekere hoogte, maar 1
kan in dit geval niets voor je doen. Ik g«"
loof echter niet, dat je dadelijk het ergs
hoeft te denken. Het zal toch niet zoo een
voudig voor hen zijn om je in Frankrijk ter
dood te brengen".
(Wordt vervolgd)»