t
dë houden
Bedenkelijke concurrentiemiddelen in den
slagerswinkel.
Binnenland
Nuchter kalfsvleesch, dat voor vet verkocht wordt.
Groote verschillen in kwaliteit.
m>ea>etté'Rin$o SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE
Onthulling gedenksteen
dr. Abraham Kuyper.
Vestigingswet kleinbedrijf.
teoeeso® RadiopcoqcaMtMG
ieuUletcn
TWEEDE BLAD
Wij lezen in het „Handelsblad":
Gedurende de laatste jaren is voor de
de Amsterdamsche slagers de strijd om het
bestaan buitengewoon groot geworden.
Tengevolge van de economische depressie,
die de koopkracht van het publiek in een
wanverhouding tot het aantal slagerijen
heeft gebracht, zijn de bestaansmogelijk
heden voor deze categorie van neringdoen
den zoover gedaald, dat enkele minder
scrupuleuzen onder hen er toe zijn over ge
gaan, handelsmethoden toe te passen, die
eigenlijk niet door den beugel kunnen.
Er bestaan nu eenmaal eindeloos vele
variaties in de kwaliteiten van rundvleesch,
varkensvleesch, kalfsvleesch en de daaruit
bereide vleeschwaren als worst, leverworst,
hoofdkaas, enz. Zij bieden even zoovele ge
legenheden tot kleine bedriegerijtjes, die
mogelijk zijn binnen het kader van de wet
telijke voorschriften.
Zulke dingen gebeuren. Op hoe groote
schaal. Niemand kan het zeggen. Het koo-
pen van vleesch en vleeschwaren is en blijft
een zaak van uitkijken en meer nog van
vertrouwen!
Groote verschillen.
Een bron van bedrog, waarvan in de laat
ste jaren hoe langer hoe meer misbruik ge
maakt wordt, is de kleinhandel in kalfs-
vleesch. En het bedrog met dit artikel is des
te grooter omdat de kwaliteitsverschillen
van dit vleesch veel meer uiteenloopen dan
van rund- of varkensvleesch. Daarenboven
is het veel moeilijker te constateeren. Op de
kalvermarkt zijn de uitersten de nuchtere
en de gemeste of vette kalveren. De Nuch
tere het woord zegt het immers zijn
pasgeboren dieren, die geen of bijna geen
voedsel hebben gehad. De gemeste zijn kal
veren, die gedurende zes tot acht weken
lang dagelijks met melk zijn gevoed; zij
hebben, als zij ter markt worden aange
voerd, zeker een vierhonderd liter opge
maakt. Het is duidelijk, dat het vleesch van
zulke gemeste kalveren veel en veel hooger
in kwaliteit en voedingswaarde is dan dat
van de nuchtere; bovendien heeft de prac-
tijk bewezen, dat het veel beter smaakt.
Tusschen deze twee uitersten liggen ech
ter nog andere categorieën, die onder ver
schillende namen aan de markt komen, als
„oudjes", „soppers" enz. De eerstgenoemden
zijn kalveren van één a twee weken oud,
waarvoor in nuchteren staat niet onmid
dellijk een kooper gevonden kon worden
en die daarom tot een volgenden marktdag
in het leven zijn gehouden zonder de voor
opgezette bedoeling er gemeste kalveren
van te maken; „soppers" zijn kalveren van
eenige weken oud, die niet uitsluitend melk
als voedsel hebben gehad en die daarom
voor de consumptie minder waarde hebben.
Het is duidelijk, dat voorts de kalveren,
die tot eenzelfde categorie behooren, niet
altijd van precies dezelfde kwaliteit zijn.
Ook hier zijn eindelooze variaties, maar dan
met zeer groote verschillen in smaak en
voedingswaarde. Helaas en hierin schuilt
nu de mogelijkheid tot bedrog kan zelfs
een deskundige die verschillen lang niet al
tijd constateeren als het vleesch eenmaal
uitgesneden is. Het nuchtere kalfsvleesch
heeft op het oog dezelfde kleur en het is
even malsch als het vette, maar het is als
voedsel vrijwel waardeloos (het bestaat
voor een zeer groot deel uit water!), ter
wijl het vleesch van een gemest kalf niet
alleen zeer smakelijk is, doch bovendien
een hoóge voedingswaarde bezit.
Juist de onwetendheid bij het publiek
omtrent deze dingen geven den slagers, die
knoeien willen, gelegenheid het bijna
waardelooze kalfsvleesch te verkoopén
tegen schandelijk hooge prijzen. Het ver
keerde gebruik van het woord „vet" werkt
in dezen de verwarring in de hand. Vet
kalfsvleesch is nl. niet het tegengestelde
van mager, maar van nuchter. Het ware
eigenlijk beter te spreken van gemest kalfs
vleesch, maar het spraakgebruik heeft er
nu eenmaal vet van gemaakt. Vet in den
zin van „doorregen met vette randjes"
gelijk het bij de andere vleeschsoorten be
staat is een begrip, dat voor kalfsvleesch
nooit opgaat. Wie in den winkel om vet
kalfsvleesch vraagt, krijgt een stuk van het
gemeste dier. Wie ander dan vet kalfs
vleesch vraagt verlangt dikwijls zonder
het zelf te weten! nuchter vleesch, dat
smakeloos is en weinig waarde heeft.
Het zou natuurlijk op den weg der slagers
liggen in dezen het publiek vertrouwd te
maken met de ware beteekenis der hier ge
bezigde terminologie, maar juist de knoeiers
v/aken er angstvallig voor de klanten wijs
te maken; zoolang die hooge prijzen willen
betalen voor „kalfsvleesch, maar niet vet"
kunnen zij onredelijk hooge winsten maken
op een veel gevraagd artikel. In hun prijs-
couranent zal men het woord „nuchter" niet
vinden; slechts op het abattoir spreken zij
dit woord vrijelijk uit en in hun voorraad-
cellen durven 'zij het fluisteren
De verkoop van nuchter kalfsvleesch aan
klanten, die dit zeker niet zouden, willen
hebben, als zij wisten wat het was, is een
zeer verbreid euvel, dat eiken dag opnieuw
ongestraft bedreven wordt. Het is een diep
ingevreten kwaad, een gewoonte zelfs hier
en daar. Het is er in Amsterdam al zoo ver
DE SIAMESE TWEELING VAN ONZE TIJD:
DE WASMACHINE EN DE
NIEUWE OVERVETTE RINSO!
De wasmachine en Rinso zijn onafscheidelijk aan
elkaarverbonden, inieder gezin, waar men ze eenmaal
tezamen heeft gebruikt. Talloze Nederlandse huis
vrouwen, die in het bezit van een wasmachine zijn,
hebben reeds begrepen, dat zij met gewone was
middelen ook maar gewone resultaten krijgen, doch
met de speciaal voor de wasmachine gefabriceerde
Rinso iets heel bijzonders bereiken. En dat is geen
wonder. Want de nieuwste vindingen
der moderne techniek, gesteund door jarenlange ervaring op het gebied
der zeepfabricage.hebben Rinso buitengewone eigenschappen verleend.
Voorweken van de was is met Rinso niet meer nodig. Rinso behoeft
niet te worden aangemaakt. Het lost bijna onmiddellijk in lauw water
op en het „overvette" Rinso-sop heeft zulk een volmaakt reinigende
werking, dat het zelfs meerdere malen achtereen kan worden gebruikt.
mee gekomen, dat de voorzitter van een
der Amsterdamsche slagersvereeniginger,
onlangs op een openbare vergadering pro
testeerde tegen het feit, dat een andere
slager zijn stem verhief tegen deze en soort
gelijke bedriegelijke handelwijzen!
R14-0309 M
Rede van Dr. Colyn.
In de hall van het gebouw van de Vrije
Universiteit aan de Keizersgracht is gis
termiddag een gedenksteen ter eere van
dr. Abraham Kuyper door een zoon van
dr. Kuyper, prof. dr. H. H. Kuyper, ont
huld.
Dr. H. Colijn, de president-directeur
van de Vrije Universiteit, heeft in een
woord vooraf aan enkele gedachten over
dit monument uiting gegeven. Het is ver
dienstelijk, zoo zeide spreker, de herinne
ring aan dr. Kuyper levendig te houden,
maar het zou voor de Vrije Universiteit
diep jammer zijn, wanneer deze herinne
ring alleen levendig bleef door dezen
steen. Spr. wekte allen op zich er op toe
te leggen, al hetgeen dr. Kuyper in zijn
werken heeft nagelaten, in zich op te
nemen. Uw taak is het, aldus dr. Colijn, te
zorgen, dat de Vrije Universiteit nooit af-
wijke van den grondslag, dien dr. Kuyper
er voor gelegd heeft. Zet zijn werk voort.
Kort daarop verscheen de senaat van-
het corps, met het vaandel, in de hall en
namen de genoodigden plaats, waarna het
corpslied werd gezongen. De rector cor-
poris, de heer G. van Andel, heette de
familieleden van dr. Kuyper welkom,
evenals de directeuren en hoogleeraren
van de Vrije Universiteit. Ons aandeel in
de herdenking van de stichting van de
Vrije Universiteit, zoo zeide de heer van
Andel, is het öfficieele aandenken aan dr.
Kuyper's leven en werken. Overwegende,
dat dr. Kyper den gereformeerden student
gedwongen heeft te zoeken naar een eigen
levensvorm, wil het studentencorps, door
deze wijze van herdenken, uiting geven
aan zijn binding aan de Vrije Universiteit,
en aan het bewustzijn daardoor een be
voorrechte positie in te nemen.
De onthullingsplechtigheid werd daarna
verricht door prof. dr. H. H. Kuyper, die
namens de geheele familie Kuyper dank
zegde en zeide er van overtuigd te zijn,
dat het grootste monument voor dr. Kuy
per in de harten zijner leerlingen te vin
den was. Als blijk van erkentelijkheid
bood hij den senaat van het corps een
medaille aan, welke dr. Kuyper bij zijn
zeventigsten verjaardag voor zijn vrien
den had laten slaan.
De heer van Andel. droeg vervolgens
den steen over aan het directorium van de
vereeniging voor hooger onderwijs op
gereformeerden grondslag, namens welk
instituut het tweede kamerlid J. van
Houten de herdenkingssteen aanvaardde.
De heer van Houten verheugde zich er
over, dat in het corps het besef leeft dat
de wetenschap moet worden beoefend in
dezelfde geloofskracht, als dr. Kuyper
steeds heeft getoond te bezitten.
Wijzigingen in de wet bepleit.
Blijkens het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
wijziging van de Vestigingswet kleinbedrijf
1937 werden tegen de voorgestelde wijzi
ging van artikel 1, lid 5, geen bezwaren
ingebracht.
Sommige leden bepleitten nog enkele
andere wijzigingen van deze wet, waarvan
huns inziens de wenschelijkheid reeds in de
practijk gebleken is.
In de eerste plaats vestigden zy er de
aandacht op, dat ingevolge artikel 2 geen
vergunning, als in het eerste lid van artikel
1 bedoeld (d.i. een vergunning van de ka
mer van koophandel en fabrieken), noodig
is in geval van verplaatsing van een inrich
ting naar een ander, binnen dezelfde ge
meente gelegen perceeL Wordt evenwel
het vijfde lid van art. 1 toegepast, dan is
bij verplaatsing wel een vergunning of,
zooals de wet thans nog luidt, een toestem
ming noodig, n.1. van den minister van
economische zaken. Voor dit verschil
scheen dezen leden geen goede grond aan
te voeren.
.«—m-jg
Zaterdag 30 October.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-uitz.)
8— Gr.pl. 10.— VPRO-morgen-
wyding. 10.20 Gr.pl. en gev. progr.
(gr.pl.) 12.—1.45 Gr.pl. 2— Econo
mische lezing. 2.20 Fantasia. 2.45
Optreden van amateurs. 3.15 Dam-
les. 3.30 Residentie-orkest. 4.20
Gr.pl. 4.30 Esperanto-uitz. 4.50 Ver
volg concert. 5.20 Zang. 5.40 Lite
raire causerie. 8.Orgelspel. 0 30
De Wielewaal. 7.— Filmland. (7.30
VPRO: Bijbelvertellingen). 8.—
Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber„
VARA-Varia. 8.15 VAR A-orkest
mmv. solisten. 8.55 C. Steyn's Ac
cordeonorkest. 9.15 De Ramblers,
xylofoonduo en solisten. (10.
ANP-ber.) 10.30 Orgelspel. 10.45
Souvenir-orkest en solisten. 11.15
Ber. 11.20 Verv. orgelspel. 11.30
12.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Gods
dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15
De KRO-melodisten, solist en gT.pl.
2.Voor de rijpere jeugd. 2.30
KRO-orkest. 3.— Kinderuur. 4.05
KRO-orkest en gr.pl. 5.15 Opera-
fragmenten (gr.opn.) 6.20 Journa-
listiekweekoverzicht. 6.45 Gr.pl.
7.— Ber. 7.15 Kath. RVU. 7.35 Act.
aetherflitsen. 8.ANP-ber., mede-
deelingen. 8.15 Overpeinzing met
muzikale omlijsting. 8.35 Rep.
schaakmatch. 8.40 KRO-orkest. 9.
Gev. progr. 10.De KRO-melo
disten en solist. 10.30 ANP-ber.
10.40 Sportoverzicht 10.55 Rep.
schaakmatch. 11.0512.Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl.
12.05 BBC-Northern-orkest. 12.50
Dansmuziek (gr.pl.) 1.20 Commo
dore Grand orkest. 2.25 Gr.pl. 2.45
Inleiding volgende uitz. 2.50 1ste
acte opera Aïda. 3.35 E. Pini's
Tango-orkest. 4.20 BBC-Schotsch-
orkest. 5.— Deel. 5.20 Henry Hall
en zijn Band. 6.20 Ber. 6.50 Collec-
ting for a nation, causerie. 7.05
John Reynders en zijn orkest. 7.50
Radiojournaal. 8.20 Gr.pl. 8.50 BBC-
Symph.-orkest mmv. solisten. 10.30
Ber. 11.— Bridgewaterkwintet.
11.35 Ambrose's Band. 11.50 Ber.
12.12.20 Vervolg Ambrose's Band.
RADIO PARIS, 1648 M. 8.05, 8.20
en 10.35 Gr.pl. 12.20 Pianovoordr.
12.35 Orkestconcert en zang. 3.20
Pianovoordr. 4.05 en 6.05 Zang. 8.50
Symphonie-concert. 11.201.20 J.
Bouillon-dansorkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 O. Heyden's
orkest. 7.50 Omroeporkest. 8.50
Concert. 11.20 Omroeporkest. 2.05
Solistenconcert. 3.20 H. Hagested'ts
orkest, militair orkest en solisten.
5.25 Viool en piano. 6.30 Gr.pl. 7.20
Orkesten, koren en solisten. 9.50—
12.20 O. Kermbach's dansorkest en
het Fierke-kwintet.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest
1.50 en 2.23 Gr.pL 3.20 A. Felle-
man's orkest en solist. 5.20 Om
roeporkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 Salon
orkest. 8.20 De millioenenbruid,
operetet. 10.30 Gr.pl. 11.35—12.20
Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.502.20
Gr.pl. 3.20 Gr.pl. 3.50 Harp en zang.
4.20 RadiotooneeL 4.50 Mandoline
concert. 5.50 Eloward en zyn
orkest. 7.45 en 8.20 Gr.pl. 8.30 Zang.
8.45 Gr.pl. 8.50 BBC-Symph.-orkest.
9.20 Voordr. mmv. het Omroep-
symph.-orkest. 10.35 Omroepdans
orkest. 11.20—12.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Zuguterletzt, gev. progr. 8.20
Ber. 8.35 E. Bauschke's orkest en
solisten. 9.20 Ber. 9.50 Trioconcert.
10.05 Weerber. 10.2012.15 O.
Kermbach's orkest en het Fierke-
kw intet.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R.
9.209.50, Keulen 9.5010.35, Pa
rijs R. 10.3512.05, Lond. Reg.
12.05—12.35, Parijs R. 12.35—13.20,
Brussel VI. 13.20—14.20, Lond. Reg.
14.20—15.20, Keulen 15.20^-17.20,
Brussel'VI. 17.20—17.35, Brussel Fr.
17.35_18.20, Keulen 18.20—20.20,
Lond. Reg. 20.20—21.20, Beromün-
ster 21.20—21.50, Berlijn 21.50—
24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35
12.05, Droitwich 12.0518.20, Lu
xemburg 18.2018.50, Lond. Reg.
18.50—19.05, Droitwich 19.05—22.50,
Lond. Reg. 22.50—23.35, Droitwich
23.35—24.—.
Lijn 5: Diversen.
Voorts wezen zij er op, dat volgens art.
10 tweede lid onder a geen vergunning van
de kamer van koophandel en fabrieken
vereischt is, wanneer bij overlijden van een
ondernemer diens eigendom overgaat op
zijn weduwe en/of zijn wettige minder
jarige kinderen. Ook Hier schijnt bij toe
passing van art. 1, lid 5, een andere ge
dragslijn gevolgd en wel toestemming (ver
gunning) van den minister geëischt te wor
den. Ook voor dit verschil schijnt geen
reden.
Verder doen zich, aldus deze leden, moei
lijkheden voor, wanneer tijdens den z.g.
spertijd 'n meerderjarige zoon, die wellicht
reeds jaren in de zaak van zijn vader
werkzaam is, dien vader na diens overlijden
wil opvolgen. Dit is al evenmin zonder
's ministers toestemming (vergunning) mo
gelijk. Wel zal zulk een meerderjarige
zoon, indien tot het stellen van vestigings-
eischen wordt overgegaan, eveneens een
vergunning (van de kamer van koophan
del) noodig hebben om de zaak van zijn
vader te kunnen voortzetten artikel 10
stelt immers alleen de weduwe en de min
derjarige kinderen daarvan vrij doch hij
weet dan in ieder geval zeker, dat die ver
gunning verleend zal worden, indien hij aan
de vestigingseischen voldoet. Tijdens den
spertijd echter heeft hij geenerlei zeker
heid, ook al zou hij alleszins bekwaam en
credietwaardig zijn en voldoende handels
kennis bezitten, dat hij 's ministers toestem
ming (vergunning) zal verkrijgen.
Het uitponden.
Enkele leden wezen er op, dat artikel 1
niet toepasselijk geacht wordt op het z.g.
uitponden van vleesch door boeren. Bij
toepassing van art. 1, lid 5, wordt echter
wel een vergunning (toestemming) geëischt
voor dit uitponden, wanneer het geschiedt
dcor veeverzekeringsmaatschappyen. Deze
leden wjlden de onderlinge veeverzekerings
maatschappijen hierin vrijgelaten zien. An
deren zouden dit niet zonder bedenking
achten. Zij waren van meening, dat het
uitponden slachten anders dan voor eigen
gebruik geacht moet worden te vallen
zoowel onder het eerste als onder het vijfde
lid van artikel 1.
WAAR IS LIJNTJE HUIZER.
Het vermiste meisje nog steeds
zoek.
De bekende wichelroede-loopster, mevr.
KleinSprokkelhorst uit Zeist, die de poli
tie te Rotterdam belangeloos baar mede
werking heeft aangeboden bij het onder
zoek naar het sinds Vrijdag voor twee
weken uit de ouderlijke woning aan de
Brielschelaan te Rotterdam verdwenen acht
jarige Lijntje Huizer, heeft Donderdagmid
dag samen met de politie een tocht in de
omgeving van Rotterdam gemaakt, maar
ook dit heeft geen aanknoopingspunten op
geleverd, zoodat de politie in deze zaak nog
geen stap verder is.
Naar aanleiding van de bekendmaking in
het extra-politieblad zijn er nog tallooze
mededeelingen op het bureau Sandeling-
plein binnengekomen, maar geen enkele in
lichting heeft nog opheldering in deze
duistere zaak gebracht. Inmiddels onder
zoekt de politie nog steeds alle mededeelin
gen, die eenige steekhoudendheid schijnen
te hebben.
Naar het Engelsch
van PAUL TRENT
door J. SCHOUTEN
74)
„Hij s net weg, maar zal nog wel vlak
bij zijn. Wilt u mee naar boven om te zien
wat er gebeurt? Ik vrees dat de zee een
beetje onstuimig wordt, maar de torpedo
jager heeft zijn zoeklichten op ons gericht".
„Ik wil graag mee gaan kijken", ant
woordde Peggy snel en zij begaven zich
met hun drieën aan dek.
Er was nog maar weinig te zien van de
Shrike, behalve het felle schijnsel der
zoeklichten. Hun gestalten waren hel ver
licht toen zij op het dek stonden en Ralph
glimlachte medelijdend, want hij vermoed
de, dat Carruthers' kijker op hen gericht
was, daar het licht nu op hen gericht
bleef. Jane drukte Ralph's arm en trok hem
terzijde.
„Ik maak mij eigenlijk bezorgd over mr.
Grafton, opgesloten in dat afschuwelijk
hol".
„De man heeft die gevangenis zelf ge
maakt; waar maak je je bezorgd over?"
„Toch vind ik het akelig; ik kan er niets
aan doen. Wou je liever dat ik hardvochtig
van aard was?"
„Ik zou niet willen dat je anders was dan
je bent", riep hij hartstochtelijk.
„Laten wij naar beneden gaan en met
hem praten. Dat kan toch geen kwaad".
„Ik moet boven blijven. Het is waar, dat
je broer op de brug is, maar ik heb het
gevoel, dat ik een oogje in het zeil moet
houden".
„Ralph, zou je het erg vinden als ik al
leen naar beneden ging? Ik kan maar niet
vergeten, dat ik beloofd heb, om met hem
te trouwen".
„Nonsens!" riep hij lachend uit, maar
zweeg, toen hij zag, dat het haar ernst was.
„Toe alsjeblieft, Ralph".
„Vooruit dan maar. Maar waarschuw een
van de matrozen voordat je de hut binnen
gaat, hoewel ik niet denk, dat Grafton
moeilijkheden zal veroorzaken".
„Dank je, lieveling", antwoordde zij dank
baar en ging naar beneden.
De sleutel van de hut stak aan den bui
tenkant in de deur, dus trad zij binnen en
draaide het licht aan. Zij drukte op de veer
en het luik sprong open. Beneden brandde
licht en Grafton, die had zitten lezen, keek
vol verwachting op. Een glimlach verhel
derde zijn gelaat toen hij Jane zag.
„Dus mijn verloofde verwaardigt zich mij
een bezoek te brengen", riep hij uit, terwijl
hy zwakjes glimlachte.
„Beschouwt u mij nog steeds als uw ver
loofde?" vroeg zij.
„Wel, ik geloof niet Jat er iets gebeurd
is waardoor er verandering in onze verhou
ding gekomen is. Je hebt mij beloofd,
plechtig beloofd, met mij te trouwen. Is
dat met zoo?"
„Ja", gaf ze zachtjes toe, „maar onder
zekere voorwaarden. De veiligheid van
mijn broer en captain Desbrook".
„En zijn die dan nu veilig?"
„Ja, maar niet door uw toedoen".
„Wel, laten we dan zeggen door toedoen
van het noodlot. Is dat niet voldoende? Zij
zijn in elk geval veilig en nu probeer je op
deze manier terug te krabbelen".
„Dit is niet eerlijk van u, mr. Grafton. U
weet, dat ik beloofd heb met u te trouwen,
toen u mij dreigde met den dood van mijn
verloofde en van mijn broer, mijn eenigen
bloedverwant. Wat kon ik anders doen, dan
het u beloven? Maar ik deed het op voor
waarde, dat u daar iets tegenover zou stel
len en dat heeft u niet gedaan. Maar als u
mij nog aan mijn belofte wenscht te hou
den, kan ik mij daar natuurlijk niet tegen
verzetten. Mr. Grafton, wilt u mij niet van
mijn belofte ontslaan?"
„Mijn lieve Jane ja, ik heb het recht
je Jane te noemen ik wou je alleen
maar wat plagen. Natuurlijk ontsla ik je
van je belofte. Ik zeg njj?t dat ik dat graag
doe, want je bent de eenige vrouw, die ik
ooit werkelijk lief gehad heb. De meeste
mannen zeggen dat zonder er iets van te
meenen, maar dit is de zuivere waarheid.
Geloof je me?"
„Ja, ik geloof u", fluisterde zij.
„Natuurlijk weet ik wel dat ik dwaas ge
handeld heb, maar ik ben de laatste jaren
erg verwend en heb haast altijd gekregen,
wat ik wilde hebben en ik verbeeldde mij,
dat het mij ditmaal ook weer zou lukken.
Misschien is het maar beter zoo, want als
alles anders geloopen was en ik had je aan
je woord gehouden, dan zouden wij allebei
dood ongelukkig geworden zijn. Liefde laat
zich niet dwingen of verkoopen en ik pro
beerde de jouwe te dwingen en te koopen.
Jane, ik hoop, dat je geen wrok jegens mij
koestert. Ik heb verloren en ik zal niet lang
meer in de gelegenheid zijn om nog meer
fouten te begaan. Laat dit ons afscheid
zijn, want ik wil je liever niet weer zien.
Ik zal waarschijnlijk in het holst van den
nacht aan land gezet worden en dan zal
niemand ooit meer iets van mij hooren. Nu
ik jou toch verloren heb, kan het mij niets
schelen. Ik heb mijn leven gehad en er
dikwijls van genoten. Vaarwel, lieve", zei
hy en dwong zich zelf om opgewekt te
spreken, doch Jane wist dat hij leed.
„Ik wensch je veel geluk in je verdere
leven. Je zult gelukkig zijn met Desbrook.
Ik ben blij, dat je met hem zult tróuwen,
want van al de mannen die ik ken, is hij
de eenige, aan wien ik jou gun. Je zult je
over hem nooit bezorgd hoeven te maken",
zei hij en zijn stem werd heesch van ont
roering.
Jane snikte zachtjes en haar verdriet
scheen Grafton uit zyn neerslachtigheid op
te wekken.
„Schep moed, lieve kind. Zoo erg is het
allemaal niet. Zeg mij nu maar vaarwel en
lach nog eens tegen mij", zei hy vroolyk.
„Vaarwel", fluisterde zy en sloot het luik
zachtjes dicht.
Toen zy de hut verliet, ontmoette zij
Peggy, die juist met Desbrook van boven
kwam. Het schip begon eenigszins te slin
geren en Peggy zei, dat ze gauw last van
zeeziekte had.
„Ik vrees dat wij slecht weer zullen krij
gen zei Desbrook tegen Jane en gaf haar
een wenk om mee te gaan naar de salon.
De groothertog en de prinses zaten daar,
maar zy zat zoo ver mogelijk van hem af.
„Krijgen we storm?" vroeg de groother
tog.
„Ik vrees van wel", antwoordde Desbrook.
„Dan wordt ik vast zeeziek", riep prinses
Nadine vanuit haar hoekje.
„Waar is miss Fayrfield?" vroeg de groot
hertog aan Jane.
„Zij voelde zich niet erg goed en is naar
haar hut gegaan".
Men kon den wind nu hooren loeien en
het jacht begon hoe langer hoe meer te
slingeren. Ralph wenschte hen goeden
nacht en ging naar boven, waar hy óch
by Brockdorf en Fraser op de brug voegde,
„Ga jy maar naar bed, Bill. Het ziet er
naar uit of we een zwaren nacht zullen
krijgen en misschien moet ik over een paar
uur wel afgelost worden. Ik heb de laatste
paar nachten niet veel slaap gehad".
„In orde, mijnheer", antwoordde Bil'
vroolyk en ging naar beneden.
Brockdorf wendde zich met een ernstig
gezicht tot Desbrook.
„Het is jammer, dat de machines niet
heelemaal in orde zijn, want ik geloof, dat
we een ouderwetschen storm krygen. Zou
den we niet beter doen met naar de naast
bij zynde haven te varen naar Plymouth
bijvoorbeeld?" opperde hy.
„Dat doe ik liever niet, tenzij het abso
luut noodzakelijk is".
„Dat is het, als u in „safety first" Se'
looft".
„Neen, we vervolgen onzen koers. We
zullen langs de Scilly eilanden varen en
dan recht toe recht aan naar Carteret
koers zetten".
(Wordt vervolgd