t dë houden Bedenkelijke concurrentiemiddelen in den slagerswinkel. Binnenland Nuchter kalfsvleesch, dat voor vet verkocht wordt. Groote verschillen in kwaliteit. m>ea>etté'Rin$o SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE Onthulling gedenksteen dr. Abraham Kuyper. Vestigingswet kleinbedrijf. teoeeso® RadiopcoqcaMtMG ieuUletcn TWEEDE BLAD Wij lezen in het „Handelsblad": Gedurende de laatste jaren is voor de de Amsterdamsche slagers de strijd om het bestaan buitengewoon groot geworden. Tengevolge van de economische depressie, die de koopkracht van het publiek in een wanverhouding tot het aantal slagerijen heeft gebracht, zijn de bestaansmogelijk heden voor deze categorie van neringdoen den zoover gedaald, dat enkele minder scrupuleuzen onder hen er toe zijn over ge gaan, handelsmethoden toe te passen, die eigenlijk niet door den beugel kunnen. Er bestaan nu eenmaal eindeloos vele variaties in de kwaliteiten van rundvleesch, varkensvleesch, kalfsvleesch en de daaruit bereide vleeschwaren als worst, leverworst, hoofdkaas, enz. Zij bieden even zoovele ge legenheden tot kleine bedriegerijtjes, die mogelijk zijn binnen het kader van de wet telijke voorschriften. Zulke dingen gebeuren. Op hoe groote schaal. Niemand kan het zeggen. Het koo- pen van vleesch en vleeschwaren is en blijft een zaak van uitkijken en meer nog van vertrouwen! Groote verschillen. Een bron van bedrog, waarvan in de laat ste jaren hoe langer hoe meer misbruik ge maakt wordt, is de kleinhandel in kalfs- vleesch. En het bedrog met dit artikel is des te grooter omdat de kwaliteitsverschillen van dit vleesch veel meer uiteenloopen dan van rund- of varkensvleesch. Daarenboven is het veel moeilijker te constateeren. Op de kalvermarkt zijn de uitersten de nuchtere en de gemeste of vette kalveren. De Nuch tere het woord zegt het immers zijn pasgeboren dieren, die geen of bijna geen voedsel hebben gehad. De gemeste zijn kal veren, die gedurende zes tot acht weken lang dagelijks met melk zijn gevoed; zij hebben, als zij ter markt worden aange voerd, zeker een vierhonderd liter opge maakt. Het is duidelijk, dat het vleesch van zulke gemeste kalveren veel en veel hooger in kwaliteit en voedingswaarde is dan dat van de nuchtere; bovendien heeft de prac- tijk bewezen, dat het veel beter smaakt. Tusschen deze twee uitersten liggen ech ter nog andere categorieën, die onder ver schillende namen aan de markt komen, als „oudjes", „soppers" enz. De eerstgenoemden zijn kalveren van één a twee weken oud, waarvoor in nuchteren staat niet onmid dellijk een kooper gevonden kon worden en die daarom tot een volgenden marktdag in het leven zijn gehouden zonder de voor opgezette bedoeling er gemeste kalveren van te maken; „soppers" zijn kalveren van eenige weken oud, die niet uitsluitend melk als voedsel hebben gehad en die daarom voor de consumptie minder waarde hebben. Het is duidelijk, dat voorts de kalveren, die tot eenzelfde categorie behooren, niet altijd van precies dezelfde kwaliteit zijn. Ook hier zijn eindelooze variaties, maar dan met zeer groote verschillen in smaak en voedingswaarde. Helaas en hierin schuilt nu de mogelijkheid tot bedrog kan zelfs een deskundige die verschillen lang niet al tijd constateeren als het vleesch eenmaal uitgesneden is. Het nuchtere kalfsvleesch heeft op het oog dezelfde kleur en het is even malsch als het vette, maar het is als voedsel vrijwel waardeloos (het bestaat voor een zeer groot deel uit water!), ter wijl het vleesch van een gemest kalf niet alleen zeer smakelijk is, doch bovendien een hoóge voedingswaarde bezit. Juist de onwetendheid bij het publiek omtrent deze dingen geven den slagers, die knoeien willen, gelegenheid het bijna waardelooze kalfsvleesch te verkoopén tegen schandelijk hooge prijzen. Het ver keerde gebruik van het woord „vet" werkt in dezen de verwarring in de hand. Vet kalfsvleesch is nl. niet het tegengestelde van mager, maar van nuchter. Het ware eigenlijk beter te spreken van gemest kalfs vleesch, maar het spraakgebruik heeft er nu eenmaal vet van gemaakt. Vet in den zin van „doorregen met vette randjes" gelijk het bij de andere vleeschsoorten be staat is een begrip, dat voor kalfsvleesch nooit opgaat. Wie in den winkel om vet kalfsvleesch vraagt, krijgt een stuk van het gemeste dier. Wie ander dan vet kalfs vleesch vraagt verlangt dikwijls zonder het zelf te weten! nuchter vleesch, dat smakeloos is en weinig waarde heeft. Het zou natuurlijk op den weg der slagers liggen in dezen het publiek vertrouwd te maken met de ware beteekenis der hier ge bezigde terminologie, maar juist de knoeiers v/aken er angstvallig voor de klanten wijs te maken; zoolang die hooge prijzen willen betalen voor „kalfsvleesch, maar niet vet" kunnen zij onredelijk hooge winsten maken op een veel gevraagd artikel. In hun prijs- couranent zal men het woord „nuchter" niet vinden; slechts op het abattoir spreken zij dit woord vrijelijk uit en in hun voorraad- cellen durven 'zij het fluisteren De verkoop van nuchter kalfsvleesch aan klanten, die dit zeker niet zouden, willen hebben, als zij wisten wat het was, is een zeer verbreid euvel, dat eiken dag opnieuw ongestraft bedreven wordt. Het is een diep ingevreten kwaad, een gewoonte zelfs hier en daar. Het is er in Amsterdam al zoo ver DE SIAMESE TWEELING VAN ONZE TIJD: DE WASMACHINE EN DE NIEUWE OVERVETTE RINSO! De wasmachine en Rinso zijn onafscheidelijk aan elkaarverbonden, inieder gezin, waar men ze eenmaal tezamen heeft gebruikt. Talloze Nederlandse huis vrouwen, die in het bezit van een wasmachine zijn, hebben reeds begrepen, dat zij met gewone was middelen ook maar gewone resultaten krijgen, doch met de speciaal voor de wasmachine gefabriceerde Rinso iets heel bijzonders bereiken. En dat is geen wonder. Want de nieuwste vindingen der moderne techniek, gesteund door jarenlange ervaring op het gebied der zeepfabricage.hebben Rinso buitengewone eigenschappen verleend. Voorweken van de was is met Rinso niet meer nodig. Rinso behoeft niet te worden aangemaakt. Het lost bijna onmiddellijk in lauw water op en het „overvette" Rinso-sop heeft zulk een volmaakt reinigende werking, dat het zelfs meerdere malen achtereen kan worden gebruikt. mee gekomen, dat de voorzitter van een der Amsterdamsche slagersvereeniginger, onlangs op een openbare vergadering pro testeerde tegen het feit, dat een andere slager zijn stem verhief tegen deze en soort gelijke bedriegelijke handelwijzen! R14-0309 M Rede van Dr. Colyn. In de hall van het gebouw van de Vrije Universiteit aan de Keizersgracht is gis termiddag een gedenksteen ter eere van dr. Abraham Kuyper door een zoon van dr. Kuyper, prof. dr. H. H. Kuyper, ont huld. Dr. H. Colijn, de president-directeur van de Vrije Universiteit, heeft in een woord vooraf aan enkele gedachten over dit monument uiting gegeven. Het is ver dienstelijk, zoo zeide spreker, de herinne ring aan dr. Kuyper levendig te houden, maar het zou voor de Vrije Universiteit diep jammer zijn, wanneer deze herinne ring alleen levendig bleef door dezen steen. Spr. wekte allen op zich er op toe te leggen, al hetgeen dr. Kuyper in zijn werken heeft nagelaten, in zich op te nemen. Uw taak is het, aldus dr. Colijn, te zorgen, dat de Vrije Universiteit nooit af- wijke van den grondslag, dien dr. Kuyper er voor gelegd heeft. Zet zijn werk voort. Kort daarop verscheen de senaat van- het corps, met het vaandel, in de hall en namen de genoodigden plaats, waarna het corpslied werd gezongen. De rector cor- poris, de heer G. van Andel, heette de familieleden van dr. Kuyper welkom, evenals de directeuren en hoogleeraren van de Vrije Universiteit. Ons aandeel in de herdenking van de stichting van de Vrije Universiteit, zoo zeide de heer van Andel, is het öfficieele aandenken aan dr. Kuyper's leven en werken. Overwegende, dat dr. Kyper den gereformeerden student gedwongen heeft te zoeken naar een eigen levensvorm, wil het studentencorps, door deze wijze van herdenken, uiting geven aan zijn binding aan de Vrije Universiteit, en aan het bewustzijn daardoor een be voorrechte positie in te nemen. De onthullingsplechtigheid werd daarna verricht door prof. dr. H. H. Kuyper, die namens de geheele familie Kuyper dank zegde en zeide er van overtuigd te zijn, dat het grootste monument voor dr. Kuy per in de harten zijner leerlingen te vin den was. Als blijk van erkentelijkheid bood hij den senaat van het corps een medaille aan, welke dr. Kuyper bij zijn zeventigsten verjaardag voor zijn vrien den had laten slaan. De heer van Andel. droeg vervolgens den steen over aan het directorium van de vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerden grondslag, namens welk instituut het tweede kamerlid J. van Houten de herdenkingssteen aanvaardde. De heer van Houten verheugde zich er over, dat in het corps het besef leeft dat de wetenschap moet worden beoefend in dezelfde geloofskracht, als dr. Kuyper steeds heeft getoond te bezitten. Wijzigingen in de wet bepleit. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de Vestigingswet kleinbedrijf 1937 werden tegen de voorgestelde wijzi ging van artikel 1, lid 5, geen bezwaren ingebracht. Sommige leden bepleitten nog enkele andere wijzigingen van deze wet, waarvan huns inziens de wenschelijkheid reeds in de practijk gebleken is. In de eerste plaats vestigden zy er de aandacht op, dat ingevolge artikel 2 geen vergunning, als in het eerste lid van artikel 1 bedoeld (d.i. een vergunning van de ka mer van koophandel en fabrieken), noodig is in geval van verplaatsing van een inrich ting naar een ander, binnen dezelfde ge meente gelegen perceeL Wordt evenwel het vijfde lid van art. 1 toegepast, dan is bij verplaatsing wel een vergunning of, zooals de wet thans nog luidt, een toestem ming noodig, n.1. van den minister van economische zaken. Voor dit verschil scheen dezen leden geen goede grond aan te voeren. .«—m-jg Zaterdag 30 October. HILVERSUM, 301 M. (VARA-uitz.) 8— Gr.pl. 10.— VPRO-morgen- wyding. 10.20 Gr.pl. en gev. progr. (gr.pl.) 12.—1.45 Gr.pl. 2— Econo mische lezing. 2.20 Fantasia. 2.45 Optreden van amateurs. 3.15 Dam- les. 3.30 Residentie-orkest. 4.20 Gr.pl. 4.30 Esperanto-uitz. 4.50 Ver volg concert. 5.20 Zang. 5.40 Lite raire causerie. 8.Orgelspel. 0 30 De Wielewaal. 7.— Filmland. (7.30 VPRO: Bijbelvertellingen). 8.— Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber„ VARA-Varia. 8.15 VAR A-orkest mmv. solisten. 8.55 C. Steyn's Ac cordeonorkest. 9.15 De Ramblers, xylofoonduo en solisten. (10. ANP-ber.) 10.30 Orgelspel. 10.45 Souvenir-orkest en solisten. 11.15 Ber. 11.20 Verv. orgelspel. 11.30 12.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Gods dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15 De KRO-melodisten, solist en gT.pl. 2.Voor de rijpere jeugd. 2.30 KRO-orkest. 3.— Kinderuur. 4.05 KRO-orkest en gr.pl. 5.15 Opera- fragmenten (gr.opn.) 6.20 Journa- listiekweekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7.— Ber. 7.15 Kath. RVU. 7.35 Act. aetherflitsen. 8.ANP-ber., mede- deelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Rep. schaakmatch. 8.40 KRO-orkest. 9. Gev. progr. 10.De KRO-melo disten en solist. 10.30 ANP-ber. 10.40 Sportoverzicht 10.55 Rep. schaakmatch. 11.0512.Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl. 12.05 BBC-Northern-orkest. 12.50 Dansmuziek (gr.pl.) 1.20 Commo dore Grand orkest. 2.25 Gr.pl. 2.45 Inleiding volgende uitz. 2.50 1ste acte opera Aïda. 3.35 E. Pini's Tango-orkest. 4.20 BBC-Schotsch- orkest. 5.— Deel. 5.20 Henry Hall en zijn Band. 6.20 Ber. 6.50 Collec- ting for a nation, causerie. 7.05 John Reynders en zijn orkest. 7.50 Radiojournaal. 8.20 Gr.pl. 8.50 BBC- Symph.-orkest mmv. solisten. 10.30 Ber. 11.— Bridgewaterkwintet. 11.35 Ambrose's Band. 11.50 Ber. 12.12.20 Vervolg Ambrose's Band. RADIO PARIS, 1648 M. 8.05, 8.20 en 10.35 Gr.pl. 12.20 Pianovoordr. 12.35 Orkestconcert en zang. 3.20 Pianovoordr. 4.05 en 6.05 Zang. 8.50 Symphonie-concert. 11.201.20 J. Bouillon-dansorkest. KEULEN, 456 M. 5.50 O. Heyden's orkest. 7.50 Omroeporkest. 8.50 Concert. 11.20 Omroeporkest. 2.05 Solistenconcert. 3.20 H. Hagested'ts orkest, militair orkest en solisten. 5.25 Viool en piano. 6.30 Gr.pl. 7.20 Orkesten, koren en solisten. 9.50— 12.20 O. Kermbach's dansorkest en het Fierke-kwintet. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest 1.50 en 2.23 Gr.pL 3.20 A. Felle- man's orkest en solist. 5.20 Om roeporkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 Salon orkest. 8.20 De millioenenbruid, operetet. 10.30 Gr.pl. 11.35—12.20 Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.502.20 Gr.pl. 3.20 Gr.pl. 3.50 Harp en zang. 4.20 RadiotooneeL 4.50 Mandoline concert. 5.50 Eloward en zyn orkest. 7.45 en 8.20 Gr.pl. 8.30 Zang. 8.45 Gr.pl. 8.50 BBC-Symph.-orkest. 9.20 Voordr. mmv. het Omroep- symph.-orkest. 10.35 Omroepdans orkest. 11.20—12.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Zuguterletzt, gev. progr. 8.20 Ber. 8.35 E. Bauschke's orkest en solisten. 9.20 Ber. 9.50 Trioconcert. 10.05 Weerber. 10.2012.15 O. Kermbach's orkest en het Fierke- kw intet. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R. 9.209.50, Keulen 9.5010.35, Pa rijs R. 10.3512.05, Lond. Reg. 12.05—12.35, Parijs R. 12.35—13.20, Brussel VI. 13.20—14.20, Lond. Reg. 14.20—15.20, Keulen 15.20^-17.20, Brussel'VI. 17.20—17.35, Brussel Fr. 17.35_18.20, Keulen 18.20—20.20, Lond. Reg. 20.20—21.20, Beromün- ster 21.20—21.50, Berlijn 21.50— 24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35 12.05, Droitwich 12.0518.20, Lu xemburg 18.2018.50, Lond. Reg. 18.50—19.05, Droitwich 19.05—22.50, Lond. Reg. 22.50—23.35, Droitwich 23.35—24.—. Lijn 5: Diversen. Voorts wezen zij er op, dat volgens art. 10 tweede lid onder a geen vergunning van de kamer van koophandel en fabrieken vereischt is, wanneer bij overlijden van een ondernemer diens eigendom overgaat op zijn weduwe en/of zijn wettige minder jarige kinderen. Ook Hier schijnt bij toe passing van art. 1, lid 5, een andere ge dragslijn gevolgd en wel toestemming (ver gunning) van den minister geëischt te wor den. Ook voor dit verschil schijnt geen reden. Verder doen zich, aldus deze leden, moei lijkheden voor, wanneer tijdens den z.g. spertijd 'n meerderjarige zoon, die wellicht reeds jaren in de zaak van zijn vader werkzaam is, dien vader na diens overlijden wil opvolgen. Dit is al evenmin zonder 's ministers toestemming (vergunning) mo gelijk. Wel zal zulk een meerderjarige zoon, indien tot het stellen van vestigings- eischen wordt overgegaan, eveneens een vergunning (van de kamer van koophan del) noodig hebben om de zaak van zijn vader te kunnen voortzetten artikel 10 stelt immers alleen de weduwe en de min derjarige kinderen daarvan vrij doch hij weet dan in ieder geval zeker, dat die ver gunning verleend zal worden, indien hij aan de vestigingseischen voldoet. Tijdens den spertijd echter heeft hij geenerlei zeker heid, ook al zou hij alleszins bekwaam en credietwaardig zijn en voldoende handels kennis bezitten, dat hij 's ministers toestem ming (vergunning) zal verkrijgen. Het uitponden. Enkele leden wezen er op, dat artikel 1 niet toepasselijk geacht wordt op het z.g. uitponden van vleesch door boeren. Bij toepassing van art. 1, lid 5, wordt echter wel een vergunning (toestemming) geëischt voor dit uitponden, wanneer het geschiedt dcor veeverzekeringsmaatschappyen. Deze leden wjlden de onderlinge veeverzekerings maatschappijen hierin vrijgelaten zien. An deren zouden dit niet zonder bedenking achten. Zij waren van meening, dat het uitponden slachten anders dan voor eigen gebruik geacht moet worden te vallen zoowel onder het eerste als onder het vijfde lid van artikel 1. WAAR IS LIJNTJE HUIZER. Het vermiste meisje nog steeds zoek. De bekende wichelroede-loopster, mevr. KleinSprokkelhorst uit Zeist, die de poli tie te Rotterdam belangeloos baar mede werking heeft aangeboden bij het onder zoek naar het sinds Vrijdag voor twee weken uit de ouderlijke woning aan de Brielschelaan te Rotterdam verdwenen acht jarige Lijntje Huizer, heeft Donderdagmid dag samen met de politie een tocht in de omgeving van Rotterdam gemaakt, maar ook dit heeft geen aanknoopingspunten op geleverd, zoodat de politie in deze zaak nog geen stap verder is. Naar aanleiding van de bekendmaking in het extra-politieblad zijn er nog tallooze mededeelingen op het bureau Sandeling- plein binnengekomen, maar geen enkele in lichting heeft nog opheldering in deze duistere zaak gebracht. Inmiddels onder zoekt de politie nog steeds alle mededeelin gen, die eenige steekhoudendheid schijnen te hebben. Naar het Engelsch van PAUL TRENT door J. SCHOUTEN 74) „Hij s net weg, maar zal nog wel vlak bij zijn. Wilt u mee naar boven om te zien wat er gebeurt? Ik vrees dat de zee een beetje onstuimig wordt, maar de torpedo jager heeft zijn zoeklichten op ons gericht". „Ik wil graag mee gaan kijken", ant woordde Peggy snel en zij begaven zich met hun drieën aan dek. Er was nog maar weinig te zien van de Shrike, behalve het felle schijnsel der zoeklichten. Hun gestalten waren hel ver licht toen zij op het dek stonden en Ralph glimlachte medelijdend, want hij vermoed de, dat Carruthers' kijker op hen gericht was, daar het licht nu op hen gericht bleef. Jane drukte Ralph's arm en trok hem terzijde. „Ik maak mij eigenlijk bezorgd over mr. Grafton, opgesloten in dat afschuwelijk hol". „De man heeft die gevangenis zelf ge maakt; waar maak je je bezorgd over?" „Toch vind ik het akelig; ik kan er niets aan doen. Wou je liever dat ik hardvochtig van aard was?" „Ik zou niet willen dat je anders was dan je bent", riep hij hartstochtelijk. „Laten wij naar beneden gaan en met hem praten. Dat kan toch geen kwaad". „Ik moet boven blijven. Het is waar, dat je broer op de brug is, maar ik heb het gevoel, dat ik een oogje in het zeil moet houden". „Ralph, zou je het erg vinden als ik al leen naar beneden ging? Ik kan maar niet vergeten, dat ik beloofd heb, om met hem te trouwen". „Nonsens!" riep hij lachend uit, maar zweeg, toen hij zag, dat het haar ernst was. „Toe alsjeblieft, Ralph". „Vooruit dan maar. Maar waarschuw een van de matrozen voordat je de hut binnen gaat, hoewel ik niet denk, dat Grafton moeilijkheden zal veroorzaken". „Dank je, lieveling", antwoordde zij dank baar en ging naar beneden. De sleutel van de hut stak aan den bui tenkant in de deur, dus trad zij binnen en draaide het licht aan. Zij drukte op de veer en het luik sprong open. Beneden brandde licht en Grafton, die had zitten lezen, keek vol verwachting op. Een glimlach verhel derde zijn gelaat toen hij Jane zag. „Dus mijn verloofde verwaardigt zich mij een bezoek te brengen", riep hij uit, terwijl hy zwakjes glimlachte. „Beschouwt u mij nog steeds als uw ver loofde?" vroeg zij. „Wel, ik geloof niet Jat er iets gebeurd is waardoor er verandering in onze verhou ding gekomen is. Je hebt mij beloofd, plechtig beloofd, met mij te trouwen. Is dat met zoo?" „Ja", gaf ze zachtjes toe, „maar onder zekere voorwaarden. De veiligheid van mijn broer en captain Desbrook". „En zijn die dan nu veilig?" „Ja, maar niet door uw toedoen". „Wel, laten we dan zeggen door toedoen van het noodlot. Is dat niet voldoende? Zij zijn in elk geval veilig en nu probeer je op deze manier terug te krabbelen". „Dit is niet eerlijk van u, mr. Grafton. U weet, dat ik beloofd heb met u te trouwen, toen u mij dreigde met den dood van mijn verloofde en van mijn broer, mijn eenigen bloedverwant. Wat kon ik anders doen, dan het u beloven? Maar ik deed het op voor waarde, dat u daar iets tegenover zou stel len en dat heeft u niet gedaan. Maar als u mij nog aan mijn belofte wenscht te hou den, kan ik mij daar natuurlijk niet tegen verzetten. Mr. Grafton, wilt u mij niet van mijn belofte ontslaan?" „Mijn lieve Jane ja, ik heb het recht je Jane te noemen ik wou je alleen maar wat plagen. Natuurlijk ontsla ik je van je belofte. Ik zeg njj?t dat ik dat graag doe, want je bent de eenige vrouw, die ik ooit werkelijk lief gehad heb. De meeste mannen zeggen dat zonder er iets van te meenen, maar dit is de zuivere waarheid. Geloof je me?" „Ja, ik geloof u", fluisterde zij. „Natuurlijk weet ik wel dat ik dwaas ge handeld heb, maar ik ben de laatste jaren erg verwend en heb haast altijd gekregen, wat ik wilde hebben en ik verbeeldde mij, dat het mij ditmaal ook weer zou lukken. Misschien is het maar beter zoo, want als alles anders geloopen was en ik had je aan je woord gehouden, dan zouden wij allebei dood ongelukkig geworden zijn. Liefde laat zich niet dwingen of verkoopen en ik pro beerde de jouwe te dwingen en te koopen. Jane, ik hoop, dat je geen wrok jegens mij koestert. Ik heb verloren en ik zal niet lang meer in de gelegenheid zijn om nog meer fouten te begaan. Laat dit ons afscheid zijn, want ik wil je liever niet weer zien. Ik zal waarschijnlijk in het holst van den nacht aan land gezet worden en dan zal niemand ooit meer iets van mij hooren. Nu ik jou toch verloren heb, kan het mij niets schelen. Ik heb mijn leven gehad en er dikwijls van genoten. Vaarwel, lieve", zei hy en dwong zich zelf om opgewekt te spreken, doch Jane wist dat hij leed. „Ik wensch je veel geluk in je verdere leven. Je zult gelukkig zijn met Desbrook. Ik ben blij, dat je met hem zult tróuwen, want van al de mannen die ik ken, is hij de eenige, aan wien ik jou gun. Je zult je over hem nooit bezorgd hoeven te maken", zei hij en zijn stem werd heesch van ont roering. Jane snikte zachtjes en haar verdriet scheen Grafton uit zyn neerslachtigheid op te wekken. „Schep moed, lieve kind. Zoo erg is het allemaal niet. Zeg mij nu maar vaarwel en lach nog eens tegen mij", zei hy vroolyk. „Vaarwel", fluisterde zy en sloot het luik zachtjes dicht. Toen zy de hut verliet, ontmoette zij Peggy, die juist met Desbrook van boven kwam. Het schip begon eenigszins te slin geren en Peggy zei, dat ze gauw last van zeeziekte had. „Ik vrees dat wij slecht weer zullen krij gen zei Desbrook tegen Jane en gaf haar een wenk om mee te gaan naar de salon. De groothertog en de prinses zaten daar, maar zy zat zoo ver mogelijk van hem af. „Krijgen we storm?" vroeg de groother tog. „Ik vrees van wel", antwoordde Desbrook. „Dan wordt ik vast zeeziek", riep prinses Nadine vanuit haar hoekje. „Waar is miss Fayrfield?" vroeg de groot hertog aan Jane. „Zij voelde zich niet erg goed en is naar haar hut gegaan". Men kon den wind nu hooren loeien en het jacht begon hoe langer hoe meer te slingeren. Ralph wenschte hen goeden nacht en ging naar boven, waar hy óch by Brockdorf en Fraser op de brug voegde, „Ga jy maar naar bed, Bill. Het ziet er naar uit of we een zwaren nacht zullen krijgen en misschien moet ik over een paar uur wel afgelost worden. Ik heb de laatste paar nachten niet veel slaap gehad". „In orde, mijnheer", antwoordde Bil' vroolyk en ging naar beneden. Brockdorf wendde zich met een ernstig gezicht tot Desbrook. „Het is jammer, dat de machines niet heelemaal in orde zijn, want ik geloof, dat we een ouderwetschen storm krygen. Zou den we niet beter doen met naar de naast bij zynde haven te varen naar Plymouth bijvoorbeeld?" opperde hy. „Dat doe ik liever niet, tenzij het abso luut noodzakelijk is". „Dat is het, als u in „safety first" Se' looft". „Neen, we vervolgen onzen koers. We zullen langs de Scilly eilanden varen en dan recht toe recht aan naar Carteret koers zetten". (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6