ANKIE VAN DEN DOKTER
POPPEN IN KLEDERDRACHT
EEN LEGPUZZLE
EEN TEKENOEFENING
HET VLAAMSE MEISJE
WIE KAN DAT?
OPLOSSING LEGPUZZLE
er kan wel een beetje wondkoorts bij
komen".
door MAJA VAN HEYMEN.
Die jongens van den dokter dat was een
iel, zoals er in het hele dorp geen tweede
.vas. Ze zagen er meestal uit als vagebonden,
mn blouses waren altijd vuil, ieder ogen
lik scheurden ze hun broeken of jassen,
anden hadden ze meestal als grondwer
kers. Gelukkig hadden ze een moeder, die
lat alles wel begrijpen kon. „Daar zijn hét
ongens voor", zei ze altijd. Zelf was ze op
•en kostschool opgevoed, waar ze zich altijd
etjes moest gedragen, rustig moest spelen,
oed op haar kleren passen. En ze wist nog
est hoe vreselijk vervelend dat was.
Maar behalve die beide wilde jongens was
r bij den dokter nog een meisje, Ankie.
%nkie was vijf jaar, maar het was zo'n klein
ing, dat je nog niet eens zou zeggen dat ze
d vijf was. Ze had een paar grote blauwe
.gen, die o zo ernstig konden kijken. Met
ïaar broers speelde Ankie bijna nooit, die
varen zo groot en zo wild; het gebeurde
aak dat zij haar aan het huilen maakten,
ai meenden ze het niet zo erg. Maar Ankie
vond haar eigen speelkameraadjes wel:
Joekie, de hond en de konijnen achter in de
tuin en de dieren, die ze vond in het gras,
van een vlinder af tot een regenworm toe,
Het allerliefst ging Ankie met vader mee
ie praktijk in. Dikwijls, als ze eigenlijk nief
mee mocht in de auto, verstopte zij zich
achter in de wagen onder de reisdeken. En
omdat ze zo klein was, merkte vader het
dan niet eens, totdat ze opeens riep „kieke
boe" en haar kopje uit de deken te voor
schijn kwam. Maar Ankie was wel zo ver
standig om zich pas te vertonen als vader
al een eind van huis was, dan kon hij haar
niet meer uit de auto zetten. Als vader niet
bij een ernstige patiënt moest zijn en als
de zi^ke niet besmettelijk was, dan mocht
Ankie wel vaak mee naar binnen, ledereen
in het dorp kende Ankie van den dokter
wel en de mensen moesten altijd lachen om
het ernstige gezicht waarmee ze stond toe te
kijken, als vader een verband legde of de
pols voelde. En dan moesten thuis alle die
ren ziek of gewond zijn en Ankie bond ze
met een even ernstig gezicht een lap om de
poot en voelde ze de pols. Joekie moest pil
len Innemen en gelukkig hield hij wel van
dat soort pillen, want het waren meestal
stukjes biscuit. Het konijn kreeg een ver
band met een latje er langs, want
Ankie speelde dat het zijn poot had ge
broken, maar gewoonlijk zat het er bij
langoor niet lang om. De poes van de buur
vrouw werden de ogen uitgewassen en die
krabde van ondankbaarheid. Maar Ankie
liet zich niet afschrikken en bracht telkens
weer haar denkbeeldige patiënten een be
zoek.
Op een avond werd de dokter bij vrouw
Massink geroepen. Ankie stond net in de
gang toen de boodschap kwam en voor
iemand er iets van had gemerkt, zat zij al
op de vloer van de auto. Eigenlijk was het
al haast bedtijd en daar was moeder nogal
streng in. Maar vrouw Massink was een
grote vriendin van Ankie. Het was heerlijk
om er naar toe te gaan. En nu ze ziek was,
moest ze er toch in elk geval heen. Wat je
daar al niet kon zien, bij vrouw Massink!
Een spinnewiel bijvoorbeeld,
waar je nu nog echte draden
op zou kunnen spinnen! En
een klok, met scheepjes, die
gingen bewegen als de klok
sloeg! Dat was wel het mooiste
uit de hele huishouding van
vrouw Massink. En dan was
er nog de schildpad, die ai bij
na honderd jaar was, over
de tachtig in elk geval en die
zo'n sterke rug had, dat Ankie
er op kan gaan staan. Ja, zulke mooie en
aardige dingen als vrouw Massink had lang
niet iedereen!
En nu was vrouw Massink ziek en Ankie's
vader was er bij geroepen. Ankie was niet
te voorschijn gekomen voordat haar vader
uit de auto was gestapt. Anders was hij mis
schien nog wel omgedraaid, want ze moest
immers naar bed! Ze wist de weg wel, vlug
wipte ze door de achterdeur naar binnen.
Maar op de drempel bleef ze verschrikt staan,
want vrouw Massink lag op bed en uit haar
been liep bloed, akelig veel bloed! Ankie
werd er bleek van. Ze was van de kelder
trap gevallen, vertelde ze aan vader, en
daar was ze lelijk bij te pas gekomen. De
dokter legde een verband om de wond. „Is
'terg?" hoorde hij plotseling een bevend
stemmetje achter zich vragen. De dokter
draaide zich om. „Ankie, kleine ondeugd,
wat doe jij hier
„Maar vader", zei Ankie verwijtend,
„vrouw Massink is toch mijn vriendin!"
Toen moest vrouw Massink zelf ondanks
haar pijn lachen. „Is het erg?" vroeg Ankie
nog eens. „Nee, nee, zo erg is het niet",
stelde vader haar gerust. En tegen vrouw
Massink zei hij: „Morgen kom ik nog even,
De volgende morgen kon Ankie het niet
uithouden. Ze moest toch weten hoe het met
vrouw Massink was. Toen vader eindelijk
weg was met de auo, sloop zij het tuinhek
uit. Vrouw Massink woonde helemaal aan
het andere eind van het dorp, meer dan een
half uur lopen En Ankie's korte beentjes
deden er nog langer over.
Zachtjes ging ze naar binnen en liep naar
het bed. „Kind, Ankie", zei de vrouw, „wat
heerlijk dat jij komt. Ik heb toch zo'n dorst
en de anderen zijn allemaal naar hun werk
op het land. En warm als ik ben, ik heb
er vannacht niei van kunnen slapen".
„Zo, zo", zei Ankie en trok haar ge
leerdste doktersgezicht. „Dan zal ik een
slaappoedertje moeten geven". En met grote
gewichtige stappen in dezelfde houding als
haar vader, liep ze naar de keuken. Daar
ging ze een slaappoeder opzoeken. Alle kas
ten werden ondersteboven gehaald. Eindelijk
vond ze iets dat geschikt was: basterdsuiker.
Ze nam er een lepel vol van en deed die
in een glas water. Toen liep ze ermee naar
de zieke. „Kijk eens", zei ze en roerde de
„poeder" goed door het water, „nu zul je
wel goed kunnen slapen, drink dat maar
eens op. Ik zal zo lang bij je bed blijven
zitten tot je slaapt". Vrouw Massink dronk
vlug het glas leeg en zei dat ze nog wel zo'n
slaappoeder nodig had. Ankie maakte dus
nog een drankje en toen ging ze naast het
bed zitten en begon een beetje te zingen:
Onder moeders parapluie en zo.
Vrouw Massink luisterde ernaar.... tot
dat ze helemaal rustig en slaperig werd.
toen sliep ze in. Ankie sloop heel zacht het
huis uit.
Toen ze thuis kwam, zat de hele familie
al aan tafel. Met dezelfde grote gewichtige
passen ging Ankie naar haar plaats. „Kind
toch, waar kom je zo laat vandaan?" vroeg
moeder. „Visite gemaakt", antwoordde An
kie ernstig. En tegen vader zei ze ernstig:
„Vrouw Massink is in slaap, we krijgen
haar er wel bovenop, geloof ik. 'k Heb haar
twee slaappoeders gegeven".
„Slaappoeders? Ankie, hoe kwam je daar-
Hier is het meisje uit Vlaanderen, dat
ook een mooi gekleurd costuum draagt. Ze
heeft een helderwit mutsje op. De sjaal is
geruit met lichte en donkere ruiten. De
mouwtjes van het jakje die er onder uit
komen zijn effen groen of blauw. De rok
kun je wit met rode strepen maken en het
schort donkerblauw of zwart, 's Zomers als
de zon erg schijnt, draagt ze de hoed, die er
bij staat en die van geel of lichtbruin stroo
is. Het mutsje dat ze op heeft wordt in de
buurt van de stad Brugge gedragen, de
andere muts, die grote dragen de meisjes
uit Ostende. 's Zondags als ze uitgaan slaan
de Vlaamse meisjes de grote cape of mantel
om, die je hier ziet. Hij is blauw of grijs.
Een mooie witte kanten strik zit onder de
kin en van voren zie je een stukje van het
Zondagse costuum te voorschijn komen.
Daarvan is het schortje paars en de rok
donkerblauw.
aan?" riep moeder ongerust uit. „Zou het
kind soms wat van vaders bureau hebben
weggenomen?" dacht ze. Maar de kleine
dokter bleef rustig. „Wees maar niet bang,
moes. 't Was alleen maar suikerwater. Maar
't heeft geholpen, want ze slaapt nu ten
minste".
i
WETENSWAARDIGHEDEN.
BELGIë HEEFT BOLLENVELDEN.
In navolging van onze Hollandse bollen
velden begint ook België tulpen te verbou
wen. Het vorige jaar is men er al mee be
gonnen en het heeft goede resultaten gehad.
Het volgend jaar zuilen er nog meer velden
aangelegd worden. Of die ook zo'n aan
trekkingskracht zuilen hebben voor vreem
delingen en het doel zullen worden van zo
veel fiets-, auto- en wandeltochten
Steek eens drie spelden in een tafelblad,
een beetje sthuinrechtop, met de koppen
naar elkaar toe, zoals de poten onder een
rond tafeltje wel eens staan. Let er goed
op, dat de speldekoppen even hoog komen
te staan. Leg nu een cent op die spelde-
knoppen en vraag een ander om het geld
stuk er af te blazen. „Wat is daar nu aan!"
zal die waarschijnlijk zeggen. Het lijkt ook
werkelijk heel gemakkelijk om zo hard te
blazen dat de cent er af valt. Maar als men
het gaat proberen, dan valt het niet mee.
Hoe hard je ook blaast, de cent blijft liggen.
Alleen dan zul je succes hebben, wanneer
je de kin op tafel legt, de onderlip heel ver
vooruit brengt en dan hard van beneden
naar boven blaast, net alsof je jezelf in de
neusgaten wilt blazen. Als je het zo doet,
zal het wel lukken om het geldstuk van de
spelden af te blazen.
Al die zwarte stukjes
moet je eens heel keurig
uitknippen en op een kar
ton plakken. Maar niet zo
als ze op het bovenste
plaatje staan! Je moet ze
eerst net zolang aan elkaar
passen totdat ze samen de
kleine Jetje vormen, die
uit gaat met haar para
pluiet je, omdat ze bang is
dat ze regen op haar
nieuwe hoed krijgt. Als je
ze zo gelegd hebt en dan
opplakt, V netjes, precies
tegen elkaar aan, zodat er
geen witte randjes tussen
openblijven, dan heb je een
alleraardigst silhouetje,
waarvan de achtergrond
zwart is en het figuurtje
van Jetje wit. Je kunt het
dan ophangen in de kin
derkamer of boven je bed.
Jetje gaat uit.
WETENSWAARDIGHEDEN.
EEN GROTE KEUZE.
In Engeland heeft men onlangs een onder
zoek ingesteld naar het aantal verschillende
postzegels, dat in de wereld in omloop is.
Het is gebleken, dat een postzegelverzame
laar de keus heeft tussen 62.000 verschil
lende soorten.
DE WEG DER 94 KINDEREN.
In Compiègne, een plaats in Noord-Frank
rijk, werd onlangs een nieuwe auto-weg
aangelegd en toen hij klaar was, wist men
niet wat voor naam men er aan moest
geven.
Iemanl kwam op de gedachte om hem te
noemen naar alle kinderen van de 60 arbei
ders, die aan de weg gewerkt hadden. Zo
werd hij genoemd: de „Weg der 94 kinde
ren".
EEN INGEWIKKELDE NAAM.
De Canadese vijflingen, die nu ongeveer
250 woorden machtig zijn, hebben het eerst
hun ouden dokter, dr. Dafoe, bij de naam
leren noemen. Vervolgens leerden zij de
naam van hun beide verpleegsters. De naam
van de assistent-verpleegster is echter nog
te moeilijk voor hen, want zij heet Mollie
O'Shaughnessy!
DE LINKERVOET STERKER DAN DE
RECHTER.
Enige voetspecialisten in ons land hebben
waargenomen en door metingen bewezen,
dat de meeste mensen bij het lopen met
de linkervoet sterker op de grond drukken
dan met de rechter.
WEENEN DE STAD VAN.... DE KLEER-
MAKERS.
Weenen heeft naar men beweert, de
meeste kleermakerijen van alle grote steden
der wereld. De Weense kleermakers leveren
dan ook veel aan het buitenland, haast nog
meer dein aan het binnenland.
KATTENHEIMWEE.
Een kat uit Cambome, een plaats in Corn-
wali, het Zuidwesten van Engeland, werd
door haar meesteres in de auto meegenomen
naar Devon. dat ongeveer 180 K.M. van
Camborne verwijderd ligt. Zij liet de kat in
Devon achter en keerde terug. Maar het
beviel de kat daar niet en na vier dagen
kwam het dier sterk vermagerd weer terug.
Het had geheel alleen ae weg terug gevon
den en was het hele eind gelopen.
Nog een tekenoefening: nu
zie je allerlei dingen die je
van een drie kunt maken. De
bovenste drie heeft een recht
bovenstuk, zoals je wel eens
op een klok ziet. Als je die
drie plat neerlegt en een oog
en een staart en pootjes en een
snor geeft, krijg je een muis.
En als de drie rechtop staat,
kun je hem veranderen in een
vüeger met een prachtige
lange staart. De onderste drie
is denk ik zoals jullie hem op
school hebben geleerd. Je kunt
er een klaverblaadje van ma.
ken en een kuikentje dat bezig
is uit het ei te kruipen. Zijn
kopje steekt er al uit. Ga die
nu ook maar eens tekenen, je
zult zien dat 't heel leuk wordt.