Vtaag. en Aanbod
Kranige prestatie van Hollandsche jongens.
JCunst en Wetenschap
Binnenland
Gewaagde sleepreis met baggermolen van Argentinië
naar Nederland.
Dezer degen te IJmuiden verwacht.
Gistermiddag is van de reede van
Cowes bij het eiland Wight (Eng.) naar
IJmuiden vertrokken de Nederlandsche
baggermolen Beverwijk 16, gesleept
door de slechts 35 meter lange Neder
landsche sleepboot Beverwijk 20, ten
einde het laatste traject at te leggen
van een sleepreis, die zelfs voor ons
land, waar men op het gebied van
sleepvaarten over langen afstand toch
heel wat gewend is en dat op dit gebied
een internationalen faam heeft, van bij
zonderen aard mag worden geacht.
Tevens bewijst zij, dat diegenen, die de
tegenwoordige jeugd in haar geheel lamlen
dig noemen, onverbeterlijke pessimisten zijn
en dat ons land ook op het gebied van de
zeevaart nog jongens van stavast kent als in
de dagen van Bontekoe.
Dat blijkt reeds dadelijk uit de voorge
schiedenis, n.L van wat er aan de sleepreis
voorafging. Omstreeks 1922 zond de Hol
landsche maatschappij voor aannemingen te
Beverwijk een hoeveelheid materiaal naar
Argentinië voor het verrichten van werk
zaamheden voor het aanleggen en verbeteren
van havens. Het werk werd na eenigen tijd
gestaakt en de genoemde maatschappij ging
in andere handen over. Aan het in Argenti
nië achtergebleven materiaal schreef men,
aangezien het sedert het staken der werk
zaamheden ongebruikt was gebleven, geen
groote waarde meer toe, zeker niet vol
doende om de kosten voor het vervoer naar
Nederland er aan te spendeeren.
Verwaarloosde schepen aan eenzaam
strand.
In het vroege voorjaar van dit jaar ver
trokken echter drie jongelui, uit Nederland
naar Argentinië om eens na te gaan, of er
aan de achtergebleven goederen niet toch
nog iets kon worden gedaan om althans een
deel van de verloren waarde te redden. Het
waren de 26-jarige H. van Giffen, die in het
bezit is van zijn stuurmanscertificaat, de 23-
jarige S. Jongeling en de 19-jarige W. H.
Mellema.
Zij wisten, dat in Argentinië waren ach
tergebleven de in 1914 gebouwde Neder
landsche baggermolen Beverwijk ,16, lang
53 meter, breed 9.35 meter, en hol 3*50 me
ter, alsmede de Nederlandsche sleepboot
Beverwijk 20, lang 35 meter, breed 8 meter
en hol 3.80 meter, voorzien van een machi
ne van 850 P.K.
Zij vonden dit materiaal echter niet te
Buenos Aires. Het bleek geheel onbeheerd
te zijn achtergelaten op het verwijderde
Tigire-eiland, waar men over vrijwel geen
hulpmiddelen, noch over werkplaatsen be
schikte. Het eerste onderzoek wees reeds
uit, dat van de beide vaartuigen, die uit
prima materiaal gebouwd zijn, voorname
lijk het houtwerk veel had geleden. De jon
gens besloten zelf de beide vaartuigen in
zoodanigen toestand te brengen, dat zij er
mee naar Buenos Aires konden komen, voor
verdere reparatie. Met ijzeren energie heb
ben zij gewerkt om het zoo ver te krijgen.
Op een verlaten gedeelte van strand van
Tigre-eiland waarachter het bosch begint,
nabij een verwaarloosde, uit golfijzeren
platen gebouwde loods, lagen de beide vaar
tuigen aan een steiger, die geheel vergaan
was.
Het eerste werk, dat de drie Hollandsche
jongens moesten doen, alvorens zij het be-
noodigde materiaal naar de beide schepen
konden brengen, was dan ook het bouwen
van een nieuwen steiger, waarvoor zij het
benoodigde hout uit het bosch haalden.
Daarna begon het eigenlijke reparatiewerk,
onder zeer moeilijke omstandigheden, ten
gevolge van het klimaat, maar vooral door
het ontbreken van allerlei gereedschappen,
zoodat men soms zijn toevlucht tot zeer
primitieve middelen moest nemen.
En in het begin van Juli waren zij zoo
ver gevorderd, dat zij met de beide vaartui
gen naar Buenos Aires konden vertrekken,
waar sleepboot en baggermolen in het dok
gingen voor het verrichten van de noodige
werkzaamheden aan de onderwaterdeelen.
Maar toen bleek ook, welk prachtig resul
taat de jongens met hun ijzeren doorzet
tingsvermogen en hun taaien arbeid hadden
bereikt. De twee vaartuigen, waarvan men
in Nederland reeds had geloofd, dat zij als
cud-roest afgeschreven moesten worden en
nog slechts geschikt zouden zijn voor ver
koop aan den slooper, bleken te voldoen aan
alle eischen, die gesteld worden voor het
verkrijgen van de Lloyds-attesten, nadat ge
bleken was, dat alle door de scheepvaart
inspectie te Amsterdam voorgeschreven
werkzaamheden, waarover een instructie-
brief was meegegeven, waren uitgevoerd.
Baggermolen en sleepboot waren weer ten
volle zeewaardig.
Waarom zou men dit kostbare materiaal,
dat weer volkomen bruikbaar was gewor
den, niet weer terugbrengen naar Neder
land?
Een gewaagd plan.
Het plan, dat de jongelui misschien tij
dens het harde werk op Tigre-eiland reeds
toen voor oogen stond, nam vasten vorm
aan. Zij bepleitten het zoo vurig, dat men
er in Nederland mee accoord ging, en twee
Nederlandsche machinisten en een Neder
landsche stuurman werden naar Buenos
Aires gezonden, opdat er althans zes Neder
landers zouden zijn die leiding konden ge
ven om het gewaagde transport uit te voe
ren. De 26-jarige van Giffen zou daarbij als
gezagvoerder optreden.
Kapitein van Giffen en Mellema Jr. kre
gen daarbij echter nog eerst gelegenheid,
te toonen dat zij niet alleen waardige na
zaten waren van de oude Hollandsche zee
vaarders, maar ook van de roemruchte
Hollandsche kooplieden, want zij hadden al
hun handelstalenten noodig om niet de dupe
te worden van de velen, die in een haven
als Buenos Aires van elk schip, waarmee
iets gebeuren moet, graantjes trachten mee
te pikken.
Te overwinnen moeilijkheden.
Dat de sleepreis zelf een zware en avon
tuurlijke onderneming zou worden, stond
van tevoren vast. Men moest te Buenos
Aires een bemanning monsteren en had
daarbij niet al te veel keus, zoodat men een
samenraapsel kreeg van zeelieden van ver
schillende nationaliteiten, die niet de min
ste routine hadden op het gebied van sleep
reizen, zoodat de zes Nederlanders aan
boord naast hun verantwoordelijke taak
van officier dikwijls moesten meehelpen bij
het verrichten van het eenvoudigste ma-
trozenwerk. Daarbij komt, dat de 35 ton
metende sleepboot Beverwijk 20 aanzienlijk
blijft beneden de afmetingen van de sleep-
booten, die gewoonlijk voor lange afstands-
reizen worden gebruikt, terwijl men dit
keer niet van Nederland om de Zuid ging,
met het voordeel van wind en stroom, maar
in omgekeerde richting, vrijwel steeds tegen
wind en stroom in, in een voor een derge
lijk transport al zeer ongunstig jaargetijde,
n.L winter in het zuiden, najaar in het noor
den.
Hachelijke avonturen.
Men heeft dan ook aan boord wel hache
lijke oogenblikken meegemaakt. Einde Juli
vertrok men uit Buenos Aires. Reeds ter
stond nadat men buiten de La Plata-rivier
was, had men met zwaar weer te kampen,
dat zoodanig verergerde, dat men na 4 k 5
dagen tijdens een hevigen storm, den molen
dreigde te verliezen. In het hartje van den
nacht brak de sleeptros, alle hens aan dek
om de zaak te klaren. Vrij spoedig ziet men
de lichten van den baggermolen op de gol
ven dansen en vindt men den molen terug,
waarna men begint de sleeptros te hernieu
wen.
De zes Hollanders werkten het hardst,
omdat zij de eenige werkelijke zeelui met
ervaring blijken te zijn. Bij dat werk breekt
de eerste machinist een been en een ma
troos wordt Zoodanig over dek geslagen, dat
hij blijft liggen. Terwijl eenerzijds de ge-
wohden moeten' worden geholpen, moet
men anderzijds trachten, bij den terugge
vonden molen te blijven, en de sleeptros
weer binnen te krijgen, wat ondanks de
duisternis en huizenhooge golven gelukt.
Den volgenden morgen kan men weer een
normale verbinding tot stand brengen.
Dat was het eerste avontuur. Men liep
Rio de Janeiro binnen met de voorpiek van
de sleepboot vol water. De geleden schade
werd hersteld en twee dagen later was men
weer onderweg, naar Pernambuco om te
bunkeren. De jongens konden hun ongeduld
nauwelijks bedwingen. Na één dag begon
men de lange reis naar het Antillen-eiland
St. Vincent. Het was een moeilijk traject,
voortdurend tegen den wind in en met een
beperkten voorraad kolen aan boord. Veel
al liep men niet harder dan 3 mijl per uur.
Slechts twee dagen bleef men in St. Vin
cent. Toen begon de overtocht over den At-
lantischen Oceaan, met als doel Madeira.
Dagen lang zag men slechts lucht en water
en had men te worstelen met tal van moei
lijkheden, zooals men die dikwijls ook in
oude scheepsjournalen leest. Door harden
tegenwind haalde men Madeira niet en met
het laatste beetje kolen kwam men te Las
Palmas op de Kanarische eilanden aan.
Eenige leden van de bemanning leden aan
scheurbuik en moesten aan wal worden ge
bracht. Groote hoeveelheden vruchten en
versche groenten werden ingeslagen, op
nieuw werd gebunkerd, en na twee dagen
vertrok men, in de hoop, in één ruk IJmui
den te kunnen halen.
Dat dit niet gelukt is, moet geweten wor
den aan het zeer zware Hveer in de Golf van
Biscaye en in het Engelsche kanaal. Men
had de grootste moeite om van de Fransche
kust te komen. Van de sleepboot sloeg een
reddingboot, die op de brug stond stuk, ter
wijl het dekhuis van den baggermolen af
sloeg en de molen bovendien lek raakte.
Niettemin bracht kapitein van Giffen vier
dagen geleden het transport veilig op de
reede van Cowes. Het lek werd gevonden
en alles geklaard. Na een reisduur van
meer dan negentig dagen is thans het laat
ste gedeelte begonnen. Nog slechts eenige
dagen en het transport, dat den overtocht
over den Atlantischen oceaan heeft vol
bracht, zal de Noordzee zijn overgestoken
en te IJmuiden aankomen.
Het zal een mooie dag zijn voor deze Hol
landsche jongens, die op kranige wijze ge
toond hebben dat, wat er ook aan uiterlijke
dingen mag zyn veranderd, dat ondanks de
vervanging van het zeilschip door het
stoom- en het motorschip, de geest der oude
zeevaarders ook bij de jongere generaties
van ons volk nog altijd levend is.
DE VALSCHE KAARTJES-AFFAIRE.
Een elftal arrestanten.
De politie te Amsterdam heeft nog twee
conducteurs in dienst bij de N.V. Reederij
J. H. Bergmann, aangehouden die er
eveneens van worden verdacht, zich te
hebben schuldig gemaakt aan den ver
koop van valsche kaartjes op de bootjes
van deze onderneming. Met deze beiden zit
thans een elftal verdachten in deze zaak
in arrest.
PRINSELIJK PAAR WEER IN
PALEIS SOESTDIJK.
Na een afwezigheid van ongeveer
4 weken zijn H. K. H. prinses Juliana
en Z. K. H. prins Bernhard gister-
avond te 7 uur weder in het paleis te
Soestdijk teruggekeerd.
Het prinselijk paar was gezeten in
de Maybach. De prins zat aan het
stuur. De hofhouding volgde in een
tweede auto.
Op het bordes van het paleis was
de intendant van het domein jhr. J. A.
de Jonge van Zwijnsbergen ter be
groeting aanwezig.
LANDMACHT GEEFT
HUWELIJKSGESCHENK.
Aan het prinselijk paar.
Het huwelijksgeschenk, dat door de
Koninklijke Landmacht aan het prinselijk
paar zal worden aangeboden, n.1. een
zeer fraai bewerkt kamerscherm, is thans
gereed gekomen. Zooals bekend werd het
ontwerp voor dit scherm samengesteld
door den architect A. J. Kropholler uit
Wassenaar en vervaardigd in de afdeeling
houtbewerking van het luchtvaartbedrijf
te Soesterberg.
Voordat de officieele aanbieding zal
plaats hebben, zal het scherm in de kunst
zaal Kleykamp te 's Gravenhage worden
tentoongesteld. Het kamerscherm, dat
vervaardigd is van eikenhout met coro-
mandel paneelen, bestaat uit vijf deelen,
n.1. een groot middenpaneel met aan
weerszijden twee kleinere paneelen. De
scharnieren en de voeten, waarop het
scherm rust, zijn vervaardigd door de
artillerie inrichtingen aan de Hembrug uit
oude bronzen kanonnen. Het middenstuk
van het scherm bevat een schilderstuk
van den schilder D. Nijland, voorstellende
het paleis Noordeinde, waarvoor een
enthousiaste menigte het op het balcon
staande prinselijk paar toejuicht. Voorts
zijn op het scherm de symbolen van de
verschillende afdeelingen van de Ko
ninklijke landmacht gebeeldhouwd. Dit
beeldhouwwerk is vervaardigd door den
heer Tji'pke Visser uit Amsterdam.
De datum, waarop de officieele aanbie
ding zal plaats vinden, is nog niet vastge
steld.
DE WERKLOOSHEID IN DE BAKKERIJ.
En de bestrijding ervan.
Een van de eerste openbare uitingen
van den nieuwen minister van sociale
zaken is wel geweest de verzending van
een circulaire aan de vakcentrales van
werkgevers en arbeiders, waarin deze
werden opgeroepen met den minister te
willen overwegen, wat er nog meer in
Nederland terzake van bestrijding der
werkloosheid zou kunnen worden gedaan,
dan tot nu toe verricht was.
Eind Augustus en begin September zijn
daarop onder het persoonlijke voorzitter
schap van den minister de besprekingen
aangevangen, die er toe geleid hebben,
dat een werkcommissie is ingesteld, die
tot taak kreeg de in de circulaire gestelde
vraag van bedrijf tot bedrijf te bezien, en
met voorstellen te komen.
Deze gang van zaken is voor het convent
van christelijke werkgevers en arbeiders
organisaties in de voedingsbedrijven aan
leiding geweest de ministerieele vraag,
voor zooveel het bakkersbedrijf aangaat,
te overwegen en het heeft getracht con
crete voorstellen te formuleeren.
Eén dezer dagen is aan de werkcommis
sie dientengevolge een rapport verzonden.
In dit rapport worden de oorzaken van
de werkloosheid in het bakkersbedrijf na
gegaan, en middelen tot verbetering van
den bedrijfstoestand besproken.
Alle primaire oorzaken van de werk
loosheid in het bakkersbedrijf worden ge
noemd de gevolgen van de invoering der
Arbeidswet 1919, de economische crisis
omstandigheden, sedert 1929, en de reor
ganisatie van het bedryf.
Verbetering wordt verwacht van het
gebruiken der mogelijkheden, die de
nieuwste wetgeving, de wet op de bindend
verklaring van ondernemersovereenkom
sten, de vestigingswet (kleinbedrijf), de
collectieve arbeidsovereenkomst en de
bindendverklaring ervan, bieden.
Voorts wordt gepleit voor de invoering
van een leerlingstelsel en een bedrijfspen
sioenfonds, terwijl als direct uitvoerbare
maatregelen, die de werkloosheid kwamen
verminderen worden genoemd:
a. betere controle op de naleving der
Arbeidswet, bijzonder in het, het bonafide
bedrijf ondermijnende, randbedrijf;
b. aanvulling van het broodbesluit ana
loog aan het melkbesluit, waarbij een
concept van zoodanige aanvulling aange
boden wordt, en
c. verlaging, c.q. afschaffing der vele
heffingen op de grondstoffen der bakkerij,
en haar producten.
De in de ministerieele circulaire ge
noemde middelen ter bestrijding der werk
loosheid, als verkorting van arbeidsduur,
wandelwekeil! als in de typografie en het
twee-op-een-stelsel, worden van de hand
gewezen öf omdat ze reeds toepassing
vonden öf omdat ze voor het bakkersbe
drijf ongeschikt zijn.
GEHEIMZINNIGE BRAND
OP DE „MEGARA".
De ontploffing aan boord onver
klaarbaar.
De kapitein van het tankschip „Megara"
Peter Rietker, heeft in een interview in
een Londensche krant medegedeeld, dat
de ontploffing, welke wel het dek van den
bak tot de brug zengde, doch de olie in de
tanks onder het dek niet in brand stak,
een geheimzinnige zaak blijft. Vermoede
lijk is evenwel wat gas uit de tanks ont
snapt en naar het vooronder, waar de
Chineesche bemanning huisde, gestroomd
en in brand geraakt. Niettegenstaande in
den boek aan stuurboordzijde een gat was
geslagen van zeven bij tien meter, heeft de
„Megara" Hamble op eigen kracht bereikt,
met een gemiddelde snelheid van vijf
knoopen. Het schip werd begeleid door de
sleepboot „Zwarte Zee."
De eerste machinist, Jan Scherpenhuy-
zen, vertelde, dat hij in zijn hut zat te
praten met den derden stuurman, Hart-
veldt, toen plotseling, na een hevigen knal,
het schip begon te slingeren.» Hartveldt
zag uit het vooronder een lichaam naar
buiten vliegen, tegelijk met stukken me
taal. Spreker zelf en de kapitein vlogen
naar het dek en zagen, dat het geheele
vooronder was vernield en in brand stond.
De kapitein liet onmiddellijk stoom geven
en het vuur werd gedurende twee en een
half uur bestreden.
Drie Chineezen waren bij de ontploffing
over boord geslagen, een vierde kon het
vooronder niet verlaten en is levend ver
brand, terwijl een vijfde later aan de op-
geloopen kwetsuren is overleden. Het
stoffelijk overschot werd aan de golven
toevertrouwd. De geheele lading, bestaan
de uit elf duizend ton stookolie, is gered.
DS. W. F. A. WINCKEL GERIDDERD.
Als gevolg van zijn bijzondere ver
diensten op het gebied van beschrijving
van dr. Kuyper en diens leven, is, tijdens
de middagbijeenkomst van de Kuyper-
herdenking in het Concertgebouw te Am
sterdam, de in Blaricum wonende predi
kant ds. W. F. A. Winckel tot ridder in de
Orde van Oranje Nassau benoemd.
WELDADIGHEIDSZEGELS IN
NEDERLANDSCH-INDIE.
Ten bate van A. S. I. B.
Evenals vorige jaren zullen ook dit jaar
in Nederlandsch-Indië weldadigheids
zegels worden uitgegeven, thans ten bate
van het Algemeen Steunfonds voor In-
heemsche Behoeftigen (A. S. I. B.)
De weldadigheidszegels zullen in Indië
worden verkocht van 1 December af tot
en met 9 Januari a.s. en zullen hier te
lande gedurende denzelfden termijn aan
de philatelistenloketten verkrijgbaar wor
den gesteld.
De weldadigheidszegels worden voor
het gebruik gelijkgesteld met gewone Indi
sche frankeerzegels en blijven geldig tot
en met 30 September 1938.
De zegels verschijnen in de frankeer-
waarden 2 cent, 3a/2 cent, 7K cent, 10 cent
en 20 cent terwijl de verkoopprijs resp. 3
cent, 5 cent, 10 cent, 12 XA cent en 25 cent
bedraagt.
De zegels zijn ontworpen en vervaardigd
door de N.V. Joh. Enschedé en Zonen te
Haarlem en uitgevoerd in rotogravure-
druk in de kleuren sepia, donkergroen en
steenrood de zon geel voor de waar
den 2 cent, IY2 cent en 10 cent en muisgrijs
en helderblauw voor de waarden 3 K cent
en 20 cent. De afmetingen bedragen 18 x
22 m.M.
„KUNST ZIJ ONS DOEL.
Tentoonstelling in het voormalig
recherchegebouw, naast de Open
bare Leeszaal.
Het teekengenootschap „Kunst zij ons
Doel" houdt tot en met 14 November in
de twee benedenvertrekken van het per
ceel Langestraat 87 zijn jaarlijksche ten
toonstelling. Ideaal is deze expositie-gele
genheid niet, maar de gemeente neemt nog
steeds geen beslissing om aan het museum
in het gemeente-archief die uitbreiding te
geven, die het behoeft en in ieder geval is
de thans beschikbaar gestelde expositie
ruimte beter dan het oefenlokaal in „De
Nieuwe Doelen".
„Kunst zij ons doel" is de ruim een
eeuw oude vereeniging van burgers, die
Apollo's kunst uit liefde beoefenen.
In onzen tijd van rationalisme, waarin
de vakbekwame mensch al minder ge
vraagd wordt, is het zeker goed, dat er nog
burgers gevonden worden, die weten, dat
het beoefenen van de kunst den mensch
levensvreugde geeft, en het scheppen van
een kunst, althans het streven daar
naar, hooger stellen dan het bezit er van.
En gelukkig zijn het niet alleen de oude
ren, die in dit opzicht op de barricaden
blijven staan. „Kunst zij ons doel" mag
zich er in verheugen, dat steeds weer jon
geren toetreden om het oude vaandel hoog
te houden en het is verblijdend, dat die
jongeren het bewijs leveren, dat het stre
ven van den tijd om in de kunst de waar
heid te geven, niet aan hen voorbij gaat.
Daardoor krijgt men steeds weer de zoo
gewenschte vernieuwing. Dat men niet
kan volstaan met de nuchtere naturalis
tische wereld te benaderen, doch ook dient
te pogen den geest van de dingen te om
vatten, valt ook in deze expositie van
dilettanten waar te nemen.
Een 18-tal leden exposeeren 'n 152
teekeningen, aquarellen en olieverfschil
derijen. Opmerkelijk is het weinige zwart
en wit, dat ditmaal op deze tentoonstelling
aanwezig is en toch kan er in de zwart- en
witteekening zooveel worden vastgelegd,
is de teekening voor de studie van zoo
ontzaglijk veel belang. Nx. 25, een teeke
ning van mej. Vrout Wit uit Heiloo, is
daarvan een goed voorbeeld.
Het eere-lid, de thans 83-jarige heer J.
Cock, exposeert een tweetal olieverfschil
derijtjes en een pastelteekening „Herfst in
boschdoor hem het vorig jaar vervaar
digd. Het zonnige karakter van dezen
thans in Voorburg wonenden oud-Alk-
maarder komt daarin sterk tot uiting en
het werk bewijst een levensvitaliteit,
waarvoor wij bewondering kunnen heb
ben.
Het is bekend, dat Michel Angelo tus-
schen 80 en 90 jaar onvergankelijk werk
schiep en het is ook bekend, dat onze
groote bouwmeester Cuypers nog op
80-jarigen leeftijd een leidende taak in
zijn architecten-bureau vervulde en dat
Vondel, wiens geboortedag vóór 350 jaar
wij straks in November herdenken, jn
hoogen ouderdom vele onvergankelijke
dichtwerken schiep. Over het algemeen
behoort dit tot de uitzonderingen en daar
om is het goed, dat vele jongeren zich aan
den vitalen ouden heer Cock spiegelen.
Van het werk der oudere leden trok
onze bijzondere aandacht een aquarel van
den heer K. de Heer, „Lindengracht".
Deze aquarel, die ons aan het oude ste
denschoon van Brugge herinnert, is
prachtig van kleur en lichttegenstellingen
De heer D. J. LiekelesOebles exposeert
een niet onverdienstelijke krijtteekening
van een Volendammer, terwyl de heer W
F. Slinger een viertal portretten tentoon
stelt, waarvan twee pastels en twee in
olieverf zijn uitgevoerd.
Het is de verdienste van deze portretten
dat ze zeer goed gelijken. In de pastels
herkent men oogenblikkelijk den oud
burgemeester van H.-Hugowaard, den
heer Wiebe van Slooten en den oud
administrateur van het Alkmaarsche Zie
kenfonds, den heer Keuzekamp, welke
beide heeren thans in Bergen wonen.
De heer Theo Groothuizen exposeert
een portretstudie, waaraan hij de noodige
levendigheid heeft gegeven door het
figuur in een vriendelijk interieur te
plaatsen.
Langéreijs is aanwezig met een drietal
olieverfschilderijtjes, waarvan Nr. 5
„Kopstudie", bijzondere belangstelling
verdient. Ook het stilleven Nr. 4, „Viool
met grijze kruik en doek" is prachtig van
kleur.
Het met temperament uitgevoerde
schilderij van K. Koenot, „Poldergezicht
in Schoorl", geeft zeer verdienstelijk het
wijde polderland, dat men vanaf een
duintop in Schoorl kan aanschouwen.
Zijn schilderijtje „Strand" met meisjes
figuur leeft en is mooi van compostie.
Jan van Dok, een van de veelbelovende
jongeren, wiens werk-er van getuigt, dat
hy een buitengewone vaardigheid bezit,
en die in dit milieu een aparte plaats in
neemt, komt met een drietal doeken uit,
die hij reeds eerder in de Wico-studio
exposeerde. Wie met zijn werk nog geen
kennis maakte, mag niet verzuimen, dit
thans te doen. Zijn werk is van een groote
zuiverheid en getuigt van een ernstig
streven om boven de natuur uit te komen.
Dirk Nap exposeert een fijne teekening
van den preekstoel in de St. Laurenskerk,
een prachtige negerkop en een bloemstuk
„Zonnebloemen met bruine kan", waar
mede hij het bewijs levert, dat zijn werk
boven dat van den gemiddelden dilettant
staat.
T. Sötemann verdient belangstelling
voor Nr. 43,'„Duingezicht".
M. W. Ruygh is een van de jongeren, die
het in de moderne richting zoekt. Men
zie Nr. 19, „Hout", dat nog te naturalis
tisch is.
Van Th. v. Baar noemen wij Nr. 40, een
goed geteekend meisjesportret.
K: Piet exposeert „Paddestoelen", F.
Kruse een portret, J. Dekker twee land
schappen, mevr. Hoogervorst een „Stil
leven" en mej. G. H. Slooves een krijttee
kening, een pastel en een drietal aquarel
len, waarvan Nr. 14, „Paddestoelen" in
fijne kleuren is uitgevoerd.
(Uitsluitend 2e hands artikelen
Van 1—5 regels 35 cent b(j vooruit
betaling.
Guitaar te koop gevr. Brieven onder
letter L 469 bureau van dit blad.
Te koop: een gebruikte van Delft's
kinderwagen, z. g. a. n.
Te bevragen ZAADMARKT 68.
Zeer billyk te koop: best heerenrijwiel
t n. en jongensrywiel, tevens een emaille
kachel groen (vierkant) en een radio
toestel Avro Kasandra 1931 z. 1.
Te bevr. FORESTUSSTRAAT 39.
Moderne kinderwagen z. g. a. n. te koop.
FNIDSEN 51.
Prima Amerikaansch Kamerorgel 20,
mooie piano 55, brandkast 20, groot
vast kleed en een groot karpet, prima
veerenbed 7.50, pracht speeltafeltje,
closetstoel, enz. Dekker, Nieuwesloot 89.
Te koop een 2 p. houten ledikant, ma
tras, veerenbed, 4 stoelen (leer). Alleen
Zaterdag.
EMMASTRAAT 81.
Eersteklas Ibach piano te koop z. g. a. n.
pracht meubel voor 160.
Adres VOGELENZANG 17, Alkmaar.
Te koop Miele Stofzuiger 15.00, groote
zaalkachel, Salamanderkachels en kook
kachels, geëmailleerde fornuizen, gegoten
fornuizen by
A. NIEROP, Nieuwesloot 15.
Te koop prima haard.
STATIONSSTRAAT 82.
Pfaff- en Singernaaimachines. Inzink-
bare Singermachine z. g. a. n. 48.50,
prima handnaaimachine met garantie
9.50. Zie étalage. Nergens zoo goedkoop.
DEKKER, Nieuwesloot 89.
Te koop 2 Volendammer Costum®*
(man en vrouw), geheel compleet. Adres
te bevragen bureau van dit blad.
Koopjes Gebr. rijwielen: Heerenrijw.
met Torp. naaf 12.00, 15.00, 19-50'
enz. Damesrijw. 9.00, 14.00, 15.00,
Jongens 9.00.
NIEROP, Heerenstraat 10. Tel. 3827.
Te koop pracht viool, gekost hebbende
80 tegen elk aannemelijk bod. Br. franco
onder letter O 472 bureau van dit blad.
Inboedel te koop w.o. ledikanten, bed
den, tafels, kasten, Singernaaimachine,
enz.
Wagenmakerstraat 14, Alkmaar.