Vtaag. en Aanbod Kranige prestatie van Hollandsche jongens. JCunst en Wetenschap Binnenland Gewaagde sleepreis met baggermolen van Argentinië naar Nederland. Dezer degen te IJmuiden verwacht. Gistermiddag is van de reede van Cowes bij het eiland Wight (Eng.) naar IJmuiden vertrokken de Nederlandsche baggermolen Beverwijk 16, gesleept door de slechts 35 meter lange Neder landsche sleepboot Beverwijk 20, ten einde het laatste traject at te leggen van een sleepreis, die zelfs voor ons land, waar men op het gebied van sleepvaarten over langen afstand toch heel wat gewend is en dat op dit gebied een internationalen faam heeft, van bij zonderen aard mag worden geacht. Tevens bewijst zij, dat diegenen, die de tegenwoordige jeugd in haar geheel lamlen dig noemen, onverbeterlijke pessimisten zijn en dat ons land ook op het gebied van de zeevaart nog jongens van stavast kent als in de dagen van Bontekoe. Dat blijkt reeds dadelijk uit de voorge schiedenis, n.L van wat er aan de sleepreis voorafging. Omstreeks 1922 zond de Hol landsche maatschappij voor aannemingen te Beverwijk een hoeveelheid materiaal naar Argentinië voor het verrichten van werk zaamheden voor het aanleggen en verbeteren van havens. Het werk werd na eenigen tijd gestaakt en de genoemde maatschappij ging in andere handen over. Aan het in Argenti nië achtergebleven materiaal schreef men, aangezien het sedert het staken der werk zaamheden ongebruikt was gebleven, geen groote waarde meer toe, zeker niet vol doende om de kosten voor het vervoer naar Nederland er aan te spendeeren. Verwaarloosde schepen aan eenzaam strand. In het vroege voorjaar van dit jaar ver trokken echter drie jongelui, uit Nederland naar Argentinië om eens na te gaan, of er aan de achtergebleven goederen niet toch nog iets kon worden gedaan om althans een deel van de verloren waarde te redden. Het waren de 26-jarige H. van Giffen, die in het bezit is van zijn stuurmanscertificaat, de 23- jarige S. Jongeling en de 19-jarige W. H. Mellema. Zij wisten, dat in Argentinië waren ach tergebleven de in 1914 gebouwde Neder landsche baggermolen Beverwijk ,16, lang 53 meter, breed 9.35 meter, en hol 3*50 me ter, alsmede de Nederlandsche sleepboot Beverwijk 20, lang 35 meter, breed 8 meter en hol 3.80 meter, voorzien van een machi ne van 850 P.K. Zij vonden dit materiaal echter niet te Buenos Aires. Het bleek geheel onbeheerd te zijn achtergelaten op het verwijderde Tigire-eiland, waar men over vrijwel geen hulpmiddelen, noch over werkplaatsen be schikte. Het eerste onderzoek wees reeds uit, dat van de beide vaartuigen, die uit prima materiaal gebouwd zijn, voorname lijk het houtwerk veel had geleden. De jon gens besloten zelf de beide vaartuigen in zoodanigen toestand te brengen, dat zij er mee naar Buenos Aires konden komen, voor verdere reparatie. Met ijzeren energie heb ben zij gewerkt om het zoo ver te krijgen. Op een verlaten gedeelte van strand van Tigre-eiland waarachter het bosch begint, nabij een verwaarloosde, uit golfijzeren platen gebouwde loods, lagen de beide vaar tuigen aan een steiger, die geheel vergaan was. Het eerste werk, dat de drie Hollandsche jongens moesten doen, alvorens zij het be- noodigde materiaal naar de beide schepen konden brengen, was dan ook het bouwen van een nieuwen steiger, waarvoor zij het benoodigde hout uit het bosch haalden. Daarna begon het eigenlijke reparatiewerk, onder zeer moeilijke omstandigheden, ten gevolge van het klimaat, maar vooral door het ontbreken van allerlei gereedschappen, zoodat men soms zijn toevlucht tot zeer primitieve middelen moest nemen. En in het begin van Juli waren zij zoo ver gevorderd, dat zij met de beide vaartui gen naar Buenos Aires konden vertrekken, waar sleepboot en baggermolen in het dok gingen voor het verrichten van de noodige werkzaamheden aan de onderwaterdeelen. Maar toen bleek ook, welk prachtig resul taat de jongens met hun ijzeren doorzet tingsvermogen en hun taaien arbeid hadden bereikt. De twee vaartuigen, waarvan men in Nederland reeds had geloofd, dat zij als cud-roest afgeschreven moesten worden en nog slechts geschikt zouden zijn voor ver koop aan den slooper, bleken te voldoen aan alle eischen, die gesteld worden voor het verkrijgen van de Lloyds-attesten, nadat ge bleken was, dat alle door de scheepvaart inspectie te Amsterdam voorgeschreven werkzaamheden, waarover een instructie- brief was meegegeven, waren uitgevoerd. Baggermolen en sleepboot waren weer ten volle zeewaardig. Waarom zou men dit kostbare materiaal, dat weer volkomen bruikbaar was gewor den, niet weer terugbrengen naar Neder land? Een gewaagd plan. Het plan, dat de jongelui misschien tij dens het harde werk op Tigre-eiland reeds toen voor oogen stond, nam vasten vorm aan. Zij bepleitten het zoo vurig, dat men er in Nederland mee accoord ging, en twee Nederlandsche machinisten en een Neder landsche stuurman werden naar Buenos Aires gezonden, opdat er althans zes Neder landers zouden zijn die leiding konden ge ven om het gewaagde transport uit te voe ren. De 26-jarige van Giffen zou daarbij als gezagvoerder optreden. Kapitein van Giffen en Mellema Jr. kre gen daarbij echter nog eerst gelegenheid, te toonen dat zij niet alleen waardige na zaten waren van de oude Hollandsche zee vaarders, maar ook van de roemruchte Hollandsche kooplieden, want zij hadden al hun handelstalenten noodig om niet de dupe te worden van de velen, die in een haven als Buenos Aires van elk schip, waarmee iets gebeuren moet, graantjes trachten mee te pikken. Te overwinnen moeilijkheden. Dat de sleepreis zelf een zware en avon tuurlijke onderneming zou worden, stond van tevoren vast. Men moest te Buenos Aires een bemanning monsteren en had daarbij niet al te veel keus, zoodat men een samenraapsel kreeg van zeelieden van ver schillende nationaliteiten, die niet de min ste routine hadden op het gebied van sleep reizen, zoodat de zes Nederlanders aan boord naast hun verantwoordelijke taak van officier dikwijls moesten meehelpen bij het verrichten van het eenvoudigste ma- trozenwerk. Daarbij komt, dat de 35 ton metende sleepboot Beverwijk 20 aanzienlijk blijft beneden de afmetingen van de sleep- booten, die gewoonlijk voor lange afstands- reizen worden gebruikt, terwijl men dit keer niet van Nederland om de Zuid ging, met het voordeel van wind en stroom, maar in omgekeerde richting, vrijwel steeds tegen wind en stroom in, in een voor een derge lijk transport al zeer ongunstig jaargetijde, n.L winter in het zuiden, najaar in het noor den. Hachelijke avonturen. Men heeft dan ook aan boord wel hache lijke oogenblikken meegemaakt. Einde Juli vertrok men uit Buenos Aires. Reeds ter stond nadat men buiten de La Plata-rivier was, had men met zwaar weer te kampen, dat zoodanig verergerde, dat men na 4 k 5 dagen tijdens een hevigen storm, den molen dreigde te verliezen. In het hartje van den nacht brak de sleeptros, alle hens aan dek om de zaak te klaren. Vrij spoedig ziet men de lichten van den baggermolen op de gol ven dansen en vindt men den molen terug, waarna men begint de sleeptros te hernieu wen. De zes Hollanders werkten het hardst, omdat zij de eenige werkelijke zeelui met ervaring blijken te zijn. Bij dat werk breekt de eerste machinist een been en een ma troos wordt Zoodanig over dek geslagen, dat hij blijft liggen. Terwijl eenerzijds de ge- wohden moeten' worden geholpen, moet men anderzijds trachten, bij den terugge vonden molen te blijven, en de sleeptros weer binnen te krijgen, wat ondanks de duisternis en huizenhooge golven gelukt. Den volgenden morgen kan men weer een normale verbinding tot stand brengen. Dat was het eerste avontuur. Men liep Rio de Janeiro binnen met de voorpiek van de sleepboot vol water. De geleden schade werd hersteld en twee dagen later was men weer onderweg, naar Pernambuco om te bunkeren. De jongens konden hun ongeduld nauwelijks bedwingen. Na één dag begon men de lange reis naar het Antillen-eiland St. Vincent. Het was een moeilijk traject, voortdurend tegen den wind in en met een beperkten voorraad kolen aan boord. Veel al liep men niet harder dan 3 mijl per uur. Slechts twee dagen bleef men in St. Vin cent. Toen begon de overtocht over den At- lantischen Oceaan, met als doel Madeira. Dagen lang zag men slechts lucht en water en had men te worstelen met tal van moei lijkheden, zooals men die dikwijls ook in oude scheepsjournalen leest. Door harden tegenwind haalde men Madeira niet en met het laatste beetje kolen kwam men te Las Palmas op de Kanarische eilanden aan. Eenige leden van de bemanning leden aan scheurbuik en moesten aan wal worden ge bracht. Groote hoeveelheden vruchten en versche groenten werden ingeslagen, op nieuw werd gebunkerd, en na twee dagen vertrok men, in de hoop, in één ruk IJmui den te kunnen halen. Dat dit niet gelukt is, moet geweten wor den aan het zeer zware Hveer in de Golf van Biscaye en in het Engelsche kanaal. Men had de grootste moeite om van de Fransche kust te komen. Van de sleepboot sloeg een reddingboot, die op de brug stond stuk, ter wijl het dekhuis van den baggermolen af sloeg en de molen bovendien lek raakte. Niettemin bracht kapitein van Giffen vier dagen geleden het transport veilig op de reede van Cowes. Het lek werd gevonden en alles geklaard. Na een reisduur van meer dan negentig dagen is thans het laat ste gedeelte begonnen. Nog slechts eenige dagen en het transport, dat den overtocht over den Atlantischen oceaan heeft vol bracht, zal de Noordzee zijn overgestoken en te IJmuiden aankomen. Het zal een mooie dag zijn voor deze Hol landsche jongens, die op kranige wijze ge toond hebben dat, wat er ook aan uiterlijke dingen mag zyn veranderd, dat ondanks de vervanging van het zeilschip door het stoom- en het motorschip, de geest der oude zeevaarders ook bij de jongere generaties van ons volk nog altijd levend is. DE VALSCHE KAARTJES-AFFAIRE. Een elftal arrestanten. De politie te Amsterdam heeft nog twee conducteurs in dienst bij de N.V. Reederij J. H. Bergmann, aangehouden die er eveneens van worden verdacht, zich te hebben schuldig gemaakt aan den ver koop van valsche kaartjes op de bootjes van deze onderneming. Met deze beiden zit thans een elftal verdachten in deze zaak in arrest. PRINSELIJK PAAR WEER IN PALEIS SOESTDIJK. Na een afwezigheid van ongeveer 4 weken zijn H. K. H. prinses Juliana en Z. K. H. prins Bernhard gister- avond te 7 uur weder in het paleis te Soestdijk teruggekeerd. Het prinselijk paar was gezeten in de Maybach. De prins zat aan het stuur. De hofhouding volgde in een tweede auto. Op het bordes van het paleis was de intendant van het domein jhr. J. A. de Jonge van Zwijnsbergen ter be groeting aanwezig. LANDMACHT GEEFT HUWELIJKSGESCHENK. Aan het prinselijk paar. Het huwelijksgeschenk, dat door de Koninklijke Landmacht aan het prinselijk paar zal worden aangeboden, n.1. een zeer fraai bewerkt kamerscherm, is thans gereed gekomen. Zooals bekend werd het ontwerp voor dit scherm samengesteld door den architect A. J. Kropholler uit Wassenaar en vervaardigd in de afdeeling houtbewerking van het luchtvaartbedrijf te Soesterberg. Voordat de officieele aanbieding zal plaats hebben, zal het scherm in de kunst zaal Kleykamp te 's Gravenhage worden tentoongesteld. Het kamerscherm, dat vervaardigd is van eikenhout met coro- mandel paneelen, bestaat uit vijf deelen, n.1. een groot middenpaneel met aan weerszijden twee kleinere paneelen. De scharnieren en de voeten, waarop het scherm rust, zijn vervaardigd door de artillerie inrichtingen aan de Hembrug uit oude bronzen kanonnen. Het middenstuk van het scherm bevat een schilderstuk van den schilder D. Nijland, voorstellende het paleis Noordeinde, waarvoor een enthousiaste menigte het op het balcon staande prinselijk paar toejuicht. Voorts zijn op het scherm de symbolen van de verschillende afdeelingen van de Ko ninklijke landmacht gebeeldhouwd. Dit beeldhouwwerk is vervaardigd door den heer Tji'pke Visser uit Amsterdam. De datum, waarop de officieele aanbie ding zal plaats vinden, is nog niet vastge steld. DE WERKLOOSHEID IN DE BAKKERIJ. En de bestrijding ervan. Een van de eerste openbare uitingen van den nieuwen minister van sociale zaken is wel geweest de verzending van een circulaire aan de vakcentrales van werkgevers en arbeiders, waarin deze werden opgeroepen met den minister te willen overwegen, wat er nog meer in Nederland terzake van bestrijding der werkloosheid zou kunnen worden gedaan, dan tot nu toe verricht was. Eind Augustus en begin September zijn daarop onder het persoonlijke voorzitter schap van den minister de besprekingen aangevangen, die er toe geleid hebben, dat een werkcommissie is ingesteld, die tot taak kreeg de in de circulaire gestelde vraag van bedrijf tot bedrijf te bezien, en met voorstellen te komen. Deze gang van zaken is voor het convent van christelijke werkgevers en arbeiders organisaties in de voedingsbedrijven aan leiding geweest de ministerieele vraag, voor zooveel het bakkersbedrijf aangaat, te overwegen en het heeft getracht con crete voorstellen te formuleeren. Eén dezer dagen is aan de werkcommis sie dientengevolge een rapport verzonden. In dit rapport worden de oorzaken van de werkloosheid in het bakkersbedrijf na gegaan, en middelen tot verbetering van den bedrijfstoestand besproken. Alle primaire oorzaken van de werk loosheid in het bakkersbedrijf worden ge noemd de gevolgen van de invoering der Arbeidswet 1919, de economische crisis omstandigheden, sedert 1929, en de reor ganisatie van het bedryf. Verbetering wordt verwacht van het gebruiken der mogelijkheden, die de nieuwste wetgeving, de wet op de bindend verklaring van ondernemersovereenkom sten, de vestigingswet (kleinbedrijf), de collectieve arbeidsovereenkomst en de bindendverklaring ervan, bieden. Voorts wordt gepleit voor de invoering van een leerlingstelsel en een bedrijfspen sioenfonds, terwijl als direct uitvoerbare maatregelen, die de werkloosheid kwamen verminderen worden genoemd: a. betere controle op de naleving der Arbeidswet, bijzonder in het, het bonafide bedrijf ondermijnende, randbedrijf; b. aanvulling van het broodbesluit ana loog aan het melkbesluit, waarbij een concept van zoodanige aanvulling aange boden wordt, en c. verlaging, c.q. afschaffing der vele heffingen op de grondstoffen der bakkerij, en haar producten. De in de ministerieele circulaire ge noemde middelen ter bestrijding der werk loosheid, als verkorting van arbeidsduur, wandelwekeil! als in de typografie en het twee-op-een-stelsel, worden van de hand gewezen öf omdat ze reeds toepassing vonden öf omdat ze voor het bakkersbe drijf ongeschikt zijn. GEHEIMZINNIGE BRAND OP DE „MEGARA". De ontploffing aan boord onver klaarbaar. De kapitein van het tankschip „Megara" Peter Rietker, heeft in een interview in een Londensche krant medegedeeld, dat de ontploffing, welke wel het dek van den bak tot de brug zengde, doch de olie in de tanks onder het dek niet in brand stak, een geheimzinnige zaak blijft. Vermoede lijk is evenwel wat gas uit de tanks ont snapt en naar het vooronder, waar de Chineesche bemanning huisde, gestroomd en in brand geraakt. Niettegenstaande in den boek aan stuurboordzijde een gat was geslagen van zeven bij tien meter, heeft de „Megara" Hamble op eigen kracht bereikt, met een gemiddelde snelheid van vijf knoopen. Het schip werd begeleid door de sleepboot „Zwarte Zee." De eerste machinist, Jan Scherpenhuy- zen, vertelde, dat hij in zijn hut zat te praten met den derden stuurman, Hart- veldt, toen plotseling, na een hevigen knal, het schip begon te slingeren.» Hartveldt zag uit het vooronder een lichaam naar buiten vliegen, tegelijk met stukken me taal. Spreker zelf en de kapitein vlogen naar het dek en zagen, dat het geheele vooronder was vernield en in brand stond. De kapitein liet onmiddellijk stoom geven en het vuur werd gedurende twee en een half uur bestreden. Drie Chineezen waren bij de ontploffing over boord geslagen, een vierde kon het vooronder niet verlaten en is levend ver brand, terwijl een vijfde later aan de op- geloopen kwetsuren is overleden. Het stoffelijk overschot werd aan de golven toevertrouwd. De geheele lading, bestaan de uit elf duizend ton stookolie, is gered. DS. W. F. A. WINCKEL GERIDDERD. Als gevolg van zijn bijzondere ver diensten op het gebied van beschrijving van dr. Kuyper en diens leven, is, tijdens de middagbijeenkomst van de Kuyper- herdenking in het Concertgebouw te Am sterdam, de in Blaricum wonende predi kant ds. W. F. A. Winckel tot ridder in de Orde van Oranje Nassau benoemd. WELDADIGHEIDSZEGELS IN NEDERLANDSCH-INDIE. Ten bate van A. S. I. B. Evenals vorige jaren zullen ook dit jaar in Nederlandsch-Indië weldadigheids zegels worden uitgegeven, thans ten bate van het Algemeen Steunfonds voor In- heemsche Behoeftigen (A. S. I. B.) De weldadigheidszegels zullen in Indië worden verkocht van 1 December af tot en met 9 Januari a.s. en zullen hier te lande gedurende denzelfden termijn aan de philatelistenloketten verkrijgbaar wor den gesteld. De weldadigheidszegels worden voor het gebruik gelijkgesteld met gewone Indi sche frankeerzegels en blijven geldig tot en met 30 September 1938. De zegels verschijnen in de frankeer- waarden 2 cent, 3a/2 cent, 7K cent, 10 cent en 20 cent terwijl de verkoopprijs resp. 3 cent, 5 cent, 10 cent, 12 XA cent en 25 cent bedraagt. De zegels zijn ontworpen en vervaardigd door de N.V. Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem en uitgevoerd in rotogravure- druk in de kleuren sepia, donkergroen en steenrood de zon geel voor de waar den 2 cent, IY2 cent en 10 cent en muisgrijs en helderblauw voor de waarden 3 K cent en 20 cent. De afmetingen bedragen 18 x 22 m.M. „KUNST ZIJ ONS DOEL. Tentoonstelling in het voormalig recherchegebouw, naast de Open bare Leeszaal. Het teekengenootschap „Kunst zij ons Doel" houdt tot en met 14 November in de twee benedenvertrekken van het per ceel Langestraat 87 zijn jaarlijksche ten toonstelling. Ideaal is deze expositie-gele genheid niet, maar de gemeente neemt nog steeds geen beslissing om aan het museum in het gemeente-archief die uitbreiding te geven, die het behoeft en in ieder geval is de thans beschikbaar gestelde expositie ruimte beter dan het oefenlokaal in „De Nieuwe Doelen". „Kunst zij ons doel" is de ruim een eeuw oude vereeniging van burgers, die Apollo's kunst uit liefde beoefenen. In onzen tijd van rationalisme, waarin de vakbekwame mensch al minder ge vraagd wordt, is het zeker goed, dat er nog burgers gevonden worden, die weten, dat het beoefenen van de kunst den mensch levensvreugde geeft, en het scheppen van een kunst, althans het streven daar naar, hooger stellen dan het bezit er van. En gelukkig zijn het niet alleen de oude ren, die in dit opzicht op de barricaden blijven staan. „Kunst zij ons doel" mag zich er in verheugen, dat steeds weer jon geren toetreden om het oude vaandel hoog te houden en het is verblijdend, dat die jongeren het bewijs leveren, dat het stre ven van den tijd om in de kunst de waar heid te geven, niet aan hen voorbij gaat. Daardoor krijgt men steeds weer de zoo gewenschte vernieuwing. Dat men niet kan volstaan met de nuchtere naturalis tische wereld te benaderen, doch ook dient te pogen den geest van de dingen te om vatten, valt ook in deze expositie van dilettanten waar te nemen. Een 18-tal leden exposeeren 'n 152 teekeningen, aquarellen en olieverfschil derijen. Opmerkelijk is het weinige zwart en wit, dat ditmaal op deze tentoonstelling aanwezig is en toch kan er in de zwart- en witteekening zooveel worden vastgelegd, is de teekening voor de studie van zoo ontzaglijk veel belang. Nx. 25, een teeke ning van mej. Vrout Wit uit Heiloo, is daarvan een goed voorbeeld. Het eere-lid, de thans 83-jarige heer J. Cock, exposeert een tweetal olieverfschil derijtjes en een pastelteekening „Herfst in boschdoor hem het vorig jaar vervaar digd. Het zonnige karakter van dezen thans in Voorburg wonenden oud-Alk- maarder komt daarin sterk tot uiting en het werk bewijst een levensvitaliteit, waarvoor wij bewondering kunnen heb ben. Het is bekend, dat Michel Angelo tus- schen 80 en 90 jaar onvergankelijk werk schiep en het is ook bekend, dat onze groote bouwmeester Cuypers nog op 80-jarigen leeftijd een leidende taak in zijn architecten-bureau vervulde en dat Vondel, wiens geboortedag vóór 350 jaar wij straks in November herdenken, jn hoogen ouderdom vele onvergankelijke dichtwerken schiep. Over het algemeen behoort dit tot de uitzonderingen en daar om is het goed, dat vele jongeren zich aan den vitalen ouden heer Cock spiegelen. Van het werk der oudere leden trok onze bijzondere aandacht een aquarel van den heer K. de Heer, „Lindengracht". Deze aquarel, die ons aan het oude ste denschoon van Brugge herinnert, is prachtig van kleur en lichttegenstellingen De heer D. J. LiekelesOebles exposeert een niet onverdienstelijke krijtteekening van een Volendammer, terwyl de heer W F. Slinger een viertal portretten tentoon stelt, waarvan twee pastels en twee in olieverf zijn uitgevoerd. Het is de verdienste van deze portretten dat ze zeer goed gelijken. In de pastels herkent men oogenblikkelijk den oud burgemeester van H.-Hugowaard, den heer Wiebe van Slooten en den oud administrateur van het Alkmaarsche Zie kenfonds, den heer Keuzekamp, welke beide heeren thans in Bergen wonen. De heer Theo Groothuizen exposeert een portretstudie, waaraan hij de noodige levendigheid heeft gegeven door het figuur in een vriendelijk interieur te plaatsen. Langéreijs is aanwezig met een drietal olieverfschilderijtjes, waarvan Nr. 5 „Kopstudie", bijzondere belangstelling verdient. Ook het stilleven Nr. 4, „Viool met grijze kruik en doek" is prachtig van kleur. Het met temperament uitgevoerde schilderij van K. Koenot, „Poldergezicht in Schoorl", geeft zeer verdienstelijk het wijde polderland, dat men vanaf een duintop in Schoorl kan aanschouwen. Zijn schilderijtje „Strand" met meisjes figuur leeft en is mooi van compostie. Jan van Dok, een van de veelbelovende jongeren, wiens werk-er van getuigt, dat hy een buitengewone vaardigheid bezit, en die in dit milieu een aparte plaats in neemt, komt met een drietal doeken uit, die hij reeds eerder in de Wico-studio exposeerde. Wie met zijn werk nog geen kennis maakte, mag niet verzuimen, dit thans te doen. Zijn werk is van een groote zuiverheid en getuigt van een ernstig streven om boven de natuur uit te komen. Dirk Nap exposeert een fijne teekening van den preekstoel in de St. Laurenskerk, een prachtige negerkop en een bloemstuk „Zonnebloemen met bruine kan", waar mede hij het bewijs levert, dat zijn werk boven dat van den gemiddelden dilettant staat. T. Sötemann verdient belangstelling voor Nr. 43,'„Duingezicht". M. W. Ruygh is een van de jongeren, die het in de moderne richting zoekt. Men zie Nr. 19, „Hout", dat nog te naturalis tisch is. Van Th. v. Baar noemen wij Nr. 40, een goed geteekend meisjesportret. K: Piet exposeert „Paddestoelen", F. Kruse een portret, J. Dekker twee land schappen, mevr. Hoogervorst een „Stil leven" en mej. G. H. Slooves een krijttee kening, een pastel en een drietal aquarel len, waarvan Nr. 14, „Paddestoelen" in fijne kleuren is uitgevoerd. (Uitsluitend 2e hands artikelen Van 1—5 regels 35 cent b(j vooruit betaling. Guitaar te koop gevr. Brieven onder letter L 469 bureau van dit blad. Te koop: een gebruikte van Delft's kinderwagen, z. g. a. n. Te bevragen ZAADMARKT 68. Zeer billyk te koop: best heerenrijwiel t n. en jongensrywiel, tevens een emaille kachel groen (vierkant) en een radio toestel Avro Kasandra 1931 z. 1. Te bevr. FORESTUSSTRAAT 39. Moderne kinderwagen z. g. a. n. te koop. FNIDSEN 51. Prima Amerikaansch Kamerorgel 20, mooie piano 55, brandkast 20, groot vast kleed en een groot karpet, prima veerenbed 7.50, pracht speeltafeltje, closetstoel, enz. Dekker, Nieuwesloot 89. Te koop een 2 p. houten ledikant, ma tras, veerenbed, 4 stoelen (leer). Alleen Zaterdag. EMMASTRAAT 81. Eersteklas Ibach piano te koop z. g. a. n. pracht meubel voor 160. Adres VOGELENZANG 17, Alkmaar. Te koop Miele Stofzuiger 15.00, groote zaalkachel, Salamanderkachels en kook kachels, geëmailleerde fornuizen, gegoten fornuizen by A. NIEROP, Nieuwesloot 15. Te koop prima haard. STATIONSSTRAAT 82. Pfaff- en Singernaaimachines. Inzink- bare Singermachine z. g. a. n. 48.50, prima handnaaimachine met garantie 9.50. Zie étalage. Nergens zoo goedkoop. DEKKER, Nieuwesloot 89. Te koop 2 Volendammer Costum®* (man en vrouw), geheel compleet. Adres te bevragen bureau van dit blad. Koopjes Gebr. rijwielen: Heerenrijw. met Torp. naaf 12.00, 15.00, 19-50' enz. Damesrijw. 9.00, 14.00, 15.00, Jongens 9.00. NIEROP, Heerenstraat 10. Tel. 3827. Te koop pracht viool, gekost hebbende 80 tegen elk aannemelijk bod. Br. franco onder letter O 472 bureau van dit blad. Inboedel te koop w.o. ledikanten, bed den, tafels, kasten, Singernaaimachine, enz. Wagenmakerstraat 14, Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6