I
JUuUopCOQMmtM
SxuilletoH
De begrooting van binnenlandsche zaken.
0
1
I
i
s
DE QOUDEN
Binnenland
Het voorloopig verslag van de T\ eede Kamer.
Pftï kt 9
i*4? V .£i«%.
iMÖ il#fc j-, V- V
TWEEDE BLAD
Aan het voorloppig verslag van de Tweede
Kamer, over de begrooting van binnenland
sche zaken wordt het volgende ontleend:
De Zondagswet.
Enkele leden klaagden er over, dat de
Zondagswet bij voortduring niet wordt na
geleefd, en vroegen zich af, of de gemeen
tebesturen wel voldoende doordrongen zijn
van de groote beteekenis van de Zondags
rust, die een der voorwaarden is voor Zon
dagsheiliging. Zij wezen in dit verband op
het feit, dat burgerwachten bij voorkeur op
Zondag oefenen, terwyl het aantal alge-
meene landdagen, die op den Zondag ge
houden worden, steeds toeneemt.
Tevens werd gewezen op de huidige ont
wikkeling van de sport, die in toenemende
mate de Zondagsrust bedreigt en van zeer
velen onnoodigen arbeid eischt. Men drong
er op aan het spelen van wedstrijden op
Zondag zooveel mogelijk te beperken en
daarvoor meer gebruik te maken van den
vrijen Zaterdagmiddag. In dit verband werd
nog de aandacht gevestigd op de verkeers
opstoppingen ten gevolge van het bezoek
aan voetbalvelden, waardoor eenigen tijd
geleden te Rotterdam kerkbezoekers ver
hinderd werden de avonddiensten hunner
gemeente te bereiken. Hiertegen werd op
gemerkt, dat dit een geval was, dat vol
komen op zich zelf stond, n.L toen bij den
eersten wedstrijd tusschen Nederland e.n
België te Rotterdam het verkeer in zijn ge
heel niet voldoende bleek te kunnen af
vloeien.
Ten aanzien van de sportbeoefening op
Zondag werd van andere zijde opgemerkt,
dat, hoezeer het wenschelijk zou zijn, dat
hier te lande op sportgebied irt meerdere
mate het Engelsche voorbeeld gevolgd werd,
daartoe een ommekeer in ons maatschappe
lijk leven noodig zou zijn.
In dit verband werd nog gewezen op de
groote cultureele beteekenis van de sport,
welke het verkeerd besteden van den Zon
dag tegengaat.
De Bioscoopwet.
Verscheidene leden verzochten den mi
nister een wijziging van artikel 42 van het
Bioscoopbesluit te willen bevorderen, waar
door het mogelijk zou worden ook bij na
keuring coupures aan te brengen.
Enkele leden vestigden de aandacht óp de
machtspositie, welke de Bioscoopbond in
neemt. Bij herhaling zijn er botsingen ge
weest tusschen dezen bond en gemeente
besturen, waarbij het niet alleen om be
lastingaangelegenheden ging, maar dikwijls
ook om geheel andere zooals b.v. bescher
ming van de jeugd tegen de gevaren van de.
bioscoop. De bijzondere machtspositie van
genoemden bond maakt in zulke gevallen
het verzet van de gemeentebesturen veelal
krachteloos, zoodat alleen een optreden van
de regeering zou kunnen baten.
Openbare orde en rust.
Eenige leden wilden ook nu hun bezwa
ren uiten tegen de instandhouding van de
vrijwillige burgerwachten en den bij zon
deren vrijwilligen landstorm. Elders, in het
buitenland, is voldoende duidelijk gebleken,
dat aan het vormen van particuliere corp
sen gevaar verbonden is. Nu bovendien bij
de verkiezingen in Mei j.L de van alle uiter
sten afkeerige gezindheid van het Neder-
landsche volk opnieuw zeer duidelijk is ge
bleken en voor de versterking van leger en
politiemacht zooveel geld noodig is, is er
nog meer reden om tot opheffing ever te
gaan.
Andere leden ontkenden, dat hier van par
ticuliere corpsen kan worden gesproken.
Wel rees bij hen de vraag, of de burger
wachten in het algemeen nog beantwoorden
aan haar doel. Zijn zij nog wel voldoende
paraat?
Er werd daarom op aangedrongen een
ernstig onderzoek te doen instellen naar de
nuttigheid van de voor de burgerwachten
bestede gelden.
Voorts werd gevraagd, of de betrouw
baarheid der burgerwachten over de geheele
linie door de regeering voldoende is te con
troleeren. In dit verband wezen enkele
leden op de eigenaardige mentaliteit, welke
bij de Haagsche burgerwacht tot uiting
kwam en het noodig maakte, dat de burge
meester ingreep.
In tegenstelling tot de leden, die bezwaar
maakten tegen de instandhouding van de
vrijwillige burgerwacht en den bij zonderen
vrijwilligen landstorm, achtten andere
leden deze instituten noodzakelijk. Indien de
regeering zorgt, dat voldoende ernst wordt
betracht en de betrouwbaarheid boven allen
twijfel staat, kunnen zij een nuttig instru
ment in handen der overheid zijn. Deze
leden drongen er dan ook op aan, dat *ie
bijdragen voor deze instituten worden ver
hoogd.
Samenvoeging van gemeenten.
Verscheidene leden drongen er op aan,
dat in meerdere mate dan thans geschiedt
uit een oogpunt van bezuiniging kleine ge
meenten worden samengevoegd. In dit ver
band werd wederom gewezen op den toe
stand in den Alblasserwaard, waar men
kleine gemeenten heeft met 400 of 500 in
woners.
Benoeming en herbenoeming van
burgemeesters.
Eenige leden uitten hun bezorgdheid over
het standpunt der regeering ten aanzien
van burgemeestersbenoemingen. Hoewel zij
zich er mede konden vereenigen, dat de
regeering let op de uit de verkiezingsuit
slagen blijkende politieke verhoudingen, er.
tevens op kerkelijke verhoudingen, werd
toch gevraagd hierin niet te ver te gaan. De
hoofdvraag moet steeds blijven wie de
meest geschikte voor het bepaalde ambt is.
In geen geval za! men het begrip politieke
vacature mogen introduceeren.
Enkele leden verzor'-*-- minister bij
herbenoeming van burgemeesters even
strenge normen toe te passen als bij de eer
ste benoeming. Ongeschikter moeten in het
belang der gemeenten worden geweerd.
Van een verkregen recht mag geen sprake
zijn. Het belang der gemeente moet steeds
praevaleeren boven dat van den burge
meester. Zij vertrouwden, dat de minister
op dit punt niet zou schromen hooge eischen
te stellen en, zoo noodig, in te grijpen.
Gedragingen van burgemeesters.
Enkele leden achtten het door den burge
meester vsn Groningen uitgevaardigde ver
bod van vertooning van het stuk Het krijgs
plan der demonen, niet gegrond. Bedoeld
stuk heeft een zeer achtbare vredelievende
strekking, gericht tegen de ramp van den
oorlog.
Van. andere zijde werd gewezen op het
Verbod van vertoóning van De dag des oor-
deeld in eenige gemeenten. Een dergelijk
verbod is naar men meende niet in over
eenstemming met de door de regeering zoo
zeer gepiezen geestelijke vrijheid.
Gemeentepolitie
Vele leden merkten op, dat een verster
king van de activiteit der gemeentepolitie,
in het bijzonder in de kleine gemeenten,
wenschelijk is. Zij meenden, dat deze zou
kunnen worden verkregen door de gemeen
tepolitie, die op het platteland elk corpsver-
band mist, b.v. per provincie in een derge
lijk verband te brengen.
Gewezen werd nog op het vaak hinderlijke
optreden van de gemeentepolitie, hetgeen
herhaaldelijk tot minder gewenschte gevol
gen aanleiding heeft gegeven, zooals te
Bloemendaal, tijdens de Jamboree.
S. D. A. P. EN AMBTENARENWET.
Regeering over de z.g. defensie
verboden.
Nauwgezette overweging van een moge
lijke opheffing van de z.g. defensiever
boden betreffende S.D.A.P. en N.V.V. in
het licht der tegenwoordige omstandig
heden en verhoudingen, heeft doen zien,
aldus de Memorie van Antwoord op de
algemeene beschouwingen over de Rijks-
begrooting 1938, dat dit vraagstuk niet
op zichzelf kan worden beschouwd. De
voorschriften nopens het verbod voor
ambtenaren in het algemeen om deel te
nemen aan de werkzaamheid van bepaal
de vereenigingen of groepen, zijn mede in
de nadere overweging moeten worden
betrokken. Onvoorwaardelijk moet worden
vastgehouden aan den eisch, dat het over
heidspersoneel, zonder eenig voorbehoud
onder alle omstandigheden zijn taak ge
trouwelijk zal vervullen. In dit opzicht
moet de sterkst mogelijke waarborg wor
den gevorderd. Gewijzigde voorzieningen,
waarin vorenbedoelde waarborg is veran-
kerdv zijn in een ver gevorderd stadium
van voorbereiding. Het mag als bekend
worden verondersteld, dat in die voorbe
reiding ook het georganiseerd overleg in
ambtenaarszaken moet worden betrokken.
De regeering moet de critiek, welke ook
thans weder door een aantal leden wordt
uitgeoefend op de wijze, waarop artikel
126 der Ambtenarenwet wordt toegepast,
afwijzen. Zij kan niet toegeven, dat bij die
toepassing verder is gegaan, dan de strek-
kir g van de wetsbpoaling toeliet.
Een verder gaande bemoeiing dan in
normale tijden met de rechtspositierege
lingen der lagere organen, acht de regee
ring voorshands nog noodig.
Zij teekent hierbij aan. dat van de zijde
der personeels-organisaties niet zelden
om toepassing van artikel 126 der Ambte
narenwet wordt verzocht.
MINISTER VAN BUUREN NAAR
BRABANT EN LIMBURG.
De minister van Waterstaat, mr. dr. ir.
J. A. M. van Buuren zal zich vandaag naar
het Zuiden des lands begeven, met het
doel, zoowel enkele waterstaatswerken in
Noord-Brabant en Limburg in oogen-
schouw te nemen als een bezoek aan de
mijnstreek te brengen. De minister zal ver
gezeld zijn van ir. J. P. van Vlissingen,
directeur-generaal van den Rijkswaterstaat
en mr. N. C. Couvée, raad-adviseur aan het
departement van Waterstaat.
KIND GEDOOD.
Onder een locomobiel geraakt.
Gistermiddag is op den Deventerstraat-
weg te Zwolle een doodelijk ongeluk ge
beurd. De 8-jarige A. Vulkers uit de ge
meente Zwollerkerspel, die met haar
broertjes en vriendjes van school op weg
naar huis was, geraakte bij het spelen
onder een voorbijkomende locomobiel,
welke door een tractor werd voortgetrok
ken. Het kind kwam onder de voorwielen
van de zware machine terecht, en was
vrijwel op slag dood.
ERNSTIG ONGELUK BIJ DE JACHT.
Jongetje doodgeschoten.
Gisteren is bij eer. drijfjacht in de
bosschen van de familie De Liede-
kerke te Eysden (L.) een ernstig
ongeluk gebeurd. Door het afgaan van
een jachtgeweer werd het veertien
jarig zoontje van deri boschwachter
Wetzels in het hoofd getroffen. Het
slachtoffer werd in zorgwekkenden
toestand naar het ziekenhuis te
Maastricht overgebracht, waar de
jongen is overleden.
HOFJACHT IN DE BOSSCHEN VAN
HET LOO.
Vrij aanzienlijke jachtbuit.
Op uitnoodiging van H. M. de koningin
heeft gisteren een gezelschap heeren nabij
Het Loo op wilde zwijnen gejaagd. Het ge
zelschap bestond uit Z. K. H. prins Bern-
hard, prins Aschwin, graaf Van Oeyn-
hausen en jhr. mr. dr. W. F. Röell, kamer
heer i.b.d. van de koningin, W. A. A. J.
baron Schimmelpenninck v. d. Oye, jager-
meester van de koningin voor Zuidholland,
majoor H. G. van Everdingen, commandant
van het depót der Kon. Marechaussee te
Apeldoorn en jhr. C. E. J. M. Verheijen,
eerste stalmeester van de koningin.
's Morgens is onder leiding van den heer
W. Brantsma, jagermeester van de koningin
te Gortel en Niersen gejaagd en 's middags
onder leiding van houtvester jhr. ir. W.
Röell te Uddel.
Het gezelschap heeft in het Boschhuis te
Gortel gedejeuneerd. De koningin en prin
ses Juliana zaten hier mede aan.
De jachtbuit was vrij aanzienlijk.
Na afloop van de jacht zijn de heeren
naar het paleis Het Loo teruggekeerd.
Vrijdag 5 November.
HILVERSUM, 301 M. (8.—12.—
4.—7.30 en 9.—12.— VARA, de
AVRO van 12.-4.— en de VPRO
van 7.309.uur). 8.Gr.pl.
10.VPRO-morgenwijding. 10.20
Deel. 10.40 Gr.pl. 11.10 Verv. deel.
11.30 Orgelspel. 12.— Het Kovacs
Lajos' orkest en soliste. In de pauze
gr.pl. 1.30 Pianospel. 2.— De tuin
in November, causerie. 2.30 't Lyra-
Trio. 3.15 Avro-dansorkest. 4.—
Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 The
Lucky Birds en solist. 6.Optre
den van amateurs. 6.30 Politiek
radiojournaal. 6.45 Gr.pl. 6.50 NVV-
uitz. 7.20 Gr.pl. 7.25 ANP-ber. 7.30
Ber. 7.35 Lezen in den Bijbel, cau
serie. 8.— Het Hollandsch Trio en
solist. 8.30 Muzikale lezing. 9.—
Fragmenten uit de opera „Samson
et Dalilah". 10.Fantasia. 10.30
ANP-ber. 10.40 VPRO-avondwij-
ding. 11.— Orgelspel. 11.30 Jazz
muziek (gr.pl.) 11.5512.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr.
KRO). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl.
11.30 Bijbelsche causerie. 12.Ber.
12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Or
gelconcert. 3.Gr.pl. 3.10 KRO-
orkest. 4.05 Zang en piano. 4.29
Gr.pl. 4.45 Verv zang en piano.
5.Gr.pl. 5.15 De KRO-melodisten
en solist. (6.— Land- en tuinbouw-
causerie). 7.Ber. 7.15 De wette
lijke gezinsbijslagregeling in België,
causerie. 7.35 Bedrijfsrep. 8.ANP-
ber. 8.15 Gr.pl. 8.30 De Vondelstad
aan d'Amstel en aan 't IJ, repor
tage. 9.KRO-orkest. 9.30 Gr.pl.
9.45 Herfst-progr. 10.15 Gr.pl. 10.30
ANP-ber. 10.40 De KRO-boys en
solist. 11.3012.Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50
Pianospel. 12.10 Orgelconcert. 12.50
Glyn Samuel en zijn Band. 1.35
2.20 Het Birminghams Dames-
Strijkkwartet. 4.20 Jazzmuziek
(gr.pl.) 4.50 Rep. 5.20 Sopraan en
alt. 5.40 Fr. Walker's Octet. 6.20
Ber. 6.45 Muz. causerie. 7.20 1ste
acte van de opera Zar und Zim-
mermann. 8.20 J. Wilbur's Band.
9.Sportrep. 9.20 Ber. 9.40 We
tenschappelijke causerie. 10.
BBC-orkest. 11.— Deel. 11.20 J.
Jackson's Band. 11.5012.20 Dans
muziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 8.—, 8.50
en 10.35 Gr.pl. 12.20 J. Evrard-
orkest en zang. 4.20 Zang. 5.20
Hongaarsch kwartet. 8.35 Zang. 8.50
Variété-progr. 10.50 Gr.pl. 11.20
12.50 Orkestconcert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Schupo-
orkest. 7.50 Omroep-Amusements-
orkest en -schrammelensemble.
11.20 Verzoekconcert. 12.35 Om-
roepkleinorkest. 1.35 Gev. concert.
3.20 Omroep-Amusementsorkest.
4.40 Solistenconcert. 6.30 Omroep
orkest en militair orkest. 8.30 Om
roeporkest en -koor en solisten.
9.5011.20 Oskar Joost's orkest en
solisten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest.
1.30—2.20, 5.20, 6.50 en 8.20 Gr.pl.
8.23 Omroeporkest en solisten. 9.20
Radiotooneel met muziek. 10.30
11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
12.50 Kleinorkest. 1.50 Zang. 2.
2.20 Gr.pl. 6.Accordeonmuziek.
6.35 Gr.pl. 6.50 Pianovoordr. 7.35
Zang. 8.20 Kleinorkest en soliste.
10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Georg Fuhr's Kamermuziekver.
8.20 Nieuws uit Rusland. 8.35 Het
Omroepkamerkoor, Lutz-kwartet
en solisten. 9.20 Ber. 9.5011.20
Het Oskar Joost orkest en solisten.
10.0510.20 Scheepsweerber.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.8.50, Parijs R.
8.50—11.20, Keulen 11.20—13.20,
Brussel VI. 13.20—14.20, D.sender
14.20—15.20, Keulen 15.20—16.20,
Normandië 16.2017.20, Parijs R.
17.20—18.20.' Lond. Reg. 18.20—
19.20, D.sender 19.2020.20, Brus
sel Fr. 20.2021.15, Beromünster
21.15—21.45, Brussel (Fr.) 21.45—
22.20, Brussel (VI.) 22.20—22.30,
Brussel Fr. 22.3023.20, Parijs R.
23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—17.20, Droitwich 17.20—18.20
Luxemburg i8.2018.45, Droitwich
18.45—21.40, Weenen 21.40—22.—,
Droitwich 22.23.Lond. Reg.
23.—23.20, Droitwich 23.20—24.—.
Lijn 5: Diversen.
»€NE»®€Ki>©€a>€£Q€i©©€l>€>©€Ma>ö€*eH3H&©®©©€HSM
NOG GEEN SPOOR VAN HET VERMISTE
MEISJE GEVONDEN.
Licht in de duisternis?
De politie van het bureau Sandeling-
plein te Rotterdam, heeft de laatste
weken het onderzoek naar het verdwenen
8-jarige meisje Lijntje Huizer met kracht
voortgezet. Zij heeft echter geen nieuwe
sporen ontdekt, tot op het moment, dat
eer. dienstbode uit IJselmonde zich kwam
meiden, dat zij op den avond, dat het
meisje uit de ouderlijke woning aan de
Brieidschelaan was verdwenen in de
Dorpsstraat te IJsebr.ende een sjofel ge-
kleeaen man had gezien, die op zijn fiets
een huilend kind meenam. De politie heeft
deze inlichting direct getoetst en 't gevolg
is geweest, dat men ir. de buurt een
nauwgezet onderzoek heeft ingesteld. Men
kon, echter niets vinden en ook het dreg
gen in de Oude Wetering heeft geen re
sultaat opgeleverd. Gisteren heeft men
echter het onderzoek nog grondiger voort
gezet. Men is begonnen met de Oude
Wetering tusschen de beide gemalen ge
heel droog te leggen. Daarmede hoopt men
heden klaar te zijn. Alsdan zal men gaan
controleeren of inderdaad het stoffelijk
overschot van het verdwenen meisje op
den bodem van de Wetering ligt.
AANKOOPEN VAN H.M. DE KONINGIN
BIJ „ARBEID ADELT".
H. M. de koningin heeft belangrijke aan-
koopen laten doen op de jaarlijksche bazar
van „Arbeid Adelt" te Den Haag.
NACHTELIJK ALARM IN EEN
ZIEKENHUIS.
De stoomketel droog gestookt?
Hedennacht kort na vier uur werd de
cmgeving van de Oosterparkstraat te Am
sterdam opgeschrikt door het schril fluiten
van een stoomfluit van het Onze Lieve
Vrouwe-gasthuis. In allerijl werden brand
weer en politie gewaarschuwd, waarop twee
motorspuiten en een ladderwagen herwaarts
werden gezonden. Bij aankomst bleek even
wel, dat er geen brandgevaar te duchten
was. De verwarmingsketel bleek boven peil
te zijn gestookt, waardoor een loodstop was
doorgebrand, met het gevolg, dat het alarm
toestel in werking is getreden.
De brandweer kon zich bepalen tot het
z.g. trekken van het vuur waarmede het
euvel spoedig was verholpen. Vanzelfspre
kend veroorzaakte dit nachtelijk alarm veel
consternatie, zoowel binnen het gebouw alt
daarbuiten, waar de omwonenden, door het
ongewoon geluid wakker geschrikt, te hoop
waren geloopen om te kijken, wat er gaan
de was.
DE VERKLARING VAN DEN HEER
VAN DUYL.
En de voorzitter der Eerste Kamer.
Naar wij van de zijde van den griffier
der Eerste Kamer vernemen, moeten de
berichten in enkele bladen, als zoq de pre
sident der Kamer na de verklaring van
den heer Van Duyl de uitdrukking „bravo"
hebben gebezigd, op een misverstand be
rusten.
Ten stelligste kan worden verzekerd, dat
de voorzitter een dergelijk woord niet heeft
uitgesproken.
Naar het Engelsch
van PAUL TRENT
door J. SCHOUTEN
79)
Een poosje daarna kwam Bill terug hol
len om te vertellen, dat de Shrike een boot
had uitgezet, die het eiland trachtte te be
reiken.
„Voor zoover ik zien kan, zijn Ralph en
nog een officier aan boord, waarschijnlijk
de dokter. Zij zijn niet wijs om het er nu
al op te wagen! Over een paar uur zou de
zee al heel wat gekalmeerd zijn".
„Hoe is het met den groothertog?" vroeg
Jane, met een blik op Peggy, die in een
stoel van uitputting in slaap gevallen was.
„Hij is dood", fluisterde Bill.
„Wat is er met den groothertog?" vroeg
Peggy en ging rechtop zitten.
Jane stond op en ging vlug naar haar
toe.
„Er is slecht nieuws, Peggy Het is hem
niet gelukt aan land te komen. Hij is ver
dronken".
Peggy sprak geen woord. Haar gezicht
verstrakte zich en haar boezem ging snel
op en neer. Al had zij hem nu niet meer
lief, zoo was zij toch jaren lang zijn ge
zellin geweest en hij had haar altijd met
achting behandeld en zich zeer edelmoedig
tegenover haar gedragen. Maar zij kon geen
verdriet veinzen, dat zij niet gevoelde.
Grafton had blijkbaar verstaan, wat er
gezegd was, want hij riep Peggy bij zich,
die eenigszins verbaasd naar hem toe
kwam. Zijn stem klonk zoo zwak, dat zij
zich over hem heen moest buigen om zijn
woorden op te vangen.
„Ik waardeer uw houding, miss Fayrfield.
De meeste vrouwen zoulen in tranen uit
gebarsten zijn. U bent tenminste eerlijk
Wij weten natuurlijk allemaal in welke
verhouding u tot hem gestaan heeft en u
had ons aller sympathie. U was zijn vrouw
en toch niet zijn vrouw en ik feliciteer u
met uw herwonnen vrijheid", zei hij, met
een sardonisch lachje.
Peggy werd vuurrood, want zij wist dat
deze man. die blijkbaar aan den rand van
het graf stond, de waarheid sprak. Jane
had gehoord wat Grafton gezegd had en
begreep Peggy's gevoelens volkomen.
„Let niet op zijn woorden. Hij weet niet
goed meer, wat hij zegt", fluisterde zij, ter
wijl zij Grafton een verwijtenden blik toe
wierp.
Zij begaf zich naar het venster en keek
naar de langzaam vorderende sloep van de
Shrike. De golven waren niet meer zoo
hoog als zij geweest waren, maar toch in
drukwekkend genoeg. Als alles goed ging.
zouden zij spoedig den oever bereiken, dus
verliet zij de hut, na bij de deur Grafton
nog even toegewuifd te hebben, en begaf
zich naar den waterkant. Spoedig geraakte
de sloep in de branding. Ralph zat aan het
roer en de mannen, klaar om te roeien,
wachtten op zijn bevelen. Toen kwam er
een hooge golf aanrollen en toen deze de
boot genaderd was, trokken de roeiers uit
alle macht aan de riemen. De boot werd
door de golf opgeheven en bereikte veilig
den oever. De mannen sprongen er snel uit
en sleepten haar op de rotsen.
Desbrook en de dokter stapten er uit en
Bill nam den dokter onmiddellijk mee naar
de hut.
Ralph nam Jane in zijn armen, maar het
duurde eenigen tijd voor zij kon spreken,
daar zij in snikken was uitgebarsten. De
spanning van de laatste uren was zoo groot
geweest, dat zij niet de kracht vond om
zich te beheerschen. Ralph klemde haar
vast in zijn armen en fluisterde haar troost-
woordjes in. Eindelijk was zij in staat om
hem te vertellen wat er allemaal gebeurd
was en zij liet niet na, Grafton's moed hoog
te prijzen. Zij vertelde hem ook, dat de
groothertog verdronken was. Bij deze me-
dedeeling ontsnapte Ralph een uitroep van
verbazing.
„Wel verduiveld!" zei hij, half luid, waar
na hij hardop tegen Jane zei: „Laten we nu
maar naar de hut gaan. Ik zou dat nieuws
graag naar de Shrike seinen".
„Waarom?" vroeg Jane nieuwsgierig.
„Heb je niet gemerkt, dat Carruthers dol
verliefd is op Peggy Fayrfield? Hij is gek
van angst geweest over haar en ik heb de
grootste moeite gehad om hem tot kalmte
te brengen".
„Ik vind het eigenlijk niet noodig om het
hem dadelijk te vertellen. Er is toch geen
haast by. En ik vind het niet kiesch. dat
nu dadelijk te doen, terwyl er zooveel an
dere dingen zijn, die onze aandacht op-
eischen".
„Je hebt gelijk, liefste. Maar sedert ik
weet, hoe die gesohiedenis in elkaar zit, sta
ik geheel aan de zijde van Carruthers, en
niet aan die van den groothertog. Om het
maar eens ronduit te zeggen, zijn dood is
eigenlyk een opluchting en daar ik Car
ruthers' gevoelens ken, wilde ik het hem
natuurlijk zoo gauw mogelijk laten weten.
Maar je hebt gelijk, wij moeten nu in de
eerste plaats aan Grafton denken. Wat
moet er met hem gebeuren?"
„Daar hoef je je geen zorgen over te
maken, denk k", antwoordde Jane, op ern-
stigen toon. „Hij heeft niet lang meer te
leven. Hij is ten doode opgeschrevep".
„Dat spijt mij ontzettend. Ik ben hem
grooten dank verschuldigd voor wat hij
voor jou gedaan heeft. Jane, maar mis
schien is deze oplossing toch nog wel de
beste, want ik geloof niet dat ik het over
mijn hart zou hebben kunnen verkrijgegi
om hem, na alles wat hij gedaan heeft, nog
aan de „Witten" uit te leveren. Laten we
naar de hut gaan en zien wat de dokter
te zeggen heeft".
Zij klommen hand in hand naar boven
en er werd niet meer gesproken, voordat zij
de hut bereikten. De dokter bleek klaar te
zijn met zijn onderzoek en Ralph wenkte
hem buiten te komen.
„Een onmiddellijke operatie is het eenige
wat redding zou kunnen brengen en de
kans dat hij die goed doorstaan zou, is zeer
gering. Als hij weet wat hy wil, zal ik hem
een spuitje geven. Hy moet zelf maar be
slissen, vind ik", zei de dokter.
„Is de kans dat de operatie lukken zal,
maar zoo klein?" vroeg Ralph bezorgd.
„Zeer klein. Als hy een broer van mij
was zou ik hem onder de morphine houden
totdat hij stierf. Er bestaat een groote kans.
als wij de operatie wagen, dat hy de nar
cose niet zal overleven. Zal ik hem den
toestand duidelijk maken?"
„Wacht even", zei Desbrook en riep Jane
bij zich, aan wie hy herhaalde wat de dok
ter gezegd had.
„Ik dacht, dat jij het hem misschien lie
ver wilde vertellen. Hij hoort het waar
schijnlijk liever van jou. Wat vind je er
van? Het is natuurlijk beroerd, om dat te
moeten vertellen, maar
„Ik zal het hem vertellen", zei- Jane, ter
wijl haar gezichtje heel bleek werd. I**11
zij bleef volkomen kalm.
Zij begaf zich naar zijn bed en gifS
naast hem zitten. Grafton's blik ontmoette
de hare en de uitdrukking van zyn oogen
was die van een gewond dier.
„Ik weet wel wat je te zeggen hebt", zei
Rij, met moeite sprekend. „De kansen
staan één tegen duizend in geval van een
operatie".
„Wat wilt u dat er gebeurt?"
„Het heeft geen nut om te opereeren. Ik
zou de operatie toch niet doorstaan. Ik weet
Zeg hem mij een morphine-injectie te
geven en dan moet jij my een ding b*l°"
ven. Ik weet dat ik ga sterven. Wil je mijn
hand tot het einde toe vast houden?" vroeg
hij, terwyl zyn stem steeds zwakker werd.
Zij knikte, want zij voelde, dat zij zich
niet goed zou kunnen houden, als zij nU
sprak. Zij bracht de boodschap aan den
dokter over die het spuitje klaar maakte en
den zieke hiermee inspoot. Een diepe zucht
ontsnapte Grafton en hij klemde Janes
hand steviger in de zijne. Zij zorgde er voor
zich niet te bewegen en het wachten scheen
oneindig lang te duren. Echter reeds n®
een half uur verslapte zijn greep en
viel
zijn arm op het bed terug. Jane stond op
en wendde zich tot den dokter, die bij h®
raam stond. (Wordt vervolgd)-
N