I JUuUopCOQMmtM SxuilletoH De begrooting van binnenlandsche zaken. 0 1 I i s DE QOUDEN Binnenland Het voorloopig verslag van de T\ eede Kamer. Pftï kt 9 i*4? V .£i«%. iMÖ il#fc j-, V- V TWEEDE BLAD Aan het voorloppig verslag van de Tweede Kamer, over de begrooting van binnenland sche zaken wordt het volgende ontleend: De Zondagswet. Enkele leden klaagden er over, dat de Zondagswet bij voortduring niet wordt na geleefd, en vroegen zich af, of de gemeen tebesturen wel voldoende doordrongen zijn van de groote beteekenis van de Zondags rust, die een der voorwaarden is voor Zon dagsheiliging. Zij wezen in dit verband op het feit, dat burgerwachten bij voorkeur op Zondag oefenen, terwyl het aantal alge- meene landdagen, die op den Zondag ge houden worden, steeds toeneemt. Tevens werd gewezen op de huidige ont wikkeling van de sport, die in toenemende mate de Zondagsrust bedreigt en van zeer velen onnoodigen arbeid eischt. Men drong er op aan het spelen van wedstrijden op Zondag zooveel mogelijk te beperken en daarvoor meer gebruik te maken van den vrijen Zaterdagmiddag. In dit verband werd nog de aandacht gevestigd op de verkeers opstoppingen ten gevolge van het bezoek aan voetbalvelden, waardoor eenigen tijd geleden te Rotterdam kerkbezoekers ver hinderd werden de avonddiensten hunner gemeente te bereiken. Hiertegen werd op gemerkt, dat dit een geval was, dat vol komen op zich zelf stond, n.L toen bij den eersten wedstrijd tusschen Nederland e.n België te Rotterdam het verkeer in zijn ge heel niet voldoende bleek te kunnen af vloeien. Ten aanzien van de sportbeoefening op Zondag werd van andere zijde opgemerkt, dat, hoezeer het wenschelijk zou zijn, dat hier te lande op sportgebied irt meerdere mate het Engelsche voorbeeld gevolgd werd, daartoe een ommekeer in ons maatschappe lijk leven noodig zou zijn. In dit verband werd nog gewezen op de groote cultureele beteekenis van de sport, welke het verkeerd besteden van den Zon dag tegengaat. De Bioscoopwet. Verscheidene leden verzochten den mi nister een wijziging van artikel 42 van het Bioscoopbesluit te willen bevorderen, waar door het mogelijk zou worden ook bij na keuring coupures aan te brengen. Enkele leden vestigden de aandacht óp de machtspositie, welke de Bioscoopbond in neemt. Bij herhaling zijn er botsingen ge weest tusschen dezen bond en gemeente besturen, waarbij het niet alleen om be lastingaangelegenheden ging, maar dikwijls ook om geheel andere zooals b.v. bescher ming van de jeugd tegen de gevaren van de. bioscoop. De bijzondere machtspositie van genoemden bond maakt in zulke gevallen het verzet van de gemeentebesturen veelal krachteloos, zoodat alleen een optreden van de regeering zou kunnen baten. Openbare orde en rust. Eenige leden wilden ook nu hun bezwa ren uiten tegen de instandhouding van de vrijwillige burgerwachten en den bij zon deren vrijwilligen landstorm. Elders, in het buitenland, is voldoende duidelijk gebleken, dat aan het vormen van particuliere corp sen gevaar verbonden is. Nu bovendien bij de verkiezingen in Mei j.L de van alle uiter sten afkeerige gezindheid van het Neder- landsche volk opnieuw zeer duidelijk is ge bleken en voor de versterking van leger en politiemacht zooveel geld noodig is, is er nog meer reden om tot opheffing ever te gaan. Andere leden ontkenden, dat hier van par ticuliere corpsen kan worden gesproken. Wel rees bij hen de vraag, of de burger wachten in het algemeen nog beantwoorden aan haar doel. Zijn zij nog wel voldoende paraat? Er werd daarom op aangedrongen een ernstig onderzoek te doen instellen naar de nuttigheid van de voor de burgerwachten bestede gelden. Voorts werd gevraagd, of de betrouw baarheid der burgerwachten over de geheele linie door de regeering voldoende is te con troleeren. In dit verband wezen enkele leden op de eigenaardige mentaliteit, welke bij de Haagsche burgerwacht tot uiting kwam en het noodig maakte, dat de burge meester ingreep. In tegenstelling tot de leden, die bezwaar maakten tegen de instandhouding van de vrijwillige burgerwacht en den bij zonderen vrijwilligen landstorm, achtten andere leden deze instituten noodzakelijk. Indien de regeering zorgt, dat voldoende ernst wordt betracht en de betrouwbaarheid boven allen twijfel staat, kunnen zij een nuttig instru ment in handen der overheid zijn. Deze leden drongen er dan ook op aan, dat *ie bijdragen voor deze instituten worden ver hoogd. Samenvoeging van gemeenten. Verscheidene leden drongen er op aan, dat in meerdere mate dan thans geschiedt uit een oogpunt van bezuiniging kleine ge meenten worden samengevoegd. In dit ver band werd wederom gewezen op den toe stand in den Alblasserwaard, waar men kleine gemeenten heeft met 400 of 500 in woners. Benoeming en herbenoeming van burgemeesters. Eenige leden uitten hun bezorgdheid over het standpunt der regeering ten aanzien van burgemeestersbenoemingen. Hoewel zij zich er mede konden vereenigen, dat de regeering let op de uit de verkiezingsuit slagen blijkende politieke verhoudingen, er. tevens op kerkelijke verhoudingen, werd toch gevraagd hierin niet te ver te gaan. De hoofdvraag moet steeds blijven wie de meest geschikte voor het bepaalde ambt is. In geen geval za! men het begrip politieke vacature mogen introduceeren. Enkele leden verzor'-*-- minister bij herbenoeming van burgemeesters even strenge normen toe te passen als bij de eer ste benoeming. Ongeschikter moeten in het belang der gemeenten worden geweerd. Van een verkregen recht mag geen sprake zijn. Het belang der gemeente moet steeds praevaleeren boven dat van den burge meester. Zij vertrouwden, dat de minister op dit punt niet zou schromen hooge eischen te stellen en, zoo noodig, in te grijpen. Gedragingen van burgemeesters. Enkele leden achtten het door den burge meester vsn Groningen uitgevaardigde ver bod van vertooning van het stuk Het krijgs plan der demonen, niet gegrond. Bedoeld stuk heeft een zeer achtbare vredelievende strekking, gericht tegen de ramp van den oorlog. Van. andere zijde werd gewezen op het Verbod van vertoóning van De dag des oor- deeld in eenige gemeenten. Een dergelijk verbod is naar men meende niet in over eenstemming met de door de regeering zoo zeer gepiezen geestelijke vrijheid. Gemeentepolitie Vele leden merkten op, dat een verster king van de activiteit der gemeentepolitie, in het bijzonder in de kleine gemeenten, wenschelijk is. Zij meenden, dat deze zou kunnen worden verkregen door de gemeen tepolitie, die op het platteland elk corpsver- band mist, b.v. per provincie in een derge lijk verband te brengen. Gewezen werd nog op het vaak hinderlijke optreden van de gemeentepolitie, hetgeen herhaaldelijk tot minder gewenschte gevol gen aanleiding heeft gegeven, zooals te Bloemendaal, tijdens de Jamboree. S. D. A. P. EN AMBTENARENWET. Regeering over de z.g. defensie verboden. Nauwgezette overweging van een moge lijke opheffing van de z.g. defensiever boden betreffende S.D.A.P. en N.V.V. in het licht der tegenwoordige omstandig heden en verhoudingen, heeft doen zien, aldus de Memorie van Antwoord op de algemeene beschouwingen over de Rijks- begrooting 1938, dat dit vraagstuk niet op zichzelf kan worden beschouwd. De voorschriften nopens het verbod voor ambtenaren in het algemeen om deel te nemen aan de werkzaamheid van bepaal de vereenigingen of groepen, zijn mede in de nadere overweging moeten worden betrokken. Onvoorwaardelijk moet worden vastgehouden aan den eisch, dat het over heidspersoneel, zonder eenig voorbehoud onder alle omstandigheden zijn taak ge trouwelijk zal vervullen. In dit opzicht moet de sterkst mogelijke waarborg wor den gevorderd. Gewijzigde voorzieningen, waarin vorenbedoelde waarborg is veran- kerdv zijn in een ver gevorderd stadium van voorbereiding. Het mag als bekend worden verondersteld, dat in die voorbe reiding ook het georganiseerd overleg in ambtenaarszaken moet worden betrokken. De regeering moet de critiek, welke ook thans weder door een aantal leden wordt uitgeoefend op de wijze, waarop artikel 126 der Ambtenarenwet wordt toegepast, afwijzen. Zij kan niet toegeven, dat bij die toepassing verder is gegaan, dan de strek- kir g van de wetsbpoaling toeliet. Een verder gaande bemoeiing dan in normale tijden met de rechtspositierege lingen der lagere organen, acht de regee ring voorshands nog noodig. Zij teekent hierbij aan. dat van de zijde der personeels-organisaties niet zelden om toepassing van artikel 126 der Ambte narenwet wordt verzocht. MINISTER VAN BUUREN NAAR BRABANT EN LIMBURG. De minister van Waterstaat, mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren zal zich vandaag naar het Zuiden des lands begeven, met het doel, zoowel enkele waterstaatswerken in Noord-Brabant en Limburg in oogen- schouw te nemen als een bezoek aan de mijnstreek te brengen. De minister zal ver gezeld zijn van ir. J. P. van Vlissingen, directeur-generaal van den Rijkswaterstaat en mr. N. C. Couvée, raad-adviseur aan het departement van Waterstaat. KIND GEDOOD. Onder een locomobiel geraakt. Gistermiddag is op den Deventerstraat- weg te Zwolle een doodelijk ongeluk ge beurd. De 8-jarige A. Vulkers uit de ge meente Zwollerkerspel, die met haar broertjes en vriendjes van school op weg naar huis was, geraakte bij het spelen onder een voorbijkomende locomobiel, welke door een tractor werd voortgetrok ken. Het kind kwam onder de voorwielen van de zware machine terecht, en was vrijwel op slag dood. ERNSTIG ONGELUK BIJ DE JACHT. Jongetje doodgeschoten. Gisteren is bij eer. drijfjacht in de bosschen van de familie De Liede- kerke te Eysden (L.) een ernstig ongeluk gebeurd. Door het afgaan van een jachtgeweer werd het veertien jarig zoontje van deri boschwachter Wetzels in het hoofd getroffen. Het slachtoffer werd in zorgwekkenden toestand naar het ziekenhuis te Maastricht overgebracht, waar de jongen is overleden. HOFJACHT IN DE BOSSCHEN VAN HET LOO. Vrij aanzienlijke jachtbuit. Op uitnoodiging van H. M. de koningin heeft gisteren een gezelschap heeren nabij Het Loo op wilde zwijnen gejaagd. Het ge zelschap bestond uit Z. K. H. prins Bern- hard, prins Aschwin, graaf Van Oeyn- hausen en jhr. mr. dr. W. F. Röell, kamer heer i.b.d. van de koningin, W. A. A. J. baron Schimmelpenninck v. d. Oye, jager- meester van de koningin voor Zuidholland, majoor H. G. van Everdingen, commandant van het depót der Kon. Marechaussee te Apeldoorn en jhr. C. E. J. M. Verheijen, eerste stalmeester van de koningin. 's Morgens is onder leiding van den heer W. Brantsma, jagermeester van de koningin te Gortel en Niersen gejaagd en 's middags onder leiding van houtvester jhr. ir. W. Röell te Uddel. Het gezelschap heeft in het Boschhuis te Gortel gedejeuneerd. De koningin en prin ses Juliana zaten hier mede aan. De jachtbuit was vrij aanzienlijk. Na afloop van de jacht zijn de heeren naar het paleis Het Loo teruggekeerd. Vrijdag 5 November. HILVERSUM, 301 M. (8.—12.— 4.—7.30 en 9.—12.— VARA, de AVRO van 12.-4.— en de VPRO van 7.309.uur). 8.Gr.pl. 10.VPRO-morgenwijding. 10.20 Deel. 10.40 Gr.pl. 11.10 Verv. deel. 11.30 Orgelspel. 12.— Het Kovacs Lajos' orkest en soliste. In de pauze gr.pl. 1.30 Pianospel. 2.— De tuin in November, causerie. 2.30 't Lyra- Trio. 3.15 Avro-dansorkest. 4.— Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 The Lucky Birds en solist. 6.Optre den van amateurs. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.45 Gr.pl. 6.50 NVV- uitz. 7.20 Gr.pl. 7.25 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Lezen in den Bijbel, cau serie. 8.— Het Hollandsch Trio en solist. 8.30 Muzikale lezing. 9.— Fragmenten uit de opera „Samson et Dalilah". 10.Fantasia. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-avondwij- ding. 11.— Orgelspel. 11.30 Jazz muziek (gr.pl.) 11.5512.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr. KRO). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Bijbelsche causerie. 12.Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Or gelconcert. 3.Gr.pl. 3.10 KRO- orkest. 4.05 Zang en piano. 4.29 Gr.pl. 4.45 Verv zang en piano. 5.Gr.pl. 5.15 De KRO-melodisten en solist. (6.— Land- en tuinbouw- causerie). 7.Ber. 7.15 De wette lijke gezinsbijslagregeling in België, causerie. 7.35 Bedrijfsrep. 8.ANP- ber. 8.15 Gr.pl. 8.30 De Vondelstad aan d'Amstel en aan 't IJ, repor tage. 9.KRO-orkest. 9.30 Gr.pl. 9.45 Herfst-progr. 10.15 Gr.pl. 10.30 ANP-ber. 10.40 De KRO-boys en solist. 11.3012.Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50 Pianospel. 12.10 Orgelconcert. 12.50 Glyn Samuel en zijn Band. 1.35 2.20 Het Birminghams Dames- Strijkkwartet. 4.20 Jazzmuziek (gr.pl.) 4.50 Rep. 5.20 Sopraan en alt. 5.40 Fr. Walker's Octet. 6.20 Ber. 6.45 Muz. causerie. 7.20 1ste acte van de opera Zar und Zim- mermann. 8.20 J. Wilbur's Band. 9.Sportrep. 9.20 Ber. 9.40 We tenschappelijke causerie. 10. BBC-orkest. 11.— Deel. 11.20 J. Jackson's Band. 11.5012.20 Dans muziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8.—, 8.50 en 10.35 Gr.pl. 12.20 J. Evrard- orkest en zang. 4.20 Zang. 5.20 Hongaarsch kwartet. 8.35 Zang. 8.50 Variété-progr. 10.50 Gr.pl. 11.20 12.50 Orkestconcert. KEULEN, 456 M. 5.50 Schupo- orkest. 7.50 Omroep-Amusements- orkest en -schrammelensemble. 11.20 Verzoekconcert. 12.35 Om- roepkleinorkest. 1.35 Gev. concert. 3.20 Omroep-Amusementsorkest. 4.40 Solistenconcert. 6.30 Omroep orkest en militair orkest. 8.30 Om roeporkest en -koor en solisten. 9.5011.20 Oskar Joost's orkest en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.30—2.20, 5.20, 6.50 en 8.20 Gr.pl. 8.23 Omroeporkest en solisten. 9.20 Radiotooneel met muziek. 10.30 11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.50 Zang. 2. 2.20 Gr.pl. 6.Accordeonmuziek. 6.35 Gr.pl. 6.50 Pianovoordr. 7.35 Zang. 8.20 Kleinorkest en soliste. 10.30—11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Georg Fuhr's Kamermuziekver. 8.20 Nieuws uit Rusland. 8.35 Het Omroepkamerkoor, Lutz-kwartet en solisten. 9.20 Ber. 9.5011.20 Het Oskar Joost orkest en solisten. 10.0510.20 Scheepsweerber. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.8.50, Parijs R. 8.50—11.20, Keulen 11.20—13.20, Brussel VI. 13.20—14.20, D.sender 14.20—15.20, Keulen 15.20—16.20, Normandië 16.2017.20, Parijs R. 17.20—18.20.' Lond. Reg. 18.20— 19.20, D.sender 19.2020.20, Brus sel Fr. 20.2021.15, Beromünster 21.15—21.45, Brussel (Fr.) 21.45— 22.20, Brussel (VI.) 22.20—22.30, Brussel Fr. 22.3023.20, Parijs R. 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—17.20, Droitwich 17.20—18.20 Luxemburg i8.2018.45, Droitwich 18.45—21.40, Weenen 21.40—22.—, Droitwich 22.23.Lond. Reg. 23.—23.20, Droitwich 23.20—24.—. Lijn 5: Diversen. »€NE»®€Ki>©€a>€£Q€i©©€l>€>©€Ma>ö€*eH3H&©®©©€HSM NOG GEEN SPOOR VAN HET VERMISTE MEISJE GEVONDEN. Licht in de duisternis? De politie van het bureau Sandeling- plein te Rotterdam, heeft de laatste weken het onderzoek naar het verdwenen 8-jarige meisje Lijntje Huizer met kracht voortgezet. Zij heeft echter geen nieuwe sporen ontdekt, tot op het moment, dat eer. dienstbode uit IJselmonde zich kwam meiden, dat zij op den avond, dat het meisje uit de ouderlijke woning aan de Brieidschelaan was verdwenen in de Dorpsstraat te IJsebr.ende een sjofel ge- kleeaen man had gezien, die op zijn fiets een huilend kind meenam. De politie heeft deze inlichting direct getoetst en 't gevolg is geweest, dat men ir. de buurt een nauwgezet onderzoek heeft ingesteld. Men kon, echter niets vinden en ook het dreg gen in de Oude Wetering heeft geen re sultaat opgeleverd. Gisteren heeft men echter het onderzoek nog grondiger voort gezet. Men is begonnen met de Oude Wetering tusschen de beide gemalen ge heel droog te leggen. Daarmede hoopt men heden klaar te zijn. Alsdan zal men gaan controleeren of inderdaad het stoffelijk overschot van het verdwenen meisje op den bodem van de Wetering ligt. AANKOOPEN VAN H.M. DE KONINGIN BIJ „ARBEID ADELT". H. M. de koningin heeft belangrijke aan- koopen laten doen op de jaarlijksche bazar van „Arbeid Adelt" te Den Haag. NACHTELIJK ALARM IN EEN ZIEKENHUIS. De stoomketel droog gestookt? Hedennacht kort na vier uur werd de cmgeving van de Oosterparkstraat te Am sterdam opgeschrikt door het schril fluiten van een stoomfluit van het Onze Lieve Vrouwe-gasthuis. In allerijl werden brand weer en politie gewaarschuwd, waarop twee motorspuiten en een ladderwagen herwaarts werden gezonden. Bij aankomst bleek even wel, dat er geen brandgevaar te duchten was. De verwarmingsketel bleek boven peil te zijn gestookt, waardoor een loodstop was doorgebrand, met het gevolg, dat het alarm toestel in werking is getreden. De brandweer kon zich bepalen tot het z.g. trekken van het vuur waarmede het euvel spoedig was verholpen. Vanzelfspre kend veroorzaakte dit nachtelijk alarm veel consternatie, zoowel binnen het gebouw alt daarbuiten, waar de omwonenden, door het ongewoon geluid wakker geschrikt, te hoop waren geloopen om te kijken, wat er gaan de was. DE VERKLARING VAN DEN HEER VAN DUYL. En de voorzitter der Eerste Kamer. Naar wij van de zijde van den griffier der Eerste Kamer vernemen, moeten de berichten in enkele bladen, als zoq de pre sident der Kamer na de verklaring van den heer Van Duyl de uitdrukking „bravo" hebben gebezigd, op een misverstand be rusten. Ten stelligste kan worden verzekerd, dat de voorzitter een dergelijk woord niet heeft uitgesproken. Naar het Engelsch van PAUL TRENT door J. SCHOUTEN 79) Een poosje daarna kwam Bill terug hol len om te vertellen, dat de Shrike een boot had uitgezet, die het eiland trachtte te be reiken. „Voor zoover ik zien kan, zijn Ralph en nog een officier aan boord, waarschijnlijk de dokter. Zij zijn niet wijs om het er nu al op te wagen! Over een paar uur zou de zee al heel wat gekalmeerd zijn". „Hoe is het met den groothertog?" vroeg Jane, met een blik op Peggy, die in een stoel van uitputting in slaap gevallen was. „Hij is dood", fluisterde Bill. „Wat is er met den groothertog?" vroeg Peggy en ging rechtop zitten. Jane stond op en ging vlug naar haar toe. „Er is slecht nieuws, Peggy Het is hem niet gelukt aan land te komen. Hij is ver dronken". Peggy sprak geen woord. Haar gezicht verstrakte zich en haar boezem ging snel op en neer. Al had zij hem nu niet meer lief, zoo was zij toch jaren lang zijn ge zellin geweest en hij had haar altijd met achting behandeld en zich zeer edelmoedig tegenover haar gedragen. Maar zij kon geen verdriet veinzen, dat zij niet gevoelde. Grafton had blijkbaar verstaan, wat er gezegd was, want hij riep Peggy bij zich, die eenigszins verbaasd naar hem toe kwam. Zijn stem klonk zoo zwak, dat zij zich over hem heen moest buigen om zijn woorden op te vangen. „Ik waardeer uw houding, miss Fayrfield. De meeste vrouwen zoulen in tranen uit gebarsten zijn. U bent tenminste eerlijk Wij weten natuurlijk allemaal in welke verhouding u tot hem gestaan heeft en u had ons aller sympathie. U was zijn vrouw en toch niet zijn vrouw en ik feliciteer u met uw herwonnen vrijheid", zei hij, met een sardonisch lachje. Peggy werd vuurrood, want zij wist dat deze man. die blijkbaar aan den rand van het graf stond, de waarheid sprak. Jane had gehoord wat Grafton gezegd had en begreep Peggy's gevoelens volkomen. „Let niet op zijn woorden. Hij weet niet goed meer, wat hij zegt", fluisterde zij, ter wijl zij Grafton een verwijtenden blik toe wierp. Zij begaf zich naar het venster en keek naar de langzaam vorderende sloep van de Shrike. De golven waren niet meer zoo hoog als zij geweest waren, maar toch in drukwekkend genoeg. Als alles goed ging. zouden zij spoedig den oever bereiken, dus verliet zij de hut, na bij de deur Grafton nog even toegewuifd te hebben, en begaf zich naar den waterkant. Spoedig geraakte de sloep in de branding. Ralph zat aan het roer en de mannen, klaar om te roeien, wachtten op zijn bevelen. Toen kwam er een hooge golf aanrollen en toen deze de boot genaderd was, trokken de roeiers uit alle macht aan de riemen. De boot werd door de golf opgeheven en bereikte veilig den oever. De mannen sprongen er snel uit en sleepten haar op de rotsen. Desbrook en de dokter stapten er uit en Bill nam den dokter onmiddellijk mee naar de hut. Ralph nam Jane in zijn armen, maar het duurde eenigen tijd voor zij kon spreken, daar zij in snikken was uitgebarsten. De spanning van de laatste uren was zoo groot geweest, dat zij niet de kracht vond om zich te beheerschen. Ralph klemde haar vast in zijn armen en fluisterde haar troost- woordjes in. Eindelijk was zij in staat om hem te vertellen wat er allemaal gebeurd was en zij liet niet na, Grafton's moed hoog te prijzen. Zij vertelde hem ook, dat de groothertog verdronken was. Bij deze me- dedeeling ontsnapte Ralph een uitroep van verbazing. „Wel verduiveld!" zei hij, half luid, waar na hij hardop tegen Jane zei: „Laten we nu maar naar de hut gaan. Ik zou dat nieuws graag naar de Shrike seinen". „Waarom?" vroeg Jane nieuwsgierig. „Heb je niet gemerkt, dat Carruthers dol verliefd is op Peggy Fayrfield? Hij is gek van angst geweest over haar en ik heb de grootste moeite gehad om hem tot kalmte te brengen". „Ik vind het eigenlijk niet noodig om het hem dadelijk te vertellen. Er is toch geen haast by. En ik vind het niet kiesch. dat nu dadelijk te doen, terwyl er zooveel an dere dingen zijn, die onze aandacht op- eischen". „Je hebt gelijk, liefste. Maar sedert ik weet, hoe die gesohiedenis in elkaar zit, sta ik geheel aan de zijde van Carruthers, en niet aan die van den groothertog. Om het maar eens ronduit te zeggen, zijn dood is eigenlyk een opluchting en daar ik Car ruthers' gevoelens ken, wilde ik het hem natuurlijk zoo gauw mogelijk laten weten. Maar je hebt gelijk, wij moeten nu in de eerste plaats aan Grafton denken. Wat moet er met hem gebeuren?" „Daar hoef je je geen zorgen over te maken, denk k", antwoordde Jane, op ern- stigen toon. „Hij heeft niet lang meer te leven. Hij is ten doode opgeschrevep". „Dat spijt mij ontzettend. Ik ben hem grooten dank verschuldigd voor wat hij voor jou gedaan heeft. Jane, maar mis schien is deze oplossing toch nog wel de beste, want ik geloof niet dat ik het over mijn hart zou hebben kunnen verkrijgegi om hem, na alles wat hij gedaan heeft, nog aan de „Witten" uit te leveren. Laten we naar de hut gaan en zien wat de dokter te zeggen heeft". Zij klommen hand in hand naar boven en er werd niet meer gesproken, voordat zij de hut bereikten. De dokter bleek klaar te zijn met zijn onderzoek en Ralph wenkte hem buiten te komen. „Een onmiddellijke operatie is het eenige wat redding zou kunnen brengen en de kans dat hij die goed doorstaan zou, is zeer gering. Als hij weet wat hy wil, zal ik hem een spuitje geven. Hy moet zelf maar be slissen, vind ik", zei de dokter. „Is de kans dat de operatie lukken zal, maar zoo klein?" vroeg Ralph bezorgd. „Zeer klein. Als hy een broer van mij was zou ik hem onder de morphine houden totdat hij stierf. Er bestaat een groote kans. als wij de operatie wagen, dat hy de nar cose niet zal overleven. Zal ik hem den toestand duidelijk maken?" „Wacht even", zei Desbrook en riep Jane bij zich, aan wie hy herhaalde wat de dok ter gezegd had. „Ik dacht, dat jij het hem misschien lie ver wilde vertellen. Hij hoort het waar schijnlijk liever van jou. Wat vind je er van? Het is natuurlijk beroerd, om dat te moeten vertellen, maar „Ik zal het hem vertellen", zei- Jane, ter wijl haar gezichtje heel bleek werd. I**11 zij bleef volkomen kalm. Zij begaf zich naar zijn bed en gifS naast hem zitten. Grafton's blik ontmoette de hare en de uitdrukking van zyn oogen was die van een gewond dier. „Ik weet wel wat je te zeggen hebt", zei Rij, met moeite sprekend. „De kansen staan één tegen duizend in geval van een operatie". „Wat wilt u dat er gebeurt?" „Het heeft geen nut om te opereeren. Ik zou de operatie toch niet doorstaan. Ik weet Zeg hem mij een morphine-injectie te geven en dan moet jij my een ding b*l°" ven. Ik weet dat ik ga sterven. Wil je mijn hand tot het einde toe vast houden?" vroeg hij, terwyl zyn stem steeds zwakker werd. Zij knikte, want zij voelde, dat zij zich niet goed zou kunnen houden, als zij nU sprak. Zij bracht de boodschap aan den dokter over die het spuitje klaar maakte en den zieke hiermee inspoot. Een diepe zucht ontsnapte Grafton en hij klemde Janes hand steviger in de zijne. Zij zorgde er voor zich niet te bewegen en het wachten scheen oneindig lang te duren. Echter reeds n® een half uur verslapte zijn greep en viel zijn arm op het bed terug. Jane stond op en wendde zich tot den dokter, die bij h® raam stond. (Wordt vervolgd)- N

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6