Het nieuwe gebouw der Prins Hendrik-stichting Het modernste materiaal gebruikt om een gebouw te stichten, dat voldoet aan alle eischen van comfort, rust en hygiëne. Een werk ven een half millioen. TWEEDE BLAD Er is in Egmond aan Zee iets bijzonders gebeurd. Er is een oud gebouw verdwenen en tegelijkertijd heeft de argelooze voor bijganger met groote verwondering gezien, dat er een geheel ander bouwwerk te voorschijn is gekomen, een moderne schepping van een bekwaam architect, een paleisje, niet door den kostbaren opzet maar door de practische indeeling, de rui me gangen en zalen, de uiterst hygiënische uitvoering en bovenal door de rust, de ge zelligheid en het comfort welke in deze schepping van den architect, den heer Elffers, worden geboden. Aanvankelijk werd overwogen het nieuwe gebouw in Bergen te zetten, maar regenten hebben terecht gemeend zich aan. de stichtingsacte te moeten houden. Zaterdagmiddag om één uur hadden re genten van de Prins Hendrikstichting vertegenwoordigers van vooraanstaande Nederlandsche bladen uitgenoodigd een lunch in het nieuwe gebouw te gebruiken en daarna de stichting te bezichtigen. Een tehuis voor oude zeelieden. Men kent algemeen de Egmondsche stichting, waar oude mannen wonen, die hun geheele leven op alle wereldzeeën ge zwalkt hebben, tot zij te oud werden om nog te kunnen varen. Er is een tijd ge weest, nu ongeveer 60 jaren geleden, dat men deze oude zeelieden zonder meer aan den wal zette en dat zij maar ergens onder dak moesten zien te komen. Niemand trok zich iets van hen aan. Zij waren wrakhout op de levenszee geworden en werden door den golfslag van den tijd her- en der waarts gedreven. Maar Nederland is een zeevarende mo gendheid, Nederland is een kleine staat, die zijn grootste daden op het water ver richt heeft en er is in het hart van al onze landgenooten toch altijd een plekje waar het gevoel zetelt, dat men voor oude en afgewerkte zeelieden iets tot stand zal moeten brengen. Zij moeten, als zij einde lijk voor goed geland zijn, het gevoel heb ben, dat zij in een veilige en rustige haven zijn gekomen en zestig jaar geleden heeft men dat begrepen, toen er mannen bijeen kwamen, die gezamenlijk een actie voor het stichten van een tehuis voor deze zee lieden gevoerd hebben. Dat was in den tijd, dat Braakensiek zijn bekende plaat teekende, een oude zeeman, die op twee achter hem staande kamera den wijst en ook voor hen een plaatsje in de stichting vraagt. Ondanks de krachtige actie, waarbij voornamelijk de heer A. C. Wertheim zich verdienstelijk maakte, kwam er een tehuis waar niet meer dan een vijftiental zeelie den een plaatsje konden vinden en het is te begrijpen, dat de vacante plaatsen al heel spoedig bezet waren. Het was in dien tijd dat Prins Hendrik, broeder van Ko ning Willem III, zich voor deze stichting interesseerde, die naar hem den naam van Prins Hendrik-stichting heeft gekregen. Op 24 Maart 1874 werd het eerste gebouw gesticht en de gedenksteen, waarop de naam van den Prins is uitgebeiteld, staat thans nog in het museum der stichting. Uitbreiding. Na een tiental jaren werd het gebouw zoodanig uitgebreid, dat er een 50-tal ver pleegden konden worden opgenomen en in 1895 kwam het gebouw tot stand, dat tot in den zomer van dit jaar de oude zeelie den een vreedzaam tehuis heeft gegeven. Niet minder dan 187 zeebonken en vrou wen van zeelieden (die als weduwe ook mogen blijven) hebben het oude tehuis bevolkt en men heeft er menig gelukkig jaar gezamenlijk gesleten. Evenwel, de tijd staat niet stil. Hij knaagt aan hout en steen en er kan in veertig jaren heel wat veranderen, niet alleen aan een bouwtrant maar ook aan de begrippen comfort en hygiëne. Lang zamerhand is gebleken, dat er behoefte was aan een geheel nieuw tehuis met een geheel andere indeeling en met alles dat men in den modernen bouw als een eisch van den tijd kan stellen. De familie Van Vliet stelde op zeer voordeelige voorwaarden grond beschik baar, de jaren 1935 en 1936. waarin in ons land nagenoeg geen groote bouwwerken tot stand kwamen, waren, wat de materia- lenprijzen betreft zeer gunstig en men heeft zich niet lang bedacht, maar is op 12 Augustus 1935 met den bouw van een nieuw tehuis begonnen, dat, naast het verplegend personeel, aan een 290 tal oude zeelieden een passend onder dak zal kunnen verschaffen. Op 15 Februari van dit jaar was het gebouw zoover, dat het betrokken kon worden en op 15 Juli van dit jaar kon het geheele werk worden afgeleverd. Het nieuwe gebouw. Het terrein der stichting heeft een oppervlakte van 45.000 M'. en het gebouw heeft een vorm, welke met dien van een dubbel hoefijzer overeenkomt. Het staat vrij in het midden van het terrein, de vleugels zijn naar de Noord- en naar de Zuidzijde uitgebouwd en de totale omtrek van het bouwwerk is niet minder dan 1 K.M., waaruit men wel eenigszins een indruk van de kolossale afmetingen zal kunnen krijgen. Men vindt op de eerste verdieping een 145-tal kamertjes voor één persoon (waar van er 110 in gebruik zijn) en een 23-tal voor gehuwden. De zit-slaapkamer- tjes hebben een oppervlakte van 2.90 X 2.90 M. De meubileering bestaat uit een vast dressoirtje, waarin een waschtafel is gebouwd, ingericht voor stroomend warm en koud water, een ledikant, een tafel, een leuningstoel en een gewone stoel. Voorts is er een vaste kleerenkast aanwezig. De stoff°ering bestaat uit een naturel kokos vloerkleed, een zandkleurig tafelkleedje, een dito bsddesprei en overgordijnen van een lichte terra-tint. De tweepersoons kamers hebben een oppervlakte van 2.90 X 4.35 M. Wij hebben in 't kort al gemeld, dat bij den bouw van de nieuwste materialen ge bruik is gemaakt. Op de vloeren is een isolatielaag van gasbeton aangebracht. De ramen, puien en kozijnen zijn van staal, de daken zijn afgedekt met een vilt- laag, welke met granietslag is bestrooid. De gevels zijn met Keimsche rr.ineraalverf wit gesausd, behalve de hallen en de gan gen van het hoofdgebouw, zijn nagenoeg alle vloeren met linoleum bedekt. In den korten N.- en Z.-vleugel zijn het keukencomplex en de afdeeling voor hulp behoevenden gelegen en aan den Zuide lijken vleugel is een korte arm met een ziekenafdeeling, de woning der verpleeg sters en de rouwkapel. In het midden gebouw zijn in het sousterrain de ruimten voor de technische installaties, de werk plaatsen en de badinrichting, een zeer mo dern ingerichte gelegenheid met een twaalftal kuipbaden. Op den beganen grond vindt men hier de conversatiezalen, de biljartzalen, de garderobes, de .direc teurskamer en bibliotheek en op de eerste étage een museum, de bestuurskamer met bijvertrekken en zitslaapkamertjes voor gegradueerden. Daarboven treft men een linnenafdeeling en kleedingmagazijnen aan. In het verlengde van het middengebouw prijkt de groote eet- en tooneelza;en aan het einde der lange vleugels vindt men de woningen van diverse functionnarissen. Er is zorg voor gedragen, dat alle ver trekken een ruim uitzicht hebben en zoo veel mogelijk zonlicht kunnen krijgen. Het schrob- en spoelwater wordt door een eigen installatie uit den grond gehaald. Bij de conversatiezalen zijn breede op het Zuiden gelegen terrassen en er zijn hier en daar overal kleinere terrassen voor het luchten van beddengoed enz. De ziekenafdeeling. De ziekenafdeeling en die voor de hulp behoevenden zijn in den zoogenaamden Wertheim-vleugel gelegen, genoemd naar den heer A. C. Wertheim, die bij de stich ting van het eerste gebouw zóo krachtig aan de actie heeft deelgenomen en door wiens persoonlijk optreden zoo veel kon worden bereikt. De ziekenafdeeling heeft plaats voor een twaalftal bedden en er zijn daarnaast dok ters- en verpleegstersvertrekken, een ver- bandkamer enz. Een portret van wijlen den heer Wertheim, met een passend on derschrift, zijn hier op een tegel aange bracht, welke in den muur is gemetseld. Een modern bouwwerk. Buitengewoon mooi is de bestuurskamer met eikenhouten betimmering, waar de fauteuils zoo geplaatst zijn, dat alle daar zittenden elkaar kunnen zien zonder van houding te moeten veranderen. Hier zal nog een marmeren buste van wijlen Prins Hendrik geplaatst worden. Enkele oude schilderijen, op belangrijke episoden in de geschiedenis der zeevaart betrekking heb bende, sieren hier de wanden. Boven de tafel zijn moderne koperen lampen aange bracht, die geheel passen in den stijl welke de architect hier naar voren gebracht heeft. En naast deze fraaie bestuurskamer mag een enkel woordje gezegd worden over de groote eetzaal, die in een tooneelzaal kan worden omgetooverd en waar 250 belang stellende toeschouwers een plaatsje kun nen krijgen. Ook films kunnen desge wenscht hier vertoond worden. Bijzonder eenvoudig, maar juist daardoor zoo treffend mooi, is de rouwkamer, de chapelle ardente, waar voor belijders van eiken godsdienst gepredikt zal kunnen worden. Een paar fraaie muurschilderin gen van Marius Richters uit Rotterdam, de zaaier en de maaier voorstellende, passen zich hier zeer goed bij het stemmige ge heel aan. Wij zouden ten' slotté nog kunnen wijzen op het moderne 'keukencomplex, op de dienkamers en de linnenafdeeling en ook laten wij dat vooral niet vergeten op den 20.000 M2. gróoten tuin vol gazons, met moderne Wegénverlichting, met een fraaien vijver en één drietal fonteinen. Wie heëjtt dat alles ontworpen en gebouwd? L.ai was de „Rottë|damsche architect, de heer Corn. Elffers.Jbijgestaan door den heer J. J. J. de Bfuyn als technisch advi seur en dep heer ïr. M. A. H. Wertheim. Onder deze leiding is dit fraaie en doelmatige geheel tot stand gekomen en tot in alle onderdeelen verzorgd. Bijzonder gezellig zijn de beide hallen. In de bene denhal heeft de schilder Richters keurige muurschilderingen aangebracht, welke de scheepvaart in de 17e en de 18e eeuw voorstellen. In de bovenhal, die zeer ge zellig met rieten stoelen en tafels is inge richt, vindt men gebrandschilderde ramen, welke motieven dragen aan zeeplanten en zeedieren ontleend. Bijzonder mooi zijn de gebrandschilderde ramen in het trappen huis, geleverd door de firma Schrier en Ru te Haarlem. Zij stellèn het leven van den zeeman van de wieg tot aan het graf voor en zijn niet alleen van een zeer kunstzin nige, maar vaak ook van een humoristische opvatting. Deze ramen zijn een geschenk van den president-regent, den heer W. G. Wendelaar, en zij zijn geschonken ter ge legenheid van zijn vijftigjarig jubileum als regent, welk feit tijdens den bouw werd herdacht. De feestelijke maaltijd. r.r was in een der zalen een uitstekende lunch in gereedheid gebracht en de chef kok had voor dit feest een fregat van sui ker gemaakt, dat met vlaggen en wimpels op zoete suikerbaren dobberde. Hij kende dit werk, want hij was jarenlang kok bij de Kon. Holl. Lloyd geweest en daar kwam het wel meer voor. Trouwens, ook op andere wijze werd men gedurende den maaltijd zoo nu en dan aan wijlen deze groote onderneming herinnerd. Gelukkig waren deze souvenirs alleen maar van zeer aangenamen vorm. Bij de lunch waren aanwezig de presi dent-regent, de heer W. G. Wendelaar, de secretaris-penningmeester, de heer C. J. Baron Schimmelpenninck van der Oye, de heeren F. M. L. Baron van Geen, W. Ruys, J. J. J. de Bruyn, H. E. J. Wilkens, Ir. M. A. H. Wertheim, H. J. Ross, H. G. J. Uilken, de architect, de heer Elffers en de directeur, de heer J. H. van den Berg. De heer Wendelaar de vader van den oud-burgemeester van Alkmaar ging tijdens den maaltijd kortelings de geschie denis der stichting na en deed uitkomen hoezeer men vroeger en nu deze stichting in alle opzichten heeft gesteund. Nooit is daarvoor tevergeefs een beroep op onze landgenooten gedaan en het vorstelijk Huis Prins Hendrik, de gemaal onzer Koningin, was destijds beschermheer en H. M. de Koningin is thans bescherm vrouwe heeft daarbij altijd het goede voorbeeld gegeven. Maar waar er vroeger duizenden binnenkwamen, daar zijn het er tegenwoordig honderden geworden en het stamkapitaal heeft door den nieuwbouw en de inrichting daarvan een aderlating van 450.000 ondergaan. Daarom deed spreker een beroep op allen, die daartoe in staat zijn, de stichting juist in dezen moeilijken tijd financieel te willen steu nen. De secretaris-penningmeester, de heer Schimmelpenninck van der Oye, ziet gaarne bijdragen tegemoet op postrekening No. 4165, ten name van de firma Jonas en Krusemén, Heerengracht 571 te Am sterdam. Het Nederlandsche volk, dat den ouden zeeman altijd een goed hart toegedragen heeft, zal hem ook nu niet vergeten. De heer D. Kouwenaar heeft als oudste der aanwezige journalisten bij het dessert namens allen vriendelijk dank gebracht voor dé uitnoodiging, hij heeft aller steun toegezegd en daarbij diverse bijzonder heden opgehaald uit de geschiedenis van de stichting, welke hij aan het gedenkboek ontleend had. i >- v - V5 Een geschenk van directeur en personeel. Door den heer Van den Berg werd na mens directie en personeel den president regent een voorzittershamer, een inktstel en een waterstel voor de bestuurskamer aangeboden. Op de doos, waarin de hamer overhandigd werd, was een passende inscriptie aangebracht. De heer Wendelaar heeft voor deze geschenken zijn hartelijken dank betuigd. Het museum. Wij zouden ten slotte nog een enkel woord willen wijden aan het bijzonder interessante museum. Hier vindt men fraaie schilderijen, o. a. een portret van de Ruyter en diverse uitbeeldingen op de zeevaart betrekking hebbende. Er zijn portretten van velen, die zich voor de stichting verdienstelijk maakten en er is behalve de reeds gemelde gevelsteen o. a. een marmeren buste van De Ruyter, welke in 1884 door de groot-hertogin van Saksen aan de stichting werd geschonken. Verder vindt men hier vele oude zeekaar ten en tal van scheepsmodellen, gedeelte lijk door de verpleegden zelf vervaardigd. Een oude zeeman kent geen grooter ge noegen dan een schip te bouwen, dat er uitziet als dat waarop hij het langste deel van zijn leven heeft gevaren. Dat hier vele fraaie werkstukken worden aangetroffen behoeven wij niet nadrukkelijk te ver zekeren. Nadat door den zoon van den directeur een film van het oude en nieuwe gebouw eigen opname was afgedraaid, werd in een der recreatiezalen de thee gebruikt en nog een kort bezoek gebracht aan de benedenhal, waar de meeste verpleegden een plaatsje gezocht hadden. In de Kal. Men ziet hier vele gegroefde zeemans koppen, vaak met de typische ringbaard, markante koppen, welke men alleen in een gesticht als dit kan verwachten, zoo als men ook nergens anders de moderne bakjes met waterspoeling in gangen en hallen zal aantreffen, waarin de oude zee lieden hun pruimpjes sprulos kunnen laten versenken. In de hal hangt een eeuwenoude bel waarop, naar scheepstrant, de glazen wor den geslagen. De bel is een geschenk ge-, weest van mevrouw Jonas van 's Heer Arendskerke, wiens echtgenoot gedurende niet minder dan 26 jaren regent van de stichting is geweest. Tevreden met het tehuis. Men behoeft den verpleegden niet te vragen of zij het hier goed hebben. Overal ziet men gundere gezichten, wat natuurlijk ook wel veroorzaakt kon zyn door het feit, dat er ter gelegenheid van de inwijding een feestelijke avond zou worden gegeven. Twee maal in het jaar krijgen de ver- I pleegden veertien dagen vacantie. Dan bezoeken zij hun familie, maar dan blijkt maar al te vaak, dat zij elders de warmte en huiselijke gezelligheid van het gesticht missen, zoodat zij eerder thuis komen dan men ze verwacht had. Juist het feit, dat deze oude zwalkers een tehuis hebben gevonden, dat ze na een leven van onrust en gevaar in een veilige en rustige haven geland zijn, maakt, dat een gebouw als dit de sympathie van zoo vele landgenooten heeft gekregen. Moge men nu het in 't verleden gegeven voor beeld volgen en het bestuur door milde bijdragen in staat stellen deze oude zee lieden te geven wat wij hun allen zoo gaarne gunnen, een goed tehuis, comfort en gezelligheid en wat tabak om te rooken of te pruimen, als ze elkaar vertellen van hun groote avonturen welke vaak wel, maar ook wel eens niet zoo beleefd zijn als ze worden voorgedragen. EEN FEESTAVOND. Zaterdagavond was de Prins Hendrik- Stichting ter eere van de officieele inge bruikneming feestelijk verlicht. De geheele verlichting in en buiten het gebouw brand de, terwijl in den voortuin de paddenstoel verlichting was ontstoken. Het prachtige witte gebouwencomplex bood op dezen stil len herfstavond een sprookjesachtigen aan blik. Om half acht begon de feestavond, den ouden zeelieden te dezer gelegenheid aan geboden. Er waren vele genoodigden, onder wie wij opmerkten burgemeester C. J. Eyma met de wethouders C. Broek en J. Dekker en den gemeente-secretaris mr. J. J. Spit, de pastoors B. A. van Kleef en H. J. Sijster- mans, dominé J. W. Roobol, dokter C. Be- lonje en vele andèren, de meesten met hun dames. Bij ontstentenis van den voorzitter riep de secretaris-penningmeester van het col lege van regenten, C. J. baron Schimmel penninck van der Oye den aanwezigen het welkom toe. Nadat de aanwezigen staande het Wilhel mus hadden aangehoord, bracht de orkest- vereeniging Josef Haydn uit Amsterdam verschillende nummers ten gehoore. De tooneelvereeniging N.H.M. uit Amsterdam voerde daarna op het tooneelstuk Polty Perkins, een spel in drie bedrijven van Douglas Murray. Dat dit een gelukkige keuze was en dat het stuk uitstekend en vlot gespeeld werd, bewees wel het lang durig aplaus na ieder bedrijf. De vertolkster van de hoofdrol, mevr. J. Hooimanvan Aartsen had na afloop een bloemhulde in ontvangst te nemen. Ook den dirigent van het orkest, den heer D. H. Ph. Kiekens, werd een fraaie bloemenmand aangeboden. De oudjes genoten oprecht van de feest vreugde onder het genot van diverse ver snaperingen en. een feestsigaar. Ontroerend was de hulde, die zij aan het einde van den voor hen onvergetelijken avond den spelers brachten. Welk een schitterende schouwburgzaal de Prins Hendrik-Stichting thans^bezit is Za terdagavond wel gebleken. Verlichting en accoustiek zijn uitstekend en de ruimte is zoo groot, dat men zich verwonderd af vroeg of alle 120 verpleegde oudjes wel aanwezig waren. SAM PRAEGER. t Bekende figuur uit de Amster- damsche artistenwereld. Op 83-jarigen leeftijd is na een kortston dige ziekte gister te Amsterdam overleden de vooral in Amsterdamsche artistenkrin- gen zoo bekende musicus Sam Praeger. Sam Praeger was een der laatst over geblevenen van 'n oude generatie van musi ci, die zich bewogen op den rand van de amusementsmuziek en de „hoogere" mu ziek, zooals die in latere jaren, na oprich ting van het Amsterdamsche Concertge bouw, gereserveerd bleef voor het concert podium en tot de „kunst" met een hoofd letter wordt gerekend. SCHEPEN IN DEN MIST. Een aanvaring nabij Antwerpen. Bij Antwerpen heeft een aanvaring plaats gehad tusschen het Engelsche ss. „Towne- ley", van de rrederij Burnett Steamship Company Lmt. te New Castle on Tyne, dat van New Castle komend te middernacht Vlissingen is gepasseerd en op weg was naar Antwerpen en het Duitsche s.s. „Kar- nak" van de Hamburg Amerika Linie. De „Karnak" kwam van Antwerpen en was op weg naar de westkust van Zuid-Amerika. De „Towneley" is in zinkenden toestand aan den grond op de ketelplaat (dicht bij Antwerpen) gezet. Waarschijnlijk heeft de „Karnak" schade aan het roer bekomen. De „Towneley" meet 2888 bruto reg. ton en de „Karnak"- 7209 bruto reg. ton. L. F. GUIT t Oud-lid der Tweede Kamer. in net r.-k. ziekenhuis te Den Haag, is op 52-jarigen leeftijd overleden de heer L. R. Guit, lid van den Haagschen gemeen teraad, oud-lid van provinciale staten van Zuid-Holfttnd, oud-lid der Tweede Kamer. De heer Guit was een zeer bekende per soonlijkheid in de katholieke arbeidersbe weging en had in bovengenoemde colleges zitting voor de r.-k. staatspartij. EEN BRUTAAL KAUWTJE. Van een kraai die gekortwiekt moet worden. Een dame uit de Van Aerssenstraat te Den Haag is Zaterdagmiddag hevig ge schrokken. Een dood-eenvoudige kraai was door een openstaand raam haar woning binnen gevlogen en had na een schemerlamp in gruizelementen te hebben gepikt een zilveren broche, een metalen clip en een haarkam gestolen. Met deze voorwerpen was het brutale dier wegge vlogen. Zoo vertelde zij het de Haagsche politie en met deze gegevens begon de re cherche haar opsporingswerk. Dat was niet zoo heel moeilijk, want de kraai had reeds eerder dergelijke giappen uitgehaald. Het beestje, een tarn kauwtje, is het eigendom van een mijnheer in de Franken- straat aan welk adres de rechercheurs zich vervoegden en het dier „arresteer den." „Gevankelijk" werd ;het kauwtje overgebracht naar het bureau in de Duin straat. Zijn toekomst zag er zeer somber uit, doch toen de eigenaar zich onmiddel lijk bereid verklaarde de door het beest aangerichte schade te vergoeden, gaf de politie het dier aan zijn meester terug on der voorwaarde, dat het gekortwiekt zal worden, waardoor dergelijke brutaliteiten zich niet zullen herhalen. Hetgeen aldus is geschied. DE VERDWENEN KINDEREN. Martinus Speters in de Koushaven verdronken? De tragedies van Lijntje Huizer en den 3 Vi-jarigen Martinus Speters houden nog altijd de politie uiterst waakzaam, terwijl het publiek den afloop met spanning volgt. Het moge dan zijn, dat men ten aan zien van de verdwijning van Lijntje Huizer hoe langer hoe meer begint aan te nemen, dat hier inderdaad van misdrijf sprake is, bij den kleinen Speters neemt men wel vrijzeker aan, dat hem een ongeluk is over komen, aldus de ,,Crt." Het jongetje speelde vaak aan den waterkant en speciaal in de omgeving van de Koushaven, waar zijn vader een bootje had liggen. Het is dus geenszins ondenk baar, dat het kind daarheen is gegaan. Deze veronderstelling wordt nog versterkt door mededeelingen, die de politie heeft gekregen van een wachtsman op een ter rein aan de Koushaven. Deze man vertel de namelijk, dat een kantoorbediende op den middag, dat de kleine Speters was verdwenen, „moeder" heeft hooren roepen. De man, die juist aan het telefoneeren was, had even te voren eep jongetje zien spelen en toen hij kort daarop ging kijken, was er van het kind niets meer te bespeu ren. Deze mededeelingen hebben de politie aanleiding gegeven nog eens in de Kous haven te laten dreggen, maar dit heeft weer geen enkel resultaat opgeleverd. Hoe het ook zij, nog altijd volgt de poli tien in beide gevallen de geringste aanwij zing. En 't blijft nog steeds aanwijzingen regenen, die echter de taak van de politie geenszins vergemakkelijken, omdat in menig geval de fantasie een zeer belang rijke rol speelt. De menschen, die met het onderzoek zijn belast ,zijn echter toch ver plicht elke mededeeling aan 'n onderzoek te onderwerpen. VAKONDERWIJS VOOR SCHIPPERS- JONGENS. Het Onderwijsfonds voor de scheep vaart richt te Amsterdam een schip in plaats voor 120 jongens. Naar wij vernemen, heeft het bestuur van het Onderwijsfonds voor de scheep vaart te Amsterdam besloten tot het inrich ten van een schip voor jongens, die op de dagnijverheidschool worden opgeleid voor de binnen-, Rijn- en kustvaart. Reeds is een schip gekocht, dat zoo spoe dig mogelijk voor het gestelde doel zal wor den ingericht. COMMISSIE KON. HOLL. LLOYD. Ontbonden na beëindiging van haar taak. Dezer dagen kwam de commissie uit de 9 samenwerkende organisaties inzake den Koninklijken Hollandschen Lloyd voor de laatste maal bijeen. De voorzitter, mr! G. Seret, herinnerde er aan, dat in Mei 1935 de commissie voor het eerst bijeen kwam, ter bespreking van de vraag, wat gedaan zou kunnen worden voor de door de débacle van den Koninklijk Hol landschen Lloyd gedupeerden. Door de goede samenwerking, die steeds bestaan heeft tusschen de commissieleden onderling, kon voor de gepensionneerden veel worden bereikt, waardoor het nadeel voor hen tot de kleinst mogelijke afmetin gen werd teruggebracht. De voorzitter wees op het indirecte resul taat van de bemoeiingen der commissie door het vestigen van de aandacht van het groote publiek op den misstand, dat de gelden van verschillende particuliere pen sioenfondsen niet op zoodanige wijze belegd zyn, dat daardoor de nakoming van de ver plichtingen gewaarborgd is. De regeering heeft hierin aanleiding ge vonden middelen te beramen, waardoor in de toekomst een herhaling kan worden voorkomen van hetgeen zich bij den Kon. Hollandschen Lloyd heeft afgespeeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 7