PARLEMEMT
De Tweede Kamer over de staatsbegrootirig
^Binnenland
Jladiapcogcamma
1
JeuMeum
'T OOG
AJLL
Teleurstelling over de kabinetsformatie.
Wie xal prof. Aalberse opvolgen?
Lezing over Boven-Digoel.
VAN
ÏWFFT»*! BLAD
(Van onzen parlementairen medewerker).
Het is gisteren een buitengewoon volle
Tweede Kamer geweest, welke naar het
afscheid van prof. mr. P. J. M. Aalberse
als voorzitter is komen luisteren. Welis
waar zou er anders ook veel belangstelling
zijn geweest, ook van de zijde van het
publiek, omdat een aanvang zou worden
gemaakt met de algemeene beschouwingen
over de. Rijksbegrooting, maar de aan
wezigheid van eenige personen, welke
men gewoonlijk daar niet ziet, verried al,
dat er iets bijzonders aan de hand was.
In de loges boven zagen we vele dames,
onder wie zich familieleden van den
scheidenden voorzitter bevonden en ver
der de voorzitter van de Eerste Kamer, mr.
W. L. baron de Vos van Steenwijk, en
eenige oud-Tweede Kamerleden, o.a. de
heeren van Zadelhoff, van der Molen en
van Kempen.
De tribunes waren dicht bezet en alle
leden van het Kabinet hadden achter de
Regeeringstafel plaats genomen, ook mi
nister van Boeyen, de leden-banken waren
dicht bevolkt hiaten ontdekten we
eigenlijk niet zoodat de heer Aalberse
een vol huis voor zich zag, toen hij even
na éénen zijn hoogen zetel opzocht.
Vrijwel onmiddellijk daarna de grif
fier mr. Kesper las het kon. besluit van de
benoeming van mr. Aalberse tot lid van
den Raad van State eerst voor nam de
scheidende voorzitter het woord. In een
uitvoerige, zeer gevoelige rede, die hier en
daar wat weemoedig was gestemd, moti
veerde prof. Aalberse, waarom zijn besluit
zoo en niet anders was uitgevallen. Voor
den inhoud der rede en de verdere toe
spraken zie men ons no. van gister.
Tijdens de schorsing hadden de leden
gelegenheid om van prof. Aalberse per
soonlijk in zijn kamer afscheid te némen.
Ook van de bewoners van de perstribune
wilde hij dit doen en dezen lieten deze
gelegenheid niet voorbij gaan zonder een
hartelijk woord hunnerzijds, dat door mr.
J. J. van Bolhuis werd gesproken. Prof.
Aalberse dankte daarvoor erkentelijk en
ook voor de prachtige bloemenmand,
welke hij 's middags in zijn vertrek van
de menschen „uit de hoogere sferen" had
gevonden.
Algemeene beschouwingen.
Vandaag werd een nominatie voor het
voorzitterschap opgemaakt. Nadat de
openbare vergadering, onder leiding van
den tweeden voorzitter, den heer C.
Smeenk (a.r.) was heropend, deed deze
daartoe het voorstel. Vermoedelijk zal oud
minister van Schaik, die reeds voorzitter
gedurende een zittingsperiode was, de
eerste candidaat worden, terwijl zijn ver
vangers wel dezelfden zullen zijn, name
lijk de heeren Smeenk en Drees (s.d.)
De schriftelijke gedachtenwisseling over
de Rijksbegrooting was geheel geëindigd,
althans wat de algemeene beschouwingen
betreft, zoodat de voorzitter het voorstel
kon doen, daarmede in deze vergadering
nog een mondelingen aanvang te maken.
Men had natuurlijk daarop gerekend,
zoodat de eerste spreker allang klaar zat,
voordat de voorzitter hem nog officieel
het woord gegeven had!
Het was de heer Albarda (s.d.) Deze
begon met een beschouwing over den uit
slag der verkiezingen, die met overweldi
gende meerderheid getuigd heeft voor den
wil om onze democratische staatsinstellin
gen te behouden. Noch de communisten,
noch de nationaal-socialisten konden winst
boeken; integendeel! Nadat het stemmen-
cijfer der n. s. b. met ongeveer 50 pet. was
gedaald, vergeleken met de Statenverkie
zingen, is deze partij ontbindingsverschijn
selen gaan vertoonen. Nu nóg een verkie
zing, oordeelde de heer Albarda, dan is de
débacle volkomen.
Voor den heer Colijn persoonlijk zijn de
verkiezingen een succes geweest; een be
langrijk deel van de op hem uitgebrachte
stemmen is echter niet van antirevolution-
nairen afkomstig geweest, maar van weg-
geloopen liberalen, en uit de kleurlooze
middenstof. In geen geval wettigde deze
uitslag de vorming van een rechtsch kabi
net, nadat de heer Colijn, zich in de
Tweede- en de Eerste Kamer, bij de be
handeling van de egrooting, een voorstan
der van een kabinet op breede basis had
getoond. Heeft dr. Colijn aan liberalen en
vrijz. democraten slechts ondergeschikte
posities in zijn ministerie aangeboden?
Dat wilde de heer Albarda wel eens
weten. Hij begreep niet waarom de mi
nister-president in de memorie van ant
woord daarop niet was ingegaan. Di. Bos
heeft in 1913 toch ook zijn corresponden
tie overgelegd, om te laten zien, waarop
zijn kabinetsformatie was afgestuit! Waar
om kon dit nu niet? En de leider van de
s. d. fractie kon moeilijk aannemen, dat er
htelemaal geen overleg met de rechtsche
fracties was gepleegd. De leiders zijn toch
bij dr. Colijn geweest en zouden die dan
daarna niet met hun fracties hebben ge
sproken? Van een dergelijk overleg is de
heer Albarda in het geheel geen tegen
stander; hij acht het zelfs practisch. Kijk
maar naar België, riep hij uit.
De heeren Colijn en Schouten zullen
toch niet met elkaar over koetjes en kalf
jes hebben gepraat of over de huwelijks
vooruitzichten van Greta Garbo! liet hij
erop volgen. Welke voorstelling van zaken
zoo'n komisch effect maakte, dat de Kamer
in den lach schoot.
De heer Albarda betoogde voorts op de
bekende gronden, dat de staatkundige en
godsdienstige verschillen tusschen de drie
partijen ter rechterzijde zoo groot zijn, dat
men moeilijk vruchtbaar werk van d i t
Kabinet kan verwachten. Zijn grief was
het dat de katholieken samenwerking
hadden gezocht met die groepen, van. wel
ke hun program het verst verwijderd was.
Van de aangekondigde principieele
christelijke politiek verwachtte hij voor de
practische staatkunde weinig heil. Bezorgd
was hij over de plannen met betrekking
tot een wettelijke regeling van den arbeid
voor de gehuwde vrouw en de wijziging
van de huwelijkswetgeving met het oog
op de echtscheidingsprocedure; voorzich
tig moet men zijn met de gezinstoelagen,
als men niet meer werk schept.
Voor dë weermacht overvraagd.
Versterking van de weermacht achten ook
de sociaal-democraten thans dringend nood
zakelijk; zij is onvermijdelijk bij de overal
heerschende spanningen. Doch aanvaarding
van dit standpunt wil nog niet zeggen, dat
de S.D.A.P. blindelings accepteert wat de
regeering voorstelt. De plannen gaan zóó
ver, dat de financieele last niet te dragen zai
zijn op den. duur en dat voor andere, voor
het behoud van onze volkskracht even nut
tige zaken, in lange jaren geen geld besteed
kan worden. Wij noemen hiervan: verla
ging van de leerlingenschaal, verhooging
van den werkloozensteun en de loonen in de
werkverschaffing; uitbreiding van de zorg
voor de euden van dagen; verhooging van
salarissen en loonen; verlaging van indirecte
belastingen, die op de kosten van het levens
onderhoud drukken. Zou van deze dingen
niets kunnen komen in de eerst volgende
jaren? Door tempering van de defensievoor-
stellen en verhoogde inkomsten zal in de be
langrijkste van die nooden moeten worden
voorzien.
De heer Albarda vroeg tenslotte nog een
onderzoek naar de mogelijkheid van de om-
munting van zilver in nikkel, en van ver
vanging van het fondsstelsel door het om
slagstelsel voor de sociale verzekering. Hij
bepleitte met aandrang het voeren van een
„conjur.ctuurpolitiek" gelijk in het Plan van
den Arbeid is uiteengezet.
Verder dan twee sprekers zijn we gister
middag niet gekomen. De tweede was de
heer Kersten (s.g.p.) Ook hij zeide verwacht
te hebben, dat dr. Colijn met een kabinet
op breede basis voor den dag zou zijn ge
komen; de grondslag verschilde niet van
wat de oude liberalen tot stand brachten en
er waren toch al zooveel liberale klanken
in de memorie van antwoord vernomen
In elk geval hadden de verklaringen van
dr. Colijn duizenden in den waan gebracht,
dat ze geen coalitie-kabinet hadden te ver
wachten. Dit rechtsch kabinet achtte de
heer Kersten een gevaar voor Protestantsch
Nederland, wegens den band met Rome en
het verzaken van de aloude Gereformeerde
beginselen. Met de versterking van de
weermacht kon hij zich heel goed vereeni
gen; uit inperking van het Staatsapparaat
kon ze z.i. wel worden bekostigd. Van wer
kelijke bezuiniging had hij nog niet ge
merkt. Vervolgens hield hij een pleidooi
voor de afschaffing van allerlei crisismaat
regelen, die landbouw en nijverheid in een
keurslijf hebben geperst; in geen geval mo
gen die maatregelen worden omgezet in
vaste ordeningsmaatregelen.
Vandaag is het debat voortgezet.
Naturalisten en onverzoenlijken.
In de aula van het Koloniaal Instituut te
Amsterdam, heeft dr. L. J. H. Schoonheyt
uit Scheveningen, gisteravond voor de Kon.
Ver. „Koloniaal Instituut" een lezing met
lichtbeelden gehouden over de interneerings-
kampen in Boven-Digoel, in het zuid-oosten
van Nieuw-Guinea. c.
Dr. Schoonheyt, die twee jaar als gouver
nementsarts en als eenig geneesheer in de
concentratiekampen werkzaam was, kwam
uiteraard geregeld, en van nabij, met de
bannelingen, die allen inlanders zijn, in
aanraking.
Naar Boven-Digoel is het een reis van
ongeveer 460 K.M. van de kust. Het klimaat
Ongetwijfeld bespaart Uw wasmachine U heel
wat tijd en moeite. Maar een werkelijk volmaakt
resultaat bereikt U, wanneer U de „overvette"
Rinso in de wasmachine gebruikt. Rinso werkt
veel vlugger en zuiniger dan gewone zeep
poeders en maakt Uw wasgoed veel witter.
Aanmaken is met Rinso niet meer
nodig en door de speciale eigen
schappen, die gewone zeeppoe
ders niet bezitten, kan het
volmaakt reinigende Rinso sop
zelfs meerdere malen achter
een worden gebruikt. Rinso
wasdag is de ideale wasdag.
«J6-0S09M
Donderdag 11 November.
HILVERSUM, 301 M. (Avro-uitz.)
8.Gr.pl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.) 10.30
Orgelconcert. 10.55 Praagsche Strijk
kwartet en deel. 12.15 Het Omroep
orkest en gr.pl. 2.Voor de vrouw.
2.30 Zang en piano. (In de pauze
gr.pl.) 3.Knipcursus. 3.45 Gr.pl.
4.Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Orgelspel. 4.50 Voor de kinde
ren. 5.30 Arpad von Karolyi's Hon-
gaarsch orkest. 6.Gr.pl. 6.30
Sportpraatje. 7.Voor de kinde
ren. 7.05 Avro-dansorkest en soliste.
7.30 Engelsche les. 8.ANP-ber.,
mededeelingen en event. gr.pl.
8.15 Revue-uitz. 9.Radiotooneel.
9.20 Het Omroeporkest en solist.
(In de pauze gr.pl.) 10.45 Rep.
schaakmatch. 11.ANP-ber. Hier
na Avro-dansorkest. 11.4012.
Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en
11.—2.— KRO, de NCRV van 10.—
11.en 2.12.uur). 8.9.15 en
10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst.
10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur.
12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 KRO-
orkest en gr.pl. 2.Handwerkles.
3.Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45
Ber., cursus handenarbeid voor de
jeugd. 5.15 Amsterdamsch Salon
orkest. 6.45 CNV-kwartiertje. 7.
Ber. 7.15 Oorlog en Vrede, causerie.
7.45 Rep. 8.— ANP-en herh. SOS-
ber. 8.15 Chr. Zangver. Excelsior,
het orkest van de HOV en solisten.
(9.45 De Wapenstilstand op 11 Nov.
1918, causerie en om 10.ANP-
ber.) 10.45 Gymnastiekles. 11.
12.Gr.pl. Hierna Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 10.45 Her
denkingsdienst. 11.3011.40 The
ten million dead, causerie. 12.10
Gr.pl. 12.50 Trocadero Cinema
orkest. 1.35—2.20 Gr.pl. 3.10 The
Story of the Canterbury Treasure,
causerie. 3.25 Gr.pl. 3.35 Sted.
orkest Bournemouth en solist. 5.05
Going to the Tropics, causerie. 5.20
Ben Oakley's Band. 6.20 Ber. 6.40
Boekbespr. 7.Orgelspel. 7.20
BBC-Theater-orkest en solist. 8.15
10.10 Wapenstilstandsdag-progr.
RADIO PARIS, 1648 M. 8.— en
11.20 Gr.pl. 12.40 Orkestconcert en
zang. 5.20 Radiotooneel. 7.20 Pro-
Arte-kwartet. 8.35 Zang. 8.50 Nat.
orkest en Raugelkoor. 10.50 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 H. Putsche's
orkest. 7.50 Omroepkleinorkest en
-koor. 8.50 Piano voordracht. 11.20
Luchtvaartmuziekkorps. 12.35 Om
roeporkest. 3.20 Omroepkleinorkest.
5.20 Zang en piano. 6.30 Omroep
orkest. 7.50 Radiotooneel. 9.50—
11.20 Schrammelorkest, mandoline
kwartet, vocaal trio en solist.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
9.35 Orgelspel. 10.20 Gr.pl. 12.05
Zang. 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroep
orkest. 1.502.20 en 2.35 Gr.pl. 3.20
Trinitas-koor. 4.20 Salonorkest. 5.05
en 6.20 Gr.pl. 6.35 Pianoduetten.
7.20 Zang. 8.20 Omroepsymph.-
orkest, radiotooneel en gr.pl. 10.30
Zang en accordeon. 10.50 Gr.pl.
11.3512.20 Omroepdansorkest. 484
M.: 9.22 Gr.pl. 10.15 Vocale duet
ten. 10.50 Gr.pl. 11.15 Rep. 11.35
Orgelconcert en zang. 12.20 Gr.pl.
12.50 Salonorkest. 1.30 Omroep
dansorkest. 1.502.35 en 2.50 Gr.pL
3.05 Viool en piano. 3.35 Salon
orkest. 4.30 Kamermuziek. 5.10
Gr.pl. 6.15 Rep. 6.35 Gr.pl. 6.45
Zang. 6.55, 7.35 en 8.20 Gr.pl. 8.35
Militair orkest en solist. 10.30 Dans
muziek (gr.pl.) 11.2012.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Het Omroepkleinorkest en so
liste. 8.20 Ber. 8.35 Radiotooneel
met muziek. 9.20 Ber. 9.50 Piano
voordracht. 10.05 Weerber. 10.20
11.20 Oskar Joost's dansorkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R.
9.20—13.20, Brussel VI. 13.20—13.50,
Brussel Fr. 13.5014.35, Brussel VL
14.35-J<-15.20, Keulen 15.20—16.20,
Brussel VI. 16,2017.10, Brussel
Fr. 17.10—18.35, Keulen 18.35
19.50, Boedapest 19.5020.20, Brus
sel Fr. 20.2022.20, Brussel VI.
22.20—22.30, Brussel Fr. 22.30—
24.—.
Lijn .4: Brussel VI. 8.10.35,
Droitwich 10.3511.50, Lond. Reg.
11.50—12.50, Droitwich 12.50—13.35,
Lond. Reg. 13.3515.35, Droitwich
15.3518.20, Luxemburg 18.20—
18.40, Lond. Reg. 18.40—19.—,
Droitwich 19.22.40, Boedapest
22.4023.25, Luxemburg 23.25
24.—.
Lijn 5: Diversen.
is er vrij goed en de gezondheidstoestand
stemt tot tevredenheid. Dank zij een uitge-
breiden malaria-bestrijdingsdienst heeft
men deze gevreesde ziekte onder de knie
gekregen, zelfs zonder het toepassen van
een kinine-prophylaxe voor de bannelin
gen. Deze omstandigheden en de onmoge
lijkheid te ontvluchten, hebben bij spreker
dc overtuiging post doen vatten, dat de in-
terneeringskampen geheel aan hun doel be
antwoorden. Bovendien is de schaarsche
papoea-bevolking om den post heen, be
trekkelijk achterlijk en niet vatbaar voor
de nationalistische of communistische in
vloeden, die de geïnterneerden onder haar
zouden pogen te propageeren.
In de interneeringskampen wonen nog
steeds de „naturalisten" en „onverzoenlij
ken", die nu al sedert negen jaar niet meer
werken en bovendien nog zeer onvoegzaam
tegen de vertegenwoordigers van het gezag
optreden, terwijl zij wel voedsel en andere
levensbehoeften zonder vergoeding van het
gouvernement in ontvangst nemen. De be
handeling der geïnterneerden, waaronder,
behalve de zoo juist genoemde „onverzoen
lijken", voor het overige zoowel nationalis
ten als communisten zijn te vinden, is in de
kampen uitstekend. Er is een fraai zieken
huis voor hen gebouwd, de malaria-bestrij-
ding is zeer goed georganiseerd, er is een
voetbalveld en zelfs een betonnen tennis
baan, terwijl hun vroeger ten overvloede
een goede bioscoop ter beschikking stond.
Maar hun houding, ook tegenover de pa-
poea's was doorgaans verre van fraai. De
papoea's beschouwden zij dan ook meer als
dieren dan als menschen.
De „onverzoenlijken" wonen 30 K.M.
stroomopwaarts van het groote kamp, te
Tanah Tinggi. In hun „heilstaat" is de ver
deeldheid wel zeer groot, hetgeen uit de
voortdurend» vechtpartijen blijkt. Niette
min is de belhamel dezer onverzoenlijken,
Sardjono, door Nederlandsche stemgerech
tigden tot lid van de Tweede Kamer ver
kozen. Dat dit, zoo zeide spreker, deel»
zeer ongewenschte en onverkwikkelijke en
deels zeer komische tooneelen schiep, ligt
voor de hand.
Tot slot besprak dr. Schoonheyt het resul
taat van de repatriëering van de bannelin
gen, die verre van fraai is, waarbij hij een
woord van hulde bracht aan den pionier van
Boven-Digoel, oud-kapitein Becking, die op
het oogenblik nog, als leider van de goud
exploitatie, in de diepe rimboe van Zuid-
Nieuw-Guinea rondzwerft.
MOND- EN KLAUWZEER ONDER
HAZEN.
In het veld tusschen St. Odilienberg en
Linne (Limburg) zijn de laatste dagen
enkele hazen 'dood gevonden. Bij onderzoek
bleek dat de geheel vermagerde dieren lij
dende waren geweest aan mond- en klauw
zeer.
GELUKKIGE MENSCHEN.
Te Maashees (N.Br.) werd op de verga
dering van den gemeenteraad besloten de
gemeentelijke belastingen aanmerkelijk te
verlagen. Dit is reeds de derde maal, dat in
betrekkelijk korten tijd de belastingen ver
laagd werden. Wel een unicum in deze cri
sistijden.
1)
Door ALAN DARE
HOOFDSTUK I.
Te middernacht.
Reeds verscheidene dagen was het druk
kend warm geweest, en nog bleef de baro
meter stijgen. De millioenen menschen in
Londen hadden geleden onder de gloeien
de hittegolven en snakten er naar, bevrijd
te raken van de doordringende oliewal
men, die de atmosfeer vervulden en het
leven ondragelijk maakten.
Maar Robert Kennedy drukten die om
standigheden niet zoo zwaar. Na een vijf
jarig verblijf in Brazilië was hij aan hitte
gewend, en als de mode hem niet gedwon
gen had, zich te kleeden op een manier, die
in het geheel niet bij de heerschende hitte
paste, had hij het koud gevonden.- Waarom
de Londenaars dezelfde kleeren bleven dra
gen, onverschillig of de zon scheen of niet,
was werkelijk onbegrijpelijk. Hij had één
dag een wit linnen pak gedragen en toen
ondervonden, dat hij algemeen de aandacht
trok, het voorwerp was van verbaasde en
vernietigende blikken. Daarna was het pak
naar den bodem van zijn diepsten koffer
verbannen.
Londen! Gedurende drie jaar en langer
had hij er van gedroomd. Op vijfhonderd
mijl van den mond der reusachtige Ama
zone had hij zich al dit menschelijk ge
krioel, het net van straten, het drukke
verkeer, de vermakelijkheden, de ontelba
re winkels en de keurige, knappe kellne-
rinnen en meisjes, die zich als krekeltjes
iederen morgen naar het terrein van haar
werkzaamheden begaven, voor den geest
gehaald. Het was een van zijn verlangens
geweest, bovenop een omnibus te zitten en
nog eens volkomen zonder doel door de
stad zijner droomen te rijden.
Hij had dit nu meer dan eens gedaan en
nog duizenden andere dingen bovendien.
Hoe hy het ook beschouwde, zijn vacantie
was bijna in elk opzicht een kolossaal suc
ces. Soms kneep hij zich in zijn been, om
er zeker van te zijn, dat hij werkelijk wak
ker was en niet in droomen verzonken in
het muskietenrijke, moerassige Brazilië. Als
er al een klein wolkje was aan zijn geeste
lijken horizon, werd dat veroorzaakt door
het feit, dat er in die vijf jaren zooveel
veranderingen waren gekomen verande
ringen, die zijn maatschappelijke betrek
kingen betroffen. Zijn vader was kort voor
zijn terugkomst in Engeland gestorven en
had hem enkele eigendommen nagelaten,
waaronder een klein, gemeubileerd flat in
Hampstead, waar hij nu woonde. Bovendien
waren verscheidene van zijn oude school
kameraden buitenlands. Zoo was hij heel
dikwijls alleen.
Hij was lang en goed gebouwd en de
bruine kleur van zijn gezicht verried een
lang verblijf in een heet klimaat. Tusschen
twee schitterend blauwe oogen stond een
rechte en vrij groote neus; zijn hoofd stond
op een stevigen, sterken nek. Alles bij el
kaar leek hij, wat hij was een buitenge
woon gezonde man met een helderen geest
en een vdlhardenden aard. Hij was tot
ernst geneigd, want in zijn betrekking had
hij een groote verantwoordelijkheid gehad,
en er was zoowel tact als een krachtige
geest vereischt om eenige honderden in
boorlingen in bedwang te houden. Maar
nooit had hij verleerd, zichzelf bezig te
houden, en nadat hij het harnas van zijn
beroep had afgeschud, had het hem geen
moeite gekost zich lachend in het grillige
leven in het wonderlijke, oude Londen te
schikken.
Een klucht had hem naar het theater
gelokt, en hij genoot gedurende het geheele,
dwaze stuk. Toen hij weer buiten kwam,
voelde hij zich veel te opgewekt om naar
huis te gaan. Doelloos baande hij zich een
weg door de tallooze taxi Ven de golvende
menigte en bevond zich eindelijk op de
kade. Een tijdlang zat hij op een bank en
keek naar de talrijke bochten in de door
maanlicht overgoten rivier. De duizenden,
die huiswaarts keerden, verdwenen lang
zamerhand. Het aantal taxi's werd al klei
ner en kleiner en het klaterende lawaai
verminderde al meer en meer. Hij kon zich
bijna verbeelden, in het kamp aan den
bovenstroom van de Amazone te zijn, met
vuurvliegen in plaats van lichten, en het
maagdelijke woud in plaats van de reus
achtige, grijze gebouwen.
Boem! De groote klok van Big Ben be
gon te slaan. Hij telde de slagen mid
dernacht! Zijn lang lichaam strekkend,
stond hij op en maakte zich gereed naar
huis te gaan.
Links van hem was het leelijke, ijzeren
gevaarte, dat de rivier naar Charing Cross
overbrugt. Hij keek er naar en verbaasde
er zich ove, dat men het zoo lang had
laten bestaan. Hij wendde den blik af, toen
iets donkers van de leuning van de brug
in het zwarte water naar beneden viel. De
plons, die er op volgde, deed zijn hart snel
ler kloppen. Hij tuurde in het schemerlicht
en zag duidelijk een wit gezicht in het
deinende water.
Dat het een menschelijk lichaam was,
was zeker, en de eb voerde het snel voort.
Het gelaat verdween enkele seconden, toe#
zag hij het weer recht voor zich. Hij wierp
zijn jas en hoed van zich af, sprong in het
water en begon met krachtigen slag te
zwemmen.
Toen h(j de plaats bereikte, waar hij het
gelaat had gezien, vond hij niets. Hij zwom
met groote vaart de rivier af, en na eenige
minuten stiet zijn arm op iets. Zijn vingers
sloten er zich om heen en grepen krachtig
vast. Het was een stuk van een vrouwen
rok. Zich op den rug keerend, bracht hij
het roerlooze lichaam boven, met het hoofd
uit het water, terwijl hij het met zijn han
den onder de oksels steunde. Nu begon een
verwoede strijd tegen het getij. Hoewel hij
een goed zwemmer was, was dit soort werk
iets nieuws voor hem en vorderde het al
zijn kracht. Hij slikte heel wat Theems-
water in, maar hield moedig vol. Eindelijk
zag hij eenige treden aan zijn linkerzijde,
niet meer dan vijftig meter van zich af.
Met nieuwe hoop vervuld, zwom hij er
heer» en bereikte ze eindelijk.
Nu zag hij het gelaat van de vrouw voor
de eerste maal duidelijk. Zij was nauwe
lijks meer dan een meisje hoogstens
twintig jaar. Haar kleeren waren van een
goeden snit en haar gelaatstrekken hadden
een beschaafde uitdrukking. Eenige oogen-
blikken bleef hy er geboeid naar kijken -
toen herinnerde hij zich de dringende nood
zakelijkheid.
Een kwartier kunstmatig toegepast
ademhaling ontlokte een zucht aan haar
lippen, toen maakte zij een lichte beweging
en sloeg de oogen naar hem op. Het licht
van de lantaarn boven haar scheen in haar
verwonderde oogen.
„Beweeg u niet!" fluisterde hij. „Binnen
een paar minuten zult u weer heelemaal
in orde zijn".
„Waar ben ik?"
„In veiligheid".
Hij zag, dat haar blik zich naar de snel
voortstroomende rivier richtte en zij begon
hevig te trillen.
„O! Nu herinner ik het mij!"
„Sst! Het is in orde. Wees als het u
niet bang!"
Hij stond voor de moeilijkheid, wat
verder te doen. Hij besloot, dat het eenige;
wat er op zat, was, haar naar een pol'
bureau te rijden, maar dat stuitte hem
gen de borst.
„Hoe voelt u zich nu?'" vroeg hij.
„Beter, dank u".
„U moet droge kleeren hebben. Zal
probeeren, een taxi te vinden, om u n>
huis te brengen?" t
Zij keek hem droevig aan en schudde
hoofd.
„Ik ik heb geen tehuis" zeide zij-
(Wordt verv
blief4
nu
te-
ik
vervolgd'