PARLEMEMT De Tweede Kamer over de staatsbegrootirig ^Binnenland Jladiapcogcamma 1 JeuMeum 'T OOG AJLL Teleurstelling over de kabinetsformatie. Wie xal prof. Aalberse opvolgen? Lezing over Boven-Digoel. VAN ÏWFFT»*! BLAD (Van onzen parlementairen medewerker). Het is gisteren een buitengewoon volle Tweede Kamer geweest, welke naar het afscheid van prof. mr. P. J. M. Aalberse als voorzitter is komen luisteren. Welis waar zou er anders ook veel belangstelling zijn geweest, ook van de zijde van het publiek, omdat een aanvang zou worden gemaakt met de algemeene beschouwingen over de. Rijksbegrooting, maar de aan wezigheid van eenige personen, welke men gewoonlijk daar niet ziet, verried al, dat er iets bijzonders aan de hand was. In de loges boven zagen we vele dames, onder wie zich familieleden van den scheidenden voorzitter bevonden en ver der de voorzitter van de Eerste Kamer, mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk, en eenige oud-Tweede Kamerleden, o.a. de heeren van Zadelhoff, van der Molen en van Kempen. De tribunes waren dicht bezet en alle leden van het Kabinet hadden achter de Regeeringstafel plaats genomen, ook mi nister van Boeyen, de leden-banken waren dicht bevolkt hiaten ontdekten we eigenlijk niet zoodat de heer Aalberse een vol huis voor zich zag, toen hij even na éénen zijn hoogen zetel opzocht. Vrijwel onmiddellijk daarna de grif fier mr. Kesper las het kon. besluit van de benoeming van mr. Aalberse tot lid van den Raad van State eerst voor nam de scheidende voorzitter het woord. In een uitvoerige, zeer gevoelige rede, die hier en daar wat weemoedig was gestemd, moti veerde prof. Aalberse, waarom zijn besluit zoo en niet anders was uitgevallen. Voor den inhoud der rede en de verdere toe spraken zie men ons no. van gister. Tijdens de schorsing hadden de leden gelegenheid om van prof. Aalberse per soonlijk in zijn kamer afscheid te némen. Ook van de bewoners van de perstribune wilde hij dit doen en dezen lieten deze gelegenheid niet voorbij gaan zonder een hartelijk woord hunnerzijds, dat door mr. J. J. van Bolhuis werd gesproken. Prof. Aalberse dankte daarvoor erkentelijk en ook voor de prachtige bloemenmand, welke hij 's middags in zijn vertrek van de menschen „uit de hoogere sferen" had gevonden. Algemeene beschouwingen. Vandaag werd een nominatie voor het voorzitterschap opgemaakt. Nadat de openbare vergadering, onder leiding van den tweeden voorzitter, den heer C. Smeenk (a.r.) was heropend, deed deze daartoe het voorstel. Vermoedelijk zal oud minister van Schaik, die reeds voorzitter gedurende een zittingsperiode was, de eerste candidaat worden, terwijl zijn ver vangers wel dezelfden zullen zijn, name lijk de heeren Smeenk en Drees (s.d.) De schriftelijke gedachtenwisseling over de Rijksbegrooting was geheel geëindigd, althans wat de algemeene beschouwingen betreft, zoodat de voorzitter het voorstel kon doen, daarmede in deze vergadering nog een mondelingen aanvang te maken. Men had natuurlijk daarop gerekend, zoodat de eerste spreker allang klaar zat, voordat de voorzitter hem nog officieel het woord gegeven had! Het was de heer Albarda (s.d.) Deze begon met een beschouwing over den uit slag der verkiezingen, die met overweldi gende meerderheid getuigd heeft voor den wil om onze democratische staatsinstellin gen te behouden. Noch de communisten, noch de nationaal-socialisten konden winst boeken; integendeel! Nadat het stemmen- cijfer der n. s. b. met ongeveer 50 pet. was gedaald, vergeleken met de Statenverkie zingen, is deze partij ontbindingsverschijn selen gaan vertoonen. Nu nóg een verkie zing, oordeelde de heer Albarda, dan is de débacle volkomen. Voor den heer Colijn persoonlijk zijn de verkiezingen een succes geweest; een be langrijk deel van de op hem uitgebrachte stemmen is echter niet van antirevolution- nairen afkomstig geweest, maar van weg- geloopen liberalen, en uit de kleurlooze middenstof. In geen geval wettigde deze uitslag de vorming van een rechtsch kabi net, nadat de heer Colijn, zich in de Tweede- en de Eerste Kamer, bij de be handeling van de egrooting, een voorstan der van een kabinet op breede basis had getoond. Heeft dr. Colijn aan liberalen en vrijz. democraten slechts ondergeschikte posities in zijn ministerie aangeboden? Dat wilde de heer Albarda wel eens weten. Hij begreep niet waarom de mi nister-president in de memorie van ant woord daarop niet was ingegaan. Di. Bos heeft in 1913 toch ook zijn corresponden tie overgelegd, om te laten zien, waarop zijn kabinetsformatie was afgestuit! Waar om kon dit nu niet? En de leider van de s. d. fractie kon moeilijk aannemen, dat er htelemaal geen overleg met de rechtsche fracties was gepleegd. De leiders zijn toch bij dr. Colijn geweest en zouden die dan daarna niet met hun fracties hebben ge sproken? Van een dergelijk overleg is de heer Albarda in het geheel geen tegen stander; hij acht het zelfs practisch. Kijk maar naar België, riep hij uit. De heeren Colijn en Schouten zullen toch niet met elkaar over koetjes en kalf jes hebben gepraat of over de huwelijks vooruitzichten van Greta Garbo! liet hij erop volgen. Welke voorstelling van zaken zoo'n komisch effect maakte, dat de Kamer in den lach schoot. De heer Albarda betoogde voorts op de bekende gronden, dat de staatkundige en godsdienstige verschillen tusschen de drie partijen ter rechterzijde zoo groot zijn, dat men moeilijk vruchtbaar werk van d i t Kabinet kan verwachten. Zijn grief was het dat de katholieken samenwerking hadden gezocht met die groepen, van. wel ke hun program het verst verwijderd was. Van de aangekondigde principieele christelijke politiek verwachtte hij voor de practische staatkunde weinig heil. Bezorgd was hij over de plannen met betrekking tot een wettelijke regeling van den arbeid voor de gehuwde vrouw en de wijziging van de huwelijkswetgeving met het oog op de echtscheidingsprocedure; voorzich tig moet men zijn met de gezinstoelagen, als men niet meer werk schept. Voor dë weermacht overvraagd. Versterking van de weermacht achten ook de sociaal-democraten thans dringend nood zakelijk; zij is onvermijdelijk bij de overal heerschende spanningen. Doch aanvaarding van dit standpunt wil nog niet zeggen, dat de S.D.A.P. blindelings accepteert wat de regeering voorstelt. De plannen gaan zóó ver, dat de financieele last niet te dragen zai zijn op den. duur en dat voor andere, voor het behoud van onze volkskracht even nut tige zaken, in lange jaren geen geld besteed kan worden. Wij noemen hiervan: verla ging van de leerlingenschaal, verhooging van den werkloozensteun en de loonen in de werkverschaffing; uitbreiding van de zorg voor de euden van dagen; verhooging van salarissen en loonen; verlaging van indirecte belastingen, die op de kosten van het levens onderhoud drukken. Zou van deze dingen niets kunnen komen in de eerst volgende jaren? Door tempering van de defensievoor- stellen en verhoogde inkomsten zal in de be langrijkste van die nooden moeten worden voorzien. De heer Albarda vroeg tenslotte nog een onderzoek naar de mogelijkheid van de om- munting van zilver in nikkel, en van ver vanging van het fondsstelsel door het om slagstelsel voor de sociale verzekering. Hij bepleitte met aandrang het voeren van een „conjur.ctuurpolitiek" gelijk in het Plan van den Arbeid is uiteengezet. Verder dan twee sprekers zijn we gister middag niet gekomen. De tweede was de heer Kersten (s.g.p.) Ook hij zeide verwacht te hebben, dat dr. Colijn met een kabinet op breede basis voor den dag zou zijn ge komen; de grondslag verschilde niet van wat de oude liberalen tot stand brachten en er waren toch al zooveel liberale klanken in de memorie van antwoord vernomen In elk geval hadden de verklaringen van dr. Colijn duizenden in den waan gebracht, dat ze geen coalitie-kabinet hadden te ver wachten. Dit rechtsch kabinet achtte de heer Kersten een gevaar voor Protestantsch Nederland, wegens den band met Rome en het verzaken van de aloude Gereformeerde beginselen. Met de versterking van de weermacht kon hij zich heel goed vereeni gen; uit inperking van het Staatsapparaat kon ze z.i. wel worden bekostigd. Van wer kelijke bezuiniging had hij nog niet ge merkt. Vervolgens hield hij een pleidooi voor de afschaffing van allerlei crisismaat regelen, die landbouw en nijverheid in een keurslijf hebben geperst; in geen geval mo gen die maatregelen worden omgezet in vaste ordeningsmaatregelen. Vandaag is het debat voortgezet. Naturalisten en onverzoenlijken. In de aula van het Koloniaal Instituut te Amsterdam, heeft dr. L. J. H. Schoonheyt uit Scheveningen, gisteravond voor de Kon. Ver. „Koloniaal Instituut" een lezing met lichtbeelden gehouden over de interneerings- kampen in Boven-Digoel, in het zuid-oosten van Nieuw-Guinea. c. Dr. Schoonheyt, die twee jaar als gouver nementsarts en als eenig geneesheer in de concentratiekampen werkzaam was, kwam uiteraard geregeld, en van nabij, met de bannelingen, die allen inlanders zijn, in aanraking. Naar Boven-Digoel is het een reis van ongeveer 460 K.M. van de kust. Het klimaat Ongetwijfeld bespaart Uw wasmachine U heel wat tijd en moeite. Maar een werkelijk volmaakt resultaat bereikt U, wanneer U de „overvette" Rinso in de wasmachine gebruikt. Rinso werkt veel vlugger en zuiniger dan gewone zeep poeders en maakt Uw wasgoed veel witter. Aanmaken is met Rinso niet meer nodig en door de speciale eigen schappen, die gewone zeeppoe ders niet bezitten, kan het volmaakt reinigende Rinso sop zelfs meerdere malen achter een worden gebruikt. Rinso wasdag is de ideale wasdag. «J6-0S09M Donderdag 11 November. HILVERSUM, 301 M. (Avro-uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.) 10.30 Orgelconcert. 10.55 Praagsche Strijk kwartet en deel. 12.15 Het Omroep orkest en gr.pl. 2.Voor de vrouw. 2.30 Zang en piano. (In de pauze gr.pl.) 3.Knipcursus. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Orgelspel. 4.50 Voor de kinde ren. 5.30 Arpad von Karolyi's Hon- gaarsch orkest. 6.Gr.pl. 6.30 Sportpraatje. 7.Voor de kinde ren. 7.05 Avro-dansorkest en soliste. 7.30 Engelsche les. 8.ANP-ber., mededeelingen en event. gr.pl. 8.15 Revue-uitz. 9.Radiotooneel. 9.20 Het Omroeporkest en solist. (In de pauze gr.pl.) 10.45 Rep. schaakmatch. 11.ANP-ber. Hier na Avro-dansorkest. 11.4012. Gramofoonplaten. HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en 11.—2.— KRO, de NCRV van 10.— 11.en 2.12.uur). 8.9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 KRO- orkest en gr.pl. 2.Handwerkles. 3.Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Ber., cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.15 Amsterdamsch Salon orkest. 6.45 CNV-kwartiertje. 7. Ber. 7.15 Oorlog en Vrede, causerie. 7.45 Rep. 8.— ANP-en herh. SOS- ber. 8.15 Chr. Zangver. Excelsior, het orkest van de HOV en solisten. (9.45 De Wapenstilstand op 11 Nov. 1918, causerie en om 10.ANP- ber.) 10.45 Gymnastiekles. 11. 12.Gr.pl. Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 10.45 Her denkingsdienst. 11.3011.40 The ten million dead, causerie. 12.10 Gr.pl. 12.50 Trocadero Cinema orkest. 1.35—2.20 Gr.pl. 3.10 The Story of the Canterbury Treasure, causerie. 3.25 Gr.pl. 3.35 Sted. orkest Bournemouth en solist. 5.05 Going to the Tropics, causerie. 5.20 Ben Oakley's Band. 6.20 Ber. 6.40 Boekbespr. 7.Orgelspel. 7.20 BBC-Theater-orkest en solist. 8.15 10.10 Wapenstilstandsdag-progr. RADIO PARIS, 1648 M. 8.— en 11.20 Gr.pl. 12.40 Orkestconcert en zang. 5.20 Radiotooneel. 7.20 Pro- Arte-kwartet. 8.35 Zang. 8.50 Nat. orkest en Raugelkoor. 10.50 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 5.50 H. Putsche's orkest. 7.50 Omroepkleinorkest en -koor. 8.50 Piano voordracht. 11.20 Luchtvaartmuziekkorps. 12.35 Om roeporkest. 3.20 Omroepkleinorkest. 5.20 Zang en piano. 6.30 Omroep orkest. 7.50 Radiotooneel. 9.50— 11.20 Schrammelorkest, mandoline kwartet, vocaal trio en solist. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 9.35 Orgelspel. 10.20 Gr.pl. 12.05 Zang. 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroep orkest. 1.502.20 en 2.35 Gr.pl. 3.20 Trinitas-koor. 4.20 Salonorkest. 5.05 en 6.20 Gr.pl. 6.35 Pianoduetten. 7.20 Zang. 8.20 Omroepsymph.- orkest, radiotooneel en gr.pl. 10.30 Zang en accordeon. 10.50 Gr.pl. 11.3512.20 Omroepdansorkest. 484 M.: 9.22 Gr.pl. 10.15 Vocale duet ten. 10.50 Gr.pl. 11.15 Rep. 11.35 Orgelconcert en zang. 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Omroep dansorkest. 1.502.35 en 2.50 Gr.pL 3.05 Viool en piano. 3.35 Salon orkest. 4.30 Kamermuziek. 5.10 Gr.pl. 6.15 Rep. 6.35 Gr.pl. 6.45 Zang. 6.55, 7.35 en 8.20 Gr.pl. 8.35 Militair orkest en solist. 10.30 Dans muziek (gr.pl.) 11.2012.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Het Omroepkleinorkest en so liste. 8.20 Ber. 8.35 Radiotooneel met muziek. 9.20 Ber. 9.50 Piano voordracht. 10.05 Weerber. 10.20 11.20 Oskar Joost's dansorkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R. 9.20—13.20, Brussel VI. 13.20—13.50, Brussel Fr. 13.5014.35, Brussel VL 14.35-J<-15.20, Keulen 15.20—16.20, Brussel VI. 16,2017.10, Brussel Fr. 17.10—18.35, Keulen 18.35 19.50, Boedapest 19.5020.20, Brus sel Fr. 20.2022.20, Brussel VI. 22.20—22.30, Brussel Fr. 22.30— 24.—. Lijn .4: Brussel VI. 8.10.35, Droitwich 10.3511.50, Lond. Reg. 11.50—12.50, Droitwich 12.50—13.35, Lond. Reg. 13.3515.35, Droitwich 15.3518.20, Luxemburg 18.20— 18.40, Lond. Reg. 18.40—19.—, Droitwich 19.22.40, Boedapest 22.4023.25, Luxemburg 23.25 24.—. Lijn 5: Diversen. is er vrij goed en de gezondheidstoestand stemt tot tevredenheid. Dank zij een uitge- breiden malaria-bestrijdingsdienst heeft men deze gevreesde ziekte onder de knie gekregen, zelfs zonder het toepassen van een kinine-prophylaxe voor de bannelin gen. Deze omstandigheden en de onmoge lijkheid te ontvluchten, hebben bij spreker dc overtuiging post doen vatten, dat de in- terneeringskampen geheel aan hun doel be antwoorden. Bovendien is de schaarsche papoea-bevolking om den post heen, be trekkelijk achterlijk en niet vatbaar voor de nationalistische of communistische in vloeden, die de geïnterneerden onder haar zouden pogen te propageeren. In de interneeringskampen wonen nog steeds de „naturalisten" en „onverzoenlij ken", die nu al sedert negen jaar niet meer werken en bovendien nog zeer onvoegzaam tegen de vertegenwoordigers van het gezag optreden, terwijl zij wel voedsel en andere levensbehoeften zonder vergoeding van het gouvernement in ontvangst nemen. De be handeling der geïnterneerden, waaronder, behalve de zoo juist genoemde „onverzoen lijken", voor het overige zoowel nationalis ten als communisten zijn te vinden, is in de kampen uitstekend. Er is een fraai zieken huis voor hen gebouwd, de malaria-bestrij- ding is zeer goed georganiseerd, er is een voetbalveld en zelfs een betonnen tennis baan, terwijl hun vroeger ten overvloede een goede bioscoop ter beschikking stond. Maar hun houding, ook tegenover de pa- poea's was doorgaans verre van fraai. De papoea's beschouwden zij dan ook meer als dieren dan als menschen. De „onverzoenlijken" wonen 30 K.M. stroomopwaarts van het groote kamp, te Tanah Tinggi. In hun „heilstaat" is de ver deeldheid wel zeer groot, hetgeen uit de voortdurend» vechtpartijen blijkt. Niette min is de belhamel dezer onverzoenlijken, Sardjono, door Nederlandsche stemgerech tigden tot lid van de Tweede Kamer ver kozen. Dat dit, zoo zeide spreker, deel» zeer ongewenschte en onverkwikkelijke en deels zeer komische tooneelen schiep, ligt voor de hand. Tot slot besprak dr. Schoonheyt het resul taat van de repatriëering van de bannelin gen, die verre van fraai is, waarbij hij een woord van hulde bracht aan den pionier van Boven-Digoel, oud-kapitein Becking, die op het oogenblik nog, als leider van de goud exploitatie, in de diepe rimboe van Zuid- Nieuw-Guinea rondzwerft. MOND- EN KLAUWZEER ONDER HAZEN. In het veld tusschen St. Odilienberg en Linne (Limburg) zijn de laatste dagen enkele hazen 'dood gevonden. Bij onderzoek bleek dat de geheel vermagerde dieren lij dende waren geweest aan mond- en klauw zeer. GELUKKIGE MENSCHEN. Te Maashees (N.Br.) werd op de verga dering van den gemeenteraad besloten de gemeentelijke belastingen aanmerkelijk te verlagen. Dit is reeds de derde maal, dat in betrekkelijk korten tijd de belastingen ver laagd werden. Wel een unicum in deze cri sistijden. 1) Door ALAN DARE HOOFDSTUK I. Te middernacht. Reeds verscheidene dagen was het druk kend warm geweest, en nog bleef de baro meter stijgen. De millioenen menschen in Londen hadden geleden onder de gloeien de hittegolven en snakten er naar, bevrijd te raken van de doordringende oliewal men, die de atmosfeer vervulden en het leven ondragelijk maakten. Maar Robert Kennedy drukten die om standigheden niet zoo zwaar. Na een vijf jarig verblijf in Brazilië was hij aan hitte gewend, en als de mode hem niet gedwon gen had, zich te kleeden op een manier, die in het geheel niet bij de heerschende hitte paste, had hij het koud gevonden.- Waarom de Londenaars dezelfde kleeren bleven dra gen, onverschillig of de zon scheen of niet, was werkelijk onbegrijpelijk. Hij had één dag een wit linnen pak gedragen en toen ondervonden, dat hij algemeen de aandacht trok, het voorwerp was van verbaasde en vernietigende blikken. Daarna was het pak naar den bodem van zijn diepsten koffer verbannen. Londen! Gedurende drie jaar en langer had hij er van gedroomd. Op vijfhonderd mijl van den mond der reusachtige Ama zone had hij zich al dit menschelijk ge krioel, het net van straten, het drukke verkeer, de vermakelijkheden, de ontelba re winkels en de keurige, knappe kellne- rinnen en meisjes, die zich als krekeltjes iederen morgen naar het terrein van haar werkzaamheden begaven, voor den geest gehaald. Het was een van zijn verlangens geweest, bovenop een omnibus te zitten en nog eens volkomen zonder doel door de stad zijner droomen te rijden. Hij had dit nu meer dan eens gedaan en nog duizenden andere dingen bovendien. Hoe hy het ook beschouwde, zijn vacantie was bijna in elk opzicht een kolossaal suc ces. Soms kneep hij zich in zijn been, om er zeker van te zijn, dat hij werkelijk wak ker was en niet in droomen verzonken in het muskietenrijke, moerassige Brazilië. Als er al een klein wolkje was aan zijn geeste lijken horizon, werd dat veroorzaakt door het feit, dat er in die vijf jaren zooveel veranderingen waren gekomen verande ringen, die zijn maatschappelijke betrek kingen betroffen. Zijn vader was kort voor zijn terugkomst in Engeland gestorven en had hem enkele eigendommen nagelaten, waaronder een klein, gemeubileerd flat in Hampstead, waar hij nu woonde. Bovendien waren verscheidene van zijn oude school kameraden buitenlands. Zoo was hij heel dikwijls alleen. Hij was lang en goed gebouwd en de bruine kleur van zijn gezicht verried een lang verblijf in een heet klimaat. Tusschen twee schitterend blauwe oogen stond een rechte en vrij groote neus; zijn hoofd stond op een stevigen, sterken nek. Alles bij el kaar leek hij, wat hij was een buitenge woon gezonde man met een helderen geest en een vdlhardenden aard. Hij was tot ernst geneigd, want in zijn betrekking had hij een groote verantwoordelijkheid gehad, en er was zoowel tact als een krachtige geest vereischt om eenige honderden in boorlingen in bedwang te houden. Maar nooit had hij verleerd, zichzelf bezig te houden, en nadat hij het harnas van zijn beroep had afgeschud, had het hem geen moeite gekost zich lachend in het grillige leven in het wonderlijke, oude Londen te schikken. Een klucht had hem naar het theater gelokt, en hij genoot gedurende het geheele, dwaze stuk. Toen hij weer buiten kwam, voelde hij zich veel te opgewekt om naar huis te gaan. Doelloos baande hij zich een weg door de tallooze taxi Ven de golvende menigte en bevond zich eindelijk op de kade. Een tijdlang zat hij op een bank en keek naar de talrijke bochten in de door maanlicht overgoten rivier. De duizenden, die huiswaarts keerden, verdwenen lang zamerhand. Het aantal taxi's werd al klei ner en kleiner en het klaterende lawaai verminderde al meer en meer. Hij kon zich bijna verbeelden, in het kamp aan den bovenstroom van de Amazone te zijn, met vuurvliegen in plaats van lichten, en het maagdelijke woud in plaats van de reus achtige, grijze gebouwen. Boem! De groote klok van Big Ben be gon te slaan. Hij telde de slagen mid dernacht! Zijn lang lichaam strekkend, stond hij op en maakte zich gereed naar huis te gaan. Links van hem was het leelijke, ijzeren gevaarte, dat de rivier naar Charing Cross overbrugt. Hij keek er naar en verbaasde er zich ove, dat men het zoo lang had laten bestaan. Hij wendde den blik af, toen iets donkers van de leuning van de brug in het zwarte water naar beneden viel. De plons, die er op volgde, deed zijn hart snel ler kloppen. Hij tuurde in het schemerlicht en zag duidelijk een wit gezicht in het deinende water. Dat het een menschelijk lichaam was, was zeker, en de eb voerde het snel voort. Het gelaat verdween enkele seconden, toe# zag hij het weer recht voor zich. Hij wierp zijn jas en hoed van zich af, sprong in het water en begon met krachtigen slag te zwemmen. Toen h(j de plaats bereikte, waar hij het gelaat had gezien, vond hij niets. Hij zwom met groote vaart de rivier af, en na eenige minuten stiet zijn arm op iets. Zijn vingers sloten er zich om heen en grepen krachtig vast. Het was een stuk van een vrouwen rok. Zich op den rug keerend, bracht hij het roerlooze lichaam boven, met het hoofd uit het water, terwijl hij het met zijn han den onder de oksels steunde. Nu begon een verwoede strijd tegen het getij. Hoewel hij een goed zwemmer was, was dit soort werk iets nieuws voor hem en vorderde het al zijn kracht. Hij slikte heel wat Theems- water in, maar hield moedig vol. Eindelijk zag hij eenige treden aan zijn linkerzijde, niet meer dan vijftig meter van zich af. Met nieuwe hoop vervuld, zwom hij er heer» en bereikte ze eindelijk. Nu zag hij het gelaat van de vrouw voor de eerste maal duidelijk. Zij was nauwe lijks meer dan een meisje hoogstens twintig jaar. Haar kleeren waren van een goeden snit en haar gelaatstrekken hadden een beschaafde uitdrukking. Eenige oogen- blikken bleef hy er geboeid naar kijken - toen herinnerde hij zich de dringende nood zakelijkheid. Een kwartier kunstmatig toegepast ademhaling ontlokte een zucht aan haar lippen, toen maakte zij een lichte beweging en sloeg de oogen naar hem op. Het licht van de lantaarn boven haar scheen in haar verwonderde oogen. „Beweeg u niet!" fluisterde hij. „Binnen een paar minuten zult u weer heelemaal in orde zijn". „Waar ben ik?" „In veiligheid". Hij zag, dat haar blik zich naar de snel voortstroomende rivier richtte en zij begon hevig te trillen. „O! Nu herinner ik het mij!" „Sst! Het is in orde. Wees als het u niet bang!" Hij stond voor de moeilijkheid, wat verder te doen. Hij besloot, dat het eenige; wat er op zat, was, haar naar een pol' bureau te rijden, maar dat stuitte hem gen de borst. „Hoe voelt u zich nu?'" vroeg hij. „Beter, dank u". „U moet droge kleeren hebben. Zal probeeren, een taxi te vinden, om u n> huis te brengen?" t Zij keek hem droevig aan en schudde hoofd. „Ik ik heb geen tehuis" zeide zij- (Wordt verv blief4 nu te- ik vervolgd'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6