jecovit fBuuienland TENTOONSTELLING VAN WERKEN DER BERGENSCHE SCHOOL. Engelsch stoomschip bij lichtschip „Wandelaar" gezonken. Een lid van de bemanning om het leven gekomen. Eeredoctoraten bij de Vondelherdenking. Een uitzonderlijke expositie. Ruim 20 belangrijke kunstenaars. TWEEDE BLAD Tegen Engefsohe ziekte JVoor weerstandsvergrooting I Jeco- vHol, op ritaminen geijkt, weten schappelijk de beste levertrean. In Apotheken en Drogisterij*- f. 0.75 per fl«ck De heer Boeder (Hauwert) was vóór het concours-systeem, maar dan met eigen gekozen nummers. De heer de Bie (Helder's Gemengd koor) deelde mede, dat zijn afdeeling in meerderheid vóór het concoursstelsel is, dat volgens haar de beoefening van den zang zal bevorderen. De animo in genoem de vereeniging is thans onvoldoende. De heer Roemer, directeur van drie zangvereenigingen, deelde mede dat deze alle verandering van het doel van den bond noodig achten, zonder juist het con coursstelsel te willen, hetwelk door spr. niet ideëel werd genoemd. Daarom had hij het sub-amendement van Venhuizen ge propageerd. De heer Saai (Wognum) meende, dat het concours-systeem verworpen is alleen al uit de overtuiging, dat kunst niet in punten is uit te drukken. De heer Bruin (Aartswoud) memo reerde een uitlating van burgemeester Stapel, dat het zingen met puntenstelsel niet het ware is en wees erop, dat op het concours te Benmimgbroek slechts twee vereenigingen onder dat stelsel zongen. Van slechts één dezer is het aantal punten bekend gemaakt. De voorzitter antwoordde, dat dit laatste een misverstand is geweest, een nalatigheid. Wat de uitlating van den bur gemeester betreft, hij stond op het stand punt der afd. Benningbroek. Van het wedstrijd-systeem vreesde spr. een daling van de animo, als geen hoog aantal punten wordt behaald. De heer Van Ham Wieringerwaard) noemde het gevaarlijk om aan de kunst een sportief tintje te geven, want de sportiviteit ontbreekt maar al te dikwijls, omdat het steeds uitsluitend gaat om te winnen. Of de animo voor den zang grooter zal worden onder een concourssysteem, be twijfelde spr. met een verwijzing naar den toestand in den anderen bond, die immers ook sukkelt, ondanks het door hem aan gehangen concourssysteem. Als men op dien weg gaat, komt men op ijs, waarop men niet kan trappen. De heer Sa s b u r g constateerde, dat onder de aanhangers van het concours systeem geen eenheid bestaat. Daarom bleef spr. vóór de tot nu toe door den Bond gevolgde richting: het houden van gewone zangersfeesten. Spr. memoreerde verschillende algemeene vergaderingen, waar het concoursstelsel is verworpen. De malcontenten verlieten daarop den Bond en vormden den concours-bond. De vereeniging te Barsingerhorn was volgens spr. op den verkeerden weg en hij beval ernstig aan om het voorstel-Ben- rmgbroek aan te nemen, waarvan hij geloofde, dat dan het puntenstelsel wel weer zal doodbloeden. Het was spr. een raadsel, dat Aartswoud zijn puntenlijstje niet zou hebben ontvan gen, hij meende stellig te weten, dat het óf verzonden óf op het zangersfeest zelf reeds was overhandigd. Aan het adres van Barsingerhorn zei spr., dat de bond in Friesland blijkens zijn jaarverslag het puntenstelsel heeft verla ten uit vrees voor jalouzie onder de deel nemende vereenigingen. Uit het critisch verslag van het zan gersfeest 1937 van den Groningschen bond, te Veendam gehouden, las spr., dat één der juryleden meldde, dat het vorige jaar beter was gezongen dan nu, met als ge volg degradatie van elf deelnemende koren. Spr. zag hierin voor die vereeni gingen iets deprimeerends. Ook in den Noordhollandschen concours- bond is een teruggang van het aantal aan hangers van het concourssysteem. Spr. meende, dat het ideëele streven van den Bond voldoenden aanhang geniet, om den aandrang der jongeren naar het concourssysteem te weerstaan. Hij zou het jammer vinden, als het reeds dertig jaar oude ideëele van den Bond zou worden verloochend. Spr. las nog een schrijven van het oud- hoofdbestuurslid, den heer de Groot, waar in het concoursstelsel werd verworpen, omdat immers het al dan niet veroveren van een prijs afhangt van toevallige om standigheden (goede bezetting, mooie stemmen) en niet alleen van de animo voor den zang. De voorzitter constateerde, dat nog geen der aanwezigen zich onomwonden had uitgesproken vóór het voorstel-Bar- singerhorni. Spr. voor zich was het zonder voorbehoud eens met den heer Sasburg, ook al op grond van hetgeen hij meer malen na afloop van concoursen in ver schillende plaatsen had gehoord. Meer malen kwam daarbij de meening naar voren, dat de jury onbekwaam was, knoeide met haar uitspraken, e. d. Het puntenstelsel van het Zangersverbond heeft geen voldoening gebracht, omdat het niet anders dan een minimum vaststelde. Bij de zich gedupeerd voelende vereend- gingen bevordert dit het zoeken van een nieuwen directeur, die zich speciaal toe legt op het najagen van concoursen en daaraan wordt het ideaal van den zang weieens opgeofferd. De kunst en al het mooie daarin verborgen, moet steeds num mer één blijven en daarom moet dat méér worden aangekweekt; reeds op de school moet daaraan worden gewerkt, al is dit tegenwoordig met de te groote klassen niet altijd mogelijk. Spr. was overtuigd, dat getracht moet worden fusie te bereiken, al zal de Bond daarbij een veer moeten laten, in het be lang van bevordering van de liefde voor den zang. Het systeem van onzen bond, zei spr., wordt door den heer Zondervan van het hoofdbestuur van den Frieschen Bond het eenig goede genoemd. Spr. wees erop, dat met den concours- bond nog geen besprekingen zijn geopend. Als ook deze bond iets van zijn standpunt wil laten vallen, is er misschien wel wat goeds te bereiken in het belang van de eenheid onder de beoefenaren van den zang. Hierop schorste spr. de besprekingen tot des namiddags twee uur. Het verslag van dat deel der vergade ring zullen we opnemen' in ons no. van morgen. DE KONINGIN BIJ „DIE ROSENKAVALIER". Uitstekende vertolking door de Wagnervereeniging. Zaterdagavond heeft H.M. de Koningin in den Stadsschouwburg te Amsterdam de uitvoering van „Die Rosenkavalier" door de Wagnervereeniging bijgewoond. H.M. arriveerde te zeven uur aan den schouwburg in gezelschap van haar hof dame honoraire jonkvrouw B. I. van Swin- deren. Zij werd verwelkomd door den bur gemeester, dr. W. de Vlugt en door mr. dr. J. P. van Tienhoven, mr. H. L. Beaufort en dr. Paul Cronheim, bestuursleden van de Wagnervereeniging. In het gevolg van H.M. waren voorts mevrouw baronesse van Harinxma Thoe Sloten en jhr. W. F. Röell, kamerheer i.b.d. en luitenant ter zee le klasse, jhr. E. J. van Holthe, adjudant van H.M. In de eerste pauze heeft H.M. in een der vertrekken van den schouwburg een maal tijd gebruikt. De voorstelling in den Stadsschouwburg was te ruim elf beëindigd. De politie had omstreeks dezen tijd in de omgeving van het Leidsche Plein voor een beperkte af zetting gezorgd opdat het vertrek van H.M. de Koningin niet door het verkeer of door het publiek zou worden belemmerd. De auto met den koninklijken standaard kwam voorrijden en te tien minuten na elf verscheen de koningin in den uitgang van den schouwburg aan den kant van de Mar nixstraat. Een gejuich steeg uit het publiek op, terwijl Hare Majesteit afscheid nam van de leden van het bestuur der Wagnerver eeniging, die haar uitgeleide hadden ge daan. Op het eerste perron voor de koninklijke wachtkamer was de looper uitgelegd naar het koninklijke rijtuig, dat was gekoppeld aan den trein, die te 23.40 uur naar Amers foort zou vertrekken. Ter weer-szijden was het perron afgezet en op het afgezette ge deelte was de stationschef, de heer Jongstra, aanwezig om Hare Majesteit te ontvangen. Kort voor half twaalf arriveerde de konin gin aan het station, en na even in de ko ninklijke wachtkamer te hebben vertoefd, begaf zij zich terstond naar het koninklijke rijtuig, voor welks ramen de gordijnen wa ren neergelaten. Te 23.40 uur precies vertrok de trein, waarmee de Koningin tot Baarn reisde, om vandaar per auto naar het paleis Soestdijk te gaan, waar zij de gast is van prinses Juliana en prins Bernhard. Op ongeveer zeven mijl ten Oost- Zuidoosten van het lichtschip „Wan delaar" heeft een Belgische motor loodsboot de 24 koppen tellende be manning van het Britsche stoomschip „Ino" aan boord moeten nemen, daar het schip, vermoedelijk door een ont ploffing, water maakte. Eén van de leden der bemanning is omgekomen. Zijn stoffelijk overschot is door de loodsboot naar Oostende gebracht, waar ook de geredden aan land zijn gegaan. Het schip is nog drijvende, heeft geen lichten en vormt dus een gevaar voor de scheepvaart. Het bericht van het scheepsongeval werd te Vlissingen bekend door een radiobericht van de loodsboot, die rapporteerde aan den Wandelaarspost de bemanning van de Ino" te hebben overgenomen. De zee is ter plaatse reeds bij betrekkelijk zwakken wind gauw ruw, doch het is niet bekend, of dat van invloed is geweest op het onge val zelf. Wel moet bedacht worden, dat de „Ino" een schip van slechts 1240 bruto ton is, dat reeds in 1899 te Campbeltown werd gebouwd. Het radiobericht was ook opgevangen door de „Wandelaar", die onmiddellijk op onderzoek uitging, terwijl ook de sleep- booten „Noordzee" en „Goliath" van Vlis singen vertrokken om eventueel assistentie te verleenen. Korten tijd later werd bericht, dat de Ino" reeds was gezonken, doch dit bleek niet juist te zijn. Het schip dreef nog zon der lichten rond en maakte 30 graden slagzij, aan bakboordzijde ontbrak een reddingboot, zoodat men vermoedde, dat de bemanning reeds het schip had verla ten, voordat de loodsboot was gearriveerd om haar van boord te halen. De „Ino" is eigendom van de Bristol Steam Navigation Company en onderhield een weekdienst tusschen Bristol en het vasteland. Het was thans vermoedelijk op weg naar Antwerpen en kwam ook dik wijls te Rotterdam. De sleepbooten „Noordzee" en „Goliath" waren gisteravond laat nog niet te Vlissin gen teruggekeerd, zoodat men vermoedt, dat zij in de nabijheid van de „Ino" zijn gebleven. Een nader bericht bevestigt dit vermoe den in zooverre, dat om twaalf uur de kapitein van de „Noordzee" seinde, dat hij het wrak van de „Ino" bereikt had. De kapitein meldde, dat de „Ino" zware slag zij maakt. Het water staat tot aan de lui ken aan dek; het schip ligt ten anker. Even later slaagde de „Noordzee"' er echter in een verbinding met de „Ino" tot stand te brengen. Het schip was toen nog geankerd. Ook de „Goliath" zal waar schijnlijk vastmaken, terwijl de „Donau", die eveneens bij het wrak aangekomen is, in de buurt blijft om eventueel nog as sistentie te verleenen. Oorzaak verschuiving van de lading. Omtrent dit zinken wordt nader gemeld, dat dit moet worden toegeschreven aan een verschuiving van de lading, welke uit mineralen bestond. Het schip kwam van van Bristol met bestemming Antwerpen. De bemanning is door de Belgische loodsboot „Oostende" naar Oostende ge bracht. Zij bestond uit achttien opvaren den, waarvan, zooals gemeld, er een was overleden. De positie van het schip was 51 gr. 23 min. n. b. en 2 gr. 48 min. o. 1., d. i. onge veer 7,5 mijl van het lichtschip Wandelaar. Een passeerend motorschip rapporteerde Zondagavond om half twaalf dat het schip 30 graden slagzij aan bakboordzijde maakte en dat het voor anker lag. De reddingboot aan stuurboord ontbrak, ter wijl de davits waren uitgedraaid. De Ne- derlandsche loodsboot uit Vlissingen was tegen middernacht bij de „Ino" aange komen. Te half vier hedennacht is te Vlissingen bericht binnengekomen, dat het de sleep booten gelukt is de „Ino" vlot te krijgen en dat zij het schip op sleep naar Vlissin gen hebben genomen. De „Ino" gezonken. Te vijf uur hedennacht is bericht ont vangen, dat het de sleepbooten niet gelukt is de „Ino" weg te sleepen. Het schip is ter plaatse gezonken. Van het Engelsche s.s. „Ino", dat heden morgen in het vaarwater Wielingen is ge zonken, is niets boven water zichtbaar, zoodat verondersteld wordt, dat het schip met slagzij aan bakboord, dwars gevallen is. De sleepbooten Goliath en Noordzee hebben nog getracht het schip weg te slee pen, doch doordat het verankerd lag, is het niet gelukt. De sleepbooten zijn naar Vlissingen teruggekeerd. De senaat der Amsterdamsche univer siteit heeft, zooals bekend, besloten, ter gelegenheid van de Vondelherdenking het eere-doctoraat in de letteren en de wijsbegeerte te verleenen aan Georges Duhamel, lid van de Academie Fran- paise te Parijs, prof. Th. Frings, hoog leeraar te Leipzig, sir Herbert Grierson, oud-hoogleeraar te Edinburgh, C. R. de Klerk te Amsterdam, prof. B. H. Mol- kenboer, hoogleeraar te Nijmegen, prof. dr. J. D. Dutoit, hoogleeraar te Potchef- stroom en aan prof. dr. Aug. Vermey- len, hoogleeraar te Gent. KINDERMOORD TE VENLO? Ouders aangehouden. De 32-jarige werklooze dakdekker J. J. en zijn 22-jarige echtgenoote te Venlo, die er van verdacht' worden in Februari van dit jaar hun kind, dat pas veertien dagen oud was, van het leven te hebben beroofd, zijn op verzoek van den officier van justitie door de recherche aangehouden en naar Roermond op transport gesteld. Na verhoor zijn zij in de strafgevangenis ingesloten. Bij een burentwist n.1. is de gearresteerde vrouw kort geleden door haar buurvrouw mishandeld, van welke mishandeling eerst genoemde aangifte deed bij de politie. Zoo als dat gewoonlijk gaat, kwamen tijdens dit verhoor de tongen los en vernam de politie dingen, die zeker waard waren om er dieper op in te gaan. Na lange verhoorer. bleek, dat het jongste kind, een meisje van ongeveer veertien dagen, in Februari van dit jaar onder verdachte omstandigheden gestorven zou zijn. De gearresteerde vrouw zou op zekeren dag, toen een andere buur vrouw voorbijkwam, uit haar woning zijn gekomen en hebben medegedeeld, dat haar kindje was overleden. Deze buurvrouw moet toen gezien hebben, dat op het gezichtje van het kind een kussen lag waardoor de indruk werd gewekt, dat het kind was ge stikt. Ofschoon het echtpaar bleef ontken nen, achtte de justitie na een uitvoerig on derzoek van de politie voldoende termen aanwezig om man en vrouw te laten arres teeren. De beide andere kinderen van het gearresteerde echtpaar zijn in het gesticht Nazareth ondergebracht. KATWIJKS VISSCHERSVAARTUIG BINNENGEBRACHT. Gistermorgen omstreeks zes uur ontmoet te het Nederlandsche stoomschip „Rans- dorp", dat om kwart over drie de haven van IJmuiden had verlaten, op de Noordzee op vijf mijl Westnoordwest van Noordwijk het Nederlandsche motorvisschersvaartuig KW 77, „Twee Gezusters", schipper van Duin. Deze verzocht den kapitein van de „Ransdorp", den heer Schuring, assistentie te verleenen, daar de Kalwijker motor- schade had gekregen en dreig le te stranden. De „Ransdorp" heeft hierop het visschers- vaartuig op sleeptouw genomen, en gister avond behouden te IJmuiden binnenge bracht. Tegen elf uur meerde de KW 77 aan den touristensteiger. De „Ransdorp" heeft hierna zijn reis voortgezet. TERAARDEBESTELLING DR. S. LISSAUER. Op de israëlietische begraafplaats te Was senaar is Zondagochtend dr. S. Lissauer, in leven rustend geneesheer en een vooraan staand figuur in de joodsche gemeente, ter aarde besteld. Zeer groot was de belang stelling, vooral van de zijde van joodsche kerkelijke en maatschappelijke instellin gen, alsmede uit den kring van oud-patiën ten van den overleden^ In de kunstaal van den heer P. Boen dermaker te Bergen werd Zaterdagmiddag een tentoonstelling geopend van werken van de navolgende kunstenaars, die voor een groot deel tot de Bergensche school behooreni: Else Berg, Charly Toorop, G. W. van Blaaderen, Kees Boendermaker, A. J. G. Colnot, J. Croin, B. Essers, D. H. W. Filarski, Leo Gestel, Raoul Heynkes, G. Hordijk, Germ. de Jong, Toon Kelder, Frits Klein Harry Kuiten, C. J. Maks, Otto van Rees, Jan Sluyters. Wim Schumacher, S. L. Schwarz, Jelle Troelstra, Piet Wieg man, Matthieu Wiegman en Piet van Wijmgaerdt. De tentoonstelling, die tot 19 December dagelijks te bezichtigen is en gratis toe gankelijk is gesteld, werd geopend door den heer C. W. H. Baard, oud-directeur van het Stedelijk Museum te Amsterdam die er aan herinnerde dat de erkenning van de innerlijke en artistieke waarde van de geëxposeerde werken nog pas kort ge leden door een daad van de Nederland sche regeering, in de geschiedenis van <Ie Ntderlandsche Beeldende Kunst, gere gistreerd werd, toen den promotor van de Bergensche School, den heer P. Boendermaker, de hoogste onderscheiding, die alleen aan uitzonderlijke beoefenaars en beschermers van Kunsten en Weten schappen wordt verleend, bij monde van Z E., den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, minister Slotemaker de Bruine, werd toegekend, ter gelegen heid van zijn 60sten verjaardag. Spreker was van oordeel, dat de in- en omwonen den van dit schilders-centrum zich in een bevoorrechte positie bevinden, doordat zij op zoo'n gemakkelijke wijze met de heden- daagsche kunstuitingen in aanraking kun nen komen. Spr. bracht den heer en me vrouw Boendermaker dank voor alles, wat zij voor de kunst hadden gedaan. Hierna werd door de talrijke aanwezi gen de tentoonstelling bezichtigd, waarna ververschingen werden aangeboden. Bijzondere aandacht verdient een groot werk van den in 1936 overleden kurste- naar G. W. van Blaaderen, waarop Bre- tonsche visschers aan de haven in de felle landskieuren worden uitgebeeld. Van Blaaderen was de laatste jaren meer de geïsoleerde werker. Een levens werk als het geëxposeerde bewijst echter, dat van Blaaderen in de Bergensche School een belangrijke plaats inneemt, evenals Colnot, van wien een grootsch opgezet landschap te Bergen (Zanegeest) aanwezig is, ^en krachtig geschilderd schilderij met het paarlemoer-groen, waarvan Colnot het geheim bezit. Van Filarski is een groot bloemstuk (vaas met tulpen in zilveren achtergiond). Dit werk trekt wel bijzonder om de com positie, waarin Filarski een meester is, de aandacht. Van Maks, den bekenden schilder van het circusleven, hangen een paar opvallende vlammende museumstuk ken, voorstellende een hoogeschooli ijder en een danseres. De impressie van het circus is hier uitstekend weergegeven en ongetwijfeld hebben wij hier te doen met twee van de beste werken van den meester. Van Charly Toorop vindt men geëx poseerd één van de Amsterdamsche grach ten, vervaardigd in den tijd, toen zij tijde lijk in Amsterdam woonde. Hoewel dit doek ons ietwat te zakelijk is, imponeert het toch door de kracht, die er vanuit gaat, een kracht die wij in de geëxposeerde Amsterdamsche gracht van Harry Kuiten, die van een romantischer sfeer is, missen. Matthieu Wiegman, die den laatsten tijd dichter bij de natuur is gekomen en daar door begrijpelijker, is op deze tentoonstel ling vertegenwoordigd door een schets matig gehouden doek, waarop de Madonna is uitgebeeld. Dit doek is van een groote innerlijke waarde en een meesterwerk van> compo sitie en kleur. Het is mogelijk, dat zij, die alles ondergeschikt aan den Staat willen maken, dit werk van indicvidueele beleve nis en devotie bij de or.taarde kunst zullen willen indeelen, doch voor ons staat het vast, dat dit doek nog lang tot stille over peinzing zal stemmen, wanneer de van het staatsetiket voorziene werken al lang naar den rommelzolder zullen zijn verhuisd. De kerkgang van Piet Wiegman, een grootsch werk, voorstellende een kerkhof met muur in den winter, met op den ach- P. Boendermaker. tergrond een uitgaand kerkje, magsfeflj- een levenswerk van dezen grootennjjjf sentant van de Berger School wonfea-T noemd. De aan hem verwante P»tv» Wijngeardt is vertegenwoordigd door bijzondere schilderij uit zijm zeer goeden tijd, toen hij zijn bekendheid verkreeg door zijn werk in Overijsel. Wie dit werk beziet, moet wel-tot de conclusie komen, dat de collectie-Boendermaker zeer waar devol werk bevat. Van Leo Gestel, den grondlegger van de Bergensche School, vindt men eenige doe ken uit zijn Italiaansche- en Beemster- perode. Deze schilderwijze heeft de kun stenaar thans losgelaten. Het is desondanks werk dat een weergaloos talent open baart. Van zijn leerling en dien van Col not, Kees Boendermaker, zijn eenige doe ken aanwezig, die een volkomen eigen karakter verraden. Het staat dichter bij de natuur, is meer melancholisch, maar ontegenzeggelijk verraadt dit werk, dat grooten vooruitgang demonstreert, een sterk talent. Over het algemeen kan van deze wissel tentoonstelling verklaard worden dat- elk geëxposeerd werk artistiek ten volle is verantwoord en werken uit de bloeipe riode van de Berger School, die thans uiteen is gevallen, bevat Onwillekeurig gingen onze gedachten naar het begin van deze school terug, toen dit werk, dat thans algemeene erkenning vindt, als revolutionnair werd betüeü Wij dachten aan de moeilijkheden beide pioniers (Boendermaker en moesten overwinnen. Voor hen moet het wel een groote voldoening zjjn te weten dat zoowel nationaal als internationaal, deze school in de moderne kunst een voor aanstaande plaats inneemt. Dit werd ons ook duideljjk uit de mededeeling van den consul-generaal van Tsjecho-Slowakije, den heer Maertens, die op de opening aan wezig was en ons verzekerde, dat de schenkingen van den heer Boendermaker te Belgrado den grondslag hebben gelegd voor het belangrijkste museum voor mo derne kunst in Europa. De werken vanJv schilders van de Berger School nemen ook in dit muserm nog de voornaamste plaats in en wanneer wij dit werk vergelijken me dat wat wij op de tegenwoordige expositie' te aanschouwen krijgen, dam moeten wt) wel constateeren, dat het werk uit de bloeitijd van de Bergensche School tot hei beste van de Nederlandsche schilde»®*1 behoort. Met nadruk raden wij kunstbelaP®**' lenden aan, een bezoek aan deze te brengen. Ook de zaal op zich V» -s entourage is een bezoek overwaard' n wel merkwaardig dat in deze zoowel de dag- als de avondfcpWS zoodanig is, dat elk schilderij een I belichting krijgt. De heer Baard hierover zijn groote voldoening 111 merkte op, dat in groote kostbare®^ aan welker totstandkoming de kr»F£ technici hadden medegewerkt, *n zicht niet bereikt is, wat hier dooi eenvoudigen, goeden ambachtsman stand is gebracht. DADER VAN ROOFOVERVAL AANGEHOUDEN. Een volledige bekentenis afgelegd. Het is de Heerlensche recherche ge lukt de aanhouding te verrichten van den zeventienjarigen J. K. te Terwin- selen, die Maandag j.1. te Terwinselen een roofoverval pleegde op den chauf feur D. van den gemeentelijken auto busdienst uit Heerlen. K. bedreigde den chauffeur toen met een revolver en eischte diens geldtasch, maar kreeg op bijna hetzelfde moment een trap van den chauffeur, waardoor de kogel boven in de bus terechtkwam. De jongeman was gemaskerd met een rooden doek en verdween in de duisternis toen de overval mislukte. Uit verschillende aanwijzingen kon de Heerlensche recheche Zaterdagavond tot de arrestatie van K. overgaan. Hij legde een volledige bekentenis af. Hij had met zijn meisje naar de kermis willen gaan, maar had daartoe geen geld gehad. De revolver en de doek zijn Zaterdag® gen teruggevonden. w0r- K. zou gisteravond naar Maastricn den overgebracht. VACATURES BIJ JUSTITIE- In het verloopig verslag der Eei» ^yzj. mer over het ontwerp van wet 0 .^be ging van het vierde hoofdstuk «er ^35 grooting (justitie) voor het diens 3 wordt de onderstelilng geuit, da- a bestaat ministerie van justitie het streven of althans gelet op de wisseling eineen leiding van dat departement van de bestuur heeft bestaan, vacatuu,Si.en van rechterlijke macht of andere ta^ strikt den justitieelen dienst, langer 1'|[en> ten noodzakelijk is, onvervuld te a waar* einde derwijze een fonds te kwee a&n- uit mogelijke tekorten kunnen wo gevuld. t woord. Hoewel de leden, hier aan justit,e waa. deerden, dat de minister toch de zuinigheid betracht, zoo zou h®1 zulk een streven, zoo te dien op^ muien vermoeden juist mocht zijn, nl goedkeuren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8