jecovit
fBuuienland
TENTOONSTELLING VAN WERKEN
DER BERGENSCHE SCHOOL.
Engelsch stoomschip bij lichtschip
„Wandelaar" gezonken.
Een lid van de bemanning om het
leven gekomen.
Eeredoctoraten bij de
Vondelherdenking.
Een uitzonderlijke expositie.
Ruim 20 belangrijke kunstenaars.
TWEEDE BLAD
Tegen Engefsohe ziekte JVoor
weerstandsvergrooting I Jeco-
vHol, op ritaminen geijkt, weten
schappelijk de beste levertrean.
In Apotheken en Drogisterij*-
f. 0.75 per fl«ck
De heer Boeder (Hauwert) was vóór
het concours-systeem, maar dan met eigen
gekozen nummers.
De heer de Bie (Helder's Gemengd
koor) deelde mede, dat zijn afdeeling in
meerderheid vóór het concoursstelsel is,
dat volgens haar de beoefening van den
zang zal bevorderen. De animo in genoem
de vereeniging is thans onvoldoende.
De heer Roemer, directeur van drie
zangvereenigingen, deelde mede dat deze
alle verandering van het doel van den
bond noodig achten, zonder juist het con
coursstelsel te willen, hetwelk door spr.
niet ideëel werd genoemd. Daarom had hij
het sub-amendement van Venhuizen ge
propageerd.
De heer Saai (Wognum) meende, dat
het concours-systeem verworpen is alleen
al uit de overtuiging, dat kunst niet in
punten is uit te drukken.
De heer Bruin (Aartswoud) memo
reerde een uitlating van burgemeester
Stapel, dat het zingen met puntenstelsel
niet het ware is en wees erop, dat op het
concours te Benmimgbroek slechts twee
vereenigingen onder dat stelsel zongen.
Van slechts één dezer is het aantal punten
bekend gemaakt.
De voorzitter antwoordde, dat dit
laatste een misverstand is geweest, een
nalatigheid. Wat de uitlating van den bur
gemeester betreft, hij stond op het stand
punt der afd. Benningbroek.
Van het wedstrijd-systeem vreesde spr.
een daling van de animo, als geen hoog
aantal punten wordt behaald.
De heer Van Ham Wieringerwaard)
noemde het gevaarlijk om aan de kunst
een sportief tintje te geven, want de
sportiviteit ontbreekt maar al te dikwijls,
omdat het steeds uitsluitend gaat om te
winnen.
Of de animo voor den zang grooter zal
worden onder een concourssysteem, be
twijfelde spr. met een verwijzing naar den
toestand in den anderen bond, die immers
ook sukkelt, ondanks het door hem aan
gehangen concourssysteem. Als men op
dien weg gaat, komt men op ijs, waarop
men niet kan trappen.
De heer Sa s b u r g constateerde, dat
onder de aanhangers van het concours
systeem geen eenheid bestaat. Daarom
bleef spr. vóór de tot nu toe door den
Bond gevolgde richting: het houden van
gewone zangersfeesten. Spr. memoreerde
verschillende algemeene vergaderingen,
waar het concoursstelsel is verworpen. De
malcontenten verlieten daarop den Bond
en vormden den concours-bond.
De vereeniging te Barsingerhorn was
volgens spr. op den verkeerden weg en hij
beval ernstig aan om het voorstel-Ben-
rmgbroek aan te nemen, waarvan hij
geloofde, dat dan het puntenstelsel wel
weer zal doodbloeden.
Het was spr. een raadsel, dat Aartswoud
zijn puntenlijstje niet zou hebben ontvan
gen, hij meende stellig te weten, dat het
óf verzonden óf op het zangersfeest zelf
reeds was overhandigd.
Aan het adres van Barsingerhorn zei
spr., dat de bond in Friesland blijkens zijn
jaarverslag het puntenstelsel heeft verla
ten uit vrees voor jalouzie onder de deel
nemende vereenigingen.
Uit het critisch verslag van het zan
gersfeest 1937 van den Groningschen bond,
te Veendam gehouden, las spr., dat één
der juryleden meldde, dat het vorige jaar
beter was gezongen dan nu, met als ge
volg degradatie van elf deelnemende
koren. Spr. zag hierin voor die vereeni
gingen iets deprimeerends.
Ook in den Noordhollandschen concours-
bond is een teruggang van het aantal aan
hangers van het concourssysteem.
Spr. meende, dat het ideëele streven van
den Bond voldoenden aanhang geniet, om
den aandrang der jongeren naar het
concourssysteem te weerstaan. Hij zou het
jammer vinden, als het reeds dertig jaar
oude ideëele van den Bond zou worden
verloochend.
Spr. las nog een schrijven van het oud-
hoofdbestuurslid, den heer de Groot, waar
in het concoursstelsel werd verworpen,
omdat immers het al dan niet veroveren
van een prijs afhangt van toevallige om
standigheden (goede bezetting, mooie
stemmen) en niet alleen van de animo
voor den zang.
De voorzitter constateerde, dat nog
geen der aanwezigen zich onomwonden
had uitgesproken vóór het voorstel-Bar-
singerhorni. Spr. voor zich was het zonder
voorbehoud eens met den heer Sasburg,
ook al op grond van hetgeen hij meer
malen na afloop van concoursen in ver
schillende plaatsen had gehoord. Meer
malen kwam daarbij de meening naar
voren, dat de jury onbekwaam was,
knoeide met haar uitspraken, e. d. Het
puntenstelsel van het Zangersverbond
heeft geen voldoening gebracht, omdat het
niet anders dan een minimum vaststelde.
Bij de zich gedupeerd voelende vereend-
gingen bevordert dit het zoeken van een
nieuwen directeur, die zich speciaal toe
legt op het najagen van concoursen en
daaraan wordt het ideaal van den zang
weieens opgeofferd. De kunst en al het
mooie daarin verborgen, moet steeds num
mer één blijven en daarom moet dat méér
worden aangekweekt; reeds op de school
moet daaraan worden gewerkt, al is dit
tegenwoordig met de te groote klassen
niet altijd mogelijk.
Spr. was overtuigd, dat getracht moet
worden fusie te bereiken, al zal de Bond
daarbij een veer moeten laten, in het be
lang van bevordering van de liefde voor
den zang. Het systeem van onzen bond,
zei spr., wordt door den heer Zondervan
van het hoofdbestuur van den Frieschen
Bond het eenig goede genoemd.
Spr. wees erop, dat met den concours-
bond nog geen besprekingen zijn geopend.
Als ook deze bond iets van zijn standpunt
wil laten vallen, is er misschien wel wat
goeds te bereiken in het belang van de
eenheid onder de beoefenaren van den
zang.
Hierop schorste spr. de besprekingen tot
des namiddags twee uur.
Het verslag van dat deel der vergade
ring zullen we opnemen' in ons no. van
morgen.
DE KONINGIN BIJ
„DIE ROSENKAVALIER".
Uitstekende vertolking door de
Wagnervereeniging.
Zaterdagavond heeft H.M. de Koningin
in den Stadsschouwburg te Amsterdam de
uitvoering van „Die Rosenkavalier" door de
Wagnervereeniging bijgewoond.
H.M. arriveerde te zeven uur aan den
schouwburg in gezelschap van haar hof
dame honoraire jonkvrouw B. I. van Swin-
deren. Zij werd verwelkomd door den bur
gemeester, dr. W. de Vlugt en door mr. dr.
J. P. van Tienhoven, mr. H. L. Beaufort en
dr. Paul Cronheim, bestuursleden van de
Wagnervereeniging.
In het gevolg van H.M. waren voorts
mevrouw baronesse van Harinxma Thoe
Sloten en jhr. W. F. Röell, kamerheer i.b.d.
en luitenant ter zee le klasse, jhr. E. J. van
Holthe, adjudant van H.M.
In de eerste pauze heeft H.M. in een der
vertrekken van den schouwburg een maal
tijd gebruikt.
De voorstelling in den Stadsschouwburg
was te ruim elf beëindigd. De politie had
omstreeks dezen tijd in de omgeving van
het Leidsche Plein voor een beperkte af
zetting gezorgd opdat het vertrek van H.M.
de Koningin niet door het verkeer of door
het publiek zou worden belemmerd.
De auto met den koninklijken standaard
kwam voorrijden en te tien minuten na elf
verscheen de koningin in den uitgang van
den schouwburg aan den kant van de Mar
nixstraat. Een gejuich steeg uit het publiek
op, terwijl Hare Majesteit afscheid nam van
de leden van het bestuur der Wagnerver
eeniging, die haar uitgeleide hadden ge
daan.
Op het eerste perron voor de koninklijke
wachtkamer was de looper uitgelegd naar
het koninklijke rijtuig, dat was gekoppeld
aan den trein, die te 23.40 uur naar Amers
foort zou vertrekken. Ter weer-szijden was
het perron afgezet en op het afgezette ge
deelte was de stationschef, de heer Jongstra,
aanwezig om Hare Majesteit te ontvangen.
Kort voor half twaalf arriveerde de konin
gin aan het station, en na even in de ko
ninklijke wachtkamer te hebben vertoefd,
begaf zij zich terstond naar het koninklijke
rijtuig, voor welks ramen de gordijnen wa
ren neergelaten.
Te 23.40 uur precies vertrok de trein,
waarmee de Koningin tot Baarn reisde, om
vandaar per auto naar het paleis Soestdijk
te gaan, waar zij de gast is van prinses
Juliana en prins Bernhard.
Op ongeveer zeven mijl ten Oost-
Zuidoosten van het lichtschip „Wan
delaar" heeft een Belgische motor
loodsboot de 24 koppen tellende be
manning van het Britsche stoomschip
„Ino" aan boord moeten nemen, daar
het schip, vermoedelijk door een ont
ploffing, water maakte. Eén van de
leden der bemanning is omgekomen.
Zijn stoffelijk overschot is door de
loodsboot naar Oostende gebracht,
waar ook de geredden aan land zijn
gegaan. Het schip is nog drijvende,
heeft geen lichten en vormt dus een
gevaar voor de scheepvaart.
Het bericht van het scheepsongeval werd
te Vlissingen bekend door een radiobericht
van de loodsboot, die rapporteerde aan den
Wandelaarspost de bemanning van de
Ino" te hebben overgenomen. De zee is
ter plaatse reeds bij betrekkelijk zwakken
wind gauw ruw, doch het is niet bekend,
of dat van invloed is geweest op het onge
val zelf. Wel moet bedacht worden, dat de
„Ino" een schip van slechts 1240 bruto ton
is, dat reeds in 1899 te Campbeltown werd
gebouwd.
Het radiobericht was ook opgevangen
door de „Wandelaar", die onmiddellijk op
onderzoek uitging, terwijl ook de sleep-
booten „Noordzee" en „Goliath" van Vlis
singen vertrokken om eventueel assistentie
te verleenen.
Korten tijd later werd bericht, dat de
Ino" reeds was gezonken, doch dit bleek
niet juist te zijn. Het schip dreef nog zon
der lichten rond en maakte 30 graden
slagzij, aan bakboordzijde ontbrak een
reddingboot, zoodat men vermoedde, dat
de bemanning reeds het schip had verla
ten, voordat de loodsboot was gearriveerd
om haar van boord te halen.
De „Ino" is eigendom van de Bristol
Steam Navigation Company en onderhield
een weekdienst tusschen Bristol en het
vasteland. Het was thans vermoedelijk op
weg naar Antwerpen en kwam ook dik
wijls te Rotterdam.
De sleepbooten „Noordzee" en „Goliath"
waren gisteravond laat nog niet te Vlissin
gen teruggekeerd, zoodat men vermoedt,
dat zij in de nabijheid van de „Ino" zijn
gebleven.
Een nader bericht bevestigt dit vermoe
den in zooverre, dat om twaalf uur de
kapitein van de „Noordzee" seinde, dat hij
het wrak van de „Ino" bereikt had. De
kapitein meldde, dat de „Ino" zware slag
zij maakt. Het water staat tot aan de lui
ken aan dek; het schip ligt ten anker.
Even later slaagde de „Noordzee"' er
echter in een verbinding met de „Ino" tot
stand te brengen. Het schip was toen nog
geankerd. Ook de „Goliath" zal waar
schijnlijk vastmaken, terwijl de „Donau",
die eveneens bij het wrak aangekomen is,
in de buurt blijft om eventueel nog as
sistentie te verleenen.
Oorzaak verschuiving van de
lading.
Omtrent dit zinken wordt nader gemeld,
dat dit moet worden toegeschreven aan
een verschuiving van de lading, welke uit
mineralen bestond. Het schip kwam van
van Bristol met bestemming Antwerpen.
De bemanning is door de Belgische
loodsboot „Oostende" naar Oostende ge
bracht. Zij bestond uit achttien opvaren
den, waarvan, zooals gemeld, er een was
overleden.
De positie van het schip was 51 gr. 23
min. n. b. en 2 gr. 48 min. o. 1., d. i. onge
veer 7,5 mijl van het lichtschip Wandelaar.
Een passeerend motorschip rapporteerde
Zondagavond om half twaalf dat het schip
30 graden slagzij aan bakboordzijde
maakte en dat het voor anker lag. De
reddingboot aan stuurboord ontbrak, ter
wijl de davits waren uitgedraaid. De Ne-
derlandsche loodsboot uit Vlissingen was
tegen middernacht bij de „Ino" aange
komen.
Te half vier hedennacht is te Vlissingen
bericht binnengekomen, dat het de sleep
booten gelukt is de „Ino" vlot te krijgen
en dat zij het schip op sleep naar Vlissin
gen hebben genomen.
De „Ino" gezonken.
Te vijf uur hedennacht is bericht ont
vangen, dat het de sleepbooten niet gelukt
is de „Ino" weg te sleepen. Het schip is ter
plaatse gezonken.
Van het Engelsche s.s. „Ino", dat heden
morgen in het vaarwater Wielingen is ge
zonken, is niets boven water zichtbaar,
zoodat verondersteld wordt, dat het schip
met slagzij aan bakboord, dwars gevallen
is. De sleepbooten Goliath en Noordzee
hebben nog getracht het schip weg te slee
pen, doch doordat het verankerd lag, is
het niet gelukt. De sleepbooten zijn naar
Vlissingen teruggekeerd.
De senaat der Amsterdamsche univer
siteit heeft, zooals bekend, besloten, ter
gelegenheid van de Vondelherdenking
het eere-doctoraat in de letteren en de
wijsbegeerte te verleenen aan Georges
Duhamel, lid van de Academie Fran-
paise te Parijs, prof. Th. Frings, hoog
leeraar te Leipzig, sir Herbert Grierson,
oud-hoogleeraar te Edinburgh, C. R. de
Klerk te Amsterdam, prof. B. H. Mol-
kenboer, hoogleeraar te Nijmegen, prof.
dr. J. D. Dutoit, hoogleeraar te Potchef-
stroom en aan prof. dr. Aug. Vermey-
len, hoogleeraar te Gent.
KINDERMOORD TE VENLO?
Ouders aangehouden.
De 32-jarige werklooze dakdekker J. J.
en zijn 22-jarige echtgenoote te Venlo, die
er van verdacht' worden in Februari van
dit jaar hun kind, dat pas veertien dagen
oud was, van het leven te hebben beroofd,
zijn op verzoek van den officier van justitie
door de recherche aangehouden en naar
Roermond op transport gesteld. Na verhoor
zijn zij in de strafgevangenis ingesloten.
Bij een burentwist n.1. is de gearresteerde
vrouw kort geleden door haar buurvrouw
mishandeld, van welke mishandeling eerst
genoemde aangifte deed bij de politie. Zoo
als dat gewoonlijk gaat, kwamen tijdens
dit verhoor de tongen los en vernam de
politie dingen, die zeker waard waren om
er dieper op in te gaan. Na lange verhoorer.
bleek, dat het jongste kind, een meisje van
ongeveer veertien dagen, in Februari van
dit jaar onder verdachte omstandigheden
gestorven zou zijn. De gearresteerde vrouw
zou op zekeren dag, toen een andere buur
vrouw voorbijkwam, uit haar woning zijn
gekomen en hebben medegedeeld, dat haar
kindje was overleden. Deze buurvrouw moet
toen gezien hebben, dat op het gezichtje
van het kind een kussen lag waardoor de
indruk werd gewekt, dat het kind was ge
stikt. Ofschoon het echtpaar bleef ontken
nen, achtte de justitie na een uitvoerig on
derzoek van de politie voldoende termen
aanwezig om man en vrouw te laten arres
teeren. De beide andere kinderen van het
gearresteerde echtpaar zijn in het gesticht
Nazareth ondergebracht.
KATWIJKS VISSCHERSVAARTUIG
BINNENGEBRACHT.
Gistermorgen omstreeks zes uur ontmoet
te het Nederlandsche stoomschip „Rans-
dorp", dat om kwart over drie de haven
van IJmuiden had verlaten, op de Noordzee
op vijf mijl Westnoordwest van Noordwijk
het Nederlandsche motorvisschersvaartuig
KW 77, „Twee Gezusters", schipper van
Duin. Deze verzocht den kapitein van de
„Ransdorp", den heer Schuring, assistentie
te verleenen, daar de Kalwijker motor-
schade had gekregen en dreig le te stranden.
De „Ransdorp" heeft hierop het visschers-
vaartuig op sleeptouw genomen, en gister
avond behouden te IJmuiden binnenge
bracht. Tegen elf uur meerde de KW 77 aan
den touristensteiger.
De „Ransdorp" heeft hierna zijn reis
voortgezet.
TERAARDEBESTELLING
DR. S. LISSAUER.
Op de israëlietische begraafplaats te Was
senaar is Zondagochtend dr. S. Lissauer, in
leven rustend geneesheer en een vooraan
staand figuur in de joodsche gemeente, ter
aarde besteld. Zeer groot was de belang
stelling, vooral van de zijde van joodsche
kerkelijke en maatschappelijke instellin
gen, alsmede uit den kring van oud-patiën
ten van den overleden^
In de kunstaal van den heer P. Boen
dermaker te Bergen werd Zaterdagmiddag
een tentoonstelling geopend van werken
van de navolgende kunstenaars, die voor
een groot deel tot de Bergensche school
behooreni: Else Berg, Charly Toorop, G. W.
van Blaaderen, Kees Boendermaker, A. J.
G. Colnot, J. Croin, B. Essers, D. H. W.
Filarski, Leo Gestel, Raoul Heynkes, G.
Hordijk, Germ. de Jong, Toon Kelder,
Frits Klein Harry Kuiten, C. J. Maks, Otto
van Rees, Jan Sluyters. Wim Schumacher,
S. L. Schwarz, Jelle Troelstra, Piet Wieg
man, Matthieu Wiegman en Piet van
Wijmgaerdt.
De tentoonstelling, die tot 19 December
dagelijks te bezichtigen is en gratis toe
gankelijk is gesteld, werd geopend door
den heer C. W. H. Baard, oud-directeur
van het Stedelijk Museum te Amsterdam
die er aan herinnerde dat de erkenning
van de innerlijke en artistieke waarde van
de geëxposeerde werken nog pas kort ge
leden door een daad van de Nederland
sche regeering, in de geschiedenis van <Ie
Ntderlandsche Beeldende Kunst, gere
gistreerd werd, toen den promotor van
de Bergensche School, den heer P.
Boendermaker, de hoogste onderscheiding,
die alleen aan uitzonderlijke beoefenaars
en beschermers van Kunsten en Weten
schappen wordt verleend, bij monde van
Z E., den minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, minister Slotemaker
de Bruine, werd toegekend, ter gelegen
heid van zijn 60sten verjaardag. Spreker
was van oordeel, dat de in- en omwonen
den van dit schilders-centrum zich in een
bevoorrechte positie bevinden, doordat zij
op zoo'n gemakkelijke wijze met de heden-
daagsche kunstuitingen in aanraking kun
nen komen. Spr. bracht den heer en me
vrouw Boendermaker dank voor alles, wat
zij voor de kunst hadden gedaan.
Hierna werd door de talrijke aanwezi
gen de tentoonstelling bezichtigd, waarna
ververschingen werden aangeboden.
Bijzondere aandacht verdient een groot
werk van den in 1936 overleden kurste-
naar G. W. van Blaaderen, waarop Bre-
tonsche visschers aan de haven in de felle
landskieuren worden uitgebeeld.
Van Blaaderen was de laatste jaren
meer de geïsoleerde werker. Een levens
werk als het geëxposeerde bewijst echter,
dat van Blaaderen in de Bergensche
School een belangrijke plaats inneemt,
evenals Colnot, van wien een grootsch
opgezet landschap te Bergen (Zanegeest)
aanwezig is, ^en krachtig geschilderd
schilderij met het paarlemoer-groen,
waarvan Colnot het geheim bezit.
Van Filarski is een groot bloemstuk
(vaas met tulpen in zilveren achtergiond).
Dit werk trekt wel bijzonder om de com
positie, waarin Filarski een meester is,
de aandacht. Van Maks, den bekenden
schilder van het circusleven, hangen een
paar opvallende vlammende museumstuk
ken, voorstellende een hoogeschooli ijder
en een danseres. De impressie van het
circus is hier uitstekend weergegeven en
ongetwijfeld hebben wij hier te doen met
twee van de beste werken van den
meester.
Van Charly Toorop vindt men geëx
poseerd één van de Amsterdamsche grach
ten, vervaardigd in den tijd, toen zij tijde
lijk in Amsterdam woonde. Hoewel dit
doek ons ietwat te zakelijk is, imponeert
het toch door de kracht, die er vanuit gaat,
een kracht die wij in de geëxposeerde
Amsterdamsche gracht van Harry Kuiten,
die van een romantischer sfeer is, missen.
Matthieu Wiegman, die den laatsten tijd
dichter bij de natuur is gekomen en daar
door begrijpelijker, is op deze tentoonstel
ling vertegenwoordigd door een schets
matig gehouden doek, waarop de Madonna
is uitgebeeld.
Dit doek is van een groote innerlijke
waarde en een meesterwerk van> compo
sitie en kleur. Het is mogelijk, dat zij, die
alles ondergeschikt aan den Staat willen
maken, dit werk van indicvidueele beleve
nis en devotie bij de or.taarde kunst zullen
willen indeelen, doch voor ons staat het
vast, dat dit doek nog lang tot stille over
peinzing zal stemmen, wanneer de van het
staatsetiket voorziene werken al lang naar
den rommelzolder zullen zijn verhuisd.
De kerkgang van Piet Wiegman, een
grootsch werk, voorstellende een kerkhof
met muur in den winter, met op den ach-
P. Boendermaker.
tergrond een uitgaand kerkje, magsfeflj-
een levenswerk van dezen grootennjjjf
sentant van de Berger School wonfea-T
noemd. De aan hem verwante P»tv»
Wijngeardt is vertegenwoordigd door
bijzondere schilderij uit zijm zeer goeden
tijd, toen hij zijn bekendheid verkreeg
door zijn werk in Overijsel. Wie dit werk
beziet, moet wel-tot de conclusie komen,
dat de collectie-Boendermaker zeer waar
devol werk bevat.
Van Leo Gestel, den grondlegger van de
Bergensche School, vindt men eenige doe
ken uit zijn Italiaansche- en Beemster-
perode. Deze schilderwijze heeft de kun
stenaar thans losgelaten. Het is desondanks
werk dat een weergaloos talent open
baart. Van zijn leerling en dien van Col
not, Kees Boendermaker, zijn eenige doe
ken aanwezig, die een volkomen eigen
karakter verraden. Het staat dichter bij
de natuur, is meer melancholisch, maar
ontegenzeggelijk verraadt dit werk, dat
grooten vooruitgang demonstreert, een
sterk talent.
Over het algemeen kan van deze wissel
tentoonstelling verklaard worden dat- elk
geëxposeerd werk artistiek ten volle is
verantwoord en werken uit de bloeipe
riode van de Berger School, die thans
uiteen is gevallen, bevat
Onwillekeurig gingen onze gedachten
naar het begin van deze school terug, toen
dit werk, dat thans algemeene erkenning
vindt, als revolutionnair werd betüeü
Wij dachten aan de moeilijkheden
beide pioniers (Boendermaker en
moesten overwinnen. Voor hen moet het
wel een groote voldoening zjjn te weten
dat zoowel nationaal als internationaal,
deze school in de moderne kunst een voor
aanstaande plaats inneemt. Dit werd ons
ook duideljjk uit de mededeeling van den
consul-generaal van Tsjecho-Slowakije,
den heer Maertens, die op de opening aan
wezig was en ons verzekerde, dat de
schenkingen van den heer Boendermaker
te Belgrado den grondslag hebben gelegd
voor het belangrijkste museum voor mo
derne kunst in Europa. De werken vanJv
schilders van de Berger School nemen ook
in dit muserm nog de voornaamste plaats
in en wanneer wij dit werk vergelijken me
dat wat wij op de tegenwoordige expositie'
te aanschouwen krijgen, dam moeten wt)
wel constateeren, dat het werk uit de
bloeitijd van de Bergensche School tot hei
beste van de Nederlandsche schilde»®*1
behoort.
Met nadruk raden wij kunstbelaP®**'
lenden aan, een bezoek aan deze
te brengen. Ook de zaal op zich V» -s
entourage is een bezoek overwaard' n
wel merkwaardig dat in deze
zoowel de dag- als de avondfcpWS
zoodanig is, dat elk schilderij een I
belichting krijgt. De heer Baard
hierover zijn groote voldoening 111
merkte op, dat in groote kostbare®^
aan welker totstandkoming de kr»F£
technici hadden medegewerkt, *n
zicht niet bereikt is, wat hier dooi
eenvoudigen, goeden ambachtsman
stand is gebracht.
DADER VAN ROOFOVERVAL
AANGEHOUDEN.
Een volledige bekentenis afgelegd.
Het is de Heerlensche recherche ge
lukt de aanhouding te verrichten van
den zeventienjarigen J. K. te Terwin-
selen, die Maandag j.1. te Terwinselen
een roofoverval pleegde op den chauf
feur D. van den gemeentelijken auto
busdienst uit Heerlen.
K. bedreigde den chauffeur toen met een
revolver en eischte diens geldtasch, maar
kreeg op bijna hetzelfde moment een trap
van den chauffeur, waardoor de kogel
boven in de bus terechtkwam. De jongeman
was gemaskerd met een rooden doek en
verdween in de duisternis toen de overval
mislukte.
Uit verschillende aanwijzingen kon de
Heerlensche recheche Zaterdagavond tot de
arrestatie van K. overgaan. Hij legde een
volledige bekentenis af. Hij had met zijn
meisje naar de kermis willen gaan, maar
had daartoe geen geld gehad.
De revolver en de doek zijn Zaterdag®
gen teruggevonden. w0r-
K. zou gisteravond naar Maastricn
den overgebracht.
VACATURES BIJ JUSTITIE-
In het verloopig verslag der Eei» ^yzj.
mer over het ontwerp van wet 0 .^be
ging van het vierde hoofdstuk «er ^35
grooting (justitie) voor het diens 3
wordt de onderstelilng geuit, da- a bestaat
ministerie van justitie het streven
of althans gelet op de wisseling eineen
leiding van dat departement van de
bestuur heeft bestaan, vacatuu,Si.en van
rechterlijke macht of andere ta^ strikt
den justitieelen dienst, langer 1'|[en> ten
noodzakelijk is, onvervuld te a waar*
einde derwijze een fonds te kwee a&n-
uit mogelijke tekorten kunnen wo
gevuld. t woord.
Hoewel de leden, hier aan justit,e
waa. deerden, dat de minister toch
de zuinigheid betracht, zoo zou h®1
zulk een streven, zoo te dien op^ muien
vermoeden juist mocht zijn, nl
goedkeuren.