QettteetUecadett 'Buitenland SCHOORL URSEM Het proces De la Rocque. Woelige middagzitting. Het Koloniaal Museum te Parijs geplunderd. Nieuws in 't kort. DERDE BLAD 3 De gemeente Schoorl niet meer noodlijdend. Klacht over on- menschelijk zwaar werk in de Wieringermeer. De Schoorlsche werkloozen moeten in de eigen gemeente te werk gesteld kunnen worden. Onder voorzitterschap van den burge meester, baron van Fridagh, kwam de raad dezer gemeente gistermiddag in voltallige zitting bijeen. De notulen waren aanleiding tot een uitgebreid debat ook over zaken, die daar in niet aangeroerd waren, maar er bij ter tafel werden gebracht, doordat anders bij de rondvraag er toch over gesproken zou worden. De heer Duin zei naar aanleiding van de notulen, dat het krantenbericht als zou het gemeentebestuur van Schoorl een adhaesie-betuiging hebben verzonden met de protesten uit Bergen tegen den aanleg van een vliegveld aldaar niet in overeen stemming ia met de werkelijkheid, want de raad had zich uitgesproken als dien aanleg van geen belang achtend voor Schoorl. De burgemeester merkte op, dat het bericht niet in dien geest is geweest. B. en W. hadden voor zich instemming met het protest betuigd, niet namens den raad. De heer Winder betreurde het ook, dat het bericht is geplaatst in dien vorm. De heer G u 11 e r vond den gang van zaken ook niet juist. De voorzitter verdedigde de ad haesie-betuiging door te zeggen, dat dat B. en W. hadden gevreesd dat la ter, als de hinder van de vliegtuigen wer- ketfk groot mocht worden, de raad hen een verwijt zou maken niet hun protest te hebben doen hooren. Voorts merkte de heer Duin op, dat in de vorige vergadering is gezegd, dat voor't wandelpad nog geen toestemming was ont vangen, terwijl hem later gebleken is, dat die reeds anderhalf jaar geleden is bin nengekomen. De voorzitter zei, dat dit inderdaad Juist is. Hy had zich dat op het moment, dat er naar gevraagd werd, niet herinnerd De schuld ervoor is te zoeken in het indie nen van allerlei vragen bij de rondvraag, waarop B en W. niet zijn voorbereid. Spr. zou daarom wenschen, dat de vragen in 't vervolg eenige dagen vóór de raadsverga dering werden gedaan. De heer Winder drong erop aan om zoo spoedig mogelijk met het wandelpad te beginnen. De heer Blom merkte op, dat indertijd is toegezegd dat bij ontvangst van de goed keuring voor het wandelpad terstond met den aanleg zou worden begonnen, maar nu is er nog niets aan gedaan. De heer Schermer merkte op, dat het rijwielpad er tusschen gekomen is. De secretaris zei, dat het zit in de suppletoire begrooting, waarvoor in April '37 de goedkeuring is ontvangen. Aangedrongen werd op een spoedigen aanvang van de werkzaamheden aan het wandelpad in het belang van het geven van werk aan de werkloozen, die nu naar de Wieringermeer gaan. De heer Blom vroeg in verband met dit laatste het woord. Hij zou er anders over gesproken hebben bij de rondvraag. Hij deelde mede, het werk in de Wieringermeer te hebben beke ken en hij geloofde, dat de raadsleden het erover eens zijn dat het werk on- menschelijk zwaar is. Het loon is er niet mee in overeenstemming en de menschen kunnen zich niet de voe ding verschaffen, welke zij voor dat werk noodig hebben. Er zijn er zelfs, die op droog brood werken. Zaterdag j.1. hebben zij voor dat werk slechts 22 y2 cent per uur ontvangen en daardoor was het wel moeilijk om hen weer naar de Wieringermeer te krijgen. De menschen hebben te kiezen .usschen on dergang in de Wieringermeer of in ons eigen dorp. Spr. had hen beloofd de zaak in den raad ter sprake te zullen brengen en stelde zich voor om van de Wieringermeerdirectie gedaan te krij gen, dat alsnog de toegezegde 28)4 cent uurloon zou worden betaald. Maar dit is naar spr. mededeelde op schoftige wijze geweigerd: „er kwam geen rooie cent bij, tenzij harder werd ge werkt" en dit nu is naar spr.'s meening onmogelijk. De Schoorlsche ploeg heeft vijf maanden onafgebroken in de Wieringermeer ge werkt, de werklieden uit andere gemeenten hebben nog rustpoozen gekend. Onze men schen nemen des Maandags nog mee naar de Wieringermeer al hetgeen aan voedsel nog in huis is, zoodat gezegd mag worden, dat zij ondergaan in de Meer en het ge zin ten ondergang is gedoemd tehuis. Spr. meende, dat getracht moet worden de menschen te werk te stellen in de Staatsbosschen en in de duinen, zooals eer der ook gebeurde. Het werk ligt op hen te wachten, en daarom zou spr. wenschen, dat B. en W. die zaak eens weer aansneden bij den minister van Sociale Zaken. Wij heb ben hier niets te maken met de randge meenten, die op eigen gebied wel werk kunnen zoeken. Daarnaast zijn er nog het rijwielpad en het wandelpad waar ook veel werk bij is te verrichten, zoodat er in de gemeente werk genoeg is. De heer Duin sloot zich aan bij de klacht van den heer Blom en noemde een paar namen van menschen, die in de Wie ringermeer ziek geworden zijn. B. en W. dienen z. L ten spoedigste te pogen de menschen in eigen gemeente te werk te stellen. De voorzitter zei, dat B. en W. hier in zoo goed als niets te zeggen hebben, zij moeten toestemming hebben van den mi nister. De heer Schermer merkte op, dat het zeer moeilijk zal zijn om vóór Maandag de Schoorlsche werklieden in de eigen ge meente te werk te kunnen stellen, zooals de heer Blom wenschte. Wel is er al een bespreking geweest met den heer van Stein van het Staatsboschbeheer, maar de ze schijnt bevreesd te zijn, dat er gevaar bestaat voor een invasie in de duinen van werkloozen uit de randgemeenten. Als het alleen menschen uit Schoorl zouden zijn, die er zouden komen werken, dan had hi geen enkel bezwaar. Intusschen zullen B. en W. doen wat mogelijk is. De heer Gut ter hoopte daar op en zou dan zijn best doen om de betrokken werk lieden kalm te houden. De heer Duin meende in de gegeven omstandigheden van een Schoorlsch „Di goel" te mogen spreken. De notulen werden hierna vastgesteld. Ingekomen stukken en mededeelingen. a. Schrijven van Ged. Staten, houdende toezending van de goedgekeurde supple toire begrooting voor 1936. Voor kennisge ving aangenomen. b. Idem, houdende mededeeling van de uitkeering over 1936 ingevolge de wegen- bijdrage-verordening en van de uitkeering over 1936 van de opbrengst van de motor rijtuigen- en rijwielbelasting over 1936 onderscheidenlijk ten bedrage van 4300 en 1750. Als voren. Bestuurslid Maatschappelijk Hulp betoon. In verband met de periodieke aftreding (tegen 1 Jan. a s.) van den heer H. Belie als bestuurslid van Maatschappelijk Hulpbe toon was van het bestuur dezer instelling de volgende aanbeveling ingekomen, welke door B. en W. was overgenomen: 1. H Belie, 2. N. J. Ruis. Gekozen werd met 6 stemmen de aftre dende; de heer Ruis kreeg één stem. Vervoer schoolkinderen. Van den heer J. Winder was een schrij ven ingekomen met verzoek om de kosten van vervoer van zijn beide dochtertjes naar de bijz. lagere school te Catrijp voor reke ning der gemeente te nemen. B. en W. deelden mede dat in verband met het feit dat de afstand tusschen de wo ning van aanvrager (Duinweg te Aagtdorp) en de r. k. school te Catrijp minder is dan de in artikel 13 der L. O.-wet genoemde afstand van 5)4 K.M., zoodat tot het ver- leenen van een verordening geen wettelijke verplichting bestaat. Het college was ech ter van meening, dat, gelet op den gezond heidstoestand van de kinderen, 'n bijdrage voor vervoerkosten in de wintermaanden billijk is te achten. De hieraan verbonden kosten bedragen 1.50 per week. Zij stelden voor die voor rekening van de gemeente te nemen. De heer Duin kon zich wel met dit ad vies vereenigen, maar vroeg waar het ein de zal zijn. Hij wilde de kosten niet geheel voor rekening van de gemeente nemen, als het niet noodzakelijk is. De voorzitter antwoordde, dat hier een geneeskundig advies is. De heer Schermer zei, dat B. en W. elk geval op zich zelf bekijken. Het voorstel werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Rekeningen 1936. B. en W. adviseerden tot vaststelling van de navolgende rekeningen over het dienst jaar 1936: a. van het Maatschappelijk Hulpbetoon in ontvangst en uitgaaf 9.297,19)4, met een nadeelig saldo van 1 155,20; b. van den vleeeschkeuringsdienst kring Schoorl" in ontvangst en uitgaaf 2.886.88, met een voordeelig saldo van f 195,33; c. van het gem. electriciteitsbedrijf in ontvangst en uitgaaf 27.098.17, met een voordeelig saldo van 3.070,53; d. van het gem. gasbedrijf in ontvangst en uitgaaf 13.905,93, met een nadeelig saldo van 4.321,73; e. balans benevens verlies- en winstreke ning van de woningbouwvereeniging „Schoorl" met een nadeelig saldo van bouw blok A. van 1.622,57 en een nadeelig saldo voor bouwblok B. van 6111,33. De heer Kaandorp, die namens de commissie voor het nazien dezer rekenin gen rapporteerde, adviseerde namens haar tot goedkeuring. Wat sub e betreft, de daar in genoemde tekorten waren grooter dan over het jaar tevoren. Goedgekeurd. Gemeenterekening 1936. B. en W. boden ter voorloopige vaststel ling aan de gemeenterekening over 1936, in den gewonen dienst sluitend in ontvangsten en uitgaven op 160.481,85, met een nadee lig saldo van 2.439,35 (veroorzaakt doordat nadeeelige saldi van vorige dienstjaren ge deeltelijk in de rekening 1936 moeten wor den opgenomen; was dit niet het geval, dan zou de rekening ook voor den gewonen dienst met een voordeelig saldo zijn ge sloten); kapitaaldienst: ontvangsten en uitgaven 18.279, 52, voordeelig saldo 3.004,74. Conform besloten. Begrootingen 1938. B. en W. boden de navolgende begrootin gen aan: a. Maatschappelijk Hulpbetoon in ontvangst en uitgaaf gewone dienst 11.059; b. vleeschkeuringsdienst kring „Schoorl" in ontvangst en uitgaaf gewone dienst 2.751,30, kapitaaldienst 500; c. gemeentelijk electriciteitsbedrijf in ont vangst en uitgaaf gewone dienst 27.381; d. gemeentelijk gasbedrijf in ontvangst en uitgaaf gewone dienst 13.700, kapitaal dienst 6.900; e. gemeentebegrooting in ontvangst en uit gaaf gewone dienst 162.557,92, kapitaal dienst 3.500. Indien de overdracht van het gasbedrijf te Warmenhuizen aan Alkmaar nog vóór 1938 een feit kan zijn, dan is het mogelijk het nadeelig saldo van het gasbedrijf met ruim 800 te verminderen. B. en W. hebben weten te bereiken, dat Schoorl voor 1938 niet meer nood lijdend is. Wel is waar moest de belas- tingbedrage van het Rijk bijna tot het maximum opgevoerd worden, maar het bleek niet noodzakelijk, zooals voor den dienst 1937, een bijdrage van het Rijh te vragen in de kosten der gemeente huishouding. Devoorzitter sprak er zijn voldoe ning over uit, dat de gemeente Schoorl indien de nu ingediende begrooting wordt goedgekeurd het volgende jaar niet meer noodlijdend zal zijn, al moet men niet direct denken, dat zij rijk is geworden. Er zit een speling van pl.m. f 2000 in de begrooting. De heele raad (met uitzondering van de wethouders) werd aangewezen als commis sie van onderzoek voor de begrootingen Verhooging haven- en kadegelden. B. en W. stelden voor een wijziging te brengen in de verordening op de heffing van haven- en kadegelden, waardoor deze eenigszins zullen worden veihoogd. Deze verhooging achtte het college noodzakelijk, daar de uitgaven ten behoeve van het on derhoud en toezicht niet voldoende door de inkomsten worden gedekt, terwijl B. en W. de nieuwe tarieven in vergelijking met die welke in andere plaatsen worden geheven, laag noemden. De heer Gutter was bang, dat het met de heffing fout zal loopen, omdat nu reeds verschillende schepen, blijkbaar om het haven- en kadegeld te besparen, ligplaats kiezen in het kanaaL De heer B ij 1 gaf dit toe, maar, zei hij, de schepen hebben daar méér te lijden dan in de Damsloot, zoodat ten slotte de uitgave voor de betreffende schippers zeker niet ge ringer wordt. Velen hunner zouden niet meer dan 15 cent per week hebben te beta len. De heer Duin geloofde, dat de bootjes, welke in het kanaal liggen, meestal niet in de Damsloot zouden kunnen komen. Het voorstel werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Verlaging anuïteit Grootdammer- polder. Eveneens werd goedgekeurd een voorstel van B. en W. om de door het bestuur van den Grootdammerpolder jaarlijks te betalen annuïteit inzake kosten van aanleg van een geleidingsnet naar het gemaal van dien polder met ingang van 1 Januari a.s. te be palen op 240. In 1927 was het noodzakelijk alleen ten behoeve van het gemaal van den Grootdam merpolder het net uit te breiden. De kosten hiervan bedroegen destijds 4200. Er is toen een overeenkomst gesloten, waarbij is be paald dat het bestuur van den polder ge durende 20 jaar aan de gemeente een bedrag ad 315 per jaar zou betalen. Daar thans ook de lichtvoorziening ten behoeve van de ingezetenen te Zijpersluis over genoemd net geschiedt, is het billijk dat het jaarlijks te betalen bedrag wordt verminderd en de be treffende overeenkomst dienovereenkomstig gewijzigd. Rondvraag. De heer Duin had gehoord, dat iemand uit een woning van den „Woningbouw" zou worden gezet en dat B. en W. dien man in een wonig aan de Jaagkade wilden onder brengen. Maar, zei spr., dat is geen perceel meer waar menschen in kunnen wonen, de plaats waar zij staat is heelemaal niet goed wegens te groote vochtigheid. Weth. Schermer erkende, dat iemand de huur is opgezegd van uitzetten is nog geen sprake. Welke woning den man even tueel zal worden aangewezen, is nog niet besproken. In elk geval zal uitzetting voor- loopig niet plaats hebben wegens ziekte van de vrouw van den betreffenden huurder. De heer Duin noemde een andere wo ning, die z.i. wel goed zou zijn, waarop de heer Schermer antwoordde, dat men dan in aanraking komt met particulieren, die gewoonlijk niet veel gevoelen voor het verhuren van een woning aan iemand, die uit zijn huis is gezet. De heer Blom deelde mede, dat hij een maand geleden een kind heeft thuis geno men, dat sinds dien zeer in gewicht toenam, zoodat spr. ernstig bezwaar zou maken als het naar de „paalwoning" zou moeten ver huizen. Dat huis is ook niet in overeenstem ming met de bouwverordening, gelijk spr uiteen zette. Weth. Schermer zei nog, dat de wo ning is gebouwd met medewerking van den heelen raad. De heer Duin wilde nog een en ander weten van het rijwielpad. De voorzitter wilde nog wel mede deelingen doen, maar dan in besloten ver gadering. Daar voelde de heer Duin niet veel voor, omdat hij de zaak zag als van alge meen belang. Ja", zei de v o o r z i 11 e r, „maar zij is nog niet voldoende voorbereid om er nu reeds in openbare vergadering over uit te weiden." De heer Duin wilde onder deze omstan digheden er in besloten vergadering ook niets over hooren. „Zooals u wilt", zei de v o o r z i t t e r en sloot meteen de openbare vergadering. Hing van 10.000 plus de rente vanaf den dag der beteeken ing van het deurwaarders- exploit, plus de proceskosten, dat alles hing spr. boven het hoofd. Spr. wendde zich in deze zaak tot mr. Leesberg in Alkmaar, die de zaak in onder zoek nam en een rechtskundig advies uit bracht, waaruit het volgende bleek: Gedaagd was de heer van den Heuvel, als particulier persoon, niet in zijn kwaliteit van burgemeester. Volgens den advocaat is het overduidelijk, dat deze dagvaarding niet ontvankelijk wordt verklaard, omdat niet de heer van den Heuvel de waarschuwing had doen plaatsen maar de burgemeester van Ursem. Alzoo bestond de mogelijkheid, dat de gemeente in het geding betrokken werd en was dat het geval, dan diende de raad te besluiten tot verweer-voering, om dat anders veroordeeling bij verstek zou volgen. Uitdrukkelijk wenschte de burgemeester er den nadruk op te vestigen, dat hier geen sprake was van afschuiving door den parti culier op de gemeente. In het ontwerp- raadsbesluit stond dan ook, dat de raad be sloot tot het voeren van verweer, voorzoo ver de gemeente in het geding betrokken was of zou worden. Raakt de gemeente erin betrokken, dan is de kans dat het proces gewonnen wordt, vrijwel zeker te noemen. Maar weigert de raad aldus te besluiten en raakt de gemeente erin betrokken, dan is het te laat, en dan wordt de gemeente, on geacht schuld of geen schuld, veroordeeld bij verstek. Wethouder Veldboer deelde mede, dat de raad terugschrok voor de kosten, die het voeren van verweer eventueel met zich zou kunnen brengen. Indien de koopman het proces verliest, is hij gehouden de ki sten van den advocaat der gemeente ook te be talen, maar als er op hem niets te verhalen valt, dan zou de advocaat voor niets voor de gemeente hebben gewerkt en dat gaat niet. Daarom wenschte de raad een maxi mum-bedrag te vernemen van den advocaat alvorens tot verweer te besluiten. De burgemeester zeide, dat de advocaat nooit een maximum kan en zal noemen. Bovendien wist spr., dat Ged. Staten weige ren een besluit waarin dit maximum wordt genoemd goed te keuren. Hij zou het betreu ren, als hij van den raad niet de vereischte medewerking ondervond in een zaak, die hij in het belang der gemeente achtte. Het kan toch niet zijn, dat een burgemeester ver oordeeld zal worden, waar hij geheel belang loos heeft gewaarschuwd tegen oplichterij. Spr. zeide hier niet te pleiten voor belan gen van den advocaat of van hemzelf, doch in het belang der gemeente, die op hooge kosten zou kunnen komen, indien veroor deeling bij verstek volgt. Als het de gemeente ook maar één cent zal gaan kosten, zal hij naar den minister een brief zenden, waarin hij mededeelt, dat nooit meer een waarschuwing tegen zwen del door hem zal worden geplaatst omdat dit de gemeente geld kost. En de minister heeft de burgemeesters nog wel in een cir culaire op het hart gedrukt indien noodig te waarschuwen. De raad, tenslotte van oordeel zijnde, dat het belang der gemeente ermede ge diend was, besloot hierna tot het voeren van verweer voor zooverre de gemeente in het geding betrokken is of zal worden. De raad dezer gemeente, die pas in openbare vergadering bijeen was geweest, werd dezer dagen wederom en wel in spoedeischende vergadering bijeengeroepen ter bespreking van een onderwerp, dat vo- I rigen Maandag reeds' op de agenda was ge steld, doch in de vergadering van toen in het geheim was afgedaan, zonder dat men tot een definitief besluit was gekomen. Nu burgemeester van den Heuvel hersteld was, riep hij opnieuw den raad bijeen om tot afdoening dezer spoedeischende zaak te komen. Hij gaf allereerst een overzicht van den gang van zaken. Indertijd is door spr. een waarschuwing geplaatst in de bladen tegen een Amsterdamschen koopman in bakkers- artikelen, die verschillende bakkers in de omgeving had beetgenomen door zwendel- praktijken. Uit alle deelen van het land I waren brieven bij spr. ingekomen van perso- «ïen, die door den betrokken koopman waren opgelicht en die nu meenden hun rechten te herkrijgen. Tot zijn groote verbazing had de koopman eenigen tijd na het plaatsen der waarschu wing de brutaliteit spr. voor de rechtbank te dagen wegens beleediging en schade in goeden naam en faam. Ken schadevergoe- i Gistermiddag is de tweede zitting ter behandeling van de door kolonel de la Rocque aanhangig gemaakte processen begonnen. In deze zitting is Ybarne Garay, afge vaardigde der Parti Social Francais, met Tardieu geconfronteerd, terwijl verder o.a. nog aanwezig waren Delest, de direc teur van de Action Frangaise, Daudet en Zevaes. Henri Lemery, minister van justitie in het ministerie Doumergue, verklaarde, dat hij de la Rocque, toen hij ministe was, niet kende. Hij vertelde wat er gebeurd was op den avond, dat het kabinet Dou mergue ten val werd gebracht hetgeen reeds bekend was door zijn verklaring in het proces te Lyon namelijk dat op dienzelfden nacht op het departement een conferentie was gehouden, in den loop waarvan hij opdracht had gegeven tot het nemen van eenige ordemaatregelen. „Ik gaf te kennen, aldus Lemery, dat, indien het op straat onrustig was, de beweging alleen maar onder leiding zou kunnen staan van de troepen der Croix de Feu, onder leiding van kolonel de la Rocque. Daarop antwoordde mijn collega Marchan- deau, toen minister van binnenlandsche zaken: „de la Rocque? maak u niet onge rust, dien heb ik goed in handen", (bewe ging in de zaal). „Ik heb niets anders ge zegd en ik vrees geen tegenspraak". Tardieu kreeg hierna het woord en zei, dat Ybarne Garay in zijn rede heeft ver klaard, dat de la Rocque „onschuldig was aan het aanvaarden van geheime fond sen". Er ontstond daarna een incident tus schen Ybarne Garay en Tardieu omtrent den datum, waarop de vroegere minister president kennis gemaakt heeft met de la Rocque. Het publiek begon zich hoe langer hoe meer te roeren, en voortdu rend werd de politie bij de zaak betrok ken. O. a. bracht men de smokkelarij van wapens aan de Baskische grens erbij te pas. De zaal werd voortdurend rumoeriger, en tenslotte werd het lawaai zoo erg, dat de president de zitting schorste. Na de hervatting der zitting verklaarde Ybarne Garay dat hij, als hij zou moeten kiezen, liever de la Rocque dan Tardieu zijn vertrouwen zou schenken. Door verschillende vragen werd de Ke rillis er toe gebracht persoonlijke herinne ringen op te halen en tot de zaakPrince terug te gaan. „Toen Tardieu in 1934 mi nister van staat was aldus verhaalde hij liet hij me eens roepen. Ik vond hem in zijn werkkamer ten prooi aan een hevi ge bewogenheid. Ik heb de bewijzen, zeide hij, dat Chautemps betrokken is bij den moord op raadsheer Prince, binnen twee maanden zit hij in de gevangenis (sensatie in de zaal). „Wij weten", zoo vervolgde Kerilles, „waar Chautemps nu is. Tardieu heeft toen in ieder geval overdreven". Tardieu antwoordde: „u liegt en vertelt verhalen, die aan uw verwarde verbeel ding ontsproten zijn". Terwijl uitroepen in de zaal werden gehoord, verliet de Keril- lis de zitting. Vervolgens werd zekere Ri- cher, procuratiehouder bij een bank, die betrokken was bij het financieele beheer der „Croix de Feu", gehoord. Men vroeg hem, of de boekhouding sporen van de ge heime fondsen vertoonde. „Neen", ant woordde hij, de rekening slhot zonder dat, de la Rocque vroeg zelfs zijn reiskosten niet terug. Ik kwam tot de overtuiging, dat de kolonel geen geheime fondsen in ont vangst had genomen". Schatten uit Afrika en Kambodsja geroofd. Een van de werklieden, die 's mor gens om acht uur de vloeren van het Koloniaal Museum te Parijs komen wrijven, rende gisteren ontdaan het bureau van den conservator bin nen en hijgde: „De schat van Ahmadoe is gestolen". Terwijl hij adem verza melde om verder te vertellen, kwam een van zijn collega's van een andere étage al even verschrikt binnenhollen om te vertellen, dat ook de tiara's van den keizer van Kambodsja verdwenen waren. Aldus vernam men, dat de kostbaarste stukken van het Koloniaal museum, ter gezamenlijke waarde van 11)4 millioen, in den afgeloopen nacht door een stel uiterst handige dieven meegenomen waren. Behoudens enkele voet- en vingerafdruk ken, waarop de politie bij gebrek aan beter al haar hoop gevestigd heeft, hadden de heeren keurig werk geleverd. Blijkbaar rekenden zij een slank gebouw den acrobaat tot de hunnen. Deze heeft zich met behulp van een ladder en touwen opgeheschen tot een vier meter hoog ven ster aan de achterzijde van het gebouw, dat daar aan een braakliggend terrein grenst. Uit dat venster heeft de acrobaat eenige smalle ventilatieruitjes gelicht en, terwijl hij er waarschijnlijk half doorheen hing, de spanjolet opengedraaid. Zoo kwa men hij en zijn makkers in een galerij van de tweede verdieping zonder iets bescha digd te hebben. Schatten van Ahmadoe. De dieven zijn regelrecht naar de vitrine gegaan, die de schatten van Ahmadoe be vatte. Deze bestonden uit een veertigtal gouden ringen, halskettingen, arm- en enkelbanden van geciseleerd goud en zil ver, destijds gevonden onder het paleis van den negerkoning Ahmadoe, die in de eerste jaren van de derde republiek door de Franschen uit zijn Middenafrikaansch rijk je verjaagd werd. De vitrine was met een looper geopend, de sieraden waren er uit gehaald en vervolgens was de vitrine weer netjes gesloten. Blijkbaar zonder aarzelen zijn de dieven daarop naar de derde verdieping gegaan, waar zich massief gouden imitaties van de kroonsieraden van Kambodsja bevonden. Ongetwijfeld hadden zij zich te voren als gewone bezoekers nauwkeurig van de in gewikkelde galerijen in het museum op de hoogte gesteld en hun buit met zorg en vakkennis uitgekozen. Na de twee tiara's, eveneens zonder geluid of beschadiging te maken bemachtigd te hebben, zijn zij waarschijnlijk langs denzelfden weg als zij gekomen waren vertrokken, daarbij het venster zoo goed mogelijk sluitend. Hierdoor weet men zelfs niet of de dief stal gepleegd is tusschen twee ronden van den nachtwaker, die'tot twee uur 's nachts geregeld gehouden' worden of later. Het is zeer wel mogelijk, dat de waker bij het licht van zijn zaklantaarn niet opgemerkt heeft, dat de onbeschadigde vitrines leeg geplunderd waren.-In elk geval moeten de dieven, toen de misdaad ontdekt werd, reeds een goeden voorsprong gehad hebben. De buit gesmolten? Men heeft nog geen aanwijzingen in een bepaalde richting al vertoont de werk wijze veel overeenkomst met het steeds onberispelijk optreden van den beruchten gentleman-inbreker Serge de Lenz en zijn bende, die daarmede echter niet de eenigen zijn. Van de gestolen voorwerpen bestaan geen foto's. Het is trouwens te vreezen, dat deze om hun hooge goudwaarde door de dieven gesmolten zullen worden. De kans, dat het museum weer in het bezit van zijn schatten komen zal, is dus uiterst gering te achten. (Tel.) Overval op cabaret. - Te Miami (Flo- riaa) zijn meer dan 100 gemaskerde mannen tegen middernacht een cabaret binnenge drongen. Zij waren gehuld in de witte man tels van de Ku Klux Klan. Deze mannen vernielden het meubilair en fouilleerden alle bezoekers en bedienden op wapens, waarna zij drie vrouwelijke cabaret-artisten en twee kellners afranselden. Alle gasten werden gedwongen de ge legenheid direct te verlaten. De overval op dit cabaret, waarvoor een groot houten kruis werd neergezet, dat ver volgens in brand werd gestoken, geschiedde, r.adat de Ku Klux Klan op een openbaar speelterrein ongeveer 150 nieuwe leden had geïnstalleerd. Praehistorisch dier opgegraven. - Een grondwerker heeft nabij Santa Rosa in het gebied van Pampa een reusachtige, ver steend dier opgegraven. Het monster heeft een lengte van ongeveer 16 meter. De direc teur van het Regionale praehistorische mu seum is van meening, dat het dier ruim 5000 jaar geleden geleefd heeft,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 11