1212 ALKMAARSCHE MIXED HOCKEY CLUB 122
Bij Het Zilveren Jubileum
ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 17 NOVEMBER 1937
VAN VROEGER EN THANS
HET AANSTAANDE FEEST
Hockey-auto's en zoo.
Alkmaarsche sportgirls.
Ais ze maar „autonoom" zijn
DERDE BLAD
Heeren I, van 1. naar r.: H. v. Dam, B. Bruinvis, P. Meurs, W. Burlage, W. Stroink,
Th. Maters, L. van Buren Lensinck, C. Voute, F. Erdtsieek, G. Grondsma (invaller
keeper), J. Worm, C. Maters, G. Dun, J. Valkering.
De Alkmaarsche Mixed Hockey
Club jubileert!
Vijf en twintig jaren hebben Alk
maarsche jongens en meisjes het
hockey-spel beoefend. Zij hebben
eerst achter den sinaasappel gedraafd,
later werden de afmetingen van den
bal kleiner; zij hebben hockey ge
speeld en na afloop gegeten en ge
danst, later kwam de competitie en
toen werd er hockey gespeeld en niet
meer gegeten en niet meer gedanst
Dat wil zeggenMaar het moge
uit het verloop van dit hockey-
verhaal blijken.
De A. M. H. C. zal dus straks haar zil
veren jubileum vieren. Engenlijk is de
dag zelf al voorbij, want de vereeniging
werd opgericht op 16 November 1912. Dus
juist gisteren 25 jaar geleden. Maar men
zal moeten toegeven, dat de Dinsdag niet
bepaald geschikt is voor een reünie, voor
een, wat men tegenwoordig zoo noemt,
„eenvoudigen maaltijd" en voor een ge
zellig dansje, dat in dit geval een soiree
zal worden. En daarom zullen de Alk
maarsche hockey-ers en de oud-leden van
de club, alsmede de gasten elkaar Zater
dag ontmoeten; eerst in hotel Proot, waar
des middags het bestuur recipieert van
half vijf tot half zes, daarna aan de borrel
tafel in dezelfde inrichting en vervolgens
aan het diner, voor welk onderdeel van
het feest de aanwezigen niet behoeven te
verhuizen. Dat geschiedt pas in den loop
van den avond; gelukkig slechts een kort
uitstapje: van Proot naar 't Gulden Vlies-
Ziedaar in enkele regels het geheele
programma.
En meer zullen wij van de festiviteiten
ook niet schrijven. Wij kunnen alleen met
de hand op ons hart verklaren, dat het
feest werkelijk goed zal worden, een ge
zonde en sportieve vereeniging waardig.
Ups and downs.
Het redactioneele artikel kan dezen keer
kort zijn, omdat wij voor deze bizondere
gelegenheid de medewerking hebben ge
vraagd van een aantal leden en oud-leden
van de A. M. H. C. zelf. Die medewerking
werd spontaan toegezegd en allen hielden
woord.
Wij geven dus straks het woord aan hen,
die over hun club iets wisten te vertellen.
Slechts moge in groote trekken hier een
en ander uit de geschiedenis van de
A. M. H .C. gememoreerd worden.
Zooals reeds vermeld, werd de ver
eeniging opgericht den 16en November
1912 in de toenmalige De Nachtegaal, het
voormalige hotel aan den Geestersingel.
Tot de oprichters behoorden de tegenwoor
dige eereleden jhr. W. F. C. van Lidth de
Jeugde en mr. J. C. Moens, alsmede de
toenmalige eerste luitenant J. C. van
Mourik, die eerste voorzitter der club
werd.
De club begon metronselen! Neen,
schrik niet lezer, het ronselen gebeurde op
een keurige manier. Maar de enkele voor
mannen van de A. M. H. C. zochten leden,
„sjouwden" de gegoede burgerij af, stelden
alles heel, heel mooi voor en kregen leden.
Weliswaar waren de meesten van middel
baren leeftijd en wisten ze heelemaal niet
wat hockey eigenlijk was, maar dat hin
derde niet. Het waren leden en elke club
is blij, als zij een behoorlijk aantal leden
heeft.
De „enthousiastelingen" moesten na
tuurlijk ook het spel beoefenen, maar zoo
dra zij kennis maakten met het spei, was
het mis. Met een schrik op het lijf aan
schouwden zij stick en sinaasappel, om
spoedig het hazenpad te kiezen en nooit
meer terug te komen.
Dat leek dus niet best, maar Alkmaar
was toen nog in het gelukkige bezit van
een cadettenschool en weldra wierpen de
officieren van deze school zich op het
sp 1. Aan hun medewerking is het onge
twijfeld voor een groot deel te danken, dat
de club bleef bestaan.
De club was er dus en vanzelfsprekend
werden er wedstrijden gespeeld. Vriend
schappelijke wedstrijden wel te verstaan.
En merkwaardig genoeg vrijwel altijd ge
mengd. Gemengde spelen tegen de Saxen-
burgers, de Kennemer Mixed Hockey
club en de Rijswijksche Mixed Hockey
Club, en zoo nu en dan „heeren."-wedstrij
den teger. Amsterdam en de Dreadnoughts.
En weldra kwamen ook de sterren op het
veld; mr. Offers en luitenant Schol be
hoorden in de eerste jaren tot deze cate
gorie.
Maar wat een geheel andere tijd! Toen
werden de bezoekers gezamenlijk van het
station afgehaald, toen ging men geza
menlijk na afloop eten en dansen, toen
Het is allemaal verleden tijd. Maar we
mochten er wel even aan herinneren.
Zoo mogen we ook herinneren aan de
goede jaren, welke de vereeniging door
maakte onder leiding van mr. van Looke-
ren Campagne en jhr. van Lidth de Jeude.
Maar ziet, zoo omstreeks 1924 scheen het
mis te gaan. Op de oefeningen verschenen
nog wel vele spelers, maar het leeuwen
aandeel hadden de dames. Het aantal
heeren- leden was tot vier geslonken
Ziedaar een der directe gevolgen van de
opheffing van de cadettenschool.
Gelukkig brak spoedig de zon weer
door. De heeren Beek en Schuurman wer-
im lid en werden enthousiaste piopagan
disten. Zij bliezen de club als het ware
nieuw leven in en weldra kreeg men weer
de idee van oude, nieuwe glorie!
Maar nog altijd werden er slechts
vriendschappelijke wedstrijden gespeeld.
Wel bestond er een hockeybond in Ne
derland, maar Alkmaar voelde zich daar
nog steeds niet toe aangetrokken. Totdat
het 1929 werd.
Toen deed men iets, dat groote gevolgen
had: Alkmaar schreef in voor den beken
den hockeydag te Haarlem en hoewel vol
komen out-sider, wist de onbekende club
als winnaar uit het tornooi te voorschijn
te komen.
Dat toen het lidmaatschap van en N. H.
B. B. spoedig volgde, spreekt welhaast
vanzel..
We zullen de verrichtingen eventjes
vluchtig na gaan. In 1929 werd begonnen
in de derde klasse, in 1931 volgde de
promotie naar de tweede klasse en hoe
wei dadelijk daarop reeds kampioen van
deze klasse, kwam de volgende promotie
„pas" in 1935. De overgangsklasse was
bereikt. En. in die overgangsklasse speelt
Alkmaar op het oogenblik voor het derde
jaar. Weliswaar staat de club er op het
oogenblik niet zoo heel mooi voor, maar
de kracht van het eerste elftal is groot
genoeg, om de toekomst onbezorgd tege
moet te kunnen zien.
Alkmaar heeft echter niet één elftal,
het heeft er meer. Zoo spelen de andere
elftallen in de derde en vierde klasse en
het is wel aardig, dat het tweede met alle
geweld wil promoveeren. Inderdaad een
kar.s op de eerste plaat' is er zeer zeker.
En dan de dames! Wij mogen ze hier niet
vergeten, al heeft een der hockey-speelsters
zelf nader over de dames-afdeeling ge
schreven. En we mogen er hier wel op
wijzen, dat zij op den goeden weg zijn. In
1933 werd voor het eerst in de competitie
gespeeld, twee jaar later was de animo
verdwenen, maar thansGrootsche
plannen hebben de dames: een kampioen
schap en dan een promotie!
Om kort te gaan: de jubileerende ver
eeniging telt op het oogenblik 90 werken
de leden en als we het wel hebben, zijn de
dames iets sterker vertegenwoordigd dan
de heeren.
En die sterke en kerngezonde vereeni
ging gaat thans jubileeren. Met een recep
tie en een feestavond en met een tornooi
op den volgenden dag.
Het huidige bestuur en de lustrumcom-
missïe hebben voor een waardige feest
viering gezorgd.
En als we nagaan, waaruit het bestuur
bestaat, dan zien we, dat het juist de jon
geren zijn, die de touwtjes in handen heb
ber.. Merkwaardig, maar juist.
Dat is geen toeval; dat is opzet. Men
gaat bij de A. M. H. C. van de gezonde ge
dachte uit, dat de jongeren de bestuurs-
baantjes moeten hebben, opdat daardoor
het contact tusschen bestuur en spelers
veel gemakkelijker wordt verkregen. Ze
spelen immers zelf.
Hiermee is bereikt geworden, dat ook
de geest zeer apart is. Deze is werkelijk
kameraadschappelijk, deze is, zooals ze
zijn moet in een groote vereeniging van
louter vrienden onder elkaar. Vandaar
ook, dat men niet schroomt elkaar de
waarheid te zeggen, maardat men
tevens niet weet, wat haat en nijd is.
Tenslotte bezit de hockeyclub een
bloeiende supportersvereeniging. Het be
stuur en de leden worden gevormd door
één persoon, die zooveel mogelijk uitwed
strijden meemaakt en wiens of wier taak
het is, de aanhangers der thuisclub min
stens te evenaarden in aanmoedigingen.
Een moeilijke, maar schoone taak
De A. M. H. C. gaat feest vieren.
Mogen wij hier de vereeniging compli
menteeren door hulde te brengen aan het
huidige bestuur, dat bestaat uit de heeren
L. van Buren Lensinck, voorzitter, C.
Maters, penningmeester, M. E. J. J. Bur
lage, secretaris en S. Krom en G. v. d.
Wilk, commissarissen.
Dat de A. M. H. C. nog vele jaren haar
eigen Karakter mag behouden en binnen
afzienbaren tijd nog eens een promotie
n.eemake.
En thans het woord aan anderen!
Wanneer men na een loopbaan van actief
hockeyer over een tijdvak van dertien jaar
nog eens gevraagd wordt naar herinnerin
gen uit die periode, spreekt het vanzelf dat
onprettige voorvallen, die in het bestaan
van iedere vereeniging voorkomen alras
worden verdrongen door grappige en humo
ristische gebeurtenissen.
Nu het op heden 25 jaar geleden is dat de
Alkmaarsche Mixed Hockey-club aan het
initiatief van enkele vooraanstaande Alk-
maarders zijn ontstaan dankte en mij, als
toeschouwer bij meer dan de helft van die
levensduur is gevraagd om ook een duit in
het zakje te doen, spreekt het alweer van
zelf dat bij een zoo heugelijk jubileum ook
het ophalen van vroolijke gebeurtenissen
past.
Zoo herinner ik mij, dat toen ik als H.B.
S.er voor 't eerst op 't hockeyveld verscheen,
het spel voor een spanne tijds werd gestaakt
en er niet eerder werd begonnen, voor en
aleer mijn promotor mij als nieuw lid aan
ieder der aanwezigen had voorgesteld. Ver
volgens werd ik ingewijd in de geheimen
\an het spel en sedert dien ben ik enthou
siast oeoefenaar gebl wen.
Heel veel is nadien veranderd!
Aanvankelijk leek het er wel op, dat hockey
onder jongelui niet populair zou worden,
doch wie zich thans op Zaterdagmiddag of
op Zondag naar het Sportpark begeeft, kan
daar een groote schare aantreffen, die alle
weersomstandigheden ten spijt, zich oefent
om maar spoedig te mogen behooren tot de
„crack's" van het eerste elftal, diè in de, op
een na de hoogste klasse van den Neder-
landschen Hockeybond, reeds jaren een goed
figuur slaat.
Hockey verheugt zich nu wel in een bree-
de belangstelling, doch het opklimmen van
het Alkmaarsche hockey naar de hoogere
sfeeren is meer dan eens gepaard gegaan
met het aanwenden van primitieve midde
len. Zoo werd uit den aard der zaak bij uit
wedstrijden altijd gebruik gemaakt van een
auto als vervoermiddel. Want duur mocht
het niet worden, aangezien ieder speler zijn
eigen kosten droeg, en dat liep nog al in de
papieren als men in één seizoen naar Den
Haag, Rotterdam, Leiden of Amersfoort
moest. Het is dan ook begrijpelijk, dat niet
altijd de duurste auto's werden gehuurd,
met gevolg dat het niets vreemd was wan
neer het elftal eens een tochtje maakte met
een luxe-wagen, waarvan bij nader inzien
het linker-portier bleek te zijn vastgespij
kerd, om niet te spreken van een andere
sport-torpedo die niet harder kon rijden
dan 40 K.M., hetgeen maar gelukkig was,
want later bleek dat de accu, die de auto
van licht moest voorzien, op sterven lag.
Ook waren er auto's die tusschen Lisse en
Hillegom als door den bliksem getroffen
bleven stilstaan en niet meer tot rijden te
bewegen waren, terwijl er ook eens een
vehiculum was, dat een Amsterdamsch
politieagent de vraag ontlokte, nadat wij
v/aren aangehouden: „Heeren, kunt u mij
ook vertellen, wat t it voor een voertuig is?"
Wij antwoordden beleefd, want met agenten
moet je oppassen, dat het ons voorkwam
des ochtends in Alkmaar in een automobiel
te zijn gestegen, waarop de wijze dienaar
van de wet het bezadigde hoofd schudde en
den bestuurder uitnoodigde om den wagen
dan eens vanuit een andere gezichtshoek te
bezien. Deze voldeed hieraan met wijd open
mond van verbazing, terwijl voorts alle in
zittenden, en dat waren er wat, met stom
heid geslagen wé ren. Toen bleek het, dat de
wagen noch vóór, noch achter een nummer
voerde. Nummerborden zaten er wel aan,
maar de cijfers waren spoorloos verdwenen
en toch hadden ze er 's ochtends opgestaan.
De garagehouder van onze limouzin» was
een zuinig man en had het nummer van onze
auto met krijt er op geschilderd, waarna het
tusschen Alkmaar en Amsterdam grondig
was weggeregend. Wij mochten eerst weer
verder rijden, nadat een van ons een stuk
schoolkryt had gekocht en het nummer er
weer opstond, wat niet wegnam, dat in het
vervolfe van deze reis telkens even moest
worden gestopt om te zien of dit nummer
wel „waterproof' was.
Het waren wel heele reizen en dikwijls
nog met hindernissen, maar toch zoo buiten
gewoon genoegelijk. Zoo gebeurde het veie
jaren geleden, dat wij op pad togen met een
gramofoon, die overal werd afgedraaid. Dat
gebeurde in den trein, in de Amsterdam-
sche tram en telkens als er een goal werd
gemaakt, terwijl onze supporter (wij hadder.
er altijd één!) belast was met de verzorging
van het apparaat en verder tot taak had
harder te schreeuwen dan de verzamelde
supporters van onze tegenstanders.
Ook is het eens gebeurd, dat de Alkmaar
sche mid-voor, na een prachtige aanval var.
de voorhoede, zich alle tegenstanders van
het lijf had geschud en alleer tegenover
den keeper kwam te staan op een afstand
van ongeveer zeven meter. Het was, zooals
men dat pleegt te noemen, een „dot" van
een kans. Maar genoemde mid-voor wilde
ee vreeselijk hard schot geven, hetgeen
door duistere machten werd verijdeld. Hij
schoot namelijk in den grond en de bal hup
pelde met vroolijke sprongetjes in de rich
ting van den keeper. Deze stootte een dave
rend gelach uit, liep den bal tegemoet, met
de bedoeling die met een fraaie trap te
retourneeren. Doch ook daar kwam niets
van, want de keeper schopte zoo hard in
den grond, dat hij zich aan den bal verder
niets gelegen liet liggen en hinkend op een
been, onder het slaken van de bekende
kreet „Au!" zijn heiligdom weer opzocht.
Toen was er reden voor het Alkmaarsch
elftal om zich op de dijen te slaan van het
lachen. Maar het drama was nog niet afge-
loopen, want een back van de tegenpartij
werd zich zijn plicht tot verdedigen bewust,
ontfermde zich over den bal, waarmede zich
niemand meer bemoeide, sloeg geweldig
hard ik word eentonig waarde lezer
in den grond. De bal huppelde weer speelsch
naar den mid-voor terug, die beleefd „dank
In tegenstelling met de heerenafdeeling
is het de dames van de A. M. H. C. nimmer
gelukt zich tot een peil op te werken, een
25-jarige waardig. Dit heeft echter zijn
verschillende oorzaken.
Zooals wellicht bekend, werd de hockey-
sport in Alkmaar de eerste 15 jaren door de
dames en heeren gezamenlijk beoefend, in
dien zin, dat uitsluitend mixed-wedstrijden
werden gespeeld. Dit kwam echter weinig
voor, want het contact van de A. M. H. C.
met andere hockeyclubs beperkte zich tot
Hoorn, Saxenburg, de Kraaien en enkele
andere clubs. Hoe hierin 10 jaar geleden
verandering kwam, vindt men elders in dit
blad geschetst. Die verandering was helaas
een zeer éénzijdige; de dames, toen al in
aantal verreweg de minderen, zagen geen
kans tot een elftal te komen, dat in de
dames-competitie een dragelijk figuur zou
kunnen slaan, zooals dat bij de heeren door
wilskrachtig oefenen en saamhorigheid al
direct het geval was. De eerlijkheid gebiedt
te zeggen, dat de animo bij de dames voor
geregeld wedstrijdspel voorshands gering
was.
Aangemoedigd door het succes der heeren
kwam tenslotte in 1931 door de herhaalde
pogingen van de dames van Burken, Koning
en ondergeteekende tot een oefenwedstrijd
in Velsen tegen de pas opgelichte dames-
afdeeling van de „Strawberries", waarbij
onze dames bewezen nog veel te moeten
leeren, doch waarbij een goede kern voor
een permanent wedstrijd-elftal aanwezig
bleek. Vertrek van verschillende speelsters
naar elders deden de vergevorderde plan
nen in 1932 mislukken.
Eindelijk, in 1933 schreef een dames
elftal van Alkmaar voor de 3de klasse
competitie van de Nederlandsche Dames
Hockey Bond in. Het ^ucces was dat jaar
niet overweldigend. Alkmaar eindigde het
seizoen als nummer laatst met één gewonnen
(tegen Laren III) tegen elf verloren wed
strijden.
Het spel stond nog zeer in de kinder
schoenen en de leeftijd van de speelsters
was gemiddeld 1617 jaar. Ziedaar de oor
zaken van de slechte resultaten.
De stemming was echter opperbest en dus
werd het seizoen '34-'35 met goeden moed
ingezet, doch, naar wij thans meenen, met
te weinig ook voor eventueel degradatie
gevaar. Immers de zich steeds uitbreidende
Dames Bond stelde een 4de klasse in. Het
was in Januari al niet twijfelachtig meer,
welk aantal aan het kortste eind zou trek
ken. Inderdaad was Alkmaar genoodzaakt
degradatiewedstrijden te spelen, waarvoor
de animo niet zeer groot was. Sommige
dames waren dan ook zoo onsportief niet te
willen spelen. En wat gevreesd werd, een
U wel" zeide, waarna de back niet minder
voorkomend „geheel tot uw dienst" ant
woordde. Toen heeft de scheidsrechter het
spel gestaakt om den spelers gelegenheid te
geven uit te lachen. En dit gebeurde in een
competitiewedstrijd!
En was het geen schiterend moment, toen
een van onze spelers in Bloemendaal zich
oefende in hard schieten. Plots schoot hü
zoo hard, dat de bal de afscheiding van het
hockeyveld overschreed, waarna een luid
gerinkel duidelijk verried, waar hij terecht
was gekomen. Een W.C.-raampje had het
tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Doch
plots zwaaide de deur van dit huisje open en
kwam onze spil, onder het uiten van eenige
onheusche woorden naar buiten in voor
overgebogen houding, terwijl hij de glas
scherven uit zijn baadje schudde. En dan die
mixed-elftallen in vriendschappelijke wed
strijden op velden waar het gras tot op
manshoogte opschoot, of op een veld waar
maar één goal stond! Althans dat dachten
wij toen we er kwamen. De andere goal was
door de mist niet te onderscheiden. Hockey
wedstrijden in een dichte mist waren prach
tig. Het spel moest af en toe gestaakt wor
den om den bal te zoeken. Tegenstanders
lichten elkaar voorkomend In waar zij hem
het laatst gezien hadden, totdat er opeens
iemand riep: „ik heb 'm" en dan stormde
vriend en vijand er heen om dien bal aan
den maagdelijken bodem te ontlokken.
Hockey werd ook wel gespeeld op een'veld
met een geweldige plas, waarin meeuwen
zich op de golfjes lieten wiegen, doch dat
gedemoraliseerd en verzwakt Alkmaar de
gradeerde naar de *de klasse, waarmee het
voor eenige jaren van het tooneel ver
dween, want voor het seizoen '35-'36 zag
men geen kans om tot een elftal te komen,
terwijl in September '36 zelfs werd be
sloten als lid te bedanken, daar het geen
zin had om voor 10 damesleden de hooge
contributie op te brengen. Het eigenaardige
is, dat juist na dat besluit de club vele
jeugdige damesleden rijk werd. Het toen
malige bestuur begreep de noodzaak van
een floreerende dames-afdeeling en stelde
een juniores-afdeeling in met dezelfde
rechten, doch tegen een lagere contributie
dan voor de oudere leden was vastgesteld.
De heeren zagen, hoewel eenigszins laat,
in, niet geheel vrij uit gegaan te zijn ten op
zichte van de dames-afdeeling. De dames
kregen te weinig oefengelegenheid en men
trok zich te weinig van haar aan. Het spel
moesten zij immers van dicteeren leeren.
Doch, zooals gezegd, vanaf September
1936 kende het bestuur zijn plicht en het
ging weer crescendo. In Maart van dit jaar
speelde een zeer jeugdig en onervaren
Alkmaar-elftal tegen de H. B. S.-meisjes en
verloor met 52! De fouten in speltechniek
en -tactisch opzicht kwamen aan het licht
en men besloot in September weer lid van
de damesbond te worden, wanneer er 25
damesleden zouden zijn Een aparte oefen
gelegenheid voor Zaterdagmiddag zou dan
gehuurd worden. Het gevolg was dat, in het
bijzonder door de bemoeiingen van mej. M.
Kroon, de 25 leden in een oogwenk bij el
kaar waren, terwijl de A. M. H. C. nu 40
damesleden rijk is. De competitie zette in
op 10 October en de animo van de dames
en de resultaten zijn tot op heden zoo, dat
elk de verrichtingen van het jonge elftal (de
gemiddelde leeftijd is 1718 jaar) met be
langstelling gade slaat. Tot Zondag nam
Alkmaar de eerste plaats in op de compe
titiestand van de 4de klasse E, waarschijn
lijk door de verdiende nederlaag van
Zondag jj. daarvan verdrongen door Rood
wit IV. Ook een nederlaag werpt echter nut
af. De dames zijn er nog lang niet, ze zien
dat wellicht juist nu volkomen in en zijn
wilskrachtiger dan ooit en de pogingen tot
het bereiken van het kampioensschap. Een
dames-commissie is dit jaar voor het eerst
ingesteld, m. a. w. de dames zijn „auto
noom", doch hebben uiteraard zoo noodig
zich te onderwerpen aan de controle van de
elftalcommissie en staan geheel onder het
bestuur.
Dit systeem is tot ieders tevredenheid en
laat de dames geheel vrij voor de ont
wikkeling van de dames-Hockeysport in de
A. M. H. C. te doen wat haar goeddunkt.
Mogen wij dit relaas besluiten met de hoop
uit te spreken, dat de Alkmaarsche dames
zich tot eenzelfde plan zullen weten op te
werken, als waarop de heeren op eenzame
hoogte in Noordholland boven 't Y momen
teel staan.
J. v. d. H.
Dames I, van 1. naar r.: de dames T. Dun, H. v. Amerongen, B. Rolf, M. Kroon, T.
Bruins, C. v. d. Heide, H. G Grondsma, A. Kleinjan, R. Eriks, N. Hartong v. Ark, G.
Vos.