DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Groot optimisme te Londen over geslaagde besprekingen. De toestand van prins Bernhard. Dinsdag 30 November 1937 139e Jaargang De algemeene toestand. Overeenstemming bereikt in alle behandelde kwesties. Fran»ch-Pr?tsehe besprekingen. Het proces La Pocque hervat. Verklaring van de la Rocque. Amsterdam, 30 Nov., 9 uur. De particuliere secretaris van Z. K.H. prins Bernhard, Jhr. mr. C. Dedel, deelde ons hedenochtend mede: Z.K.H. prins Bernhard heeft een rustigen nacht doorgebracht De toestand is vooruitgaande. De toestand van den hotjager v. d. Spek was eveneens zeer bevredigend. De toestand van hedenmiddag. Telegrammen. In de Tweede Kamer. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v K HERMS COSTER ZOON, Voor dam C 9, postgiro 37060. Teief 3320, redactie 3330. NO. 282 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Alkmaar, 30 November. Gisteren zijn de Fr- "h-Britsche be sprekingen begonnen, welke zooals men weet eenigen tijd geleden waren aange kondigd. Elders geven wij een meer uit voerig verslag van dez« besprekingen, hier zullen wij npg enkele bizonderheden mededeelen. Op de conferentie z>n vanzelfsprekend de Duitsche koloniale eischen ter sprake gekomen. Het zal Duitschland meevallen, dat de conferentie deze eischen zeer wel willend onder de oogen heeft gezien. Reeds thans zouden de Fransche en Britsche regeeringen bereid zijn met Duitsche tech nische medewerking t"> beraadslagen over de oprichting van groot „chartered-com- panies", die bepaalde Afrikaansche kolo niën zouden kunnen exploiteeren! Over de Spaansche kvestie is vrijwel geen woord gezegd. Alleen heeft men waardeerende woorden gesproken over de ruet-inmengingspolitiek, welker resultaten het gevaar voor een internationalen oorlog hebben kunnen afwenden. Ten aanzien van de vraagstukken van Midden-Europa schrijft de diplomatieke redacteur van de „Daily Telegraph" and „Morning Post" dat alle Balkan- en Do- naulanden een aanduiding van een vast beraden politiek verlangen van Engeland en Frankrijk toejuichen, een politiek welke zich verzet tegen ieden aanslag op hun vrij heid en onafhankelijkhei 1. Gisteren kwam ir de besprekingen tot uiting, dat beide landen den vrede wenschen in dit gebied. Noch Frankrijk, noch Engeland zijn het eens met de kleine doch invloedrijke groep in Engeland, welke de regeering te Praag zou willen dwingen zelfbestuur te verlee- nen aan de Duitsche minderheid. De „Manchester Guardian" is van mee ning, dat het voornaamste doel van de be sprekingen op het oogenblik is een grond slag te leggen voor een overeenkomst tusschen Londen, Parijs en Berlijn in het kader van een algemeene regeling. De buitqnlandsche politiek van Engeland heeft zijn evenwicht teruggevonden en volgt thans 'n aangewezen weg. 'n Algemeene re geling sluit in, dat Engeland belang stelt in geheel Europa en ir. alle regelingen welke tot stand komen, ook die waarbij niet alleen de westelijke mogendheden en Duitschland betrokken zijn. Verder schrijft het blad, dat het koloni ale vraagstuk in het middenpunt van de belandt .elling is komen te staan. Dit vraagstuk wordt op het oogenblik zoowel van politiek als van economisch standpunt beschouwd. Het blad acht het niet waar schijnlijk dat Zuid-Afrika of Tanganjika het voorwerp van een gewijzigde politiek zullen zijn, hoewel in deze gebieden economische concessies mogelijk zouden zijn. Buiten Afrika is in het geheel geen gebied beschikbaar, zoodat Kameroen en Togo „het minst onwaarschijnlijk" zijn. De Duitsche eischen zullen evenwel niet aan vaard worden, dan nadat alle twijfel in zake zijn houding ten aanzien van Midden- en Oost-Europa is opgelost en nadat een overeenkomst tot stand is gekomen inzake de beperking der bewapening, in het bi- zonder inzake de luchtmacht, terwijl Duitschland naar den Volkenbond zou moeten terug keeren. Vernon Bartlett schrijft in de News Chronicle dat te Weenen een levendige on gerustheid bestaat over de concessies, welke van Oostenrijk geëischt zouden kun nen worden, als tegenprestatie van Oos tenrijk voor de belofte dat Duitschland geen aanval zal doen in oostelijke richting. Het bezoek van Halifax heeft kwade ge volgen gehad voor den bir.nenlandschen toestand van Oostenrijk. De nationaal-soci- alisten zouden overmoedig kunnen worden en de gang van zaken willen verhaasten en de wereld voor een voldongen feit stellen. Ook is mogelijk, dat de regeering zoo be angst is geworden en zich haasten zal een overeenkomst te sluiten met Duitschland. De Daily Herald begroet de Fransche ministers met vreugde en verzekert hen, dat het Britsche volk met het Fransche wil samenwerken tot het handhaven van den vrede. Zoo heeft men in bovenstaande een glo baal overzicht van wat de Engelsche bla den, schrijven. De toon is heel anders, dan die der Duitsche bladen en vooral is het bepaald treffend, dat men in Duitschland uiterst teruehoudend is t. a. v. de Lon- densche besprekinger Gistermorgen om 11 uur zijn te Lon den de besprekingen tusschen Londen en Parijs begonnen en zonder onder breking hebben deze den geheelen dag voortgeduurd. Zelfs gunden de verte genwoordigers der beide landen zich niet den tijd, om het noenmaal te ge bruiken! Pas om 7 uur gisteravond kreeg men gelegenheid, den inwendigen mensch te versterken! Zóó werd er ge werkt! En naar het schijnt, hadden de be sprekingen van beide partijen een gun stig verloop. Zoo verklaarde men gisteravond in Brit sche diplomatieke kringen, dat de conferen tie een van de „meest bevredigende was", welke men ooit gehouden heeft. En een zelfde geluid werd gehoord in Fransche kringen. Verklaring van Chautemps. Chautemps, de leider der Fransche delegatie, heeft in den loop van den avond een officieuze verklaring gege ven. O.m. zeide hij: Ik kan verklaren en ik doe dit met groot vreugde dat wjj ten aanzien van alle onderwer pen in volledige overeenstemming ver keerden. Het verheugde mij ten zeer ste te constateeren, dat wij volledig so lidair zijn. Gelijk bij een conclave zijn wij pas weer naar buiten gekomen, toen eensgezindheid bereikt was". Het verloop der besprekingen. Reuter verneemt verder, dat aan den aan vang der bijeenkomst lord Halifax een vol ledig rapport uitbracht van de indrukken van zijn Duitsche bezoek. De Fransche mi nisters begrepen ten volle de verre strekking van dit bezoek, evenals het feit, dat het be perkte doel, dat men zich had gesteld, be reikt was. Vervolgens werd de kwestie der koloniën met al haar aspecten besproken. Men was het er over eens, dat deze aan gelegenheid verdere bestudeering vereischt. Hierop volgde een bespreking van de reis van Delbos naar Centraal Europa, waarbij van gedachten gewisseld werd over den toe stand in de landen, die Delbos zal bezoe ken. Beide regeeringen zijn voorstandster van een handhaving van den vrede in deze landen, evenals elders. De toestand in het Verre Oosten vormde het volgende onder werp van behandeling. Beide partijen wa ren het volkomen eens over den ernst van de situatie en de noodzakelijkheid waak zaam te zijn ter waarborging harer belan gen. Ook Spanje werd besproken. Gecon stateerd werd, dat de niet-inmengingspoli tiek volkomen juist is geweest. Alle deelne mers aan de besprekingen waren zeer vol daan. De bijeenkomst werd beschouwd als een der succesvolste, die gehouden zijn. Aan beide kanten werd de krachtige wensch uitgesproken met alle landen samen te werken, ofschoon men er zich van bewust was, dat heel wat voorbereiding vereischt zal zijn voordat eenig werkelijke onderhan delingen in zicht zouden kunnen komen. Pertinax over de besprekingen. Ten aanzien van de besprekingen van de Fransche ministers te Londen schrijft Perti nax in de „Echo de Paris", dat Neville Chamberalin, Chautemps en Delbos net de den, alsof zij nauwkeurig antwoord wilden geven op de vraag: heeft het bezoek van lord Halifax aan Berlijn voldoende bereid willigheid van Duitschland getoond om zijn eischen in te willigen? Het is opmerkenswaardig, dat de Fransche en Britsche ministers op 29 November noch ja, noch nee hebben geantwoord. Duitsch land wilde alleen gelaten worden met Oos tenrijk en Tsjechoslowakije en het verlangt gelijke rechten wat betreft de koloniën, dat wil zeggen dat het vroeg of laat weer gebied in Afrika wil hebben. Ten aanzien van deze eischen hebben Chamberlain en Chautemps met hun medewerkers geen vastomlijnd standpunt ingenomen. De bijzondere correspondent van de „Ma- tin" schrijft, dat men gisteravond kon zeg gen dat de staatslieden eenstemmig van meening waren, dat het wenschelijk was de besprekingen met lord Halifax voort te zet ten. Saint Bric schrijft in de .Journal" dat men in alle Britsche kringen verheugd is over het optreden van Chautemps, wiens presti ge aanmerkelijk is vergroot door het ver trouwen, dat de Fransche Kamer in hem stelt Ook is men algemeen van oordeel, dat de meest nauwe samenwerking tusschen beide landen gehandhaafd moet blijven. De voornaamste zorg van Engeland ligt op het oogenblik in het Verre Oosten. De koloniale vraagstukken moeten vroeg of laat worden opgelost. Men kan Frankrijk niet vragen zijn beginselen van zijn inter nationale politiek te wijzigen, noch ten aan zien van Praag, noch van de Kleine Entente, noch van Moskou. Madame Tabouis schrijft in de „Oeuvre", dat de besprekingen te Londen blijkbaar berusten op den wensch van Engeland om met Frankrijk tot een overeenstemming te komen inzake de minimum-eischen van Frankrijk en Engeland, welke gesteld moe ten worden tegenover de Duitsche verlan gens, alvorens meer bindende besprekingen worden aangeknoopt. Ook wenscht Engeland met Frankrijk tot een overeenstemming te komen vóór het onderhandelen begint met Rome. Het schijnt, dat Engeland zou wen schen dat Frankrijk erin zou toestemmen Duitschland zijn eigerj politiek te laten voe ren, indien het beloofde nooit geweld te zullen gebruiken in Centraal Europa. In ieder geval is het niet waarschijnlijk, dat de Britsch-Duitsche eri Britsch-Italiaansche be sprekingen binnenkort zullen beginnen. In de „Epoque" schrijft Donnadieu dat de algemeene indruk na de besprekingen gunstig is. Sommige commentaren in de Britsche pers van de laatste dagen gaven te vreezen, dat Engeland de vrienden van Frankrijk niet gunstig gezind was, doch men is thans gerustgesteld. Engeland is niet bereid, zooals men te Berlijn wenscht, den vrede te koopen door de vitale belangen van andere mogendheden op te offeren. Duitsche pers over de besprekingen. Verschillende Duitsche bladen maken uit het oordeel der Fransche pers op, dat men te Parijs verwacht, dat in Londen een soort „totaal programma voor het uit den weg rui*-->n van alle moeilijkheden" zal worden opgeteld. De „Deutsche Allgemeine Zei- tung" merkt op, dat men van totale pro gramma's in Duitschland niets verwacht. „De Franschen zullen, aldus vervolgt het blad, te Londen over de reis van Halifax verne men, wat voor hen van belang is. Het is daarom goed er aan te herinneren, dat van ons geen initiatief is uitgegaan. Wij hebben geen behoefte aan een „wereldgesprek", wij hebben ook geen geschipper voorgesteld, niet de vrije hand in het Oosten geëischt en niet van koloniale eischen afgezien. Wij heb ben in het geheel geen „eischen" opgesteld. Het zijn juist de anderen, die er over na denken, hoe men Duitschland kan bevredi gen. Dat kunnen wij toejuichen, want het is een stap vooruit. Als echter iemand iets zou willen weggeven, dat hem niet toebehoort, willen wjj daarmede niets uitstaande heb ben". Volgens de „Nachtausgabe" moet het woord „totale oplossing" Duitschland op grond van vroegere ervaringen kritisch stemmen. Het is ditmaal bijzonder verdacht, omdat Fransche bladen een storing in de functie van den spil Rome-Berlijn daaraan trachten te verbinden. Als de ministers, die te Londen bijeenzijn, inderdaad een plan tot vervreemding van Rome van Berlijn bespre ken, kunnen zij zich de moeite sparen. De behandeling van het proces, dat de La Rocque tegen 17 van zijn tegen standers aanhangig heeft gemaakt, is gistermiddag na een onderbreking van twee weken hervat. Pozzo di Borgo, een der voornaamste personen in het proces, die Vrijdag avond in verband met de zaak der „Csar" is gearresteerd, was ter terecht zitting aanwezig met een commissaris van politie naast zich. Marchandeau, die zelf niet was verschenen, had een brief gezonden, waarin de oud-minister verklaarde, dat de verkaringen van oud-minister Lemery over een in het ministerie van justitie gehouden minis- Amsterdam, 30 Nov., 2.30 uur. De par ticuliere secretaris van Z.K.H. prins Bernhard. jhr. mr. C. Dedel, verstrekte ons hedenmiddag te 14.25 uur het volgen de communiqué: De behandelende geneesheeren zijn te vreden over het verloop van de ziekte van prins Bernhard. Het bewustzijn is volle dig teruggekeerd. De prins heeft weer be langstelling voor zijn omgeving. Hij slaapt veel, maar in de tusschentijden is hij vol komen helder van geest. Complicaties de den zich niet voor. De toestand van den Hofjager. De hofjager van der Spek had een rus tigen nacht. Hedenmorgen werd een Röntgenfoto van zijn knie gemaakt, waar uit bleek, dat de knieschijf gebroken is. Over eenige dagen zal deze operatief worden behandeld. Zijn algemeene toe stand is goed. Er kwamen in den loop van gisteren en vandaag tal van telegrammen binnen bij de koninklijke familie, waarin de deelneming bij het ongeluk van prins Bernhard tot uiting kwam. In de Tweede Kamer heeft de voorzitter der Kamer voor den aanvang der gewone zitting hedenmiddag de volgende rede uit gesproken. Geachte medeleden! De dag van gisteren heeft in den lande schrik en ontsteltenis te weeg gebracht. Over de zon van geluk, die van uit het Koninklijk Huis in toenemende mate hare warme stralen over het Nederlandsch» volk doet nederdalen, trok eensklaps een donker floers. Intusschen mogen wij ons gelukkig prijzen, dat de gevolgen van het aan prins Bernhard met diens geleider overkomen ongeval minder ernstig zijn dan dan aan vankelijk kon worden gevreesd. Ik weet de gevoelens der Kamer te vertolken, als ik zeg, dat zij ten volle deelt in de bezorgdheid die zich van het koninklijk gezin heeft meester gemaakt; dat zy levendig beseft, hoezeer Hare Ma jesteit de Koningin, als liefdevolle en zorgzame moeder door het gebeurde moet zijn getroffen; en dat Zij voor alles medeleeft in de angstige spanning van Haar, die met de blijde vreugde van ds naaste toekomst in het verschiet, aan den dagelijkschen steun van Haren Gemaal op dit oogenblik meer dan ooit behoefte zal hebben. God geve, dat Zijne Koninklijke Hoog heid spoedig algeheel hersteld naar den huiselijken haard kunne wederkeeren. Een woord van den minister. De minister van buitenlandsche zaken, de heer Patijn, sloot zich namens de regeering van ganscher harte aan bij de woorden, door den voorzitter gesproken. Hij behoefde niet te zeggen, dat ook de regeering diep getroffen is door het ongeval, dat den prins getroffen heeft. Spr. uitte den vurigen wensch, dat deze spoedig hersteld in zijn ge zin terugkeeren mag. teriëele conferentie niet geheel juist waren. Hij was er zeker van, de woor den „la Rocque heb ik in de hand" niet te hebben gebezigd. De president las verder een brief voor van Tardieu, waarin deze protesteert tegen de woorden van Ybarnegaray. De woorden van Ybarnegaray, aldus het schrijven, zijn belachelijk, want Ybarnegaray heeft van mij 30.000 franken ontvangen voor de kos ten, die hij bij de verkiezingen van 1932 heeft gemaakt. Daarna werd eenige opschudding ver wekt door de voorlezing van een brief van de dochter van wijlen president Doumergue, waarin zij verklaart, dat haar vader groote genegenheid koesterde voor de Parti Social Francais en zijn chef, en als haar meening te kennen geeft, dat hij in het geheim in vloed uitoefende op de oriënteering der partij. De la Rocque deelde vervolgens mede, dat hij nooit een ontmoeting heeft gehad met Frot, die minister van onderwijs was op 6 Februari 1934. Wel heeft hij Tardieu ver zocht hem voor te stellen aan Flandin. De volgende getuige, Chavagnac, oud president van de Vuurkruisen van Vincen- nes, zeide zich er over te verbazen, dat men tijdens partij-betoogingen critiek heeft uit geoefend op alle nationale leiders. Na het verhoor van dezen getuige ontstaat rumoer. Scheldwoorden worden de la Rocque naar het hoofd geworpen in verband met de ge heime fondsen. Talrijke advocaten schreeuwen: „Vooruit de la Rocque, een opwelling van eergevoel". De la Rocque staat op en zegt: „Ik toon tenminste koelbloedigheid. Ik ant woord nooit op perscampagnes". Dan wordt een nieuwe beschuldiging tegen de la Roque geuit: Hij zou een verra der zijn. „De vermeende vader van de Cagoule", aldus Pozzo di Borgo. De advocaat van Pozzo di Borgo beschul digde dan „de „Populaire" in de „Humanité" ervan den dag na de arrestatie van Pozzo di Borgo artikelen te hebben gepubliceerd, die door den zelfden kant geïnspireerd zijn als het artikel van d*" Petit Journal, het or gaan van de Parti Social Francais. Over en weer wordt gescholden. De zitting wordt geschorst. Generaal Dusseigneur spreekt. Bij de hervatting der zitting legt generaal Dusseigneur die tusschen twee ambtenaren van polite verschijnt, getuigenis af ten gunste van Pozzo di Borgo. Nadat vervolgens een aantal getuigen is gehoord over de boekhouding van de Croix de Feu, legt Pozzo di Borgo een verklaring af over de omstandigheden, waaronder hij de la Rocque heeft leeren kennen. Voorts geeft hij uiteenzettingen over de beweging der Vuurkruisen, hun geest van onderling hulp en broederschap tusschen de oud- strijders. Hjj beschuldigt de la Rocque ervan de vuurkruisenbeweging om persoon lijke doeleinden in andere banen te hebben geleid en zijn partijgenooten voor stomme lingen te verslijten. Hij verklaart hoe zijn tegenwoordige houding jegens den leider der Parti Social Francais door psychologi sche en persoonlijke feiten gegroeid is. Dan verhaalt hij hoe hij in 1935 is uitgetreden en waarom hij de decharge geweigerd heeft, die de la Rocque hem vroeg. Tenslotte her innert hij er aan, onder welke omstandig heden hij zijn artikel in den „choc" heeft geschreven en besluit met de volgende woorden: „in deze zaak gaat het niet alleen om materiëele goederen. De la Rocque is een ellendige oplichter, want hij heeft de edelste gevoelens van het menschelijk hart verduisterd". De zitting werd hierop geschorst. Geen samenzwering? Bij de hervatting der zitting zette Pozzo di Borgo zijn verklaringen voort. Hij ont kende aan een samenzwering te hebben deelgenomen. Wel heeft hij zijn steun gege ven aan de organisatie van generaal Dus seigneur, maar hij heeft er geen enkele rol in gespeeld. Hij heeft zich niets te verwijten en zal een gerespecteerden naam aan zijn kinderen achterlaten. De la Rocque vraagt Pozzo di Borgo dan den naam te noemen van den minister wien hij een lijst van de nunciaties zou hebben gegeven. Pozzi di Borgo antwoordde, deze feiten vernomen te hebben van de vrouw van ge neraal Pallut, die vertelde deze uit den mond van mevrouw Chautemps te hebben gehoord. Nadat vervolgens nog afgevaar digde Philippe Henriot gehoord was, waarbij een verwarde woordenwisseling tusschen den getuige en de la Rocque ont stond, werd de zitting tot morgen verdaagd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1