DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het koloniale vraagstuk in Europa. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/L HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330. No. 284 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 2 December 1937 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 139e Jaargang De algemeene toestand. De beteekenis eener „algemeene regeling van de Europeesche problemen". NA DE ENGELSCH-FRANSCHE BESPREKINGEN. Incident in hongaarsche Kamer. Onwelvoeglijke toonl Nieuws iri 't kort. Een Chineesch weeshuis gebombardeerd. Het verhaal van missionarissen. Prins Bernhard heeft weer eetlust. Betrekkelijk opgewekt van geest. ALKMAARSCHE COURANT. Alkmaar, 2 December. In verband met de campagne, die in de Italiaansche pers tegen den Franschen minister Campinchi is gevoerd, publiceert de bemanning van de .General Bona parte", het schip waarop deze minister een felle rede tegen Italië zou hebben gehou den, een rechtzetting, waarvan de belang rijkste passages als volgt luiden: „Allereerst willen wij in enkele woorden het bezoek vertellen van den minister aan boord van den „General Bonaparte" toen het schip te Toulon. lag, waar juist Cam pinchi aanwezig was, die een inspectiereis maakte. Ieder moet weten, dat de schepen van den heer Fraissinet bemanningen hebben, die voor een groot gedeelte bestaan uit Corsicanen, hoofdzakelijkheid uit het ar rondissement Bastia voor zoover den „General Bonaparte" betreft. Nu was het voor ons volkomen na tuurlijk, dat niet de minister, maar de af gevaardigde van onzen kieskring een be zoek bracht aan zijn kiezers. Wij kunnen zelfs zeggen zijn vrienden. Het is waar, dat Campinchi eenige flesschen champagne heeft aangeboden, maar dat hoort zoo. Het is ook waar, dat Campinchi zijn landgenooten mededeelde, een inspectie reis te hebben ondernomen door de ver sterkingen rondom Toullon. Daarentegen is het onwaar te zeggen, dat de afgevaardigde Campinchi toespelin gen heeft gemaakt op het Italiaansche volk. Evenmin trouwens als op Rusland. Tijdens het bezoek van Campinchi aan boord was de bemanning geheel aanwe zig. Het zou dus voor ieder gemakkelijk zijn den inhoud van de woorden van den minister te leeren kennen. Tegenover alle insinuaties van de Italiaansche pers jegens minister Campinchi stellen wij, zeelieden van de „General Bonaparte" het meest formeele dementi". Hoewel de Italiaansche bladen met een zeldzame hardnekkigheid blijven volhou den en zy dus ook na deze démenti wel geen rectificatie zullen willen aanbrengen, blijkt zoo langzamerhand wel, dat het de Italiaansche pers om een rel te doen is ge weest. En het zou werkelijk niet zoo vreemd zijn, als ook de Italiaansche regee ring hier een min of meer duistere rol heeft gespeeld. Van de gevechtsfronten in China wordt bizonder weinig nieuws vernomen. Alleen weten we, dat de Japansche opmarsch naar Nanking wordt voortgezet en buiten- landsche militaire waarnemers zijn van oordeel, dat Nanking tegen. 15 December zal vallen. Intusschen heeft de rijksstaf te Tokio gisteren een commur.iaué uitgegeven, waarin werd medegedeeld, dat de Japan sche luchtstrijdkrachten sedert het uit breken van het „Chineesche incident" 417 Chineesche vliegtuigen hebben vernield. De Japansche luchtstriidkrachten- verloren 60 toestellen. Tot 1 December zijn 835 marine-officieren en matrozen bij deze gevechten gedood. Verder zijn, naar men in Britsche di plomatieke kringen mededeelt, tusschen de Japansche en Britsche vertegenwoor digers te Sjanghai onderhandelingen gaande omtrent de vraagstukken van ce douaneregeling. Gistermiddag heeft de Japansche con sul-generaal te Hongkong, Kosakoe Mit- soesawa, den regeeringsautoriteiten de waarschuwing doen toekomen, dat het toestaan van een anti-Japansche agitatie te Hongkong eventueel ten gevolge zou hebben, dat Hongkong meegesleurd zou worden in het Chineesch-Japansche con flict. De consul-generaal bracht voor het o- verhandigen van deze waarschuwing een bezoek aan den zetel van het bestuur van Hongkong, waar hy de aandacht van de Britsche autoriteiten er op vestigde, dat een aantal Chineesche regeer in gsleiders kortelings naar Hongkong is gekomen. De consul-generaal drong op volledige onderdrukking der politieke actie van de ze personen aan. in Nu de Engelsch-Fransche besprekin gen geëindigd zijn, staat zoo schrijft de Londensche correspondent van de N R.Crt natuurlijk de vraag, wat er op deze besprekingen zal volgen, in het middelpunt der belangstelling. In diplomatieke kringen bevestigt men de reeds uitgesproken verwachting, dat de naaste toekomst geen sensatio- neele nieuwe ontwikkelingen zal bren gen. De Fransche en Engelsche ministers zijn tenslotte niet verder gegaan dan de princi- pieele vaststelling, dat Duitschlands kolo niale eischen van een theoretisch tot een practisch politiek probleem zijn geworden. Concrete grondslagen voor de oplossing van dit probleem zijn echter niet geformuleerd. Men moet nu ieder voor zich en daarna in onderling overleg gaan bestudeeren, welke concrete mogelijkheden er zouden zijn. Ge zien de welbekende houding van Engeland ten opzichte van Tanganjika, van Zuid-Afri- ka ten opzichte van Zuid-West-Afrika en van Australië ten opzichte van Nieuw-Gui- nea is het niet zonder meer te verwachten, dat het resultaat van deze studie zoodanig zal zijn, dat men Duitschland een territo riaal aanbod zal kunnen doen. De in som mige bladen uitgesproken meening, dat Frankrijk op dit punt, dat wil zeggen Togo- land en Kameroen een grootere mate van inschikkelijkheid zou toonen wordt voorts niet overal gedeeld. Zou men echter tengevolge van het on derzoek naar de mogelijkheid van koloniale concessies, dat uiteraard aanzienlijken tijd in beslag zou nemen, toch een basis kunnen vinden voor een koloniaal aanbod, dus ter ritoriaal, economisch of om een leelijk woord te gebruiken mandatorisch, dan nog wordt het niet waarschijnlijk geacht, dat een dergelijk aanbod in détails op tafel zal worden gelegd. Veeleer is te verwachten, dat in dit geval Duitschland zijn bereidheid kenbaar zal maken over koloniën te praten, mits Duitschland van zijn kant zich bereid verklaart over de „algemeene regeling" te gaan praten, die de eerste voorwaarde voor een oplossing van de koloniale kwestie blijft. Dat wil natuurlijk niet zeggen, zoo als sommige Duitsche bladen schijnen te vermoeden, dat men het koloniale probleem en het Europeesche probleem als een op alle punten samenhangend geheel wil behandelen. Het ligt voor de hand, dat dit practisch en technisch ten eenenmale onmogelijk is. De houding is hier, dat de twee vraagstukken alleen principieel verband met elkaar houder.. Zoo spoedig als Duitschland dit princi pieel verband erkent en zich bereid ver klaart zijn medewerking aan een „alge meene regeling" van de Europeesche problemen te geven, zal men de gede tailleerde uitwerking van de koloniale kwestie eenerzijds en de Europeesche kwestie anderzijds afhankelijk van el kander ter hand kunnen nemen. Wat betreft de beteekenis van de vage term „algemeene regeling" kan nog het vol gende worden gezegd. Men zou daarin gaar ne opgenomen zien een Westelijk pact, een mate van bewapeningsbeperking, een ge ruststellende Duitsche verklaring ten op zichte van Centraal-Europa (die overigens, wanneer Duitschland bereid zou zijn tot een Westelijk pact, dat Frankrijk's Oost-Euro- peesche bondgenootschappen intact laat, meer formeele dan practische beteekenis zou hebben) en een Duitsche toenadering tot een eventueel gereformeerden Volken bond. De Duitsche minderheid in Tsjecho- slowakije. Zooals te verwachten was, worden alle veronderstellingen, dat Delbos te Praag druk in de Tsjechische regeering zou uit oefenen om haar tot nieuwe concessies aan de Sudeten-Duitschers te bewegen, ten stel ligste ontkend. Dit beteekent echter niet, dat hij niet het een en ander met deze re geering zal hebben te bespreken. Zoo is het waarschijnlijk, dat hij er nogmaals op zal aandringen, dat Praag al het mogelijke moet doen om gerecht vaardigde Duitsche grieven over de be handeling van de minderheden uit den weg te ruimen. De z.g. Hidzja-overeen- komst van eenige maanden geleden, waarbij de positie der. Sudeten-Duit schers in verschillende opzichten ver beterd werd, is namelijk nog niet in zijn geheel ten uitvoer gebracht. Ik heb goede rede te gelooven. dat de Tsjechi sche regeering zich voor dit argument niet geheel doof zal toonen. Een nitnemende Indruk van Charaberlain's kwaliteiten. Aangaande den indruk van de Fransche ministers kan ik tenslotte nog met zekerheid melden, dat zij ten zeerste getroffen waren door de kwaliteiten van den Engelschen pre mier. Hij heeft betrekkelijk weinig gespro ken in de discussies, maar telkenmale dat hij het woord nam waren Chautemps en Del- bos verrast door de buitengewone preciese en zakelijke wijze, waarop hij een kwestie in den kern samenvat. Bovenal waren zij verheugd te kunnen vaststellen, dat de Engel sche eerste minister allerminst geneigd was zich over de politieke problemen illusies te maken. Hij stond van het begin tot het eind immer met beide voeten op den grond, zag de dingen scherp en gaf telkens blijk van zjjn groot vertrouwen in en zijn intimiteit met zijn minister van biutenlandsche za ken. Duitsche tegenspraak van hei bericht van de Daily Telegraph. De Duitsche pers en met name de Berliner Börsenzeitung komt met kracht op tegen het bericht, dat langs de Daily Telegraph and Morning Post zijn weg heeft gevonden in de internationale pers en volgens hetwelk Duitschland meer zijn oogen geslagen zou hebben op de Belgische Congo en Portu- geesch Angola dan op de gebieden die thans onder Britsch mandaat staan. De bedoeling, zegt de Börsenzeitung, is geen andere dan den indruk te wekken, dat dit aan Lord Ha lifax tijdens zijn bezoek zou zijn meege deeld en op die manier Duitschland in de oogen van andere landen verdacht te maken Dit is bewust onwaar en ieder, die heeft kennis genomen van Hitler's verklaringen op 30 Januari j.L had kunnen weten, dat „Duitschland tegenover landen, die het geen koloniën hebben ontnomen, ook geen kolo niale eischen heeft". De besprekingen van Halifax met den Leider, zoo wordt van an dere gezaghebbende zijde opgemerkt droe gen slechts een algemeen karakter. Welis waar heeft Hitier de koloniale kwestie op den voorgrond geplaatst, maar Duitschland eischt slechts voor zich op de zoodanige ge bieden welke het als zijn eigendom be' schouwt en waarvan het door het „dictaat van Versailles" is beroofd. In het Lagerhuis zijn gisteren nog een aantal vragen over de koloniale aangelegen heid gesteld. Eden onthield zich van een antwoord daarop, verwijzende naar vroeger door de regeering op dit stuk afgelegde ver klaringen. Eden heeft gisteren nog von Ribbentrop ontvangen om hem een aanvullende uiteen zetting te geven over het communiqué van Dinsdag, met name over het begrip „Euro peesche regeling". Vandaag zal Eden Gran- di ontvangen. Tijdens de vergadering der Hongaarsche Kamer verhief de minister van onderwijs, Homan, die in een gesprek was gewikkeld met den leider van de partij der kleine landbouwers, von Eckhardt, zich plotseling van zijn zetel en riep met een van aandoe ning trillende stem: „Daartegen protesteer ik. Een dergelijken toon kan ik niet toela ten". Hij begaf zich naar den uitgang en voegde er nog aan toe: „Het lijkt wel of we ons in een herberg bevinden". Toen hij na enkele minuten in de vergaderzaal terug keerde, bood hij de Kamer zijn verontschul diging aan en deelde mede, dat von Eck hardt tegen hem gezegd had, dat hij, Ho- man, sedert een jaar propaganda maakte voor de pijlkruisen. „Deze bewering, dat ik dubbel spel speelde, moet ik op de meest categorische wijze ontkennen" zoo zeide Homan verder. De minister noodigde von Eckhardt uit met concrete gegevens te komen. Deze ant woordde daarop, dat hij binnenkort met be wijzen zou komen. De godsdienstvervolging. - De beide laatste evangelische predikanten in de Sovjet-Unie, de Duitschers Reichart, vader en zoon, zijn door de Gpoe gearresteerd. De ongeveer 1.750.000 protestanten in de Sovjet-Unie hebben thans geen enkelen geestelijke meer. Twee missionarissen, een Franschman en een Italiaan, zijn na een moeizamen voet tocht van Kasjing in Sjanghai aangekomen en hebben verhaald, hoe het katholieke weeshuis aldaar op 15 November j.J. door Japansche bombardementsvliegtuigen is vernield. De missionarissen erkennen, dat op het weeshuis geen vlag was geheschen en dat 't vlak bij het huis gelegen was van generaal Tsjang Fa Kwei, den commandant der Chineesche troepen in den zuidelijken sector. Een missiepost der Karmelieten en seminarie der Lazaristen, welke in de na bijheid liggen, en waarboven Fransche vlag gen woeien, zijn niet gebombardeerd. De beide missionarissen deelden mede, dat 86 Chineesche weeskinderen den dood hebben gevonden. Vier Fransche en vijf Chineesche zusters, alsmede 150 uitgeweke nen zijn gevlucht en worden nog steeds vermist. De overste der Lazaristen heef de zaak met den Franschen ambassadeur op genomen, teneinde het lot der vermisten te achterhalen. Toen de bommenwerpers ver schenen, brachten de zusters de kinderen over naar uitgegraven schuilplaatsen. Een bom kwam echter midden in zulk een schuil plaats terecht en doodde 26 meisjes tus schen 9 en 15 jar. Een tweede bom trof de inrichting voor zuigelingen. Zestig babies kwamen om het leven en twee Chineesche zusters werden gekwetst. Toen gingen de overige zusters met 150 weezen en volwas sen uitgewekenen, waaronder vele gewon den aan boord van een jonk en vluchtten het binnenland in. Tot dusverre heeft men niets meer van hen vernomen. De „vermaaksgelegenheden" aan de Limburgsche grens. In den Belgischen Senaat is heden de ergerlijke toestand ter sprake gekomen, die bestaat aan de Lim burgsche grens, waar een aantal „vermaaks- gelegenheden" ingericht zijn, die mede door het drukke bezoek van jeugdige Nederlan ders, een doorn in het oog zijn geworden van vele weidenkenden. De minister van justitie verklaarde, dat de door de Neder- landsche bladen aan de kaak gestelde toe standen inderdaad aanwezig zijn en dat maatregelen zullen worden genomen om hieraan een einde te maken. Haremvrouwen leven lang. - Volgens officiëele cijfers is Turkije 6.241 honderd jarigen rijk, waarvan 3.885 vrouwen en 2.356 mannen. Het meerendeel dezer hon- derdjarigAi leeft op het platteland, nL 3.102 vrouwen en 2.443 mannen, terwijl 499 vrouwen en 197 mannen in de groote steden dien hoogen leeftijd bereikt hebben. De redenen, waarom meer vrouwen dan man nen zulk een hoogen leeftijd bereiken, worden in verband gebracht met de betere gezondheid der vrouwen, hetgeen zij, naar men zegt, te danken hebben aan het „rus tige leven zonder sensaties" in de harem. Zooals men echter weet is de afschaffing van de ouderwetsche harem een van de vele hervormingen geeweest, die Kemal Ata- turk voor de modemiseering van Turkije tot stand heeft gebracht. Detective brengt zichzelf op - Een Hongaarsch detective werd van Boedapest naar Kecskemet in Hongarije gezonden om een misdadiger af te halen en begaf zich per trein op weg, met een stel handboeien in zijn zak. Peinzend zat hij met de boeien te spelen, toen deze zich plotseling om zijn pols sloten, waardoor hij zich genoodzaakt zag met den volgenden trein naar de hoofd stad terug te keeren ten einde zich te laten bevrijden van de handboeien. Tijdens den terugreis probeerde hij zijn toestand zoo veel mogelijk voor zijn medepassagiers te verbergen, maar hierdoor verwekte hij juist grooten argwaan onder hen. Een trein- beambte werd gewaarschuwd en het kostte den detective heel wat moeite om dezen er van te overtuigen, dat hy inderdaad een politieman en geen ontsnapt misdadiger was. Een griezelige staking. - Ten gevolge van de staking der doodgravers op het Greenwoud-kerkhof te New-York zyn gis teren acht lyken onbegraven gebleven, maar andere kerkhof-employé's hebben de kisten naar een voorloopige grafkelder ge dragen. De staking is het gevolg van het tegen 1 Januari aangekondigd ontslag van 100 van de 350 doodgravers die aan het kerkhof verbonden zyn. 1PIRITUS THEELICHTJE Verbruik: slechts één vijfde cent per uur De particuliere secretaris van Z. K. H. Prins Bernhard, jhr. mr. C. Dedel, ver strekte gisteravond kwart voor acht het volgende communiqué: De dag van Woensdag verliep gun stig. Prins Bernhard heeft voor het eerst eenig voedsel tot zich genomen, de hoofdpijn is minder. De Prins was betrekkelijk opgewekt. Ontploffing in een kruitfabriek. - Een gedeelte van de kruitfabriek te Waltham Abbey, in Essex (Eng.), een staatsfabriek, is door een ontploffing verwoest. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. Overstroomingen op Jamaica. - Vol gens een hedenavond door het Engelsche ministerie van koloniën ontvangen telegram zyn 53 personen gedood of verdwenen tijdens overstroomingen, die het grootste gedeelte van het eiland Jamaica hebben verwoest, en voor meer dan vijftigduizend pond sterling schade hebben aangericht Meer dan driehonderd personen zouden op het oogenblik dakloos zyn. Een interessante uitvinding. - Te Wee- nen is een handig apparaat uitgevonden, om winkeliers, die hun schulden niet betalen, te dwingen, aan hun verplichtingen te vol doen. Het is een automaat, bestaande uit een klein kastje, dat aan de luiken van den winkel van den wanbetaler wordt bevestigd en waarin eerst een bepaald bedrag moet worden geworpen, alvorens de luiken kun nen worden geopend. Vooropgesteld, dat de schuldenaar bereid is, een dergelijke auto maat aan zyn zaak te laten aanbrengen wat tusschen haakjes nogal twijfelachtig is zal de debiteur dus eiken morgen voor hy zyn zaak opent een gedeelte van zyn schuld moeten aflossen. De schudeischer be zit den eenigen sleutel van de automaat. Een verdachte brief aan Blum. - Vol gens de „Paris-Soir" werd gistermorgen bij het sorteeren van de post op het postkantoor aan den Quai Valmy de aandacht getrok ken door een envelop, gericht aan „den heer en mevrouw Leon Blum, Quai Bour don, Paris" die een hard voorwerp scheen te bevatten. De onmiddellijk gewaarschuw de politie opende de zonderlinge envelop, waarbij bleek, dat de inhoud bestond uit een gebroken glazen buisje, dat een zwart poeder bevatte. De inhoud zal nader wor den onderzocht. Honderdjarigen in Belgrado. - Ten einde den twijfel op te heffen, die in eenige buitenlandsche bladen uitgesproken was ten aanzien van oude inwoners op den Balkan, en vooral in Joegoslavië, heeft het regeeringsblad „Vreme" een onderzoek in gesteld naar de honderdjarigen in Belgrado woonachtig. De oudste inwoonster van Belgrado, Mag- da Ivankovitch, bleek 116 jaar te zyn. Zij rookt nog steeds en drinkt ook „Rakya", een uit rozijnen gedistilleerd brouwsel, ter wijl haar eetlust niets te wenschen over laat. Naar zy zegt, rookt zij nu reeds meer dan honderd jaar. Zy staat ingeschreven in het register van de gemeente Belgrado en ook haar geboortebewijs, dat toentertijd verstrekt is door den geestelijke van haar pa rochie, neemt allen twijfel aan de juistheid van haar leeftijd weg. Conducteur miste zijn bus. - Verbazing maakte zich van de Parysche politie mees ter, toen zij opgebeld werd door een man, die hulp verzocht „aangezien hij zijn bus verloren had". Ofschoon men op het bureau in den beginne geneigd was deze aange legenheid niet al te ernstig op te nemen, klonk de stem van den man zoo benauwd, dat een sergeant van politie per auto naar de plaats gezonden werd, waar het slacht offer verzocht had te worden afgehaald. Een gezet, verhit mannetje stond de politie op te wachten en legde uit, dat hy buscon ducteur van zijn vak was. Hy verklaarde, dat zijn bus verdwenen was, toen hy zich op het kantoor van het eindstation bevond. Volgens hem moest een ongeduldig passa gier het vertreksignaal gegeven hebben en het voertuig zonder conducteur vertrokken zijn. Direct ging men in de politiauto op weg en kwam spoedig de auto achterop. De chauffeur, die zich reeds had afgevraagd, wat er was gebeurd met den conducteur, had de bus aan den kant van den weg ge zet om de komst van zijn collega af te wachten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1