Wie zij zijn en wat zij willen HET LEVEN VAN ENGELAND'S KANSELIER SIR NEVILLE CHAMBERLAIN. GEEN REDENAAR VAN GROOT FORMAAT. De man, onder wiens bewind j toMoeee JLuUopCOQtOMUH& DERDE BLAD L Wanneer, gelijk op 8 Juli 1936, een representatief comité, onder leiding van den oud-minister van koloniën Amery, zich opmaakt om in de kolossale Albert Hall te Londen het 100-jarig geboorte feest van een vooraanstaand Engelschman te herdenken, mag het vaststaand gere kend worden, dat het een persoon van meer dan gewone beteekenis moet zyn om wien het gaat. Dat was ditmaal ook het geval, want het. gold Joseph (Joe) Chamberlain, wiens naam als staatssecre taris van. koloniën in de bewogen periode der Engelsche geschiedenis, die met den Zuid-Afrikaanschen oorlog verband houdt, in ons land een weinig sympathieken klank heeft. Zoo weinig, dat wij te veel geneigd zijn om de verdiensten, die deze eerste der politieke familie Chamberlain had, te onderschatten. Niet zoo heel vlug kwam Joe Chamberlain, die zich als bur ger te Birmingham had onderscheiden, in het Parlement, maar eenmaal daar zijnde, maakte hij snel carrière. Met de oogen van den typisch egocentrischen Engelschman had hij slechts de grootheid van Engeland voor oogen. Nauw verbonden met Cecil Rhodes, en diens waarlijk niet uitsluitend materieele idealen ondersteunend, ging hij stap voor stap voorwaarts op den weg, dien hij ter bereiking van zijn doel moest afleggen. Hij heeft Er geland meegesleept in een zee van bloed, en nog is het de vraag hoe komende generaties zijn werk zullen beoordeelen. Maar hij was meer dan een chauvinist alleen; hij was een staatsman met een ruimen blik. Hoe heeft hij niet gepleit voor de herziening van Engeland's tariefpolitiek; hoe is hij er niet in geslaagd om daarvoor de gemoederen warm te maken; hoe heeft hij het in Engeland, het klassieke land der twee partijen, niet gebracht tot een derde partij. De oorlog heeft aan alle deze plannen een einde gemaakt; te midden van den oorlog is Chamberlaini gestorven. Maar bij vele Engelschen, en waarlijk niet de slechtsten onder hen, gelijk uit de herdenking van zijn geboortedag bleek, is zijn herinnering blijven voortleven. Zijn oudste zoon sir Austen is in zijn voetsporen getreden. Hij had dat zoo be stemd, en hij heeft het voorrecht gehad om dezen, die voor een deel over zijn kwa liteiten beschikte, en in elk geval uiterlijk sprekend op hem geleek, te zien opklim men van trede tot trede. Reeds tijdens den oorlog is gebleken, dat in sir Austen meer schuilde dan. een gewoon parle mentslid alleen. Dat hij de leider der En gelsche buitenlandsche politiek zou wor den in zoo moeilijke omstandigheden als die van 1924 en '25, om van later jaren niet te spreken, was niet verwacht. Zijn kanselierschap van de schatkist was, mede tengevolge van de omstandigheden, slechts een matig succes. Wat hem, gelijk zijn vader, onderscheidde van vele andere po litici, was zijn. hechtheid daan het Lager huis. Het had Joe Chamberlain, vooral na de overwinning in Zuid-Afrika, niet zoo heel veel moeite gekost om een addellijken I titel te verkrijgen, en als Lord in het Hoogerhuis te zetelen. Hij heeft het niet gewild; hij voelde zich burgerlijk van af komst en hij wilde dit gaarne blijven. Met zijn oudsten zoon was dit al evenzeer het geval; na diens succes te Locarno had zeker ook voor hem een lordstitel open gestaan, maar hij heeft er voorkeur aan gegeven om in het Huis der Gemeenten te blijven zetelen, hetgeen aan de ongemeene populariteit, die hij er genoot, niet weinig heeft bijgedragen. Zoowel vader als zoon waren gaarne premier van Engeland ge worden. Men verlieze niet uit het oog, dat premier in het eigenaardige Engelsche constitutioneele stelsel iets anders is dan in andere landen. Mer is er in werkelijk heid chef, en de ministers dienen in nin- dere of meerdere mate onder den premier. Maar hoe lang Austen Shamberlain ook het huis in Downingstreet heeft bewoond, dat voor den staatssecretaris van buiten landsche zaken is bestemd, den stap naar het nabij zijnde huis, dat den premier herbergt, kon hij, al evenmin als zijn vader, volbrengen. En nu wil de ironie van de geschiedenis, die ook daarin deze familie een rol speelt, dat het de jongere zoon Neville is, door zijn vader niet bestemd om in de politiek carrière te maken, die voor het eerst het premierschap in deze familie heeft ge bracht. Neville bezocht de Public school te Rugby; hij leerde er goed, maar zijn gezondheid was destijds zoo zwak, dat hij naar de Antillen moest gaan en geen Uni versiteit kon bezoeken. Min of meer auto matisch scheen daarom de parlementaire carrière voor hem afgesloten. Hij werd dus belast met de leiding van de groote industrieele zaken der familie, een waar lijk geenszins ondergeschikte en onbetee- kende opdracht. Hij zat de verschillende Raden van Administratie, van Beheer en van Commissarissen voor; hij legde de schakels tusschen de onderdeelen dezer familiezaken en hij waakte met de zorg, die hem eigen is, voor het familievermo gen. Het werd vanzelfsprekend gerekend, dat hij, gelijk een goeden Engelschman be taamt, zich voor de gemeentelijke en bur gerlijke aangelegenheden van de stad zij ner inwoning: Birmingham, beschikbaar stelde. hel Engelsche geld zijn goaden standaard verliet. Zoo kreeg hij belangrijke gemeentelijke ondernemingen te beheeren, en het moe ten de kwaliteiten, die hij daarbij toonde, geweest zijn, die er Lloyd George toe hebben geleid om hem naar Londen te roepen. Dat geschiedde einde 1916, toen de verbitterde strijd tusschen Asquith en Lloyd George met de duur gekochte over winning van den laatste was geëindigd. Er was Lloyd George wel iets aan gelegen om nieuwe figuren in zijn kabinet op te nemen, en de naam van een Chamberlain had altijd een goede klank. Een nieuw ministerie stond geschapen te worden, dat van den Nationalen Dienst; Neville Cham berlain had het te scheppen uit een eenvoudige algemeene administratie, die van alle kanten werd bijeengebracht. Hier toonde hij de leerschool, die hij bij zijn vader had doorloopen, en kon gebruik maken van de routine, die hij te Birming ham had opgedaan. Hij trad op als zaken man, en dat was in den politieken strijd, die zich ondanks den oorlog ontspon, niet altijd een sterk punt. Zoo heeft zijn eerste ministerschap, want als zoodanig valt het te beschouwen, slechts ten deele goede resultaten gehad; er zijn ook minder goede noten, die van hem zijn achtergebleven, en die hij gaarne zelf erkent. Maar dit ministerschap had het voordeel gehad, dat het hem in het openbare leven van geheel het land naar voren bracht. Zoo viel hem bij de verkiezingen van 1918, die in den roes der overwinning werden gehouden, de zgn. Khaki-verkiezingen, een zetel voor Birmingham in het Lagerhuis ten deel. In het Parlement onderscheidde hij zich niet bijzonder; in tegenstelling met zijn. vader en zijn ouderen broeder, is hij geen redenaar van beteekenis. De oude Joe kon, indien het onderwerp hem „lag", zijn gehoor medesleepen; Sir Austen werk te niet enthousiasmeerend, maar gaf rede voeringen in keurigen stijl. Neville toon de, van den aanvang af, dat hij de oppo sitie op zijn manier wist te staan; hij be antwoordde ze soms kort afgebeten, soms met een tikje ironie, soms ook met een tikje hooghartigheid, dat de Engelschen wel kunnen hebben. Min of meer onopge merkt ging hij zijn weg, maar zijn positie was nu eenmaal zoodanig, dat hij vanzelf voor achtereenvolgende ministerschappen in aanmerking kwam. Zoo kreeg hij in 1922 het Directoraat-Generaal der Poste rijen onder Bonar Law. Zijn nauwe vriend schap met Baldwin, die in 1924 tot het premierschap werd geroepen, bracht hem tot het ministerschap van Gezondheid in de conservatieve regeering van 1924 tot 1929, en hier toonde hij zich weer een voortreffelijk beheerder. Hij bleek ook in het Lagerhuis geleerd te hebben, want hij wist enkele verwikkelde ontwerpen van wet, die nogal felle bestrijding hadden ontmoet, door het Lagerhuis heen te lavee- ren. Men erkende in hem iets van zijn vader, en dat was lo*. die nie'. weinig tel de. Zoo heeft het niet al te zeer ver baasd, dat, toen in 1931 door MacDonald het groote nationale ministerie moest worden gevormd, men aan hem de belang rijke portefeuille der schatkist toever trouwde. Hij werd nu de typische figuur, die telkenjare het Engelsche publiek al dan niet aangenaam met een begrootingsrede verrast; die zich naar het Lagerhuis be- geefte, te voet, door zijn secretarissen ge volgd, het bekende portefeuillekistje, waarin de redevoering en de stukken zijn opgesloten, in de hand. Als kanselier van de schatkist is het hem niet tegen geloopen. Engeland beet in 1931 door de zure appel heen; het maakte zich los van het goud; het aan vaardde de val van het Engelsche pond. Dat wilde heel wat zeggen voor de trots van den gemiddelden Engelschman, die in Londen, het financieel centrum der wereld, in de Engelsche staatsfinanciën het maxi mum van betrouwbaarheid is blijven zien. Doordat het snel en op het juiste oogenblik handelde, heeft Engeland aan zijn nijver heid en aan zijn uitvoer groote diensten bewezen. Het is, tengevolge van de eischer., die de Dominions stelden, wel eenigszms in moeilijkheden gekomen; moeilijkheden, die zoowel door Baldwin als door Chamberlain zijn erkend, doch niet hebben verhinderd, dat zij onder het juk van Ottawa doorgingen. Maar voor het overige zijn het voor het meerendeel aangename verrassingen geweest, die deze Chamberlain aan het Engelsche publiek kon voorleggen. Zijn begrootingen ver toonden een sluitend karakter, ja meer, zij gaven overschotten in tijden, dat andere landen onder zorgen gebukt gingen. Er is crisis geweest in Engeland zoo goed als overal in de wereld, maar deze crisis heeft kort geduurd en is niet hevig van aard geweest. Het is meer aan de structuur van het Engelsche economische leven dan uit sluitend aan de bekwaamheid zijner lei ders te danken, dat de crisis min of meer als een windhoos Engeland is voorbijge gaan, maar niettemin hebben ook de lei ders daarop invloed gehad, en hebben de rust en zelfbeheersching, die zoowel een Baldwin als een Chamberlain toonden, in vloed ten goede verspreid. Het was reeds lang een openbaar ge heim, dat MacDonald het premierschap moede was, en dat Baldwin bereid was hem op te volgen, doch alleen dan, wan neer deze geheel vrijwillig afstand deed. En het was na de zenuwsloopende crisis, die het onverwachte huwelijk van koning Edward VIII voor Baldwin- met zich bracht, geen geheim dat deze, een wel typisch Engelsche figuur, haakte naar het oogenblik, waarop hij zich van de verant woordelijkheid van het premierschap kon ontdoen. Het is zeer eenvoudig in zijn werk gegaan; de auto, die Baldwin naar Buckingham Palace bracht om zijn laatste bezoek aan koning George VI als premier te brengen, ontmoette, bij het teruggaan, de auto waarin Chamberlain zich tot den koning begaf om uit diens handen de opdracht tot het vormen eener nieuwe regeering te ontvangen. De tijding wekte dan ook geen sensatie, men had haar voor zien, verwacht, doch wist niet precies het tijdstip, waarop zij zich zou voltrekken. Het zal voor Chamberlain niet zoo ge makkelijk zijn om de eigenaardige figuur van Baldwin te doen vergeten. Evenmin als Chamberlain beschikte Baldwin over kwaliteiten, die hem deden schitteren aan den politieken hemel; die hem iets uitzon derlijks gaven. Maar evenals deze is hij een man van rustig overleg, die weet wat hij wil; wikt en weegt, en bereid is zijn fouten eerlijk te erkennen. Redevoeringen in grootschen stijl kan. men van hem niet verwachten, gelijk Baldwin ze evenmin gehouden heeft. Maar, komt het er op aan, dan kan men aannemen, dat ook hij zal zeggen waar het op staat en het zal zeggen met de onomwondenheid, die een Engelsch publiek weet te waardeeren. Hij is een staatsman van. orthodoxen huize, in de conservatieve denkbeelden grootge bracht en opgegroeid. Hij zal niet experi menteeren naar een of andere richting; hij zal altijd gaarne grond onder de voeten willen houden. Koud en een weinig cy nisch wordt hij wel eens genoemd, omdat hij de dingen ziet zooals ze nu eenmaal zijn en niet met een idealistisch tintje om geven, wat, hoe leelijk het ook is, aan vaard moet worden om terwille van de staatsraison. Maar wie hem beter kent, weet dat hij een man is vol van den eigenaardig Engelschen humor; vol tinte. lende geest; een man van studie en ont wikkeling, die als landedelman volkomen gelukkig zou zijn en niet bereid is om het voorrecht van het familie-weekend al te gauw op te geven. Wat van dezen nieuwen premier te ver wachten is, staat nog geenszins vast. Het in Engeland eenmaal zoo, dat de pre mier, wil hij dat het beheer der zoo be langrijke buitenlandsche aangelegenheden aan den betreffenden staatssecretaris zon der meer kan overlaten, doch ook zich er een intens aandeel van kan toeëigenen. Ook hierin is hij de chef, en mist hij op een gegeven oogenblik het vertrouwen in zijn staatssecretaris voor buitenlandsche zaken, dan is diens loopbaan, in den regel ten einde. Eden heeft gedurende het eerste jaar van zyn bewind als zoodanig een groote mate van vrijheid onder Baldwin genoten. Baldwin als hy hing aan de Vol- kenbondsgedachte en zag daarin Enge land's beste toekomst. Chamberlain. denkt over sommige buitenlandsche vraagstuk ken wellicht anders; zijn pogingen om met Mussolini en Hitier op een goeden voet te geraken, zyn wellicht gevolg van de nu niet zoo bij uitstek goede persoon lijke verstandhouding, waarin deze en Eden zich bevinden. Men schreef hem reeds lang voornemens toe om de vriend schappelijke betrekkingen met Duitsch- land te hervatten, zoodra zich een moge lijkheid daartoe voordoet. In zooverre echter zijn de tijden veranderd, dat geen Engelsch premier meer buitenlandsche politiek kan maken naar eigen inzicht. Zelfs de „Loyal Opposition" van de tegen partij op het stuk der buitenlandsche aan gelegenheden gaat tegenwoordig niet zoo ver, dat men, als voor den oorlog, de aan het bewind zijnde regeering bijkans blin delings volgt. Zeker niet, wanneer het een premier geldt, die ondanks den voortref- felijken naam, waarover hij beschikt, een nieuweling is op dit gebied. Misschien heeft hij meer gereisd dan Grey, die nau welijks het Kanaal over was geweest, toen hij de portefeuille van buitenlandsche zaken aanvaardde, maar van dat eigen aardige samenstel, dat Engeland's bui tenlandsche politiek vormt, weet hij uiteraard in de praktijk niets of bijna niets af. En ook tegenover het parlement, in Engeland een factor van groote beteeke nis. staat hij r.og als een onbekende. De nieuwe premier heeft het voordeel, dat hij een vrouw aan zijn zijde heeft, die geheel opgaat in zijn parlementair en openbaar werk. Wat zij niet heeft gedaan tijdens zijn ministerschap van openbare gezondheid, grenst aar. het ongelooflijke. Niets was haar te veel om het goede voor beeld aan de andere Engelsche vrouwen te -even. In de latere jaren deelde zij met Baldwin's echtgenoote de zorgen voor openbare ontvangsten, en menigmaal ging zij van haar woning naar die van den premier in het bekende adres van Dow ningstreet, teneinde er de helpende hand uit te strekken. Dat zij de i edevoeringen van haar man maakt, is u'teraard onjuist, maar dat zij tot zijn uitverkoren publiek behoort om deze te vernemen voordat zij worden uitgesproken, is zeker juist. Zij is slagvaardig en toegerust met humor als naar echtgenoot. Zij eenzelfden humor als haar echtgenoot. Zij zag op een tentoonstelling, die zij min of meer ambts halve opende, geen kans om een binnen huisarchitect, die haar met alle geweld stoelen van staal wilde aanpraten, van het lijf te houden. Zij viel hem toen in de rede, dat, zou zij een zoodanige gemakke lijke stoel in haar woning introduceeren, het wel eens ertoe zou kunnen leiden, dat haar man nieuwe belastingen uitvond, die èn het Engelsche publiek en den architect niet aangenaam zouden zijn. Dat doet hij toch wel, antwoordde daarop de slagvaar dige architect, die zijn bestelling kreeg. Met belangstelling zal men de figuur van Neville Chamberlain aan de spits van de Engelsche regeering zijn taak zien vol brengen. Moeilijke tijden, zoowel bir.nen- als buitenlands liggen voor hem, maar hy zal niet de eenige zijn, die zich door deze moeilijkheden weet een weg te banen. Zondag 5 December. HILVERSUM, 301 M. (8.55—10.— en 5.308.— VARA, de VPRO van 10.12.en 5.5.30 en de AVRO van 12.—5.— en 8.—12.— uur). 8.55 Gr.pl. 9.Voetbalnieuws. 9.05 Tuinbouwpr. 9.30 Gr.pl. 9.40 Van Staat en Maatschappij, causerie. 10.Zondagsschool. 10.30 Rem. kerkdienst. 12.Orgelconcert. 12.10 Filmpr. 12.35 Omroeporkest en solist. 1.10 Causerie over het Sint- Nicolaasfeest. 1.30 Verv. concert. 2.Boekbespr. 2.30 Gr.pl. 3. Avro's Bonte Kindertrein. 4.30 Avro-dansorkest. 5.Een gesprek op Sint Nicolaas en causerie. 5.30 Kinderuurtje. 6.Het Novi teiten-Orkest. 6.30 Sportuitz. 6.45 ANP-sportnieuws, gr.pl. 7.Tus schen Zeven en Acht. In de pauze causerie. 8.ANP-ber., mededee- lingen. 8.15 St. Nicolaas-revue. 9.15 Causerie. 9.25 G. Bordin's Hawaiïan- ensemBle, orgelspel en gr.pl. 10.15 Radiojournaal. 10.30 Revue-uitz. 10.45 Gr.pL (11.— ANP-ber.) 11.20 12.Avro-dansorkest. HILVERSUM, 1875 M. (8.30—9.30, 12.155.— en 7.45—ll^— KRO, de NCRV van 9.30—12.15 en 5.-7.45). 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde muziek (gr.pl.) 9.50 Nederduitsch Herv. Kerkdienst. Hierna Gewijde muziek (gr.pl.) 12.15 KRO-orkest. 1.— Boekbespr. 1.20 Feest der Joe- goslaven in de Limburgsche Mijn streek. 2.Godsdienstonderricht voor ouderen. 2.30 KRO-orkest. 3.05 Gr.pl. 3.15 De KRO-melodisten. 4. Ziekenlof. 4.55 Sportnieuws. 5.— Parkkerkkoor en orgelspel. 6. Geref. kerkdienst. Hierna Orgel concert. 7.45 Sportnieuws. 7.50 Gr.pl. 8.10 ANP-ber., mededeelin- gen. 8.25 Gr.pl. 8.30 De KRO- orkesten, Radiotooneel en gr.pL 10.30 ANP-ber. 10.40—11.— Epiloog. DROITWICH, 1500 M. 12.50 Orkest van de Friary-Brouwerij en solist. I.50 Falkman en zijn Apachen- orkest. 2.20 Voor tuinliefhebbers. 2.40 BBC-Northern Orkest. 3.35 Gr.pl. 4.20 Christianity and Pain- ting, causerie. 4.40 Het Willie Wal ker-Octet. 5.20 Boekbespr. 5.40 Cello en piano. 6.20 Filmpr. 6.35 Radiotooneel. 7.058.10 Het R. Crean-orkest. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Ber. 9.25 Het Hart-House-Strijkkwartet. 10.25 Radiotooneel met muziek. 10.50 Epiloog. RADIO PARIS, 1648 M. 8.05 en II.25 Gr.pl. 11.50 Orgelconcert. 12.40 Gr.pl. 12.50 Pascal-orkest en zang. 5.20 Pasdeloup-orkest. 7.50 en 8.35 Zang. 8.50 Operette-uitz. 12.05 1.20 J. Bouillon's dansorkest. i KEULEN, 456 M. 5.20 Havencon cert. 8.50 Gr.pl. 9.50 Sopraan en cello. 10.50 Bach-cantate. 11.20 Om roeporkest. 12.45 Vliegeniersorkest. I.20 Omroepsextet. 3.35 Omroep orkest, koor van de Stadsschouw burg en solisten. 6.50 Goebel-kwar- tet. 7.35 Omroeporkest en solisten. 6.50 Goebel-kwartet. 7.35 Omroep orkest en solisten. 9.5011.20 E. Steinbacher's orkest en solist. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 9.25 Gr.pl. 10.35 Bioscooporgelcon cert. 11.20 Omroepsalonorkest. 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroepklein- orkest. 1.50—2.20 en 2.35 Gr.pl. 3.20 J. Schnyders' orkest. 3.50 Harmo- nicasoli. 4.05 Verv. orkestconcert. 5.35 en 6.Gr.pl. 6.20 Omroep- kleinorkest. 7.20 Zang. 8.20 Nat. Orkest en solist. 10.30 Fr. Tem- merman's Dansorkest. 11.2012.20 Gr.pl. 484 M.: 9.22 Gr.pl. 10.20 M. Alexys' orkest. 11.05 Pianovoordr. II.20 Vervolg orkestconcert. 11.35 Harmonica-concert. 11.50 Gr.pl. 11.55 Verv. orkestconcert. 12.15, 1.30 en 2.20—2.35 Gr.pl. 2.50 Sym- phonieconcert. 5.Gr.pl. 5.20 L. Hirsch en zijn orkest. 5.55 Zang. 6.10 Vioolvoordr. 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest en -koren en solis ten. 10.30 Gr.pl. 11.50—12.20 Om- roepdansorkest en solisten. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Klein-Dorrit, operette. 9.20 Ber. 9.50—12.15 E. Steinbacher's dansorkest en orgelspel (gr.pl.) (10.05 Weerbericht). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.509.50, Radio PTT Nord 9.5010.50, Keulen 10.50 —13.20, Ned. Brussel 13.20—14.20, Keulen 14.2017.20, Parijs Radio 17.20—19.20, Weenen 19.20—21.30, Brussel Fr. 21.3022.20, Brussel VL 22.20—22.30, Brussel Fr. 22.30— 24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.3012.50, Droitwich 12.5014.20, Hamburg 14.2014.40, Droitwich 14.4016.20, Lond. Reg. 16.2016.40, Droitwich 16.40—17.20, Lond. Reg. 17.20— 20.25, Droitwich 20.15—21.05, Wee nen 21.0521.25, London Reg. 21.2522.25, Boedapest 22.25 23.25, D.sender 23.2524.—. Lijn 5: Diversen. Maandag 6 December. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. VARA). 8.— Gr.pl. 10.— VPRO- morgenwijding. 10.20 Deel. 10.40 Gr.pl. 11.10 Vervolg deel. 11.30 Orgelspel. 12.Gr.pl. 12.30 VARA- orkest. 1.30—1.45 Gr.pl. 2.— Viool en piano. 2.30 Deel. 3.— Zang en gr.pl. 3.30 Gr.pL 4.30 Voor de kin deren. 5.VARA-orkest. 6.Op treden van amateurs. 6.35 Muz. causerie. 7.10 Joodsche uitz. (gr.pl. en causerie „De strijd der Macca- beën"). 7.30 Pianovoordracht. 8. Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber. 8.10 Kris-Kras door Nederland, amuse- mentsrep. 9.Orgelspel. 9.30 Cau serie over weldadigheidspostzegels. 9.35 Gr.pl. 10.— ANP-ber. 10.05 VARA-orkest, mmv. solisten. 11. Deel. 11.1512.Fantasia. HILVERSUM, 1875 M. (NCRV- uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pL 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pL 10.30 Morgendienst. 11.Christ. lectuur. 11.30 Gr.pL 12.— Ber. 12.15 Gr.pL 12.30 De Gooilanders. 2. Voor de scholen. 2.35 Gr.pL 3. Causerie over kamerplanten. 3.40 Gr.pL 3.45 Bijbellezing. 4.45 Voor de kinderen. 5.45 Viool en piano. 6.30 Vragenuur. 7.Ber. 7.15 Ver volg vragenuur. 7.45 Rep. 8. ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Cau serie over weldadigheidspostzegels. 8.20 NCRV-orkest, -Vrouwenkoor en solisten. 10.ANP-ber. 10.05 Dampr. 10.20 Verv. concert. 10.45 Gymnastiekles. 11.12.Gr.pL Na afloop Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Or gelspel. 11.35—11.50 en 12.05 Gr.pL 12.20 The church and the Goths, causerie. 12.45 BBC-Northern- orkest. 1.20 An Englishwoman in Central Europe, causerie. 1.35 2.20 Orgelconcert. 3.203.50 Gei- ger en zijn orkest. 4.20 Cabaret- progr. 4.50 Gr.pL 5.20 Zang. 5.40 Is. Schwiller's Strijksextet. 6.20 Ber. 6.40 BBC-Schotsch-orkest. 7.20 Re- vue-progr. 8.05 Vroolijke voordr. 8.20 Places of work, causerie. 8.50 Amerikaansch variété-progr. 9.20 Ber. 9.40 World affairs, causerie. 9.55 BBC-Northern-orkest, koor van de Blackburn Muziekver. en solisten. 10.20 Radiotooneel. 10.50 Het Serge Krish-Septet. 11.20 M. Winnick's Band. 11.5012.20 Dans muziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.25 en 8.50 Gr.pL 12.20 Visciano-orkest en zang. 3.05 Pianovoordr, 3.20 Zang. 5.2 9 Giardino-orkest. 8.35 Zang. 8.50 Madame Favart, operette. 10.50 —11.05 Gr.pL KEULEN, 456 M. 5.50 Omroep- kleinorkest. 7.50 Orkestver. Görlitz. 9.20 Koorconcert. 11.20 Marine orkest. 12.35 Nedersaksisch Symph.- orkest en soliste. 1.35 Keulsch Pianoduo en het Omroepschram- melensemble. 3.20 Em. Rambour's orkest. 5.35 Viool en piano. 6.30 Omroepkoor, -orkest en solisten. 7.20 Lutz-kwartet. 8.20 Westduitsch weekoverzicht. 8.50 Pianovoordr. 9.5011.20 Omroeporkest en ac cordeonkwartet. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Omroep- dansorkest en solist. 1.502.20 Gr.pL 5.20 Omroepdansorkest en solisten. 6.50 en 7.20 Gr.pL 8.23 Omroepkleinorkest en soliste. 10.30 —11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Kouznetzeoff's orkest. 1.30 Bioscooporgelconcert. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.50 Pro Musica, trio. 7.35 Gr.pL 8.20 Kin derkoorconcert. 9.10 Omroeporkest en -koren, mmv. soliste. 10.30 en 10.50—11.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Gev. progr. 8.20 Ber. 8.35 So listenconcert. 9.20 Ber. 9.5011.20 E Kaiser's orkest en solist. In de pauze orgelspel (gr.pl.) en 10.05 Weerbericht. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.50 Parys R. 9.5011.05, Droitwich 11.0512.20, Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VI. 13.2013.30, Keulen 13.3016.20, Lond. Reg. 16.20—17.20, Parijs R. 17.20—18.20, Keulen 18.20—19.20, Brussel VI. 19.20—19.50, Rome 19.5021.25, Danmarks Radio 21.25 —24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.31^-12.05, Droitwich 12.05— 13.20, Lond. Reg. 13.20—16.20, Droitwich 16.2020.05, Lond. Reg. 20.0520.50, Droitwich 20.50 22.20, Weenen 22.20—22.50, Droit wich 22.5024. Lijn 5: Diversen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9