8
t
t
PARLEMEHT
Tumult en applaus in de Tweede Kamer
JiadiapwgcamHia
t
8
8
O
I
8
[Binnenland
Motie vóór de spelling 1934 aangenomen.
Vaccine-stopwetje verlengd.
Glimtaclve
Avondvergadering.
EERSTE KAMER.
Trein rijdt op auto in.
Dialoog uit het Wilde Westen.
TWEEDE BLAD
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
een zeer bonte agenda behandeld, welke
op een bepaald oogenblik tot een zelfs
heftig debat heeft geleid en levendige
reacties in de Kamer. Dit deed zich voor
bij een 71-tal wetsontwerpen tot nationa
lisatie van in totaal 1453 aanvragen, waar
op we hieronder terugkomen.
Daaraan vooraf gingen eenige belangrij
ke stemmingen.
In de eerste plaats over het wetsontwerp
tot wijziging van de Dienstplichtwet. Dit
werd, na de behandeling in de vorige week,
met 63 tegen 32 stemmen aangenomen. De
tegenstemmers waren de soc.-democraten
de vrijz.-democraten, de communisten en
de chr.-de moer aten. Mr. Oud (v.-d.) mO'
tiveerde voor de stemming, waarom zijn
fractie dit wetsontwerp niet kon aanvaar
den: Haar amendementen waren verwor
pen en zij had niet de overtuiging dat het
gevraagde uit militair oogpunt noodzake
lijk was, terwijl de kosten, in verband
met de financieele omstandigheden, te
hoog moesten worden geacht.
De uitslag van de stemming over de
moties van den heer Moller (r.k.) was
voor de regeering, in het bijzonder voor
den minister van onderwijs, minder pret
tig. Zij werden beide aangenomen en wel
met aanzienlijke meerderheid.
De voorsteller vroeg in zijn aarwanke
lijke motie twee dingen. Teneinde nu een
onzuivere stemming te voorkomen splitste
hy haar en diende twee moties in.
In de eerste spreekt de Kamer als haar
oordeel uit, dat de instelling van een
nieuwe commissie, die aan de regeering
wederom advies zal uitbrengen over de
schrijfwijze van de Nederlandsche taal,
overbodig geacht moet worden.
Deze motie werd aangenomen met 67
tegen 28 stemmen (die van de a.r., n.s.b.,
c.h. en staatk. geref.)
In de tweede motie spreekt de Kamer
als haar oordeel uit, dat thans de eenig
aanvaardbare oplossing van het spelling
vraagstuk gelegen is in de algemeene door
voering, ook in de regeeringsstukken, van
de spelling 1934.
Deze motie werd aangenomen met 57
tegen 38 stemmen. Vóór stemden de meeste
katholieken (een zes- of zevental was
tegen), de soc.-dem., de vrijz.-democraten
en de heer Krijger (c.h.), tegen de a.r.,
de meeste c.h., de v.b., de n.s.b. en de
s.g.p.
Anti-semitisme.
En toen kwam het bewogen debat over
de 71 naturalisatie-ontwerpen.
Het zou een heel zakelijke discussie ge
worden kunnen zijn over de vraag hoe 't
komt, dat er nil zooveel aanvragen tegelijk
worden behandeld; over den achterstand,
die wordt ingehaald en over het aantal
aanvragen, dat nog op afdoening wacht.
Dit had rustig kunnen verloopen. Doch de
eerste spreker, de heer Dieters (n.s.b.)
die tot nu toe in de Kamer gezwegen had
kwam met een betoog van anti-semieti-
sche strekking voor den dag. In de eerste
plaats klaagde hij er over dat er zoovele
joden tot Nederlander worden genaturali
seerd en in de tweede plaats wenschte hij
Nederlanders, die hun nationaliteit door
verzuim hebben verloren, niet met vreem
delingen met onuitsprekelijke r.amen in
één wetsontwerp te zien verzameld.
Verder betoogde hij dat de joden zich
niet gemakkelijk aan hun omgeving aan
passen, dat zij nooit ten volle zullen be-
hooren tot het#land, welke nationaliteit
zij hebben verkregen, omdat de band des
bloeds te zeer blijft spreken.
„Een Germaan blijft een Germaan, een
jood een jood", riep hij uit, waarop ''e
communist de Visser inviel met: ,.En een
nationaal-socialist een nationaal-socia-
list!"
Verder betoogde de heer Dieters dat de
belangen der niet-joodsche Nederlanders
boven die dezer vreemdelingen van een
ander ras moeten praevaleeren.
De Kamer werd tijdens de rede van den
nationaal-socialistichen afgevaardigde hoe
langer hoe onrustiger. Er bruiste wat en
weldra bleven felle interrupties niet uit.
De voorzitter moest telkens zijn hamer
hanteeren.
Tegen dit betoog kwamen felle en
scherpe protesten los. Eerst van mr. Wen-
delaar (lib.), daarna van de heeren Al-
barda (s.d.) en de Visser (c.p.)
Vol verontwaardiging viel mr. Wende-
laar uit, dat men in het Nederlandsche
Parlement van anti-semietisme niets wilde
weten, dat van buiten af wordt geïmpor
teerd en den Nederlandschen volksgeest
tracht te vergiftigen.
Ir. Albarda sloot zich bij dit protest aan
en wees erop, dat het Nederlandsche volk
groote dankbaarheid verschuldigd is aan de
joden, het oude volk, dat tot Nederlands
roem op het gebied van kunsten en weten
schappen, handel en nijverheid heeft bij
gedragen.
Uitroepen als: „zeer juist", vergezelden
beide redevoeringen.
Toen kwam de heer Rost van Tonningen
(n.s.b.) het standpunt van zijn partijgenoot
ondersteunen, doch op vaak zoo on-parle-
mentaire wijze, dat de voorzitter hem her
haaldelijk moest waarschuwen en eindelijk
bedreigen met het ontnemen van het woord.
De heer de Visser, die ook al opgewon
den was dat overkwam hem vroeger
méér! ontzegde aan een partij, „die ons
land 't liefst door een ander land zag inge
pikt, het recht iets te ondernemen tegen de
joden, aan wie ons land zooveel te danken
heeft".
De -lieer Kersten (s.g.p.) opperde los
van de andere sprekers bezwaren tegen
de naturalisatie van zoovele vreemdelingen
waarin hij in 't algemeen een gevaar voor
ons land zag.
Minister Goseling sprak een zeer ernstig,
bezadigd woord, dat tot in alle hoeken van
de zaal moest doordringen, gehoord zijn
krachtig stemgeluid.
Vragen van ras of godsdienst bestaan voor
de regeering bij de behandeling van deze
kwesties niet, zoo zeide hij. De regeering
heeft niet de minste reden om een bepaalde
groep der bevolking te diskwalificeeren. Zij
wil de christelijke grondslagen van ons
volksleven bevestigen. Daartoe behoort ook,
dat men zich verre moet houden van elke
discriminatie van een bepaalde bevol
kingsgroep
Wie gelooft in den Verlosser, die bedenke
'dat Hij is geboren uit een joodsche moeder
Overigens ried de minister de nationaal-
socialisten aan de drie preeken te lezen
van kardinaal Faulhaber!
En wat zelden in ons Parlement gebeurt
Een daverend applaus van linker- en rech
terzijde van de Kamer volgde op deze rede
De n.s.b.-ers vroegen als demonstratie
stemming aan over het eerste van de 71
wetsontwerpen.
Dit werd met 83 tegen 6 stemmen aange
nomen; n.s.b.-ers en staatk. geref. waren de
tegenstemmers.
Verlenging vaccinatie-stopwetje
Onder dé wetsontwerpen, die verder op de
agenda voorkwamen, bevonden zich een
weinig beteekenende wijziging voor de
Luchtvaartrampenwet, conclusies van
verslagen der commissie voor handelspoli
tieke aangelegenheden, goedkeuringen van
verdragen en, wat belanger was, de ver
lenging der opschorting van den indirecten
vaccinatiedwang met 2 jaar.
Bij laatstgenoemd wetsontwerp werd
weer eens een min of meer principieel vacci-
natie-debatje gehouden, dat niet te zeer kon
uitdijen, omdat de spreektijd beperkt was.
Mevr. de VriesBruins (s.d.) die voor
vaccinatiedwang is achtte de verlenging
met twee jaar van het wetje te lang. Zoo
ook oordeelden de heeren Oud (v.d.) en dr.
Vos (lib.), die met haar van oordeel waren,
dat de minister niet meer de hulp van een
staatscommissie behoeft in te roepen, omdat
de zaak voor regeling rijp is en dan in den
geest van inenting op zeer jeugdigen leef
tijd (liefst beneden 1 jaar). Dr. Vos verzette
zich echter tegen dwang en verlangde pro
paganda op groote schaal voor vrijwillige
vaccinatie. Dat laatste is eveneens een
wensch van den heer Terpstra (a.r.), die
daarentegen de instelling van een staats
commissie toejuichte.
De heer Kersten (s.g.p.), die principieel
tegen de vaccinatie en tegen den directen
of indirecten dwang is, nam genoegen
met 2 jaar uitstel, omdat we althans dien
tijd van de vaccinatie af zijn.
Minister Romme verklaarde, dat de zaak
nog heelemaal niet rijp voor een beslissing
was, omdat zij behalve medische, ook staats
rechtelijke en politieke kanten heeft, welke
in hun onderling verband moeten worden
bezien. Deze wenschte de minister door een
staatscommissie te laten onderzoeken, welke
verzocht zal worden spoed te maken. De
termijn van 2 jaar moet dan ook als een
uiterste termijn worden beschouwd, binnen
welken de minister een regeling gereed
denkt te hebben. Als hij binnen een jaar
daarmee bij de Kamer kan komen, zal hij
't niet nalaten.
Bij de artikelen diepde mevr. de Vries
Bruins een amendement in om de wet met
één jaar te verlengen. Dit werd met 49
tegen 30 stemmen verworpen (rechts tegen
links).
Het wetsontwerp werd z.h.s. goedgekeurd.
Onderwijsaangelegenheden.
Bij een aanvulling van de onderwijsbe-
grooting voor 1937 was er nog eenig verzet
tegen een post van 2 ton voor het Ned. ge
bouw in de Cité Universitaire te Parijs,
waarmede 's lands prestige is gemoeid, als
't niet wordt afgebouwd. De heer Moller
(r.k.) was het nadrukkelijkst, doch hij en
de heer IJsselmuiden bleken in de r.k.-
fractie de eenige tegenstemmers te zijn,
naast de meeste a.r., de n.s.b. en de s.g.p.
Met 5419 stemmen werd de post goedge
keurd.
Aan het slot van de middagvergadering
werd doorgegaan met de begrooting van
„Is er nog hoop, dokter?"
„Hm, hangt er van af, wat U
hoopt!"
enderwijs voor 1938, waarbij de afdeeling
Hooger onderwijs aan de orde was Hierbij
zijn allerlei details ter sprake gebracht, o.a.
de nieuwe regeling voor de collegegelden,
die te duur wordt geacht; dr. Vos (lib.) en
mevr. de Vries wensch ten herstel van de
oude, welke inhield 4 jaar betalen en dan
niet meer.
De heer Oud (v.d.) probeerde een princi
pieel debat te ontketenen over de vraag
die in 't voorloopig verslag aan de orde was
gesteld, of de financieele gelijkstelling ook
voor het hooger onderwijs moest gelden. Hi.
meende,' op voetspoor van wijlen dr. Bos
van niet, de heer Tilanus (c.h.) volstond met
de verklaring, dat het afwijzend standpunt
van zijn fractie bekend is en wees er overi
gens op, dat een academisch debat thans niet
veel zou uithalen, nu de regeering in de
memorie van antwoord heeft verklaard, dat
de zaak voor haar niet aan de orde is.
De heeren Zijlstra (a.r.) en Moller (r.k.)
die over de zaak zelf anders oordeelen, gin
gen evenmin een debat aan.
De minister zou heden antwoorden..
Waterstaat.
In de avondvergadering werd een aanvang
gemaakt met de behandeling van de water-
staatsbegrooting voor 1938. Bij de algemeene
beschouwingen is vooral aandacht geschon
ken aan het juiste aantal verkeersongeluk
ken. De heer Rutgers van Rozenburg (c.h.)
drukte het kernachtig uit door te zeggen:
wij zijn allen getroffen door de meer dan
30 dooden en de vele gewonden bij het
spoorwegongeluk in Schotland, maar in ons
landje is het veel te weinig bekend, dat
elke 13 dagen 31 dooden en per dag 38 a 39
gewonden vallen door verkeersongelukken
Vandaar de aandrang op den minister om
strengere bepalingen, prohibitieve en repres
sieve, tegengaan van lintbebouwing, geen
verstrekking van rijbewijzen aan menschen
van wie bekend is, dat zij sterken drank
gebruiken, zwaardere straffen tegen ver-
keersovertreders enz. enz.
De minister van waterstaat, mr. dr. ir.
van Buuren, had 12 sprekers te beantwoor
den, die verscheidene onderwerpen hadden
behandeld.
Over de kanalenkwestie, welke nog altijd
tusschen België en Nederland hangende is,
ten aanzien waarvan de heer Krijger (c.h.)
voorzichtigheid had bepleit, kon de minister,
aangezien het kabinetspolitiek is, geen ant
woord' geven.
Hij is zich van zijn verantwoordelijkheid
ter zake voor de verkeersveiligheid, in ver-
tand met o_a. de lintbebouwing, volkomen
bewust. Met zijn ambtgenoot van binnen-
landsche zaken zal hij de vraag bespreken,
of er een betere aansluiting tusschen wo
ningwet en verkeerswet moet zijn.
Met deze toezegging zag de heer Diepen
horst (a.r.) een wensch vervuld.
Tegen dronkenschap van autobestuurders
(waartegen de heeren Rutgers van Rozen
burg en Zandt (s.g.p.) maatregelen hadden
gewenscht) wordt reeds strenger opgetre
den; in het afgeloopen jaar werden in 120
gevallen de rijbewijzen ingetrokken. Het
toezicht op het verkeer moet inderdaad
effectief zijn. Thans zijn de rijksveldwaeh-
en de marechaussee met 20 auto's en 20
motorzijspannen voortdurend langs den
weg. De minister is bereid met zijn ambtge
noot van justitie in nader overleg te treden
over uitbreiding van dit toezicht. Ook aan
samenwerking tusschen de verschillende
instanties een wensch van den heer
Ebels (v.d.) zal aandacht worden ge
schonken.
■Van verschillende zijden o.a. door de
heeren Drop (s.d.), IJsselmuiden (r.k.), de
Visser (c.p.) en Krijger (c.h.) was aan
gedrongen op de verbindendverklaring van
loonbepalingen van collectieve contracten
in Rijksbestekken. Naar aanleiding daarvan
wees de minister erop, dat wel goed moet
worden onderscheiden, dat de staat slechts
als opdrachtgever en niet als werkgever op
treedt. Het is in de eerste plaats een kwestie
van overleg tusschen werkgevers en werk
nemers; daarna moet toetsing volgen van
het algemeen belang.
Er was ook bezorgdheid tot uiting geko
men ten aanzien van de monopoliepositie
van de Vereeniging „Centraal Baggerbe
drijf", waarin een aantal aannemers van
baggerwerken zich hebben georganiseerd.
Men vreesde voor prijsopdrijving en vroeg
naar het standpunt der regeering.
De minister oordeelde, dat het niet op den
weg der regeering ligt om in te grijpen, ten
zij groote belangen worden geschaad. Een
lichte stijging van de prijzen is voor ingrij
pen nog geen reden. Aan het inschakelen
van buitenlandsche mededinging, dat als
maatregel werd aangeprezen, behoefde de
minister nog niet te denken.
Bij de afdeeling „Waterstaat" brachten de
heeren van Sleen (s.d.) en Ebels (v.d.) de
onvoldoende zeewering van Ameland ter
sprake, hetgeen den minister tot de toezeg
ging bracht verschillende feiten nog eens
onder de aandacht van zijn ingenieurs te
zullen brengen. Hij kon mededeelen, dat de
dijk bij Nes spoedig aan de beurt komt; het
Werkfonds is hierbij ingeschakeld.
Het was de bedoeling, naar wij tegen
half één vernamen, de begrooting nog af te
werken, in verband waarmede wij op het
slot nader zullen moeten terug komen.
De Eerste Kamei is gisteravond nog een
uurtje bijeen geweest om een agenda van
grootendeels hamerstukken af te doen. De
heer van Vessem (n.s.b.) sprak zijn teleur
stelling er over uit, dat de Europeanen zich
voortsan zullen moeten schikken naar de
Egyptische rechten, nu de capitulaties in
Egypte bij het verdrag vqn Montreux, dat
ter goedkeuring werd aangeboden, zijn afge
schaft.
Minister Colijn, die minister Patijn ver
ving, trachtte hem gerust te stellen met de
mededeeling, dat tot 1949 de gemengde
rechtbanken nog blijven bestaan. Daarna
ken men de ontwikkeling eens afwachten.
Het wetsontwerp werd z.h.s. goedgekeurd,
evenals een naturalisatie-ontwerp, waar
tegen de heer van Citters (a.r.) eenige 3l-
gemeene, reeds meermalen door hem ge
uite bezwaren inbracht.
Donderdag 16 December.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.)
8.— Gr.pl. 10.— Morgenwijding.
10.15 Gr.pl. 10.30 Omroeporkest en
solist. In de pauze deel. 12.30 Gr.pl.
I.30 Orgelspel. 2.Voor de vrouw
2.30 Pianovoordr. 3.Kniples. 3.45
Gr.pl. 4.Voor zieken en thuis
zittenden. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de
kinderen. 5.30 Aeolian-orkest. 6.30
Sportpr. 7.Voor de kinderen.
7.05 Avro-dansorkest. 7.30 Engel-
sche les. 8.ANP-ber., mededee-
lingen. 8.15 Concertgebouw-orkest
en solisten. In de pauze rep. 10.45
Gr.pl. 11.ANP-ber. Hierna Avro-
dansorkest. 11.4012.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en
II.—2.— KRO, de NCRV van 10.—
11.en 2.12.uur). 8.9.15 en
10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst.
10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur.
12.Ber. 12.15 KRO-orkest en
gr.pl. 2.Handwerkcursus. 3.
Vrouwenhalfuur. 3.30 Gr.pl. 3.45
Bijbellezing. 4.45 Handenarbeid v.
de jeugd. 5.15 Solistenconcert en
gr.pl. 7.Ber. 7.15 Journalistiek
weekoverzicht. 7.45 Rep. 8.ANP-
en herh. SOS-ber. 8.15 Gev. progr.
mmv. sprekers, solisten, mannen
koor en het NCRV-orkest. (10.
ANP-ber.) 10.45 Gymnastiekles.
1112.Gr.pl. Hierna Schriftle
zing.
DROITWICH, 1500 M. 11.25 Popu
lair concert. 11.50 Gr.pl. 12.35 Tro-
cadero-Cinerca-orkest. 1.20 Gr.pl.
2 05 BBC-Variété-orkest en solist.
3.10 Cape Town Miracles, cause
rie. 3.25 Gr.pl. 3.35 Sted. Orkest
van Bournemouth en solist. 5.05
Voor de vrouw. 5.20 Joe Loss en
zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 It occurs
to me, causerie. 7.BBC-Schotsch
orkest. 7.50 Rep. 8.10 Gev. progr.
9.Act. causerie. 9.20 Ber. 9.40
Lichte muziek. 10.20 Korte kerk
dienst. 10.40 Cembalo-voordracht.
11.Causerie over Dante. 11.20
Maurice Winnick en zijn Band.
11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 9.10
en 10.40 Gr.pl. 12.40 Cantrelle-
Orkest en Zangvoordr. 3.05 Zang.
3.20
4.35
en
Viola-voordracht. 4.20 Zane
5.20 Radiotooneel. 8 35
Pianovoordr. 8.50 Nat. orkest en
solisten. 10.5011.05 Gr.pl
KEULEN, 456 M. 5.50 Dresdensch
orkest. 7.50 Omroepkleinorkest
8.50 Zang en piano. 9.20 Volkslied
derenconcert. 11.20 NSDAP-orkest
1.35 Omroeporkest. 3.20 Omroep-
Amusementsorkest. 5.30 Collegium
Musicum van de Universiteit, 6.30
Gr.pl. 7.20 Omroeporkest, -koor
volkskoor, kinderkoor en solisten'
10.1011.20 Balalaika-orkest
Stuttgarter Volksmusik.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Zang. 1chm
roepkleinorkest. 1.50 Zang. 22.20
Gr.pl. 5.20 Omroepkleinorkest. 6.50
Gr.pl. 8.20 Omroepdansorkest en
Omroepsalonorkest. 10.3011.20
Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50
Omroeporkest. 1.Gr.pl. 1.30 Om
roeporkest. 1.502.20 Gr.pl. 5,20
Cellovoordr. 5.40, 6.35 en 7.35 Gr.
pl. 8.20 Omroeporkest en soliste!
10.30—11.20 Ebbecke-Trio en soliste'
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 m!
7.20 Het Omroeporkest. 8.20 Ber!
8.35 Verv. concert. 9.20 Ber. 9,50
Altviool en piano. 10.05 Weerber.
10.2011.20 Barnabas von Geczy'j
orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.35, Parijs R.
10.35—12.05, Radio PTT Nord 12.05
12.20, Parijs R. 12.20—12.40, Keu-
len 12.40—13.20, Brussel VL 13.20—
13.35, Keulen 13.35—14.20, Lond.
Reg. 14.2017.20, Brussel Fr. 17,20
17.50, Berlijn 17.5018.20, Keu-
len 18.2019.20, Berlijn 19.20
20.20, Rome 20.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Lond. Reg,
10.3512.20, Droitwich 12.20—18.45,
Lond. Reg. 18.4519.Droitwich
19.—19.20, Keulen 19.20—21.20,
Droitwich 21.2023.Lond. Reg.
23.23.40, Droitwich 23.40—24.—,
Lijn 5: Diversen.
OOOOOO QOf
Zonder discussie en z.h.s. gingen onder
den hamer door o.a. de volgende hoofdstuk
ken der Rijksbegrooting voor 1938: Huis der
Koningin; Hooge Colleges van Staat; na
tionale schuld; onvoorziene uitgaven; wet
op de middelen; begrooting van het ge
meentefonds 1938/ 1939; begrooting Staats-
muntbedrijf voor 1939.
f
Chauffeur gewond.
Op den onbewaakten overweg bij bad-
Boekelo is gistermiddag een ongeluk ge
beurd, dat, gezien de omstandigheden, nog
betrekkelijk goed is afgeloopen.
Een met 200 zakken zout beladen vracht
auto, bestuurd door den heer G. Slootheer
uit Enschede, naderde den overweg, terwijl
in de verte een rangeerlocomotief kwam
aanrijden. De machinist gaf signalen, doch
deze scheen de chauffeur niet te hooren. Met
groote snelheid reeds de locomotief op de
vrachtauto in, met het gevolg, dat de wagen
in tweeën werd gespleten. De tractor kwam
aan den linkerkant tegen een scnutting te
recht, terwijl de aanhangwagen rechts van
de spoorbaan in een sloot werd geworpen.
De chauffeur sloeg uit de auto, en liep
verwondingen aan het hoofd op. Hij werd
door een geneesheer verbonden en daarna
naar zijn woning te Enschede overgebracht.
Naast hem had nog in den wagen gezeten
de heer R. Heuten, eveneens uit Enschede,
die met het voorste gedeelte van de auto te
gen de schutting werd geworpen. Hij kwam
er wonder boven wonder zonder eenige ver
wonding af.
De vrachtauto is vrijwel totaal versplin
terd, terwijl de locomotief van voren zooda-
nog beschadigd werd, dat zij door een loco
motief uit Enschede moest worden wegge
sleept.
De schutting is over een lengte van zeven
meter vernield. De auto had slechts met een
vaart van 15 K.M. per uur gereden.
KOE OP HOL.
Twee gewonden en een vernielde
fiets.
Gistermorgen omstreeks kwart over zeven
is een koe, toebehoorende aan P. Rooden-
burg uit Wassenaar, bij de veestalling van
Brouwer-de Koning aan den Goudschen Rij
weg te Rotterdam, toen zij werd weggehaald,
op hol geslagen. Via de Dirk Smitsstraat is
zij naar de Jonker Fransstraat gerend, waar
zij den 54-jarigen havenarbeider E. de Vos
uit de Paradijslaan omverliep.
De man kwam met den schrik vrij, maar
de fiets werd vernield. Het dier zette zijn
tocht voort naar de Linker Rottekade, waar
het de 29-jarige mej. C. Veldhoven uit de
Eerste van Zoelenstraat omverliep. Zij kreeg
wonden aan het zitvlak, aan rechter schou
der en linker elleboog, zoodat zij in het zie
kenhuis aan den Bergweg moest worden be
handeld.
De koe was inmiddels via de Crooswijk-
schestraat en de Pijperstraat in de Boezem
straat beland, waar zij den agent van politie,
M. B. Lugtenberg uit de Abr. Kuyperlaan.
onderste boven liep. Ook de politieman
moest in het ziekenhuis aan den Bergweg
worden behandeld.
Over de Boezembrug is de koe via de
Vredenoordkade en den Hoogen Boezem,
naar het Oostplein gerend, waar eenige
koeien in een groepje naar de markt werden
gedreven. Het rennende dier staakte toen
zijn wilden tocht en ging rustig bij zijn
soortgenooten loopen.
Twee jongetjes spelen Indiaantje. De een
heeft een Winnitou-pak voor z'n Sinter
klaas gekregen met een houten tomahawk
en jachtmes.
De ander is een doodgewoon bleekgezicht
al heeft ie dan een sterappelentoet. Zijn
bloote kniebeentjes doen zielig naast de
stevige prairiestampers van den ander.
Ik beluisterde de volgende dialoog:
„Gaat gy daar staan, oude vrouw!"
„Waar Indiaan
„Daro natuurlijk, suffert! Tegen die lan
taren!"
„Mot ik daar lang staan?"
„Hou uw mond dicht, bleekgezcht. Ik ga
u martelen!"
„Wat is dat Indiaan?"
„Ik zal u pijnigen aan den martelpaal, zoon
van een hond!"
„Ga je me echt pijn doen?!"
„Natuurlijk suffert. Als gij niet doet, wat
11; zeg, dan zal ik gij dooden!"
„Ga je me echt vastbinden Indiaan?"
„Ja laffe prairie-rat! De gieren zullen uw
gebeente knagen!"
„Wat benne dat voor dingen, die gieren?"
„Zwijg huilende squaw! Gieren zijn roof
vogels en die vreten u op!"
„Ganougauw! Doe niet zoo gek!"
„Met dit mes zal ik uw skalp afsnijden!"
„Toe hou nou op! Wees nou niet zoo me
lig!"
„Waar hebt gij uw mustang gelaten,
hond?!"
„Me wat
„Uw mustang!"
„Ik speel niet meer mee. 'k Ga naar
huis".
„Waarom?"
„Nou 't begrijp er tóch niks van".
„Suffert!"
„Je bedoelt je eigen!"
Het drama van het Wilde Westen (m
Amsterdam) is hiermede ten einde.
(VbL)
BIJ ZIJN SCHOONVADER INGEBROKEN.
Kaapte het geld van de varkens.
Verleden week, in den nacht van Woens
dag op Donderdag, werd in het gehucht
Vossebelt (gem. Dalen) ingebroken 1*°
huize van den arbeider B., kort nadat deze
een paar varkens had verkocht en daardoor
wat geld in huis had. Vermist werd o.m.
een kistje met een bedrag van 86.
De politie vond na haar onderzoek aan
leiding tot het aanhouden van een schoon
zoon van den bestolene, zekeren M., te Coe*
vorden, die echter hardnekkig ontkende.
Thans ontdekte zij evenwel ten huize van
den verdachte in het keukenfornuis f*8'®?;
van metalen voorwerpen, die mede in
kistje hadden gezeten, terwijl verborgen
de kap van de woning van M. een tabak*"
doos werd gevonden, waarin zieh vryW
het geheele gestolen bedrag bevond.
M. heeft daarop een bekentenis afgele#*1
en is in arrest gesteld.
GOUDEN SIERADEN GESTOLEN.
De logementhoudster E. L., wonen(*eh?2t
de Ammunitiehaven te 's-Gravenhage, he^
aangifte bij de politie gedaan, dat zy
aantal gouden sieraden ter waarde v
1000, opgeborgen in haar linnenkast.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
ONTSLAG TE AARLE-RIXTEL.
Naar wy vernemen heeft de directie
de tricotagefabriek der N.V. Li"!°^van
Aarle-Rixtel aan ongeveer vijftig e ^et
het personeel ontslag aangezegd wege
gebrek aan directe orders.