Spoet m PU Een circus kleumt den winter door. *1 ÜS II! m i§§ 5 H 5PP derde blad de langendijker groenten- veilingen. De 29ste partij Euwe—Aljechin opgegeven. K i 1 I I Schneider in Duivendrecht. Slechte maanden voor de dieren. regeling te trekken, waar zij geen steun krijgen. De heer Visser: Door de regeling kon de landbouwer de aardappelen verkoopen voor 4,50. De tuinbouwaardappelen bleven daardoor over en moesten door de regee ring betaald worden, nadat de landbouw den steun opstreek. De voorzitter oordeelde dit niet juist. De heer Groot (bestuur) was van oor deel, dat men de Ned. Groenten- en Fruit- Centrale dankbaar moest zijn voor de regeling. De heer V a 1 s t a r oordeelde, dat de regeering wel haar best heeft gedaan om er van te maken, wat er van te maken was. Spr. oordeelde het het beste, om de be sprekingen van deze vergadering te over wegen en dat het bestuur overleg pleegt met de Provinciale Commissie en dat men daar ook misschien bij haalt de Friesche en de Akkerbouw-Centrale om een totaal regeling te maken. Spr. was daartoe bereid. De vergadering ging hiermede accoord, waarna na rondvraag sluiting volgde. Het is in de afgeloopen week weer iets beter koolweer geweest. Het winterde weer een paar dagen. Dit kwam in de prijzen op de veiling voor sommige producten wel tot uiting, hoewel over het algemeen de stij ging van zeer geringe beteekenis was. De roode kool heeft het meeste profijt gehad van deze koude dagen, al kwam dit het meest tot uiting op de laatste dagen van de week. De goede kwaliteit noteerde toen te Broek op Langendijk tot 3.80 per 100 K.G. Te Noordscharwoude waren de prijzen nog iets hooger. Zaterdag zijn verscheidene par tijen van de hand gegaan voor 4 en hoo ger. De noteering van 4.80 was voor prima kwaliteit, welke in het koelhuis werd opge slagen. Ook de afwijkende kool werd in het laatst van de week tegen heel wat betere prijzen van de hand gedaan. De groote kool blijft nog maar steeds behoorlijk gevraagd en maakt goede prijzen. In het begin van de week noteerden wij te Noordscharwoude ook al eens prijzen van 3.50 en 3.60. Met de gele kool is het ook iets beter ge- loopen, hoewel nog dagelijks een meer of minder belangrijke hoeveelheid doordraait. Wat echter in lang niet is gebeurd, wij kon den in de afgeloopen week 'n enkelen keer prijzen noteeren van f 1.50 en 1.70, zelfs 1.80 per 100 K.G. Niettemin gaat nog een groot gedeelte van den aanvoer, welke ver kocht wordt, weg voor den minimumprijs en iets daarboven. De Deensche witte kool werd ook iets be ter betaald; het verschil in prijs is echter nog zeer gering. Werd eerst bijna voortdu rend 0.80 tot 1.20 per 100 K.G. besteed, later zagen wij mooie partijen gaan voor 1.50, Zaterdag tot 1.80. Niettemin blijft er eiken dag van deze koolsoort een gedeelte van den aanvoer onverkocht. Het percen tage is echter heel wat geringer dan dat van de gele kool. De uienprijzen, welke begonnen met 7.50 tot 7.90 per 100 K.G., zijn iets op- geloopen. De laatste dagen noteerden wij steeds boven 8 per 100 K.G., met maxima van 1 8.40 en f 8.70. De grove uien gingen eveneens omhoog, tot boven 8. Drielingen van uien, begonnen met 6.60 tot f 6.80, ein digden met noteeringen van 7 tot 7.50. Voor stek werden heel behoorlijke prijzen besteed. Aanvankelijk plm. 4, maar later aelfs tot 5.50f 5.90. De inventarisatie heeft wel uitgewezen, dat er weinig uien in voorraad zijn, waaruit deze hooge prijzen wel eenigszins zijn te verklaren. De andijvie is nog steeds op hetzelfde peil gebleven. Enkele partijen worden afgeno men. (Men zegt, dat deze reeds vooruit zijn verkocht, doch dit mag niet). De prijzen loopen echter zeer uiteen. Van 0.60 tot 1 1.40 per 100 krop. Dit is wel een aanwij zing in die richting. Peen bracht in de afgeloopen week van 1.50 tot 2.40 per 100 K.G. op. Kleine peen tot 1f 1.10. Ook werd wel 0.70 tot 0.80 besteed. Bieten komen vrijwel niet meer aan de veiling. Er worden goede prij zen voer betaald. Tot maximum 4. De minstgevraagde sorteering noteerde 1.80. De aanvoer van bloemkool heeft weinig meer te beteekenen. De meesten zijn deze week verkocht voor 6.50 tot 8 per 100 stuks. Vrijdag liepen ze tot 8.90. Druiven, waarvan de aanvoeren voortdu rend minder worden, brachten iets hoogeie prijzen op. Alicante bracht het tot 36, ter wijl witte druiven 38.80 per 100 K.G. no teerden. Schaken. Uitstekend spel van Euwe. De 29ste partij van de match tusschen dr. Euwe en dr. Aljechin, welke gister avond onder zeer geringe belangstelling in de Doelezaal te Rotterdam is gespeeld, is na 40 zetten in een voor Aljechin kritieke stelling afgebroken. De partij wordt hedenmiddag om 2 uur voortgezet in het gebouw van het Rotter- damsch Nieuwsblad. We laten hier het verloop van de partij volgen, voorzien van aanteekeningen door den heer L. Prins. Tarrasch-verdediging. Wit dr. M. Euwe. Zwart dr. A. A. Aljechin. 1. Pgl—f3 Pg8—f6 2. c2—c4 e7e6 3. Pblc3 d7d5 4. d2d4 c7c5 5. Relg5 „Voor het laatst met wit" denkt dr. Euwe en kiest de scherpste voortzetting welke zich, zonder al te veel risico, tegen deze variant laat spelen. Het is voor wijlen dr. Tarrasch welhaast de hoogste lof, dat wit zich in deze match niet éénmaal heeft ingelaten op het systeem 5. cd5:, dat vroe ger als het beste gold, t' ch dat, zooals Tarrasch door dik en dun heeft volgehou den, de bevredigende ontplooiing van zwart s spel volstrekt niet in den weg staat. De tekstzet laat de taak, de situatie in het centrum op te helderen, aan zwart over. 5c5Xd4 In aanmerking kwam misschien veeleer d5Xc4. 6. Pf3Xd4 e6e5 Een niet weinig drastische oplossing. maar heeft zwart feitelijk wel beter? Na bijv. 6Pbd7 zou 7. cd5:, ed5:, 8. Da4! tamelijk pijnlijk zijn (vooral niet 8. Pd5:7, Pd5:, 9. Rd8:, Rb4t) en ook 6 Pc6, 7. cd5:, ed5:, 8. Da4, Rd7, 9. Pd5: voorspelt weinig goeds. Met den tekstzet kunnen echter de pro blemen in het centrum al evenmin worden opgelost. 7. Pd4—f3 d5d4 8. Pc3—d5 Pb8c6 Op 8e4? volgt natuurlijk niet 9. Pd4:?? (Pd5:, Rd8:, Rb4f), maar eerst 9. Rf6:. 9. e2 c4.' Het is waar, dat 9. e2—e3 kan worden beantwoord met Da5f en dat een opstel ling als 9. g3 op den duur niet veel ver trouwen kan inboezemen, maar toch wordt met den tekstzet een belangrijk besluit genomen, dat alleen door een diepgaande studie der stelling kon worden verant woord. Immers, de gedekte vrijpion, wel ken zwart thans heeft gekregen, vormt niet een voorbijgaande omstandigheid, doch drukt op de geheele verdere partij zijn stempel en wit moest zich er dus terdege rekenschap van geven, dat zijn voordeelen (sterk paard op d5, mogelijk heid de pior.nenm eerderheid op den damevleugel uit te buiten) tegen boven genoemde troef van zwart althans zouden opwegen. Het vervolg leert, dat de wit- speler juist heeft geoordeeld, waarmede hij dus zijn naam als de beste openings- keraner ter wereld, weer eens eer heeft aangedaan. 9. Rf8e7 Dreigt zoowel Pe4: als Pd5:. 10. Rg5Xf6 Re7Xf6 11. b2b4! De meerderheid komt in actie. Daaren tegen zou 11. Rd2, Da5t, 12. Dd2, Dd2:, 13. Pd2:, Rd8, 14. b4, 0—0, zwart meer vrijheid laten. 11. 00 Mogelijk was ook dadelijk 11a5, 12. a3. Re6, 13. Tbl, enz. 12. Rfldd3 a7a5 13. a2a3 Rc8e6 14. Tal—bl Niet 14. b5, in verband met Pc6b8 d7c5 14a5Xb4 15. a3Xb4 Rf6—e7 Van 15d5:, 16. ed5:, e4, 17. Re4:, Te8, 18. 00 heeft zwart niet veel te ver wachten, evenmin als van 15Rd5:, 16. ed5:, Pb4:, 17. Tb4.\ Da5, 18. Dd2, e4, 19. Re4:, Te8, 20. 0—0, Te4:, 21. Db2!, enz. - 16. 0—0! f7—f6 16Re6:? dan 17. ed5:, Pb4:, 18. Pe5:, enz. Na den tekstzet dreigt deze voortzetting natuurlijk wél. 17. Dd2—c2 Thans volgt 17Rd5:, 18. ed5:, Pb4:, 19. Rh7:f, Kh8, 20. Df5 en wit wint. 17. Kg8h8 18. c4c5 Met dezen zet wordt het intermezzo, waarin pion b4 een belangrijke rol speelde (er dreigde n.1. weer Rd5:, ed5:, Pb4:, Tb4:, Rb4:, Rh7:, f5! Rf5:, Df6 enz.) ein delijk afgesloten. Natuurlijk faalt 18 Rd5:, 19. ed5: Dd5: thans op 20. Rh7: en aanstonds neemt Rd3 de functie van den pion over, daarmede de gelegenheid be nuttende, wat actiever aan den strijd deel te nemen. 18. Ta8a3! Fraai en voortreffelijk, doch te weinig verrassend om op twee uitroepteekens aanspraak te kunnen maken. Inderdaad, zoolang f6f5 nog verhinderd is, beschikt zwart slechts over een enkel uitgangspunt om tot tegenspel te geraken, t.w. de a-lijn (men vergeve ons de contradictie punt en lijn). Er dreigt, zooals vanzelf spreekt Rd5:, ed5:, Dd5: omdat Rh7: dan faalt op d3!, Del, Ta2, Rg6, e4 met overweldigen>- den aanval voor zwart. Vandaar: 19. Rd3c4 Doch daarna neemt het effect van 19f6—f5 uiteraard toe. De strijd concentreert zich nu op het veld e4. 20. Pd5Xe7 Dd8Xe7 21. Rc4—d5! Ta3c3 21Dd7 dan 22. Dc4! 22. Dc2d2 En nu volgt op 22Dd7, 23. Da2, en op 22Td8. 23. Re6:, De6:, 24. Dg5, Tf8, 25. Dh5! enz. Bovendien dreigt Dg5. 22f5Xe4 23. Rd5Xe4 Re6—f5 24. Re4Xf5 Tf8Xf5 25. Tflel Eindelijk dan weer eens een partij, waarin Euwe's strategie heeft gezegevierd. Aljechin heeft zich kolossaal geweerd en toch niet kunnen verhinderen, dat wit het openingsvoordeel definitief heeft weten vast te leggen. Er. dreigt Pd4: en op Df7 (Df6 pareert de dreiging niet Tele8!) vergroot wit zijn kansen aanzienlijk door Pf3g5e4. Onder omstandigheden is ook b4b5 pijnlijk. Doch niet ten onrechte verklaart Tar- takower dat Aljechin in elke partij drie maal moet worden geslagen, alvorens men hem er onder heeft. In de opening en het middenspel is onze landgenoot ongetwijfeld reeds geslaagd; blijft: het eindspel! Moedig grijpt de nieuwe wereldkam pioen naar het eenige middel tegen een roemlooze nederlaag: hij offert onvervaard de kwaliteit. Correct is dit offer natuur lijk ndet. 25Tc3Xf3 26. g2Xf3 De7—h4 Met enkele dreigingen, zooals Th5 of ook Tg5f, Kfl. (anders Th5) d3, Dd3:, Pd4! 27. Tel—e4! Het strategische punt, dat zoolang de as heeft gevormd, waarom alle schermutse lingen draaien, blijkt tenslotte een af doende verdediging tegen zwart's wan- hoopsaanval mogelijk te maken. Thans zou er namelijk na 27Tg5f, 28. Kfl, Dh3f, (Dh2:?. Dg5:), 29. Ke2 niets aan de hand zijn (d3|, 30. Dd3:, Pd4t, 31. Dd4:!). 27. 4 Dh4h3 En nu wordt de buit prompt geconsoli deerd. 28. Te4g4 x Dh3Xf3 29. Tg4g3 Df3e4 30. Tbl—al Dreigt mat. 30h7—h6 31. b4b5 Pc6—e7 32. c5—c6ü Een schitterende beslissing. Indien nu ni bc6:. dan 33. b6, c5, 34. Ta7, Dbl+. 35. Kg2, Tf7, 36. b7 en wit wint (Kh7, Dd3f). Doch nog geeft Aljechin zich niet over. 32Tf5—f8 33. Dd2b4 Tf8—e8 34. c6c7 Dreigt De7: 34. Pe7d5 35. Db4d6 Pd5—f4 36. Dd6d8 Pf4—e2t 37. Kglfl Pe2Xg3t 38. h2Xg3 De4—hit 39. Kfl—e2 Dhl—h5t 40. Ke2d2 Dh5—f7 De afgebroken stand luidt: Zwart: dr. Aljechin abcdeigh Wit: dr. Euwe De 30ste partij begint Donderdag 16 December om 18 uur in de Diergaarde te Rotterdam. Nabeschouwing. „Als Euwe de 21ste partij eens zoo had gespeeld hoorden wij in onze buurt verzuchten en wij moesten erkennen, dat dan de schaaktroon dan misschien wel eens niet van eigenaar zou zijn gewisseld. Voor al nu dr. Aljechin in moreel opzicht zulk een belangrijken voorsprong heeft is deze voortreffelijke prestatie van oneen land genoot niet minder dan een verrassing. Eindelijk heeft hij dan weer eens een voordeel weten vast te houden en zich niet door de noodsprongen van den tegen stander uit het veld laten slaan. Wel is de beslissing nog niet gevallen, maar naar alle waarschijnlijkheid zal de winst hem ditmaal niet ontgaan. Het aantal aanwezigen bij de laatste partijen is zoo zoetjesaan geslonken tot een gemiddelde van 30, waarvan tien met vrij- en ongeveer achttien met perskaar ten. De twee overigen zijnEuwe en Aljechin. Aan het einde van den avond bood mr. Levenbach den scheidenden wedstrijdlei der Maroczy een souvernir aan, onder voorwaarde, dat hij nog eens naar ons land zou terugkeeren, hetgeen Maroczy voorwaardelijk toezegde. „Holland ist mir so lieb" verklaarde de Hongaarsche schaakmeester. De spontane bijval, dien de geste van het comité oogstte, bewees, dat Maroczy ook hier aller harten heeft veroverd. Aljechin geeft de 29ste party op. Naar wij vernemen heeft de wereld kampioen dr. Aljechin hedenmorgen dr. Euwe medegedeeld, dat hij de 29ste partij zonder verder te Spelen, opgeeft. De 30ste, tevens laatste partij van de match wordt Donderdag 16 December te Rotterdam gespeeld, aanvang 6 uur. K e g el e n. A.K.B. competitie wedstrijden. Evenals vorig jaar zyn ook thans weer, door 't bestuur van den Alkm. Kegelbond, plannen beraamd tct het verkegelen van wedstrijden in competitieverband, zij het, dat de organisatie dezer wedstrijden op andere leest is geschoeid dan voorheen is geschied. Thans zal hiervoor uitsluitend de Vrij dagavond worden gebezigd, op welken avond in 't gebouw „De Unie" nog 'n 4-tal banen vrij zijn, v aardoor wordt voorkomen dat de deelnemende vereenigingen hun resp. avonden grootendeels bezet zien. In korte trekken is de opzet als volgt: Er worden twee afdeelingen geformeerd, n.1. afd. A en afd. B. Is er nu in afd. A, B, of in beide afdeelin gen een oneven aantal deelnemende vijf tallen, dan loot één der vijftallen vrij. (Men kan slechts éénmaal vrij loten). Alweer bij loting wordt uitgemaakt welke clubs elkan der zullen ontmoeten. De beide winnaars der eerste ronden komen tegen elkander uit, terwijl de verliezers der le ronde elkan der zullen bekampen. Het vijftal, dat ten tweede male verliest, is dan uitgeschakeld De winnaar der verliezersronde komt uit tegen het vijftal dat in de 2e ronde heeft verloren waarvar dus wederom 1 vijftal uitvalt. Nemen we nu aan dat, b.v. in afd. A. zes vijftallen hebben ingeschreven, dan krijgen we uiteindelijk een strijd om de le plaats tusschen 3 vijftallen. Hoogstwaar schijnlijk zal het vijftal, dat zich als afdee- lingskampioen zal presenteeren, 'n fraaien wisselprijs worden aangeboden. Zoo men ziet, is met bezwaren opge daan in vorige competitiewedstrijden terdege rekening gehouden, noemen we slechts: het gedeeltelijk prijsgeven der club avonden, lange duur der competitie, zoo mede door het feit dat men door het ver liezen van een wedstrijd nu nog lang niet kansloos is. Terecht zijn we van meening dat 't A. K. B.-bestuur, in 't bijzonder de altijd voort- (Van onzen R.-Redacteur). De Duivendrechtsche vaart is een stille, zwarte scheiding geworden tusschen twee wereldjes. In de eene heerscht acti viteit, wil men het worstelen van het verkeer met de fijne jachstneeuw zoo noemen en in> de andere is er stilte. En niet eene die den storm voorafgaat. Roerloos en passief staan daar de wagens van het circus Schneider in de breiige sneeuw modder. Niet opgesteld in de slagorde zoo als men die bij een circus op tournee pleegt aan te treffen. Niet keurig verzorgd. Maar hier en daar neergezet, vuil en vies. Een circus in ruste. Maar achter de zware ijzeren schotten van de wagens bevindt zich de levende have. Betrekkelijk rust heeft het circus nog slechts gevonden na maanden van om zwervingen in en buiten Europa. Neder land is uitverkoren geweest om er den winterslaap door te brengen en de gem. Ouder-Amstel werd beschouwd als het neusje van den zalm, hetgeen de gemeente maar matig gevonden heeftEn het is nog niet zoo zeker dat de zoo juist begon nen, reeds half ingezette winterslaap vol eindigd zal mogen worden. Want wilde beesten zijn nu eenmaal wilde beesten en een kooi, ja is maar een kooi. Eiken dag wordt er een bezoek gebracht aan de ver blijfplaats en des nachts waakt in een der wagen® een man van het personeel om er voor te zorgen dat geen van de leeuwen, beren, apen en ook niet „de" tijger, py thon-allures gaat aannemen. Want het is de pythongeschiedenis, die zich maanden ge leden in het land ergens afspeelde, die weer in volle glorie uit haar bijna koude assche verrezen is. In Duivendrecht. Een circus in den winter is niet een schaduw van een actief optredend „paar denspul" en zoo is het ook met het perso neel. Want wie zou in den man die daar in de modder rondloopt met een gerafelde oude broek, een baard van een gcede drie dagen en verfomfaaide kleereni aan het koude lijf den dompteur herkennen van eenige maanden geleden. Nauwsluitend, ood en goud uniform, glimmend gepoetste kaplaarzen met knallende zweep en stijf gepommadeerde, fier opgedraaide knevel... applaus. Weinig menschen zijn er op het terrein. Toevallig is de dresseur aanwezig om de beesten te voeren maar straks moet hij weer terug naar de Doklaan waar de rest van den inventaris, die uit Duitschland aan gekomen is, zich bevindt. En in plaats van temmen is het sjouwen met zware palen, met tentdoek en kooiramen. „Als wij die kooiramen maar kunnen gebruiken", zoo zegt hij, „als wij maar toestemming kunnen krijgen om met de dieren te gaan oefenen. Nu mag het niet en hebben wij de voorkooien, waardoor de beesten tenminste nog een beetje in bewe ging konden zijn, moeten afbreken. En leeuwen waarmee een paar maanden niet geoefend isdaar is het slecht mee werken als het seizoen weer begint. „Hier is Heek, onze grootste leeuw, een Berber en daar ligt Europa. Dat is een filmster weet u. Die is opgetreden in de film Quo Vadis. In Rome. En dit is Pom- peja, de moeder van de twee kleine leeuw tjes die nu in de wagens zijn in de Dok laan. Mijn zorg is hoe de jonge leeuwen dezen tijd moeten doormaken. Geen oefe ning geen loopvrijheid van naam hebben zij Zes leeuwen in één kooi. Een meter per leeuw. Het is niet in overeenstemming met hun koninklijke benaming. Triest is hun stemming want niets hoort men ach ter de ijzeren schotten. Totdat zij het ram melen hooren van de ketting die den voe derwagen ontsluit. En nog is het maar een zacht gebrul dat zijn einde vindt in een luiden geeuw. Hun eteni is niet zooals leeuwen plegen te eten. Geen aanvallen op de groote stukken vleesch die hun snel worden toegestopt. En men vraagt zich af of het werkelijk wel zoo noodig is om zes tusschenschotten te plaatsen tusschen de beesten om een eventueel gevecht te ver hinderen. Zoo rustig gaat alles in zijn werk. Behelpen Voor twee dagen tegelijk krijgen zij hun porties. Er is geen tijd om eiken dag te voeren want elders zijn de menschen hard noodig. Eens in de twee dagen gaan de ijzeren luiken van de kooien en eens in de twee dagen zien de beesten het licht. Maar eiken dag voelen zij de koude, eiken dag en nacht blaast de wind door de kieren van de kooien, hoe goed men ook getracht heeft ze te dichten. Het wachten is op de toestemming de wagens in een ruime ver warmde hal te plaatsen. Hoe dik het stroo ook is dat op den bodem van de wagens ligt, de wind weet er zijn weg wel te vinden. Uiterlijk om de twee dagen wordt de ligging ververscht en dan heeft een leeuw geen meter meer voor zich- of haarzelfWant dan moeten zes leeuwen zich even vergenoegen met drie meter kooi omda' de eene helft van de kooi afgeschut wordt. Stroo wordt weg gehaald, stroo wordt gebracht en dan de andere helft. Op zulk een oogenblik is de leeuw niet koninklijk meer. En het ver hoogt de vrees als de repetities weer zul len moeten beginnen en de beesten wer kelijk eens de ruimte krijgen. De tijger heeft het beter en de tijger- verzorger ook. Hij hoeft geen angst te hebben voor het komende seizoen want het beest is alleen maar een show-num mer. Maar de beren zullen tezijnertijd weer in de piste moeten verschijnen. En Betty de berentemster, een schoonzuster van Schneider, is wel in Amsterdam, maar kan niet anders doen dan haar nummer van tijd tot tijd komen opzoeken, opdat de die ren haar stem niet vergeten, maar daar houdt het mee op. En de zes beren krijgen geen oefening. Wat er zal gebeuren men weet het niet. De directeur en zijn vrouw zijn in Engeland. Het personeel weet niets, maar gaat door met het werk zooals hen dat op gedragen is en al bestaat er kans dat de autoriteiten het gedane werk als onge daan, althans van geen waarde zullen be stempelen. De toekomst? „Ook daar weten wij niet veel van. Zullen het wel merken. Het contract van den directeur met Sarrasani is om. Er moet maar gebeuren wat er gebeurt. De tijd zal ons wel leeren." Maar duur is deze tijd wel. En niets wordt er „ingebracht". Negen en twintig leeuwen, zes beren en een tijger die ge voerd moeten worden, uersoneel, dat be taald wordt, ruimten die gehuurd zijn en nog vele andere, minder belangrijke za ken, zij allen verslinden tezamen aardige kapitalen en dat moet in één seizoen per slot van rekening maar een paar maanden goedgemaakt worden. Mis schien dat daarom de temmer in het oud ste van het oudste van zijn pakken loopt al is het misschien niet geheel juist om hier van pakken te spreken. Een circus maakt nooit iemand rijk, behalve mis schien aan zorgen. Het zou allemaal zoo mooi en goed ge weest kunnen zijn. Als „der Kapitan" toe stemming had kunnen krijgen om in een der dierentuinen in ons land een onder komen te zoeken. Maar noch de officieele, noch de particuliere gaarden waren hier toe bereid. „Misschien omdat wij maar een circus zijn", zoo zegt een man op bitteren toon, „omdat wij niet de dieren alleen hebben om naar te kijken, maar om ons brood mee te verdienen. Nu zitten wij hier in. de drek en in den modder. Als wij hier dan nog mogen blijven In een schuur staat een groote koffer. Een paar apen met het pas geboren jong verblijven hier. Zij hebben het tenminste nog betrekkelijk goed. Tamelijk warm maar toch nog niet warm genoeg. Rillend zitten zij tegen elkaar aan gedrukt om het zoo behaaglijk mogelijk te hebben. Een koud, verschrompeld handje wordt bede lend uitgestoken. Oogen vragen zoo zielig als apenoogen maar kunnen vragen. Een banaan, kunnen zij krijgen maar meer warmte helaas niet. Het is koud, sneeuw jaagt over het ter rein aan de vaart. De leeuwen hebben het koud. En de beren en ook de tijger. Er is voedsel en er komt op tijd nieuwe ligging. En al vergoedt dat veel, het vergoedt lang niet alles, want er is geen compensatie voor een andere groote vijandde Onzekerheid. Waar is warmte, waar is ruimte voor een zekere bewegingsvrijheid, hoe klein, dan ook, mag de oefenkooi geplaatst worden, mag het circus blijven den ganschen winter doorkomen er contracten voor het aanstaande seizoen? Het goud van het schitterende domp teurstuniek is wel klatergoud. varende secretaris, hier een goede greep heeft gedaan, zoodat we gerust mogen ver onderstellen dat aan deze competite zeker alle Alkmaarsche clubs zullen deelnemen. De secretaris, de heer G. Oostinga, zal zeker gaarne bereid worden gevonden tot het geven van eventueele nadere inlichtin gen voor deze wedstrijden, welke in 't be gin van de volgende maand zullen aanvan gen. Schieten. HET SCHIETCONCOURS. Gisteravond is er weer druk en goed ge schoten op de banen in het café van Gijzen. Het gevolg was, dat de standen wijzigingen ondergingen, zooals uit onderstaande lijst blijkt. Vanavond is het de laatste dag van het concours. Wie weet, welke verrassingen er dan nog komen! Zie hier de situatie na twee dagen: Korpswedstrijden: 1. Politie Korps I 545; 2. Alcmaria I 539; 3. Nimrod I 521; 4. Poli tie II 515; 5. B.VJj. I 514; 6. B.V.L. III 508. Majoor Verschoor-beker: 1. B.V.L. 1058; 2. Burgerwacht 1050; 3. Politie Korps 994. Berwania-beker: 1. B.W., Alkmaar, 343; 2. B.W., Amsterdam, 301; 3. B.W., Heiloo, 272; 4. B.W., Bussum, 223. Personeel A: 1. Th. v. d. Aakster 113; 2. J. Volbeda 112; 3. J. Schoonhoven 111 (116); 4. G. Vasbinder 111; 5. J. Florijn 110; 6. L. v. d. Aakster 109 (109). Kampioen: J. Schoonhoven 226. Personeel B: 1. G. Hooier 113; 2. L. de Kort 111; 3. A. de Kort 111; 4. P. Groot 110; 5. A. Webster 108; 6. A. v. Dijk 108. Vrije baan A: 1. G. Vasbinder 115; 2. Th. v. Gijzen 112; 3. C. v. Dam 101; 4. J. Schoon hoven 95. Vrije baan B: 1. A. de Kort 99; 2. P. Groot 98; 3. L. de Kort 97; 4. D. Overeem 94. Geluksbaan: 1. Th. v. Gijzen 828; 2. G. Thesing 802; 3. C. Besteman 80. Dagprijzen op 14 Dec.: Geluksbaan: Th. v. Gijzen. Vrije baan A: G. Vasbinder. Vrije baan B: A. de Kort. Heden, Woensdagavond, laatste avond der wedstrijden. Er zal nog heftig gekampt worden om diverse standen, op de vrije baan en geluksbaan te verbeteren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9