IS ARMOEDE NOODZAKELIJK?
Qemeetdeeadeti
KEURING VOOR DEN
DIENSTPLICHT.
Stad en Omgeving
In den Bellamy-staat zal geen armoede zijn.
Rede van den heer G. J. Zwertbroek.
Het groote publiek leest een dagblad.
Gevolg: de dagblad-reclame
is krachtig en afdoende.
GRAFT
DERDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 16 DECEMBp»
De KEURINGSRAAD „ALKMAAR" zal
voor de ingeschrevenen voor den dienst
plicht der lichting 1939 dezer gemeente zit
ting houden te ALKMAAR, in lokalen van
het VOORMALIG POLITIEBUREAU, Lan-
gestraat 87, en wel op de navolgende dagen
en uren:
DINSDAG, 4 JANUARI 1938:
9.15 üur voormiddags de tijdelijk ongeschik-
ten van de lichting 1938 en
A.Boer;
1.39 unr namiddags BoerCl.;
WOENSDAG, 5 JANUARI 1938:
9.15 uur voormiddags Cl.Groot.;
1.30 uur namidags Groot.I.;
DONDERDAG, 6 JANUARI 1938:
9.15 uur voormiddags I.Kol.;
1.30 uur namiddags Kol.Mee.;
DINSDAG, 11 JANUARI 1938:
9.15 uur voormiddags Mee.Ous.;
1.30 uur namiddags Ous.Rooij.;
WOENSDAG, 12 JANUARI 1938:
9.15 uur voormiddags RooijSti.;
1.30 uur namiddags Sti.Ven.;
DONDERDAG, 13 JANUARI 1938:
9.15 uur voormiddags Ven. t/m. Z,
Bovenvermelde letters duiden aan de be
ginletters van de geslachtsnamen der inge
schrevenen.
Alkmaar, 16 December 1937.
De Burgemeester van Alkmaar,
F. H. VAN KINSCHOT.
Keuringsplicht.
Voor zoover de Minister van Defensie het
noodig acht, is ieder ingeschrevene ver
plicht zich te onderwerpen aan een onder
zoek tot het beoordeelen van zijn geschikt
heid voor den dienst in het algemeen en tot
het verkrijgen van gegevens voor zijn na
dere bestemming en daartoe te verschijnen
op plaats en tijd, welke hem worden aan
gewezen.
Zij, die wegens hunne godsdienstige ge
zindte op een Zon- of op een feestdag zou
den moeten verschijnen, kunnen aan den
voorzitter verzoeken op een anderen dag
en c.q. in een andere gemeente te mogen
verschijnen.
Niet-verschijning wegens ziekte.
Zij, die wegens ziekte niet voor den Keu-
ringsraad kunnen verschijnen, worden ver
zocht dit vóór of op den oproepingsdag aan
den Voorzitter van den Keuringsraad te be
richten met opgave van volledig adres en
zoo mogelijk onder overlegging van een ge
neeskundige verklaring.
Tijdelijk ongeschikt verklaarden.
Op den ingeschrevene, die tijdelijk onge
schikt is verklaard, rust de keuringplicht
nogmaals in het jaar, volgende op dat, waar
in deze uitspraak geschiedde, tenzij hij in
middels geschikt of voorgoed ongeschikt of
van den dienst is uitgesloten.
Medebrengen geneeskundige verklaring.
Hij, die vermoedt ongeschikt te zijn
wegens een ziekte of een gebrek, waarvoor
hij onder geneeskundige behandeling is ge
weest, dient daartoe een schriftelijke ver
klaring van den geneeskundige mede te
brengen.
Wie niet voor den Keuringsraad
behoeven te verschijnen.
Voor den Keuringsraad behoeven niet te
verschijnen de ingeschrevenen:
a. die zijn opgenomen in een krankzinni
gen-, idioten-, doofstommen- of blinden-
gesticht;
lx die doen blijken door ziekte of gebreken
tot die verschijning buiten staat te zijn
en niet zijn opgenomen in een gesticht
als onder a. bedoeld;
a. die zijn opgenomen in een rijksopvoe
dingsgesticht, een tuchtschool, een ge
vangenis of een rijkswerkinrichting;
d. die hun beroep maken van de buiten-
landsche zeevaart of van de zeevisscherij
buitenslands;
fl. die langer dan een maand in het buiten
land verblijven in een plaats, welke
meer dan 15 K.M. van de Nederlandsche
grens is gelegen;
f. die een geestelijk of een godsdienstig-
menschlievend ambt bekleeden of tot
zoodanig ambt worden opgeleid;
g. die als vrijwilliger behoort tot de land
macht uitgezonderd den vrij willigen
landstorm tot de zeemacht of tot de
overzeesche weermacht.
Niet-verschijning na inzending
geneeskundige verklaring.
Voor den ingeschrevene, op wien de ver
plichting rust voor den Keuringsraad te ver
schijnen, doch die aan den raad een verkla
ring zendt, welke den raad voldoende grond
geeft om den ingeschrevene voorgoed of
tijdelijk ongeschikt te verklaren, komt be
doelde verplichting te vervallen.
De verklaring moet op of na 1 December
zijn afgegeven, bij voorkeur door TWEE
geneeskundigen, en worden ingezonden zoo
spoedig mogelijk nadat de ingeschrevene is
opgeroepen om voor den Keuringsraad te
verschijnen.
Adres: Voorzitter Keuringsraad, stadhuis,
Alkmaar.
Uit de verklaring moet, zoo mogelijk,
blijken:
a. dat de ingeschrevene met geslachts
naam, voornamen en leeftijd aan te dui
den voorgoed of tijdelijk ongeschikt
voor den dienst wordt geoordeeld;
b. de aard en de graad van de ziekte of hel
gebrek, op grond waarvan de onge
schiktheid aanwezig wordt geacht, als
mede de bezwaren, door de ziekte of
het gebrek veroorzaakt.
Keuring elders. (Verschijning voor een
anderen Keuringsraad).
Zij, die niet in deze gemeente .of in de on
middellijke nabijheid woonachtig zijn of
verblijven, kunnen zich elders aan de keu
ring onderwerpen.
Daartoe richten zy zoo mogelijk vóór 20
December a.s. onder opgave o.m. van naam,
voornamen, geboortedatum, gemeente van
Inschrijving en volledig adres (straat en
huisnummer) een verzoek, op ongezegeld
papier aan: den Voorzitter van den Keu
ringsraad, Alkmaar, welk verzoek bij den
Burgemeester kan worden ingediend,
Herkeuring.
Ten aanzien van eiken ingeschrevene,
omtrent wien de keuringsraad uitspraak
heeft gedaan, kan bij den Keuringsraad een
nieuw geneeskundig onderzoek worden aan
gevraagd:
a. door den ingeschrevene, wien de uit
spraak geldt, of diens wettelijken ver
tegenwoordiger;
b. door elk der overige voor de zelfde ge
meente en voor de zelfde lichting inge
schreven personen of hun wettelijken
vertegenwoordiger.
De aanvraag moet berusten op aanneme
lijke in het verzoekschrift omschreven gron
den en uiterlijk den tienden dag na den
dag, waarop de uitspraak in het openbaar
is medegedeeld, zijn ingeleverd by den Bur
gemeester der gemeente, waar de ingeschre
vene, wien de uitspraak geldt, voor den
dienstplicht ingeschreven is.
Verschijnt de ingeschrevene niet voor den
herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag,
indien zij is gedaan door den ingeschrevene,
wien de uitspraak geldt, of door zijn wette
lijken vertegenwoordiger, als vervallen be
schouwd, behoudens de door de Kroon vast
te stellen uitzonderingen.
Indien het vanwege den herkeuringsraad
te houden onderzoek niet mocht kunnen
plaats hebben, wordt de ingeschrevene voor
geschikt gehouden.
Wenschen omtrent inlijving enz.
De ingeschrevenen hebben by de keuring
de gelegenheid hunne wenschen met be
trekking tot de inlijving, het garnizoen en
het tijdvak van inlijving kenbaar te maken.
De ingeschrevene kan den voorzitter eene
schriftelijke verklaring ter hand stellen, ten
bewijze, dat hij voor eenig vak of eenigen
arbeid bijzondere geschiktheid bezit. Hij, die
in het bezit is van een rijbewijs A (voor
chauffeur) of /en rybewys B (voor motor
rijder) wordt verzocht dit bewijs/deze be
wijzen mede te brengen.
Met de wenschen kan evenwel slechts
rekening worden gehouden voor zoover de
dienstbelangen het toelaten.
Afkeuring enz. door bedrog enz.
De ingeschrevene dient zich, op straffe
als bij de wet bepaald, te onthouden van he't
aanbieden van geld of geschenken of van
andere verkeerde praktijken, waardoor hy
zou meenen zyn afkeuring voor den dienst
te kunnen bevorderen.
Bestaat er naar het oordeel van den Mi
nister gegrond vermoeden dat iemand voor
goed ongeschikt is verklaard als gevolg van
bedrog, dan wordt de desbetreffende uit
spraak door den Minister vervallen ver
klaard en wordt de persoon, wien het geldt,
geplaatst in de verhouding tot den dienst
plicht, waarin hij zou hebben verkeerd, in
dien hij niet ongeschikt verklaard was.
Strafbepalingen.
Met hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste hon
derdvijftig gulden wordt gestraft:
a. hij, die niet voldoet aan de op hem rus
tende verplichting, zich aan eene keu
ring te onderwerpen en daartoe te ver
schijnen op plaats en tijd, welke hem
worden aangewezen;
b. degene, die de in verband met deze wet
van hem gevraagde opgaven niet of
naar waarheid verstrekt.
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste zes
honderd gulden wordt gestraft hij, die op
zettelijk een der in het vorige lid bedoelde
feiten pleegt.
Artikel 206 Wetboek van Strafrecht.
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren wordt gestraft:
1. hij, die zich opzettelijk voor den dienst
bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of
laat maken;
2. hij, die een ander op diens verzoek op
zettelijk voor dien dienst ongeschikt
maakt.
Indien in het laatste geval het feit den
dood ten gevolge heeft, wordt gevangenis
straf van ten hoogste zes jaren opgelegd.
De dancing van de Harmonie was gister
avond geheel gevuld met belangstellenden
voor het stelsel van den Amerikaanschen
econoom Bellamy, dat voor de afd. Alkmaar
van de naar hem genoemde internationale
vereeniging zou worden uiteengezet door
den uit de radio-wereld nog zoo goed be
kenden heer G. J. Zwertbroek uit Bus-
sum.
De heer*Visser, de voorzitter der afd.,
sprak een welkomstwoord, waarin hij o.a.
opmerkte, dat de eenige weg om uit de te
genwoordige economische moeilijkheden te
geraken, door Bellamy werd aangewezen.
Een zangkoor hoofdzakelijk bestaande
uit jonge meisjes en oudere dames onder
leiding van den heer H. Slotboom, zong
ter inleiding van den avond het Bellamy-
lied, na welken zang de heer Zwert
broek het woord kreeg ter bespreking van
zijn onderwerp
„Is armoede noodzakelijk?"
Hij stelde vast, dat in dezen tijd in ont
zaglijk veel gezinnen groote armoede
heerscht en releveerde dat de Amerikaan
Edw. Bellamy een stelsel heeft ontwikkeld,
waaronder het mogelijk zal zijn een maat
schappij op te bouwen, waarin welvaart zal
heerschen voor ieder.
Spr. gaf een korte biografie over Bella
my en haalde uit een geschrift van dezen
aan, dat de groote armoede, welke hij op
een reis in Europa op 18-jarigen leeftijd had
aangetroffen méér indruk op hem had ge
maakt dan de grootste paleizen. Over die
reis en de toestanden van dien tijd had Bel
lamy geschreven en daarbij voorspeld hoe
de toestand zich z.i. zou ontwikkelen.
En deze voorspellingen zyn geheel uitge
komen, zei spr. Bellamy was geen utopist,
maar iemand die met beide beenen in de
werkelijkheid stond en rekening hield met
het natuurlijke egoïsme van den mensch en,
uitgaande van dat standpunt, zijn econo
misch stelsel ontwikkelde.
Inderdaad, zei spr., hoewel Bellamy (ge
boren in 1850) reeds in 1896 is gestorven,
toch heeft hij ook nu nog tot ons veel te
zeggen.
Komende tot zijn onderwerp, gaf spr. al
lereerst een uitvoerige definitie van armoe
de: geen absoluut begrip, zij is zeer betrek
kelijk en houdt verband met de vraag in
welke omgeving en in welken tijd men leeft.
Thans, zei spr., is overal armoede, doordat
men in betere tijden heeft geleefd, want ar
moede is slechts een kwestie van verhou
dingen.
En nu zeggen de economen en politici hier
te lande tot ons volk: „wees tevreden, jullie
hebben het beter dan menig ander volk".
Dat zijn echter beweringen van utopisten,
die alle gevoel voor de werkelijkheid heb
ben verloren. Immers de werklooze Neder
lander kan zich niet vergelijken met den
Roemeenschen werklooze, maar slechts met
hen, die leven onder Nederlandsche verhou
dingen en toestanden, waarin ook hij vroe
ger heeft geleefd. Hy komt dan tot de con
clusie armoede te lijden te midden van een
wereld van overvloed.
Ons volk beschikt over voldoende ar
beidsgelegenheid, woningen en alle andere
levensbehoeften om een bestaan voor ieder
mogelijk te maken. En toch, in deze maat
schappij, waarin eenerzijds door de reclame
wordt gezegd: „Gy kimt niet gelukkig zijn
als gij dit of dat moet missen", zegt men
anderzijds: „Wees tevreden". Eenerzyds dus
een aankweeken van behoeften en ander
zijds een ontzegging ervan, dus armoede.
Eenmaal zullen de na ons komende geslach
ten zich erover verbazen, dat wij aan die
armoede niet snel een einde hebben ge
maakt.
Er zijn hier 400.000 werkloozen, vertegen
woordigend dus (elk gezin gerekend op 5
personen) twee millioen menschen, d.i. een
vierde deel van ons volk, die armoede lij
den. Al deze menschen, waardevolle ar
beidskrachten op elk gebied en bezield met
arbeidslust, leven gedwongen voort zonder
mee te werken aan het scheppen van hel
vaart voor ons volk.
En dat, hoewel alleen arbeid de bron is
van alle welvaart.
Ernstige pogingen om het kwaad der werk
loosheid bij den wortel aan te tasten, wor
den niet gedaan. Waarom niet? Omdat de
menschen zoo slecht zouden zijn? Neen!
Wij gaan uit van een ander axioma, zei spr.,
n.L dat het in de tegenwoordige maatschap
pij alleen gaat om, kost wat kost, een baan
tje te krijgen, misschien niet altijd zonder
voorspraak of andere handelingen, waartoe
men niet zou overgaan, als niet de plicht
van zorg voor vrouw en kind bestond. Het
is dus een gevolg van de toestan-
de n en daarom zal het erom moeten gaan
een goede distributie van alle voorhanden
levensbehoeften te scheppen; het is een
kwestie van organisatie.
Hoewel men tal van industrieën uitne
mend heeft kunnen organiseeren, ziet men
van organisatie van een volk ten behoeve
van de welvaart heelemaal niets, slechts
groote wanorde. Zou dat niet veranderd
kunnen worden? Zeer zeker wel, zei spr.,
den politici en anderen, die meenen, dat
de organisatie van een volk in dienst van
de welvaart niet mogelijk zou zijn, ontbreekt
het aan gevoel voor werkelijkheid en
bekwaamheid.
Het ligt niet aan de regeerders of aan de
werkgevers spr. had het weieens anders
gedacht maar veelal aan de toestanden
en economische omstandigheden waaronder
deze menschen zijn geboren en opgevoed.
Die toch vormen den mensch.
Dit is het ook wat Bellamy heeft betoogd.
Het systeem, waarnaar wij trachten te voor
zien in onze behoeften, is verkeerd; sterker
gezegd: er is eigenlijk heelemaal geen
systeem, maar de meest volledige vrijheid
tot produceeren ook als er aan een bepaald
artikel heelemaal geen behoefte is.
Wij allen hebben een zucht naar levens
behoud en daarvoor is noodig: voedsel, klee
ding, woning, middelen voor ontwikkeling
en ontspanning. Van cultureelen vooruit
gang kan geen sprake zijn, als aan deze voor
waarden niet kan worden voldaan: een ma-
terieele grondslag is noodig om te komen
tot geestelijke en maatschappelijke verhef
fing.
Dat de Bellamysten zich nog moeten bezig
houden met dien materieelen grondslag,
komt doordat het volk nog niet de juiste
wijze van organisatie der productie heeft
gevolgd. Onze regeering houdt zich bezig
met alles, behalve met datgene, waaraan
het overj;roote deel van ons volk in de eer
ste plaats behoefte heeft, niet alleen de
werkloozen, maar ook talloos veel werken
den in land- en tuinbouw en industrie.
De verdeeling en organisatie der produc
tie slechts aan het particulier initiatief
overgelaten en daarom krijgt men slechts
productie om de winst, als gevolg van het
stelsel waaronder wij leven. Het is dus
zaak om dat stelsel te veranderen, want het
is toch wel zeker, dat men veel beter en
met veel meer liefde zal werken, als men
niet gedrukt wordt door zorgen voor het
levensonderhoud. Het particulier initiatief
heeft gefaald, dat weet ieder, en daarom, zal
ons volk moeten vormen een arbeidsge
meenschap, waarin ieder recht heeft op le
vensonderhoud met den plicht zich te be
kwamen om aan de productie deel te nemen
Een ideaal, geheel anders dan wat tot dus
ver werd voorgehouden! Zeker. Men eischt
thans nog voor ieder het recht op arbei
en dat is geen recht; het eenige recht is het
natuurrecht op levensonderhoud met den
plicht om mede te scheppen.
Het is mogelijk, zei spr., om elk in Neder
land geboren kind recht te geven op zyn
aandeel in de productie en het gezamenly -
bezit aan voortbrengingsmiddelen en gr°n
van ons geheele volk. Daarom willen wij
dit alles bezit maken van de gemeenschap,
natuurlijk zonder het te willen verdeelen in
evenveel deelen als er menschen zijn: het zij
één en ondeelbaar eigendom van het ge
heele volk, dat met dat bezit zal arbeiden
iedereen, niemand buitengesloten vol-
geens Bellamy van 23 tot 45 jaar. Door dien
verplichten arbeid voor ieder zal er geen
gevoel van onbevredigdheid en dus geen
ontevredenheid ontstaan, zoodat er uitslui
tend tevreden menschen zullen zijn. Ieder
zal zyn deel ontvangen van de productie,
zelfs het kind, dat nog geen plichten heeft
anders dan de voorbereiding om zijn taak
in de productie te kunnen vervullen.
Volgens de stellingen van Bellamy zal
deze nieuwe maatschappij zich met den wil
der massa vanzelf ontwikkelen uit de hui
dige samenleving. Honderden, die tot nu toe
achter het thans nog geldende rielsel ston
den, hebben zich reeds geschaard achter
Bellamy niet alleen onder handarbeiders
maar ook in de kringen van intellectueelen,
beursmenschen e.a. breekt zich het stelsel
van Bellamy baan, dat niet anders wil dan
den weg wijzen naar een nieuwe, beter ge
ordende samenleving.
Ernstig wekte spr. op tot het zich eigen
maken van inzicht in den toestand van thans
en in dien zooals Bellamy zich voorstelde,
dan zal een golf doorbreken voor den eisch
van vorming van een betere distributie van
de producten, waardoor welvaart voor de
heele bevolking zal ontstaan. Waar het mo
gelijk is, oorlog te organiseeren, zal de mo
gelijkheid moeten bestaan tot organisatie
van den vrede. (Applaus.)
Schriftelijke vragen.
Na een pauze werden door den heer
Zwertbroek Verschillende schriftelijk
ingediende vragen beantwoord, na v-oiai
te hebben medegedeeld waarom de Beilamy-
vereeniging juist dezen vorm van debat
heeft gekozen: om ieder mogelijk te maken
te zeggen wat hem op bet hart ligt; voorts
om daarmee veel tijd te winnen en ten slotte
omdat het democratische recht van gelijk
heid voor ieder onder het huidige maat
schappelijke stelsel niet denkbaar is tenge
volge van de afhankelijkheid van een groot
deel der leden onzer volksgemeenschap
werkelijke democratie zal slechts kunnen be
staan in een maatschappij, zooals Bellamy
zich die dacht.
Naar aanleiding van deze vragen heeft de
spreker de Bellamy-gedachte op verschil
lende punten nog nader vrij uitvoerig toe
gelicht en verduidelijkt. Omdat de nuidige
maatschappij staat op den grondslag van het
individualisme, het beginsel om ieder voor
zich een zoo groot mogelijk deel van de le
vensvoorwaarden vervuld te krijgen een
natuurlijk egoïsme dus zal ieder zijn
eigenbelang vóór alles stellen. Op dit begin
sel heeft Bellamy zijn stelsel gebouwd: hij
gaat uit van de stelling, dat ieder het alge
meen belang zal dienen als hij daarmee zijn
eigen belang behartigt. Dan zal een betere
basis voor de samenleving worden gevormd,
waarin het leven in overeenstemming met
de religie wordt gebracht en naar liefdevolle
samenwerking kan worden gestreefd, omdat
geen vrees voor bezitloosheid meer zal be
staan.
Uitvoerig ging spr. in op een vraag om
trent den werktijd, die loopt van 21 tot 45
jaar, waarvan de eerste twee jaren in den
arbeidsdienst, met als taak de onaangename
en vaak harde bezigheden te verrichten,
waarin naar verwacht mag worden een eer
gesteld zal worden na de goede opleiding
waarvoor de maatschappij heeft gezorgd
zonder dat de jonge menschen daartegen
over eenigen plicht hadden.
Een andere vragensteller wilde weten hoe
het privaat-bezit zou worden opgeheven. De
heer Zwertbroek antwoordde, dat de Bella-
my-beweging dat niet kan, maar slechts het
volk zelve. Of daartoe zoo noodig geweld
zal worden gebracht, zal dat volk zelf moe
ten uitmaken, m.a.w. de practijk zal daar
over moeten beslissen. Wel wilde spr. zeg
gen, dat, als de menschheid het privaat
bezit niet zal opheffen, zij zal ondergaan in
bloed en tranen. De Bellamysten zijn over
tuigd, dat het gezond verstand zal overwin
nen en een maatschappij zal vormen, waar
in voor ieder welvaart is.
Spr. waarschuwde ertegen om van de Bel
lamy-gedachte een politiek vraagstuk te
maken, want, zei hij, de politici wenschen
den tegenwoordigen politieken toestand te
handhaven, want geen enkele der pari jen
is in staat de macht in handen te nemen met
de daaraan verbonden verantwoordelijk
heid.
De laatste vraag luidde: wat zal er in den
Bellamy-staat gedaan worden tegen iemand
die onwillig is te werken? Hij zal vrijgela
ten worden om te pogen om zonder de in den
Bellamy-staat geldende plichten en rechten
in zijn behoeften te voorzien. Echter, naar
spr. s overtuiging zal in den nieuwen staat
niemand weigeren te werken, omdat daarin
een zoo heel andere sfeer heerscht dan in
die van onze dagen.
Overvloed van werkkrachten zal er nim
mer in een branche welke ook kunnen
ontstaan, omdat de behoeften worden bere
kend aan de hand van de statistiek en bo
vendien de natuurlijke aanleg in dezen ook
een woordje meespreekt.
Aan het einde der vergadering werd het
Bellamy-lied nog weer herhaald, waarna
de heer Visser sloot met een woord van
dank aan den heer Zwertbroek voor zijn aan
gename en leerrijke rede.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOQOOOO
^^^^^^oooooooooooooooooooooooo
Op 13 December vergaderde h
dezer gemeente des nam. acht uur
Tri rtolrnmon nrip aa«.-i.
Ingekomen was een adres
delsavondschool te Purmerend
van de
sidie uit de gemeentekas. B. en Sut>-
geen vrijheid vinden den raad voor
len daaraan tegemoet te komen dorh
omdat de financiën van de gemeer,;^
van dien aard zyn, dat zonder riiw^ öiet
de begrooting 1938 sluitend is te m iïSi
De heer C. Jongkind deelde mede*
het op zeer hoogen prijs zou stellen'
de raad zou kunnen overwegen het mdie?1
zoo mogelijk in te willigen. De
wet vraagt eischen van den
en het onderwijs op deze handeW
school te geven is goed en nuttig Vn -
genen die later in eigen bedrijf Eaat die-
De heer J. Koppen stelde voor zoo'
lijk een bedrag van 5 aan subsidié
leerling beschikbaar te stellen. P«r
De voorzitter kon zich hiermee
gen en stelde voor aan G. S. van
verzoeken of tegen een dergelijke k
bezwaren bestaan.
Hiertoe werd met algemeene
besloten.
Een bericht van den minister
ond.
stei
'mtnej
goed-
e landverhuring
r°" de gemeente-
nenlandsche Zaken inzake hêrhT3'1
van den E.A. heer C. A. van Staveren111®,'
burgemeester dezer gemeente, alsm T alj
schrijven betreffende de vereischte h -6611
ging als burgemeester. beeedi-
De heer Brouwer feliciteerde den h
meester met deze herbenoeming. DurSe-
Van de Landarbeidersbonden b
houdende een vezoek om de leden enc^
organisatie's zoo mogelijk in hun trJLu die
periode hulp te bieden. KMngg.
Met algemeen goedvinden werd da
medewerking verleend. Ma>®
Mededeeling van B. en W. dat be
cassatie is ingesteld by den Hooeen°RP "1
der Nederlanden inzake een uitspraak raarf
van beroep directe belastingen te Alkm
betreffende aanslag straatbelasting 1936 KI
Peek. Goedgevonden. Tevens werd
keuring verleend aan
voor 1938 en 1939
landerijen.
Van de besturen van de tuinbouw-organi-
satie's is een mondeling verzoek ingekomen
dezen winter evenals vorig jaar door
middel van de werkverschaffing hulp te
bieden. Deze aanvrage is later gedaan dan
in een vorig jaar. B. en W. zijn van oordeel
hulp te verleenen, waar zulks echter noodig
is. De raad kon zich hiermee vereenigen en
een en ander zal by den minister van
Sociale Zaken alsmede bij den rijksinspec
teur van de werkverschaffing worden aan
gevraagd.
Tevens deelde de voorzitter mede, de
regeling van de kleine boeren in deze ge
meente. Spr. zegde dank aan de plaatselijke
commissie voor hunne vele werkzaamheden,
Omtrent de werkverschaffing „vegverbete
ring Graftermeer" werd door den voorzitter
den raad verslag gedaan en spr. bracht
dank aan het bestuur van de provincie N.-
Holland Prov. Waterstaat, voor de onder
vonden medewerking.
Besloten werd op het verzoek van E
Peek om ontheffing straatbelasting 1937
afwijzend te beschikken.
Met algemeene stemmen werd vastgesteld
de verordening tot het heffen van 75 op
centen gemeentefondsbelasting, ingaande in
Mei 1938.
Verzoek van Jn. Kieft te Graft tot het
onderhands pachten van de gemeente
Graft van het recht tot het innen van tol
gelden in het dorp Graft voor het jaar
1938 met recht van een optie-jaar Noot
1030.
Met algemeene stemmen werd dit goed
gevonden.
Met alg. stemmen werd besloten, dat de
gemeente Graft zich zal aansluiten bij
de vereeniging F. O. G., ingaande 1 Januari
1938 voor de verzekering van de gemeente
gelden, onder voorwaarde, vermeld in de
statuten dier vereeniging.
Als leden Burgerlijk Armbesturen wer
den benoemd voor Graft de heer J-
Heijnis; voor Oost-Graftdijk de heer
Brouwer en voor West-Graftdijk de hee
G. Tenty. I
De voorzitter stelde aan de orde de e
grooting 1938, alsmede het goedkeuren
de begrooting Burgerl. Armbesturen 1W®-
Spr. wees in zijn toelichting op de
mingen op hoofdstuk Vin par. 2. In ver_ee(jJ
met de concentratiewet o. L s. is r
rekening gehouden dat slechts een
school in deze gemteente in stand zalw0
gehouden. w t
Na 16 December e.k. zal echter om
de schoolkwestie de raad nadere beslissing*"
moeten nemen.
De heer S. Heinis vond de ramingen.
hoofdstuk VI van den G. D. over het a
meen te laag; b.v. het straatwerk in
gemeente vraagt den vollen aandach
het gemeentebestuur. o5
De heer C. Jongkind wees e veneer
de bestrating voor perceel P. v. d. Grag
De heeren Koppen en Heijnis ®in®e"oren
hetgeen door genoemde leden naar
werd gebracht, accoord. ie
De voorzitter zegde namens B. en
noodige zorg voor de straten te behou
wees op de mogelijkheid in een naatltiin-
gemeente nog bruikbare oude stra
kers te koopen. - ad-
De heer S. Heinis wees op het be ,haffen
2, dat voor kosten van het aanS_tjng is
van leermiddelen enz. op deze begt°
uitgetrokken. Spr. meende te weten. Vjen
bedrag tot 2.60 per leerling kan heef
opgevoerd. De voorzitter zegde e zal
Heinis dank voor deze aanwijzing
onderzoeken of een dergelijk be paarna
leerling kan worden uitgetrokken-gn de
werd met algemeene stemmen €- -tgaven
begrooting 1938 van inkomsten en jg des®
dezer gemeente vast te stellen, zü js
door B. en W. in concept aan den
aangeboden. stemrien
Tevens werd met algemeene jg be-
besloten goed te keuren de ingt mbestured
grootingen van de burgerlijke a
in deze gemeente.