De moordzaak-Weidmanri. De moordenaars als villabewoners. Een ontmoeting met Weidmann en Milüon? Een bezoek een de rooveregrot QetHeeHtecadeit KOEDIJK Ji&diQpCOQCtUfUilG 0 IfauilletCH 'T OOG VAN TWEEDE BLAD (Van onzen Paryschen correspondent). De eene sensatie volgt hier op de an dere. Even plotseling als ze er waren verschenen, zyn de mededeelingen over het complot der cagoulards van de voor pagina der bladen verdwenen en naar een binnenblad verplaatst. En dag aan dag vullen de frontpagina's zich thans met de berichten over de moorden in Celle Saint Cloud. Men spreekt haast nergens anders meer over. Nu spreekt zoo'n moordzaak, in al haar afgrijselijkheid, sterker tot de verbeelding van het groote publiek dan de Cagoulards- kwestie, waarvan niemand meer het rechte begrijpt. En de couranten bieden tegen elkaar op met de meest sensationeele ont hullingen. Men weet al te vertellen, dat de jonge Duitscher en zijn medeplichtigen voornemens waren rijke vrouwen naar de villa te St. Cloud te lokken, om haar daar te berooven. Joan de Koven, wier mysterieuze verdwijning de politie maanden lang heeft beziggehouden, was op 24 Juli het eerste slachtoffer. Haar volgden op 6 September de chauffeur Couffy, in het begin van Oc- tober Roger Leblond en Jeanne Keiler, op 4 November Arthur Frommer en op 25 No vember Raymond Lesobre. Hier te Parijs wordt nogal ongelijk ge dacht over de zaak, waarin, naar nader is gebleken, ook Roger Willion, Jean Blanc en Colette Tricot een meer of minder belang rijke rol spelen. Eenerzijds huldigt men de politie voor haar doortastend optreden, an derzijds stelt men haar in gebreke en wijst men erop, dat de moorden toevallig aan het licht zyn gekomen. Er zijn kranten, die be weren reeds dadelijk na de verdwijning van Joan de Koven op een onderzoek in de richting van St. Cloud te hebben aangedron gen. Hetgeen niet zqu zijn geschied, ofschoon de Amerikaansche danseres bij haar vertrek een briefje had achtergelaten, waarin zy meldde, dat ze naar Weidmann te Celle St. Cloud was gegaan. Er wordt op gewezen, dat in den tuin der villa twee automobielen zijn gevonden, terwijl men wist, dat Weid mann geen auto bezat en de villa zelfs geen garage heeft. Maar dat nakaarten is gemakkelijk en moet voorloopig niet te ernstig worden ge nomen. Wie den toestand kent, weet, dat de Fransche politie dichter bij het volk staat dan bijvoorbeeld in ons land, wat zijn na- deelen, spoedige en vaak onvoldoende ge fundeerde critiek, doch ook zijn voordeelen heeft. Verder is de Fransche politie nogal gedecentraliseerd en sterk geconcentreerd op de groote steden, terwijl de bezetting in de landelijke gemeenten in verhouding ge ring schijnt. Wat ervan zij, met de arrestatie van Weid mann zijn eenige moorden en spoorlooze verdwijningen van den laatsten tijd opge helderd. En met Roger Million, Colette Tri cot en Jea» Blanc, die zichzelf bij de politie hebben aangemeld, schijnt men wel alle leden van de bende te pakken te hebben. Door wederzij dsche beschuldigingen Weidmann heeft Million al van den moord op Leblond beticht zal men tenslotte wel achter de geheele waarheid komen. Natuurlijk is Weidmann, die nog geen dertig jaar is, het onderwerp der beschou wingen van psychologen, psychiaters en leeken. Van die der laatsten mischien nog het meest; de halve wereld schijnt heden ten dage aan psychologie te doen. Terecht of ten onrechte wordt de man vergeleken bij Landru in wiens cel hij zit, bij andere blauwbaarden, by Troppmann, Hauptmann, en den Dusseldorpschen moordenaar. Wij zullen ons maar liever niet op dien wag be geven. Vast staat echter wel, dat het Weidmann en zijn bende zoo niet uitsluitend, dan toch wel in de eerste plaats om het geld hunner slachtoffers was begonnen. De zes moorden binnen vijf maanden hebben hun evenwel nauwelijks 25000 francs, nog geen tweedui zend gulden, opgeleverd. Weidmann wilde den grooten heer uit hangen. Zyn, overigens gebrekkige, kennis van de Engelsche taal hoe stuntelig zijn op den keper beschouwd de paar regels in de Engelsche taal, welke hij schreef aan de tante van Joan de Koven verschafte hem eenigen voorsprong in Parijs. Fransch met een Engelsch accent staat chique tegenwoor dig. Hij kon met eenigen ophef van zijn villa te Saint Cloud gewagen; de vreemde ling weet niet, dat men, zooals Weidmann had gedaan, zulk een gemeubileerd huisje kan huren voor minder geld dan men te Parijs voor een paar appartementen be taalt. Van een zich bewegen in hoogere kringen is overigens geen sprake geweest, zijn slachtoffers waren een avontuurlijk aange legde danseres en een andere juffrouw, een vriend van vroeger, een theateragent, een tusschenpersoon by den verhuur van huizen, een taxichauffeur. (De meer en meer voor komende berooving van taxichauffeurs, heeft schrik onder de leden van dit gilde gebracht. Toen wy te Neuilly onlangs voor een laten bezoeker een taxi namen de vermoorde chauffeur Couffy woonde te Levallois, by Neuilly, het lijk van Leblond werd in een auto te Neuilly gevonden wapende de man zich met een stevigen knuppel.) Van het cynisme van Weidmann, maar niet minder van zijn grenzelooze begeerte of naieviteit getuigt het feit, dat hy de bre tels van een zijner slachtoffers droeg en de vulpen en den sigarettenaansteker van een ander gebruikte. Million had het horloge van Leblond om zijn pols, Colette Tricot droeg sieraden van Joan de Koven en Jeanne Keiler. Een auto, welke haast ieder, die buiten Parijs woont, bezit, had Weidmann, alhoewel hij kon chauffeeren, niet; hij moest gebruik maken van het overal stop pende treintje naar La Celle Saint Cloud of naar Viucresson om zijn villa te bereiken. Hetzelfde treintje, dat Joan de Koven heeft genomen voor het bezoek aan St. Cloud, 't welk haar noodlottig werd. Eenige inwoners van Vaucresson zeiden ons, dat Weidmann een beminnelijk mensch scheen, die weliswaar dikwijls naar Parijs ging en vrienden ontving, doch die stellig niet rijk was. Men had hem vaak zien loo- pen als hij inkoopen deed om zelf zijn potje te koken. Dat en zijn opgewektheid maakten „dien Engelschman" in hun oogen juist zoo sympathiek. Weidmann zelf echter wist maar al te goed, dat zijn stereotiepe filmheldenglim- iach, die aangeleerd was (in zijn kamer vonden we boekjes over sexappeal) en die, naar hy naievelijk dacht, voor vrouwen onweerstaanbaar was, hem niet veel zou helpen voor het betalen van de huur en zijn andere uitgaven. Geld was het eerste, wat h:J en zy medeplichtigen noodig hadden. Bij al het afgrijselijke van hun daden is dat toch het tragische in deze mer.schen. Den ochtend na de ontdekking van den eersten moord zijn we naar La Celle Saint Cloud gereisd. Het ligt een kleine twintig kilometer van Parijs, hoog, en midden in de bosschen; een ideaal oord in den zomer. Thans lag er hier en daar nog sneeuw. Van den vorigen avond; te Parijs had het alleen maar geregend. De rue Pignault Lebrun is geen straat, doch een weg, een binnenweg, waar twee auto's elkaar nauwelijks kunnen „passee- ren". Langs dien weg staan met tusschen- ruimten aardig gebouwde huisjes; villa's, zegt de Franschman. Wij zouden ze hoog stens villatjes noemen. Eén ervan is La Voui- zie. Het huisje ligt half verscholen achter een hooge haag van klimop. Het is in Frank rijk gewoonte z'n woning buiten achter een muur of een heg voor onbescheiden blikken te verbergen. Aan het hek hangt meestal een bordje met de mededeeling, dat daar een „chien méchant", een booze hond, woont. Men kent dat „wacht u voor den hond" ook in verschillende streken van ons land nog wel. Dit anders zoo onopvallende villatje dan staat eensklaps in de belangstelling; het wordt omzwermd door een leger van journa listen, cameramannen en persfotografen. Toen wij er kwamen, waren de deuren van de woning nog gesloten en verzegeld, de po litieautoriteiten zouden komen om het gru welijk gebeuren te reconstrueeren. Wij waren in de gelegenheid een gedeelte van het onderzoek mee te maken; een reconstructie der feiten werd het niet, om dat Weidmann had geweigerd daaraan mede te werken; hetgeen ons niet erg speet. Rondom het huisje met den obscuren kelder ligt de tuin, achter nog netjes aange harkt; vóór is de grond omgewoeld en weer platgetreden; men heeft er gegraven. De ruwe kisten met het stoffelijk overschot van Joan de Koven en Arthur Frommer staan er nog; ze worden gefilmd en gefotografeerd tot men er misselijk van wordt. De tuin ligt bezaaid met blitzlichtlampen. In de kamers is alles overhoop gehaald, kasten en kisten. Er liggen kleeren en boe ken en papieren; de politie doet haar werk grondig en zwijgend. Men vindt de zonder lingste dingen; het is luguber, weinig ge schikt om te vertellen. We zijn bly als we de villa La Voulzie achter ons kunnen laten en een eindweegs door de vredige bosschen kunnen gaan om in de namiddagschemering het banlieu- treintje terug te nemen naar Gare Saint Lazare te Parijs. Maar by den naam La Celle Saint Cloud zullen we onwillens telkens moeten denken aan deze moorden en aan dezen Weidmann, die, thans verblijvend in de gevangenis te Versailles, waar ook Landru zijn vonnis heeft afgewacht, straks ter dood veroordeeld zal worden. De Haagsche redacteur van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant", de heer H. Hotke, is van 3 tot 8 October te Barbizon geweest, waar hij zijn echtgenoote in hotel „Les Pleiades" heeft gelogeerd. Eiken dag maak ten de heer en mevr. Hotke wandelingen in de omgeving van het plaatsje en op 5 of 6 October, dus een of twee dagen na den moord op Jeanne Keiler, hebben zij een uit stapje naar de rooversgrot gemaakt. Daar zij den goeden weg niet konden vinden, vroeg de heer Hotke aan twee onbekende personen hoe zij naar de grot moesten wan delen. Een van de twee viel op door zyn groote haardos. Hij droeg een rugzak en de ander, naar de heer Hotke zich herinnert, had een gestreepte broek aan. De beide mannen brachten den heer en mevr. Hotke naar de grot en een hunner liet bij het schijnsel van een kaars, welke hij uit zijn zak haalde, den heer Hotke de grot van binnen zien. Mevr. Hotke bleef buiten op haar man wachten. Het ongunstige uiter lijk van de beide gidsen deed haar ervan af zien mede naar binnen te gaan. Zelfs had zij reeds een diamanten hanger, dien zy op den bewusten dag droeg, in de hand genomen om hem aan de beide mannen aan te bie den wanneer zy tot bedreigingen zouden overgaan. Zoover is het niet gekomen. De heer Hotke is ongekrenkt bij zijn echtge noote teruggekomen en deze geschiedenis zou ongeschreven kunnen gebleven zyn ware het niet, dat mevr. Hotke, toen zij in de bladen de foto's van Weidmann en Million gezien had, thans volhoudt, dat zy het zyn, die op den 5en of 6en October van dit jaar het echtpaar den weg naar de rooversgrot hebben gewezen. Voor 1938 zal voor ruim 45900 aan extra-bijdragen van het Rijk gevraagd worden. De gistermiddag ten raadhuize gehouden vergadering van den raad dezer gemeente werd door alle leden bijgewoond. Voorzitter was de burgemeester, de heer Ninaber. Na opening der vergadering en goedkeu ring der notulen deelde de voorzitter mede, dat de werkverschaffing is verlengd tot en met 26 Maart 1938. Ingevolge een verzoek van Ged. Staten werd besloten eenige wijzigingen te bren gen in het reglement op het burgerlijk arm bestuur. De voorzitter lichtte toe, dat deze wijzigingen voortvloeien uit bepalin gen, welke niet op deze gemeente slaan. Commissie van toezicht lager onderwijs. Aan mevr. Ninaber en den heer C. Prins werd op hun verzoek eervol onslag verleend als lid er commissie van toezicht op het la ger onderwys, zulks met dankbetuiging voor de in deze functie bewezen diensten. Ter vervulling van de eerstgenoemde va cature gaven B. en W. de volgende aanbe veling: 1. mevr. A. Zwetsman-de Geus, 2. mevr. D. Kramer-Govers. Met zes stemmen tegen één op no. 2 werd de eerste benoemd. Voor de tweede vacature luidde de aanbeve ling: 1. P. J. Lammerschaag, 2. C. Damiaans. Zaterdag 18 December. HILVERSUM, 301 M. (VARA- uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij ding. 10.20—1.45 Gr.pl. 2.— Filmpr. 2.15 Viool en piano. 2.45 Ama- teurs-uitz. 3.15 Sportuitz. 3.30 Re sidentie-orkestensoliste. 4.10 Gr.pl. 4.30 Tooneelcauserie. 4.50 VARA- orkest. 5.40 Literaire causerie. 6. Orgelspel. 6.30 Wcstfriesche uitz. 7.— Filmland. (7.30 VPRO: Bijbel- vertellingen). 8.Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 Voordr. 8.20 Uit Leeuwarden: Fan tasia en solisten. 8.50 Het mysterie der werkwoorden, prijsvraag. 9.15 C Steyn's Accordeonorkest en so listen. 10.30 ANP-ber. 10.40 Mede deelingen. 10.45 Gr.pl. 10.50 Radio- tooneel. 11.— Uit Leeuwarden: De Ramblers en solist. 11.3012. Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Gods dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.— Voor de rijpere jeugd. 3.Kinderuur. 4. De KRO-melodisten, solist en gr.pl. 5.30 Esperantonieuws. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gr.pl. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7.— Ber. 7.15 Kath. RVU. 7.35 Act. aetherflitsen. 8.— ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijs ting. 8.35 Russisch Orkest Slawa en solisten. 9.Gev. progr. 10.Rus sisch Orkest Slawa (vervolg). 10.20 Gr.pl. 10.30 ANP-ber 10.40 Filmpr. 10.55—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl. 12.05 BBC-Northern Orkest. 12.50 Dansmuziek (gr.pl.) 1.20 Commo dore Grand-orkest. 2.20 Pianoduet ten. 2.50 Gr.pl. 3.20 Sportrep. 4.20 EBC-Schotsch orkest. 5.— Deel. 5 20 Sidney Lipton's Band. 6.20 Ber. 6.50 BBC-orkest en soliste. 7.50 Radiojournaal. 8.20 Variété. 9.20 Ber. 9.40 Amerikaansch nieuws. 9.55 Stradivarius-herd. 10.20 BBC- Theater-orkest en solist. 11.20 Jack Harris' band. 11.50 Ber. 12.12.20 Verv. dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.50 en 8.50 Gr.pl. 9.50 Orkest van de Con- certs du Conservatoire en soliste. 11.50 Gr.pl. 12.20 Pianovoordr. 12.35 Giardino-orkest en zangvoordracht. 3.20 en 4.05 Zang. 6.05 Pianovoor dracht. 8.35 Uitz. uit het Théatre National de 1'Opéra. 12.051.20 J0 Bouillon's dansorkest. KEULEN, 456 M. 5.50 Ferdy Kauff. mann's orkest. 7.50 Omroepklein- orkest. 8.50 Cembalo-voordracht 11.20 Omroepkleinorkest. 1.35 p0. pulair concert. 2.20 Fluit en piano* 3.20 Omroeporkest, Orkest van de Rijksarbeidsdienst en solisten. 5.35 Radiotooneel met muziek. 6.30 oin- roeporiyst, -koor, militair orkest Hermann Hagestedt's orkest en so! listen. 11.20—12.20 Adalbert Dutter en Herbert Fröhlich met hun or kesten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepklein orkest. 1.50 Gr.pl. 2.20 Rep. 3.30 Operaconcert (gr.pl.) 4.20 Omroep, dansorkest. 5.20 Grpl. 6.35 Vocaal trio Scapus. 7.35 Omroepsalon- orkest. 8.20 Cabaret. 9.20 Omroep, kleinorkest, Omroepkoor en solis ten. 10.30 Gr.pL 11.35—12.20 Om- roepdansorkest. 484 M.: 12.20 Ed. Loiseau's orkest en Accordeonsoli! I.50 Gr.pl. 3.20 en 3.40 Omroep- salonorkest. 3.50 Waalsch Cabaret 4.50 Gr.pl. 5.35 Gr.pl. en Gitaar- voordracht. 6.35 Koorconcert 6.50 Pianovoordr. 7.05 Verv. koorcon cert. 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroepsymph.. orkest. 10.30 Omroepdansorkest, II.20—12.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Bonte avond. 9.20 Ber. 9.50 Cello en piano. 10.05 Weerbericht 10.20—12.15 Ad. Lutter's orkest en Herb. Fröhlich's Kapel. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R. 9.20—12.05, Lond. Reg. 12.05—12.36, Keulen 12.3513.20, Brussel VL 13.20—14.20, Parijs R. 14.20—15.20, Keulen 15.2017.20, D.sender 17.20 —18.05, Parijs R. 18.05—18.20, Keu len 18.20—21.20, Motala 21.20 21.55, Lond. Reg. 21.5522.20, Brus sel VI. 22.20—22.30, Weenen 22.30 22.50, Boedapest 22.50—23.25, Ber- lijn 23.25-24.- Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.3512.05, Droitwich 12.0515.20, Lond. Reg. 15.20—17.20, Droitwich 17.20—24.—. Lijn 5: Diversen. De eerstgenoemde werd gekozen met 4 stemmen, no. 2 kreeg drie stemmen. De heer S. Smit, die periodiek moest af treden als lid van deze commissie, werd her kozen met 6 stemmen; zijn tegencandidaat, de heer C. Brouwer, kreeg één stem Goedgekeurd werd een voorstel van B. en W. om aan W. IJfs en J. Hofma een woning van de gemeente te verhuren. Eveneens werd goedgekeurd een voorstel tot aansluiting bij den destructor voor den vleeschkeuringskring Barsingerhorn. De kos ten zullen bedragen 2.6 cent per inwoner en 2.6 cent per H.A. Verlaging belasting op het houden van bals. Naar aanleiding van een verzoek om ver laging van de belasting op het houden van bals, ingediend door den heer Ph. Ottink te St. Pancras in deze gemeente, stelden B. en W. voor, de thans geldende heffing van 15 voor eiken keer te verlagen tot 7.50. Zij deden zulks in de hoop dat er méér bals zullen worden gehouden dan in de laatste paar jaren, niet omdat zy zooveel van bals houden, maar omdat de gemeente de belas ting niet kan missen, aldus weth. Hart. Deze belasting, die in 1934 nog 376 op bracht, leverde in 1937 nog slechts 225 op; in 1935 en 1936 bracht zy in het laadje resp. 275 en 239, het werd dus elk jaar min der, gevolg van het geringer bezoek aan de bals, waardoor de onkosten ervan niet meer konden worden gedekt, zoodat de kasteleins steeds minder van deze ontspanningen gingen organiseeren. De heer Visser had een heffing volgens het bezoek billijker gevonden. De voorzitter antwoordde, dat de thans voorgestelde regeling de gemakkelijk ste was. Weth. Z u t lichtte toe, dat de heer Ottink wel genoegen zou hebben genomen met een heffing van 20 pCt., maar de caféhouder Groot meende, dat die niet hooger zou moe ten zyn dan 15 pCt. Het verzoek om een per centage van de entreegelden als belasting te heffen werd ten slotte ingetrokken, om dat de belanghebbenden het niet eens kon den worden over de grootte van dat percen tage. De heer Hart zei nog, dat Groot bezwaar had tegen 20 pCt., omdat hy een grootere zaal heeft en dus méér menschen kan toe laten, waaruit dan zou volgen, dat hij méér voor 't houden van een bal zou moeten be talen dan de andere caféhouders in de ge meente. Het doel van het nu gedane voor stel is om Ottink en de Weert in de gelegen heid te stellen ook bals te organiseeren. De heer Visser merkte op, dat hy, <Ji* de grootste zaal heeft, toch ook de hoogste ontvangsten kan maken en dus ook de meeste belasting zou kunnen betalen. Het zal nu zóó worden, dat Groot het meeste voordeel van de verlaging der belasting heeft. De raad meende op deze opmerking, die o.i. toch wel zeer gegrond was, niet te moe ten ingaan en keurde het voorstel van B. en W. zonder meer goed. Zonder stemming werd ook goedgekeurd het voorstel van B. en W. om de verorde ning op het heffen van vergunningsrecht zoodanig te wijzigen, dat zij wordt geregeld naar den omzet. Ged. Staten hadden een Door ALAN DARE 33) „Al wat ik weet, is, dat u ontbloot bent van elk menschelijk gevoel. Sinds den dood van mijn vader hebt u mij achtervolgd. U hebt mijn man probeeren te vermoorden, en u verwacht, dat ik alles zal vergeten. Als ik een man was, zou ik zou ik „Ik moet tot je eer zeggen, dat ik geloof, dat je dan een of andere dwaasheid tegen myn leven zou beproeven. In de gegeven omstandigheden is het heel goed voor je, dat je een vrouw bent. Maar genoeg van dit alles. Over tien minuten gaan wij aan land". Met een boos gezicht schuifelde hij weg. Zij zelf ging naar haar hut en pakte eenige noodzakelijke dingeh in. Toen zij op het dek terugkeerde, zag zy, dat degenen, die naar land zouden gaan, zich in de wach tende boot inscheepten. Daarbij waren de twee dwergen, Han de kok, Dave, een groote Zweed, Peters geheeten, Katinka en Phenuit. De rest van de bemanning moest aan boord van het jacht blijven. „Maak voort", snauwde Phenuit. Langs een soort ladder klom zij in de boot. Phenuit volgde met de vlugheid van een aap. In zijn wit drill costuum leek zyn gezicht nog onheilspellender. Zij merkte op, dat hij nog steeds zijn moordenden zwarten stok bij zich had, en dat zijn zij zak uitbolderde door iets, dat op een re volver leek. In weinige minuten was de boot op de zelfde plaats geland, waar de uitrusting lag. Zoodra het gezelschap aan land was gestapt, namen de twee roeiers afscheid van Phenuit en roeiden naar het jacht terug. Maxine vroeg zich af, op welke ma nier zy het binnenland moesten bereiken, daar de uitrusting veel te groot was, om door het kleine aantal mannen te worden gedragen. „Peters!" De vreeselijke Zweed trad op Phenuit toe, die hem een brief overhandigde. „Volg dat pad naar het dorp en geef dezen brief aan een man, dien je in de eer ste hut zult vinden de groote ronde. Hij zal voor muilezels en drie gidsen zorgen. Vlug!" Peters kwam een half uur later terug met eenige muilezels, die door drie half naakte Indianen gedreven werden. Phenuit sprak hen aan in een taal, die Maxine ge deeltelijk verstond. Alle mannen hielpen de muilezels te beladen, en toen men hier mee gereed was, wees de aanvoerder der gidsen naar het Noord-Westen. Phenuit boog het hoofd en de stoet zette zich in be weging. Een uur lang ging het door zandduinen, waar het loopen zwaar viel. Toen betraden zij een woud, en volgden de dieren 'n goed zichtbaar pad. Maar na korten tijd verloor zich dit in de omgeving. Het gezelschap was door een dicht begroeid woud omringd, waarin overal rotsblokken verspreid lagen, die overblijfselen van oude gebouwen le ken, zooals ze in werkelijkheid dan ook waren. Laat op den middag werd er halt ge houden en maakten de mannen het kamp in orde. Er liep een klein stroompje dichtbij en daarin werden de vermoeide muildieren geleid. Han, de Chinees, had al spoedig een vuur aangemaakt en hield zich druk bezig met zyn potten en pannen. Toen de tenten opgezet waren, ontdekte Maxine tot haar schrik, dat zij er een moest deelen met de vrouw, die zij verafschuwde. „Ik wil niet", zei ze. „Je doet, wat je gezegd wordt", snauwde Phenuit. „Het is een eer, die je eigenlijk niet verdient". „Ik ga liever dood, dan dat 'b „Laat haar haar gang gaan. Phineas", teemde Katinka. „Als zij slangen en dui- zendpooten boven mijn gezelschap verkiest, laat ze die dan hebben". „Dat doe ik", antwoordde Maxine. „Er bestaat niets ter wereld, dat ik niet zou1 verkiezen boven een samenzijn met u". Katinka haalde haar schouders op. Zij scheen er heelemaal geen geweten op na te houden en begon een kopje thee op te drin ken, dat Han haar had gebracht. „Heel goed", zei Phenuit. „Maar ik waar schuw je, dat het nutteloos is, te trachten te ontvluchten". Zy kreeg eenige kleeden en nadat zij haar maal had opgegeten, vond zij een plek, waar zij wilde slapen. Het krioelde er reeds van gonzende insecten, en later kwam de zorgzame Dave met een muskietennet aan dragen. „U doet beter dit te gebruiken", fluisterde hij. „Die akelige dieren zullen u anders opeten". „Dgnk je, Dave". „En neem een raad van mij aan, juffie, jaag die vrouw niet te veel tegen u op stang. Zij is zoo giftig als een adder en kan steken, als zij wil". „Ik haat haar". „Haat haar dan in stilte. Zij is gevaar lijk". „Ik zal probeeren, er aan te denken". Zij keek hem na, terwijl hij zich bij de andere mapnen voegde en ging toen liggen ep liet haar gedachten den vrijen teugel. Alleen het voortdurende gonzen der in secten verbrak de doodsche stilte. Met den nacht kwamen vrees en pijnlijke herinne ringen, maar ook deze verdwenen eindelijk, toen de slaap vergeteldheid bracht. HOOFDSTUK XVII. De achtervolging. i De beet. waarmee Kennedy en Hornblow reisden, bleek zoowel zeewaardig als snel te zijn. De eerste aanlegplaats was Pro- greso. waar de twee reizigers aan land dachten te gaan. De lange reis deed won deren aan Hornblow. Zyn ziekte verdween eenige dagen, nadat zij de haven verlaten hadden, en tegen den tijd, dat het vaartuig in de Caraibische Zee was, was hy zoo ge- zopd als een visch. Maar Kennedy werd door ongeduld en angst verteerd. De gedachte, die hem het meest verontrustte, was, dat hij op een verkeerd sooor kon zijn. Er was geen enkel teeken, dat er op wees, dat Maxine naar Yucatan was gebracht. Het eenige, wat hem leidde, was haar verklaring, dat haar vgier ergens op het schiereiland begraven was Zijn verstand zei hem, dat Phenuit naar' graf zou gaan, maar verstand is niet altjj» onfeilbaar. Hij kon een dozijn redenen h** denken, waarom die tocht niet gemaakt zou worden. Gedurende de reis was hy Hornblow ho® langer hoe meer gaan waardeeren. De jon|* dokter was een uitstekende reisgezel, en op zichzelf al een geneesmiddel. Hij spitst* zich op het avontuur met den ijver vg» een schooljongen, doch met een wijs zicht in de ernstige beteekenis ervan. stukjes en beetjes had hy alles van K®*- nedy vernomen, en daardoor was zijn yv* slechts aangewakkerd. „Hij is hier langs gekomen", zei hij. wat je verteld hebt, blijkt duidelijk, dat v niet het soort schurk is, dat tyd verlissin' „Maar de moeilijkheid bestaat dMHP' dat wy moeten weten, waar hij zjt. UtL, tan mag op de kaart van Amerika niet ve lyken, maar het is ruim groot genoeg,_f hem te verzwelgen, zonder eenig SP® achter te laten". i.-It"*'! „Heb je geen idee, waar dat graf hl „Neen, mijn vrouw sprak er niet g over. Waarom heb ik het haar toch niet gevraagd!" „Hoe ver zyn wy van Progreso!' „De schipper zegt, dat wij er nio aankomen. Kyk, je kunt het vastela zien". viutHjh Hornblow tuurde naar de vage U»™- Ugl!» vroeg hij. (worfi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6