De moordzaak-Weidmanri.
De moordenaars als
villabewoners.
Een ontmoeting met
Weidmann en Milüon?
Een bezoek een de rooveregrot
QetHeeHtecadeit
KOEDIJK
Ji&diQpCOQCtUfUilG
0
IfauilletCH
'T OOG
VAN
TWEEDE BLAD
(Van onzen Paryschen correspondent).
De eene sensatie volgt hier op de an
dere. Even plotseling als ze er waren
verschenen, zyn de mededeelingen over
het complot der cagoulards van de voor
pagina der bladen verdwenen en naar
een binnenblad verplaatst. En dag aan
dag vullen de frontpagina's zich thans
met de berichten over de moorden in
Celle Saint Cloud. Men spreekt
haast nergens anders meer over.
Nu spreekt zoo'n moordzaak, in al haar
afgrijselijkheid, sterker tot de verbeelding
van het groote publiek dan de Cagoulards-
kwestie, waarvan niemand meer het rechte
begrijpt. En de couranten bieden tegen
elkaar op met de meest sensationeele ont
hullingen. Men weet al te vertellen, dat de
jonge Duitscher en zijn medeplichtigen
voornemens waren rijke vrouwen naar de
villa te St. Cloud te lokken, om haar daar te
berooven. Joan de Koven, wier mysterieuze
verdwijning de politie maanden lang heeft
beziggehouden, was op 24 Juli het eerste
slachtoffer. Haar volgden op 6 September
de chauffeur Couffy, in het begin van Oc-
tober Roger Leblond en Jeanne Keiler, op
4 November Arthur Frommer en op 25 No
vember Raymond Lesobre.
Hier te Parijs wordt nogal ongelijk ge
dacht over de zaak, waarin, naar nader is
gebleken, ook Roger Willion, Jean Blanc en
Colette Tricot een meer of minder belang
rijke rol spelen. Eenerzijds huldigt men de
politie voor haar doortastend optreden, an
derzijds stelt men haar in gebreke en wijst
men erop, dat de moorden toevallig aan het
licht zyn gekomen. Er zijn kranten, die be
weren reeds dadelijk na de verdwijning van
Joan de Koven op een onderzoek in de
richting van St. Cloud te hebben aangedron
gen. Hetgeen niet zqu zijn geschied, ofschoon
de Amerikaansche danseres bij haar vertrek
een briefje had achtergelaten, waarin zy
meldde, dat ze naar Weidmann te Celle St.
Cloud was gegaan. Er wordt op gewezen,
dat in den tuin der villa twee automobielen
zijn gevonden, terwijl men wist, dat Weid
mann geen auto bezat en de villa zelfs geen
garage heeft.
Maar dat nakaarten is gemakkelijk en
moet voorloopig niet te ernstig worden ge
nomen. Wie den toestand kent, weet, dat de
Fransche politie dichter bij het volk staat
dan bijvoorbeeld in ons land, wat zijn na-
deelen, spoedige en vaak onvoldoende ge
fundeerde critiek, doch ook zijn voordeelen
heeft. Verder is de Fransche politie nogal
gedecentraliseerd en sterk geconcentreerd
op de groote steden, terwijl de bezetting in
de landelijke gemeenten in verhouding ge
ring schijnt.
Wat ervan zij, met de arrestatie van Weid
mann zijn eenige moorden en spoorlooze
verdwijningen van den laatsten tijd opge
helderd. En met Roger Million, Colette Tri
cot en Jea» Blanc, die zichzelf bij de politie
hebben aangemeld, schijnt men wel alle
leden van de bende te pakken te hebben.
Door wederzij dsche beschuldigingen
Weidmann heeft Million al van den moord
op Leblond beticht zal men tenslotte wel
achter de geheele waarheid komen.
Natuurlijk is Weidmann, die nog geen
dertig jaar is, het onderwerp der beschou
wingen van psychologen, psychiaters en
leeken. Van die der laatsten mischien nog
het meest; de halve wereld schijnt heden ten
dage aan psychologie te doen. Terecht of
ten onrechte wordt de man vergeleken bij
Landru in wiens cel hij zit, bij andere
blauwbaarden, by Troppmann, Hauptmann,
en den Dusseldorpschen moordenaar. Wij
zullen ons maar liever niet op dien wag be
geven.
Vast staat echter wel, dat het Weidmann
en zijn bende zoo niet uitsluitend, dan toch
wel in de eerste plaats om het geld hunner
slachtoffers was begonnen. De zes moorden
binnen vijf maanden hebben hun evenwel
nauwelijks 25000 francs, nog geen tweedui
zend gulden, opgeleverd.
Weidmann wilde den grooten heer uit
hangen. Zyn, overigens gebrekkige, kennis
van de Engelsche taal hoe stuntelig zijn
op den keper beschouwd de paar regels in
de Engelsche taal, welke hij schreef aan de
tante van Joan de Koven verschafte hem
eenigen voorsprong in Parijs. Fransch met
een Engelsch accent staat chique tegenwoor
dig. Hij kon met eenigen ophef van zijn
villa te Saint Cloud gewagen; de vreemde
ling weet niet, dat men, zooals Weidmann
had gedaan, zulk een gemeubileerd huisje
kan huren voor minder geld dan men te
Parijs voor een paar appartementen be
taalt.
Van een zich bewegen in hoogere kringen
is overigens geen sprake geweest, zijn
slachtoffers waren een avontuurlijk aange
legde danseres en een andere juffrouw, een
vriend van vroeger, een theateragent, een
tusschenpersoon by den verhuur van huizen,
een taxichauffeur. (De meer en meer voor
komende berooving van taxichauffeurs,
heeft schrik onder de leden van dit gilde
gebracht. Toen wy te Neuilly onlangs voor
een laten bezoeker een taxi namen de
vermoorde chauffeur Couffy woonde te
Levallois, by Neuilly, het lijk van Leblond
werd in een auto te Neuilly gevonden
wapende de man zich met een stevigen
knuppel.)
Van het cynisme van Weidmann, maar
niet minder van zijn grenzelooze begeerte
of naieviteit getuigt het feit, dat hy de bre
tels van een zijner slachtoffers droeg en de
vulpen en den sigarettenaansteker van een
ander gebruikte. Million had het horloge
van Leblond om zijn pols, Colette Tricot
droeg sieraden van Joan de Koven en Jeanne
Keiler. Een auto, welke haast ieder, die
buiten Parijs woont, bezit, had Weidmann,
alhoewel hij kon chauffeeren, niet; hij
moest gebruik maken van het overal stop
pende treintje naar La Celle Saint Cloud of
naar Viucresson om zijn villa te bereiken.
Hetzelfde treintje, dat Joan de Koven heeft
genomen voor het bezoek aan St. Cloud, 't
welk haar noodlottig werd.
Eenige inwoners van Vaucresson zeiden
ons, dat Weidmann een beminnelijk mensch
scheen, die weliswaar dikwijls naar Parijs
ging en vrienden ontving, doch die stellig
niet rijk was. Men had hem vaak zien loo-
pen als hij inkoopen deed om zelf zijn potje
te koken. Dat en zijn opgewektheid maakten
„dien Engelschman" in hun oogen juist zoo
sympathiek.
Weidmann zelf echter wist maar al te
goed, dat zijn stereotiepe filmheldenglim-
iach, die aangeleerd was (in zijn kamer
vonden we boekjes over sexappeal) en die,
naar hy naievelijk dacht, voor vrouwen
onweerstaanbaar was, hem niet veel zou
helpen voor het betalen van de huur en zijn
andere uitgaven. Geld was het eerste, wat
h:J en zy medeplichtigen noodig hadden.
Bij al het afgrijselijke van hun daden is dat
toch het tragische in deze mer.schen.
Den ochtend na de ontdekking van den
eersten moord zijn we naar La Celle Saint
Cloud gereisd. Het ligt een kleine twintig
kilometer van Parijs, hoog, en midden in de
bosschen; een ideaal oord in den zomer.
Thans lag er hier en daar nog sneeuw. Van
den vorigen avond; te Parijs had het alleen
maar geregend.
De rue Pignault Lebrun is geen straat,
doch een weg, een binnenweg, waar twee
auto's elkaar nauwelijks kunnen „passee-
ren". Langs dien weg staan met tusschen-
ruimten aardig gebouwde huisjes; villa's,
zegt de Franschman. Wij zouden ze hoog
stens villatjes noemen. Eén ervan is La Voui-
zie. Het huisje ligt half verscholen achter
een hooge haag van klimop. Het is in Frank
rijk gewoonte z'n woning buiten achter een
muur of een heg voor onbescheiden blikken
te verbergen. Aan het hek hangt meestal
een bordje met de mededeeling, dat daar
een „chien méchant", een booze hond, woont.
Men kent dat „wacht u voor den hond" ook
in verschillende streken van ons land nog
wel.
Dit anders zoo onopvallende villatje dan
staat eensklaps in de belangstelling; het
wordt omzwermd door een leger van journa
listen, cameramannen en persfotografen.
Toen wij er kwamen, waren de deuren van
de woning nog gesloten en verzegeld, de po
litieautoriteiten zouden komen om het gru
welijk gebeuren te reconstrueeren.
Wij waren in de gelegenheid een gedeelte
van het onderzoek mee te maken; een
reconstructie der feiten werd het niet, om
dat Weidmann had geweigerd daaraan
mede te werken; hetgeen ons niet erg
speet.
Rondom het huisje met den obscuren
kelder ligt de tuin, achter nog netjes aange
harkt; vóór is de grond omgewoeld en weer
platgetreden; men heeft er gegraven. De
ruwe kisten met het stoffelijk overschot van
Joan de Koven en Arthur Frommer staan
er nog; ze worden gefilmd en gefotografeerd
tot men er misselijk van wordt. De tuin ligt
bezaaid met blitzlichtlampen.
In de kamers is alles overhoop gehaald,
kasten en kisten. Er liggen kleeren en boe
ken en papieren; de politie doet haar werk
grondig en zwijgend. Men vindt de zonder
lingste dingen; het is luguber, weinig ge
schikt om te vertellen.
We zijn bly als we de villa La Voulzie
achter ons kunnen laten en een eindweegs
door de vredige bosschen kunnen gaan om
in de namiddagschemering het banlieu-
treintje terug te nemen naar Gare Saint
Lazare te Parijs. Maar by den naam La Celle
Saint Cloud zullen we onwillens telkens
moeten denken aan deze moorden en aan
dezen Weidmann, die, thans verblijvend in
de gevangenis te Versailles, waar ook
Landru zijn vonnis heeft afgewacht, straks
ter dood veroordeeld zal worden.
De Haagsche redacteur van de „Nieuwe
Rotterdamsche Courant", de heer H. Hotke,
is van 3 tot 8 October te Barbizon geweest,
waar hij zijn echtgenoote in hotel „Les
Pleiades" heeft gelogeerd. Eiken dag maak
ten de heer en mevr. Hotke wandelingen in
de omgeving van het plaatsje en op 5 of 6
October, dus een of twee dagen na den
moord op Jeanne Keiler, hebben zij een uit
stapje naar de rooversgrot gemaakt. Daar
zij den goeden weg niet konden vinden,
vroeg de heer Hotke aan twee onbekende
personen hoe zij naar de grot moesten wan
delen. Een van de twee viel op door zyn
groote haardos. Hij droeg een rugzak en de
ander, naar de heer Hotke zich herinnert,
had een gestreepte broek aan.
De beide mannen brachten den heer en
mevr. Hotke naar de grot en een hunner liet
bij het schijnsel van een kaars, welke hij
uit zijn zak haalde, den heer Hotke de grot
van binnen zien. Mevr. Hotke bleef buiten
op haar man wachten. Het ongunstige uiter
lijk van de beide gidsen deed haar ervan af
zien mede naar binnen te gaan. Zelfs had zij
reeds een diamanten hanger, dien zy op den
bewusten dag droeg, in de hand genomen
om hem aan de beide mannen aan te bie
den wanneer zy tot bedreigingen zouden
overgaan. Zoover is het niet gekomen. De
heer Hotke is ongekrenkt bij zijn echtge
noote teruggekomen en deze geschiedenis
zou ongeschreven kunnen gebleven zyn
ware het niet, dat mevr. Hotke, toen zij in de
bladen de foto's van Weidmann en Million
gezien had, thans volhoudt, dat zy het zyn,
die op den 5en of 6en October van dit jaar
het echtpaar den weg naar de rooversgrot
hebben gewezen.
Voor 1938 zal voor ruim 45900
aan extra-bijdragen van het Rijk
gevraagd worden.
De gistermiddag ten raadhuize gehouden
vergadering van den raad dezer gemeente
werd door alle leden bijgewoond. Voorzitter
was de burgemeester, de heer Ninaber.
Na opening der vergadering en goedkeu
ring der notulen deelde de voorzitter
mede, dat de werkverschaffing is verlengd
tot en met 26 Maart 1938.
Ingevolge een verzoek van Ged. Staten
werd besloten eenige wijzigingen te bren
gen in het reglement op het burgerlijk arm
bestuur. De voorzitter lichtte toe, dat
deze wijzigingen voortvloeien uit bepalin
gen, welke niet op deze gemeente slaan.
Commissie van toezicht lager
onderwijs.
Aan mevr. Ninaber en den heer C. Prins
werd op hun verzoek eervol onslag verleend
als lid er commissie van toezicht op het la
ger onderwys, zulks met dankbetuiging
voor de in deze functie bewezen diensten.
Ter vervulling van de eerstgenoemde va
cature gaven B. en W. de volgende aanbe
veling: 1. mevr. A. Zwetsman-de Geus, 2.
mevr. D. Kramer-Govers. Met zes stemmen
tegen één op no. 2 werd de eerste benoemd.
Voor de tweede vacature luidde de aanbeve
ling: 1. P. J. Lammerschaag, 2. C. Damiaans.
Zaterdag 18 December.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij
ding. 10.20—1.45 Gr.pl. 2.— Filmpr.
2.15 Viool en piano. 2.45 Ama-
teurs-uitz. 3.15 Sportuitz. 3.30 Re
sidentie-orkestensoliste. 4.10 Gr.pl.
4.30 Tooneelcauserie. 4.50 VARA-
orkest. 5.40 Literaire causerie. 6.
Orgelspel. 6.30 Wcstfriesche uitz.
7.— Filmland. (7.30 VPRO: Bijbel-
vertellingen). 8.Herh. SOS- en
8.03 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15
Voordr. 8.20 Uit Leeuwarden: Fan
tasia en solisten. 8.50 Het mysterie
der werkwoorden, prijsvraag. 9.15
C Steyn's Accordeonorkest en so
listen. 10.30 ANP-ber. 10.40 Mede
deelingen. 10.45 Gr.pl. 10.50 Radio-
tooneel. 11.— Uit Leeuwarden: De
Ramblers en solist. 11.3012.
Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Gods
dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15
KRO-orkest en gr.pl. 2.— Voor de
rijpere jeugd. 3.Kinderuur. 4.
De KRO-melodisten, solist en gr.pl.
5.30 Esperantonieuws. 5.45 De
KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gr.pl.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gr.pl. 7.— Ber. 7.15 Kath.
RVU. 7.35 Act. aetherflitsen. 8.—
ANP-ber., mededeelingen. 8.15
Overpeinzing met muzikale omlijs
ting. 8.35 Russisch Orkest Slawa en
solisten. 9.Gev. progr. 10.Rus
sisch Orkest Slawa (vervolg). 10.20
Gr.pl. 10.30 ANP-ber 10.40 Filmpr.
10.55—12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl.
12.05 BBC-Northern Orkest. 12.50
Dansmuziek (gr.pl.) 1.20 Commo
dore Grand-orkest. 2.20 Pianoduet
ten. 2.50 Gr.pl. 3.20 Sportrep. 4.20
EBC-Schotsch orkest. 5.— Deel.
5 20 Sidney Lipton's Band. 6.20 Ber.
6.50 BBC-orkest en soliste. 7.50
Radiojournaal. 8.20 Variété. 9.20
Ber. 9.40 Amerikaansch nieuws.
9.55 Stradivarius-herd. 10.20 BBC-
Theater-orkest en solist. 11.20 Jack
Harris' band. 11.50 Ber. 12.12.20
Verv. dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50 en 8.50
Gr.pl. 9.50 Orkest van de Con-
certs du Conservatoire en soliste.
11.50 Gr.pl. 12.20 Pianovoordr. 12.35
Giardino-orkest en zangvoordracht.
3.20 en 4.05 Zang. 6.05 Pianovoor
dracht. 8.35 Uitz. uit het Théatre
National de 1'Opéra. 12.051.20 J0
Bouillon's dansorkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 Ferdy Kauff.
mann's orkest. 7.50 Omroepklein-
orkest. 8.50 Cembalo-voordracht
11.20 Omroepkleinorkest. 1.35 p0.
pulair concert. 2.20 Fluit en piano*
3.20 Omroeporkest, Orkest van de
Rijksarbeidsdienst en solisten. 5.35
Radiotooneel met muziek. 6.30 oin-
roeporiyst, -koor, militair orkest
Hermann Hagestedt's orkest en so!
listen. 11.20—12.20 Adalbert Dutter
en Herbert Fröhlich met hun or
kesten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepklein
orkest. 1.50 Gr.pl. 2.20 Rep. 3.30
Operaconcert (gr.pl.) 4.20 Omroep,
dansorkest. 5.20 Grpl. 6.35 Vocaal
trio Scapus. 7.35 Omroepsalon-
orkest. 8.20 Cabaret. 9.20 Omroep,
kleinorkest, Omroepkoor en solis
ten. 10.30 Gr.pL 11.35—12.20 Om-
roepdansorkest. 484 M.: 12.20 Ed.
Loiseau's orkest en Accordeonsoli!
I.50 Gr.pl. 3.20 en 3.40 Omroep-
salonorkest. 3.50 Waalsch Cabaret
4.50 Gr.pl. 5.35 Gr.pl. en Gitaar-
voordracht. 6.35 Koorconcert 6.50
Pianovoordr. 7.05 Verv. koorcon
cert. 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroepsymph..
orkest. 10.30 Omroepdansorkest,
II.20—12.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Bonte avond. 9.20 Ber. 9.50
Cello en piano. 10.05 Weerbericht
10.20—12.15 Ad. Lutter's orkest en
Herb. Fröhlich's Kapel.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R.
9.20—12.05, Lond. Reg. 12.05—12.36,
Keulen 12.3513.20, Brussel VL
13.20—14.20, Parijs R. 14.20—15.20,
Keulen 15.2017.20, D.sender 17.20
—18.05, Parijs R. 18.05—18.20, Keu
len 18.20—21.20, Motala 21.20
21.55, Lond. Reg. 21.5522.20, Brus
sel VI. 22.20—22.30, Weenen 22.30
22.50, Boedapest 22.50—23.25, Ber-
lijn 23.25-24.-
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Lond. Reg.
10.3512.05, Droitwich 12.0515.20,
Lond. Reg. 15.20—17.20, Droitwich
17.20—24.—.
Lijn 5: Diversen.
De eerstgenoemde werd gekozen met 4
stemmen, no. 2 kreeg drie stemmen.
De heer S. Smit, die periodiek moest af
treden als lid van deze commissie, werd her
kozen met 6 stemmen; zijn tegencandidaat,
de heer C. Brouwer, kreeg één stem
Goedgekeurd werd een voorstel van B. en
W. om aan W. IJfs en J. Hofma een woning
van de gemeente te verhuren.
Eveneens werd goedgekeurd een voorstel
tot aansluiting bij den destructor voor den
vleeschkeuringskring Barsingerhorn. De kos
ten zullen bedragen 2.6 cent per inwoner
en 2.6 cent per H.A.
Verlaging belasting op het houden
van bals.
Naar aanleiding van een verzoek om ver
laging van de belasting op het houden van
bals, ingediend door den heer Ph. Ottink te
St. Pancras in deze gemeente, stelden B. en
W. voor, de thans geldende heffing van 15
voor eiken keer te verlagen tot 7.50. Zij
deden zulks in de hoop dat er méér bals
zullen worden gehouden dan in de laatste
paar jaren, niet omdat zy zooveel van bals
houden, maar omdat de gemeente de belas
ting niet kan missen, aldus weth. Hart.
Deze belasting, die in 1934 nog 376 op
bracht, leverde in 1937 nog slechts 225 op;
in 1935 en 1936 bracht zy in het laadje resp.
275 en 239, het werd dus elk jaar min
der, gevolg van het geringer bezoek aan de
bals, waardoor de onkosten ervan niet meer
konden worden gedekt, zoodat de kasteleins
steeds minder van deze ontspanningen
gingen organiseeren.
De heer Visser had een heffing volgens
het bezoek billijker gevonden.
De voorzitter antwoordde, dat de
thans voorgestelde regeling de gemakkelijk
ste was.
Weth. Z u t lichtte toe, dat de heer Ottink
wel genoegen zou hebben genomen met een
heffing van 20 pCt., maar de caféhouder
Groot meende, dat die niet hooger zou moe
ten zyn dan 15 pCt. Het verzoek om een per
centage van de entreegelden als belasting
te heffen werd ten slotte ingetrokken, om
dat de belanghebbenden het niet eens kon
den worden over de grootte van dat percen
tage.
De heer Hart zei nog, dat Groot bezwaar
had tegen 20 pCt., omdat hy een grootere
zaal heeft en dus méér menschen kan toe
laten, waaruit dan zou volgen, dat hij méér
voor 't houden van een bal zou moeten be
talen dan de andere caféhouders in de ge
meente. Het doel van het nu gedane voor
stel is om Ottink en de Weert in de gelegen
heid te stellen ook bals te organiseeren.
De heer Visser merkte op, dat hy, <Ji*
de grootste zaal heeft, toch ook de hoogste
ontvangsten kan maken en dus ook de
meeste belasting zou kunnen betalen. Het
zal nu zóó worden, dat Groot het meeste
voordeel van de verlaging der belasting
heeft.
De raad meende op deze opmerking, die
o.i. toch wel zeer gegrond was, niet te moe
ten ingaan en keurde het voorstel van B. en
W. zonder meer goed.
Zonder stemming werd ook goedgekeurd
het voorstel van B. en W. om de verorde
ning op het heffen van vergunningsrecht
zoodanig te wijzigen, dat zij wordt geregeld
naar den omzet. Ged. Staten hadden een
Door ALAN DARE
33)
„Al wat ik weet, is, dat u ontbloot bent
van elk menschelijk gevoel. Sinds den dood
van mijn vader hebt u mij achtervolgd. U
hebt mijn man probeeren te vermoorden,
en u verwacht, dat ik alles zal vergeten.
Als ik een man was, zou ik zou ik
„Ik moet tot je eer zeggen, dat ik geloof,
dat je dan een of andere dwaasheid tegen
myn leven zou beproeven. In de gegeven
omstandigheden is het heel goed voor je,
dat je een vrouw bent. Maar genoeg van
dit alles. Over tien minuten gaan wij aan
land".
Met een boos gezicht schuifelde hij weg.
Zij zelf ging naar haar hut en pakte eenige
noodzakelijke dingeh in. Toen zij op het
dek terugkeerde, zag zy, dat degenen, die
naar land zouden gaan, zich in de wach
tende boot inscheepten. Daarbij waren de
twee dwergen, Han de kok, Dave, een
groote Zweed, Peters geheeten, Katinka en
Phenuit. De rest van de bemanning moest
aan boord van het jacht blijven.
„Maak voort", snauwde Phenuit.
Langs een soort ladder klom zij in de
boot. Phenuit volgde met de vlugheid van
een aap. In zijn wit drill costuum leek zyn
gezicht nog onheilspellender. Zij merkte
op, dat hij nog steeds zijn moordenden
zwarten stok bij zich had, en dat zijn zij
zak uitbolderde door iets, dat op een re
volver leek.
In weinige minuten was de boot op de
zelfde plaats geland, waar de uitrusting
lag. Zoodra het gezelschap aan land was
gestapt, namen de twee roeiers afscheid
van Phenuit en roeiden naar het jacht
terug. Maxine vroeg zich af, op welke ma
nier zy het binnenland moesten bereiken,
daar de uitrusting veel te groot was, om
door het kleine aantal mannen te worden
gedragen.
„Peters!"
De vreeselijke Zweed trad op Phenuit
toe, die hem een brief overhandigde.
„Volg dat pad naar het dorp en geef
dezen brief aan een man, dien je in de eer
ste hut zult vinden de groote ronde. Hij
zal voor muilezels en drie gidsen zorgen.
Vlug!"
Peters kwam een half uur later terug
met eenige muilezels, die door drie half
naakte Indianen gedreven werden. Phenuit
sprak hen aan in een taal, die Maxine ge
deeltelijk verstond. Alle mannen hielpen
de muilezels te beladen, en toen men hier
mee gereed was, wees de aanvoerder der
gidsen naar het Noord-Westen. Phenuit
boog het hoofd en de stoet zette zich in be
weging.
Een uur lang ging het door zandduinen,
waar het loopen zwaar viel. Toen betraden
zij een woud, en volgden de dieren 'n goed
zichtbaar pad. Maar na korten tijd verloor
zich dit in de omgeving. Het gezelschap
was door een dicht begroeid woud omringd,
waarin overal rotsblokken verspreid lagen,
die overblijfselen van oude gebouwen le
ken, zooals ze in werkelijkheid dan ook
waren.
Laat op den middag werd er halt ge
houden en maakten de mannen het kamp
in orde. Er liep een klein stroompje dichtbij
en daarin werden de vermoeide muildieren
geleid. Han, de Chinees, had al spoedig een
vuur aangemaakt en hield zich druk bezig
met zyn potten en pannen. Toen de tenten
opgezet waren, ontdekte Maxine tot haar
schrik, dat zij er een moest deelen met de
vrouw, die zij verafschuwde.
„Ik wil niet", zei ze.
„Je doet, wat je gezegd wordt", snauwde
Phenuit. „Het is een eer, die je eigenlijk
niet verdient".
„Ik ga liever dood, dan dat 'b
„Laat haar haar gang gaan. Phineas",
teemde Katinka. „Als zij slangen en dui-
zendpooten boven mijn gezelschap verkiest,
laat ze die dan hebben".
„Dat doe ik", antwoordde Maxine. „Er
bestaat niets ter wereld, dat ik niet zou1
verkiezen boven een samenzijn met u".
Katinka haalde haar schouders op. Zij
scheen er heelemaal geen geweten op na te
houden en begon een kopje thee op te drin
ken, dat Han haar had gebracht.
„Heel goed", zei Phenuit. „Maar ik waar
schuw je, dat het nutteloos is, te trachten
te ontvluchten".
Zy kreeg eenige kleeden en nadat zij haar
maal had opgegeten, vond zij een plek,
waar zij wilde slapen. Het krioelde er reeds
van gonzende insecten, en later kwam de
zorgzame Dave met een muskietennet aan
dragen.
„U doet beter dit te gebruiken", fluisterde
hij. „Die akelige dieren zullen u anders
opeten".
„Dgnk je, Dave".
„En neem een raad van mij aan, juffie,
jaag die vrouw niet te veel tegen u op
stang. Zij is zoo giftig als een adder en kan
steken, als zij wil".
„Ik haat haar".
„Haat haar dan in stilte. Zij is gevaar
lijk".
„Ik zal probeeren, er aan te denken".
Zij keek hem na, terwijl hij zich bij de
andere mapnen voegde en ging toen liggen
ep liet haar gedachten den vrijen teugel.
Alleen het voortdurende gonzen der in
secten verbrak de doodsche stilte. Met den
nacht kwamen vrees en pijnlijke herinne
ringen, maar ook deze verdwenen eindelijk,
toen de slaap vergeteldheid bracht.
HOOFDSTUK XVII.
De achtervolging.
i De beet. waarmee Kennedy en Hornblow
reisden, bleek zoowel zeewaardig als snel
te zijn. De eerste aanlegplaats was Pro-
greso. waar de twee reizigers aan land
dachten te gaan. De lange reis deed won
deren aan Hornblow. Zyn ziekte verdween
eenige dagen, nadat zij de haven verlaten
hadden, en tegen den tijd, dat het vaartuig
in de Caraibische Zee was, was hy zoo ge-
zopd als een visch.
Maar Kennedy werd door ongeduld en
angst verteerd. De gedachte, die hem het
meest verontrustte, was, dat hij op een
verkeerd sooor kon zijn. Er was geen enkel
teeken, dat er op wees, dat Maxine naar
Yucatan was gebracht. Het eenige, wat hem
leidde, was haar verklaring, dat haar vgier
ergens op het schiereiland begraven was
Zijn verstand zei hem, dat Phenuit naar'
graf zou gaan, maar verstand is niet altjj»
onfeilbaar. Hij kon een dozijn redenen h**
denken, waarom die tocht niet gemaakt
zou worden.
Gedurende de reis was hy Hornblow ho®
langer hoe meer gaan waardeeren. De jon|*
dokter was een uitstekende reisgezel, en op
zichzelf al een geneesmiddel. Hij spitst*
zich op het avontuur met den ijver vg»
een schooljongen, doch met een wijs
zicht in de ernstige beteekenis ervan.
stukjes en beetjes had hy alles van K®*-
nedy vernomen, en daardoor was zijn yv*
slechts aangewakkerd.
„Hij is hier langs gekomen", zei hij.
wat je verteld hebt, blijkt duidelijk, dat v
niet het soort schurk is, dat tyd verlissin'
„Maar de moeilijkheid bestaat dMHP'
dat wy moeten weten, waar hij zjt. UtL,
tan mag op de kaart van Amerika niet ve
lyken, maar het is ruim groot genoeg,_f
hem te verzwelgen, zonder eenig SP®
achter te laten". i.-It"*'!
„Heb je geen idee, waar dat graf hl
„Neen, mijn vrouw sprak er niet g
over. Waarom heb ik het haar toch
niet gevraagd!"
„Hoe ver zyn wy van Progreso!'
„De schipper zegt, dat wij er nio
aankomen. Kyk, je kunt het vastela
zien". viutHjh
Hornblow tuurde naar de vage
U»™-
Ugl!» vroeg hij. (worfi