DE BRUIJN VAN TIEL Autobusdienst fa. BEENTJESDE BRUIJN WARENHUIS JANSEN Duo „WI-JO", Humoristen. Oarage ZiNDER Hotel „De Oude Prins" - Bergen H El LOO. Garage Van den Kommer Zn. Tel 4235 Rijksstraatweg 262 Heiloo ALKMAAR - BEVERWIJK Z.N. HEILOOER GRAFSTEENHOUWERIJ OMGEVING wenscht een ieder gezondheid en een voorspoedig jaar. Fam. W. MICHELS. AUTOGARAGE EN REPARATIE-INRICHTING p. t. Luxe Verhuurinrichting en Tax Alkmaar Tel. 2232 Heiloo Tel. 4183 P-f- C. DEKKER G. DEKKER—HELDER. STOMPETOREN i DE LANDBOUW. De landbouwsteun kan nog niet gemist worden. Maarten skroift nei de krant J. RUS, Aannemer. m. g. Heiloo. wenscht alien een gelukkig Nieuwjaar. C. KLOPPER Jr. H. U. KLOPPER—ROOS wenschen alien een gelukkig Nieuwjaar. Brood- en Banketbakkerij, Nic. Beetsweg - Heiloo. E. A. REKE en Kchtgenoote, Stationswejf 6, Heiloo. Tel. 3700 wenschen clientele, vrienden en kennissen een z.n. G. Jh. IDECO G. IDECO—SCHUIJT. Brandstoffenhandelaar, wenschen hun geachte clientele en begunstigers gelukkig Nieuwjaar. Tel. 3258. Westerweg G 93 Heiloo. Aan mijn geachte clientele een Gelukkig Nieuwjaar. K. NIEUWENHUIS, aanleg en onderhoud v. tuinen Zandersloot, Heiloo. A. MODDER en Echtgenoote, Handel in Melk, Boter, Kaas en Eieren, Heerenweg Heiloo, wenschen hun geachte clientele en vrienden een gelukkig Nieuw jaar. J. RUS en Echtgenoote. Bakkerij Heiloo, wenschen hun geachte clientele een Gelukkig Nieuwjaar. G. J. PRANGER en Echtgenoote. Vleeschhouwer. Telef. 3264. P- Heiloo. C. KIEFT, Melkhandel, wenscht zijn geachte clientele een gelukkig Nieuwjaar. Westerweg C 37. FAMILIE D. BOS, Electr. Smederu, wenscht vrienden en begunstigers een gelukkig Nieuwjaar. Aan alien onze beste wenschen voor 1938. P. BAKKER C. A. BAKKER—VOERMAN. Expeditie en Stroohandel. Heiloo, Rijksstraatweg A 310. P. DE JAGER en Echtgenoote, Keninemer Manege, wenschen alien een gelukkig Nieuwjaar. Rijksstraatweg Heiloo. A. SCHROODER S. SCHROODER— VAN EGMOND. Gelukkig Nieuwjaar. Heiloo. C. MUIJS G. MUIJS—BAKKER wenschen vrienden en bekenden een gelukkig Nieuwjaar. Zevenihuizeni Heiloo. Brood- en Banketbakkerij. C. J. VAN VELZEN, hoek Stationsweg, Heiloo. p. f. A. GREEUW Levensmiddelen annex Wijnhandel. Holleweg C 61. Tel. 2597. Sn. Heiloo. M. J. DE KRUIF, Heerenweg Heiloo. Tabak, Sigaren, Sigaretten. H. G. B. HARREVELD E. HARREVELD—ALTMAN. Rijwielen, Radio, Electriciteit. p. f- Heiloo. MELKINRICHTING WELGELEGEN. JAC. SPEUR en Zn. g. n. Telefoon 2029. Fa. L. SPAANS en ZONEN, Brandstoffenhandel. Nic. Beetsweg, Heiloo. p. f. P. ROOSING en Echtgenoote. Cafe De Nachtegaal, Heiloo. Gelukkig Nieuwjaar. p. f. „DE GROENE KLOK", J. BORSJES. G. KONING G. KONING—BOET, Heiloo, in Kruiden.ierswaren. h. g. S. AKKERMAN, Handel in Brandstoffen, Hooi, Stroo en Turfmolm. p. f. Stationsweg Heiloo. Wed. A. C. MEULDIJK en FAMILIE. p. f. Stationsweg Heiloo. J. KORSTANJE en Echtgenoote, Woninginrichting, Telefoon 3270, Rijksstraatweg, wenschen alien een gelukkig Nieuwjaar. P. C. OVERTOOM CHR. OVERTOOM—ROZING p. f. Heiloo. J. GLAS en Echtgenoote, Aannemer, Heerenweg 78, wenschen hun vrienden en kennis- sen een gelukkig Nieuwjaar. C. SCHOEN en Echtgenoote in kruidenierswaren, Westerweg C 83, wenschen hun geachte clientele een gelukkig Nieuwjaar. Combinatie Wegea. p. f. Rijksstraatweg, Heiloo. Veevervoer, verhuizingen en transporten. C. MIENIS, Oosterzij 177, Heiloo. Gelukkig Nieuwjaar. C. HARP en Echtgenoote wenschen vrienden en kennissen een gelukkig Nieuwjaar. Rijksstraatweg A 115, Heiloo. Hartelijke gelukwensch aan clientele, vrienden en kennissen. D. REEK en ZOON, Schilders, Rijksstraatweg A 119, Heiloo. p. f. G. SMITS en Echtgenoote. Huize Carpe diem, Heerenweg 166. Heiloo. H. KLERK en A. KLERK—DE JONG wenschen hunne geachte clientele en vrienden een gelukkig Nieuw jaar. Electrische Broodbakkerij Oterleek. Eenigenburg. m. g. 1 Jan>. 1938 D. BLOKKER CATH. BLOKKER—ZWAKMAN wenschen aan familie en kennis sen een gelukkig Nieuwjaar. Bergerweg 88 Bergen. P. BLOM, Friescheweg E 52, m- Oudorp. Hartelijke gelukwenschen aan vrienden, kennissen en begunsti gers. P. SCHEEPBOUWER en Echtgenoote. Uitgeest. J. WARTENHORST G. WARTENHORST—FRAIJ. Dirkshom, 1 Jan. '38. h. g. FAM. SWAAN. Schagerwaard, 1 Jan. '38. h. g. Fam. R. v. d. WAL wenscht iedereen een goed Nieuw jaar. Stompetoren, 1 Jan. '38. Aan alle vrienden en bekenden te Egmond aan Zee, veel geluk en voorspoed In het nieuwe jaar. A. v. OOSTROOM, Schiedamscheweg 225, Rotterdam. Fa. P. DE GROOT, Manufacturen en Modemagazijn, wenscht alien een gelukkig Nieuwjaar. P. SPAAN E. SPAAN—WATER wenschen hun familie, vrienden en kennissen een gelukkig Nieuw jaar. Stompetoren, 1 Jan. '38. GARAGE A. DE GROOT en Echtgenoote H.H.-Waard (Zuid) wenschen clientele, vrienden, familie en kennissen een gelukkig 1938. Expeditie AlkmaarKoedijk Telef. 217. A. LUGTIGHEID, Petroleum- er p. f. BrandstoffenhandeL A g. n. „Wachter, wat is er van den nacht?" Dit zijn de gedachten, die de landbouw zich afvraagt bij de wiseling van het jaar. Nog steeds is er een rotsvast vertrou- wen op het keeren van het getij, hoopte men bij het begin van het afgeloopen jaar dat de dageraad beginnen zou te gloren, dit heeft ook in 1937 niet zoo mogen zijn. Een eenigszins betere toestand is geko- men voor de veehouderij, maar nog niet in die mate dat gesproken kan worden van een loonend bedrijf. In den akker- bouw is van een goede uitkomst nog geen sprake en de grove tuintoouw heeft op financieel gebied nog geen verbetering gegeven. Over het algemeen heeft de landbouwer in zijn geheel nog een zeer sober bestaan. De depreciatie van den gulden heeft niet gebracht wat de landbouw zich daar- van had voorgesteld. De verbetering der wereld-conjunc- tuur, welke een algemeene stijging der prijzen inhield, heeft zich in 1937 krach- tig voortgezet. De toenemende industri- eele bedrijvigheid welke wij in het eene land meer in het andere land minder kun- nen constateeren, heeft alom de vraag om grondstoffen sterk doen toenemen. Als gevolg daarvan schijnen de prijs- stijgingen dan ook bij de grondstoffen het hoogst. Helaas hebben wij zulks in die mate niet kunnen constateeren voor on- zen akkerbouw, veehouderij en tuinbouw. Weliswaar zijn wij in de gelegenheid geweest om voor bepaalde producten te profiteeren bij den export, door de de preciatie van den gulden, waardoor we niet alleen soms hoogere prijzen maakten doch tevens grootere kwanta konden uit- voeren, maar op de binnemlandsche markt zijn voor de veehouderij wel betere prijzen bedongen, doch over het geheel kon de stijging van de productiekosten, als ge volg van de depreciatie geen vergoeding vinden in de hoogere prijzen van de pro ducten. Tevens zijn ook de kosten van het levensonderhoud voor onze geheele plat- telandsbevolking, voor boer en arbeider, eveneens gestegen. Het bestaan wordt dan ook onmoge- lijk gemaakt, wanneer men zich voor- stelt dat de prijzen van de land- en tuin- bouwproducten maar steeds moeten wor den gedrukt. Ik wil dan ook ernstig pro- testeeren tegen de wijze waarop men meent van industrieele zijde actie te moe ten voeren tegen den landbouwsteun en zich niet afvraagt of zonder dien steun het bestaan van den land- en tuinbouw mogelijk is. Wanneer men het Neder- landsche publiek wil voorlichten, doe men zulks eerlijk en bepleit men niet afschaf- fing van landbouwcrisismaatregelen, om- dat" ,,een ieder verlangt naar het einde" doch vrage zich eerst aof de land- en tuinbouw ook zonder steun zullen kun nen blijven bestaan. Ondanks de in door- snee slechte uitkomsten van de bedrij- vem, zal de landbouwer met noeste vlijt en sober leven trachten de plaats te be- houden in onze samenleving. Te betreu- ren is het, dat nog een groot deel van het Nederlandsche volk niet tot het besef is gekomen van de beteekenis van den land bouw voor de samenleving. Een groot ge- deelte van de kracht van een volk schuilt in een boerenbevolking, die welbewust bereid is zichzelf te zijn en te blijven. Reeds daarom ook zou het noodig zijn, dat een volk dien nijverew boerenstand met de grootste voorzichtigheid hanteert, niet alleen, doch ook voor de instandhou- ding moeite doet. Is het dan niet juist, dat een volksdee". dat dreigde ten onder te gaan, een deel van een volk waarop 'n beroep werd gedaan in tijden van nood, een deel van het volk dat een hoeksteen v/ordt genoemd voor onze maatschappe- lijke samenleving, een beroep op die ge heele samenleving doet? Ook 1937 heeft niet kunnen brengen dat de landbouw zich kon ontwikkelen in het vrije bedrijf, waar hij zoo verlangend naar uitziet, maar zich nog steeds de cri- sismaatregelen moet laten welgevallen. De dichter Poot heeft vroeger aanlei- ding gevonden de volgende regelen neer te schrijven: „Hoe genoeglijk vliedt het leven des gerusten landmans heen." Deze woorden zijn de laatste jaren wel zeer ver van de waarheid. Wat zal 1938 ons brerngen? Wij kunnen constateeren dat alle lan- den in haast onbeperkte mate streven naar economische onafhankelijkheid ten opzichte van het buitenland. Waar Nederland in hoofdzaak wat de landbouw betreft, is aangewezen op het buitenland, zal de Nederlandsche tuin bouw zich opnieuw moeten orienteeren, en zich aanpassen aan de contingentee- ringspolitiek in fle verschillende landen. Het streven naar autarkie is wel geble- ken voor de agrarische-uitvoerlanden het meest funest te zijn, men denke slechts aan onzen export naar Duitschland en naar Engeland. Wanneer wij het bovenstaande in aan- merking nemen, dan zal naar mijn mee- ning ook 1938 de zoo begeerde vrijheid in onze landbouwbedrijven niet brengen. Laten wij echter vol hoop en vertrou- wen 1938 Ingaan met de gedachte dat ook het nieuwe jaar ons nader zal brengen tot het ideaal van den landbouw: een loonend, vrij bedrijf. Achter de donkere wolken schijnt de zon. Hoogkarspel p. STAPEL. Vele jaren heeft wijlen de heer D. de Boer te Stompetoren in het Oudejaars- nummer een beschouwing over den land bouw gegeven. Op otis verzoek heeft de heer P. Stapel te Hoogkarspel, voorzitter van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw diens taak overgenomen. Wij brengen den heer Stapel daarvoor onzen dank. Zijn medewerking waardeeren wij daarom zoo bijzonder, omdat ook het le ven van den heer Stapel zich kenmerkt in een streven om den Landbouw te die- nen, evenals dat het het geval was met wijlen den heer D. de Boer. Red. Alkm. Crt. Suntebankeris, Dec. 1937. Dut jaartje zal nou ok al weer gauw bekeken weze. En et is nag maar zoo'n kloin toidje leden loikt et wel, dat we der an begonne. Met un gerust gemoed schroif ik ok jaartje. En toch benne ze allegaar even lang, behalleven de skrikkel den, de toid gaat regelmateg zen gang, maar eer je et wete den is ie verstreken. We leve van de iene dag in de aare, un week is niks, en amperan is et nuwe jaar begonnen, of et is al weer oud, en moet plaas make voor et volgende nuwe. Wat er zoo in dut afgeloopen jaar alle gaar beurt is, ken je je iendeels nag best heuge, en aare belevenisse gaan je zoo maar verbaai, prakkezeer je niet meer over. Maar wat is et nag un kloin toidje leden dat we begin Jannewarie an et feesten wazze, en overal in et hille land de vlag wapperde, baai de ien an un mooie Oranje- kleurige stok, en baai de aar soms an un kloet, maar overal was et feist. En nou benne we aasen weer overnuw Januwarie en leite we hoope dat we den weer un nuw Oranjefeist fiere kenne. Maar zooveer benne we nag niet, et is nag zeuvenendertig, en Moeder zou altoid zegge „Men joon, gaan de toid nooit voor- uit". En ze bedoelde et goed oor. Maar toch is et teugeswoordeg welders aars. Om nou derris un voorbeeld te noemen, we bouwe nou niet meer wat we wulle, o jeetje nei. We kroige van Hoogerhand toiding, je magge niet meer as zooveul van dut en zooveul van dat. Zoo'n pepierke, dat noeme ze teeltver- gunning. Teeltvergunning? Der staat ien vraagteeken achter, maar oigeluk moste der nag veul meer achter staan, et hille regelke kon wel vol. En weerom, is uwes vraag. Nou, omdat er veul an hapert. Je kenne de toinderai niet in-koike, nei de vraagebus, of et is allegaar over de teeltvergunning, vroeger wiere der vraage stelt over de gewasse en bedroive. Maar dat skoint nou niet meer noodig, de teelt vergunning neemt alles in beslag. Iedere bouwer is welderis nei de stad weest nei et Landbouwhuis, en alleman die deer heene gaat, heb moeilukhede met z'n teeltvergunning of aare criseswet, I weervan de voorschrifte niet deuge. En weet je wat et beroerste is, der ben ne der die over oons tuinderslot beslisse, die nag nooit aar handwerk in der hande had hewwe as un pen. Ik heb welderis van ien hoort, dat ze je nag afsnauwe ok deer. Ja, je moete je den niet te noidig make, das veul beter, kom je veul veerder, maar volhouwe wat je ien keer zoit hewwe. Maar toch worde et lasteg, want je kenne meist niks meer, en je moete dut en je zalle dat. Aasen komt et nag zoo of, dat je die en die dag te spitte moete, en die toid kool- zette, en as je den niet doen wat voor- skreven wordt, boete. Boete, en niet aars, deer moet den weer de opzichter van betaald worde, die toe- zicht houwe moet. Trointje hing efkes over men skouwer heen en mosterris leze. ,,Weer hew je et over, wat skroif je", vroeg ze. „Lees maar". ,,Je moete der aars om denke hoor, zoi ze men terecht woizend, aars mochte ze jou aasen ok nag in de kast douwe, net as die kirrel in de Haag". Ze droide der om en gong vort. Ja, Hansen zit nag. „Das naggeris un kirrel", zoide Cees van de week, „maar ja hei, wat heb ie er an". ,,En toch moet ie volhouwe Cees, ze mochte wulle, dat ze allegaar zokke kir- rels an. 't roer hadde. „Praat maar over wat aars", zei Troin, „ik hew et niet op die polletiek". „Nou Troin", zoi Cees, „weer moete we et nou aars over hewwe as over de polle tiek, we benne der zellef endjes van, en weer wul je et nou aars over hewwe as deerover". „Maar ik wul et niet, das deer in Siena ok al zoo, weerom vechte ze deer nou, en in Spanje deer benne ze nou nag an gien end, deer houd et ok zoo maar vol". ,,Wel hew ik van men leven, nou begin je der toch zellef over!" „Ja, deur jullie". Toe gong ze maar weer gouw nei der eten, en was de binnenshuis-polletiek weer afloopen. „Wat zal et aare jaar brenge?" vroeg Cees. Ik haalde men skouwers op. „Weet ik niet". „Dut jaar was ok niet zoo bar best voor me." „Oo nei?" „Nei, gien uien vanzellef, woinig pie- pers en slechte koolteelt, et is allegaar hopsasa, ze benne zoo licht, meer as de halft is bleis, je kenne ze wel an mekaar toeknoipe, net as un vars fransie, en de geele die benne vanzellef nag et gekoopst ok, et meiste droid er deur, nei van't jaar was et niet best, en dat flurtzootje dat ik nag heb, dat ken et ok niet goed maake." ,,Hoe kon je nou ok zoo stom weze om gien uien te bouwen", vroeg ik. „Stom, stom, et was al jaare slecht weest, ik had er genog van." Zoo hewwe we nag un toid zeten baai mekaar, en dat ie vort gong, had ie zen hart ers lucht, en met un segaar in zen mond, gaf ik em de hand. „Nou gedag Cees, en as je weer derris wat hewwe, kom je maar". Zoo gaat et leven, van de iene dag in de aare en altoid loikt er wel weer wat aars. We hewwe nou Pestoor ok al weer un heel jaar in de voiling. Iemeslesten ben ik er naggeris weest, maar ik vond dat Wullem Dirkmaat meer gezag had, et was nou zoo remoereg, et leek nou krek un vergadering zonder voorzitter, allegaar wazze ze an 't rede- roiken. En wat de oigeloike hoofdpersoon zoide, en weer ie et over had, kon je gewoonweg niet verstaan. Vanzellef krege we's eivens deer ok de praat over dat Soitje en Thois efkes an- kwamme, en et ien haalde et aar uit. „Met Sunderklaas moste ze em un toe- ter geven hewwe", miende Soit. „Deer hew jij niks mee vernoden", viel Thois uit, „deer benne waai mallie mans genog voor om over te beslisse". Soit was zoo verbouwereerd, dat ze eerst niks kon zegge, en dat ze der over begon, zoi Thois: „Weer begin je nou nag over, woi hew we et deer al lang niet meer over, en be- slist dat we ankomde jaar Sunderklaas an Pestoor zoo'n roepding, net as de mpzi- kante op kerrimis hewwe, kedoo geve, as et niet verbeterd, met illetriek wordt't te duur, aars was dat nag beter, maar Jan Modder heb nag wel un endje blik weer et van ken", en triomfanteluk keek Thois nei zen aare betere? helft, of ie zegge wou, ,,wat zeg je nou van moin redenaars- kunst". „Zal toid worre", zoi Soit, die et leste woord hewwe wou. „Wat zeg je van de B. W. K. Thois", vroeg ik. „Gekkewerk", miendenie. „Beeweeka, wat beteekent dat", vroeg Troin. ,,Koik, moidje, as jee teugeswoordig in de voiling komme, den hewwe ze dat alle gaar op et bordje, en et beteekent zooveul asdat et de andui'ing is dat ze bewaard benne, begroip je?" Hillegaar begroipe deed ze et nag niet, want ze haalde er skouwers op. „Dat ken ne ze toch wel snappe dat ze van de dors komme." Voorschrifte Troin, aars niet", zoi Thois. „Et skoint zoo te weze, dat je den meer steun kroige. ,,Ben je betoeterd, den zou de ien meer kroige as de aar, as de ien et er wel op zette en de aar niet, kroig je nag meer voor de uien ok", infermeerde ze metien. „Dat zou je wel wulle, zee Troin, un hoop geld voor de uien en steun toe". „Nou moidjes, je kenne nag nooit wete wat er beurt". „Zoo is et Maarten, waai hewwe maar af te wachten wat er met oans dein worde. Hoe zal et afkomme met de Pen, ik bedoel et overneme van et illetriek". „Ofwachte maar men woif, altoid maar ofwachte" zeide Thois, „later zal et wel. uitkomme wat of er beter is, koik maar nei de poters voiling." „Wat dat?" vroeg Soit weer. „Nou deer deugde ommers ok gien lor van, we hewwe ze bouwen, maar weer- voor,voor de koeje, das toch ommers veul te bar, en den moet je weete dat je ze voile most". „Je kreege aars toch maar de prois uit- betaald" viel ik em in de reede. „Ja, deer niet van, maar et is et doel ommers niet?" „Deer hei je geloik in, zoo is er nag wel meer, dat met „Praat nou maarderis wat gezelliger hoor", zeide Soit. Over Prins Bernhard of zoo". „Vind jij dat zoo mooi, dat die in et zie- kehuis loid". „Nei dat niet, maar et is toch mooi dat ie beter wordt, et zou toch erreg weest hewwe, assie er nou derris wat van hou- wen had." „Haai reed veuls te hard", zoi Troin, „aa et moin skoonzeun was, zou ik em wel kortwieke", en teugen Soit „hoe vind jij dat nou moid, as er un prins geboren wor de den skiete ze 101 keer en as et un prin- seske is maar ienenvoiftig keer, ik vind das niet baai rechtuit, weerom nou ons geslacht minder asdat van hullie, metien wees ze nei Thois en moin. „Geloik hei je, maar et zelle voor schrifte weze". Voorschrifte, voorschrifte, et is toch maar zoo". Thois en moin persoon moste efkes lache. „Nou jullie grinneke maar, et zel wel altoid zoo bloive, dat waai baai jullie achteruitzet worre". „Weet je weerom we nou skik hewwe", vroeg ik. „Nei, ja toch wel,. jullie neeme oons in 't ootje". „Onei, maar jullie wouwe niet over de polletiek praate en je doene.niet aars". En Trointje gaf toe, dat et zoo maar gong, je hadde der gien erreg in, maar Soit, dwars vanzellef, die vond dat waai et uitlokt hadde. Baai heur.is et nou ok nooit goed. Ik heb et nqu zoo over et ien en et aar had, en der is nag wel meer, maar ja, moeder zoide vroeger, altoid: „Je moete maat weeta", as we te veul eten hadde, en zoo is et nou met de skroiveraai ok. En zoo goed as we an et-end van't jaar rake, kroig ik en end an men brief. Met de ouwejaar komme Geert en Pie- tertje, dus et ken gezelleg worre. Et is wel ders leuk de teugeswoordege toid te bekoiken en den terug te denken an vroegbr, den is er maar ien ding weer je an denke. Verandering. Groot, heel groot is de verandering van et maatschappeluk leven en al zen be- slommeringe. Maar al is die verandering nou nag zoo groot, de netuur bloift toch deur alle jare nag et zellevende, de blaadjes benne van dut jaar net as de voorgaande, den knop ontsprongen, volgroeid en weer de boom ontvallen. Ofteg ken je deer van geniete, en weer om, omdat de menschehand die netuur niet regeere ken. Basta, genog voor deuze keer. Maar voor ik er uitskoi wensch ik men lezers un zalig uitoinde, en un voorspoe- deg nuwjaar en vanzellef ok van Trointje. Nou dag oor, un gezellege eiven. MAARTEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 24