DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Een loslippig Japansch minister. No. 4 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 6 Januari 1938 140e Jaargang De algemeene toestand. Soetsoegoe over zijn denkbeelden over de blanken en de gekleurde rassen. JAPAN'S HOUDING JEGENS ENGELAND. Poemeensch oorlogsschip in den storm. Julius Barmat overleden. De Japansche eischen m Sjanghai. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Alkmaar, 6 Januari. De diplomatieke correspondent van Reuter te Londen verneemt, dat de Britsche gezant te Boekarest opdracht heeft ontvangen, de Roemeensche regeering op de meest vriend schappelijke wijze te herinneren aan de be langstelling van de Britsche regeering voor het Parijsche minderhedenverdrag onder de oorspronkelijke onderteekenaars, waaronder ook Roemenië zich bevond, en voor de pro cedure ten opzichte van de minderheden in het algemeen. Gemeld wordt, dat de Fransche regeering een soortgelijken stap heeft gedaan bij haar gezant te Boekarest.- Aan het einde van den wereldoorlog zag Roemenië zijn territorium en bevolking meer dan verdubbeld! Het kreeg de provin cie Transsylvanië en daarmede een vierde deel van de tegenwoordige Joodsche bevol king. In ruil voor deze groote gebiedstoene- ming ging Roemenië het minderhedenver drag van 9 December 1919 aan met de Ver. Staten, het Britsche Imperium, Frankrijk, Italië en Japan, welk verdrag door den Vol kenbond werd gewaarborgd. Art. 8 van dit verdrag garandeerde volledige gelijkheid in burgerlijke en politieke rechten voor alle Roemeensche staatsburgers, onverschillig van welk ras, taal of godsdienst. In het ver drag wordt bepaald, dat geen persoon van Roemeensche nationaliteit eenige moeilijk heid zal ondervinden wegens zijn godsdienst of ras, wat betreft het genot van burgerlijke en politieke rechten en in het bijzonder wat betreft de toelating tot den overheidsdienst en tot bepaalde beroepen en industrieën. Art. 7 van het verdrag stelt nog eens na drukkelijk vast, dat Roemenië alle Joden, die op eenig deel van het Roemeensche ter ritorium wonen, en geen andere nationali teit bezitten, zonder eenige formaliteit als Roemeensche staatsburgers zal erkennen. De politieke partijen in Roemenië begin nen thans hun houding tegenover de regee- ring-Goga te bepalen. De nationale boeren partij heeft een krachtige oppositie aange kondigd. De liberalen staan wantrouwend ten aanzien van het rassen-experiment, doch blijven verder gereserveerd. De IJzeren Garde heeft de eerste maatregelen van de nieuwe regeering met sympathie ontvangen, doch neemt verder een afwachtende hou ding aan. De onafhankelijke liberalen onder leiding van Bratianu staan vijandig tegen over de regeering. Alleen het Roemeensche Front onder Vai- da Voevod en de nationaal-democraten on der Jorga zijn de regeering welwillend ge zind. De Hongaarsche dagbladen melden, dat een belangrijk in de Hongaarsche taal te Ti- misbara (Temesvr) verschijnend blad, de Temesvari Hirlap, door de Roemeensche autoriteiten is opgeheven. Dit feit wordt, naar Havas uit Boedapest meldt, zonder commentaren vermeld. De Hongaarsche pers betoont inderdaad sedert Maandag een vol ledige reserve ten opzichte van het regee- ringsprogramma van Goga. Intusschen veroorzaakt deze eerste daad van de Roemeensche regeering ten opzichte van de Hongaarsche minderheid in Roeme nië te Boedepast des te meer beroering, daar de Hongaarsche pers van Transsylvanië en van het Banaat, waar de bladen belangrijke oplagen hebben, den voornaamsten waar borg vormt voor de verdediging van de Hon gaarsche cultuur in die provincies, die Roe- meensch geworden zijn. Te Boedapest re kent men nog op tusschenkomst van Duitschland en Italië bij Goga voor de ver dediging van de minderheden, maar reeds thans schijnt het, dat Goga, wiens nationa listische programma bekend is, moeilijk zijn partijgenooten voldoening zal kunnen wei geren, welke tegen de minderhedenrechten zouden ingaan. tl Het Journal de Moscou geeft naar aanlei ding van den politieken ommekeer te Boe karest te verstaan, dat de Sovjet-Unie, in geval Roemenië zich zou scharen bij de fas cistische mogendheden tegen de Sovjet- Unie, dit land de kwestie van Bessarabie op nieuw op het tapyt zou kunnen brengen. Dank zij de toenadering tusschen Rusland en Roemenië, door Titulescu nagestree had de Sovjet-Unie, zonder van haar rech ten op Bessarabië af te zien, deze zaak la ten rusten, maar reeds onder het bewind van Tatarescu had ditzelfde blad een waar schuwing tot Roemenië gericht. Het blad is van oordeel, dat de vorming van het minis- terie-Goga niet alleen onrust moet wekken in Frankrijk, maar in alle vreedzame landen. Tsjechoslowakije voorop. De nieuwe politie ke richting van Roemenië, gevoegd bij de pro-Italiaansche en pro-Duitsche manoeu vres van Stojadinowitsj, berooft de Kleine Entente opnieuw van een harer steunpila ren. Het interview, door den Japanschen minister van binnenlandsche zaken, admiraal Soetsoegoe, verleend aan een medewerker van het vooraanstaande Tokiosche tijdschrift Kaizo, en dat blijkens de echo's, die het heeft wak ker geroepen in het buitenland, op grove wijze verkeerd was gelezen en vertaald, wordt thans op de volgende wijze nader verduidelijkt. Soetsoegoe zou in zijn interview het volgende hebben verklaard: „Het doel van Japan's actie in China is in het eind te komen tot samenwerking tusschen China en Japan, zooals dat in de kei zerlijke boodschap was verkondigd en ook geformuleerd door den minister president." Soetsoegoe gaat dan als volgt voort: „Wij maken thans het proces door om tot die samenwerking te komen. Duurzame toestanden en vrede in Oost-Azië kunnen alleen worden verkregen door een nauwe samenwerking tusschen Japan, Mantsjoek- wo en China. Of dit de uitsluiting der blan ken zal beteekenen of niet, is een belang rijke kwestie, die een keerpunt kan betee kenen in de wereldgeschiedenis. Echter zijn de krachtige pleidooien voor recht en humaniteit der blanken enkel maar ijl ge praat, zoolang niet alle gekleurde rassen worden vrijgemaakt op een zoodanige wijze, dat die rassen in den vervolge ge lijkelijk zullen profiteeren van de gunsten des hemels, en zoolang niet de wereld, die thans beheerscht wordt door de blanken, voor dat doel zal worden gereconstrueerd. Het is mijn persoonlijke overtuiging, dat een blijvende vrede in de wereld niet zal kunnen worden gevestigd, tenzij de ge kleurde rassen, die thans, gekluisterd door de blanken, een ellendig leven leiden, zul len worden bevrijd". De minister keurde het echter af, dat tot overhaaste actie zou worden overgegaan, die enkel zou kunnen tengevolge hebben, dat de bestaande wrijving en vijandigheid nrg zouden toenemen, ofschoon het eind doel de vooruitgang der beschaving, onge twijfeld ligt in de verlossing van de ge kleurde rassen. In antwoord op de vraag, of China bij het volharden in een lang durig verzet met de wapenen niet afhan kelijk is van hulp van buiten, niet enkel uit de Sovjet-Unie, maar ook uit het Brit sche rijk via Hongkong, verklaarde Soet soegoe: „De Japansche opvattting is, dat het voor China enkel maar onzegbaar leed zal beteekenen, indien het zijn toevlucht neemt tot vijandelijkheden op z.g. langen termijn. Het zou dan tegen beter weten in blijven hopen. Wat Japan betreft, dit land kan niet toestaan., dat China voor onbepaalden tijd tegenstand blijft bieden. Daarom zal Japan het verzet van China aan de bron moeten stuiten. Indien China voor zijn verklaring, dat het de vijandelijkheden nog lang zal voort zetten, rekent op Britsche hulp en zulks ten spijt van den val van Nanking dan ben ik van opvatting, dat het voor Japan on vermijdelijk zal zijn het verzet van China reeds bij de bron te stuiten, ook indien dit tot een botsing met Engeland zou moeten voeren. Al deze opvattingen berusten op de hierboven genoemde premisse. Wat hier van zij, dit eene is zeker, dat een verzet van China tegen Japan gedurende langen tijd geen gunstige gevolgen kan hebben, noch voor den vrede in het Verre Oosten, noch voor China zelf, noch voor Engeland. Daarom geef ik den raad aan China on middellijk zijn voornemen om gedurende langen tijd tegenstand te bieden, te laten varen. Zelf ben ik geneigd aan te nemen, dat Engeland verstandig zal zijn, ook al hierom, wijl het staken van zijn tot misluk king gedoemde hulp aan China, thans in zijn geheel genomen geen. baat zal bren gen aan het Verre Oosten. Anti-Engelsch. Het Domei-nieuwsagentschap meldt nog het volgende: In de verklaringen, die minister admiraal Soetsoegoe aan de pers heeft gedaan, werd vooral de aandacht erop gevestig, dat de anti-Engelsche gezindheid, door Japan ge toond, een gevolg is van de pogingen, door Engeland gedaan om de economische ex pansie van Japan in China te voorkomen. Men herinnert zich, dat Soetsoegoe reeds voor hij de portefeuille van binnenland sche zaken aanvaardde, gezinspeeld had op de mogelijkheid van een conflict met Engeland. Dat was in een vorig nummer van het maandblad Kaizo. De admiraal had toen betoogd, dat, ofschoon het na tuurlijk moeilijk was om de toekomst te voorspellen, hij meende te mogen verkla ren, dat de oorlog in China niet zoo lang zal duren als door maarschalk Tsjang Kai Sjek wordt beweerd. Soetsoegoe verklaar de ook nog, dat Japan gelooft in zijn missie, welke bestaat in het vestigen van een duurzamen vrede in het Verre Oosten, en dat het alle hinderpalen zal uit den weg weten te ruimen, die het zal vinden. Dat is trouwens niet de missie van Japan alleen, maar de missie van alle Oosterlin gen. Indien de Engel9chen hun hulp aan China zouden staken, zouden zij aan het Verre Oosten een grooten dienst bewijzen. Ook verklaarde de admiraal nog, dat de econo mische toestand van Japan uitstekend is en dat dit land nooit door een blokkade zal kunnen worden overwonnen, zooals dat het lot van Duitschland was geweest. Ook zeide Soetsoegoe nog niet te gelooven, dat de Ver. Staten Engeland zouden helpen, indien dat land met Japan in oorlog ge raakt. Van Soetsoegoe kan nog de volgende mededeeling worden gedaan. In eert onder houd met journalisten zeide de minister van binnenlandsche zaken, dat de Chinee- sche regeering blijkbaar wanhopige po gingen doet om het hoofd te bieden aan den toestand, die het gevolg is van de gewel dige overwinningen der Japansche strijd krachten. Als zoodanig is b.v. de reorga nisatie van de Chineesche regeering te be schouwen. De opperbevelhebber Tsjang Kai Sjek is voor het volgende dilemma geplaatst: geeft hij zich over aan Japan, dan is hij zijn leven niet zeker. Laat hij de zaken zooals zij thans zijn, dan wordt China overweldigd door het communisme. Daarom moet, zeide Soetsoegoe, Japan zich voorbereiden op een langdurigen oorlog. De inneming van Nanking heeft niet de beteekenis gehad, dat het Chineesch- Japansche conflict erdoor werd opgelost. De reactie in Frankrijk. Wladimir d'Ormesson in de Figaro: Men vraagt zich naar aanleiding van de uitla tingen van admiraal Soetsoegoe af, hoe diens opvattingen, indien zij overeenkomen met wat de Japansche regeering in haar hart denikt, zijni overeen te brengen met het Duitsch-Japansche pact, een jaar ge leden te Berlijn gesloten tot welk pact Italië onlangs is toegetreden. Alles onder de vlag van gericht te zijn tegen het com munisme. Men zou kunnen zeggen dat Duitschland en Italië, die in. het Verre Oosten geen bezittingen hebben, geen ge vaar loopen van de dreigementen van Soetsoegoe. Maar dat zou niet juist zijn, want deze landen onderhouden met het Verre Oosten belangrijke economische be trekkingen. Bovendien zijn zoowel Duitschland als Italië bezig aan uitbrei ding van hun industrieele en commerciee- le bedrijvigheid. Die bedrijvigheid is voor hen noodig, willen zij kunnen leven. De concurrentie van Japan op de Aziatische markten zou voor de beide landen fataal kunnen worden, vooral voor den. Duitschen uitvoer, want zooals de dingen nu gaan, is het onvermijdelijk, dat Japan China zal Lndustrialiseeren. Dan zal tevens de waar heid worden bewezen, dat men zelf het slachtoffer wordt van machten, die men heeft ontketend. In gelijken zin schrijft James Donnadieu in de Epoque. Hij vraagt, of Italië denkt zijn eigen belangen te die nen door de Mohammedanen tegen Enge land op te zetten. Italië is een koloniale mogendheid, die er nog niet in geslaagd is Etiopië te pacificeeren. Het speelt met vuur. Amerika gereserveerd. In Amerikaansche regeeringskringen toont men zich zeer gereserveerd in de beoordeeling vani de uitlatingen van admi raal Soetsoegoe. Het is echter zeer wel mogelijk, dat het Witte Huis te Tokio in lichtingen zal vragen door den ambassa deur, Grew. In welingelichte kringen houdt men het ervoor, dat de beweringen van Soetsoegoe moeten worden opgevat als een diplomatieve manoeuvre, die ten doel heeft de Ver. Staten en Engeland van elkaar te scheiden. Men wijst erop, dat na het Pa- nay-incident de Japanners hun uiterst best hebben gedaan om in Japan sympathie voor de Ver. Staten te wekken. De uitla tingen van Soetsoegoe wyzen er eveneens op, dat niettegenstaande de bedekte waar schuwingen, vervat in de jongste nota van Huil, de Japansche militaire leiders er geenszins van overtuigd zijn, dat de Ame rikaansche regeering weieens tot daden zou kunnen overgaan. In Japan rekent men op den invloed van de voorstanders van de Amerikaansche isólatiepolitiek van de Amerikaansche pacifisten, om aan de Amerikaansche regeering te beletten, te handelen. Niettemin voorziet men, dat de verklaringen van Soetsoegoe tengevolge zullen heben, dat de Amerikaansche open bare meening erdoor zal worden gebracht tot het besluit om het been stijf te houden, indien zich een nieuw incident als dat met de Panay mocht voordoen. Wat betreft een eventueele samenwerking tusschen Engeland en de Ver. Staten, is er niets ver anderd. De Amerikaansche regeering zal met Engeland voortdurend berichten, wis selen over den politieken toestand en over de te voeren actie, maar zij zal zich toch voornamelijk door de feiten laten leiden. In kringen van welingelichte Amerikanen meent men, dat de nationale Amerikaan sche eensgezindheid, die door Roosevelt was teweeggebracht, als gevolg van het incident met de Panay, nog altijd in wezen is en dat president Roosevelt kan rekenen op de vrijwel unanieme instemming van het geheele volk met zijn. politiek inzake het Verre Oosten. De meening te Rome. In Italië laat men zich maar weinig uit over de rede van Soetsoegoe. Slechts en kele bladen geven er een uittreksel uit. In gezaghebbende kringen onthoudt men zich van verklaringen. Volgens de Itali- aansche opvatin.g, die vaak herhaald is, zou Engeland verantwoordelijk zijn voor het huidige conflict in het Verre Oosten. Men geeft te verstaan, dat, indien Enge land er van afzag om de Chineezen tot verzet aan te sporen, dezen gaarne met 't ingrijpen van Japan genoegen zouden ne men, waarop dan de vrede hersteld zou zijn. Dit lijkt veel op de opvatting van ad miraal Soetsoegoe. Niettemin heeft geen officieele noch officieuze woordvoerder vani de regeering de opvatting van Italië laten kennen. Italië heeft nooit beweerd, dat het afzien door Engeland van bemoei ingen met China desnoods zou moeten worden afgedwongen door een oorlog. Het is waarschijnlijk uit dit principieele punt van verschil, dat de terughoudend heid van Rome inzake het interview met Soetsoegoe moet worden verklaard. Volgens nog niet bevestigde berich ten uit Varna is de Roemeensche torpedoboot „Principessa Maria" aan boord waarvan zich kroonprins Michael naar de huwelijksplechtigheden te Athene begeeft, gistermiddag te drie uur ter hoogte van de Bulgaarsche haven Boergas ten gevolge van een zwaren storm in nood geraakt. Het schil deelde per radio mede, dat het koers gezet had naar de haven van Varna, waar het zou binnenloopen. Sedertdien heeft men niet meer van het vaartuig vernomen, hoewel het reeds te Varna had moeten aankomen. De Bulgaarsche kuststations trachten tevergeefs in verbinding met de torpe doboot te komen. Verder wordt uit Varna gemeld dat twee Nederlandsche schepen en een Italiaansch vaartuig, die daar zouden binnenloopen, over tijd zijn. Bulgaarsche torpedojagers in de nabijheid. Nader meldt Havas, dat het schip door den storm niet in staat was zijn reis voort te zetten. Verscheidene Bulgaarsche torpe dobooten houden zich gereed het Roemeen sche oorlogsschip te hulp te snellen, wanneer dit in gevaar mocht komen te verkeeren. Voor het geval het schip een toevlucht zou zoeken aan Bulgaarsche kust, zijn twee treinen naar de havens Varna en Boergas gezonden, ten einde den kroon prins in staat te stellen zijn reis per spoor te vervolgen. Op weg naar Constanza. Volgens de laatste draadloos ontvangen berichten, die na middernacht zijp bekend geworden, is de Regina Maria thans op weg naar Constanza. De Regina Maria wordt door een ander schip bijgestaan. De bodem bevond zich te middernacht op on geveer 100 K.M. van Constanza. De financier Julius Barmat is heden morgen in de St Gilles-gevangenis te Forest, een voorstad van Brussel, waar hij sedert eenige dagen was opgesloten, overleden. Naar men weet, was Barmat, toen hij op grond van het uitwijzingsbevel der autori teiten Nederland verliet, reeds ernstig ziek. Gisteren en eergisteren was hij door den gevangenisdokter behandeld. Ook heden morgen had hij nog bezoek van dr. Vervaeck ontvangen. Het parket heeft schouwing van het lijk gelast. Te Constanza aangekomen. De Britsche sleepboot „King Lear" heeft den torpedojager „Regina Maria", aan boord, waarvan kroonprins Michael naar Athene zou gaan om tegenwoordig te zijn bij het huwelijk van kroonprins Paul van Griekenland, veilig te Constanza binnenge sleept, nadat het schip op de Zwarte zee in een hevigen storm was geraakt. Kroonprins Michael keert thans per spoor naar Boekarest terug, vanwaar hij over land naar Athene zal gaan. Het Chineesche telegraafagentschap Cen tral News meldt: Het Chineesche ministerie van buiten- landsche zaken heeft gisteren een gelijklui dend memorandum gezonden aan de ver tegenwoordigers van Groot Britannië, Frankrijk en de Vereenigde Staten, waarin 't protesteert tegen de recente afkondiging van den gemeenteraad te Sjanghai, waarin o.m. gezegd werd, dat een ieder, die een aanslag zou hebben gepleegd op troepen in de internationale concessie te Sjanghai, zou worden uitgeleverd aan de aangevallen troepen. Het memorandum verklaart, dat, wanneer deze maatregel werkelijk werd genomen, hij niet door de Chineesche re geering zou kunnen worden erkend, aange zien hij in strijd is met de in de concessie van kracht zijnde wettelijke en bestuurs- methoden. Het memorandum vraagt den Britschen, Franschen en Amerikaanschen regeeringen snel maatregelen te nemen ten einde te verhinderen, dat deze afkondiging van kracht wordt. Het voegt hieraan toe, dat, wanneer de gemeenteraad van Sjang hai aan buitenlandsche troepen een persoon zou uitleveren, die berecht moet worden door Chineesche gerechtshoven, de Chi neesche regeering deze uitlevering als on wettig zou beschouwen. Het document besluit met te verklaren, dat de Chineesche regeering zich alle rechten, welke zij bezit in de internationale concessie, voorbehoudt. Japanners in het telegraafbureau te Sjanghai. De Japanners hebben den dienst in het telegraafkantoor te Sjanghai gistermorgen volledig overgenomen, omdat de Chinee sche beambten op bevel van de Chineesche regeering niet op het werk verschenen. Er wordt geen censuur toegepast, op de tele grammen die ter verzending worden aan geboden. Alle rechten der buitenlandsche maatschappijen, voorvloeiend uit overeen komsten met de Chineezen gesloten, zullen volledig worden gerespecteerd. De Chineezen bombardeeren Woehoe. Het Chineesche telegraaf agentschap Central News meldt, dat de Chineesche vliegtuigen, die Woehoe hebben gebombar deerd, daarbij zes Japansche vliegtuigen en het Japansche vliegveld hebben vernield Toen de Chineesche vliegtuigen boven het vliegveld kruisten, haalden zij 'n Japansch toestel omlaag, terwijl de vijf andere toe stellen op den grond vernield werden. Voorts meldt het agentschap, dat de Chi neezen tijdens hun raid op Woehoe op 3 Januari twee Japansche oorlogsschepen, men meent torpedoboot jagers, tot zinken hebben gebracht. De Japanners te Jentsjou. Nadat de voorhoede der Japansche troe pen reeds in Jentsjou was doorgedrongen, heeft nu ook de hoofdmacht deze ommuur de stad bezet. In Foekien achtervolgen de Japanners, naar Domei meldt, de terugtrekkende Chi neesche troepen. Zij hebben Tamengou, 20 K.M. ten Noorden van Tsjoefoe, en ook Tsjoefoe zelf genomen. De Japanners doen al het mogelijke om Tsjoefoe te redden van het Chineesche vandalisme, hetwelk door de terugtrekkende troepen gemeenlijk in praktijk wordt gebracht. Uitzonderingstoestand te Hongkong. Met het oog op den tegenwoordigen toe stand heeft het bestuur van Hongkong de nood-verordeningen, die ook ten tijde van het „Mantsjoekwo-incident" in 1931 van kracht waren, weder ingevoerd. h

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1