EN
De blijde gebeurtenis
in het Prinselijk gezin.
NIEUWE GEGEVENS IN DE ZAAK VAN DE
C. S. A. R.
No. 8 Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Dinsdag 11 Januari 1938
140e Jaargang
De algemeene toestand.
Fransche minister van binneniandsche zaken
legt verklaringen af.
CELLENBOUW IN DE CSAR.
Nieuwe etappe in den
kerkstrijd.
De rassenleer.
De militaire ontwikkeling
in Sjantoeng.
Versterkingen naar Tsinan.
Nieuws in 't kort.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Alkmaar, 11 Januari.
Gisteren heeft Beek, de Poolsche minis
ter van buitenlandsche zaken, een uiteen
zetting gegeven van den internationalen
toestand. Beek karakteriseerde de afge-
loopen jaren als een periode van funda-
menteele wijzigingen in de internationale
politiek, gekenmerkt door de ontwrichting
van de tot dusver gevolgde methodes. Deze
ontwikkeling is nog niet voltooid.
De positie van Polen biedt het helderste
beeld, dank zij de nauwkeurigheid, waar
mede de problemen, welke het raken, be
studeerd zijn. De Poolsche politiek is erop
uit geweest, dat in deze crisis van samen
werking, waarin men het wel eens een te
groote voorkeur voor het bilateralisme
verweten heeft, geen wezenlijke belangen
van Polen «ediend zouden worden. De
betrekkingen van Polen met zijn buursta
ten, die voor een groot gedeelte bepaald
worden door de niet-aanvalsverdragen
met de Sovjet-Unie en met Duitschland,
maken op geen enkele internationale in
stelling of procedure inbreuk en laten de
waarde daarvan intact. De bondgenoot
schappen met Frankrijk en Roemenië zijn
weliswaar in geen enkel opzicht in strijd
met het Volkenbondspact, maar zij da
teeren van de jaren 1921 en '22, dus uit een
tijd, dat de organisatie van den Volken
bond nog niet voltooid was en werden op
zichzelf beschouwd en niet slechts in ver
band met of ter aanvulling van andere
overeenkomsten.
Beek meende er een veelbeteekenend
feit in te mogen zien, dat juist in de laat
ste twee jaren de strekking van deze
overeenkomsten, hun levensvatbaarheid en
hun opportuniteit, bijzonder naar voren
gekomen zijn, zoowel in Polen zelf als in
de landen der bondgenooten, terwijl het
rec.itstreeksche contact met deze landen
uitdrukking gevonden heeft in eer. voor
Polen zoowel belangrijken als bijzonder
aangenamen vorm. In dit verband noemde
Btck de wisseling van bezoeken met den
president van de Fransche republiek en
met den koning van Roemenië, het bezoek
van den kroonprins van Roemenië aan
Polen en van maarschalk Smigly-Rydz aan
Roemenië enz.
Zonder echter ten deze zijn rol te willen
beperken, is Polen erop uit, om zijn vriend
schappelijke betrekkingen ook met andere
landen te versterken en te ontwikkelen,
getuige de bezoeken van' Göring, Sandler
en Schmidt.
Het internationale leven is terder ver
zwakt wat de vormen betreft dan in we
zen. Polen weigert niet naar nieuwe vor
men te zoeken. In samenwerking met de
Duitsche regeering pogende de betrekkin
gen van goede nabuurschap te versterken,
werd in de verklaring van 5 November
'37 (de z.g. minderhedenverklaring) een
nieuw model gevonden, dat een redelijk
middel is om den redelijken samenhang
van elk der beide staten te waarborgen,
en tevens goede voorwaarden schept voor
het naast elkaar bestaan van minderheid
en staat. Dit stuk is een zeer wezenlijke
versterking van de Poolsch - Duitsche
overeenkomst van 1934.
De betrekkingen met de Sovjet-Unie
hebben geen wijziging ondergaan. Zij zijn
gebaseerd op de niet-aanvalsovereen-
komst van 1932, wat veroorlooft de han
gende vraagstukken in een atmosfeer van
realisme te regelen.
De oprichting van ambassades te Tokio
en Warschau wijst op de wederkeerige
welwillendheid in de betrekkingen tus-
schen Polen en Japan.
Een toenemend belang hecht Polen aan
het Oostzeegebied en aan de verdieping
van de samenwerking in het Donaubek-
ken waar het traditioneele vriendschap
wenscht te behouden en zijn contact tracht
uit te breiden. Onder de plannen, welke
dit gebied betreffen, zijn het de beginse
len van het Fransch-Italiaansche voorstel
uit den tijd van het bezoek van den Fran-
schen minister van buitenlandsche zaken
aan Rome in Januari 1935, die de voor
keur van Polen genieten.
In de betrekkingen met den Heiligen
Stoel is het wederzijdsch begrip verdiept.
Naar aanleiding van het Palestijnsche
vraagstuk, dat volgens de Poolsche rege
ring geen plaatselijke kwestie is, maar een
probleem van Europeesche strekking,
analyseerde Beek de houding en het op
treden van de regeering ten aanzien van
het kolonisatievraagstuk en den toegang
van Polen tot de grondstoffen.
lm het Huis van Afgevaardigden is gis
teren een brief van president Rooseveit
voorgelezen, waarin deze waarschuwt, dat
het aannemen van het amendement op de
grondwet inzake het referendum over een
oorlog, iederen president in zijn buiten
landsche politiek zou hinderen.
De brief van den president werd in net
Huis voorgelezen, juist voordat de leden
zich zouden uitspreken voor de motie,
waarin wordt voorgesteld het amende-
ment-Ludlow te behandelen.
Gisteravond heeft de Fransche mi
nister van binneniandsche zaken tegen
over vertegenwoordigers van de pers
een verklaring afgelegd over de zaak
van de C. S. A. R., die thans, naar hij
zeide, een nieuwe phase ingetreden is.
De daders van den aanslag bij de Place
de 1'Etoile zijn bekend. Drie van de vier
zijn gearresteerd. Zij zijn lid van een
beruchte terroristische organisatie.
De minister bracht de toedracht in herin
nering van den bedoelden aanslag, waarbij
twee ontploffingen ontstonden, een in de
Rue Prest ourg in het gebouw van de C. G.
P. F., de organisatie van Fransche werk
gevers en de tweede in Rue Boissière, in
den zetel van de groep der metaalin
dustrieën in het Parijsche gebied. Beide ge
bouwen werden gedeeltelijk vernield, er
vielen twee dooden. De aanslag, die nauwe
lijks vier maanden geleden gepleegd werd,
verwekte groote beroering in het land.
Nauwelijks bemantelde beschuldigingen
werden uitgesproken tegen de arbeiders,
die de werkgevers zouden willen terrorisee-
ren. Terstond heeft de minister instructies
gegeven betreffende het onderzoek.
De minister was er echter van overtuigd,
dat de arbeidersklasse niet in staat was tot
individueele daden van terrorisme ter ver
krijging van haar doel. Het anarchisme is
trouwens steeds door de militante arbeiders
en socialisten verworpen.
Moeilijk onderzoek.
Het onderzoek was uiterst moeilijk. De
overtuiging van den minister stond echter
vast, toen een wapendepot ontdekt werd in
de Rue Ribera, waar men een bom vond,
die van een tijdmechaniek was voorzien.
Men moest zoeken in de richting van de
mannen van de C. S. A. R. De minister
pleegde overleg met de regeering en deelde
Chautemps zijn overwegingen mede. Chau-
temps legde toen in de Kamer de verklaring
af, die zooveel opzien baarde en nieuws
gierigheid wekte.
„Wij hadden ons niet vergist. De
mannen, die paramilitaire organisaties
voor een burgeroorlog hadden opge
richt, die wapendepots gesticht had
den, waar o.a. mitrailleurs werden be
waard en machinegeweren en munitie,
waren ook de openbare boosdoeners
die, om hun afschuwelijke doeleinden
te bereiken, niet aarzelden gebouwen
in de lucht te laten vliegen en ongeluk
kige en fatsoenlijke vertegenwoordigers
der wet en der orde te dooden.
Het bewijs is thans in onze handen. Het
is zoo juist geleverd door een van de daders
van den aanslag zelf!
De minister kon niet mededeelen op welke
wijze deze zaak gerechtelijk zal wonden be
handeld. Wel zeide hij, dat de daders en
degenen, die achter hen stonden, geen ander
doel hadden dan in Frankrijk een burger
oorlog uit te lokken, die wellicht een bui-
tenlandschen oorlog tengevolge zou hebben
gehad. „Zoo zyn de feiten. Zoo is de waar
heid. Tot dusverre heb ik gezwegen. Maar
laat men niet meer verontschuldigingen
zoeken en niet meer trachten deze wapens
te rechtvaardigen, die schijnbaar bestemd
waren tot de bescherming van goede bur
gers tegen een z.g.n. communistischen
putsch. Een verontschuldiging heeft geen
waarde, is kinderachtig. Bovendien heeft
niemand het recht in de plaats van de wet
te treden, die voldoende is voor de bescher
ming van alle burgers".
Aan deze mededeelingen voegde de mi-
,,Ik begrijp zeer wel", zoo schrijft de
president, „dat de voorstanders van het
amendement meenen, hiermede de Ver-
eenigde Staten buiten een oorlog te hou
den. Ik ben evenwel overtuigd van het
tegendeel. Een dergelijke maatregel zou
anderen doen gelooven, dat zij ongestraft
de rechten van de Vereenigde Staten kun
nen schenden".
Het Huis van Afgevaardigden heeft
daarna met 208 tegen 188 stemmen be
sloten het amendement-Ludlow, strekken
de tot het instellen van een volksstem
ming inzake het deelnemen aan een oor
log door de Vereenigde Staten, niet in be
handeling te nemen.
nister nog slechts toe, dat de misdadigers
geen helderen blik hebben gehad. De repu
bliek is krachtig. Zij is verankerd in het
hart der Franschen, die morgen eensgezind
zouden zijn om haar te verdedigen op alle
gebieden.
Ten slotte bracht de minister dank aan de
politie, wie geen beleediging of laster ge
spaard is. Het succes heeft haar inspanning
beloond. Zij heeft het republikeinsche recht
verdedigd.
De aanslag bij de Place de 1'Etoile.
Bovenstaand relaas moge op zich zelf
interessant genoeg zyn, in aansluiting
daarop volgen hier nog eenige bijzonder
heden, die met de heele geschiedenis in
nauw verband staan. Daar is dan de
aamslag bij de Place de 1'Etoile te Parijs.
Na een moeilijk en langdurig onderzoek
heeft de veiligheidspolitie kunnen vaststel
len, dat de dubbele zware ontploffing in de
omgeving van de Place de 1'Etoile veroor
zaakt was door drie personen, die waar
schijnlijk tot de Csar behoorden. Deze ver
onderstelling zou steeds meer bevestigd
worden door de verhooren van personen, die
beschuldigd werden van het verborgen
houden van wapenen. Zoo kwam men er toe
drie personen voor de daders van den aan
slag te houden. Allereerst ingenieur Mete
nier uit Chamailleres, een voorstad van
Clermcnt Ferrand, die reeds is gearresteerd
en die de werkelijke organisator van den
dubbelen aanslag schijnt te zijn geweest.
Verder den conciërge Macon, wiens vlucht
naar Spanje na het begin van de affaire
Csar ernstige verdenking deed ontstaan.
Omtrent den persoon van den derden dader
tastte men in het duister. Nadat het ver
moeden met betrekking tot de beide eerst
genoemde personen juist was gebleken
werd vandaag ook omtrent den derden per
soon opheldering verkregen, doordat Pierre
Locuty, die als getuige door de mobiele
brigade werd verhoord teneinde nadere bij
zonderheden omtrent zijn rol in de Csar te
verkrijgen, zelf bekende, op aanwijzingen
van Metenier, de ontplofbare stoffen, die
het gebouw iri de Rue Presbourg in de
lucht hebben doen vliegen, daarheen te
hebben gebracht. Hij heeft verschillende
bijzonderheden medegedeeld over zijn lid
maatschap van de Csar en zijn werkzaam
heden daarvoor en een omschrijving gege
ven van de wijze, waarop de beide aan
slagen werden gepleegd.
Verder verklaarde hy het uurwerk van de
helsche machine, die in de Rue Presbourg
tot ontploffing werd gebracht, te hebben af
gesteld. Des avonds was hij per trein naar
Clermont Ferrand vertrokken. De veilig-
heids-politie stelt verder zeer veel bel;ng
in eenige nieuwe feiten, die thans nog be
kend zijn geworden. Zij verklaart, dat
Deloncle, Pozzo di Borgo, Tenaillé en
Metenier alle vier vóór den aanslag te
Nancy verblijf hebben gehouden. Generaal
Dusseigneur en Deloncle zijn 21 Januari
1937 via Hendaye naar Spanje vertrokken
en twee dagen daarna, vergezeld van een
zekeren Oran, lid van de Fransche sociale
party, weer naar Frankrijk teruggekeerd.
De organisatie van de C.S.A.R.
Tijdens de ondervraging van Eugène De
loncle een van de voornaamste beklaagden
in de Csar-affaire door den rechter van in
structie heeft deze verklaard dat een voor
aanstaand medewerker van deze organisatie
Maurice Thomas, Alias Maurice Bourlier,
was. Deze is thans door den commissaris
van de politie gehoord en deelde mede lid
te zyn van de vuurkruisen op het oogen-
blik van de ontbinding van dezen bond.
Hij hoorde toen spreken van een organisa
tie, welke zich de bestrijding van het com
munisme ten doel stelde. Na verscheidene
besprekingen werd Bourlier by iemand ge
bracht, waar hy den gebruikelijken eed van
de Csar aflegde. Deze eed luidt: „Ik zweer
trouw toewijding en absolute geheimhou
ding aan de Csar". Tegelijk met Bourlier
moesten drie andere personen den eed af
leggen. Twee weigerden dit. De beide an
deren werden gewaarschuwd, dat schen
ding van de geheimhouding den dood ten
gevolge zou hebben.
Toen Bourlier na het afleggen van den
eed nadere inlichtingen vroeg, bleek hem,
dat de Csar een werkelijke para-militaire
instelling was. De organisatie was uit cel
len opgebouwd. Er bestonden twee soorten
cellen, de „lichte" cel, welke uit acht man
bestond, die gewapend waren met een
lichten mitrailleur en de „zware" cel, welke
bestond uit twaalf of dertien man, gewapend
met een zwaren mitrailleur. Drie cellen
vormden een „eenheid", drie „eenheden'
een bataljon een regiment en drie regi
menten een brigade. Ten slotte vormden
twee brigades een divisie. Aan het hoofd
van elke afdeeling stond een commandant,
die herkenbaar was aan het aantal strepen
op zyn epauletten.
Bourlier bekende verder, dat hij speciaal
belast was met de mobilisatie van de auto's
en dat hij tegenwoordig was bij de verga
deringen van de brigade-commandanten in
verscheiden arrondissementen van Parijs
en de voorsteden.
Na het verhoor van Bourlier lieten de
commissarissen van politie in Parijs en de
voorsteden een aantal huiszoekingen doen
waaromtrent het stilzwijgen wordt be
waard.
Naar verluidt waren de namen van alle
commandanten, welke door Bourlier waren
genoemd, reeds bij de politie bekend en
stonden zij op de lijsten welke reeds eer
der in beslag waren genomen.
De huiszoekingen hebben naar verluidt,
niets bijzonders opgeleverd.
In het feit, dat het boek van Raoul France
„Von der Arbeit zum Erfolg" door de r.k.
kerk veroordeeld is, ziet men een nieuwe
etappe in den strijd der r.k. kerk tegen de
rassenleer, die beschouwd wordt als een der
vormen van het heidendom. In het boek
worden de theorieën van het nationaal-so
cialisme uiteengezet. Het werk is in het Ita-
liaansch vertaald.
De Osservatore Romano schrijft in ver
band hiermede: „Te oordeelen, niet volgens
dit eene werk, maar volgens verschillende
publicaties van den laatsten tijd, staan wij
voor een invasie der rassenideologie in Ita
lië onder bescherming van een zekere in
schikkelijkheid van de pers." Voorts schrijft
het orgaan van het Vaticaan: „Kunnen wij,
die het communisme bestrijden, de deur
openen voor het racistische materialisme?
Het kan geen kwaad er aan te herinneren,
dat wanneer de waarheid ons bevrijdt, de
dwaling ons tot slaaf maakt. Deze materia
listische leer draagt de dwaling en de sla
vernij in zich".
De militaire ontwikkeling in de pro
vincie Sjantoeng doet vermoeden, dat
binnenkort ernstige gevechten in de
buurt van Soetsjou zullen plaatsvinden.
Bij deze stad kruist de spoorweg van
Tientsin naar Nanking (Poekau), den
Loenghai-spoorweg, welke van Haitsjou
via Soetsjou een 1100 kilometer het bin-
land invoert, tot Pautsji.
Het spreekt wel van zelf, dat deze spoor
weg die zoo ver 't binnenland inreikt, voor
de Chineezen van het allergrootste belang
is. Evenals trouwens voor de Japanners, die
er alles op zullen zetten om de Chineezen
van dezen verbindingsweg te berooven. In
de buurt van Soetsjau zijn groote Chinee-
sche legers samengetrokken, mogelijk een
100.000 man. De Japansche aanvallers nade
ren echter van twee kanten. Namelijk uit
Tsinan en uit Nanking. De troepen uit Tsi
nan,- die zulk een formidabel snellen op-
marsch door de provincie Sjantoeng maken,
waren eenige dagen geleden reeds voorbij
Jentsjoe. Als zij er het tempo in hebben ge
houden, dan moeten zij nu ongeveer tegen
over de Chineesche troepen liggen en vol
gens een bericht van Domei is dat ook het
geval. De mogelijkheid bestaat, dat de Chi
neesche verdedigers het tegen dezen Japan-
schen aanval kunnen volhouden, want langs
den Loenghai-spoorweg zijn doeltreffende
verdedigingswerken aangelegd. Helaas hou
den deze verdedigingswerken alleen reke
ning met een aanvaller uit het Noorden! De
aanleg er van werd begonnen ten tijde van
den Japanschen veldtocht in Mantsjoekwo.
Kunnen de aanvallers uit het Noorden, dus
uit Tsinan, die niet zoo sterk in getal zijn,
het dus niet bolwerken, dan kunnen uit Nan
king naar believen troepen aangevoerd
worden om onder strategisch gunstiger om
standigheden vandaar den aanval voort te
zetten. Een andere voor de Chineezen on
gunstige omstandigheid is, dat de Japanners
de stad Tsining aan het Groote Kanaal zon
der moeite hebben genomen.
„Zonder moeite", is hier van beteekenis,
want maarschalk Tsjang Kai Sjek had gene
raal Han Foe Sjoe, den gouverneur van
Sjantoeng opdracht gegeven de stad niet
prijs te geven. Doordat de Japanners deze
stad hebben, kunnen zij hun aanval op
Soetsjau combineeren met een aanval op
Kweiteh, een plaats meer westelijk aan den
spoorweg en op die manier dus de Chinee
sche troepen van hun basis afsnijden. Deze
Soestdijk, 11 Januari.
Aangezien gebleken is, dat den
laatsten tijd vrij algemeen de
meening heeft ingang gevonden,
als zoude de blijde gebeurtenis in
het nrinselyk gezin binnen enkele
dagen te verwachten zijn, deelt
dr. J. de Groot mede, dat, hoewel
de datum onmogelijk met eenige
zekerheid is vast te stellen, de
waarschijnlijkheid groot is, dat de
gebeurtenis eerst over een a
twee weken kan worden
tegemoet gezien.
De gezondheidstoestand van
H.K.H. Prinses Juliana is uitste
kend; de emoties van de laatste
weken hebben op H.K.H. geener-
lci nadeeligen invloed uitge
oefend.
tactiek ligt te meer voor de hand, nu de Ja
panners juist met het afsnijden van Chinee
sche troepen van hun basis zulke successen
hebben behaald. Het Chineesche oppercom
mando heeft versterking naar Tsinan gezon
den, die mogelijk nog iets kunnen bereiken.
De Japansche colonne, die de stad genomen
heeft, was niet zeer sterk. Inmiddels ziet het
er voor de Chineesche verdedigers van
Soetsjou en daarmede van den Loenghai-
spoorweg niet zeer hoopvol uit.
Het station van Tsinan is in de laatste 48
uur twee keer in andere handen overge
gaan en nog steeds wordt om het bezit van
het station gestreden.
Japansche vliegtuigen hebben gisteren
honderd bommen geworpen op Pengpoe aan
den spoorweg Tientsin-Poekau. Honderdvijf
tig personen zijn gedood of gewond en ver
scheidene huizen werden vernield.
Naklank van het Lindbergh-drama. -
De 25.000 dollar groote belooning, die de
staat New Jersey had uitgeloofd voor de op
sporing van den ontvoerder van de baby van
Lindbergh, is gister door den gouverneur
onder een honderdtal menschen verdeeld.
Het grootste gedeelte, namelijk 7500 dollar,
werd ter hand gesteld aan Walter Lyle, den
vroegeren eigenaar van het benzine-tank-
station te New York, die het bankbiljet
identificeerde hetwelk tot de arrestatie van
Hauptmann leidde. De neger William
Allen, de vrachtwagenchauffeur, die het
lijk van de baby ontdekte, ontving 5000
dollar.
Een-en-twintig bisschoppen gearres
teerd. - Naar de Sovjet-pers bericht, zyn
sedert einde November in Rusland een-en-
twintig bisschoppen gearresteerd. Zij wor
den beschuldigd een netwerk van spionnage
en terrorisme te hebben gevormd in samen
werking met den fascistischen geheimen
dienst.
Spion ter dood veroordeeld. - De Duit
sche Tsjeschoslowaak Leopold Katzern, ge
boren te Brno in 1881, is gisteren te Praag
ter dood veroordeeld wegens spionnage. Na
dat hij als officier in het leger van Tsjecho
slo wakije heeft gediend, is hy opgeleid tot
spion van een vreemde mogendheid. Zijn
taak zou evenwel eerst beginnen by de
mobilisatie van het Tsjechische leger bij een
dreigenden oorlog. In dit geval moest hij
door middel van een draadloos station zyn
lastgevers mededeelingen verstrekken. Het
zendtoestel was geplaatst in zijn woning in
de garnizoensstad Olomuc. Van tyd tot tyd
probeerde hy zijn toestel om te zien of het
nog werkte. Zijn signalen werden evenwel
door de Tsjechische autoriteiten opgevan
gen, die zoo op zijn spoor kwamen.
De terreur duurt voort. - Een onbe
kende heeft in de oude stad van Jeruzalem
een Joodsch koopman ernstig gewond, de
dader wist te ontkomen.
In den afgeloopen nacht zijn de telefoon
lijnen tusschen Bethlehem en Hebron ver
nield. De politie volgde de sporen, welke
de boosdoeners hadden achtergelaten en
kwam by een Bedoeinenkamp en in een
Arabisch dorp. Veertien personen werd'/n
gearreseerd, een hoeveelheid buskruit is in
beslag genomen.
Aanslag op een autobus. - Op een
volle autobus van een joodsche onderneming
zyn vanmorgen in Jeruzalem vijf schoten
gelos. Drie kogels drongen tot in het voer
tuig door, doch niemand werd gewond.