Scherpe rede van prof. Kranenburg.
8
^Bimunland
O
feuilleton
VERSCHRIKKING
PARLEMENT
Verschillende meeningen over de
kabinetsformatie.
Maidenspeech van prof. Woltjer:
een woordenstroom.
®oooo ooooo&ooooo^ooao o-.-?oooooo$
Uit het Amerikaansch door
HERMAN ANTONSEN.
TWEEDE BLAD.
2
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De algemeene beschouwingen der Eerste
Kamer over de Rijksbegrooting voor 1933
Zijn gistermiddag genaderd tot de rede van
den minister-president. Ofschoon het pas
drie uur was, liet de voorzitter den minister
niet meer beginnen; deze mocht zijn ant
woord uitstellen tot hedenmorgen. In de
Tweede Kamer kennen we een dergelijke
royaliteit niet; daar begint men „ijskoud"
om half zes bijvoorbeeld nog aan een nieuw
onderwerp!
Nog vijf sprekers hebben we gehad, onder
wie twee van de oppositie, van om met
prof. Kranenburg te spreken „Her Ma-
jesty's most loyal opposition".
De zooevengenoemde Leidsche hoogleeraar
sprak in de plaats van zijn collega van Emb-
den, die nog niet voldoende hersteld is na
een ernstige operatie. De critiek van den
voorzitter van den Vrijz. Dem. Bond be
woog zich langs dezelfde lijnen als die van
mr. Oud in de Tweede Kamer. Er Was ech
ter een groot verschil: de heer Oud legde
zich nogal groote reserve op; hij sprak im
mers tot een oud-collega en oud-collega's,
voor wie hij persoonlijk veel waardeering
had, bovendien was hij zelf in de kabinets
formatie gemengd geweest.
Prof. Kranenburg had zich aan al die din
gen niet te storen; voor hem gold naar ver
houding slechts een geringe beperking. Met
het gevolg, dat zijn rede scherp te noemen
was. Eerst richtte hij zich tegen den heer
van Vessem en het nationaal-socialisme.
Deze had het kunststuk uitgehaald om de
nederlaag van de N.S.B. in een overwin
ning om te tooveren. Was de heer van Ves
sem dan vergeten zoo vroeg prof. Kranen
burg dat zijn partij nu slechts de helft
van het aantal stemmen bij de Statenver
kiezingen van twee jaar geleden behaalde?
Het streven dier partij, die bewonderend
opziet naar den machtsstaat van keizer
Karei V, is z.i. wel zoo' on-Nederlandsch,
zoo on-natior.aal mogelijk.
Na erop gewezen te hebben, dat de vryz.-
democraten over de resultaten der verkie
zingen voor zich tevreden kunnen zijn, kwam
hij tot de kabinetsformatie en betoogde hij,
met beziging van de bekende argumenten,
aanhalingen uit redevoeringen van dr.
Colijn, dat men de vorming van een kabinet
op breede basis verwachten mocht. Nu zal
er coalitie-politiek worden gevoerd met
stemmen die daarvoor niet waren uitge
bracht. Prof. Kranenburg verklaarde niet
den indruk te hebben gekregen dat dr.
Colijn zijn volle persoon had ingezet om het
resultaat te verkrijgen, dat hij zich had
voorgesteld, namelijk een kabinet op breede
basis. Aan handen en voeten gebonden
leverde hij zich over de rechtsche partij
politiek, voorgestaan door den heer Schou
ten c.s. Deze gang van zaken moet worden
betreurd, in de eerste plaats omdat de tegen
stellingen worden toegespitst en vervolgens,
omdat de continuïteit in het deskundig be
heer der departementen wordt verbroken.
Prof. Kranenburg nu vreesde, dat op het
gebied der huwelijkswetgeving (de kwestie
der echtscheiding), den arbeid van de ge
huwde vrouw en de Zondagsheiliging maat
regelen zouden worden genomen, waar
tegen groote groepen zich ernstig zouden
moeten verzetten. Eveneens was hij bezorgd
ten aanzien van de economische en de han
delspolitiek. Welken koers wil dit kabinet
uit, vroeg hij: dien van Oud of dien van
Steenberghe? Zal de regeering zich in pro
tectionistische richting gaan bewegen?
Hoe denkt iemand als de heer ter Haar
daarover?, informeerde de woordvoerder
der vrijz, democraten nieuwsgierig.
„Allerberoerdst", interrumpeerde deze
chr. hist. afgevaardigde prompt, tot groote
hilariteit der Kamer.
Zeer bedenkelijk achtte de heer Kranen
burg het uit een oogpunt van financieel be
leid, dat de regeering voor een belangrijk
deel der militaire uitgaven nog geen dek
king heeft gevonden.
Afgezien natuurlijk van de vrijz.-demo
cratische bezwaren in het algemeen met be
trekking tot de verhouding tusschen uitga
ven voor de defensie en voor sociale doel
einden.
De conclusie van prof. Kranenburg was,
dat de coalitiepolitiek een Pyrrhus-over-
winning zou behalen en dat zijn fractie alle
aanleiding had, het regeerbeleid met toene
mende zorg te bezien, al zou zij opbouwen
de critiek op haar voorstellen uitoefenen."
Bij het politieke gedeelte van dit betoog,
de kabinetsformatie enz., kon mr. Drooglee-
ver Fortuyn (lib.) zich aansluiten. Hij wees
er nog eens met nadruk op, dat binnen-
landsche en buitenlandsche omstandighe
den en moeilijkheden op dit oogenblik een
zoo breed mogelijke samenwerking ver-
eischen. Het jaar 1937 is in menig opzicht
nog veel gevaarlijker dan 1933, en de voor
uitzichten zyn steeds somber. Ten aanzien
van de defensie liet Rotterdam's burgemees
ter een ander geluid dan de heer Kranen
burg hooren. Hij betoogde aan diens adres,
dat militaire en sociale uitgaven niet in te
genstelling tot elkaar mogen worden ge
bracht, want wat komt er van al het andere
terecht als we onze zelfstandigheid niet
kunnen bewaren? Zal wie hier de baas speelt
zich bekommeren om uitkeeringen aan ouden
van dagen en om de hoogte van de leerlin-
genschaal?
Van de industrialisatie zou in de tegen
woordige omstandigheden wel niet veel ko
men. Tegen ordening in het bedrijfsleven,
die daaruit zelf voortkomt, zijn de liberalen
niet; van bovenaf mag ze echter niet gebeu
ren.
Nadat de heer Droogleever Fortuyn ook
zijnerzijds gewaarschuwd had tegen toespit
sing van de politieke tegenstellingen, kwam
prof. Anema aan het woord, die van anti-
revolutionnair gezichtspunt de politieke
kwesties bezag. In de eerste plaats wees hij
het verwijt, als zou de A.R.-partij bij de
verkiezingen van twee wallen hebben willen
eten af, waarna hij kwam tot een rechtvaar
diging van het voeren van een meer prin-
cipieele politiek dan in de laatste jaren ge
voerd kon worden. De toestand van de afge-
loopen vier jaren mag niet te lang voortdu
ren. Dat zou voor de ontwikkeling van het
staatkundig leven gevaarlijk zijn. Een goed
geordend partijleven is voor ons volk de
eenige onlossing om onderlinge geschillen,
met eerbiediging van ieders principieele op
vattingen, te beslechten.
Wat de kabinetsformatie betreft, betoogde
de Amsterdamsche hoogleeraar, dat de hee-
ren van Lidth de Jeude en Oud zich niet
met het concept-regeeringsprogram van den
formateur konden vereenigen en daarom
geen deel van het kabinet wilden uitmaken.
De linkerzijde draait nu de rollen om en
stelt het voor alsof de rechtsche partijen de
linksche minderwaardig achten. Dat vond
prof. Anema onrechtvaardig. Intusschen
meende hij dat samenwerking van uiteen-
loopende richtingen op verschillend gebied
nóg mogelijk zou zijn; de anti-revolutionnai-
ren zouden hunner zij d^hun best er voor
doen, dat de tegenstellingen niet worden
toegespitst, voorzoover trouw aan hun be
ginselen dit maar even gedoogde.
Van de katholieke fractie is nog een
tweede spreker in het krijt getreden, de heer
de Bruyn. Deze stond blijkbaar in reserve
om de critiek der sociaal-democraten op te
vangen. En na de rede van den heer de
Zeeuw was er voor de katholieken alle aan-
HIJ BEHOUDT ZIJN WERKKRING
HOEWEL HIJ DE 70 REEDS IS
GEPASSEERD.
Huisschilder vertelt waaraan hy dit
te danken heeft.
„Ik heb sinds jaren de gewoonte in
iederen kop thee een heel klein beetje
Kruschen Salts te nemen. Ik ben nu 70
jaar geweest en huisschilder van beroep.
Ik kan nog al mijn werk doen, op hooge
ladders of op stellages die buiten hooge
gebouwen hangen. Er wordt mij dikwijls
gevraagd hoe het komt, dat ik nog zoo
flink ben en er uitzie als 50, Ik vertel ze
allemaal, dat ik geregeld iederen dag mijn
Kruschen Salts neem." J. S. A-
Vooral bij ouderen zijn de inwendige
organen, lever, nieren en ingewanden,
dikwijls niet meer zo actief als nodig is.
Kruschen Salts spoort deze organen zacht
en voortdurend aan hun taak op natuur
lijke wijze te blijven vervullen, waardoor
men zich ondanks het ouder worden,
jeugdig, fit en gezond zal blijven voelen.
Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle
apothekers en erkende drogisten a 0.40,
0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op
het etiket op de flesch, zoowel als op de
buitenverpakking de naam Rowntree
Handels Mij., A'dam, voorkomt.
leiding om een woordje terug te zeggen!
Ironisch merkte de heer de Bruyn op, dat
de heer de Zeeuw zoo bescheiden was ge
weest, zoozeer zelfs, dat hij aan zijn eigen
partij in zijn rede haast geen aandacht had
geschonken. Het deed den r.k. afgevaar
digde denken aan een paar bekende figuren
voor de radio, de vrouwtjes Snip en Snap,
die tijden lang alleen maar over anderen
praten
Maar het eigenlijke doel van het betoog
van den heer de Bruyn was, tegenover de
S. D. A. P. te laten uitkomen, dat regee-
ringsprogram en katholiek program vier
belangrijke punten gemeen hadden, lo. een
positief christelijke grondslag voor het re-
geeringsbeleid; 2o. bescherming van het
gezin; 3o. arbeid voor ons volk; 4o. ordening
in het bedrijfsleven. Verschillende maat
regelen en voornemens der regeering geven
aan de katholieken het vertrouwen, dat het
de goede richting uitgaat.
Weliswaar bestaat er ten aanzien van de
ordening verschil van inzicht omtrent de
methode en de werkwijze, maar de voor
standers van de ordening zullen goed doen
piet te veel te haasten, willen zij de ver
houdingen niet stuk wringen.
Op één punt is er echter twijfel en die
bestaat nog: Zal de regeering ook voor de
sociale nooden offers willen brengen, even
als voor de defensie? Op die vraag had de
heer de Bruyn gaarne een bevestigend ant
woord.
De laatste spreker was prof. Woltjer (a.r.)
Deze had het uitsluitend over het beleid der
regeering ten aanzien van de spelling. Hij
betoogde dat minister Marchant zich aan
overschrijding van zijn wettelijke bevoegd
heden had schuldig gemaakt door bij alge-
meenen maatregel van bestuur en kon. be
sluiten voorschriften inzake de schrijfwijze
der Nederlandsche taal voor schoolexamens
te geven. Verder meende hij, dat het spel
lingvraagstuk een zaak van het kabinet en
niet van één minister was en drong hij erop
aan, dat de oplossing bij de wet zou worden
gevonden, als de in te stellen nieuwe com
missie haar rapport heeft uitgebracht. In
afwachting daarvan zou het aanbeveling
verdienen de scholen maar weer de vrijheid
te laten.
Het was de eerste rede van prof. Woltjer
in het parlement; merkwaardig de stroom
van woorden, welke deze afgevaardigde er
in een half uurtje tijds laat glippen! Er was
haast geen pauze tusschen!
ZEVENTIG JARIGE VERDRONKEN.
Gistermiddag is te Terwispel het lijk van
den 70-jarigen J. Wiegersma, die sedert
Woensdagavond werd vermist, uit het water
van de vaart gehaald. De ouoe man zou
boodschappen doen voor zijn dochter en was
niet teruggekeerd.
Zaterdag 15 Januari.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(VARA-uitz.) 8.— Gr.pl 10.—
VPRO-morgenwijding. 10.20 Uitz.
voor Arb. in de Continubedrijven.
12.-1.45 Gr.pl. 2.— Filmpr. 2.15
Viola d'amore en clavecymbel. 2.45
Amateurs-uitz. 3.20 Gr.pl. 3.30 Resi
dentie-orkest, mmv. solist (gr.opn.)
4.10 Pianovoordr. 4.30 Causerie na
mens de Nederl. Vegetariërsbond.
4.50 Gr.pl. 5.40 Lit. causerie. 6.
Orgelspel en zang. 6.30 Groningsche
uitz. 7.Filmland. (7.30 VPRO:
De plaats van den Bijbel in ons
volk, causerie). 8.Herh. SOS- en
8.03 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15
VARA-tooneel, deel., solist en gr.pl.
9.15 En nu....Oké! 10.30 ANP-ber.
10.40 The Four Blue Stars. 11.
Ber. 11.05—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (KRO-uitz.)
8.-9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Godsd.
halfuur. 12.— Ber. 12.15 KRO-
orkest en gr.pl. 2.Voor de jeugd.
2.30 Verv. KRO-orkest. 3.05 Kin
deruur. 4.05 Gr.pl. 4.30 De KRO-
melodisten, mmv. solist. 5.15 Gr.pl.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15
Gr.pl. 6.20 Journalistiek weekover
zicht. 6.45 Gr.pL 7.— Ber. 7.15 Eco
nomische betrekkingen tusschen
Nederland en Indië, causerie. 7.35
Act. aetherflitsen. 8.ANP-ber.,
mededeelingen. 8.15 Overpeinzing
met muzikale omlijsting. 8.35 KRO-
orkest. 9.De KRO-boys m. m. v.
solisten. 10.De KRO-melodisten
mmv. solist. 10.30 ANP-ber. 10.40
Filmpr. 10.5512.Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl.
12.05 BBC-Northern-orkest. 12.50
Gr.pl. 1.20 H. Fryer's orkest. 2.20
Gr.pl. 2.55 Sportrep. 4.35 Viool en
piano. 5.Deel. 5.20 Ambrose en
zün Band. 6.20 Ber. 6.50 Sportpr.
7.05 Militair orkest. 7.50 Radiojour
naal. 8.20 Variété. 9.20 Ber. 9.40
Amerikaansch overzicht. 9.55 BBC-
Thea terorkest, mmv. solist. 11.
Deel. 11.20 Jack H. Band. 11.50
Orgelspel. 12.1012.20 Berichten.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8.55
en 11.20 Gr.pl. 12.20 Pianovoordr.
12.35 W. Cantrelle-orkest en zang.
3.20 en 4.05 Zang. 6.05 en 8.35
Zang. 8.50 RadiotooneeL 9.30
Variété-progr. 10.25 Pupolair con
cert. 10.50 Gr.pL 11.201.20 J.
Bouillon's dansorkeSt.
KEULEN, 456 M. 5.50 F. Kauff-
ir.ann's orkest. 7.50 Omroeporkest.
8.50 Pianovoordr. 11.20 Omroep
orkest. 2.20 Viool en piano. 6.30
Gr.pl. 7.20 Symph.-concert. 9.50—
12.20 Herbert Strauss en Theo Held
met hun dansorkesten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdans-
orkest. 1.30 Omroepsalonorkest. 1.50
Gr.pl. 2.20 RadiotooneeL 3.20 Piano
voordracht. 3.50 Conservatorium
orkest en solist. 6.35 Omroepsalon
orkest. 7.20 Dito. 8.20 Cabaret-
progr. 9.20 Omroeporkest en Duo
Noiret. 11.20—12.20 Dansmuziek
(gr.pl.) 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50
Omroepsalonorkest. 1.30 Choura
Kouznetzoff's orkest. 1.50—2.20
Gr.pl. 3.20 Amusements-progr. 4.20
Mandoline-orkest. 5.20 Orgelcon
cert en gr.pl. 6.35 Cellovoordracht.
6.50 Gr.pL 7.Musette-orkest.
7.35 Gr.pL 8.20 Boccaccjo, operette.
10.30 M. Schungalté en zijn orkest.
11.20—12.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
6.30 H. Busch' orkest en solisten.
8.2011.20 Madame Butterfly,
opera. (9.20 en 10.35 Berichten).
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parys
Radio 9.2011.05, Radio PTT Nord
11.05—11.20, Keulen 11.20—13.20,
Brussel VI. 13.20—15.20, Keulen
15.20—17.20, Brussel Fr. 17.20
18.20, Keulen 18.20—18.50, Weenen
18.50—21.30, Parijs R. 21.30—22.10
en Berlyn 22.1024.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.3511.35, Droitwich 11.35—14.20,
Lond. Reg. 14.20—16.20, Radio PTT
Nord 16.20—17.20, Droitwich 17.20
—23.—, Lond. Reg. 23.—23.20,
Droitwich 23.2024.
Lijn 5: Diversen.
LEGER-MANOEUVRES IN 1938.
De „N. R. Crt." deelt mede, dat de groote
legermanoeuvres dit jaar in de Betuwe zul
len worden gehouden.
Dr. PHILIPS OP REIS NAAR INDIE.
Gistermiddag zyn dr. A. F. Philips en
mevr. A. PhilipsDe Jongh, per Nederland-
Express naar Genua vertrokken, waar zij
zich aan boord van het m.s. „Christiaan
Huygens" zullen begeven voor een reis naar
Indië.
Na aankomst te Belawan-Deli zullen zij
verschillende plaatsen op Sumatra bezoe
ken, waarna een reis volgt naar Java en
Bali.
Ongeveer eind Maart zullen dr. Philips en
mevr. Philips Nederlandsch-Indië weer ver
laten en een bezoek brengen aan Japan en
de Vereenigde Staten, vanwaar zü begin
Juli naar Nederland zullen terugkeeren.
ANDERE UNIFORM VOOR SOLDATEN?
Een drietal modellen ontworpen.
Sinds eenigen tyd bestaan er by het de
partement van defensie plannen, verande
ring te brengen in de bestaande uniformen
der soldaten.
Een drietal modellen van de nieuw ont
worpen uniformen is dezer dagen gereed ge
komen en ter goedkeuring aan den minister
van defensie voorgelegd. Dinsdagmiddag
zyn naar „De Standaard" meldt, eenige in
nieuwe kleedy geestoken dienstplichtigen
by den minister toegelaten, die met veel be
langstelling van de proef-uniformen kennis
nam.
In plaats van den harden, opetaanden
kraag, hebben de nieuwe uniformjassen een
liggenden kraag, waarvan de punten voor
zien zullen worden van het regimentsnum
mer.
De twee ingenaaide borstzakken zyn bij
de nieuwe uniformen vervangen door vier
opgestikte zakken. Deze uniform zal gedra
gen worden met den koppel, ook buiten
diensttyd.
De broek is eveneens veranderd, daar er,
in tegenstelling met de tegenwoordige mo
dellen, meer het model van een rybroek
aan gegeven is.
Een luxueuzer uitvoering is de uniform
jas met twee plooien in den rug, waarvan
de uitvoering overigens dezelfde blyft.
Het derde model is een jas met revers,
waaronder een overhemd met das gedragen
zal worden.
Het ligt in de bedoeling van den minister
van elk der modellen eenige uniformen te
laten maken, zoodat in de practyk kan
worden bewezen welke het best voldoet.
MEISJE IN BRAND GERAAKT.
In het ziekenhuis overleden.
In het gehucht de Groote Abeele nabü
Middelburg is Wooi.sdag het vierjarig doch
tertje van de familie De V. met een kachel
in aanraking gekomen en in brand geraakt,
waarby het kind ernstige verwondingen
opliep. Gisteren is het meisje in het zieken
huis Bethesda te Vlissingen, waarheen het
was overgebracht, overleden.
i)
HOOFDSTUK I.
32° 50' Noorderbreedte.
64° 50' Westerlengte.
De marconist, John Gans, was dood. Zyn
lyk lag languit op het sloependek, dicht by
den ingang der hut van kapitein Sohme. Er
vertoonden zich schrammen in zyn mageren
nek. Iemand had zyn vingers om zyn keel
geklemd en die dichtgehouden, tot de
longen niet meer werkten. Zyn hart had
opgehouden te kloppen. Gans scheen, te
oordeelen naar zyn zwakke constitutie,
slechts weinig weerstand geboden te heb
ben en was gestorven
Tot op het oogenblik, dat de oudste
miss Sidderby op den eersten avond na
de afvaart het levenlooze lichaam van den
marconist had zien liggen, scheen het in
alle opzichten een genoegelijke reis te zul
len worden. Toch was er iets ongewoons
aan, iets ongewoons zelfs voor een zeereis,
die toch vaak van het gewone afwijkt
Mevrouw Poole vormde natuurlijk het
middelpunt aan boord. De oudste miss
Sidderby (de andere, die met haar samen
reisde, sprak steeds over haar als over
„Margaret, myn oudste zuster") had een
scherpen kijk op de menschen: maar zelfs
zy slaagde niet volkomen in haar poging,
om zich een duidelyk beeld van mevrouw
Poole te vormen.
Het was heelemaal eigenlyk zoo
vreemd met mevrouw Poole dan altyd,
die met haar bagage, haar echtgenoot, haar
juweelen, haar kamenier en haar onbeken
de verleden aan boord gekomen was. Ze
hoorde zoo niet thuis tusschen de gewone
passagiers, die men vindt op een vracht
boot met passagiersacommodatie. En toch,
ze was aan boord. Als er gedurende de
tragische en onvoltooide reis van de
.„Eastern Bay" van Bermuda naar Haljfax
niets anders voorgevallen zvas, dan dat
mevrouw Poole met haar grootscheepsche
en kostbare bagage (waarvan haar man het
minst kostbare deel scheen te zyn) aan
boord was geweest, dan nog zou het een
merkwaardige reis gebleven zyn.
Niemand, naar het scheen, had mevrouw
Poole aan boord zien komen by het ver
trek uit Hamilton; haar man... ja, dien
had men gezien; de Noorsche kamenier
met haar platten neus en schonkigen bouw
ook; en de tallooze weelderige koffers zon
der adres of hotelreclame had iedereen ge-
zen; maar mevrouw Poole zelf was door
niemand opgemerkt.
Miss Sidderby kon zich vaag herinne
ren een gedaante in licht-lila linnen langs
het dek te hebben zien glyden gedurende
de opschudding, op het voordek veroor
zaakt, doordat een der hyschkranen niet
wilde werken en een krat met lading in het
ruim was neergestort. Toen misschienof
schoon, wat kwam het erop aan? Niet meer
dan iedere andere kleinigheid, die in de
beperkte ruimte van een schip voorvalt.
Eerst tegen de lunch, toen de door de
zon geblakerde steigers en werven van
Bermuda in den nevel boven de helder
groene zee vervaagd waren, was mevrouw
Poole verschenen.
De oudste miss Sidderby zat rechts van
kapitein Sohme. Evenals op alle schepen
van de Mercantile Transport Line, stond
in de kleine eetsalon een enkele tafel met
twaalf plaatsen en de kapiteins der lyn za
ten volgens vaste gewoonte aan het hoofd
ervan tydens de maaltyden. Dit kwam niet
voort uit zucht, om in nauwer contact te
komen met de menschen van allerlei slag,
die gebruik maakten van de goedkoope
reisgelegenheid, maar hun reedery had het
aldus voorgeschreven. Dat gaf, volgens de
reedery, een soort van cachet en dat was in
zaken voordeelig.
Miss Sidderby vond het een uitmun
tenden regel. Ze had een ziekelyk zwak
voor vergulde knoopen en goudgalon, zon
der eenige aandacht voor den drager zelf.
Ze was echt in baar schik met haar plaats
aan tafel.
Kapitein Sohme van zyn kant was het
niet. Niet, dat miss Sidderby hem ergerde.
Hij was aan schepsels als miss Sidderby
allang gewend en kon heel geschikt met
ze omgaan, terwyl zyn gedachten intus
schen met prettiger dingen bezig waren
maar de heele regeling stond hem ge
weldig tegen. Hy had veel liever aan de
officierstafel gezeten, in zyn hemdsmouwen
en zooveel uitjes en augurkjes gegeten als
hy lustte (zooals in den goeden ouden tyd,
toen de reedery nog niet op het onzalige
maar voordeelige idee gekomen was, om de
overtollige ruimte in te richten tot passa
giershutten), zonder telkens weer verbaas
de opmerkingen te moeten hooren van oude
dames en de vraag, of het soms goed was
tegen zeeziekte?
„U eet natuurlyk zooveel van die din
gen, niet waar, beste kapitein Sohme",
(miss Sidderby was juist op dat chapiter
aangeland) „omdat ze u vrywaren tegen...
hmmal de mer; en zou de hof
meester nog niet wat meer van die kleine
groene augurkjes kunnen brengen?"
Op dat oogenblik was mevrouw Poole,
onopvallend voorafgegaan door haar man,
binnengekomen. Haar japon was blanker
dan de ivoorkleurige lambrizeering van
den eetsalon. Haar gelaat en armen wa
ren gebruind door de zon en haar haren
hadden een bleekblonde tint, die eigen
aardig by haar oogen afstak. Ze bleef
onveranderlyk zes en twintig jaar oud.
Kapitein Sohme stond op. Feitelyk werd
hy uit zyn stoel getrokken door dat on
gewoon blanke visioen, dat beter thuis
hoorde op de „Ile de France" dan' op de
ietwat armzalige „Eastern Bay". Hy maak
te een buiging. Hy schoof een stoel aan zyn
linkerhand achteruit. Mevrouw Poole ging
zitten. Mynheer Poole, ziende, dat de stoel
naast zyn vrouw nog onbezet was, nam
dien in beslag
Miss Sidderby, die nooit om haar woor
den verlegen zat, nam het eerste het
woord. „Ziezoo, nu zyn we eindelyk alle
maal by elkaarals een gelukkig ge
zinnetje!" En ze glimlachte onpartydig te
gen alle bezette plaatsen. Op slag veroor
zaakte zoowel het lachje, als het gezegde
een zekere ontstemming. „Bent u goed op
de hoogte van gezinsleven?"
„U bent immers „mevrouw" Poole, is het
niet?" (Mevrouw Poole bleef glimlachen
en gaf aldus toe, dat zy het was, al klonk
het byna als een aanklacht uit den mond
van miss Sidderby, en spreidde haar servet
uit). „Ik ben miss Sidderby en dit is myn
jongste zuster. Tot myn spyt kan ik u niet
aan de rest van het gezelschap voorstel
len, maar dat zal kapitein Sohme wel doen.
Ja, ik weet zeker, dat die lieve kapitein
Sohme het wel doen wil".
Miss Sidderby trok zich uit het strijd
perk terug naar haar doodgewonen kop
bouillon met beschuit en het moeilyke punt
over gezinsleven bleef verder onaange
roerd. En kapitein Sohme, die een vaag
idee kreeg, dat er toch wel iets goeds kon
schuilen in die zotte regeling der reedery.
wees op een bleeken, bedaarden man
rechts van de jonge miss Sidderby:
..Mynheer Stickney!" zei kapitein Sohme.
Mynheer Stickney maakte een buiging
over zyn bouillonkop heen. „Aangenaam
met u kennis te maken, mevrouw Poole".
„Mynheer en mevrouw Sandford". Met
een lichte buiging duidde kapitein Sohme
een echtpaar op jaren aan, dat meer dan
verbrand was door de zon. Mevrouw
Sandford, die een onbeschryflyke japon
van foulardzyde droeg, zag er zoetelyk
uit. Ze was heel wat steviger van postuur
dan haar echtgenoot, die veel van een
wesp had.
„Mynheer Dumarque". Mevrouw Poole
had mynheer Dumarque al opgemerkt-
Hy was beslist een uitzondering op wat
ze aan boord van dit schip verwacht had.
Ze had hem al een keer voorby het gange
tje zien komen, waar zy stond. Zyn hooge
hakken hadden terstond haar aandacht ge
trokken. Er was geen enkele reden, waar
om mynheer Dumarque zulke hooge hak
ken droeg, want hy was ongeveer zes voet
lang. Evenmin voor de opengewerkte zwart
zyden sokken die onder zyn grys flanellen
golfbroek uitkwamen. Hy droeg een zwar
ten bolhoed en zyn gezicht was niet onge
woon of levendig genoeg, om een derge-
lyke buitennissige kleederdracht te recht
vaardigen.
(Wordt vervolgd)'