Het streekplan van Noord-Holland.
ABDIJSIROOP
Jïidscficiften
Provinciaal nieuws
Ruimere bevoegdheid van Gedeputeerde Staten zou
snellere regeling bevorderen,
De belangen der grondeigenaren.
Verkoudheid,
hoest, bronchitis
AKKER's verstèrkte
KOEDIJK
TEXEL
EGMOND AAN ZEE
ZUIDSCHARWOUDE
BEVERWIJK
WARMENHUIZEN
Maarten skroift nei de krant
NIEUWE NIEDORP
OTERLEEK
LANGENDIJK
HEILOO
is krachtig en aidoende.
f
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 19 JANUARI 1938.
In de December-vergadering van de Prov.
Staten van Noordholland, heeft de heer De
Miranda aan Ged. Staten de vraag gesteld,
welk standpunt het college inneemt ten aan
dien van het streekplan, waarvan hy spoedige
bestudeering zeer wenschelijk acht. Hij wees
op hetgeen in Limburg wordt gedaan en
zag daarin voor Noordholland een voor
beeld, aldus het Algemeen Handelsblad
Gedeputeerde Michels zei in zijn antwoord,
dat hy wel wilde mededeelen, dat Ged!
Staten over het streekplanwerk hun ge
dachten hebben laten gaan en inlichtingen
hebben ingewonnen over hetgeen in andere
provincies is gedaan, maar dat hij zich daar
toe moest beperken, omdat de Prov. Staten
met de vaststelling van uitbreidingsplannen
geen enkele bemoeienis hebben. Een verge
lijking met Limburg ging om verschillende
redenen niet op.
Het is daarbij gebleven. De landschaps
verzorging is echter zooals al eerder in
ons blad is betoogd van zoo groot belang,
dat ïfoy den heer Michels hebben verzocht
ons zijn standpunt ten aanzien van 't streek
plan uitvoeriger te willen uiteenzetten dan
hy in de Staten-vergadering heeft gedaan.
De heer Michels was daartoe gaarne bereid,
omdat er z.L een onjuiste meening bestaat
over de mogelijkheid van streekplanwerk in
Noordholland. Dat blijkt o.a. uit de verge
lijking met Limburg; een vergelijking, die
volkomen mank gaat, omdat in Limburg de
toestand geheel verschilt van dien in deze
provincie.
Daar is in de eerste plaats de financieele
regeling. In Limburg betalen de gemeenten
voor het streekplanwerk 2% cent per in
woner, en de provincie draagt 5000 bij. In
Noordholland kost de vaste commissie voor
de uitbreidingsplannen alleen al 14.500. De
bewering, dat deze commissie voor het
streekplan niets doet, geeft blijk van een
onjuiste beoordeeling van haar werk. Elk
gemeentelijk uitbreidingsplan wordt, voordat
het in den raad komt, met de vaste commis
sie besproken en dan wordt het bekeken in
verband met het streekplan.
Als de vaste commissie, toen zij in 1926
haar werk begon, in Noordholland een
streekplan had gevonden, zou zij heel wat
gemakkelijker hebben kunnen werken dan
nu het geval was en is. Voor het deel van
deze provincie ten Zuiden van Alkmaar
dreigt immers het groote gevaar van ver
nietiging van natuurschoon. Was er een
bestemmingsplan geweest, dan zou bij het
opmaken van plaatselijke uitbreidingsplan
nen met het streekplan rekening moeten
worden gehouden. Nu houdt de commissie
wel een algemeene lijn voor oogen, maar
bepaalde aanwijzingen heeft zij niet.
In de circulaire van 30 Dec. 1925, waarin
Ged. Staten aan de gemeentebesturen in
Noordholland de instelling en samenstelling
der commissie mededeelen, wordt gesproken
van „een poging om de schijnbaar tegen
strijdige belangen, die by het onderwerp
zijn betrokken, met elkaar te verzoenen en
zoo mogelijk eenheid te brengen in de uit
breidingsplannen, opdat zij door onderlinge
aansluiting en samenstelling zouden kunnen
leiden tot de vorming van een gewestelijk
geheel".
En de taak der commissie wordt dan aldus
omschreven: Deze commissie zou niet alleen
advies hebben uit te brengen over de ter
goedkeuring ingezonden gemeentelijke uit
breidingsplannen of over ingevolge die
artikelen door Ged. Staten zelf vast te
stellen uitbreidingsplannen, maar bovenal
preventieven arbeid moeten verrichten in
dien zin, dat zy by den opzet, de inrichting
en de uitwerking van uitbreidingsplannen
de vraagbaak werd der gemeentebesturen
(en van hun deskundige raadslieden), die,
uit wat oorzaak dan ook, tot het ontwerpen
van zoodanig plan overgingen, opdat,
practisch gesproken, geen ontwerp werd ter
visie gelegd, respectievelijk ter vaststelling
aan een gemeenteraad aangeboden, dat niet,
behalve aan de wettelijke voorschriften de
eigen gemeente betreffende, bovendien zou
zijn getoetst aan de eischen van onderling
verband op het gebied van stadsuitbreiding,
verkeerswezen, natuurschoon als anders
zins, zoowel met aangrenzende gemeenten
als, nog ruimer, met de geheele omgeving
waarin het plan binnen korten of langeren
tijd tot uitvoering zou moeten komen".
Botsing met gemeentebesturen.
In Noordholland moest dus van het kleine
uit worden gewerkt naar het groote. En
daarbij kwam men herhaaldelijk in botsing
met de groote tegenstanders: de gemeente
besturen, colleges van B. en W„ grondeige
naren, wier belangen niet zelden door de
Kroon gegrond werden verklaard. Uit den
laatsten tijd zijn er de plannen van Veis en,
Huizen Watergraafsmeer, Groot-Amsterdam,
die door zulke bezwaren worden opge-
h°Het"schijnt, dat de tegenwoordige mi
nister van Binnenlandsche Zaken eemgszms
anders tegenover dergelijke bezware
,1e£ wensch, die ln de Prov. Staten ten
aanzien van de invoering van een streeK
Plan is uitgesproken, is feitelykhe
len van hetgeen Amsterdam wil. H P
van Groot-Amsterdam is te beschouwe
als een voorbeeld van een streekplan,
zou men willen, dat voor een groot aeei
de provincie hetzelfde werd êe a
Waar de aanvulling van de Woningwe ie
üi 1931 is opgenomen, heeft het niet ge
makkelijker gemaakt dan het was.
aanvulling bevat eenige weinig zeggena-
artikelen, waarin de term streekplan
thans voorkomt; maar de Staten-Generaal
hebben de regeling nog tijdroovender ge>
maakt door in die artikelen de gemeen
schappelijke regeling volgens de gemeente
wet voor te schrijven. Er is nu inderdaad
een wettelijke regeling van het streek
plan; maar zij is meer schijn dan wezen,
omdat zij een onmogelijk lange procedure
bij de uitvoering noodig maakte, en omdat
de vaststelling van een streekplan aan even
onzekere factoren gebonden is als elk ge
meentelijk uitbreidingsplan. Wil men in
zulk een plan de bebouwing regelen en de
juiste bestemming der gronden vastleggen,
dan ontmoet men op dit pad de belangheb
benden, dat zijn de grondeigenaren, die al
tijd nog meer gehoor vinden dan voor het
algemeen belang wenschelijk is. Met een
streekplan, dat rechtskracht zal bezitten,
zal het niet anders gaan. Als men den gang
van zaken volgt bij een gemeentelijke uit
breidingsplan voordat het goedgekeurd is,
kan men zich voorstellen hoe lang het zal
duren voordat op een streekplan de goed
keuring verkregen is. Als de Kroon en de
Raad van State steeds rekening houden met
de grondeigenaren die in een plan niet de
voordeelen zien, die zij meenden te mogen
verwachten, kan er gee wijziging in den
gang van zaken komen.
Een voorbeeld.
Er is een sprekend voorbeeld. In 1931
werk overgegaan tot voorbereiding van een
volledig streekplan voor IJ-mond-Noord.
Daarbij waren betrokken de gemeenten
Velsen, Beverwijk, Wijk aan Zee en Duin
en Heemskerk. Later is Wijk aan Zee in
Beverwijk opgenomen, dus er bleven drie
gemeenten over. Het initiatief was genomen
door Beverwijk en de vaste commissie.
De besturen der betrokken gemeenten
werden bijeengeroepen: er werd een com
missie voor onderzoek van het denkbeeld
ingesteld. Daarop werd de streekplan-com
missie in het leven geroepen. Maar het
duurde tot 1935 voordat er een overeen
komst was tusschen de vier gemeenten
over de in te voeren gemeenschappelijke
regeling. Deze commissie is nu drie jaar
bezig, maar het ontwerpen van een plan
is zij nog niet toe!
Het vaststellen der gemeenschappelijke
regelingen, waarbij een der gemeenten
zelfs gedwongen moest worden, vorderde
ongeveer twee jaar. Met de acht gemeente
vertegenwoordigers hebben in de commissie
voor IJmond-Noord zitting eenige leden der
Vaste Commissie, de beide inspecteurs voor
de Volksgezondheid, twee vertegenwoordi
gers van Amsterdam en twee van Defensie.
Een gezelschap van twintig menschen, dat
natuurlijk niet snel kan werken.
Wanneer op dezelfde wijze streekplannen
voor heel Noordholland moeten worden in
gevoerd, komt men er in geen jaren uit.
De gemeentelijke vertegenwoordigers ineen
streekplan-commissie zien toch niet de be
langen van de streek, zy zien de belangen
van hun gemeente en stellen die op den
voorgrond.
Men noemt nu wel Limburg als een voor
beeld, maar wat is er dan eigenlijk in ons
land op streekplan-gebied bereikt? Niets;
ook in Limburg niet. En wat in Brabant ge
schiedt: plannen opmaken en vaststellen
zonder de gemeentebesturen te hooren, zou
uitgesloten zijn in Noordholland.
Het gaat ten slotte om bouwen of niet-
bouwen. Daarop komt het maken van een
plan neer. En als men het zoo ziet, spreekt
duidelijk het groote verschil tusschen Noord
en Zuidholland en de andere provincies. De
uitbreiding van de bevolking en de drang
om te bouwen, zijn in het algemeen en in
Noord- en Zuidholland het sterkst in en
naar het Westen. Men spreekt van „bestem
ming"; maar is er in Noordholland nog wel
wat te „bestemmen"? Wat wij nog sparen
kunnen, is zooveel niet meer.
Wat voor het behoud van het natuur
schoon te doen viel, heeft Noordholland ge
daan. Dat bewijst de aankoop van het uit
gestrekte duingebied en de stichting van het
Gooische Natuurreservaat. Dit is de eenige
mogelijkheid van behoud. Maar zy eischt
veel geld.
Men heeft gewezen op ontginningen en
op het droog maken van plassen; maar hoe
kunnen Ged. Staten tegengaan dat water
land wordt en land water? De bedoeling
van de wet is alleen, dat rekening wordt
gehouden met bouwen of niet-bouwen.
Daarom hadden wij het ook kunnen stel
len zonder de in 1931 in de Woningwet op
genomen bepalingen. Indien aan Ged. Sta
ten de bevoegdheid werd gegeven, de be
stemming van gronden, van een streek, vast
te stellen, zou nog gespaard kunnen worden
wat er voor in aanmerking komt.
De Staten van Gelderland hebben een
provinciale verordening op het behoud van
het natuurschoon gemaakt. Het is heel mooi,
maar de verordening is nog niet goedge
keurd; en het is ook twijfelachtig of zij de
goedkeuring van de Kroon zal krijgen, om
dat zy in strijd is met de Woningwet.
Maar wordt de Geldersche verordening
goedgekeurd, dan zal zonder twijfel naar
de heer Michels verzekerde Noordholland
eveneens met een dergelijke verordening
komen.
en de gevaarlijke gevolgen daarvan.
Sommige menschen, die wat vatbaar zijn op
borst en keel denken, dat het nu eenmaal
hun lot is 's winters te moeten hoesten,
kuchen, hijgen en benauwd op de borst te zijn.
Indien Gij tot diegenen behoort, probeert dan
eens de nieuwe verstèrkte Akker s Abdijsiroop
die honderdduizenden hun lerens-blijheid heeft
teruggegeven. Reeds naenkele Iepels bemerkt Ge
dat dit middel U werkelijk zal kunnen helpen.
De slijm, die op de borst drukte, en U benauwd
maakte, komt gemakkelijk los, de hoestbuien wor
den zeldzamer, lichter en verdwijnen. Uw adem
haling wordt weer diep en geruischloos en de
slijmvliezen vanüwborst en keel worden versterkt.
De planten-extracten en de codeïne, de grootste
hoest-bedwinger, maken de nieuwe verstèrkte
Abdijsiroop tot ,,'s Werelds béste Hoest-siroop".
Flacon 90 ct., 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik.
Landarbeidersbond.
De afdeeling van den Landarbeidersbond
heeft hier haar jaarvergadering gehouden.
Uit het jaarverslag bleek, dat het ledental
met vijf was vooruitgegaan. Het arbeids
contract met den Nederlandschen Tuinders-
bond is onveranderd doorgegaan.
Poldernieuws.
Tot hoofdingeland en heemraad van het
waterschap „Polder Waal en Burg" op Texel
zijn bij enkele candidaatstelling herkozen
de heer en L. C. Keyser te De Waal en K.
Langeveld te De Koog.
In de vacature, ontstaan door het aftreden
van den heer K. W. Roeper, die tot dijk
graaf van dit waterschap werd benoemd,
werd tot hoofdingeland gekozen de heer M.
Zuidewind en in de vacature van den heer
C. S. Keyser, die volgens leeftijd moest
aftreden, tot hoofdingeland de heer L.
Roeper.
Winkelsluiting op de feestdagen.
In verband met d-e machtiging van den
minister hebben B. en W. besloten de
winkelsluiting gedurende de feestdagen,
na de geboorte van de Orange-telg, op te
heffen.
Strandvonderij.
Tengevolge van de stormen der laatste
dagen is aan het strand nogal wat timmer
hout aangespoeld, waarschijnlijk afkom
stig van een schip, dat een gedeelte der
deklading verspeeld heeft.
De heer KI. Dijkhuizen t.
Dinsdagavond is alhier op 52-jarigen leef
tijd plotseling overleden de heer KI. Dijk
huizen. Deze was al een paar dagen niet ge
heel in orde, doch hij heeft Maandagavond
nog een verkooping bijgewoond, welke werd
gehouden door notaris Smit, bij wien hij
werkzaam was. De overledene was candi-
daat deurwaarder.
De heer Dijkhuizen had den laatsten tijd
veel last van benauwdheden en Dinsdag
avond verergerde de kwaal en pakte hem zoo
hevig aan, dat hij omstreeks 10 uur is over
leden.
De heer Dijkhuizen had sinds 1925 zitting
als raadslid voor de vooruitstrevende Vrij
zinnige kiesvereeniging. Hij was een man
van weinig woorden, doch had steeds een
weloverwogen oordeel.
De overledene was secretaris van het De
partement van 't Nut en notabel van de Ned.
herv. kerk. Hy was voor velen een vraag
baak wiens advies in vele zaken werd inge
wonnen.
Men klopte nimmer tevergeefs om raad
bij hem aan.
Met den heer Dijkhuizen is een zeer ge
ziene persoonlijkheid heengegaan.
Benoemd.
Naar wij vernemen, is de heer P. de
Geus Jz. in de bestuursvergadering van de
afdeeling van den Nederlandschen Tuin-
dersbond benoemd tot voorzitter.
Nieuwe tulp maakt flinke prijs.
De in kweekerskringen hoog aangeschre
ven nieuwe Darwin-tulp, de „Rose Copland",
werd op de Bloemenveiling ,,'t Centrum"
voor de zeer hooge prys van 71 cent per 12
stuks van de hand gedaan. Deze tulp is een
verbetering van de bekende Darwin-tulp
ffjiiiam Copland.
Ned. R.K. Volksbond.
Dinsdagavond had in het lokaal van
den heer Wester de jaarvergadering plaats
van de afd. Warmenhuizen van den Ned.
R.K. Volksbond.
Voorzitter was de heer A. de Groot.
De ontvangsten bedroegen totaal 285.66
en de uitgaven 258.07, alzoo is er een voor-
deelig saldo van 27.59.
De voorzitter bracht den penningmeester
dank voor zijn gehouden beheer.
Vervolgens bracht de penningmeester
verslag uit van de financiën van „Winter-
zorg". De omzet van deze afdeeling bedroeg
totaal 553.65.
Volgens het jaarverslag zijn ln 1937 10
cursusavonden gehouden. Tevens zijn in
1937 zeven bestuursvergaderingen gehou
den. Het aantal leden bedroeg op 1 Januari
1937 52 en op 31 Dec. 1937 42.
De periodiek aftredende heeren A. de
Groot Jacz., Ambr. de Groot, W. Buiten en
K. Groot, werden met overgroote meerder
heid van stemmen herkozen.
Als afgevaardigde naar de Centrale Raads
vergadering is benoemd de heer A. de Groot
Jacz. en als plaatsvervanger de heer Ambr.
de Groot.
Als lid van de kascommissie is aangewe
zen de heer D. Smit Pz,
Suntebankeris, 17 Jan. 1938.
We benne weer met nuwe moed an un
nuw jaar begonnen, en hewwe der al weer
twei weke opzitten.
Et weer is aars de leste toid niks an-
moedegend.
De iene dag is et best weer, maar daaster-
an den is et weer krek aarsom: regen en
wind.
Zoo af en toe kroige we un kloin vorsie,
net genog om je begis te maken, en den gaat
et weer aarsom met de wieke.
Nou ok weer, de kool rees efkes en et
gong pitteg, maar de leste dage is et weer
slapper, allien de uien dat gaat heel best.
Ik wul nou niet zegge, dat de koolproize
zoo erg terugloopen benne, nei dat niet.
Maar we zouwe et ers zien hewwe as et
nou ers efkes winterd had, den wazze ze vast
duurder weest, en deer moete we et toch
van hewwe.
Je moete aars niet skreeuwe, voordat je
sloegen worre, zegge ze welderis, en deer is
veul van waar, et ken aasen nag welderis
komme, dat we de skaase uit et hoekie van
de zolder opskroode kcnne.
Maar zoo veer is et op heden nag niet, en
daarom zelle we de moed er maar inhouwe,
en dat benne we wel went ok de leste toid.
Kom leit ik nou in 't begin niet beginne
te mopperen, want et geef toch ommers niet,
en we leive nou in un toid, van volle ver
wachting en de feisteraai zei aasen zoo los-
breke, dus weg zurge, hup, vort, un skop er
onder.
En aars doen we maar net as Soimen
Bruin, die lag den efkes an baai de eerste
de beste kasteloin en kieperde der ien of
twei achterover.
Dat was overal goed voor, zee ie, spois-
vertering en zurge in de eerste plaas,
spoeldie vort.
Maar of de rekening klopte as ie thuis
kwam?
Deer hew ik em nooit over hoort, hield ie
wel woiseluk voor em denk, en deer had ie
ok weer geloik in, had un aar niks mee
noodeg.
De remedie was aars lang niet goeiekoop
denk, want haai had veul zurge, en op
zoo'n menier red je et niet met un dichte
buuL
Maar as we aasen de toiding kroige, ik
hep niet te zeggen, wat voor toiding, en de
menier, dat maakt ok niet zoo veul uit, den
zelle we allegaar wel van de ketting weze.
Overal zei de driekleur wappere, en zon
gen, sprongen en dronken worre.
En midden in et feistende Oranjeland, is
de plek, weer un kloin menschekindje, on
wetend van alles, wat er rondom beurt, in et
Oranje-wiegke loit.
En onder datzelfde dak benne un geluk
kige vader en moeder, wetende omringd te
zijn deur un gelukkig, jubelend volk.
Deer hew je et nou alweer, dat ik vooruit
loop op dinge die nag beure moete.
Maar dat zal Uwes me niet kwaluk neme
denk, weer et hart vol van is, deer loopt de
j mond van over, en degeen, die skroift, die
doet niet veul aars, allien met dut verskil,
de pen doet et werrek van de mond.
Je kenne nergens komme of der worde
over praat, je kenne de krant niet groipe,
of je leeze der over, en overal benne com-
metees om de jonggeborene in oigen plaas
te ontvangen en te helpen, om in de kleere
te steken, weer et noodeg is.
En onderwoil ik deuze regels neerkroif,
an tafel, teugenover Trointje, in de warme
kamer, giert buiten de wind deur de boome,
en klettert de regen teugen de rame.
Et is gien weer om un hond buiten te
jagen, et is zoo erreg, dat je et in huis, an
tafel, merke, de rülinge gaan betaaie deur
je heen.
Toch is et niet koud in de kamer, de
kachel brandt, dat et un lust is, de kat lolt
er tevreden voor te spinnen.
Buiten et snorren van de kat is et allien
et tikken van de klok en et krassen van
men pen, dat de stilte verbreekt
Trointjes broipenne, benne in der skoot
vallen, der hoofd hangt efkes voorover, zoo
zit ze te knikkebollen, de sleip gaat efkes,
deur der heene.
Leit maar gaan, das goed voor der, et was
vannacht ok zoo rommelig, eerst de harde
wind al, en toe nag un flap en gerommel op
zolder.
„Wat is dat?" zoi ze angsteg, „is de deur
vast?"
„Ja, alles is vast, maar et zei de muizeval
weze die flapt is, wel terusten hoor".
Ja, ken je begroipe.
„Zou et wel zoo weze! Eerst maar koike
hoor".
Dan ik er uit, de val gehaald, met muis
baas er in, en an de kat geven, die vanzellef
broid, en toe weer onder de wol, en efkes
later sliep ik weer as un os.
Maar met Troin was et aars, ze had meist
gien oog meer dichtdein, ja teugen de
ochend efkes, maar lekker sleipen had ze
niet
En nou tokt ze efkes, nou leit maar gaan,
met zok weer zei der wel gien vollek
komme, et ienigste is dat ik men koppie thee
mis.
Met veul gekraak is er un tak van un
groote boom baai de buure nei beneden
kommen, en toe die goed en wel beneden
was en met un bom op de grond an deuze
kant de hoining terecht kwam, skrok ze
wakker.
„Wawat beurt er?" riep ze, moin met
groote ooge ankoikende, de kat verskoot van
et vallende broiwerk, en vluchte achter de
kachel.
En zoo stil as et eerst was in huis, zoo
drok wier et.
Die tak was vallen, der was niks stik, dus
dat kwam best of.
„Wel hew ik van men leven, zoi ze, ik heb
hillekendal efkes sleipen".
„Dat zou wat hindere, et ienigste is, ik
ben men koppie thee der baai inskoten".
„Hé, je koppie thee, koik ders achter je,
op de theetafel?"
En ja, deer sting de volle pot op et
lichie.
„Je weete heel goed, dat je jezellef redde
kenne, dus den moet je niet met zokke
smoesies ankomen".
Uitpraat was ik, ze had geloik, maar ik
had er nooit meer an docht, en ze had et
nog zoit ok.
Ze noemde men un stoetel, en dat ik un
beetje beter oplette most
Heel gouw gooide ik et praatje maar over
un aare kant „Et is maar te hopen, dat et
met de feisteraai beter weer is", zoi ik.
Toe most ze lache, „je ben un slimme
groote kwajoon".
En hiermee was et over en tapte ze un
lekker koppie in, en et smaakte best.
Der worde hier un revu opvoert, nou et
zei wel mooi weze denk, want der wazze al
drie eivende uitverkocht, hoorde ik, ja as et
niet veul kost den ken dat hei, en et mooi
is, nou ken meist iederien der van geniete.
Ik wensch al men lezers un paar gezellege
dage toe, en dat we allegaar ons best zalle
doen met et zingen, deer twoifel ik niet an.
Maar ien ding staat teugenwoordeg voor-
an in ons binnenste in ons aller harte, en dat
is...
Oranje boven!!!
Ik oindeg, veul groete van Trointje en et
zellefde van
MAARTEN.
Zaaizaad-vereeniging Z.Z.VX.
Maandagavond had in het café van den
heer G. Warnaar een ledenvergadering
plaats van de Zaai-zaad-vereeniging Z.Z.
V.L. te Langereis. Aanwezig waren 18 leden.
Uit het jaarverslag bleek, dat het eerste
vereenigingsjaar veel van het bestuur heeft
gevraagd. Er werd gewezen op de mede
werking, die men heeft ondervonden van
het gemeentebestuur van Nieuwe Niedorp
met het vaststellen van een verordening,
waarbij het telen van koolzaad zonder ver
gunning in de gemeente N.-Niedorp voortaan
is verboden. Zij, die koolzaad (stullen)
wenschen te telen, moeten een aanvrage
daartoe doen, over welke aanvrage een
commissie door het gemeentebestuur, in
overleg met de vereeniging, daartoe samen
gesteld, beslist.
De penningmeester deed rekening en ver
antwoording van het eerste boekjaar. Het
bleek, dat de hoeveelheid roode koolzaad en
gele koolzaad ruimschoots aan de aanvrage
der leden voldeed, zoodat men nog een be
langrijke hoeveelheid overhoudt als reserve
voor een volgend jaar. Deensch koolzaad
was niet voldoende geoogst, aangezien de
zetkoolen het niet alle hebben gedaan en
met den toch al matigen oogst door een
windhoos zoodanig is gemanoeuvreerd, dat
nog een groot deel verloren ging. Aan de
aanvrage der leden kon slechts ten deele
worden voldaan. Een ander lid der vereeni
ging, die ook zetkoolen, afkomstig van een
zeer goede partij, had gezet, had wel vol
doende koolzaad geoogst en er kon alzoo
aan de aanvragen worden voldaan. Echter
deze laatsten waren niet gekeurd door de
NA..K., wat met de andere zetkoolen wel is
geschied.
Bij de rondvraag werd nog gesproken over
het telen van uienzaad voor de leden.
Het bestuur nam op zich dit nader te
bekijken.
Hierna sluiting.
Verkiezing.
Bij een gehouden stemming voor een
lid van het dagelij ksch bestuur van de Ban-
ne en Polder Oterleek verkregen de heeren
P. Spaan en C. Kay ieder 6 stemmen en G.
Zijp 1 stem, zoodat een herstemming moet
plaats hebben tusschen P. Spaan en C. Kay.
De nieuwe zuurstofkoffer.
Naar wordt medegedeeld heeft de afd.
Langendyk van de E. H. B. O. een nieuwe
zuurstofkoffer aangeschaft, welke geplaatst
is ten huize van dr. de Wit te Oudkarspel.
Werkloozenvereeniging opgericht.
Na een inleiding van den N. V. V.-bestuur-
der A. de Ruiter is alhier een werkloozen
vereeniging opgericht met 30 leden. In het
bestuur werden verkozen de heeren M.
Staal, W. Visser en C. de Waard, terwijl
door de plaatselijke vakbondsafdeelingen, die
het initiatief tot deze oprichting hadden ge
nomen, aan dit bestuur werden toege
voegd de heeren P. J. Kossen en D. Smit.
Verschenen is Het Oranjekind. uitgave
G. Alsbach en Co. te Amsterdam.
Woorden en muziek zyn van de 10-jarige
Betty van Rhyn, wier portretje op den
kleurigen omslag afgebeeld is.
Meisjesleven, maandblad voor de vrou
welijke Nederlandsche jeugd, onder leiding
van Willy Petillon, is overgegaan naar de
Hollandia Drukkerij te Baarn maar 't is niet
de bedoeling ingrijpende veranderingen in
te voeren. In dit nummer doet Willy Petil
lon het verhaal van Matje's ontdekking en
geeft Alfred van Sprang een uitvoerig
overzicht over het werk op een postkantoor
tusschen postcheques en giro-biljetten. W.
H. Hoomgaard verhaalt een en ander over
een woonwagenpaardje, H. de Ruiter be
schrijft de jeugd van Lord Byron, Mr. W.
Coops geeft karakterbeschrijvingen aan de
hand van ingezonden schrifturen en de re
dactrice beëindigt het nummer met een
bijdrage over wintersport zonder sneeuw.
oooooooooooooooooooooooooooooe
Het groote publiek leest een dagblad.
Gevolg: de dagblad-reclame
i