UiidsdieifteM.
£uchUtaact
Heuilleton
Iet schip der
verschrikking
Glimlachje
-
De „Damsterdijk" in
aanvaring.
Verkeersongelukken.
Witter dan wit
tweede blad_
PASGEBOREN KIND TE VONDELING
GELEGD.
Zielig geval in de Residentie.
Een bewoner van de Gerard Doustraat
te Den Haag werd in den nacht van
Dinsdag op Woensdag wakker, doordat een
eigenaardig geluid van buiten op straat
tofhem doordrong. Het leek, alsof iemand
stond te huilen, doch toen hij van bed was
eegaan* en door het raam naar buiten
keek zag hy niets en niemand. Ook zyn
echtgenoote trachtte te ontdekken, waar
het eigenaardige gehuil vandaan kwam,
doch evenals haar man, kon zy aanvan-
kelij'k niet vaststellen, wat er buiten eigen
lijk gaande was.
Aangezien het gehuil aanhield, schoof
men het raam open en toen eerst was het
voor de beide echtelieden mogelijk te zien
wat er in het nachtelijk uur in de verlaten
straat eigenlijk gaande was.
Midden op straat zagen zq tot hun
grooten schrik een pasgeboren kindje,
een meisje, liggen. De stakker had
geen kleertjes aan, in den kouden
nacht lag ztf daar naakt op de straat-
steenen.
De bewoner vloog onmiddellijk de trap
af en droeg het huilende kindje naar bin
nen, Hij wikkelde het in een peignoir en
liep direct naar het in de nabijheid gele
gen ziekenhuis Zuidwal, waar het ver
moedelijk te vondeling gelegde kindje
liefderijk is opgenomen. De doktoren heb
ben nog niet kunnen vaststellen of het arm
kind een nadeeligen invloed van de koude
heeft ondervonden.
De commissaris van politie van den
administratieven dienst verzoekt hun, die
inlichtingen omtrent een en ander kunnen
verschaffen, zich te vervoegen aan het
bureau van de kinderpolitie.
De moeder gevonden.
Na een minitieus ingesteld onderzoek is
dè Haagsche politie er nog in den loop
van gisteravond in geslaagd de moeder
•van het te vondeling gelegde kindje op te
sporen. Zij is een 34-jarige ongehuwde
vrouw, die als dagmeisje bij een familie
te den Haag werkzaam is.
Gebleken is, dat de vrouw in den be-
wusten nacht in een zeer overspannen
toestand heeft gehandeld. Zij is nog gis
teravond overgebracht naar de Ramaer-
kliniek, waar ze ter verpleging is opge
nomen. Het kindje dat nauwelijks een uur
ter wereld was gekomen, voordat het op
straat werd gevonden, en dat in het Zie
kenhuis aan den Zuidwal is opgenomen,
maakt het goed.
STEEDS MEER SCHEPEN IN
REPARATIE.
Bij de Amsterdamsche Droogdok Maat
schappij te Amsterdam is gisteren in bal
last van Havre aangekomen het Grieksche
stoomschip „Eakaterini Nicolaou", metende
6600 bruto-reg. ton, voor het ondergaan
van eenige herstellingen.
Zelfs een Portugeesch stoomschip komt
voor dit doel naar de haven, namelijk
het door een reedery te Lissabon aange
kochte Engelsche stoomschip „Temeuzen".
Om by de Nederlandsche Dok Mij. te Am
sterdam te repareeren, wordt dit buiten-
landsche schip vanuit genoemde Portu-
geesche haven naar Amsterdam gesleept.
Het blijkt dan ook, dat onze werven voor
het verkrijgen van werk met de buiten-
landsche bedrijven kunnen concurreeren.
LIJK OP SPOORBAAN GEVONDEN.
Slachtoffer van den trein
Den Haag - Gouda.
Vanmorgen in de vroegte is op de
spoorbaan onder de gemeente Zevenhui
zen, op de lijn Den Haag-Gouda, het lijk
gevonden van een man, die door den
trein moet zijn gedood.
Rijkspolitie en stationspersoneel uit
Gouda zijn naar de plaats van het onge
val gegaan om een onderzoek naar het ge
beurde in te stellen. De verongelukte is
vermoedelijk een monteur van de rijks
telegraaf, de heer Bakker uit Utrecht.
KIND VERDRONKEN.
Gistermiddag is het driejarig zoontje van
de familie Kuiper uit de Talmastraat te
Heemstede bij het spelen in de Glipper-
vaart geraakt en verdronken. Het lijkje is
later opgehaald.
HET VERGAAN VAN DE „HANNAH".
Op een rots geloopen.
Men meldt uit Gibraltar aan de „Daily
TeL" dat thans klaarheid is gekomen om
trent de oorzaak van het vergaan van het
Nederlandsche stoomschip „Hannah", by de
Spaansche kust. Het ongeluk is niet aan
torpedeering te wijten doch de boot is op
een der rotsen geloopen van de Kaap San
Antonio en daaraan ten gronde gegaan.
BEWAARSCHOOLONDERWIJS.
Een nieuwe statistiek.
Het centraal bureau voor de statistiek
vestigt de aandacht van belangstellenden op
de statistiek van het voorbereidend (be
waarschool-) onderwijs 1933—1936, welke
dezer dagen by de algemeene landsdrukkerij
verschenen is.
In déze uitgave zyn, evenals in vorige
edities, gegeven bijeengebracht aangaande
aantal, richting en subsideering der scholen,
de paedagogische richting van het onder
wijs, de huisvesting en de speelplaatsen der
scholen, de aantallen leerlingen, onderschei
den naar leeftijd en geslacht, de aantallen
hoofden, onderwijzeressen, kweekelingen on
helpsters, onderscheiden naar den leeftijd,
de bevoegdheid, het salaris en de pensioen
gerechtigdheid. Bovendien zijn nog cijfers
opgenomen aangaande de verbreiding van
het geneeskundig schooltoezicht, terwijl de
publicatie eindigt met een nominatief over
zicht van de scholen en cursussen tot oplei
ding van bewaarschoolonderwijzeressen.
In de inleiding zijn de belangrijkste ge
gevens besproken en toegelicht, terwijl in
beknopte staatjes samenvattende overzich
ten en verhoudingscijfers zijn opgenomen.
Voor vrijwel alle onderwerpen zijn de cij
fers per provincie gepubliceerd, terwijl
eveneens een onderscheiding naar de zes
groote gemeenten en de groenen van klei
nere gemeenten werd afgedrukt.
De onderhavige uitgave bevat oen groote
hoeveelheid oriënteerend materiaal en is
daarom van belang voor ieder, die met den
hudigen stand van ons voorbereidend onder
wijs op de hoogte wil zyn.
WERKTIJDENBESLUIT HOTELS ENZ.
Het ontslag aan jeugdig personeel
en eventueele gevolgen.
De regeeringspersdienst deelt mede:
Op 1 Januari j.L is zooals gemeld in
werking getreden het werktijdenbesluit
voor jeugdige personen, werkzaam in kof
fiehuizen en hotels 1937. In samenhang met
eenige bepalingen van de hotelparagraaf
der arbeidswet 1919, die tegelijkertijd zijn
ingevoerd, geeft dit besluit een regeling van
de werk- en rusttijden van het koffiehuis-
en hotelpersoneel beneden 18 jaar.
Naar vernomen wordt, is de invoering
van deze regeling voor verschillende werk
gevers aanleiding geweest om jeugdig per
soneel te ontslaan. Wanneer die leegkomen
de plaatsen worden vervuld door aanstel
ling van volwassen personeel, verdient dit
toejuiching, maar anderzijds is het niet on
waarschijnlijk, dat, indien het ontslag op
eenigszins groote schaal zou plaats hebben,
als gevolg daarvan in de betrokken bedrij
ven na verloop van tijd een tekort zou ont
staan aan bekwaam personeel. Het ligt voor
de hand, dat men dit tekort dan zou wil
len aanvullen door indienstneming van bui-
tenlandsche arbeiders.
In verband hiermede wordt, ten einde het
ontstaan van moeilijkheden te voorkomen,
nu reeds onder de aandacht van belangheb
benden gebracht, dat, wanneer tengevolge
van ontslag van jeugdig personeel in het
koffiehuis- en hotelbedrijf een gebrek aan
bekwaam personeel zou ontstaan, vanwege
den minister van sociale zaken geen vergun
ning zal worden verleend om daarin door
aanstelling van buitenlandsche werkkrach
teen te voorzien.
DE ONTSLAGEN INDISCHE N.S.B.-
LEIDER.
Minister vraagt inlichtingen.
Naar aanleiding van de door het lid der
Eerste Kamer den .J^eer Bruineman gestelde
vragen in verband met zekere uitlatingen
van den organisatie-leider der N.S.B. in Ne
der landsch-Indië op een den 18en December
1937 te Batavia gehouden landdag, heeft de
minister van koloniën zich om inlichtingen
gewend tot den gouverneur-generaal.
Na ontvangst van 's landvoogds antwoord
zal de minister op dezè aangelegenheid te
rugkomen.
DIEFSTALLEN TE OUDENBOSCH.
Van schoenen en baaltjes bloem.
Door mej. M., schoenwinkelierster, wonen
de aan de Brugstraat te Oudenbosch, werd
Dinsdag by de marechaussee aldaar aangifte
gedaan van de vermissing van twee paar
schoenen uit de etalage. Naar aanleiding
hiervan volgde huiszoeking bij zekeren B.
K. aan de Nieuwstraat, waarbij de mare
chaussee zoowaar drie paar nieuwe schoe
nen aantrof, w.o. ook de vermiste. Het on
derzoek werd voortgezet tot op den zolder
waar nog een nieuwe ontdekking volgde.
Men trof hier n.L aan drie baaltjes bloem,
welke afkomstig bleken te zijn van inbraak
in het pakhuis van den Boerenbond. Voor
K., die in arrest werd gesteld, zat er nu
niets anders op dan een bekentenis af te
leggen. Hy is gisteren naar Breda overge
bracht en aldaar ter beschikking van de
justitie gesteld.
VER. KON. PAPIERFABRIEKEN.
Inkrimping cellulose-bedrijf.
Het niet voldoende afnemen van cellu
lose, heeft de directie van de Ver. Kon. Pa
pierfabrieken te Velsen, genoodzaakt met
ingang van 22 dezer, de werktijden in het
bedrijf, waar dit product wordt verwerkt,
voorloopig voor een tijdvak van drie weken,
met een dag per week te verminderen.
HOOG WATER OP DE RIVIEREN.
Opnieuw stijging te wachten?
De peilschalen op Rijn, Waal, IJsel en
Maas toonden hedenochtend op enkele
kleine stijgingen na, nog tengevolge van
afkomstig water overal daling van den
waterstand.
Daar op den boven-Rijn opnieuw was,
en dikwijls nog al aanmerkelijke, heeft
plaats gehad, is het te verwachten, dat die
was zich over eenige dagen ook weer in
ons land zal doen gelden.
Mawnheim had hedenmorgen een was
van 49 c.m., terwijil het hooger gelegen
Kehl-Straatburg zelfs een was van 90 c.m.
had. Te Keulen, waar het water gisteren
37 c.m. was gezakt, werd hedenmorgen
weer een stijging waargenomen van 2 c.m.
Al mocht de stijging zich op den boven-
Rijn, naar is te hopen, niet voortzetten, dan
is 't toch zeker, dat we hier het afstroo-
mende water nog te verwerken krygen,
met, althans voor eenige dagen, noodzake
lijk gevolg van opnieuw stijging van het
waterpeil.
DE WERKLOOZENSTEUN.
Extra bijslag aan inwonende
gezinsleden.
De minister van sociale zaken heeft ter
kennis van de gemeentebesturen gebracht,
dat hy bij zijn circulaire van 16 Septem
ber 1937, een regeling had getroffen inzake
het verleenen van een extra bijslag aan by
ondersteunden en tewerkgestelden inwonen
de gezinsleden. Uit een terzake ingesteld on
derzoek is den minister gebleken, dat de re
geling niet aan de bedoeling, die bij het
ontwerp heeft voorgezeten, beantwoordt.
De minister heeft daarom besloten de leef
tijdsgrens van 21 jaar te wijzigen in 18 jaar
en het loon, dat de betrokkene moet hebben
verdiend, te stellen op de helft van den
steun voor uitgetrokken kostgangers.
jjBp
„Nu komt de aflossing, ik zal
hem een sneeuwbal recht in het
gezicht gooien!"
KWAJONGENSSTREEK MET
ERNSTIGE GEVOLGEN.
Vanmorgen om acht uur stonden eenige
jongens, die op weg waren naar hun school
te Groningen, op het achterbalcon van de
Drachter-tram. Toen de tram te Peize
eenige oogenblikken stopte, maakte een van
hen de buis van de stoomverwarming los
en richtte deze op zijn kameraad, de 12-
jarige R. M. uit Roden. De jongen liep door
den stoom hevige brandwonden aan beide
beenen op. Na voorloopig verbonden te zijn
is het slachtoffer naar het Academisch Zie
kenhuis te Groningen gebracht.
Het aangevaren schip gezonken.
Lloyds meldt uit Gravesend, dat het
Nederlandsche motorschip „Damster-
dijk" van de Holland-Amerika Lijn in
den vroegen ochtend bij de momding
van den Theems in aanvaring is ge
weest met een onbekend zeilschip.
Laatstgenoemd schip is gezonken. De
bemanning wordt vermist.
De „Damsterdijk" heeft zich naar het
King George Fifth dok begeven.
Het is niet bekend, of het Neder
landsche schip averij heeft opgeloopen.
Bij de directie van de HollandAmerika
lijn te Rotterdam was hieromtrent nog geen
bericht ontvangen.
AUTOMOBILIST VERDRONKEN.
Onder de gemeente Kethel te water
geraakt.
Hedennacht te ongeveer 1 uur, toen
de burgemeester van Kethel (Z.H.), mr.
J. J. Lips, per auto huiswaarts keerde,
kwam hij tot de ontdekking, dat in een
langs den weg loopende sloot een perso
nenauto lag. De burgemeester riep on
middellijk de hulp in van den gemeen
teveldwachter Braam, die zich te water
begaf teneinde te onderzoeken of zich
iemand in de auto bevond. Dit bleek in
derdaad het geval te zyn. Men trachtte
den bestuurder, die by zyn pogingen om
uit den wagen te komen, met een arm
tusschen het portier bekneld was ge
raakt, te bevrijden. Na korten tijd mocht
dit gelukken, doch de inmiddels ter as
sistentie ontboden doktoren, dr. Kuy uit
Kethel en dr. de Leeuw uit Schiedam,
konden slechts den dood constateeren.
De verongelukte autobestuurder bleek
te zyn de 50-jarige ongehuwde wegen
bouwer W. S. uit Kethel, die ter plaatse
by een zwager inwoont.
„De Vrouw".
Het Januari-nummer van het maandblad
„De Vrouw" (uitg. Schuyt te Baarn) bevat
vele interessante artikelen. 0.m. heeft de
bekende schrijfster Amy Groskampten
Have eenige pennevruchten aan dit maand
blad afgestaan. En van de hand van Diet
Kramer lezen we een gevoelig schetstje,
„Amsterdamsch Gebeuren" genaamd. Ver
der treffen we goed-verzorgde filmrubrie
ken aan, evenals goede mode-artikelen en
specifiek vrouwennieuws. Het geheel is
aardig geïllustreerd en vooral eenige fraaie
foto's geven aan het geheel een eigen cachet.
Maandblad van de Joodsche invalide.
Het heden in vergrooten vorm versche
nen nummer van „De Joodsche Invalide",
orgaan van de gelijknamige vereeniging te
Amsterdam, opent met een artikel van mr.
dr. L. E. Visser, vice-president van den
Hoogen Raad der Nederlanden, getiteld:
„Idealisme en krachtdadigheid".
Dr. Visser wijst in deze bijdrage er op,
dat aan een kleine 400 invalide geloofsge-
nooten binnenkort een tehuis zal kunnen
worden aangeboden, dat zy slechts te Am-
worden Uw tanden indien U poetst met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL
sterdam en nergens anders ter wereld zul
len kunnen vinden en hy vervolgt dan:
„Idealisme en krachtdadigheid" zijn twee
hefboomen, waarmee men in de wereld
veel kan verzetten.
Welnu die beide eigenschappen hebben
bestuurderen der „Joodsche Invalide" in al
die jaren in hooge mate getoond te bezit
ten.
Aan het slot van zijn artikel wijst dr.
Visser op de buitengewone steunactie, wel
ke onlangs is ingezet.
De heer A. Asscher, lid van de Provin
ciale Staten van Noordholland en voorzit
ter van het Ned. Isr. Kerkgenootschap te
Amsterdam, schreef over een bezoek, dat
hy op 'n Vrijdagavond in „de Joodsche In
valide" bracht.
Uit den aard der zaak wordt ook aandacht
gewijd aan de verbouwing: terwijl de sloo-
pershamer in het oude geeelte weerklinkt,
worden reeds de draagkolommen voor de
nieuwe serres en ziekenzaaltjes aan de
tuinzijde opgesteld.
In dit verband kan nog gemeld worden,
dat zeer waarschijnlijk in het begin van de
tweede helt van dit jaar het geheele ge
bouw voltooid zal zyn.
Voorts bevat dit nummer nog het uit
voerige geïllustreerde verslag van het 26e
vereenigingsjaar.
Als aardige bijzonderheid wordt vermeld
een mooie prestatie, n.1. de volgende:
De blinde mejuffrouw Bep de Leeuw, die
sinds vier jaren by de administratie van
„De Joodsche Invalide" werkzaam is, heeft
onlangs te Rotterdam haar diploma van
steno-typiste behaald. Temeer is dit een
prestatie, omdat ongeveer 50 van het
aantal candidaten voor stenografie moest
worden afgewezen. Mej. de Leeuw bereik
te by haar examen, dat tien minuten duur
de, de snelheid van 130 lettergrepen per
minuut.
ONZE POSTVLUCHTEN.
Hedenmorgen te 7.02 uur is het Indië-
vliegtuig PH-ALO Oehoe van Amsterdam
naar Indië vertrokken. Gezagvoerder is de
heer Tepas. Het vliegtuig vervoert 130 kg.
vracht, 467 kg. briefpost en 27 kg. pakket-
post.
Twee passagiers maken de reis mede
van Amsterdam naar Karachi, één Am-
sterdagBaghdad, één NapelsCalcutta,
één AleandriëBagdad, één Basrah—
Karachi en één BangkokPenang.
De positie der postvliegtuigen is: uitreis:
Wielewaal te Rangoon, Nandoe te Aleran-
drië, Pelikaan te Bandoeng; thuisreis: Rei
ger te Athene, Emoe te Bangkok.
NOODLANDING VAN EEN MILITAIR
VLIEGTUIG.
Gistermiddag omstreeks half twee heeft
het militaire vliegtuig, de Fokkerjager
13, waarin zich behalve de bestuurder,
nog een waarnemer bevond, nabij Den
Bosch een noodlanding moeten maken
wegens het afslaan van den motor. Het
vliegtuig kwam terecht in een drassig
weiland tusschen het Hinthamerpark en
den spoordijk naar Nijmegen, waarbij de
rechtervleugel den grond raakte, het toe
stel een slag om ging en tenslotte met den
neus in den grond en de staart in de
lucht bleef liggen. De vlieger Fokma en
de waarnemer, die slechts eenige blauwe
plekken opliepen, konden het toestel ver
laten en Soesterberg van het gebeurde op
de hoogte stellen.
Het toestel kreeg lichte schade aan den
motor en de propeller. Het zal worden
gedemonteerd.
MASSA-VLUCHT NAAR HAWAÏ.
De Amerikaansche marine-autoriteiten
deelen mede, dat 18 vliegtuigen, die aan
de manoeuvres deelnemen, over het vlieg
tuigschip „Langley" halverwege tusschen
San Diego en Hawai zijn gevlogen. De
weersomstandigheden waren gunstig.
Later zijn zy te Pearl Harbour op Hono-
loeloe aangekomen. Zij hebben 20 uur en
22 minuten noodig gehad om den tocht te
maken.
Uit het Amerikaansch door
0 HERMAN ANTONSEN.
6)
Het was geen geschikt oogenblik voor
dergelijke beschouwingen.
„Ja, ja, maar er moet in elk geval toch
iets gedaan worden?" M
„Als we een herhaling van hebene
kunnen krijgen, dat Gans in de ha
op het oogenblik, dat hij vermoord werd
dan kunnen we, dunkt me, in
eind aan de zaak maken. U hebt me n g
niet verteld, waar uw plaatsvervangen
marconist is". jp
„Dien hebben we niet",- antwoordde de
kapitein.
Daar hing die mist weer om hem heen,
die al voortdurend het geval z0° ond°°aj
zichtelijk en onverklaarbaar voor hem naa
gemaakt. Valcour voelde zich als verhiin
Hij had zooveel noodig: al de hu Pm'
delen, die hem, was hy aan land
door de politie zouden geboden zyn.
kundigen, instrumenten, rapporten en ge
schoolde hulpkrachten.
..Dan is de verbinding met den wal aus
heelemaal afgesneden!" zei hij somber.
„Ja, dat is zoo, Valcour".
„Maar met passeerende schepen kun
nen we toch wel met internationale vlag-
signalen in verbinding komen, niet waar?"
„Dat is heel erg omslachtig. Maar ik
meen, dat mijnheer Swithers wel seinen
kan".
„Misschien kan hy dan ook wel draad
loos seinen. Als hij vlagsignalen kent, dan
is hy denkelijk ook wel op de hoogte met
het morse-stelsel, als hy tenminste eenig
idee van een draadloos toestel heeft".
„Ik zal het hem dadelijk vragen", zei
kapitein Sohme. „Maar als hy 't nu eens
niet kan?"
„Dan hebben we mevrouw Poole nog".
„Maar kan dat krankzinnige bericht mis
schien geen waarde voor haar ook heb
ben?"
Valcour keek heel ernstig. „Dan krijgen
we nog meer last", zei hij.
HOOFDSTUK V.
33 0 53 Noorderbreedte.
64 39 Westerlengte.
Na het vertrek van den kapitein bleef
Valcour bij de deur van de hut staan. Na
denkend keek hij de hel verlichte hut rond.
Zyn redeneering was doodeenvoudig: de
man, die Gans vermoord had, had dit ge
daan om 't bericht te vernietigen, dat de
ze op het punt stond te bezorgen. Daar was
hy zeker van overtuigd. En het was heel
waarschijnlijk, dat die man op een of an
dere manier erachter gekomen was, wat
dat bericht bevatte en begrepen had, dat
het voor hem nadeelig was. Op het on
verlichte sloependek had hij dat bericht
niet kunnen lezen. Dus was het wel het
meest logisch, dat hy het gelezen had in de
radio-hut zelf. Gans zou 't hem wel niet uit
zichzelf ter lezing overgegeven heb
ben. Denkelijk had hij het dus gelezen, ter
wijl Gans het aan het opnemen was. Dan
moest hij dus gestaan hebben naast den
draaistoel voor het toestel.
Valcour keek naar de plek. Hij ging
erheen en onderzocht nauwkeurig de op
pervlakte van de tafel. Het speet hem,
dat hij geen materiaal bij zich had om na
te gaan, of er zich vingerafdrukken op het
tafelblad bevonden.
Op tafel stond een fleschje half met
rooden inkt gevuld. Het etiket was rood
gevlekt. Het had er veel van weg, alsof
het fleschje was omgevallen, bevlekt door
den inkt en daarna schoongeveegd. Val
cour nam het fleschje op en bevoelde
het etiket. Het was nog eenigszins voch
tig. Toen hij met zijn vinger over het eti
ket wreef, bleef er een lichtroode vlek op
zijn vinger achter. Hij zette het fleschje
weer op tafel en bekeek deze aandachtig.
Een deel van het blad scheen kort geleden
afgeveegd te zijn. Misschien was het flesch
je daar omgestooten. In een prullenmand
onder de tafel vond hy tallooze verkreu
kelde snippers papier, maar geen met inkt
bevlekt lapje of zakdoek. Nergens in de
mand was eenig rood vlekje of spatje te
zien. Hij deed de kurk voorzichtig op het
fleschje, wikkelde het in een stuk papier
en stak het in zijn zak. Hij stond met zyn
rug naar de deur. Hy schrok niet, toen hy
een stem achter zich hoorde zeggen: „Bent
u aan het zoeken naar sporen van de mis
daad, mijnheer?"
Het was een zachte stem met heel even
een zuidelijk accent. Valcour keerde zioh
om.
„Jawel, mijnheer Dumarque", ant
woordde hy rustig.
Mijnheer Dumarque, die opvallend smalle
en hooge hakken droeg, en zwart zijden
sokken, die tusschen zyn grijze golfbroek
en schoenen uitkwamen, stond onbewege
lijk op den drempel. Mijnheer Dumarque
glimlachte heel even.
„Ik heb altijd veel belang in gepleegde
misdaden gesteld", zei hij, „vooral wanneer
ze buitenissig zyn".
Valcour beantwoordde zyn glimlach.
„Maar deze heeft niets buitenissigs,
mijnheer Dumarque. Ik denk, dat die arme
drommel doodgewoon gewurgd is".
Mijnheer Dumarqque deed alsof hy zucht
te.
„Ja, dat heb ik er ook uit begrepen.
Maar in de omstandigheden van den
moord ligt toch wel iets heel vreemds".
„U bedoelt zeker meer de omgeving,
waarin hy gepleegd is, meer dan de zake
lijke bijzonderheden?"
„Ja". Mijnheer Dumarque keek met sla
perige oogen het dek over. „Mevrouw
Poole is heel eigenaardig. Die jonge, don-
keroogige, bijna mooie meneer Force is
ook een eigenaardige. En ik", besloot hy,
een door Valcour aangeboden sigaretten
aannemend, „ben ook nog al buitennissig".
Boven zijn aangestoken lucifer bleef
Valcour glimlachen. „Waarom haalt u er
den jongen Force bij in?" vroeg hy.
„Hebt u wel eens op zyn handen ge
let?"
„Niet speciaal".
„Oh... Eèns zal het u ook wel opval
len".
„Hebt u mijnheer Force misschien vroe
ger al eens ontmoet? Vóór dit reisje?"
Mynheer Dumaruqe blies sierlijk een
dun rookwolkje uit.
„Integendeel, ik heb het genoegen of
het verdriet niet gehad, zooals u het noe
men wilt, iemand van de passagiers aan
boord al eerder te ontmoeten. Ik ben niet
alleen was buitennissig, maar bovendien
erg teruggetrokken en meng me niet gauw
in gezelschap. Ik ben bang geworden voor
het ontaarden van toevallige kennisma
kingen in vriendschappelijke verhoudin
gen". Mijnheer Dumarque inhaleerde heel
diep. „Zooiets als vriendschap moest eigen
lijk niet bestaan, mijnheer Valcour. Het is
eigenlijk niet anders dan een soort aaneen-
koppeling van ondragelijk vervelende lui,
waarvan de maatschappij beu is geworden".
„Ik voel wel wat voor uw beschouwing",
zei Valcour. „Als je denkt asm Damy en
Pythias en dergelijke klassieke..."
„Toe, laten we dat niet doen", zei mijn
heer Dumarque, zyn oogen ten hemel
slaande. „Je durft er niet aan denken,
wat die in het eerste half jaar elkaar eigen
lijk te vertellen hebben gehad. U hebt,
naar het schijnt, niet al te veel op met an
tieke cultuur, mijnheer Valcour".
„Neen, dat is het niet; de kwestie is,
dat ik al mijn illusies kwijtgeraakt ben".
„Och illusies zei Dumarque en
streek even langs zijn lippen met de top
pen van zijn uiterst verzorgde vingers. „Ik
zou op slag duizend pond willen geven, om
maar één enkele kleine illusie te bezitten".
(Wordt vervclgd).