UiidsdieifteM. £uchUtaact Heuilleton Iet schip der verschrikking Glimlachje - De „Damsterdijk" in aanvaring. Verkeersongelukken. Witter dan wit tweede blad_ PASGEBOREN KIND TE VONDELING GELEGD. Zielig geval in de Residentie. Een bewoner van de Gerard Doustraat te Den Haag werd in den nacht van Dinsdag op Woensdag wakker, doordat een eigenaardig geluid van buiten op straat tofhem doordrong. Het leek, alsof iemand stond te huilen, doch toen hij van bed was eegaan* en door het raam naar buiten keek zag hy niets en niemand. Ook zyn echtgenoote trachtte te ontdekken, waar het eigenaardige gehuil vandaan kwam, doch evenals haar man, kon zy aanvan- kelij'k niet vaststellen, wat er buiten eigen lijk gaande was. Aangezien het gehuil aanhield, schoof men het raam open en toen eerst was het voor de beide echtelieden mogelijk te zien wat er in het nachtelijk uur in de verlaten straat eigenlijk gaande was. Midden op straat zagen zq tot hun grooten schrik een pasgeboren kindje, een meisje, liggen. De stakker had geen kleertjes aan, in den kouden nacht lag ztf daar naakt op de straat- steenen. De bewoner vloog onmiddellijk de trap af en droeg het huilende kindje naar bin nen, Hij wikkelde het in een peignoir en liep direct naar het in de nabijheid gele gen ziekenhuis Zuidwal, waar het ver moedelijk te vondeling gelegde kindje liefderijk is opgenomen. De doktoren heb ben nog niet kunnen vaststellen of het arm kind een nadeeligen invloed van de koude heeft ondervonden. De commissaris van politie van den administratieven dienst verzoekt hun, die inlichtingen omtrent een en ander kunnen verschaffen, zich te vervoegen aan het bureau van de kinderpolitie. De moeder gevonden. Na een minitieus ingesteld onderzoek is dè Haagsche politie er nog in den loop van gisteravond in geslaagd de moeder •van het te vondeling gelegde kindje op te sporen. Zij is een 34-jarige ongehuwde vrouw, die als dagmeisje bij een familie te den Haag werkzaam is. Gebleken is, dat de vrouw in den be- wusten nacht in een zeer overspannen toestand heeft gehandeld. Zij is nog gis teravond overgebracht naar de Ramaer- kliniek, waar ze ter verpleging is opge nomen. Het kindje dat nauwelijks een uur ter wereld was gekomen, voordat het op straat werd gevonden, en dat in het Zie kenhuis aan den Zuidwal is opgenomen, maakt het goed. STEEDS MEER SCHEPEN IN REPARATIE. Bij de Amsterdamsche Droogdok Maat schappij te Amsterdam is gisteren in bal last van Havre aangekomen het Grieksche stoomschip „Eakaterini Nicolaou", metende 6600 bruto-reg. ton, voor het ondergaan van eenige herstellingen. Zelfs een Portugeesch stoomschip komt voor dit doel naar de haven, namelijk het door een reedery te Lissabon aange kochte Engelsche stoomschip „Temeuzen". Om by de Nederlandsche Dok Mij. te Am sterdam te repareeren, wordt dit buiten- landsche schip vanuit genoemde Portu- geesche haven naar Amsterdam gesleept. Het blijkt dan ook, dat onze werven voor het verkrijgen van werk met de buiten- landsche bedrijven kunnen concurreeren. LIJK OP SPOORBAAN GEVONDEN. Slachtoffer van den trein Den Haag - Gouda. Vanmorgen in de vroegte is op de spoorbaan onder de gemeente Zevenhui zen, op de lijn Den Haag-Gouda, het lijk gevonden van een man, die door den trein moet zijn gedood. Rijkspolitie en stationspersoneel uit Gouda zijn naar de plaats van het onge val gegaan om een onderzoek naar het ge beurde in te stellen. De verongelukte is vermoedelijk een monteur van de rijks telegraaf, de heer Bakker uit Utrecht. KIND VERDRONKEN. Gistermiddag is het driejarig zoontje van de familie Kuiper uit de Talmastraat te Heemstede bij het spelen in de Glipper- vaart geraakt en verdronken. Het lijkje is later opgehaald. HET VERGAAN VAN DE „HANNAH". Op een rots geloopen. Men meldt uit Gibraltar aan de „Daily TeL" dat thans klaarheid is gekomen om trent de oorzaak van het vergaan van het Nederlandsche stoomschip „Hannah", by de Spaansche kust. Het ongeluk is niet aan torpedeering te wijten doch de boot is op een der rotsen geloopen van de Kaap San Antonio en daaraan ten gronde gegaan. BEWAARSCHOOLONDERWIJS. Een nieuwe statistiek. Het centraal bureau voor de statistiek vestigt de aandacht van belangstellenden op de statistiek van het voorbereidend (be waarschool-) onderwijs 1933—1936, welke dezer dagen by de algemeene landsdrukkerij verschenen is. In déze uitgave zyn, evenals in vorige edities, gegeven bijeengebracht aangaande aantal, richting en subsideering der scholen, de paedagogische richting van het onder wijs, de huisvesting en de speelplaatsen der scholen, de aantallen leerlingen, onderschei den naar leeftijd en geslacht, de aantallen hoofden, onderwijzeressen, kweekelingen on helpsters, onderscheiden naar den leeftijd, de bevoegdheid, het salaris en de pensioen gerechtigdheid. Bovendien zijn nog cijfers opgenomen aangaande de verbreiding van het geneeskundig schooltoezicht, terwijl de publicatie eindigt met een nominatief over zicht van de scholen en cursussen tot oplei ding van bewaarschoolonderwijzeressen. In de inleiding zijn de belangrijkste ge gevens besproken en toegelicht, terwijl in beknopte staatjes samenvattende overzich ten en verhoudingscijfers zijn opgenomen. Voor vrijwel alle onderwerpen zijn de cij fers per provincie gepubliceerd, terwijl eveneens een onderscheiding naar de zes groote gemeenten en de groenen van klei nere gemeenten werd afgedrukt. De onderhavige uitgave bevat oen groote hoeveelheid oriënteerend materiaal en is daarom van belang voor ieder, die met den hudigen stand van ons voorbereidend onder wijs op de hoogte wil zyn. WERKTIJDENBESLUIT HOTELS ENZ. Het ontslag aan jeugdig personeel en eventueele gevolgen. De regeeringspersdienst deelt mede: Op 1 Januari j.L is zooals gemeld in werking getreden het werktijdenbesluit voor jeugdige personen, werkzaam in kof fiehuizen en hotels 1937. In samenhang met eenige bepalingen van de hotelparagraaf der arbeidswet 1919, die tegelijkertijd zijn ingevoerd, geeft dit besluit een regeling van de werk- en rusttijden van het koffiehuis- en hotelpersoneel beneden 18 jaar. Naar vernomen wordt, is de invoering van deze regeling voor verschillende werk gevers aanleiding geweest om jeugdig per soneel te ontslaan. Wanneer die leegkomen de plaatsen worden vervuld door aanstel ling van volwassen personeel, verdient dit toejuiching, maar anderzijds is het niet on waarschijnlijk, dat, indien het ontslag op eenigszins groote schaal zou plaats hebben, als gevolg daarvan in de betrokken bedrij ven na verloop van tijd een tekort zou ont staan aan bekwaam personeel. Het ligt voor de hand, dat men dit tekort dan zou wil len aanvullen door indienstneming van bui- tenlandsche arbeiders. In verband hiermede wordt, ten einde het ontstaan van moeilijkheden te voorkomen, nu reeds onder de aandacht van belangheb benden gebracht, dat, wanneer tengevolge van ontslag van jeugdig personeel in het koffiehuis- en hotelbedrijf een gebrek aan bekwaam personeel zou ontstaan, vanwege den minister van sociale zaken geen vergun ning zal worden verleend om daarin door aanstelling van buitenlandsche werkkrach teen te voorzien. DE ONTSLAGEN INDISCHE N.S.B.- LEIDER. Minister vraagt inlichtingen. Naar aanleiding van de door het lid der Eerste Kamer den .J^eer Bruineman gestelde vragen in verband met zekere uitlatingen van den organisatie-leider der N.S.B. in Ne der landsch-Indië op een den 18en December 1937 te Batavia gehouden landdag, heeft de minister van koloniën zich om inlichtingen gewend tot den gouverneur-generaal. Na ontvangst van 's landvoogds antwoord zal de minister op dezè aangelegenheid te rugkomen. DIEFSTALLEN TE OUDENBOSCH. Van schoenen en baaltjes bloem. Door mej. M., schoenwinkelierster, wonen de aan de Brugstraat te Oudenbosch, werd Dinsdag by de marechaussee aldaar aangifte gedaan van de vermissing van twee paar schoenen uit de etalage. Naar aanleiding hiervan volgde huiszoeking bij zekeren B. K. aan de Nieuwstraat, waarbij de mare chaussee zoowaar drie paar nieuwe schoe nen aantrof, w.o. ook de vermiste. Het on derzoek werd voortgezet tot op den zolder waar nog een nieuwe ontdekking volgde. Men trof hier n.L aan drie baaltjes bloem, welke afkomstig bleken te zijn van inbraak in het pakhuis van den Boerenbond. Voor K., die in arrest werd gesteld, zat er nu niets anders op dan een bekentenis af te leggen. Hy is gisteren naar Breda overge bracht en aldaar ter beschikking van de justitie gesteld. VER. KON. PAPIERFABRIEKEN. Inkrimping cellulose-bedrijf. Het niet voldoende afnemen van cellu lose, heeft de directie van de Ver. Kon. Pa pierfabrieken te Velsen, genoodzaakt met ingang van 22 dezer, de werktijden in het bedrijf, waar dit product wordt verwerkt, voorloopig voor een tijdvak van drie weken, met een dag per week te verminderen. HOOG WATER OP DE RIVIEREN. Opnieuw stijging te wachten? De peilschalen op Rijn, Waal, IJsel en Maas toonden hedenochtend op enkele kleine stijgingen na, nog tengevolge van afkomstig water overal daling van den waterstand. Daar op den boven-Rijn opnieuw was, en dikwijls nog al aanmerkelijke, heeft plaats gehad, is het te verwachten, dat die was zich over eenige dagen ook weer in ons land zal doen gelden. Mawnheim had hedenmorgen een was van 49 c.m., terwijil het hooger gelegen Kehl-Straatburg zelfs een was van 90 c.m. had. Te Keulen, waar het water gisteren 37 c.m. was gezakt, werd hedenmorgen weer een stijging waargenomen van 2 c.m. Al mocht de stijging zich op den boven- Rijn, naar is te hopen, niet voortzetten, dan is 't toch zeker, dat we hier het afstroo- mende water nog te verwerken krygen, met, althans voor eenige dagen, noodzake lijk gevolg van opnieuw stijging van het waterpeil. DE WERKLOOZENSTEUN. Extra bijslag aan inwonende gezinsleden. De minister van sociale zaken heeft ter kennis van de gemeentebesturen gebracht, dat hy bij zijn circulaire van 16 Septem ber 1937, een regeling had getroffen inzake het verleenen van een extra bijslag aan by ondersteunden en tewerkgestelden inwonen de gezinsleden. Uit een terzake ingesteld on derzoek is den minister gebleken, dat de re geling niet aan de bedoeling, die bij het ontwerp heeft voorgezeten, beantwoordt. De minister heeft daarom besloten de leef tijdsgrens van 21 jaar te wijzigen in 18 jaar en het loon, dat de betrokkene moet hebben verdiend, te stellen op de helft van den steun voor uitgetrokken kostgangers. jjBp „Nu komt de aflossing, ik zal hem een sneeuwbal recht in het gezicht gooien!" KWAJONGENSSTREEK MET ERNSTIGE GEVOLGEN. Vanmorgen om acht uur stonden eenige jongens, die op weg waren naar hun school te Groningen, op het achterbalcon van de Drachter-tram. Toen de tram te Peize eenige oogenblikken stopte, maakte een van hen de buis van de stoomverwarming los en richtte deze op zijn kameraad, de 12- jarige R. M. uit Roden. De jongen liep door den stoom hevige brandwonden aan beide beenen op. Na voorloopig verbonden te zijn is het slachtoffer naar het Academisch Zie kenhuis te Groningen gebracht. Het aangevaren schip gezonken. Lloyds meldt uit Gravesend, dat het Nederlandsche motorschip „Damster- dijk" van de Holland-Amerika Lijn in den vroegen ochtend bij de momding van den Theems in aanvaring is ge weest met een onbekend zeilschip. Laatstgenoemd schip is gezonken. De bemanning wordt vermist. De „Damsterdijk" heeft zich naar het King George Fifth dok begeven. Het is niet bekend, of het Neder landsche schip averij heeft opgeloopen. Bij de directie van de HollandAmerika lijn te Rotterdam was hieromtrent nog geen bericht ontvangen. AUTOMOBILIST VERDRONKEN. Onder de gemeente Kethel te water geraakt. Hedennacht te ongeveer 1 uur, toen de burgemeester van Kethel (Z.H.), mr. J. J. Lips, per auto huiswaarts keerde, kwam hij tot de ontdekking, dat in een langs den weg loopende sloot een perso nenauto lag. De burgemeester riep on middellijk de hulp in van den gemeen teveldwachter Braam, die zich te water begaf teneinde te onderzoeken of zich iemand in de auto bevond. Dit bleek in derdaad het geval te zyn. Men trachtte den bestuurder, die by zyn pogingen om uit den wagen te komen, met een arm tusschen het portier bekneld was ge raakt, te bevrijden. Na korten tijd mocht dit gelukken, doch de inmiddels ter as sistentie ontboden doktoren, dr. Kuy uit Kethel en dr. de Leeuw uit Schiedam, konden slechts den dood constateeren. De verongelukte autobestuurder bleek te zyn de 50-jarige ongehuwde wegen bouwer W. S. uit Kethel, die ter plaatse by een zwager inwoont. „De Vrouw". Het Januari-nummer van het maandblad „De Vrouw" (uitg. Schuyt te Baarn) bevat vele interessante artikelen. 0.m. heeft de bekende schrijfster Amy Groskampten Have eenige pennevruchten aan dit maand blad afgestaan. En van de hand van Diet Kramer lezen we een gevoelig schetstje, „Amsterdamsch Gebeuren" genaamd. Ver der treffen we goed-verzorgde filmrubrie ken aan, evenals goede mode-artikelen en specifiek vrouwennieuws. Het geheel is aardig geïllustreerd en vooral eenige fraaie foto's geven aan het geheel een eigen cachet. Maandblad van de Joodsche invalide. Het heden in vergrooten vorm versche nen nummer van „De Joodsche Invalide", orgaan van de gelijknamige vereeniging te Amsterdam, opent met een artikel van mr. dr. L. E. Visser, vice-president van den Hoogen Raad der Nederlanden, getiteld: „Idealisme en krachtdadigheid". Dr. Visser wijst in deze bijdrage er op, dat aan een kleine 400 invalide geloofsge- nooten binnenkort een tehuis zal kunnen worden aangeboden, dat zy slechts te Am- worden Uw tanden indien U poetst met Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL sterdam en nergens anders ter wereld zul len kunnen vinden en hy vervolgt dan: „Idealisme en krachtdadigheid" zijn twee hefboomen, waarmee men in de wereld veel kan verzetten. Welnu die beide eigenschappen hebben bestuurderen der „Joodsche Invalide" in al die jaren in hooge mate getoond te bezit ten. Aan het slot van zijn artikel wijst dr. Visser op de buitengewone steunactie, wel ke onlangs is ingezet. De heer A. Asscher, lid van de Provin ciale Staten van Noordholland en voorzit ter van het Ned. Isr. Kerkgenootschap te Amsterdam, schreef over een bezoek, dat hy op 'n Vrijdagavond in „de Joodsche In valide" bracht. Uit den aard der zaak wordt ook aandacht gewijd aan de verbouwing: terwijl de sloo- pershamer in het oude geeelte weerklinkt, worden reeds de draagkolommen voor de nieuwe serres en ziekenzaaltjes aan de tuinzijde opgesteld. In dit verband kan nog gemeld worden, dat zeer waarschijnlijk in het begin van de tweede helt van dit jaar het geheele ge bouw voltooid zal zyn. Voorts bevat dit nummer nog het uit voerige geïllustreerde verslag van het 26e vereenigingsjaar. Als aardige bijzonderheid wordt vermeld een mooie prestatie, n.1. de volgende: De blinde mejuffrouw Bep de Leeuw, die sinds vier jaren by de administratie van „De Joodsche Invalide" werkzaam is, heeft onlangs te Rotterdam haar diploma van steno-typiste behaald. Temeer is dit een prestatie, omdat ongeveer 50 van het aantal candidaten voor stenografie moest worden afgewezen. Mej. de Leeuw bereik te by haar examen, dat tien minuten duur de, de snelheid van 130 lettergrepen per minuut. ONZE POSTVLUCHTEN. Hedenmorgen te 7.02 uur is het Indië- vliegtuig PH-ALO Oehoe van Amsterdam naar Indië vertrokken. Gezagvoerder is de heer Tepas. Het vliegtuig vervoert 130 kg. vracht, 467 kg. briefpost en 27 kg. pakket- post. Twee passagiers maken de reis mede van Amsterdam naar Karachi, één Am- sterdagBaghdad, één NapelsCalcutta, één AleandriëBagdad, één Basrah— Karachi en één BangkokPenang. De positie der postvliegtuigen is: uitreis: Wielewaal te Rangoon, Nandoe te Aleran- drië, Pelikaan te Bandoeng; thuisreis: Rei ger te Athene, Emoe te Bangkok. NOODLANDING VAN EEN MILITAIR VLIEGTUIG. Gistermiddag omstreeks half twee heeft het militaire vliegtuig, de Fokkerjager 13, waarin zich behalve de bestuurder, nog een waarnemer bevond, nabij Den Bosch een noodlanding moeten maken wegens het afslaan van den motor. Het vliegtuig kwam terecht in een drassig weiland tusschen het Hinthamerpark en den spoordijk naar Nijmegen, waarbij de rechtervleugel den grond raakte, het toe stel een slag om ging en tenslotte met den neus in den grond en de staart in de lucht bleef liggen. De vlieger Fokma en de waarnemer, die slechts eenige blauwe plekken opliepen, konden het toestel ver laten en Soesterberg van het gebeurde op de hoogte stellen. Het toestel kreeg lichte schade aan den motor en de propeller. Het zal worden gedemonteerd. MASSA-VLUCHT NAAR HAWAÏ. De Amerikaansche marine-autoriteiten deelen mede, dat 18 vliegtuigen, die aan de manoeuvres deelnemen, over het vlieg tuigschip „Langley" halverwege tusschen San Diego en Hawai zijn gevlogen. De weersomstandigheden waren gunstig. Later zijn zy te Pearl Harbour op Hono- loeloe aangekomen. Zij hebben 20 uur en 22 minuten noodig gehad om den tocht te maken. Uit het Amerikaansch door 0 HERMAN ANTONSEN. 6) Het was geen geschikt oogenblik voor dergelijke beschouwingen. „Ja, ja, maar er moet in elk geval toch iets gedaan worden?" M „Als we een herhaling van hebene kunnen krijgen, dat Gans in de ha op het oogenblik, dat hij vermoord werd dan kunnen we, dunkt me, in eind aan de zaak maken. U hebt me n g niet verteld, waar uw plaatsvervangen marconist is". jp „Dien hebben we niet",- antwoordde de kapitein. Daar hing die mist weer om hem heen, die al voortdurend het geval z0° ond°°aj zichtelijk en onverklaarbaar voor hem naa gemaakt. Valcour voelde zich als verhiin Hij had zooveel noodig: al de hu Pm' delen, die hem, was hy aan land door de politie zouden geboden zyn. kundigen, instrumenten, rapporten en ge schoolde hulpkrachten. ..Dan is de verbinding met den wal aus heelemaal afgesneden!" zei hij somber. „Ja, dat is zoo, Valcour". „Maar met passeerende schepen kun nen we toch wel met internationale vlag- signalen in verbinding komen, niet waar?" „Dat is heel erg omslachtig. Maar ik meen, dat mijnheer Swithers wel seinen kan". „Misschien kan hy dan ook wel draad loos seinen. Als hij vlagsignalen kent, dan is hy denkelijk ook wel op de hoogte met het morse-stelsel, als hy tenminste eenig idee van een draadloos toestel heeft". „Ik zal het hem dadelijk vragen", zei kapitein Sohme. „Maar als hy 't nu eens niet kan?" „Dan hebben we mevrouw Poole nog". „Maar kan dat krankzinnige bericht mis schien geen waarde voor haar ook heb ben?" Valcour keek heel ernstig. „Dan krijgen we nog meer last", zei hij. HOOFDSTUK V. 33 0 53 Noorderbreedte. 64 39 Westerlengte. Na het vertrek van den kapitein bleef Valcour bij de deur van de hut staan. Na denkend keek hij de hel verlichte hut rond. Zyn redeneering was doodeenvoudig: de man, die Gans vermoord had, had dit ge daan om 't bericht te vernietigen, dat de ze op het punt stond te bezorgen. Daar was hy zeker van overtuigd. En het was heel waarschijnlijk, dat die man op een of an dere manier erachter gekomen was, wat dat bericht bevatte en begrepen had, dat het voor hem nadeelig was. Op het on verlichte sloependek had hij dat bericht niet kunnen lezen. Dus was het wel het meest logisch, dat hy het gelezen had in de radio-hut zelf. Gans zou 't hem wel niet uit zichzelf ter lezing overgegeven heb ben. Denkelijk had hij het dus gelezen, ter wijl Gans het aan het opnemen was. Dan moest hij dus gestaan hebben naast den draaistoel voor het toestel. Valcour keek naar de plek. Hij ging erheen en onderzocht nauwkeurig de op pervlakte van de tafel. Het speet hem, dat hij geen materiaal bij zich had om na te gaan, of er zich vingerafdrukken op het tafelblad bevonden. Op tafel stond een fleschje half met rooden inkt gevuld. Het etiket was rood gevlekt. Het had er veel van weg, alsof het fleschje was omgevallen, bevlekt door den inkt en daarna schoongeveegd. Val cour nam het fleschje op en bevoelde het etiket. Het was nog eenigszins voch tig. Toen hij met zijn vinger over het eti ket wreef, bleef er een lichtroode vlek op zijn vinger achter. Hij zette het fleschje weer op tafel en bekeek deze aandachtig. Een deel van het blad scheen kort geleden afgeveegd te zijn. Misschien was het flesch je daar omgestooten. In een prullenmand onder de tafel vond hy tallooze verkreu kelde snippers papier, maar geen met inkt bevlekt lapje of zakdoek. Nergens in de mand was eenig rood vlekje of spatje te zien. Hij deed de kurk voorzichtig op het fleschje, wikkelde het in een stuk papier en stak het in zijn zak. Hij stond met zyn rug naar de deur. Hy schrok niet, toen hy een stem achter zich hoorde zeggen: „Bent u aan het zoeken naar sporen van de mis daad, mijnheer?" Het was een zachte stem met heel even een zuidelijk accent. Valcour keerde zioh om. „Jawel, mijnheer Dumarque", ant woordde hy rustig. Mijnheer Dumarque, die opvallend smalle en hooge hakken droeg, en zwart zijden sokken, die tusschen zyn grijze golfbroek en schoenen uitkwamen, stond onbewege lijk op den drempel. Mijnheer Dumarque glimlachte heel even. „Ik heb altijd veel belang in gepleegde misdaden gesteld", zei hij, „vooral wanneer ze buitenissig zyn". Valcour beantwoordde zyn glimlach. „Maar deze heeft niets buitenissigs, mijnheer Dumarque. Ik denk, dat die arme drommel doodgewoon gewurgd is". Mijnheer Dumarqque deed alsof hy zucht te. „Ja, dat heb ik er ook uit begrepen. Maar in de omstandigheden van den moord ligt toch wel iets heel vreemds". „U bedoelt zeker meer de omgeving, waarin hy gepleegd is, meer dan de zake lijke bijzonderheden?" „Ja". Mijnheer Dumarque keek met sla perige oogen het dek over. „Mevrouw Poole is heel eigenaardig. Die jonge, don- keroogige, bijna mooie meneer Force is ook een eigenaardige. En ik", besloot hy, een door Valcour aangeboden sigaretten aannemend, „ben ook nog al buitennissig". Boven zijn aangestoken lucifer bleef Valcour glimlachen. „Waarom haalt u er den jongen Force bij in?" vroeg hy. „Hebt u wel eens op zyn handen ge let?" „Niet speciaal". „Oh... Eèns zal het u ook wel opval len". „Hebt u mijnheer Force misschien vroe ger al eens ontmoet? Vóór dit reisje?" Mynheer Dumaruqe blies sierlijk een dun rookwolkje uit. „Integendeel, ik heb het genoegen of het verdriet niet gehad, zooals u het noe men wilt, iemand van de passagiers aan boord al eerder te ontmoeten. Ik ben niet alleen was buitennissig, maar bovendien erg teruggetrokken en meng me niet gauw in gezelschap. Ik ben bang geworden voor het ontaarden van toevallige kennisma kingen in vriendschappelijke verhoudin gen". Mijnheer Dumarque inhaleerde heel diep. „Zooiets als vriendschap moest eigen lijk niet bestaan, mijnheer Valcour. Het is eigenlijk niet anders dan een soort aaneen- koppeling van ondragelijk vervelende lui, waarvan de maatschappij beu is geworden". „Ik voel wel wat voor uw beschouwing", zei Valcour. „Als je denkt asm Damy en Pythias en dergelijke klassieke..." „Toe, laten we dat niet doen", zei mijn heer Dumarque, zyn oogen ten hemel slaande. „Je durft er niet aan denken, wat die in het eerste half jaar elkaar eigen lijk te vertellen hebben gehad. U hebt, naar het schijnt, niet al te veel op met an tieke cultuur, mijnheer Valcour". „Neen, dat is het niet; de kwestie is, dat ik al mijn illusies kwijtgeraakt ben". „Och illusies zei Dumarque en streek even langs zijn lippen met de top pen van zijn uiterst verzorgde vingers. „Ik zou op slag duizend pond willen geven, om maar één enkele kleine illusie te bezitten". (Wordt vervclgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 7