FLITSEN VAN HET WITTE DOEK.
Hl F= JELEV1S1E
WALT DISNEY'S
- „SNEEUWWITJE".
Z]
4
MEER OVERBRENGINGS- DAN
UITDRUKKINGSMIDDEL
TECHNISCHE MOEILIJKHEDEN.
MODE-CODE.
SONJA en SHIRLEY
in één film.
ONZE BIOSCOPEN.
Toen de radio haar intrede deed en op
een gegeven oogenblik van jaar tot jaar
het aantal luisteraars snel toenam, heette
dat het einde van de concertmuziek. Men
bleef nu immers thuis om daar (en nog
wel voor niets) de beste uitvoeringen te
hooren. En toen de film steeds grooter
massa's naar de bioscoop lokte, vertelde
men elkaar, dat het nu mot het tooneel-
leven snel gedaan zou zijn. Iets is er van
dergelijke voorspellingen altijd uitgeko
men: de podiummuziek heeft het niet
gemakkelijk en de tooneelwereld staat er
nog veel slechter voor, maar beide leven
ze nog en er zijn redenen genoeg om aan
te nemen dat de moeilijkheden van dezen
tyd slechts een impasse zijn, wellicht een
overgang naar een nieuwen tijd, waarin
andere eischen aan beide kunstvormen
zullen worden gesteld.
De televisie, die op het oogenblik aan
zienlijke vorderingen maakt, wordt nu
door menigeen aangezien voor een zware
concurrent voor de film, waarvan men
zelfs vreest, dat ze op den duur de film
sterk zal verdringen.
Dat de film het t o o n e e 1 niet ver
dringt wordt duidelijk naarmate de films
beter filmischer worden. Tooneel
en film hebben beide eigen eischen en wat
op het tooneel mogelijk is kan niet in een
film, en omgekeerd. Dat men tot een val-
sche conclusie is gekomen lag niet aan het
tooneel, dat ten achter bleef bij de film,
maar aan de film, die haar eigen wetten
niet wilde erkennen en haar vormgeving
regelrecht leende bij het tooneel. Nu de
filmmakers gelukkig wat meer gaan in
zien, dat gefilmd tooneel uit den booze is,
blijkt de groote afstand, welke er tusschen
de verschijningen op de planken en die
op het witte doek bestaat, en daaruit moet
het recht op voortbestaan van het tooneel
(zoo men er ooit aan had getwijfeld
blijken.
Het is nu niet noodig verder in te gaan
op de diepgaande verschillen tusschen de
beide kunsten, evenmin als het veel be
toog behoeft, dat de podiummuziek in
geenen deele is verdrongen door de radio.
Wel is het waar, dat duizenden door de
radio kennis hebben gemaakt met een
muziekleven, waarvan ze anders nooit
zouden hebben gehoord, maar niet waar
is, dat al die duizenden wanneer er nu
geen radio had bestaan, naar concerten en
uitvoeringen waren gegaan. En evenmin
is gebleken, dat de ware muziekliefheb
bers thuis aan hun luidspreker blijven en
de concertzaal leeg laten. Niet alleen zijn
voor iemand met een fijn muzikaal ge
hoor de (technische) onvolmaaktheden
van de radio op den duur onoverkomelijk,
maar bovendien vindt hij thuis als regel
niet de sfeer, die hem het meest inten
sieve genot mogelijk maakt. Wie naar een
concert gaat komt in een omgeving,
waarin alles toegespitst is op het hooren
der muziek en dat is onze huiskamer niet.
Het karakter van alle radio-uitzendingen
draagt daar dan ook het stempel van: ze
blijven aan de oppervlakte: een enkel
klassiek concert, veel populaire muziek
waar men met een half oor naar luistert,
korte lezingen, een reportage hier, een
half uurtje daar. Het zou ook niet anders
kunnen, bij een zoo duizendkoppig pu
bliek.
Televisie beoogt het brengen van een on
middellijke visueele weeragve van iets, dat
op verren afstand gebeurt. Weliswaar zijn er
uitzendngen waarin het karakter van het
onmiddellijke wegvalt, doordat men de
gebeeurtenissen eerst op een film opneemt,
maar men kan daaraan ongeveer eenzelfde
beteekenis toekennen als aan gramofoon-
platenconcerten door de radio (die sterk in
de minderheid zijn). En zoo schijnbaar lijkt
televisie erg veel op film. Technische moei
lijkheden buiten beschouwing gelaten na
tuurlijk. Een televisiescherm is maar enkele
decimeters hoog en breed (21 «bij 26), doch
later zal er wel iets op gevonden worden
om ze grooter te maken; kleur ontbreekt
nog, maar waarschijnlijk vindt men dat op
den duur ook wel. Het verschil ligt echter
in de onmiddellijke weergave. Wanneer een
filmregisseur een film maakt, kan hij alles
wat hem belieft naar eigen inzicht regelen
en wanneer zijn opnamen klaar zijn kan hij
ze monteeren, verlengen, bekorten, er nog
eens iets tusschen voegen of uithalen, precies
zooals h(j wil. De televisieman kan dat niet.
Hij kaïn wel veel voorbereiden, maar wan
neer de uitzending begint moet de zaak
loopen en vlot en gaan de beelden on
verbiddelijk naar de luisteraars-kijkers zoo
als ze op dat oogenblik uitvallen. En als een
scène afgesloten is kan er niet later een
aardig intermezzo worden tusschengelascht.
Dit wat betreft opvoeringen in de studio.
Bij reportages wordt het nog moeilijker; de
journaaloperatuur kiest uit zijn vele op
namen van 'n voetbalwedstrijd de meest be
langwekkende dingen; de televisie-opera
teur is gedwongen zijn publiek die dingen
te geven waarop nu juist zijn camera is ge
richt of ze interessant zijn of niet. Detail
opnamen, waardoor een bepaald beeld, dat
voor de behandeling van de opvoering van
bizonder belang is, even extra naar voren
kan worden gehaald, zijn lang niet in die
Shirley Ross, de Paramount-actrice, die
wij binnenkort zien zullen in de nieuwe
„Big Broadcast" en in „Blossoms on
Broadway", draagt hier een charmant
avond-toilet van witte tulle, waarop
bloemen van crêpe satin met zilverbor
duursel zyn vastgehecht. De hoog opge
knipte rok volgt de lijn van het figuur, en
is aSn den hals afgezet met een gerimpel
de strook, evenals de mantel, waarvan de
wijde mouwen aan de pols nauw gesloten
zijn met zilveren treksluiting. Een randje
van vossenbont voltooit de fraaie robe.
Zarah Leander, wier film Verbannen"
wij binnenkort zullen bespreken.
Shirley Ross.
mate mogelijk als by de film. Kortom: de
expressiemogelijkheden, die in de camera
zelf schuilen, de typisch filmische macht om
alleen door de „manier vay kijken" der
camera iets uit te beelden zullen niet moge
lijk zijn. Tevisie zal zich moeten beperken
tot het geven van een veel meer globalen
indruk. Ze zal waarschijnlijk zelden uit
drukkingsmiddel en als regel overbrengings
middel zonder meer zijn, evenals haar zuster
de radio. Niemand heeft er nog aan gedacht
van radio-kunst te spreken (ook al heeft die
in de geluidenmengeling van een hoorspel
bijvoorbeeld wel eigen expressiemogelyk-
heden) en hetzelfde kan van de televisie
worden verwacht.
Wanneer men een toekomstig televisie
programma bekijkt, zal daar dan ook waar
schijnlijk veel reportage op staan; uitzen
dingen van sportwedstrijden, officieele
plechtigheden, bijeenkomsten en andere in
teressante zaken. Daarnevens studio-uitzen
dingen van cabaretnummers, „televisie
spelen" en soortgelijke zaken en tenslotte
uitzending van korte films gedeeltelijk
door de uitzendmaatsehappijen zelf opge
nomen en enkele speelfilms misschien. Dat
er hoofdzakelijk films zouden worden uit
gezonden lijkt niet waarschijnlijk. In de
egrste plaats om soortgelijke redenen als
voor den muziekliefhebber golden ten aan
zien van de radio, waarbij dan de factor
„sfeer" nog wel zeer nadrukkelijk geldt,
want de groote bekoring van een gang naar
de bioscoap schuilt juist in het verlaten van
de dagelyksche sfeer en het komen in een
entourage waar men ook werkelijk „uit" is
en men geneigd is de vertoonde dingen met
andere oogen te beschouwen dan thuis en
waar men zich sneller onder de suggestie
ervan laat brengen. Dat laatste wordt nog
versterkt door de werking die er uit gaat
van het publiek dat wil zeggen de onmis
kenbaar stimuleerende invloed van het ge-
zamelijk, met zooveel honderden menschen,
beleven van het drama op het doek. Wie een
film eens critisch bekijkt, zal merken, dat
den spelers meer dan eens gezegden in den
mond worden gelegd, die eigenlijk niet an
ders zijn dan wat tooneelspelers spelen op
de zaal noemen en dergelijke dingen kan
men in zyn huiskamer in negen van de tien
gevallen flauw vinden, maar in een groot
gezelschap zullen ze de stemming helpen
verhoogen.
De algemeene indruk, die men op 't
oogenblik van de televisieuitzendingen
krijgt, is, dat men technisch al wel een heel
eind gevorderd is, doch nog niet zoover, dat
men een groot gebied van uitzendingsmoge
lijkheden bestrijkt. Wanneer de camera's
echter eens zoover zijn, dat men ze even
gemakkelijk neerzet als een microfoon, dan
moeten er toch dingen genoeg zyn, die, de
belangstelling waard zijn. Filmisch zal een
televisieprogramma echter niet zijn, men zal
van de televisie de eigen mogelijkheden
moeten leeren ontdekken en hoe weinig
er overigens ook van te zeggen valt die
zullen niet dezelfde zijn als die van de film
camera. Film zal zijn waarde hebben als
tusschenmiddel en als bewaarplaats gelijk
nu de gramofoon.
Hoe groote de populariteit van Sonja
Henie, de gracieuse blonde wereldkam
pioene in het schaatsenrijden is, nu ze als
filmactrice voor 20th Century Fox optreedt
kan men misschien nog het beste afmeten
aan de bedragen die haar film opbrengen.
Toen ze haar contract met Fox teekend e
werd haar het bedrag van 48.000 beloofd
voor haar optreden als kunstrijdster, terwijl
haar acteeren nog eens met 16.000 extra
werd betaald dat is te zeggen per film.
Toen maakte ze haar eerste film „One
in a million" (een meisje uit duizenden)
en die bracht rond 1.8Ö0.000 op. Haar.
tweede werk „Thlin ice" bracht tot nu toe in
Amerika 3.200.000 op en het is niet onmo
gelijk, dat de opbrengst over de heele
wereld gerekend 4.800.000 zal bereiken.
En daarmee heeft Sonja zelfs de bedragen
die de films van Shirley Temple opbrachten
overtroffen voorwaar een prestatie voor
iemand, die in vergelijking met den staat
van dienst van Shirley nog maar een be
ginnelinge is.
En nu gaat er in Hollwood het gerucht,
dat Sonja in haar vry'en tijd schaatslessen
aan Shirley geeft en dat het de bedoeling
is, dat het tweetal samen in één film jA
optreden
--r
Beoefenaars vani statistiek, die zich
graag verliezen in abstracties, hebben een
nieuw onderwerp om zich in te verdiepen,
nu Walt Disney's „Sneeuwwitje en de
Zeven Dwergen", de eerste geteekende
hoofdfilm, haar voltooiing nadert.
Disney's technici hebben uitgerekend,
dat indien Walt Disney de geheele produc
tie zelf had willen teekenen, hy hier 230
jaar voor noodig zou hebben. De film zelf
bestaat uit meer dan 250.000 teekeningen,
opgezet en uitgewerkt door 570 artisten,
die er sinds 1934 aan werken. Met de
voorloopige schetsen en duplicaten meege
rekend, zyn er op z'n minst 2.000.000
teekeningen gemaakt. Anedere ver bazin#*
wekkende feiten zyn:
384.000 M. celluloid film zyn er ge
bruikt en het teekenpapier zou 1.028.600
M. beslaan. Meer dan 8700 M. potioodstif
en genoeg kleurstof om 22 vila's met I
kamers in de verf te zetten zijn ia de*
onderneming verbruikt.
RKO Radio heeft de Hollywood pr®*
mière van „Sneeuwwitje" in het begi®
van dit jaar vastgesteld. Direct daarna wl
de film in Europa te zien zyn.
GRAVIN ALEXANDRA.
City-Theater.
Er bestond gisteravond voor de eerste
vertooning alhier van Mariene Dietrich's
nieuwe film veel belangstelling. En dat
verdiende „Gravin Alexandra" ook. Want
dit werk was van het begin tot het einde
uitermate boeiend en de felle spanning
week geen oogenblik. Een klein gedeelte
speelt in het Rusland van ongeveer 1913,
de rest tijdens de revolutie. De twee be
langrijke hoofdfiguren zijn Gravin Alex
andra, de ministersdochter en John Fo-
theringill, Engelsch dagblad-correspon
dent in Rusland, die later in geheimen
Engelschen dienst overgaat.
Men verdenkt hem betrokken te zijn bij
een bomaanslag en verbanning naar Si
berië volgt. De revolutie echter brengt
hem naar Rusland terug en by het roode
leger maakt hy voor het eerst kennis met
Alexandra, als haar kasteel wordt ver
woest en zij zelf gevangen genomen. Fo-
theringill, die den naam Ouranow heeft
aangenomen, krijgt de opdracht de gravin
naar Petrograd te brengen. Het eene
avontuur volgt dan op het andere. Nu
eens is rood, dan weer wit de winnende
partij en steeds komen Alexandra en haar
redder, die niet meer buiten elkaar kun
nen, in de grootste moeilijkheden, om ten
slotte toch de vrijheid te verkrijgen.
De opnamen zijn ten zeerste geslaagd
en men gelooft reeds vanaf 't begin alles
in werkelijkheid mede te maken. Boven
dien wordt de film sterk gespeeld. Mar
iene Dietrich was buitengewoon op dreef.
Als gravin en als vluchtelinge was haar
spel vol aangrijpende momenten. Robert
Donat was een uitnemende partner en van
de kleinere rollen noemen wij in het bij
zonder John Clemens, die van den zich
zelf opofferenden volkscommissaris een
uitbeelding gaf, die men niet licht zal
vergeten.
De vele bewonderaars van Mariene Die
trich zullen met veel genoegen deze bij
zonder boeiende film zien.
Een drietal belangwekkende journaals:
Polygoon, Éclair en Fox Movietone gingen
ditmaal aan het hoofdnummer vooraf.
EEN VROUW KWAM
Bioscoop-Theater Harmonie.
Een zeer boeiende en interessante Fran-
sche film, vervaardigd onder leiding van
Julien Duvivier vraagt thans in het theater
Harmonie uw aandacht ,n.L het filmwerk:
Een vrouw kwam (Fransche titel Pépé
le Moko). Evenals verschillende andere
Fransche films brengt ook deze den toe
schouwer naar het Fransche gebied in
Noord-Afrika. In Algiers is een bepaald
stadsgedeelte, dat alleen onder politiegelei-
de door vreemdelingen kan bezocht worden.
Een echt stuk onderwereld. In de nauwe
straatjes en steegjes tiert de misdaad welig
en treft men ook tal van internationale mis
dadigers aan, die daar vry veilig zijn. Maar
de politie wacht in bijzondere gevallen ge
duldig tot de schuldige zich buiten de
Kashba (het beruchte stadsgedeelte) waagt
en dan slaat zy haar slag.
Een bekend Parijsch booswicht, Pépé le
Moko geheeten, heeft ook in de Kashba een
toevlucht gezocht en twee jaar reeds heeft
hy er geleefd. De politie, die ijverig jacht
op hem maakte, heeft hem echter nog niet
te pakken kunnen krijgen. De Parysche
recherche komt helpen, maar vruchteloos.
Toch zal ook Pépé het ongeluk niet ontloo-
pen. En dat komt in de Kashba in de per
soon van de schoone vreemdelinge Gaby,
die met een gezelschap de beruchte wijk be
zocht en door Pepé uit een moeilijke situatie
wordt gered. Pépé kan deze vrouw niet ver
geten en waagt zich ten slotte buiten zyn
gebied om Gaby nog éénmaal te zien. Maar
een jaloersche vrouw waarschuwt de politie
en als Pépé het schip nastsfart, waarop de
mooie vrouw Algiers verlaat, wordt de
groote misdadiger gevangen genomen. Een
vrouw, altijd een vrouw.
Jean Gabin is voortreffelijk in de hoofd
rol, maar ook Miréille Balin zal de bezoe
kers weten te treffen als Gaby. Verder een
uitstekende bezetting en een aaneenschake
ling van boeiende tafreelen. Een bijzondere
film.
Een gevariëerd voorprogramma vormt de
inleiding tot de Fransche hoofdfilm.
BROADWAY-MELODY 1938.
Victoria-theater.
Met Robert Taylor en Eleanor Powell in
de hoofdrollen is deze show-film een der
aardigste Broadway-films, welke wy tot dus
ver zagen. Revue, zang en dans, dat is het
natuurlijk, wat ook hier weer op den
voorgrond treedt, maar daarnaast is er in
allerlei vermakelijke en vaak spannende
scènes een historie van liefde en tegenslag,
welke de beide hoofdfiguren ten slotte tot
een allen bevredigend einde weten te bren
gen.
Ook hier weer een revue, die op het punt
staat haar première te beleven als de man,
die het geld fourneert zich door een vrouw
laat beïnvloeden en zich op het laatste mo
ment terugtrekt. Ook hier dus weer een
wanhopige jongeman, die al zijn illusies ver
loren ziet gaan, maar op het laatste oogen
blik gered wordt door de jonge vrouw, die
hy hooger schatte dan roem en geld welke
de revue hem had kunnen brengen.
Daar is het paard Sterrenkijker, dat in
deze alleraardigste film zoo'n groote rol
speelt en dat in den grooten wedstrijd den
prijs wint, welke het mogelijk maakt de
revue nog te voltooien.
En tenslotte is er dan natuurlijk de revue
zelf, die naast een schat van toiletten en dé
cors een verzameling buitengewoon goede
artisten brengt en daaronder de vrouwelijke
hoofdpersoon, die zich ontpopt als een dan
seres van meer dan gewone beteekenis. Ook
deze Broadway-film zal weer eed groot en
dankbaar publiek trekken. Kosten noch
moeite zyn gespaard om er iets goeds van te
maken.
Vooraf gaat een zeer uitgebreide serie ac
tueel nieuws uit binnen- en buitenland in
beweegbaar geïllustreerden vorm, een één-
acter waarin de bekende kindergroep voor
een vermakelijke vertooning zorgt en een
kleurfilm waarin het Amerikaansche rots
gebergte op het doek gebracht wordt
„DE CHARGE VAN DE LICHTE BRIGADE".
Roxy-theater*
Een van de weinige films, die in het af*
geloopen jaar over heel de wereld een on
gekend succes heeft weten te behalen, is d®
film „De charge van de Lichte Brigade
waarvan deze week in Roxy een repro#
wordt gegeven. Een ieder, die de film
zien heeft, zal erkennen, dat zulk een ro*
prent in geen jaren vertoond is en dat me»
slechts zelden in staat gesteld wordt, zoo
iets te gaan zien.
Wat hier op regie-gebied is
grenst waarlijk aan het ongelooflijke
bovendien is er van een ruitersport te be e
ven als men nergens ziet. Door deze
den-épos is uiteraard een liefdesdraad g®~
weven, doch ze is geenszins domineerend.®
gaat in deze film om de ongelooflijke
dendaden, uitgevoerd door den knaPP®
acteur Errol Flynn, die hier wel tot
toppunt van zyn prestaties geraakt.
In verband met de groote lengte
film, is het voorprogramma kort. De'\at
niettemin is het goed. Want niet alleen,
het Hollandsch actueel en bijzonder
teressant is, ook het buitenlandsch nie
mag er zyn. hfit
De beschieting van de „Panay" i# wel
meest boeiende uit dit voorprogramma-
Het geheel dus deze week van een
zonder gehalte.