Nederland en Indië's weermacht.
Jladiopcoqtamma
JeuUleton
Kou - griep - pijn.
ET SCHIP DER
VERSCHRIKKING
Binnenland
Geen concentratie van de vloot in Indië.
MILITAIREN EN POLITIEK.
Vrijstelling examen
handelskennis.
Uit h*t Amerikaonach door
HERMAN ANTONSEN.
,lgd)-
TWEEDE BLAD.
In de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag der Eerste Kamer nopens het
wetsontwerp tot vaststelling van de defen-
siebegrooting 1938 zegt de minister o.m., dat
niemand kan verzekeren, dat met het toe
staan van de gevraagde middelen ter ver
sterking van de weermacht een absolute
waarborg voor de veiligheid des lands wordt
verkregen. Die waarborg kan ook bij de
grootste krachtsinspanning niet worden ge
geven. Maar wel kan worden gevormd een
goed geoefende, goed aangevoerde en goed
uitgeruste zij het ook relatief kleine
weermacht, die sterke preventieve werking
heeft en in staat is, zoo noodig, een krach
tige verdediging te voeren.
Dat alles vraagt groote offers, echter niet
gaande, naar het oordeel der regeering, bo
ven de draagkracht van het land.
Ook de regeering betreurt, dat de behar
tiging van andere volksbelangen moeten
achterstaan. Als de handhaving van ons on
afhankelijk volksbestaan niet primair wordt
geacht, dan verliest de principieele aanvaar
ding van de landsverdediging door de S.D.
A.P., waarover de regeering zich overigens
verheugt, veel van haar beteekenis. Dan
toch is het practisch effect, dat niet of
slechts ten deele wordt medegewerkt aan de
plannen der regeering: het principe wordt
verkondigd maar de toepassing blijft geheel
of goeddeels achterwege.
De kustverdediging.
Met de meening van verscheiden leden,
betreffende de verdediging van Indië en van
de Nederlandsche kust, kan de regeering
niet instemmen. Met een passieve kustver
dediging voor Nederland kan reeds daarom
niet worden volstaan, omdat zowel de bur
gerbevolking als de weermacht in een
situatie waarbij ons grondgebied daadwer
kelijk is geschonden van een in stand
houden van den aanvoer over zee van
levensmiddelen en oorlogsbenoodigheden af
hankelijk is en deze aanvoer een zekere
mate van bescherming zal behoeven ook al
zouden eventueele bondgenooten de zee be-
heerschen. Doch ook afgescheiden hiervan
zou een deel van onze zeegaande vloot in
Nederland gestationneerd moeten zijn, om
dat hier r.u eenmaal de eerste opleiding van
het benoodigde personeel van de vloot in
Indië moet plaats hebben en omdat ook na
de indienststelling van schepen een perio
diek contact met de Europeesche industrie
op zijn minst zeer gewenscht is, in verband
met beproevingen, moderniseeringen enz.
Ten slotte zijn ook in Europa maritieme be
langen te behartigen zooals de convooidienst
in de Straat van Gibraltar weer bewijst.
Een passieve verdediging, zou bovendien
meebrengen, dat wel is waar de toegangen
doro de zeegaten naar het hart des lands
door mijnversperringen zouden worden af
gesloten, maar dat b.v. beschietingen, van
voor de verdediging belangrijke objecten
aan de Noordzeekust, veelal ongehinderd
zouden moeten worden ondergaan.
De door deze leden bepleite „consequente
concentratie van de zeemacht in Indië", zou
bepaald ondoelmatiger zijn dan de dislo
catie, zooals de regeering zich voorstelt en
bovendien in totaal meer geldelijke offers
kosten.
Motoriseering
De motoriseering zal zich niet beperken
tot het korps rijdende artillerie. Er is al
reeds een zeer groot aantal onderdeelen ge
motoriseerd, in het bijzonder het overgroote
deel der treinen, de luchtdoelartillerie en de
devisiegroepsartillerie, terwijl ook bij de
nieuw te vormen onderdeelen, waarmede de
genoemde artillerie zal worden toegepast.
De meening, dat een moderniseering van de
weermacht eischt, dat ook de divisie-artil
lerie wordt gemotoriseerd, is voor bestrij
ding vatbaar. Men meene b.v. niet, dat
motoriseering van artillerie uitsluitend voor
deden biedt en nog minder, dat gemotori
seerde artillerie noodwendig goedkooper
moet zyn dan artillerie met paardentrek-
kr .cht. Nochthans is het niet buitengesloten,
dat in de toekomst motoriseering van (een
deel) der divisie-artillerie zal worden
overwogen. Voorshands ligt echter een zoo
danige reorganisatie niet in het voornemen.
Dat het stelsel der zelfstandigheidspoli-
tiek gevaarlijker zou zijn, dan in het intre
den in een partieel verbond, vermag de
minister niet in te zien, integendeel. En dat
het de oplossing van het defensieprobleem
in militair opzicht zou bemoeilijken, is even
min te aanvaarden.
De verdediging van Ned.-Indic
Inderdaad beteekent hetgeen ten aanzien
van de marine wordt voorgesteld, in hoofd
zaak het afwerken van het vlootplan- 1930
met dien verstande, dvt een bemande reserve
in de plaats zal treden van een onbemande
reserve.
De regeering erkent, dat het totaal der
zeestrijdkrachten zeer sober is gehouden,
r..aar zij had ernstig rekening te houden met
de financieele mogelijkheden. Dat de voor
stellen uit dien hoofde beperkt zijn geble
ven, mag niet leiden tot de conclusie, dat
hetgeen, na uitvoering van het aanbouw-
programma, verl:regei zal worden, niet zou
zijn een scheepsmacht, geschikt voor de
maritieme defensie en voor een eventueelen
aanvaller een belangrijk risico scheppend.
Het bouwen van een kruiser in plaats van
een tweeten flottieljeleider werd met het
oog op de belangrijke vermeerdering van
kosten nagelaten, waarbij komt, dat de
tweede flottieljeleider, waarvsn het ontwerp
geheel gelijk is aan dat van den eersten,
mede daardoor in belangrijk korten tijd zal
kunnen worden gebouwd dan een kruiser.
De derde kruiser zal in Nederland zijn
station hebben, aangezien het schip noodig
zal zijn voor opleidingsdoeleinden en alge-
meenen dienst. De regeering is van mee-
r.ing, dat, in gevallen van ernstige span
ning, het schip beter na een drietal weken
met geoefende bemanning in de Indische
wateren kan aankomen, dan dat het zonder
bemanning in Indië zou worden opgelegd. In
het laatste geval toch zou een niet-inge-
varen bemanning uit Nederland moeten wor
den uitgezonden, daar het in Indië bemand
in dienst hebben van 3 kruisers buiten het
overige materiaal voorshands uit personeels-
oogpunt niet mogelijk is.
Betreffende de ooor eenige leden gedane
vraag aangaande het inheemsche element
bij de marine in Indië kan worden mede
gedeeld, dat de verhouding op 1 Januari
1938 tusschen Europeesch en inheemsch per
soneel was 64 36. Bij doorvoering van de
gedachte personeelsorganisatie zal deze wor
den 79:21.
Luchtdoel -artillerie.
Uiteraard is de sterkte aan officieren en
onderofficieren van het tegenwoordige korps
luchtdoelartillerie niet voldoende om daar
mede een brigade-staf en twee regimenten
te encadreeren. Vandaar dat de minister
maatregelen heeft genomen om door tijdige
overplaatsing van officieren en onderoffi
cieren van andere onderdeelen van het wa
pen der artillerie, door uitgebreide aan
neming en opleiding van dienstplichtige
onderofficieren-capitulant en door tijdelijke
vrijwillige indienststelling van reserve-
offici3ren van het korps luchtdoelartillerie
in de behoeften te voorzien. Dank zij de
reeds getroffen voorbereidende maatregelen
behoeft er geen vrees te bestaan, dat de
nieuw op te richten onderdeelen van de
luchtdoelartillerie niet kunnen worden ge
ëncadreerd.
Militairen en de politiek.
Naar aanleiding van den door vele leden
uitgesproken wensch, dat de militairen zich
bulten de sfeer van de politiek zullen hou
den omdat zulks nimmer aan de populari
teit van de weermacht ten goede zal kunnen
komen, vestigt de minister er de aandacht
op, dat in deze onderscheiding gewenscht is.
Eenerzijds kan aan de militairen niet wor
den ontzegd staatkundig mede te leven,
anderzijds zullen zij zich zelfbeperking heb
ben op te leggen op het terrein van den
politièken strijd en er voor hebben te waken,
dat niet de politieke tegenstellingen de een-
Onder alle goede middelen die er bestaan
om kou, griep en pijnen te verdrijven,
blijken toch de „Mijnhardtjes" het best te
voldoen, daar zij niet alleen véél gunstiger
maar ook véél sneller werken.
„Mijnhardtjes zijn geen ronde, maar hartvormige
cachets en zijn verkrijgbaar bij Apothekers en
Drogisten. 12 stuks 50 ct. Proefdoosje 2 st. 10 ct
heid in de krijgsmacht en de verbondenheid
van volk en krijgsmacht zouden schaden.
Het ligt niet in het voornemen, den over
gang van onderofficieren naar het officiers
korps mogelijk te maken, omdat het door de
onderofficieren genoten schoolonderwijs in
hret algemeen niet voldoende waarborgen
biedt, dat de opleiding tot officier met
vrucht kan worden gevolgd.
Werkkamp dienstweigeraars.
Indien men de overeen brenging van de
dienstweigeraars naar een werkkamp wil
beschouwen als een achteruitgang in hun
positie, dan wordt deze hierdoor gemoti
veerd, dat het gewenscht is een einde te
maken aan de bevoorrechte positie, welke
de dienstweigeraars tot dusver, in verge
lijking met de dienstplichtigen, genoten.
Uniformverbe tering.
De minister vestigt ten dezen de aandacht
op de door hem ingestelde commissie, welke
sedert 1 October 1937 werkzaam is om na
te gaan, op welke wijze o.m. verbeteringen
in het model van de veldjas zouden kun
nen worden aangebracht, waardoor het
uiterlijk aanzien zou worden verbeterd en
de bezwaren, welke tegen den staan den
staanden kraag bestaan, zouden worden
ondervangen.
Een voorproef met drie modellen, die uit
verschillende proefmodellen zijn gekoren,
zal bij een aantal legeronderdeelen worden
genomen. Het model, dat het best bij deze
proef zal blijken te hebben voldaan, zal
vervolgens op grooter schaal worden be
proefd.
DOODF.LIJK ONGEVAL TE ROTTERDAM.
Een stellingwerker te water geraakt
en verdronken.
Gistermiddag was de 34-jarige stelling-
werker, H. v. d. Merwe, gewoond hebbende
Heilandstraat te Rotterdam en in dienst van
de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij,
op een hangstelling, welke hing tegen het
s.s. „Aldebaran" met een luchtkamer bezig
de roest af te bikken. Door een tot nu toe
onopgehelderde oorzaak viel de man plotse
ling van de stelling, geraakte te water en
verdronk. Eenigen tijd later heeft personeel
van de R.D.M. den drenkeling opgevischt.
Eenvoudig examen voor ouderen.
De minister van economische zaken heeft
bij beschikking van 5 Februari 1938 de di
ploma's vastgesteld, welke algeheele vrij
stelling geven van het examen handelsken
nis. Degenen, die over een dezer diploma's
beschikken, worden, ingevolge art. 4, lid 2,
van het vestigingsbesluit slagers bed rij ven,
geacht te voldoen aait de minimumeischen
van handelskennis.
De Vestigingswet kleinbedrijf zegt, dat
men ten genoegen van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken moet aantoonen, dat
men aan de vestigingseischen voldoet. De
bovengenoemde diploma's geven het ver
langde bewijs, zoodat de Kamer van Koop
handel en Fabrieken bij overlegging daar
van zonder meer zal aannemen, dat men de
vereischte handelskennis bezit.
Hoewel deze beschikking uitaraard
alleen kan gelden voor de slagersbedry-
ven, kan nu reeds worden medegedeeld,
dat ook voor alle andere bedrijven,
waarvoor vestigingseischen worden af
gekondigd, de genoemde diploma's alge
heele vrijstelling voor handelskennis
zullen geven.
In de tweede plaats is thans vastgesteld,
dat de volgende diploma's akten en over
gangsbewijsstukken op het examen handels
kennis vrijstelling zullen geven voor:
a. Boekhouden en handelsrekenen:
Pr ac tijkdiploma boekhouden afgegeven
door: 1. de federatie van handels- en kan
toorbedienden vereenigingen; 2. door de
vereeniging van leeraren in de handels
wetenschap; 3. door de vereeniging van
t
Woensdag 9 Februari.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(VARA-uitz.) 8.— Gr.pl. 9.30 Keu
kenpraatje. 10.VPRO-morgen-
wijding. 10.20 Voor arbeiders in de
Continu-bedrijven. 11.30 Bestrij
ding van de werkloosheid. 12.—
Gr.pl. 12.30 VAR A-orkest. 1.15—
I.45 Gr.pL 2.— Kniples. 2.30 Voor
de vrouw. 3.— Voor de kinderen.
5.30 Gr.pl. 7.— Zang. (7.30 VPRO:
Ons werk en ons geloof, cyclus). 8.—
Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber.,
VARA-Varia, gr.pl. 8.20 De Ram
bler?, C. Steyn's accordeon-orkest,
The Four Blue Stars en solisten.
10.— ANP-ber. 10.05 VARA-orkest.
II.-^12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (NCRV-
uitz.) 8.— Schriftlezing, meditatie,
gewyde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl.
9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl.
10.30 Morgendienst. 11.Gr.pl.
11.15 Sopraan en piano. 12.Ber.
12.15 Gr.pl. 12.45 Kwintetconcert.
2.30 Voor jeugdige postzegelverza
melaars. 3.Friesch progr. 3.30
Gr.pl. 4.Orgelspel. 4.45 Felicita
ties. 5.Voor jongens en meisjes.
5.45 Gr.pl. 6.Land- en tuinbouw-
halfuur. (6.30 Onderwijsfonds voor
de Scheepvaart: Taalles en causerie
over het Binnenaanvaringsregl.)
7.Ber. 7.15 Deel. en gr.pl. 7.45
Rep. 8.ANP- en herh. SOS-ber.
8.15 Zangavond van de Nederland
sche Ver. voor de Volkszang. 9.15
De Wederkomst des Heeren (IV),
causerie. 9.45 Gr.pl. 10.— ANP-
ber. 10.05 Dampr. 10.20 Pianovoor
dracht. 10.45 Gymnastiekles. 11.
12— Or.pl. Na afloop Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.2011.50
Orgelspel. 12.05 Orgelconcert. 12.35
BBC-Northem orkest. 1.35—2.20
Dansmuziek (gr.pl.) 3.20 BBC-
Schotach orkest 4.05 Gr.pl. 4.20
5.10 Vesper. 5.20 Gr.pl. 5.40 H. Hall
en zijn orkest. 6.20 Ber. 6.40 Land-
bouwpraatje. 7.— Cello en piano.
7.35 BBC-Variété-orkest en solist.
8.20 Deel. 8.35 BBC-Symph.-orkest
mmv. solisten, Philh. Kcor en
Jongenskoor. (9.15 Ber.) 10 35 Jack
Payne en zijn Band. 11.20 Joe Loss
en zijn Band. 11.5012.20 Jazzmu
ziek (gr.pl)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8.55,
10.40 «n 1120 Gr.pl. 12 40 Bailly-
orkest en zang. 3.05 Pianovoordr.
3.20 Zang. 4 20 Kwartetconcert. 5.20
Cantrelle-orkest. 8.50 Kamermu
ziek. 9.20 Variété-progr. 10.50—
11.05 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 Het Rheini-
sche Landesorkest. 7.50 SA-orkest.
11.20 Omroepkleinorkest. 12.35 Kurt
Rehfeld's Kapel, Stuttgarter Volks-
musik en solisten. 1.35 Melotrio,
citherduo en solisten. 3.50 Gr.pL
4.30 Fluit en cembalo. 5.— Piano-
voordracht 6.30 Gr.pL 7.05 Ber-
lynsch Omroeporkest en Leipziger
Symph.-orkest. 8.20 Rijksuitz.:
Vroolijk programma. 9.50—11.20
Dans- en Amusementsorkest, Man
doline-orkest en solist.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepklein
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Zang.
6.50 Gr.pl. 7.20 Blaaskwintet. 8.20
Relais VARA-progr. 10— Gr.pl.
10.30 Folkloristisch progr. 10.50—
11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
12.50 L. Darcy's orkest. 1.50—2.20
en 5.20 Gr.pl. 6.35 Omroepdans-
orkest. 6.55 Pianoduetten. 7.35 Gr.
pl. 8.20 Omroepsymph.-orkest. 10.—
Omroepdansorkest. 10.30 en 10.45
11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
6.30 Ferdy Kauffmann's orkest. 7.20*
Ber. 7.30 Jaro Michalek's orkest en
solisten. 8.20 Ryksuitj.: Vroolijk
programma. 8.50 Gr.pl. 9.20 Ber.
9.50 Weinkauf-Trio. 10.05 Scheeps-
weerbericht. 10.20—11.20 O. Kerm-
bach's orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8—9.20, Parijs R.
9.20—9.40, Luxemburg 9.40—10.40,
Parijs R. 10.4011.20, Droitwich
11.20—11.50, Keulen 11.5013.20,
Brussel VI. 13.2014.20, Luxem
burg 14.20—15 05, Parijs R. 15.05
15.20, Lond. Reg. 15.2015.50, Keu
len 15.5017.20, Parys R. 17.20
18.20, Keulen 18 20—2020, Lond.
Reg. 202021.20, Parus R. 21.20
21.50, Keulen 21.50—23.20, Stutt-
gart 23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8—9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35
—12.35, Droitwich 12.35—13.1»,
Lond. Reg. 13.3515.20, Droitwickl
15.20—18.40, Lond. Reg. 18.4019.
Droitwich 19.24.
Lijn 5: Diversen.
leeraren in talen en handelscorrespondentie
genaamd „Liteh"; 4. door de vereeniging
van leeraren in het boekhouden; 5. door de
stichting handelsexamens, tot 1935 afgeno
men door de R.-K. vereeniging van leeraren
tot bevordering van het handelsonderwijs;
6. einddiploma 3- of 4-jarige handelsdag
school.
b. Nederlandsche taal en handelscorres
pondentie: overgangsbewijs naar de 4e
klasse H.B.S.; diploma 3-jarige H.B.S.; eind
diploma 3 of 4-jarige handelsdagschool}
practijkdiploma voor een der talen afgege
ven door de onder a. genoemde vereenigin
gen, federatie of stichting; einddiploma (M)
U.L.0 -school; overgangsbewijs naar de 4e
klasse gymnasium of lyceum; acten L.O.
Binnen korten tijd zullen nog nader be
slissingen bekend gemaakt worden in hoe
verre hierboven nog niet genoemde diplo
ma's voor bepaalde vakken vrijstelling ge
ven van het examen. Zulks is onder meer
het geval met de diploma's van de handels
avondscholen.
Overgangsmaatregelen.
Voorts kan worden gemeld, dat de minis
ter de overgangsmaatregelen speciaal voor
ouderen in het bedrijf Leeft vastgesteld.
De minister maakt hierbij gebruik van de
hem bij het vestigingsbesluit slagersbedry-
ven gegeven bevoegdheid om een verkla
ring af te geven, dat men aan de minimum
eischen van handelskennis voldoet (art 4,
lid 2, sub c.)
Voor een dergelijke verklaring komen in
aanmerking zij, die op 1 Juli 1938 minstens
32 jaar zijn, indien zij: a. op 1 Januari 1938
gevestigd waren als zelfstandig ondernemer
en mits zij 5 jaar in detailhandel, ambacht
of kleine nijverheid werkzaam zijn geweest;
b. zoons of dochters van een gevestigde*
ondernemer tpn aanzien van de opvolging
van hun vader, mits zy 5 jaar in detailhgbi
del, ambacht of kleine nijverheid werkzagh
zijn geweest; c. personen, die op 1 Januari
1937 optraden als vennoot in een gevestigde
onderneming en 5 jaar in detailhandel, am
bacht of kleine nijverheid werkzaam zijn
geweest; d. filiaalchefs, die op 1 Januari
1938 als zoodanig optraden en reeds 5 jaar
in detailhandel, ambacht of kleine nijverheid
werkzaam zijn geweest.
Voorts is nog bepaald, dat zij, die of 1
Juli 1938 den 25-jarigen leeftijd bereikt
hebben, een eenvoudiger examen mogen af
leggen. Dit examen zal alleen mondeling
zijn.
Op het oogenblik zijn reeds 200 cursussen,
verspreid over het geheele land, opgericht,
terwijl tevens spoedcursussen bestaan voor
degene, die voor het hierbovenvenp«J4*
eenvoudiger examen handelskennis in aan
merking komen.
Voor nadere inlichtingen omtrent oplei
ding voor de benoodigde handelskennis
men zich wenden tot den: Kon. Ned. Mid
denstandsbond in Nederland, den Ned- R K-
Middenstandsbond en den Chr. M#l4*"
standsbond in Nederland.
De bovenstaande regelingen gelden dus
enkel ten aanzien van de handelskea**
Ook nopens de vakbekwaamheid, in het bij
zonder betreffende de ouderen, zijn regw®*
gen in bewerking. Hierover zullen zoo sp°£
dig mogelijk nadere bekendmakingen vo-
gen.
A
22)
„Vingerhoeden zijn zeker geen prullen'",
zei mevrouw Poole, om maar iets te zeg
gen en daardoor wellicht een zenuwuit
barsting te voorkomen. En zei u niet dat
u nog meer verloren hadt?"
„Mijn naaischaar. Hij was magnetisch
en eigenlijk veel te groot".
Mevrouw Poole keek Valcour glim
lachend aan. „Maakt u daaruit soms de
gevolgtrekking, dat we een ontsnapte naai
ster aan boord hebben?"
„Ja, dat of anders een kraai als zee
meeuw vermomd. Wanneer bent u dien
vingerhoed kwijtgeraakt, miss Sidderby?"
„Ik weet het heusch niet, mijnheer Val
cour".
„Wanneer hebt u hem het laatst ge
bruikt?"
„Gisterenavond, hier aan dek".
„Kan hij dus weggeraakt zijn tegelijk
met uw schaar?"
„Ja. Best mogelijk. Ik zou het nog kun
nen begrijpen, als mijn naaimandje om
gevallen was of zoo, maar dat was niet het
geval. Ik liet het gewoon op dien stoel
staan, toen ik naar dien schildpad van
mijnheer Sandford keek en toen ik terug
kwam, stond het er nog net zoo en ik nam
het mee, om me voor het diner te gaan
verkleeden".
„Kunt u u nog herinneren, wie er op dat
oogenblik nog meer aan dek was?"
„Niet precies. Ella's stoel stond naast den
mijnen en zij was al naar beneden om zich
te kleeden. Ze heeft er altijd zooveel tijd
Voor noodig". Miss Sidderby glimlachte
even om haar gebruikelijke grapje. „En de
stoelen van mijnheer Force en mijnheer
Wright staan aan den anderen kant naast
den mijnen, maar zij zaten er niet op. Ik
herinner me dat, omdat mijnheer Sandford
op het voetstuk van den stoel van mijnheer
Force zat, toen hij het over den schildpad
had". v
„Schildpad?" vroeg mevrouw Poole. het
ééne belangwekkende woord van het heele
gesprek herhalend.
„Er was er geen in werkelijkheid. Mijn
heer Sandford had zich slechts verbeeld
er een gezien te hebben".
Mevrouw Poole glimlachte geamuseerd.
„Stel je voor, je te verbeelden een schild
pad te zien!" Dan dwaalden haar gedach
ten weer af naar Ted. Ze moest hem nu
toch eindelijk eens gaan wekken. Op slot
van zaken was er toch een grens aan den
tijd, dat men zijn man kon toestaan te sla
pen.
„Zoo, dames!" Kapitein Sohme kwam
naar het groepje toe. Zijn gelaat en hou
ding waren een beetje opgewonden door
de moeite, die hij zich gaf, om op die af
schuwelijke reis zich toch maar vroolijk
voor te doen. („Bover* alles", zoo luidde een
gedrukte instructie van de Mercantile
Transport Line voor haar kapiteins, „doe
steeds uw uiterste be6t, de passagiers in
vroolijke stemming te houden door gebruik
te maken van onschuldige vermakelijkhe
den, als dektennis, ringwerpen, sjoelbak,
enz., enz.") „Zullen we vóór de lunch een
cocktail gaan pakken? Dat geeft nog eens
een opkikkertje en dat hebben de dames
werkelijk wel noodig op zoo'n ongelukkige
reis". Hij schoof hen met wijdgespreide ar
men de deur van den rooksalon door en
drukte op een schelletje in de lambrizee-
ring, om den hofmeester te roepen. „We
hebben een aardigen trek gemaaktdrie
honderd en acht mijldat is zoo kwaad
nog niet voor een oud schip. Als het kon,
gaf ik het schip ook een borrel".
„Het is toch maar een gissing, niet
waar?" vroeg Valcour.
„Ja, natuurlijk, mynheer Valcour. By
zoo n bedekte lucht is het niet mogelijk
de zon te schieten en naar den barometer
te oordeelen, zal het nog wel een paar da
gen duren, eer we er toe in staat zullen
zijn, eenige waarnemingen te doen Aha,
hofmeesterWat zal het zijn dames? Ik
voor my ben nog ouderwetsch en houd me
aan een glas vermouth. Charley maakt uit
stekende cocktails".
Charley stak de lippen heel even naar
voren en keek bescheiden langs zijn rech
ten Engelschen neus omlaag.
„Ik ook een Martini!" zei mevrouw
Poole. Valcour knikte eveneens van ja.
„En u, miss Sidderby?"
„Dank u, kapitein. Ik gebruik zoo zel
den iets. Neen, heusch niet
„Onzin. U ziet er belabberd genoeg uit
cn ik beveel u er een met ons mee te drin
ken. Vier Martini's, Charley, en als er nog
wat overblijft in de flesch, dan ben ik er
niet vies van. Op alot van zaken, mist
Sidderby, ben ik toch hier aan boord de
baas".
Miss Sidderby voelde zich een beetje
warm wordan. Kapitein Sohm# had zoo
iets echt vriendelijks in zijn stem.
„En aanstonds", vervolgde de kapitein,
„zal ik een toost instellen op den verderen
goeden afloop van onze reis!"
De man, by Ted Poole op bezoek, keek
op zijn horloge. „Kwart over twaalf", zei
hij. „Dan is het nog maar een kwartier
voor de lunch".
„Eten en slapen, eten en slapenelf
biggetjes bij elkaar in een kot!" zei Ted
Poole an geeuwde, dat zijn kaken ervan
kraakten. Daarop gooide hij zijn beanen
buiten bed. „Ik moet me eens lekker was-
schen", «ei hij.
„Zit ik je soms in den weg, Ted?"
„In deze koninklijke hut? Zet je maar
•rgens in de ruimte neer en geef me nog
een vlammetje. Je zult er pret in hebben,
zooals ik me wasch. De lui zeggen altijd,
dat ik net een zeehond ben, als ik me
wasch, zoo proest ik". Hij stek een siga
ret in den mond en wachtte op het vlam
metje, dat de ander hem reikte.
„Dank ja. Ik weet heuach niat, waarom
iedereen toch altijd zoo vriendelijk voor me
ia".
„Nieta te denken, Ted".
De man ging weer zitten. HU stfk het
platte lucifersdoosje in zijn vestzak. HU
haalde zUn hand niet uit dat zakje te voor-
achijn.
„Gelukkig, dat ik me al geschoren heb.
Ik heb nergens zoo'n hekel aan aB
scheren". Ted kwam overeind en heP
een badjas over zyn onderkleeren naar
waachtafel. tf
„Je bent aardig stoer, is het niet?
de man, nog steeds met de hand in
rechter vestzakje. HU zat heel voorzien»#
ergens mee te frommelen.
„Och... het gaat nog al". HU
de kraan open. „Als wat er uit die
komt, firsch water moet heeten,
ik een boon". HU bukte zich over
waschbak. De man was opgestaan,
steeds hield hU zUn hand in het vütWtP'
HU liep naar de deur van de hut. t
„Ga je weg?" vroeg Poole boven
plassen van het water, dat in den
bak stroomde, uit
„Och ja", antwoordde de man en g>
gang in, die langs de hutten M®P'
waardig snel keek hU die naar b<l<i®
ten af. Niemand te zien. HU kwam
hut terug en sloot de deur achter zien.
„Ga je nu weer niet?" vroeg Te
door het water en het zeepsop hal
stikte stem, over den waschbak 6e
met gesloten oogen, om er geen zeep
krUgen.
„Myn lucifers vergeten", zei de man
„Ik dacht, dat je ze ln je zak had g
ken'"
„Ja, dat is waar ook". eït-
De man haalde zyn hand uit zyn
zak te voorachUn. In de palm van zyn
had hU een zilveren vingerhoed. ^n.
vingerhoed zat stevig met een «tuk
geworden pek vastgemaakt, een j
naald.
(Wordt vervol