De Eerste Kamer bespreekt de financiën
Rheumafiek
laafll toch wrijven
ET SCHIP DER
VERSCHRIKKING
PARLEMENT
Critiek op personeele belasting voor
landgoederen.
Het egalisatiefonds.
akkers Kloosferbalsem
üeuiUetoH
Uit het Amerlkaansch door
HERMAN ANTONSEN.
^Binnenland
Autobus rijdt op boerenkar.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De Eerste Kamer heeft gistermiddag een
aanvang gemaakt met de behandeling van
de begrooting van financiën voor 1938. Een
vijftal sprekers heeft zijn wijsheid daarover
gelucht. Uitvoeriger dan aan de overzijde
van het Binnenhof hebben twee hunner be
schouwingen gewijd aan de monetaire poli
tiek der regeering en aan de werkwijze van
het in September 1936 ingestelde Egalisatie
fonds, waarmede de speculatie tegen den
gulden bestreden zou moeten worden en
schommelingen in den koers zoo klein mo
gelijk gemaakt. De andere punten van dis
cussie waren de zware druk der belastingen
in het algemeen en van de personeele belas
ting op landgoederen en kasteelen in het
bijzonder, voorts de voorgenomen wijziging
van de vennootschapsbelasting en, tenslotte,
de toestand van de sociale fondsen.
Öm met den belastingdruk te beginnen:
de heeren van Rappard (lib.) en van Voorst
tot Voorst (r.k.) zeiden daarover beharti
genswaardige dingen; dat die druk veel te
zwaar was en dat ze het zoo prettig vonden
dat de minister van financiën het hiermede
volkomen eens was. Waarop volgde een
treurzang op het teleurstellende feit, dat
minister de Wilde onder de tegenwoordige
omstandigheden er niet aan denken kan het
tarief te verlagen.
Vooral de hooge personeele belasting,
welke van landgoederen en kasteelen moet
worden betaald, bracht deze heeren, die in
het Geldersche en Overijselsche de toestanden
kennen, tot roerende pleidooien, waaruit de
bewindsman het verlangen kon beluisteren
naar het behoud van veel schoons en ouds,
dat nu langzaam maar zeker aan het verval
len is, omdat de eigenaren, die verder nog
hooge bedrijfslasten en andere belastingen
te betalen hebben, hun buitens en kasteelen
niet meer kunnen bewonen. Verhuren kun
nen zij ze evenmin, aangezien er geen huur
ders voor komen opdagen, en toch zijn die
gebouwen naar een fantastisch hooge huur
waarde aangeslagen. De heeren kunnen ze
nog niet eens voor het bedrag van de per
soneele belasting verhuren!
Bosch, parken, gebouwen, in- en uitwen
dig, lijden door onvoldoende onderhoud;
personeel werd ontslagen, arbeiders in den
omtrek gevoelen het, dat degenen, aan wie
in normale tijden een goed stuk brood te ver
dienen viel, verdwenen zijn.
De heer van Voorst wees erop, dat ook de
groote heeren een christelijke behandeling
verdienen en hij deed .zelfs een beroep op
een paar bekende pauselijke encyclieken, in
het algemeen betoogend, dat ons belasting
stelsel a-sociaal werkt doordat het de werk
loosheid bevordert. Dus drong hij op her
ziening daarvan aan, den minister advisee-
rend daarvoor bijtijds een commissie van
deskundigen te benoemen.
Met den heer van Rappard was hij voorts
van oordeel, dat het hoog tijd werd, de
grondbelasting op het ongebouwd geleidelijk
af te schaffen. De liberale afgevaardigde
wenschte door een jaarlijksche verlaging
van 5 a 10 pet. van deze voor den landbouw
zoo schadelijk werkende belasting af te
komen.
Het Egalisatiefonds.
De heer Pollema (c.h.) hield een krachtig
betoog tegen de wijze waarop het Egalisa
tiefonds, z.i. in strijd met de bedoelingen en
de beloften van de regeering, opereert. Hij
beschuldigde de regeering eigenlijk van niet
minder dan woordbreuk, door te beweren,
dat het aan het fonds ter beschikking ge
stelde goud vrijwel voortdurend is gebruikt
om druk uit te oefenen op den guldenkoers,
ofschoon de Staten-Generaal in de meening
verkeerden, dat het de bedoeling van het
Egalisatiefonds was, te voorkómen, dat door
speculatieve handelingen groote schomme
lingen in den koers zouden optreden.
Door voortdurend te trachten den gulden
tegenover den dollar en het pond eenzelfden
koers te laten houden (er werden dollars
gekocht tegen 1.87) leed het fonds een
boekingsverlies aan de Ned. Bank, waaraan
het goud werd overgedaan.
Als de regeering, zoo betoogde de heer
Pollema, er niet in slagen zou het huidige
depreciatie-percentage te handhaven, dan
zou het kunnen gebeuren, dat niet alleen de
oorspronkelijk gedachte winst op het goud
verloren ging, maar ook dat de tegenwoor
dige boekingsverliezen werkelijke verliezen
werden.
Mr. Pollema meende dat de regeering ten
onrechte zich voor het Britsche stelsel, het
„zwevend houden" van de munt had uitge
sproken, in plaats van het Zwitsersche te
volgen, dat een bepaald devaluatiepercen
tage had aangenomen. De monetaire politiek
houdt er te weinig rekening mee, dat de
koers van de munt niet alleen is een finan-
cieel-technisch probleem, maar ook een
economisch vraagstuk, dat nauw verband
houdt met onze betalingsbalans. De heer
Pollema ging zelfs zoover aan te nemen, dat
het streven naar een sluitend budget den
hoogen guldenkoers heeft veroorzaakt, al
thans in belangrijke mate daartoe heeft bij
gedragen. De enorme goudvoorraad van de
Nederlandsche Bank, meer dan 1 milliard
(bij de devaluatie was er ruim 600 millioen)
heeft geen stijging van de prijzen tenge
volge gehad. Die goudschat ligt er rente
loos, terwijl zij de vrucht is van de opoffe
ringen, welke de regeering aan het Neder
landsche volk heeft opgelegd. Zijn conclusie
was dan ook, dat de regeering royaler moet
gaan huishouden en dat haar budgetaire
politiek en monetaire politiek met elkaar in
overeenstemming moeten worden gebracht
Onmiddellijk op don christelijk-histori-
schen afgevaardigde volgde mr. van Lan-
schot (r.k.), die precies het tegenovergestel
de betoogde en de werkwijze van het Egali
satiefonds volkomen goedkeurde. De be
heerder» van het fonds moesten wel druk
op den gulden uitoefenen, omdat het buiten
land zoo groot vertrouwen in ons betaal
middel had, dat de gulden ook na de depre
ciatie bleef stijgen en dat zou funest voor
ons bedrijfsleven zijn geweest, dat juist door
de depreciatie ruimte gekregen had. Vol
gens den heer van Lanschot had de werk
wijze van het Egalisatiefonds volkomen aan
haar doel beantwoord. Indien dit niet zoo
had gewerkt, had geen enkele handelsman
met gerustheid contracten kunnen afsluiten.
En wat het goud in de Ned. Bank betreft,
daarvan is een groot gedeelte vreemd goud,
van vreemde kapitalen, die hier zijn onder
gebracht.
Volgens den financieelen specialist der
r.k. fractie kan de regeering de tot nu toe
gevolgde monetaire politiek gerust vol
houden. Voor een daling van den goudprijs
behoeft men niet bang te zijn, want dat zou
voor Amerika en Engeland op geweldige
verliezen uitdraaien, nog afgezien van de
dientengevolge te verwachten inzinking van
de goederenprijzen, welke eveneens met
groote verliezen gepaard zou gaan.
In verband met de korte spoorweg-
leening, welke Frankrijk onlangs hier te
lande heeft gesloten en die mede in verband
met de tijdelijke afvloeiing van goud ter
sprake kwam, adviseerde de heer van Lajj-
e
Laat U niet kwellen
door rheumatische
pijnen, die U oud
maken vóór Uw tijd.
met den geneeskrach-
tigen Kloosterbalsem
die ze snel verdrijft.
dringt tot diep in de weefsels doorl
4
23)
„Kom anders maar bij je oompje hoor,
als je iets weten wilt", zei Ted schert
send. „Ik kan de toekomst verdraaid goed
uit theeblaadjes voorspellen".
De man keek naar Ted's rugnaar zijn
gebogen, gebruinden, ingezeepten nek en
naar een bepaalden wervel.
„Dat is goed, Ted", zei hij. „Ik kom bij
je".
Het lichaam van Ted was zwaar en de
man had nogal moeite om het op het bed
te tillen. Hij nam een handdoek van het
rekje en veegde zeep en water weg van
Ted's gelaat en hals. Hij droogde zijn han
den. Er was geen druppel bloed gevloeid en
de naald was gelukkigerwijze afgebroken
vlak onder de oppervlakte der huid, zoo
dat deze volkomen glad en gaaf scheen en
er niets van den prik te zien was. Ook was
er niets van de naald te voelen, als hij met
zjjn vinger zachjes over de huid streek.
Hg legde het warme, nog lenige lichaam
van Ted in een gewone slapende houding
en trok zijn badjas recht. Hij liet het wa
ter uit den waschbak wegloopen, droogde
hem om met den handdoek en gooide dezen
in het mandje voor het waschgoed, dat on
der de waschtafel stond.
Den zilveren vingerhoed met het afge
broken stukje naald wierp hij door een
der patrijspoorten in zee. Hij opende de
deur der hut, keek de gang naar beide zij
den af, zag niemand, stapte naar buiten en
sloot de deur achter zich. „Keurig!" mom
pelde hij.
HOOFDSTUK XII.
35 7 Noorderbreedte.
64 30 Westerlengte.
„Mijnheer Poole geeft geen antwoord,
mevrouw". Charley, die een beetje trotsch
was over het succes van zijn cocktails,
gedroeg zich als een voorbeeld van een
Engelschen steward.
Mevrouw Poole voelde zich ontevreden
geprikkeld.
„Misschien was hij er niet", zei ze. „Heb
je nog in de hut gekeken?"
„Zeker, mevrouw. Ik heb zelfs de vrij
heid genomen, hem te roepen van af den
drempel, maar hij bleef doorslapen".
„Ben je naar hem toegegaan en heb je
hem door elkaar geschud?" vroeg Valcour.
„Natuurlijk niet, mevrouw".
„Doe dat dan!" zei mevrouw Poole.
Charley beet zich even op de lippen.
„Jawel, mevrouw", zei hij en verliet den
rooksalon.
Valcour voelde zich zeldzaam slecht op
schot om in de toekomst hij voorzag nóg
wel eens een Fransche leening! van de
voor ons zoo onaangename surtaxes
d'entrepöt een ruilobject te maken. Voor
wat hoort wat!
Hij achtte den toestand van de sociale
verzekeringsfondsen, waarin de laatste jaren
onvoldoende is gestort, in hooge mate zorg
wekkend. Hij geloofde echter niet, dat de
regeering in 1940 al tot hervatting van de
stortingen zou overgaan, waarmede jaarlijks
een 40 45 millioen mee zou zijn gemoeid
en dat we ons wel zouden bepalen tot een
stelsel van rentedekking. Een onderzoek
naar de verdere financiering is evenwel ge-
wenscht; het is namelijk ook de vraag hoe
het verder daarmee moet gaan, nu de rente
voet is verlaagd.
De laatste spreker van gistermiddag was
de heer de Jong (r.k.), die een pleidooi
hield voor een belasting van de winsten van
vennootschappen op gelijke wijze, welke
rechtsvorm zij ook mogen hebben, namelijk
een heffing aan de bron. Maar dat is nu
juist een wensch, waarmee de heer van
Rappard zich niet verklaarde te kunnen ver
eenigen, ofschoon hü ook belastingontdui
king wilde tegengaan.
Passagiere zwaar gewond.
Gisteravond is even buiten Bavel op den
weg BavelGilze een B.B.A.-autobus, be
stuurd door den chauffeur A. F. uit Baarle-
Nassau in volle vaart op een van den tegen-
overgestelden kant komenden vierwieligen
boerenwagen gereden, welke bestuurd werd
door den landbouwerszoon S. uit Teteringen.
De bus reed vlak langs het paard tegen den
zykant van den wagen op en kwam daarna
in een naast den weg liggende sloot terecht.
Van de vier inzittenden van het zwaar ge
havende voertuig bekwam mej. C. v. B. uit
Gilze zoo ernstige wonden, dat zü op last
van dr. Gommers per ziekenauto naar het
St. Ignatius-ziekenhuis te Breda moest
worden overgebracht. De beide andere pas
sagiers en de chauffeur kwamen er met
lichte kneuzingen af. De voerman van den
wagen en het paard bleven ongedeerd.
Volgens den chauffeur zou hg den wagen
niet hebben opgemerkt, doordat de jas van
den voerman voor de lantaarn zou hebben
gehangen.
DE MINISTER OVER DE ZAAK-
HANSEN.
Vcrschooningsrecht van den
journalist
Aan de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer op de Justitiebegrooting is het
volgende ontleend;
Het geval van den Haagschen journalist,
die onlangs gedurende eenigen tijd geggzeld
is geweest, heeft enkelen leden aanleiding
gegeven tot de uitspraak, dat het verschoo-
ningsrecht voor den journalist wettelijk kan
en moet worden geregeld, althans voor pu
blicaties, waarbg de zorg voor het algemeen
belang de drijfveer is.
In de logische orde ligt het voor de hand,
dat men eerst zgn standpunt tracht te bepa
len met betrekking tot de vraag, of het ver-
schooningsrecht van den journalist moet
worden, beter gezegd behoort te worden ge
regeld. Eerst daarna komen aan de orde
vragen van rechtsmethodiek en wetstech-
niek. Wel valt het op, dat de door vorenbe
doelde leden gemaakte subsidiaire restrictie
de wettelijke omschrijving en zeker de toe
passing van een zoodanigen regel niet ge
makkelijk zou maken. Dat zonder verschoo-
ningsrecht van den journalist de vrije mee-
ningsuiting niet onverkort zou zijn te hand
haven, lijkt den minister een opvatting, die
bezwaarlgk is vol te houden. Argumenten
worden in het verslag niet aangeroerd. Of
het weidsche verband, dat aldus wordt ge
construeerd, bevorderlijk is aan een even
wichtige beschouwing van het vraagstuk
van het verschooningsrecht van den journa
list, waagt hg voorshands te betwijfelen.
Intusschen is gelgk bekend dit
vraagstuk onlangs opnieuw tot een onder
werp van studie gemaakt in den kring der
naast betrokkenen. Tegen den Haagschen
journalist is een strafvervolging aanhangig
wegens overtreding van artikel 192 Wetboek
van Strafrecht. Niet onwaarschgnlijk zal
derhalve de rechter zich binnenkort gesteld
zien voor vorenbedoeld vraagstuk.
In deze omstandigheden ligt het voor de
(s)OOOQOO€>
M, Donderdag 10 Februari.
X HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(Avro-uitz.) 8.Gr.pl. 10.Mor-
Q| genwgding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Om-
ijtji roeporkest en soliste. 11.Kniples.
x 11.30 Omroeporkest en solisten.
12.30 Gr.pl. 1.30 Verv. concert. 2.—
(ffl Voor de vrouw. 2.30 Het Omroep-
fl orkest. 3.Kniples. 3.45 Viool en
piano. 4.— Voor zieken en thuis-
W zittenden. 4.30 Viool en piano. 4.50
Voor de kinderen. 7.05 Avro-dans-
orkest 7.30 Engelsche les. 8.—
ANP-ber., mededeelingen. 8.15
Concertgebouw-orkest. 8.55 Gr.pl.
9.15 Radiotooneel. 10.15 Gr.pl. 11.
ANP-ber. Hierna Avro-dansorkest.
11.40—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (8.—9.15 en
U.2.KRO, de NCRV van 10.—
11.— en 2.—12.— uur). 8.—9.15 en
10.— Gr.pL 10.15 Morgendienst.
10.45 Gr.pL 11.30 Godsd. halfuur.
12.— Ber. 12.15 KRO-orkest en
gr.pl. 2.Handwerkuurtje. 2.55
Gr.pl. 3.— Voor de vrouw. 3.30
Gr.pl. 4.Bgbellezing. 5.Cursus
handenarbeid voor de jeugd. 5.3)
Gr.pl. 5.45 Tenor en piano. 6.45
Gr.pl. 7.Ber. 7.15 Journ. week
overzicht. 7.45 Rep. 8.ANP- en
herh. SOS-ber. 8.15 Christ. Ge
mengd koor Hosanna. 9.De
arbeid der gehuwde vrouw, cause
rie. 9.30 Gr.pl. 9.40 Orgelconcert.
10.45 Gymnastiekles. 11.12.
Gt.pl. Na afloop Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.25—11.45
Gr.pL 12.05 Alfred v. Dam's orkest.
12.50 Deel. 1.20 Gr.pl. 1.50—2.20
New Georgian Trio. 3.103.20 Gr.pL
3.35 Sted. orkest Bournemouth m.
m. v. solist. 5.C5 A woman looks at
Cruft's, causerie. 5.20 Ambrose en
zgn Band. 6.Gr.pL 6.20 Ber. 6.40
Causerie over Australië. 7.Or
gelconcert. 7.20 BBC-orkest, mmv.
solist. 8.20 Variété-pro gr. 8.50 Col-
lective security and Reg. pacts,
causerie. 9.20 Ber. 9.40 T. Joyce en
zgn Band. 10.20 Korte kerkdienst.
10.40 Viool en piano. 11.20 Bert
Firman en zgn orkest. 11.50—12.20
Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 9.10,
10.40 en 11.20 Gr.pL 12.40 Giardino-
orkest en zang. 3.05 Pianovoordr.
00000004
3.20 Zang. 4.20 Gr.pL 5.20 Radio
tooneel. 8.35 Zang. 8.50 Qpera-uitz.
KEULEN. 456 M. 5.50 Dresdensch
orkest. 7.50 E. Börschel's orkest.
8 50 Luitvoordr. 9.209.50 Volks-
liederenconcert. 11.20 Omroep
orkest. 1.35 Solistenconcert. 3.20
Omroeporkest. 5.40 Amusements
sextet. 6.30 Gr.pl. 7.30 Prisca-kwar-
tet en solist. 8.20 Radiotooneel. 9.55
11.20 Landes-orkest Württem-
berg-Hohenzollern, Alhaca-harmo-
nica-orkest, duo Schulrabe en so-
listen.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Gr.pL 12.50 Cabaret. 1Om-
roepkleinorkest. 1.50 Vervolg caba
ret. 2.—2.20 Gr.pl. 5.20 Omroepsa-
lonorkest. 6.50 Gr.pl. 8.20 Bonte
avond. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 Omroeporkest.
1.50—2.20 Gr.pL 5.20 Brusselsch
cellokwartet. 5.40 Gr.pl. 6.35 Om-
roepsalonorkest. 7.36 Gr.pL 8.20
Omroeporkest. 8.50 Radiotooneel.
9.50 Vervolg concert. 10.30—11.20
Ensemble voor oude muziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
6.30 Fred. Hippmann's orkest en
solisten. 7.20 Blaasconcert. 8.20 Ber.
8.35 Omroeporkest, mmv. soliste.
9.20 Ber. 9.35 Sportrep. 9.50 Piano-
voordracht. 10.05 Scheepsweerber.
10.2011.20 Nedersaksisch Symph.-
orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.35, Pargs
Radio 10.3512.05, Luxemburg
12.05—12.20, Parijs R. 12.20—13.20,
Brussel VI. 13.2014.20, Luxem
burg 14.20—15.05, Parijs Radio
15.05—15.20, Keulen 15.20—18.20,
Pargs R. 16.2016.35, Keulen 16.39
17.20, Brussel VI. 17.20—18.30,
Keulen 18.3020.20, Brussel Fr.
20.20—20.50, Pargs R. 20.5024.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—12.05, Droitwich 12.0512.50,
Lond. Reg. 12.50—13.20, Droitwich
13.2014.20, Lond. Reg. 14.20—
15.20, Droitwich 15.20—24.—.
Lijn 5: Diversen.
«7
hand, dat de minister zich thans onthoudt
van een antwoord op de hem door enkele
leden gestelde vraag. Met een enkele sobere
opmerking van meer algemeene strekking
meent hij voorshands te kunnen volstaan.
Voorop moet worden gesteld de burger
plicht om te getuigen. Slechts om zeer bij
zondere redenen kan men van dien plicht
worden ontslagen. Die redenen geven inhoud
aan het verschooningsrecht. Grond voor dit
recht is een behoorlijke uitoefening van het
beroep naar zgn aard in onverbrekelijk ver
band met het rechtmatig belang bij geheim
houding van dengene, die een mededeeling
heeft gedaan. Getoetst aan deze normen,
zijn sprekende voorbeelden: de beroepen
van geestelijke, medicus, advocaat en nota
ris. Daarbij kan een zekere organisatie van
den beroeps*tand waarborg zijn voor be
hoorlijke hanteer ing van het verschoonings
recht.
Het wil den minister voorkomen, dat men
de vorenaangeduide factoren mede zal moe
ten betrekken in zijn beschouwingen om
trent verschooningsrecht van den journalist.
GEEN MAURITIUS-ZEGEL ONTDEKT?
Volgens een bevoegd expert een
gewone Engelsche zegel uit 1850.
Ongeveer een tweetal weken geleden
is er in de bladen een bericht versche
nen omtrent de sensationeele ontdek
king van een Mauritius-zegel, waarvan
de waarde op niet minder dan 50.000
geschat werd.
Zooals men zich zal herinneren, werd
deze zegel ontdekt op een plaatje achter
glas ingelgst en waarvan de teekening ge
heel uit postzegels was samengesteld. Voor
slechts 15 cent ging het kunstwerkje op een
boedelveiling te Ngkerk in handen van een
kooper over, die het enkel dagen later aan
een plaatsgenoot, den heer Luttmer, voor
1.25 verkocht Deze meende, na overleg
met „experts" een kostbare Mauritius-ngal
ontdekt te hebben. Het bericht bracht de
geheele philatelistische wereld in beroering
en zelfs in het buitenland toonde men be
langstelling voor deze bijzondere ontdek
king. Wel heel teleurstellend voor al die dui
zenden postzegel-liefhebbers is het oordeel
van den bekenden postzegel-expert en -han
delaar, den heer Reinou Kingma te Apel
doorn, uitgever van het tijdschrift „Postze-
gelnieuws".
De heer Kingma deelt n.L mede, dat de
heer Luttmer uit N ij kerk eenige weken ge
leden vóór de ontdekking bü hem is
geweest met het inmiddels beroemd gewor
den plaatje.
De heer Kingma, die een langdurige erva
ring heeft op postzegelgebied en in philate
listische kringen een bekende figuur is, ont
dekte terstond, dat de z.g. „Mauritius-zef#
een gewone Engelsche postzegel was van hst
jaar 1850, zooals er duizenden in den handel
zijn. De gelijkenis met den Mauritius-zegel is
deze, dat op beide een afbeelding voorkomt
van koningin Victoria. De Engelsche zegel
van 1850 is donkerbruin, de Mauritius-zegel
oranje-getint.
Bovendien zijn alle zegels van het be
wuste plaatje verknipt en dus beschadigd.
De mededeeling, dat een Amsterdarnache
combinatie den zegel voor een hoog bedrag
8000) zou hebben aangekocht, niet het
doel om hem op de vermaarde Harvard-vti-
ling te Londen te brengen, acht de heer
Kingma een fabeltje. Zijns inziens toch zou
geen enkele expert er in vliegen. Op het
plaatje komt bovendien geen enkele zegel
van waarde voor. Bij duizenden zijn ze allen
in den handel aldus onze zegsman^
zonder geschonden te zijn.
zgn gemak. Miss Sidderby legde hem
breedvoerig de weldaden van een gezon
den slaap uit. Hg kon zgn aandacht niet
houden bg haar gepraat en zgn welleven
de glimlachje was gemaakt en stroef
Slaap, die gestoord werd door herhaald
kloppen en roepenen dat midden op
den dag! Hij voelde verschillende vragen
bij zich opkomen, waarop hij onmiddellijk
antwoord moest hebben.
Mgnheer Dumarque kwam met Force
de deur binnen en kapitein Sohme was
meteen in zgn rol van royalen gastheer.
„U komt net op tgd, heeren! We drin
ken net een paar kostelgke Martini's en
als u vijf minuten geduld wilt hebben, dan
zal Charley er ons nog een paar brengen.
Charley maakt ze altgd uitstekend".
Mgnheer Dumarque schoof een stoel wat
dichter bg mevrouw Poole. „Zal ik eens
iets beweren over geduld en bg voorbeeld
zeggen, dat het zelf veel meer van waarde
is, dan de belooning, die er op volgt?"
„Als u er uzelf toe gedrongen voelt",
antwoordde ze.
„Het is allemaal een kwestie van over
drijving", zei Force tegen miss Sidderby,
„men kan zgn lichaam net zoo verknoeien
door te lang en te veel te slapen, als door
te veel alcohol te drinken".
„Best mogelgk", zei miss Sidderby een
beetje gechoqueerd. En ze keek verwon
derd naar het bleeke gezicht van Charley,
die juist binnenkwam.
„Ik kan hem niet wakker krggen, mgn
heer". Hg sprak mevrouw Poole niet aan,
Hij stond met waterige, verschrikte oogen
voor kapitein Sohme.
„Waarom niet?"
„Ik schudde hem bij zijn schouder en
het eenige gevolg was, dat hg omrolde en
slap bleef liggen op zgn rug".
Charley jammerde: „Er was heelemaal
geen bloed".
„Bloed? Houd je bek toch, zot!" Kapi
tein Sohme keek bezorgd naar miss Sidder
by. „Weest u kalm, dames, heel kalm".
Beide dames waren kalmheel kalm
zelfs, akelig kalm. Miss Sidderby zat met
glazige nietsziende oogen voor zich te kij
ken, alsof ze een slag had gekregen die
haar verdoofd had. Mevrouw Poole was
krijtbleek geworden en ze hield haar oogen
een enkel oogenblk op Valcour gericht, die
opstond en den salon verliet. Ze hoopte,
dat hg Ted wakker kon krggen
De heeren waren allen opgestaan. Er
heerschte een zekere paniekstemming. Ka
pitein Sohme trachtte te lachen, maar het
ging hem niet goed af.
„We stellen onszelf aan als gekken", zei
hg veel te luid. „Onze zenuwen maken,
dat we een berg zien, waar niet meer dan
een muis isen als jü niet met dat ge
snuffel ophoudt, Charley. dan vergeet ik,
hat er dames bü zgn en sla ik je de deur
uit. Ik ben met een paar minuten terug en
dan drinken we nog een cocktail en zullen
er over lachenNeen, neen, waarom
oigrt u niet hier, mevrouw Poole?"
„Waarom wilt u, dat ik hier blijf?" Ze
klemde zich bgna heftig aan zün arm vast
!no" u r!' hoe *laar v'nRers hem büna
ongemakkelgk knepen. „Omdat u er net
zoo over denkt, als ik!"
„Onzin, onzin, mevrouwtje. Ja, natuur-
Igk, als u er beslist op staat
Ze liepen den salon uit, kapitein Sohme
met mevrouw Poole aan zgn arm en zgk
luide, zinlooze lachen klonk over het dek-
Force en Dumarque gingen hen achterna-
Valcour richtte zich op. Hg had met zü®
oor op de borst van Ted gelegen. Zgn
vingers rustten licht op het gelaat van Ted.
terwgl hg diens oogen onderzocht. Hü J»
het hoofd voorzichtig achterover op ha
kussen zakken en terwgl hij dat dekjL
voelde hg, dat het achter de ooren vochtig
was. Zgn trekken werden hard, toen hij
die vochtigheid herkende als niet °P»e"
droogd zeepsopdat er niet langer
tien minuten geleden opgekomen kon
Iemand stond nu eenmaal niet op om zie
te wasschen, dan weer In bed te gaan lig
gen en testerven
„Als u even binnen wilt komen, kif»"
tein en de deur achter u op den greitM»
doen zei hg.
Maar mevrouw Poole drong mee
binnen en kapitein Sohme sloot en gr*®"
delde de deur, waarbg hg met opzet i°°"
lang mogelgk met zgn rug naar het elW"
dige tooneel op het bed bleef staan. Als
nu maar iets méér zei, dan dat enke'*'
felle: „Ted?" en ophield met snikk«n
zachtjes mompelen: „Dood. - dood., 9
dood
„We moeten hier vrouwelüke hulp
ben", zei kapitein Sohme, zonder den deur
knop aan te raken.
„Dat vervloekte schip!dat vervloek
schip!" herhaalde ze telkens weer.
„Wat ziet ze er nu oud uit!" dacht h®
en zei hardop: „Dat is zoo., ik voel... 9
voel, dat er een vloek op rust".
(Wordt vervol#®'*
N