De Eerste Kamer bespreekt de financiën Rheumafiek laafll toch wrijven ET SCHIP DER VERSCHRIKKING PARLEMENT Critiek op personeele belasting voor landgoederen. Het egalisatiefonds. akkers Kloosferbalsem üeuiUetoH Uit het Amerlkaansch door HERMAN ANTONSEN. ^Binnenland Autobus rijdt op boerenkar. (Van onzen parlementairen medewerker.) De Eerste Kamer heeft gistermiddag een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting van financiën voor 1938. Een vijftal sprekers heeft zijn wijsheid daarover gelucht. Uitvoeriger dan aan de overzijde van het Binnenhof hebben twee hunner be schouwingen gewijd aan de monetaire poli tiek der regeering en aan de werkwijze van het in September 1936 ingestelde Egalisatie fonds, waarmede de speculatie tegen den gulden bestreden zou moeten worden en schommelingen in den koers zoo klein mo gelijk gemaakt. De andere punten van dis cussie waren de zware druk der belastingen in het algemeen en van de personeele belas ting op landgoederen en kasteelen in het bijzonder, voorts de voorgenomen wijziging van de vennootschapsbelasting en, tenslotte, de toestand van de sociale fondsen. Öm met den belastingdruk te beginnen: de heeren van Rappard (lib.) en van Voorst tot Voorst (r.k.) zeiden daarover beharti genswaardige dingen; dat die druk veel te zwaar was en dat ze het zoo prettig vonden dat de minister van financiën het hiermede volkomen eens was. Waarop volgde een treurzang op het teleurstellende feit, dat minister de Wilde onder de tegenwoordige omstandigheden er niet aan denken kan het tarief te verlagen. Vooral de hooge personeele belasting, welke van landgoederen en kasteelen moet worden betaald, bracht deze heeren, die in het Geldersche en Overijselsche de toestanden kennen, tot roerende pleidooien, waaruit de bewindsman het verlangen kon beluisteren naar het behoud van veel schoons en ouds, dat nu langzaam maar zeker aan het verval len is, omdat de eigenaren, die verder nog hooge bedrijfslasten en andere belastingen te betalen hebben, hun buitens en kasteelen niet meer kunnen bewonen. Verhuren kun nen zij ze evenmin, aangezien er geen huur ders voor komen opdagen, en toch zijn die gebouwen naar een fantastisch hooge huur waarde aangeslagen. De heeren kunnen ze nog niet eens voor het bedrag van de per soneele belasting verhuren! Bosch, parken, gebouwen, in- en uitwen dig, lijden door onvoldoende onderhoud; personeel werd ontslagen, arbeiders in den omtrek gevoelen het, dat degenen, aan wie in normale tijden een goed stuk brood te ver dienen viel, verdwenen zijn. De heer van Voorst wees erop, dat ook de groote heeren een christelijke behandeling verdienen en hij deed .zelfs een beroep op een paar bekende pauselijke encyclieken, in het algemeen betoogend, dat ons belasting stelsel a-sociaal werkt doordat het de werk loosheid bevordert. Dus drong hij op her ziening daarvan aan, den minister advisee- rend daarvoor bijtijds een commissie van deskundigen te benoemen. Met den heer van Rappard was hij voorts van oordeel, dat het hoog tijd werd, de grondbelasting op het ongebouwd geleidelijk af te schaffen. De liberale afgevaardigde wenschte door een jaarlijksche verlaging van 5 a 10 pet. van deze voor den landbouw zoo schadelijk werkende belasting af te komen. Het Egalisatiefonds. De heer Pollema (c.h.) hield een krachtig betoog tegen de wijze waarop het Egalisa tiefonds, z.i. in strijd met de bedoelingen en de beloften van de regeering, opereert. Hij beschuldigde de regeering eigenlijk van niet minder dan woordbreuk, door te beweren, dat het aan het fonds ter beschikking ge stelde goud vrijwel voortdurend is gebruikt om druk uit te oefenen op den guldenkoers, ofschoon de Staten-Generaal in de meening verkeerden, dat het de bedoeling van het Egalisatiefonds was, te voorkómen, dat door speculatieve handelingen groote schomme lingen in den koers zouden optreden. Door voortdurend te trachten den gulden tegenover den dollar en het pond eenzelfden koers te laten houden (er werden dollars gekocht tegen 1.87) leed het fonds een boekingsverlies aan de Ned. Bank, waaraan het goud werd overgedaan. Als de regeering, zoo betoogde de heer Pollema, er niet in slagen zou het huidige depreciatie-percentage te handhaven, dan zou het kunnen gebeuren, dat niet alleen de oorspronkelijk gedachte winst op het goud verloren ging, maar ook dat de tegenwoor dige boekingsverliezen werkelijke verliezen werden. Mr. Pollema meende dat de regeering ten onrechte zich voor het Britsche stelsel, het „zwevend houden" van de munt had uitge sproken, in plaats van het Zwitsersche te volgen, dat een bepaald devaluatiepercen tage had aangenomen. De monetaire politiek houdt er te weinig rekening mee, dat de koers van de munt niet alleen is een finan- cieel-technisch probleem, maar ook een economisch vraagstuk, dat nauw verband houdt met onze betalingsbalans. De heer Pollema ging zelfs zoover aan te nemen, dat het streven naar een sluitend budget den hoogen guldenkoers heeft veroorzaakt, al thans in belangrijke mate daartoe heeft bij gedragen. De enorme goudvoorraad van de Nederlandsche Bank, meer dan 1 milliard (bij de devaluatie was er ruim 600 millioen) heeft geen stijging van de prijzen tenge volge gehad. Die goudschat ligt er rente loos, terwijl zij de vrucht is van de opoffe ringen, welke de regeering aan het Neder landsche volk heeft opgelegd. Zijn conclusie was dan ook, dat de regeering royaler moet gaan huishouden en dat haar budgetaire politiek en monetaire politiek met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht Onmiddellijk op don christelijk-histori- schen afgevaardigde volgde mr. van Lan- schot (r.k.), die precies het tegenovergestel de betoogde en de werkwijze van het Egali satiefonds volkomen goedkeurde. De be heerder» van het fonds moesten wel druk op den gulden uitoefenen, omdat het buiten land zoo groot vertrouwen in ons betaal middel had, dat de gulden ook na de depre ciatie bleef stijgen en dat zou funest voor ons bedrijfsleven zijn geweest, dat juist door de depreciatie ruimte gekregen had. Vol gens den heer van Lanschot had de werk wijze van het Egalisatiefonds volkomen aan haar doel beantwoord. Indien dit niet zoo had gewerkt, had geen enkele handelsman met gerustheid contracten kunnen afsluiten. En wat het goud in de Ned. Bank betreft, daarvan is een groot gedeelte vreemd goud, van vreemde kapitalen, die hier zijn onder gebracht. Volgens den financieelen specialist der r.k. fractie kan de regeering de tot nu toe gevolgde monetaire politiek gerust vol houden. Voor een daling van den goudprijs behoeft men niet bang te zijn, want dat zou voor Amerika en Engeland op geweldige verliezen uitdraaien, nog afgezien van de dientengevolge te verwachten inzinking van de goederenprijzen, welke eveneens met groote verliezen gepaard zou gaan. In verband met de korte spoorweg- leening, welke Frankrijk onlangs hier te lande heeft gesloten en die mede in verband met de tijdelijke afvloeiing van goud ter sprake kwam, adviseerde de heer van Lajj- e Laat U niet kwellen door rheumatische pijnen, die U oud maken vóór Uw tijd. met den geneeskrach- tigen Kloosterbalsem die ze snel verdrijft. dringt tot diep in de weefsels doorl 4 23) „Kom anders maar bij je oompje hoor, als je iets weten wilt", zei Ted schert send. „Ik kan de toekomst verdraaid goed uit theeblaadjes voorspellen". De man keek naar Ted's rugnaar zijn gebogen, gebruinden, ingezeepten nek en naar een bepaalden wervel. „Dat is goed, Ted", zei hij. „Ik kom bij je". Het lichaam van Ted was zwaar en de man had nogal moeite om het op het bed te tillen. Hij nam een handdoek van het rekje en veegde zeep en water weg van Ted's gelaat en hals. Hij droogde zijn han den. Er was geen druppel bloed gevloeid en de naald was gelukkigerwijze afgebroken vlak onder de oppervlakte der huid, zoo dat deze volkomen glad en gaaf scheen en er niets van den prik te zien was. Ook was er niets van de naald te voelen, als hij met zjjn vinger zachjes over de huid streek. Hg legde het warme, nog lenige lichaam van Ted in een gewone slapende houding en trok zijn badjas recht. Hij liet het wa ter uit den waschbak wegloopen, droogde hem om met den handdoek en gooide dezen in het mandje voor het waschgoed, dat on der de waschtafel stond. Den zilveren vingerhoed met het afge broken stukje naald wierp hij door een der patrijspoorten in zee. Hij opende de deur der hut, keek de gang naar beide zij den af, zag niemand, stapte naar buiten en sloot de deur achter zich. „Keurig!" mom pelde hij. HOOFDSTUK XII. 35 7 Noorderbreedte. 64 30 Westerlengte. „Mijnheer Poole geeft geen antwoord, mevrouw". Charley, die een beetje trotsch was over het succes van zijn cocktails, gedroeg zich als een voorbeeld van een Engelschen steward. Mevrouw Poole voelde zich ontevreden geprikkeld. „Misschien was hij er niet", zei ze. „Heb je nog in de hut gekeken?" „Zeker, mevrouw. Ik heb zelfs de vrij heid genomen, hem te roepen van af den drempel, maar hij bleef doorslapen". „Ben je naar hem toegegaan en heb je hem door elkaar geschud?" vroeg Valcour. „Natuurlijk niet, mevrouw". „Doe dat dan!" zei mevrouw Poole. Charley beet zich even op de lippen. „Jawel, mevrouw", zei hij en verliet den rooksalon. Valcour voelde zich zeldzaam slecht op schot om in de toekomst hij voorzag nóg wel eens een Fransche leening! van de voor ons zoo onaangename surtaxes d'entrepöt een ruilobject te maken. Voor wat hoort wat! Hij achtte den toestand van de sociale verzekeringsfondsen, waarin de laatste jaren onvoldoende is gestort, in hooge mate zorg wekkend. Hij geloofde echter niet, dat de regeering in 1940 al tot hervatting van de stortingen zou overgaan, waarmede jaarlijks een 40 45 millioen mee zou zijn gemoeid en dat we ons wel zouden bepalen tot een stelsel van rentedekking. Een onderzoek naar de verdere financiering is evenwel ge- wenscht; het is namelijk ook de vraag hoe het verder daarmee moet gaan, nu de rente voet is verlaagd. De laatste spreker van gistermiddag was de heer de Jong (r.k.), die een pleidooi hield voor een belasting van de winsten van vennootschappen op gelijke wijze, welke rechtsvorm zij ook mogen hebben, namelijk een heffing aan de bron. Maar dat is nu juist een wensch, waarmee de heer van Rappard zich niet verklaarde te kunnen ver eenigen, ofschoon hü ook belastingontdui king wilde tegengaan. Passagiere zwaar gewond. Gisteravond is even buiten Bavel op den weg BavelGilze een B.B.A.-autobus, be stuurd door den chauffeur A. F. uit Baarle- Nassau in volle vaart op een van den tegen- overgestelden kant komenden vierwieligen boerenwagen gereden, welke bestuurd werd door den landbouwerszoon S. uit Teteringen. De bus reed vlak langs het paard tegen den zykant van den wagen op en kwam daarna in een naast den weg liggende sloot terecht. Van de vier inzittenden van het zwaar ge havende voertuig bekwam mej. C. v. B. uit Gilze zoo ernstige wonden, dat zü op last van dr. Gommers per ziekenauto naar het St. Ignatius-ziekenhuis te Breda moest worden overgebracht. De beide andere pas sagiers en de chauffeur kwamen er met lichte kneuzingen af. De voerman van den wagen en het paard bleven ongedeerd. Volgens den chauffeur zou hg den wagen niet hebben opgemerkt, doordat de jas van den voerman voor de lantaarn zou hebben gehangen. DE MINISTER OVER DE ZAAK- HANSEN. Vcrschooningsrecht van den journalist Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer op de Justitiebegrooting is het volgende ontleend; Het geval van den Haagschen journalist, die onlangs gedurende eenigen tijd geggzeld is geweest, heeft enkelen leden aanleiding gegeven tot de uitspraak, dat het verschoo- ningsrecht voor den journalist wettelijk kan en moet worden geregeld, althans voor pu blicaties, waarbg de zorg voor het algemeen belang de drijfveer is. In de logische orde ligt het voor de hand, dat men eerst zgn standpunt tracht te bepa len met betrekking tot de vraag, of het ver- schooningsrecht van den journalist moet worden, beter gezegd behoort te worden ge regeld. Eerst daarna komen aan de orde vragen van rechtsmethodiek en wetstech- niek. Wel valt het op, dat de door vorenbe doelde leden gemaakte subsidiaire restrictie de wettelijke omschrijving en zeker de toe passing van een zoodanigen regel niet ge makkelijk zou maken. Dat zonder verschoo- ningsrecht van den journalist de vrije mee- ningsuiting niet onverkort zou zijn te hand haven, lijkt den minister een opvatting, die bezwaarlgk is vol te houden. Argumenten worden in het verslag niet aangeroerd. Of het weidsche verband, dat aldus wordt ge construeerd, bevorderlijk is aan een even wichtige beschouwing van het vraagstuk van het verschooningsrecht van den journa list, waagt hg voorshands te betwijfelen. Intusschen is gelgk bekend dit vraagstuk onlangs opnieuw tot een onder werp van studie gemaakt in den kring der naast betrokkenen. Tegen den Haagschen journalist is een strafvervolging aanhangig wegens overtreding van artikel 192 Wetboek van Strafrecht. Niet onwaarschgnlijk zal derhalve de rechter zich binnenkort gesteld zien voor vorenbedoeld vraagstuk. In deze omstandigheden ligt het voor de (s)OOOQOO€> M, Donderdag 10 Februari. X HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (Avro-uitz.) 8.Gr.pl. 10.Mor- Q| genwgding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Om- ijtji roeporkest en soliste. 11.Kniples. x 11.30 Omroeporkest en solisten. 12.30 Gr.pl. 1.30 Verv. concert. 2.— (ffl Voor de vrouw. 2.30 Het Omroep- fl orkest. 3.Kniples. 3.45 Viool en piano. 4.— Voor zieken en thuis- W zittenden. 4.30 Viool en piano. 4.50 Voor de kinderen. 7.05 Avro-dans- orkest 7.30 Engelsche les. 8.— ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Concertgebouw-orkest. 8.55 Gr.pl. 9.15 Radiotooneel. 10.15 Gr.pl. 11. ANP-ber. Hierna Avro-dansorkest. 11.40—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301,5 M. (8.—9.15 en U.2.KRO, de NCRV van 10.— 11.— en 2.—12.— uur). 8.—9.15 en 10.— Gr.pL 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pL 11.30 Godsd. halfuur. 12.— Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Handwerkuurtje. 2.55 Gr.pl. 3.— Voor de vrouw. 3.30 Gr.pl. 4.Bgbellezing. 5.Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.3) Gr.pl. 5.45 Tenor en piano. 6.45 Gr.pl. 7.Ber. 7.15 Journ. week overzicht. 7.45 Rep. 8.ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Christ. Ge mengd koor Hosanna. 9.De arbeid der gehuwde vrouw, cause rie. 9.30 Gr.pl. 9.40 Orgelconcert. 10.45 Gymnastiekles. 11.12. Gt.pl. Na afloop Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.25—11.45 Gr.pL 12.05 Alfred v. Dam's orkest. 12.50 Deel. 1.20 Gr.pl. 1.50—2.20 New Georgian Trio. 3.103.20 Gr.pL 3.35 Sted. orkest Bournemouth m. m. v. solist. 5.C5 A woman looks at Cruft's, causerie. 5.20 Ambrose en zgn Band. 6.Gr.pL 6.20 Ber. 6.40 Causerie over Australië. 7.Or gelconcert. 7.20 BBC-orkest, mmv. solist. 8.20 Variété-pro gr. 8.50 Col- lective security and Reg. pacts, causerie. 9.20 Ber. 9.40 T. Joyce en zgn Band. 10.20 Korte kerkdienst. 10.40 Viool en piano. 11.20 Bert Firman en zgn orkest. 11.50—12.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 9.10, 10.40 en 11.20 Gr.pL 12.40 Giardino- orkest en zang. 3.05 Pianovoordr. 00000004 3.20 Zang. 4.20 Gr.pL 5.20 Radio tooneel. 8.35 Zang. 8.50 Qpera-uitz. KEULEN. 456 M. 5.50 Dresdensch orkest. 7.50 E. Börschel's orkest. 8 50 Luitvoordr. 9.209.50 Volks- liederenconcert. 11.20 Omroep orkest. 1.35 Solistenconcert. 3.20 Omroeporkest. 5.40 Amusements sextet. 6.30 Gr.pl. 7.30 Prisca-kwar- tet en solist. 8.20 Radiotooneel. 9.55 11.20 Landes-orkest Württem- berg-Hohenzollern, Alhaca-harmo- nica-orkest, duo Schulrabe en so- listen. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pL 12.50 Cabaret. 1Om- roepkleinorkest. 1.50 Vervolg caba ret. 2.—2.20 Gr.pl. 5.20 Omroepsa- lonorkest. 6.50 Gr.pl. 8.20 Bonte avond. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Omroeporkest. 1.50—2.20 Gr.pL 5.20 Brusselsch cellokwartet. 5.40 Gr.pl. 6.35 Om- roepsalonorkest. 7.36 Gr.pL 8.20 Omroeporkest. 8.50 Radiotooneel. 9.50 Vervolg concert. 10.30—11.20 Ensemble voor oude muziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 6.30 Fred. Hippmann's orkest en solisten. 7.20 Blaasconcert. 8.20 Ber. 8.35 Omroeporkest, mmv. soliste. 9.20 Ber. 9.35 Sportrep. 9.50 Piano- voordracht. 10.05 Scheepsweerber. 10.2011.20 Nedersaksisch Symph.- orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.35, Pargs Radio 10.3512.05, Luxemburg 12.05—12.20, Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VI. 13.2014.20, Luxem burg 14.20—15.05, Parijs Radio 15.05—15.20, Keulen 15.20—18.20, Pargs R. 16.2016.35, Keulen 16.39 17.20, Brussel VI. 17.20—18.30, Keulen 18.3020.20, Brussel Fr. 20.20—20.50, Pargs R. 20.5024.—. Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—12.05, Droitwich 12.0512.50, Lond. Reg. 12.50—13.20, Droitwich 13.2014.20, Lond. Reg. 14.20— 15.20, Droitwich 15.20—24.—. Lijn 5: Diversen. «7 hand, dat de minister zich thans onthoudt van een antwoord op de hem door enkele leden gestelde vraag. Met een enkele sobere opmerking van meer algemeene strekking meent hij voorshands te kunnen volstaan. Voorop moet worden gesteld de burger plicht om te getuigen. Slechts om zeer bij zondere redenen kan men van dien plicht worden ontslagen. Die redenen geven inhoud aan het verschooningsrecht. Grond voor dit recht is een behoorlijke uitoefening van het beroep naar zgn aard in onverbrekelijk ver band met het rechtmatig belang bij geheim houding van dengene, die een mededeeling heeft gedaan. Getoetst aan deze normen, zijn sprekende voorbeelden: de beroepen van geestelijke, medicus, advocaat en nota ris. Daarbij kan een zekere organisatie van den beroeps*tand waarborg zijn voor be hoorlijke hanteer ing van het verschoonings recht. Het wil den minister voorkomen, dat men de vorenaangeduide factoren mede zal moe ten betrekken in zijn beschouwingen om trent verschooningsrecht van den journalist. GEEN MAURITIUS-ZEGEL ONTDEKT? Volgens een bevoegd expert een gewone Engelsche zegel uit 1850. Ongeveer een tweetal weken geleden is er in de bladen een bericht versche nen omtrent de sensationeele ontdek king van een Mauritius-zegel, waarvan de waarde op niet minder dan 50.000 geschat werd. Zooals men zich zal herinneren, werd deze zegel ontdekt op een plaatje achter glas ingelgst en waarvan de teekening ge heel uit postzegels was samengesteld. Voor slechts 15 cent ging het kunstwerkje op een boedelveiling te Ngkerk in handen van een kooper over, die het enkel dagen later aan een plaatsgenoot, den heer Luttmer, voor 1.25 verkocht Deze meende, na overleg met „experts" een kostbare Mauritius-ngal ontdekt te hebben. Het bericht bracht de geheele philatelistische wereld in beroering en zelfs in het buitenland toonde men be langstelling voor deze bijzondere ontdek king. Wel heel teleurstellend voor al die dui zenden postzegel-liefhebbers is het oordeel van den bekenden postzegel-expert en -han delaar, den heer Reinou Kingma te Apel doorn, uitgever van het tijdschrift „Postze- gelnieuws". De heer Kingma deelt n.L mede, dat de heer Luttmer uit N ij kerk eenige weken ge leden vóór de ontdekking bü hem is geweest met het inmiddels beroemd gewor den plaatje. De heer Kingma, die een langdurige erva ring heeft op postzegelgebied en in philate listische kringen een bekende figuur is, ont dekte terstond, dat de z.g. „Mauritius-zef# een gewone Engelsche postzegel was van hst jaar 1850, zooals er duizenden in den handel zijn. De gelijkenis met den Mauritius-zegel is deze, dat op beide een afbeelding voorkomt van koningin Victoria. De Engelsche zegel van 1850 is donkerbruin, de Mauritius-zegel oranje-getint. Bovendien zijn alle zegels van het be wuste plaatje verknipt en dus beschadigd. De mededeeling, dat een Amsterdarnache combinatie den zegel voor een hoog bedrag 8000) zou hebben aangekocht, niet het doel om hem op de vermaarde Harvard-vti- ling te Londen te brengen, acht de heer Kingma een fabeltje. Zijns inziens toch zou geen enkele expert er in vliegen. Op het plaatje komt bovendien geen enkele zegel van waarde voor. Bij duizenden zijn ze allen in den handel aldus onze zegsman^ zonder geschonden te zijn. zgn gemak. Miss Sidderby legde hem breedvoerig de weldaden van een gezon den slaap uit. Hg kon zgn aandacht niet houden bg haar gepraat en zgn welleven de glimlachje was gemaakt en stroef Slaap, die gestoord werd door herhaald kloppen en roepenen dat midden op den dag! Hij voelde verschillende vragen bij zich opkomen, waarop hij onmiddellijk antwoord moest hebben. Mgnheer Dumarque kwam met Force de deur binnen en kapitein Sohme was meteen in zgn rol van royalen gastheer. „U komt net op tgd, heeren! We drin ken net een paar kostelgke Martini's en als u vijf minuten geduld wilt hebben, dan zal Charley er ons nog een paar brengen. Charley maakt ze altgd uitstekend". Mgnheer Dumarque schoof een stoel wat dichter bg mevrouw Poole. „Zal ik eens iets beweren over geduld en bg voorbeeld zeggen, dat het zelf veel meer van waarde is, dan de belooning, die er op volgt?" „Als u er uzelf toe gedrongen voelt", antwoordde ze. „Het is allemaal een kwestie van over drijving", zei Force tegen miss Sidderby, „men kan zgn lichaam net zoo verknoeien door te lang en te veel te slapen, als door te veel alcohol te drinken". „Best mogelgk", zei miss Sidderby een beetje gechoqueerd. En ze keek verwon derd naar het bleeke gezicht van Charley, die juist binnenkwam. „Ik kan hem niet wakker krggen, mgn heer". Hg sprak mevrouw Poole niet aan, Hij stond met waterige, verschrikte oogen voor kapitein Sohme. „Waarom niet?" „Ik schudde hem bij zijn schouder en het eenige gevolg was, dat hg omrolde en slap bleef liggen op zgn rug". Charley jammerde: „Er was heelemaal geen bloed". „Bloed? Houd je bek toch, zot!" Kapi tein Sohme keek bezorgd naar miss Sidder by. „Weest u kalm, dames, heel kalm". Beide dames waren kalmheel kalm zelfs, akelig kalm. Miss Sidderby zat met glazige nietsziende oogen voor zich te kij ken, alsof ze een slag had gekregen die haar verdoofd had. Mevrouw Poole was krijtbleek geworden en ze hield haar oogen een enkel oogenblk op Valcour gericht, die opstond en den salon verliet. Ze hoopte, dat hg Ted wakker kon krggen De heeren waren allen opgestaan. Er heerschte een zekere paniekstemming. Ka pitein Sohme trachtte te lachen, maar het ging hem niet goed af. „We stellen onszelf aan als gekken", zei hg veel te luid. „Onze zenuwen maken, dat we een berg zien, waar niet meer dan een muis isen als jü niet met dat ge snuffel ophoudt, Charley. dan vergeet ik, hat er dames bü zgn en sla ik je de deur uit. Ik ben met een paar minuten terug en dan drinken we nog een cocktail en zullen er over lachenNeen, neen, waarom oigrt u niet hier, mevrouw Poole?" „Waarom wilt u, dat ik hier blijf?" Ze klemde zich bgna heftig aan zün arm vast !no" u r!' hoe *laar v'nRers hem büna ongemakkelgk knepen. „Omdat u er net zoo over denkt, als ik!" „Onzin, onzin, mevrouwtje. Ja, natuur- Igk, als u er beslist op staat Ze liepen den salon uit, kapitein Sohme met mevrouw Poole aan zgn arm en zgk luide, zinlooze lachen klonk over het dek- Force en Dumarque gingen hen achterna- Valcour richtte zich op. Hg had met zü® oor op de borst van Ted gelegen. Zgn vingers rustten licht op het gelaat van Ted. terwgl hg diens oogen onderzocht. Hü J» het hoofd voorzichtig achterover op ha kussen zakken en terwgl hij dat dekjL voelde hg, dat het achter de ooren vochtig was. Zgn trekken werden hard, toen hij die vochtigheid herkende als niet °P»e" droogd zeepsopdat er niet langer tien minuten geleden opgekomen kon Iemand stond nu eenmaal niet op om zie te wasschen, dan weer In bed te gaan lig gen en testerven „Als u even binnen wilt komen, kif»" tein en de deur achter u op den greitM» doen zei hg. Maar mevrouw Poole drong mee binnen en kapitein Sohme sloot en gr*®" delde de deur, waarbg hg met opzet i°°" lang mogelgk met zgn rug naar het elW" dige tooneel op het bed bleef staan. Als nu maar iets méér zei, dan dat enke'*' felle: „Ted?" en ophield met snikk«n zachtjes mompelen: „Dood. - dood., 9 dood „We moeten hier vrouwelüke hulp ben", zei kapitein Sohme, zonder den deur knop aan te raken. „Dat vervloekte schip!dat vervloek schip!" herhaalde ze telkens weer. „Wat ziet ze er nu oud uit!" dacht h® en zei hardop: „Dat is zoo., ik voel... 9 voel, dat er een vloek op rust". (Wordt vervol#®'* N

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 8