Mr. Pollema verklaart zich nader s |ET SCHIP DER VERSCHRIKKING PARLEMENT De minister wil de tering naar de nering zetten. !BinHenland II kunt ze herkennen aan Fransch schip in nood. JeuiUeton Uit het Amerikaansch door HERMAN ANTONSEN. Zaterdag 12 Februari. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (VARA-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— VPRO-morgen wijding. 10.20 Uitz. voor Arb. in de Continubedr. 12. I.45 Gr.pl. 2.Filmpr. 2.15 Piano- voordr. 2.45 Amateurs-uitz. 3.15 Gr.pl. 3.30 Residentie-orkest. 4.30 Landbouwpr. 4.50 Vervolg concert. 5.40 Literaire causerie. 6.Orgel spel 6.30 Westfriesche uitz. 7. Filmland. (7.30 VPRO: Bybelver- tellingen. 8.Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 VA- RA-orkest, mmv. solist. 9.— Deel. 9.15 En nuOké! 10.30 ANP-ber. 10.40 Gr.pl. 10.50 Orgelspel. 11.— Souvenir-orkest mmv. solist. 11.30 Ber. 11.35—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301,5 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.Ber. 12.15 De KRO- melodisten, mmv. solist en gr.pL Voor de jeugd. 2.30 Gr.pl. 3. Kinderuurtje. 4.05 KRO-orkest en gr.pl. 5.30 Gr.pl. 5.45 KRO-Nachte- gaaltjes. 6.15 Gr.pl. 6.20 Journalis tiek weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7. Ber. 7.15 Het zien van schilderyen, causerie. 7.35 Actueele aetherflit- sen. 8.ANP-ber., mededeelingen. 9.15 Overpeinzing met muz. omlijs ting. 8.35 Gev. progr. 10.30 ANP- ber. 10.40 Filmpr. 10.55 De KRO- melodisten, mmv. solist. 11.30 12.— Gr.pL DROITWICH, 1500 M. 11.2C Gr.pl. II.50 BBC-Wels-orkest, m. m. v. soliste. 12.50 Gr.pl. 1.20 New Co- ventry Hippodrome Orkest. 2.20 Gr.pl. 2.55 Sportrep. 4.40 Gr.pl. 5. DecL 5.20 Carroll Gibbons en de Savoye Hotel Orpheans. 6.20 Ber. 6.50 Sportpr. 7.05 BBC-orkest. 7.50 Radiojournaal. 8.20 Musichall-progr. 9.20 Ber. 9.40 Amerikaansch nieuws. 9.55 Inleiding volgende uitz. 10. 2e acte opera Don Juan. 11.15 Jack Harris en zyn Band. 11.50 Orgel spel. 12.1012.20 Ber. RADIO PARIS, 1648 M. 7.50 en 8.55 Gr.pl. 9.50 Conservatorium-orkest. 11.50 Gr.pl. 12.20 Pianovoordracht. 12.35 Bailly-orkest en zang. 3.20 en 4.05 Zang. 6.20 Gr.pl. 8.35 Zang. 8.50 RadiotooneeL 9.30 Variété- progr. 10.35 Syfnph.-concert. 11.20 1.20 J. Bouillon s dansorkest. KEULEN, 456 M. 5.50 H. J. Fier- ke's orkest. 7.50 Danziger Landes- orkest en solist. 8.50 Blokfluit en piano. 11.20 Omroeporkest. 1.35 Gr.pl. 3.20 Omroepschrammel- ensemble en -Amusementsorkest m. m. v. solisten. 5.30 Omroeptrio, 7.20 Robert Gaden en zyn orkest. 8.20 Rep. 9.50—12.20 Wül Glahe en Theo Held met hun orkesten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Omroepkl.-orkest. 1.50 Gr.pL 2.20 RadiotooneeL 3.20 Omroepsalonorkest. 3.50 Gentsch Conservatorium-orkest en solist 6.35 Omróepkleinorkest. 7.25 Zang, 8.20 Cabaret. 9.20 Omroepsymph - orkest en solist. 10.50 Populair con cert. 11.50—12.20 Gr.pL 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Omroeporkest. 1.50 2.20 Gr.pl. 3.20 Conservatorium orkest en solist. 4.50 Omroepsalon-1 orkest. 5.35 A. Felleman's orkest. 6.35 Cembalo en orgeL 7.35 Gr.pL 8.20 Omroeporkest. 8.50 Radiotoo neeL 9.35 Vervolg concert. 9.50 Waalsch cabaret. 10.30 Omroepsa lonorkest en soliste. 11.2012.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Landesorkest Gouw Berlyn, Adalbert Lutter's orkest, vocaal sextet en solisten. 9.20 Ber. 9.35 Sportrep. 9 50 Cello en piano. 10.05 Scheepsweerbericht 10.2012.15 F. Kaufmann's orkest (10.3010.45 Reportage). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parys R. 9.20—12.05, Lond. Reg. 12.05—12.35, Keulen 12.35—13.20, Brussel VL 13.2013.35, Keulen 13.35—14.20, Brussel VI. 14.20—15.20, Keulen 15.2017.20, Brussel Fr. 17.20— 18.20, Parys R. 18.2018.35, Brus sel Fr. 18.35—19.20, Keulen 19.20— 21.20, Brussel VI. 21.20—22.30, Keu- len 22.30—24.—. Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—11.35, Droitwich 11.35—14.20. Lond. Reg. 14.2016.40, Droitwich 16.40—24.—. Lijn 5: Diversen. Meer vrijheid voor de gemeenten in het financieele beheer. (Van onzen parlementairen medewerker.) Gistermorgen heeft de Eerste Kamer de behandeling van de begrooting van finan ciën beëindigd. Het resultaat was, overeen komstig de verwachtingen, dat ze zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurd. Bij de replieken verduidelijkte de heer Pollema (c.h.) zyn bedoelingen met betrek king tot een wat ruimere uitgavenpolitiek, waartoe hy de regeering meende te moeten aansporen, teneinde den druk op den gul den te laten verminderen en een wijziging te brengen in de huidige monetaire politiek, die z.i. gevaren inhoudt, grootere gevaren dan wat wel wordt genoemd „een beetje inflatie". Mr. Pollema nu betoogde nader, dat het geenszins zyn bedoeling was, dat de regee ring ongelimiteerd de Rijksuitgaven zou uit zetten, om tegemoet te komen aan hen, die zich in den crisistijd groote offers hebben moeten getroosten. Hy blijft een voorstan der van een voorzichtige financieele poli tiek, evenals de regeering. Maar hy meende, dat hij juist aan dit kabinet daarom een be- heerschte leeningpolitiek kon toevertrou wen. Een verruiming van andere uitgaven toch ligt geheel in de lijn van de gevolgen van de militaire uitgaven, die een tendenz van inflatie inhouden. De fout is geweest, dat de regeering het egalisatiepunt van den gulden te diep heeft genomen door dollars aan te koopen voor 1.87. Wij zitten nu aan een bepaalden koers vast en het goud blijft maar toestroomen. Daardoor gevoelen sommigen zich be zwaard. Ook mr. Trip zou voor hen, die zijn Amsterdamsche rede goed hebben gelezen, te dien opzichte niet geheel gerust zijn. Mr. Pollema herinnerde aan de gevaren van dien grooten goudvoorraad. Sedert 1929 is de goudproductie in de wereld verdub beld, maar toch doet zich het verschijnsel voor, dat de goudprijs in den loop der jaren is gestegen. (De Vereenigde Staten en En geland blijven goud tegen den huidigen prijs opnemen, waarschijnlijk om een ste vige goudreserve in een mogelijken oorlog te hebben.) Onder de goudproduceerende landen neemt Rusland een belangrijke plaats in en is daarin een onzekere factor. Men weet, dat president Roosevelt de be voegdheid bezit om den dollar met 10 pet. verder te devalueeren; is het zoo zeker dat hij van die bevoegdheid geen gebruik zal maken? En dan de gulden zit nu aan den dollar vast! Wij missen thans onze vrij heid op monetair gebied. Verder werd nog gerepliceerd door de heeren van Lanschot (r.k.), de Zeeuw (s.d.) en von Bönninghausen (n.s.b.) Behalve een paar tusschen eerstgenoemden gewisselde stekeligheden naar aanleiding van 't feit dat de sociaal-democraat wederom het bestaan van een tegenstelling tusschen daden en program der R.K. Staatsparty had geconsta- ONGELUK IN EEN LASCHSCHOOL. In de laschschool N.V.L. aan de Hamer straat te Amsterdam is gisteravond een ern stig ongeluk gebeurd. De 20-jarige leerling, J. F. Voigt, was in een der oefencellen bezig met een autogeen laschapparaat. Door de wegspringende von ken geraakten zyn kleeren in brand. Twee jongens, die het vuur poogden te blusschen, liepen brandwonden aan de handen op. Met veel moeite gelukte het de brandende klee ren van Voigt te dooven. Toen even later de brandweer ter plaatse kwam, heeft deze hem voorloopig verbonden. Hij heeft ern stige wondefi aan onderlijf en armen en bee- nen. De geneeskundige dienst heeft hem naar het Binnengasthuis vervoerd. teerd, leverden deze replieken niets vermel denswaardigs op. Minister de Wilde ^rklaarde de repliek van den heer Pollema met meer ingenomen heid te hebben aangehoord dan zijn rede in eersten termijn, maar moest tot zijn spijt vaststellen, dat deze afgevaardigde weder om in gebreke was gebleven, een middel aan te geven dat een oplossing van de moei lijkheden kon bieden. „Een beetje inflatie" mag dit niet zyn. Terecht heeft jhr. de Geer al jaren geleden en ook later nog daartegen gewaarschuwd, omdat men niet weet waar een beetje inflatie eindigt. Bovendien is de term inflatie ook niet juist gebruikt, omdat wij onze bankbiljetten-circulatie slechts wei nig hebben vergroot. In Duitschland kwam indertijd de krach, omdat de limiet verre was overschreden. Mr. Pollema mocht nu wel volhouden dat de werkwijze van het Egalisatiefonds „niet aan de verwachtingen had voldaan" wat anders klonk dan „het niet nakomen van be loften! maar met verwachtingen van wien ook had de regeering niets te maken. Zij heeft alleen te maken met het doeL waarvoor het fonds is ingesteld en daaraan heeft dat beantwoord. De heer Pollema had moeten bewijzen, dat de financieel-econo- mische waarde van den gulden op het oogen- blik te hoog is. De regeering ontkent niet, dat er aan de gestes van het fonds gevaren zijn verbonden, maar zij heeft gelukkig een algemeen ver trouwen. Momenteel is voor ons „de vlucht in het goud" wel het veiligst. Minister de Wilde zeide tenslotte niet te vinden te zijn voor een wat lichtvaardiger uitgavenpolitiek. Trouwens wat de heer Pol lema voor zyn doel wenscht gebeurt al: er worden millioenen méér uitgegeven voor militaire doeleinden, en ook dat heeft de in stemming van den chr. hist. afgevaardigde. De minister van financiën achtte het 't maar het veiligste om als de goede huismoeder de tering naar de nering te zetten en niet meer uit te geven dan er inkomt. Na de dupliek van den minister ging zyn begrooting z.h.s. onder den hamer door. Slechts kort duurde de discussie over de begrooting van het Werkloosheidssubsidie- fonds. De heer Kropman (r.k.) deed een poging om nog wat meer voor de benarde gemeenten los te krygen, doch hy kreeg nul op 't request. Minister de Wilde betoogde, dat de ge meenten haar verantwoordelijkheid moesten kennen en niet zich gewennen om te leunen op een fonds. Hij vertelde nog, dat het on langs door hem aangekondigde wetsont werp, waarbij aan de gemeenten meer zelf standigheid in het financieele beheer wordt gegeven, zoo goed als gereed is. Qok deze begrooting werd z.h.s. goedge keurd, waarna, zonder discussie, de begroo ting van het departement van koloniën volgde en nog een aantal kleine ontwerpen. Op een vroeg uur, half drie, ging de Ka mer in comité-generaaL dat vermoedelijk over een inwendige Kameraangelegenheid heeft geloopen. Dinsdag komt de senaat vermoedelijk weer bijeen. IJSELMEER LEEGGEVISCHT? Huizer-visscher vermocht vrijwel niets te vangen. Maandagmorgen j.L vertrok een Huizer visscher naar het IJselmeer om te trachten met zyn zijdenetten een hoeveelheid bot te verschalken. Maar waar de netten ook wer den uitgezet, telkens bleef een behoorlijke vangst uit. Tot nabij den Afsluitdijk werd nog getracht iets te vangen, doch zonder re sultaat. Een „schot" het eenmaal uitzet ten van de netten leverde12 lot 16 botjes. Het IJselmeer water werd gekenmerkt door de aanwezigheid van groote hoeveel heden hooi en ander drijvend vuil, waardoor de netten verontreinigd werden. Donderdag middag keerde de botter in de haven terug. De vangst blijft voorloopig gestaakt tot en met April. hun hartvorm, want Mijnhardtjes zijn geen ronde, maar hartvormige cachets en onder scheiden zich van alle goede middelen d.e tegen Kou, Griep en a'lerlei pijnen bestaan, doordat zij veel vlugger en afdoender helpen en zoo den duur van Uw ongesteldheid belang rijk verkorten. Koker 12 st. 50 ct. Proelverpakking 2 st. 10 ct. Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten. Vrachtboot voor Schiermonnikoog zendt S.O.S.-seinen uit. Men meldt ons uit Schiermonnikoog: Op 54 graden Noorderbreedte, 6 graden 2 min. Oosterlengte verkeert het Fransche s.s. „Baoulé" in nood. Het schip heeft S.O.S.- seinen uitgezonden. De „Baoulé" is een schip van de „Char- geurs Réunis" en behoort thuis te Le Havre. Het meet 5874 bruto reg. ton en 3491 netto reg. ton. Woensdag vertrok het schip van Hamburg naar Rotterdam. Het weer is stormachtig. De positie van het in nood verkeerende schip was blijkens nadere gegevens gister avond omstreeks negen uur 53 graden 56 m. N.B. en 6 graden 37 min. O.L. Het schip bevond zich toen op 22 mijl Oost-Noord-Oost van het Duitsche licht schip „Borkumer Rif". Aangezien de „Baoulé" dichter bij het sta tion van de Duitsche reddingmaatschappij dan by dat van de Noord- en Zuidholland- sche ligt, deed deze laatste nog geen motor reddingboot zee kiezen. Een Nederlandsche reddingboot zou bijna acht uur moeten va ren om het schip te kunnen bereiken. De Fransche vrachtboot heeft een defect aan de circulatiepomp. Twee schepen, waar van de namen nog onbekend zijn, bevinden zich in de nabijheid. Over de „Baoulé" werd omstreeks kwart over tien bekend, dat het schip om dc Zuid-Zuid-Oost drijft. Het was op dat oogenblik tien myl dichter by den Duit- schen wal. De Duitsche sleepboot „Albatros" is uitgevaren en werd om elf uur by het Fransche schip verwacht. Indien deze er niet in mocht slagen vast te maken, bestaat er groote kans, dat de zware storm, welke met windkracht 910 uit Noord-Noord- Westelijke richting staat, de „Baoulé" op de gronden van de Ooster-Eems beooston Bor- kum zal doen stranden. De motorreddingboot van Borkum heeft nog geen zee gekozen, doch ligt voor uitva ren gereed. TWINTIG DUIVEN BIJ EEN BRAND OMGEKOMEN. Gistermiddag heeft in de zolderverdie ping van een woning ln de Quellynstraat te Amsterdam een binnenbrand gewoed. Het vuur was ontstaan door vlamvatten van hout in den schoorsteen. De brandweer bluschte den brand met een straal op de brandkraan. Een aldaar wonende duivenliefhebber werd van twintig vogels die in de zware rookontwikkeling ornkv>amen, beroofd. STAATSCOMMISSIE VACCINATIEPLICHT. Drie vragen opgesteld. Bij koninklijk besluit is ingesteld een staatscommisie, aan welke is opgedragen te onderzoeken: 1. of het wenschelyk is de bestaande bepalingen betreffende den vaccinatie plicht, waarvan de werking is opgeschort, hetzy terstond, hetzij geleidelijk, weder in werking te doen treden, en zoo deze vraag ontkennend wordt beantwoord; 2e. of het wenschelyk is deze bepalin gen te doen vervallen, zonder dat tot eenige nrieuwe regeling van de vaccinatie wordt overgegaan, dan wel 3. of het wenschelyk is ten aanzien van de vaccinatie een nieuwe regeling te tref fen, en zoo ja, hoe zy behoort te luiden. ANTON TIERIE Bekend dirigent, organist en paedagoog. Gistermiddag is in het Diaconessenhuis aan den Overtoom te Amsterdam, waar hy sinds geruimen tyd verpleegd werd, op byna 68- jarigen leeftijd overleden de heer Anton Hildebrand Tierie. Tierie werd geboren op 4 April 1870 te Wageningen, ontving zyn muzikale oplei ding aan het conservatorium te Amsterdam en werd in 1890 organist en muziekdirecteur van de Vrye Gemeente aldaar. In 1898 ont stond de Oratorium-vereeniging, die popu laire uitvoeringen van oratoria en andere groote koorwerken in het leven riep, en die Tierie tot haar directeur benoemde; later verkreeg deze vereeniging het predicaat Ko ninklijke. Ook heeft Tierie zich toegelegd op de opera, waarvoor hij onder leiding van Willem de Haan studies maakte aan het toenmalig Hof-theater te Darmstadt. Hy heeft ook hier te lande een aantal opera- voorstelingen gedirigeerd. Sinds 1913 was hy directeur van de zangvereeniging der Toonkunstafdeeling te Leiden, later heeft hy wylen Johan Schoonderbeek opgevolgd als directeur der Koninklijke Zangvereeni ging Excelsior te Den Haag. Daarnaast had Tierie een uigebreide pae- dagogische werkkring. Sinds 1890 was hU hoofdleeraar aan de muziekschool van toon kunst te Amsterdam. Verder maakte hy deel uit van het hoofdbestuur der My. tot bevordering van de Toonkunst en van ver schillende examen-commissies. In 1980 werd hy benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau. ACHTERLICHTJES. DIE LOSTRILLEN. Nieuwe keuringseischen noodig geacht. Sedert de invoering van het rywielachter- licht met ingang van 1 Janucri is gebleken, dat duizenden wielrijders, niettegenstaande hun achterlicht voorzien was van het vast gestelde ryksmerk, moeilijkheden ondervon den ten gevolge van constructiefouten. In hoofdzaak schijnt dit wel terug te voe ren te zyn op de omstandigheid, dat de voor de bevestiging van het achterlicht voorge schreven plaats, n.L het achterspatborduit- einde, tot de meest kwetsbare en de meest aan trilling onderhevige deelen van het rij wiel behoort en dat met dit it bij de keu ring blijkbaar geen rekening is gehouden. Lostrillen der lampjes is dan ook een zeer veel voorkomend euvel. Een moeilijkheid daarbij is, dat bij de- keuringseischen geen bepaling is opgeno men dat het achterlicht zóó moet zijn uit gevoerd, dat gemakkelijk te controleeren is of het werkelijk brandt. Het gevolg van een en ander is dat de wielrijder, die denkt door een achterlicht met rykskeur te koopen al thans een waarborg te hebben tegen ele mentaire constructiefouten, zonder dat hij dit verwacht, met een niet brandend licht rydL Hoewel de politie, aldus schrijft ons de A.N.W.B., in vele plaatsen nog volstaat met het waarschuwen, worden toch ook reeds in tal van gevallen processen-verbaal opge maakt, zoodat velen niet alleen verplicht zullen zyn een nieuw achterlicht, maar bo vendien nog een geldboete te betalen. Het bestuur van den A.N.W.B. heeft in verband met deze aangelegenheid tot den minister van Waterstaat een verzoek gericht om te willen bevorderen dat de thans gel dende keuringseischen voor achterlichten zoo spoedig mogelijk worden vervangen door andere, welke op afdoende wyze met de practijk rekening houden. Daarbij verzocht het bestuur van den A.N.W.B. den minister met zyn ambtgenoot van Justitie overleg te willen plegen om zoo mogelijk wielrijders, tegen wie proces-verbaal is opgemaakt we gens het rijden met een niet-brandend ach terlicht, maar welk achterlicht overigens wel voorzien was van het ryksmerk, voor loopig niet te vervolgen. 25) „Je zoekt spijkers op laag water, man anders niet". „Poole is vermoord, kapitein". „Hoe dan?" „Ja, dat weet ik nog niet". „Luister eens, beste vriend", zei kapi tein Sohme en legde zijn groote handen op Valcour's schouders. „Ik moet eens ernstig niet om een praatje te verkoopen, maar om mijn gezonde verstand te bewaren. Je neemt me dat toch niet kwalijk?" „Heelemaal niet, kapitein". „Ik heb mijn heele leven gevaren, van den eersten dag af, dat ik van huis in Christiania weggeloopen ben. Ik zeg je dit niet om een praatje te verkoopen. maar om te maken, dat je me gelooven zult, als ik zeg, hoe het op zee toegaat, zooals ik jou geloof, als je me vertelt, hoe de dingen aan land gebeuren. Vindt je soms, dat ik te uit voerig ben?" „Heelemaal niet, kapitein", zei Valcour, hem ernstig aanziende. „Nu goed dan, laat ons eens een zeeman nemen en kijken, hoe hy doet, als hy aan wal is. Ik bedoel niet in de havens, waar hy toch altijd onder zyn kornuiten zit, maar zet hem, om een voorbeeld te nemen, in een trein voor een dagenlange reis van New-York naar San Francisco, om wat te noemendat is, meen ik, vyf dagen, niet waar?" „Ja, zoo ongeveer wel". „En jy, als landrot, zit in dien trein en houdt dien zeeman in de gaten. Hij ge draagt zich niet als een vreemde in een vreemd land. Neen, hy is iemand, die zich op een andere planeet voelt". Een beetje in de war geraakt, bemerkte Valcour toch heel goed den zegevieren- ren blik van den kapitein. „Ja, kapiteinen verder?" „Eh zoo is het nu met landrotten, als ze een zeereis maken. Ze snappen er niets van. Ik doel daarmee niet op de technische kanten van het zeemanschap en evenmin de gewone dagelyksche gebeurtenissen aan boord. Ik doel op diepgaander dingen, op krachten, die wij, die er heel ons leven mee hebben omgegaan, als vanzelfsprekend aan vaarden en waarvan we de gronden nooit of te nimmer zullen begrijpen". „Ik begin te zien, waar je naar toe wilt, kapitein: een schip verdwijntwas dat ook niet het geval met de Cyclops? Er is geen spoor meer van overgeen enkel levens- teeken. Waarom niet?" Valcour, vroeg het glimlachend. „Schrijf je dat dan aan je „krachten" toe?" „Ja, juist, precies zoo, Valcour". „En om nu die theorie op het tegen woordige toe te passen, hebben we hier Ted Poole liggen een volkomen gezonde kerel, die zyn gezicht wascht, in bed gaat liggen en sterft. Het gevolg van je „krach ten?" „Je maakt er gekheid mee, Valcour". „Ik meen het doodernstig". „Je bent een landrotje; je gaat heele maal op in je vak; overal zie je misdaad, gewoonweg overal. Laten we deze zaak nu toch eens nuchter bekijken. Ik ben geen stommerd en ik ben ook niet al te dikkop pig en ik heb de bedoeling niet, je onaan genaam te ?yn, maar wat moet ik nu in vredesnaam van je denken? We hebben twee sterfgevallen aan boord: Gans. die altijd ziekelijk was en met zyn maag suk kelde. Hy krygt een aanval van maagkramp hij ziet er benauwd en bont en blauw uit en hi.i blyft erin. En jy bent toch heusch wel dokter genoeg om te weten, dat de verschijnselen, die zich bij Gans hebben voorgedaan, net zoo goed van een soort be roerte als van wurging kunnen gekomen zyn". „Neen, kaDitein, dat kan niet". „Nou goed Dan hebben we miss Sidder- by. Die schrikt zich een or-eluk, die arme ziel, als ze zoo opeens voor dat lijk staat; en ze verbeeldt zich meteen, dat ze voet stappen gehoord heeft misschien heeft ze hem zelf wel hooren loopen, toen hy hulp zocht in zyn benauwdheid en dan bekijk jy de dingen dadelijk met een vak kundig oog en je vindt een stuk papier, dat hij net zoo goed in zyn benauwdheid kan hebben afgescheurd en verfrommeld en dan is het ineens geen acute maag kramp meer. Het is een moord! Je zegt. dat hy gepleegd werd, om een draadloos telegram te onderscheppen, dat aan jou ge richt was. Maar waarom is het toestel dan niet vernield? Hoe kon de moordenaar we ten, dat er niemand aan boord was, die het toestel kon bedienen?" „Dat zou Gans zelf hem verteld kunnen hebben, kapitein". En weer voelde Valcour den alles ver- doezelenden mist om zich heen opstijgen. „Tot zoover hebben we niets dan gis singen, beste kerel. Neem nu alleen maar dien jongen Poole hier. Je zieUelf, dat hy athletisch gebouwd is en dat zijn spieren buitengewoon ontwikkeld zyn. Wat is ge beurd? Hij heeft een hartvergrooting ge kregen. Ik wil je graag toegeven, dat hij zyn gezicht heeft gewasschen. En onder- tusschen krijgt hy een hartaanval en gaat liggen. Het wordt niet beter en hü sterft". „Denk je dan heusch, kaoitein, dat hij den waschbak schoongemaakt, de zeep van zijn gezicht geveegd en den handdoek net jes in die waschmand gestopt zou hebben, als hü een aanval van hartkramp had?" „Zulke dingen doen we soms heelemaal werktuigelük Valcour. Het feit, dat hü de zeep niet goed heeft afgeveegd, toont im mers genoeg, dat hy haast gemaakt heeft?" Valcour haalde de schouders op. Hü had zelf vaak genoeg opgemerkt, hoe werktui gelijk sommige menschen de waschbakken in slaapwagens omdroogden met hun hand doek, als ze dien niet meer noodig hadden. Kapitein Sohme vervolgde: „En wat heb jij nu tegen die eenvoudige en voor de hand liggende feiten in te brengen, Val cour? Dat een niet verzonden brief met het vroegere adres erop naast het lyk gevonden is van een man, die ettelyke weken gele* den in New-York vermoord is!" „Die vermoorde man was de eerste echt genoot van mevrouw Poole, kapitein". „Zoo? Waarom kan die brief dan nis' door hem geschreven zyn?" Valcour hield zich zoo onpartydig m°" gelijk, hoe nevelachtig hem alles ook werd- „We hebben natuurlyk het handschrift vergeleken. Het was niet het zyne. Je re®e* neert tegen beten weten in, kapitein. Er ia een te vreemde samenloop van omstandig" heden, dan dat ik zou kunnen gelooven, dg uw „krachten", natuurlük of bovennatuur* lyk, verantwoordelyk kunnen zyn voor den dood van deze twee mannen". Kapitein Sohme liet zich zwaar in «ah stoel neervallen. „Groote goedheid, dan weet ik niets meer te zeggen!" „Het zal wel onmogelük ?yn, het ljte te bewaren, tot we in een haven zyn, nif waar? Ik zou zoo graag een onderzoek neer vergif laten instellen". Kapitein Sohme lachte grynzend zyn er hier niet op ingericht", zei hü- Valcour knikte. „Dus hy moet spoedig in zee gelaten worden". „Op zee moeten zulk soort dingen spoedig mogelijk gebeuren en ik moet «r niet aan denken, hoe erg het voor dst arm« vrouwtje wezen zal". Valcour voelde zich op dat punt reeds een beetje hardvochtig. Hy bekeek vrouw Poole anders en harder. „Het ia ha#r eerste man niet!" zei hij cynisch. „Dat doet er niet aan toe. Een sterfg*" val is altijd een reden tot verdriet. Ben J* hier klaar?" (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6