ECHTSCHEIDING IN DE EERSTE KAMER. -I ET SCHIP DER 'VERSCHRIKKING PARLEMENT LICHAMELIJKE KASTIJDING VOOR BALDADIGHEID GEVRAAGD. VERSCHOONINGSRECHT VOOR DEN JOURNALIST. ^Buutenland Dr. Henri Polak 70 jaar. Zijn levensloop. JiudwpcOQCCUiUHO 0 1 8 Seuilleto*t Uit bet Amerikaansch door HERMAN ANTONSEN. da- TWEEDE BLAD (Van onzen parlementairen medewerker.) Het eerste punt van de agenda der Eerste Kamer was de justitiebegrooting van mi nister Goseling. De nieuwe bewindman heeft over gebrek aan belangstelling en aan sympathie niet te klagen gehad. Niet alleen werd aan tal van onderwerpen aan dacht geschonken en met voldoening over *t algemeen kennis genomen van diverse voornemens, welke hij in de memorie van antwoord kenbaar had gemaakt, maar ook spraken verscheidene leden, zoowel van links als van rechts, hun vertrouwen in den minister uit. Dit vertrouwen gold zijn ante cedenten als jurist die, om met mr. Kolff (c.h.) te spreken, vrij zijn van sentimenta liteit en ongetwijfeld ook de kloeke hou ding, welke hij in juridische aangelegen heden als Kamerlid gemeenlijk aannam. Dat beteekent echter in 't geheel niet, dat mr. Goseling onbespied door de critiek zijn gang zal kunnen gaan! Reeds in de Tweede Kamer is gebleken, dat de groepen van links hem bij de uit werking van zijn plannen inzake de echt scheidingsprocedure geducht op de vingers zullen zien, en in den senaat is die waak zaamheid nog eens aan den dag getreden. Hiermede betreden we al een terrein, waarop een belangrijk deel van de discus sie zich gistermiddag heeft bewogen. We hadden 't genoegen de eerste uitvoe rige rede van het nieuwe soc. dem. vrouwe lijke senaatslid, mr. Ribbius Peletier, aan te hooren. Bekend spreekster op vergaderin gen van haar partij en van vrouwenorgani saties, bleef zij in de Eerste Kamer om 't eens met een sport-term uit te drukken niet beneden haar vorm. Het echtscheidingsvraagstuk. In een zeer rustig, weloverwogen betoog, waarvoor met meer dan beleefde belang stelling werd geluisterd, zette zij de ziens wijze harer partij ten aanzien van het hu welijk en het echtscheidingsvraagstuk uit een, verre afwijzend de aan de s.d.a.p. toe gedichte opvatting als zou het huwelijk slechts een contract zijn als elk ander. In tegendeel; het huwelijk moet worden be schouwd als een duurzame band, echter niet als een onverbrekelijke. Een band, die met het wezen van het huwelijk niets meer uitstaande heeft, mag niet door dwang in stand worden gehouden. Geloovige menschen kunnen het leed dra gen, maar wanneer de steunende kracht van het geloof bij echtelieden ontbreekt, mag men hen niet dwingen bij elkaar te blijven, als zij zich niet innerlijk aan elkander ge bonden gevoelen. Voor de kinderen in een dergelijk gezin deugt die verhouding ook niet. Mej. Ribbius Peletier betreurde het, dat de minister uitbreiding van het aantal echt scheidingsgronden afwijst en waarschuwde hem ernstig tegen een eventueel voornemen om ten aanzien van de verstekprocessen den weg op te gaan, dien men in Engeland en Frankrijk heeft gevolgd. Wil de minister ge fingeerde of, wat nog erger is, werkelijke bewijzen van overspel naar voren laten brengen, dan zal hij den eerbied voor de wet daardoor niet verhoogen. Prof. Kranenbrug (v.d.) betoogde onge veer in gelijken zin en deed den minister de gedachte aan de hand om aan de verzoenings procedure meer tijd te besteden en daarin een afzonderlijken raad te laten optreden. Hij hoopte, dat de partijen van rechts en van links elkaar hierin misschien zouden kun nen vinden. Mr. Kolff (c.h.) sloot zich geheel aan bij het betoog, dat zijn partijgenoot jhr. mr. Rutgers van Rozenburg in de Tweede Ka mer had gehouden, die evenmin als minister Goseling uitbreiding van de echtscheidings gronden wenschte. Mej. Ribbius Peletier had intusschen niet verzuimd op een artikel van den chr. hist. mr. de Bie in „De Nederlander" de aan dacht te vestign, in welk artikel echter de beperktheid van de echtscheidingsgronden werd betreurd. Volgens den schrijver ont breekt daaraan psychisch geweld als grond. Mr. van Vessem (n.s.b.) verklaarde, dat de nationaal-socialisten versterking van de huwelijksbanden in het belang van het ge zin en van den staat achten. Hij voegde daaraan echter toe, dat er reeds langen tijd ontbindende factoren in ons volk werkzaam zijn, die een vruchtbaren bodem voor de neigingen tot echtscheiding hebben gescha pen. Verschillende geschriften, tooneel en film springen zoo gemakkelijk met een op pervlakkige huwelijksmoraal en met de echtscheiding om, dat het z.i. geen wonder is, dat ons volk huwelijksontbinding als iets heel gewoons is gaan beschouwen. Eerst moet die verkeerde invloed worden gekeerd en dan pas zal de regeering met vrucht maatregelen tegen echtscheiding met onder ling goedvinden kunnen nemen. Van allerlei. Er zijn nog tal van andere onderwerpen besproken. Zoo bepleitten o.a. de heeren Kolff (c.h.) en van Rappard (lib.) beteu geling van het euvel der zaak waarnemer ij, die de rechtszekerheid aantast en 't notaris ambt ondermijnt. Eerstgenoemde drong bovendien krachtig aan op maatregelen tegen anti-semietische uitingen. Hieraan maken zich de Duitsche Fichte- bund met zijn hier geïmporteerde geschrif ten en een paar kleine fascistische groepjes schuldig. Als „ouderwetsch jurist" ver wachtte mr. Kolff wel resultaat van een fik- sche afschrikwekkende straf. Zoo'n „ouderwetsch jurist" is waarschijn lijk ook mr. van Rappard (lib.), die een lichte lichamelijke kastijding voor baldadi ge jongens zou willen invoeren. Hij verklaar de niet nader wat hij onder zoo'n lichte kastijding verstaat. Laten we zeggen, dat het een pak voor de broek is. En dat zou dan door 'n speciaal daarvoor bestemden we schreven bijna: afgerichfen! ambtenaar op de politiebureaux moeten worden toege diend. Met verstand natuurlijk. De minister heeft de lichte kastijding in zijn memorie van antwoord afgewimpeld, maar mr. v. Rap pard dacht, dat Z.E. dat gedaan had, omdat hij misschien in de verbeelding verkeerde, dat een politie-agent op straat dit opvoed kundig werk zou uitoefenen. Neen, want dat zou maar onwelkome opstootjes verwekken en daarom: binnenshuis! Mej. Peletier deed ook nog een goed woord voor den „uniforme toepassing van het uniform verbod" en trachtte den be windsman te vermurwen ook aan daartoe geschikte vrouwen een kans voor de benoe ming tot kinderrechter te geven. Haar partijgenoot mr. dr. In 't Veld ging nog eens het lot der vreemdelingen hier te lande na en bepleitte meer aandacht voor hun belangen en hun levens, die b(j uitzet ting dikwerf gevaar loopen. Mr. van Vessem liet een heel ander geluid hooren. Die wenschte alles wat politieke vluchteling is over de grens te deponeeren; ons land is z.i. geen wijkplaats voor politie ke emigranten, die de rust hier en onze be trekkingen met het buitenland kunnen ver storen. Van de Pinda-chincezen heeft de nat.-soc. afgevaardigde ook allang genoeg: op staatskosten moeten dezen desnoods naar hun land worden vervoerd. Mr. van Vessem kon den gang van zaken ten aanzien van het Blauwe Zand-proces Mussert niet bijster bewonderen; hij rook politiek in de voortgezette vervolging. Dr. Wiardi Beekman (s.d.), hoofdredacteur van het „Volk", hield een uitvoerig pleidooi ten gunste van een verschooningsrecht voor den journalist, dat hij in nauw verband ziet met de persvrijheid. In de Kamer werd be langstellend naar zijn ongetwijfeld belang wekkend betoog geluisterd, en op de pers tribune niet minder. Onze geachte collega besloot zijn betoog met de opmerking dat er in binnen- en buitenland hoog wordt opge geven van het peil van de Nederlandsche pers. Vertegenwoordigers van de Nederlandsche regeering hebben dit bij officieele gelegen heden menigmaal laten uitkomen. Welnu: laten de leden der regeering die gezindheid dan ook waar maken en aan de Nederland sche journalisten, die voldoende verant woordelijkheidsgevoel bezitten, het ver schooningsrecht, dat zij volgens gewoonte recht eigenlijk al meenen te bezitten, ook wettelijk schenken! Wanneer we nu nog hebben vermeld, dat mr. Janssen de Limpers (r.k.) voor meer rechtszekerheid pleitte voor slachtoffers van auto-aanrijdingen met betrekking tot de toe kenning van schadevergoeding, kunnen we dit overzicht besluiten. Heden zou minister Goseling antwoorden. In het leven van de hoofdstad hebben de diamantbewerkers en hun organisatie, de A. N. D. B., altijd een bijzondere rol ge speeld. Tot op den huidigen dag is dat, ondanks de crisis, zoo gebleven. Al spoedig na haar oprichting in 1894 gold deze model organisatie als een navolgenswaardig voor beeld voor de overige arbeidersgroepen. De A. N. D. B. heeft in den strijd voor de ver betering van de arbeidsvoorwaarden de spits afgebeten en de groote initiatieven ge nomen, die o.a. leidden tot de verkorting van de werktijden en tot de stichting van het N. V. V. Dit alles zou niet wel denkbaar zijn geweest, zonder den invloed van den man, die van het prille begin af, dus ruim veertig jaar reeds, het stuur in handen heeft: dr. Henri Polak, die Dinsdag a.s. den zeventigjarigen leeftijd hoopt te bereiken. Hij is het toch, die de organisatie heeft helpen stichten en gemaakt tot wat zij is. Zijn levensloop. Henri Polak komt uit een diamantslijpers gezin en was de oudste van elf kinderen. Hij bezocht de joodsche bijzondere school en werd op dertienjarigen leeftijd diamant snijder. In de avonduren leerde hij Engelsch, Fransch en Duitsch. Later beoefende hij ook het Spaansch, terwijl hij nog op zijn zes tigste jaar Latijn heeft geleerd. In de tach tiger jaren maakte hij te Londen, waar hij geruimen tijd werkte, kennis met het socialisme, doch deze kennismaking was van oppervlakkigen aard. Teruggekeerd in Nederland, sloot hij zich in 1890 aan bij den sociaal-de- mocratischen bond van Domela Nieuwen- huis, dien hij vier jaar later verliet om als één der twaalf „apostelen" de S. D. A. P. te helpen oprichten. In 1894 was hij één der leiders van de Novemberstaking in de diamantindustrie, naar aanleiding van welke gebeurtenis de Algemeene Diamantwerkersbond werd ge sticht. Deze ontplooide een zeer uitgebreide vakactie, welke aan talrijke misstanden in het bedrijf een einde maakte. Vooral het streven naar verkorting van den arbeids duur, welke ten tijde van de oprichting van den bond als minimum 74 uur per week bedroeg, had succes. Na één jaar werd hij reeds tot 60 uur teruggebracht. In 1910 werd hg vastgesteld op 54 uur en in 1911 werd de achturendag ingevoerd. De 45-urenweek kwam bij de Arbeidswet-Aalberse in 1919 en in April 1937 werd als gevolg van een desbetreffend besluit in België, de 40-uren- week afgekondigd. Van 1902 tot 1906 was Henri Polak lid van den gemeenteraad van Amsterdam, later vele jaren in dien van zijn nieuwe woon plaats Laren (N.H.) Met een korte onder breking was hij van 1913 tot 1937 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, na in eerstgenoemd jaar eenige maanden deel te hebben uitgemaakt van de Tweede Kamer. Van 1900 tot 1905 was hij voorzitter van de S. D. A. P„ terwijl hij voorts van de op- Donderdag 17 Februari. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (AVRO-uitz.) 8.—Gr.pl. 10.—Mor genwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Om roeporkest. 11.Kniples. 11.30 Ver volg concert. 12.30 Het Avro-dans- orkest. 1.Gr.pl. 1.30 Het Omroep orkest. 2.Voor de vrouw. 2.30 Verv. concert. 3.Kniples. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken en thuiszit tenden. 4.30 Orgelspel. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.30 Sport- praatje. 7.— Voor de kinderen. 7.05 Pianovoordr. 7 30 Engelsche les. 8. ANP-ber. 8.15 Concertgebouw orkest en solist (In de pauze rep.) 10.45 Disconieuws. 11.ANP-ber. Hierna Avro-dansorkest. 11.40 12.Orgelspel. HILVERSUM, 301.5 M. (8.—9.15 en 11.2.— KRO, de NCRV van 10.— 11.en 2.12.— uur). 8.9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsdienstig half uur. 12.Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Handwerkles. 3.Piano voordracht. 4.Bijbellezing. 5. Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Amst. Salonorkest. 6.45 Causerie. 7.Ber. 7.15 Jeugdvoetbal e/d C.N. V. B., causerie. 7.30 De vogelwet 1936, causerie. 7.45 Rep. 8.ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Evang. Luth. Kerkkoor Toewijding en sprekers. 9.15 Gr.pl 9.30 Ryswyksch Christ. Mannenkoor. (10.10 ANP-ber.) 10.45 Gymnastiekles. 11.12. Gr.pL Na afloop Schriftlezing. DROITWICH. 1500 M. 11.25—11.45 Gr.pl. 12.05 Alfred van Dam en zijn State-orkest. 12.50 Radiotooneel. I.20 E. Leggett en de Continental Players. 2.—2.20 Gr.pl. 3.10—3.30 Empire exchange, causerie. 3.35 Het Sted. Orkest van Bournemouth en solist. 5.05 The new spring fashions, causerie. 5.20 Gr.pl. 5.40 E. Carroll en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 Boek bespreking. 7.— Pianovoordracht. 7.20 BBC-Revuekoor en -orkest, m. m. v. «olisten. 8.20 Variété-progr. 8.50 Imperial security, causerie. 9.20 Ber. 9.40 Toespraak Koning George VI. 10.— BBC-orkest. 10.20 Korte kerkdienst. 10.40 Cembalovoordr. II.35 Joe Loss en zijn band. 11.50 12.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO-PARIS, 1648 M. 7.50, 9.10, 10.40 en 11.20 Gr.pl. 12.40 Can- trelle-orkest. 1.50 Zang. 2.05 Verv. concert. 3.05 Zang. 4.20 Gr.pl. 8.35 Zang. 8.50 Symph.-concert. 10.50 Gramofoonplaten. KEULEN, 456 M. 5.50 Dresdensch Kleinorkest. 7.50 Erich Börschel's orkest. 8.50 Pianovoordracht. 9.20 Volksliederenconcert. 11.20 Om roeporkest. 1.35 Solistenconcert. 2.35 Pianovoordracht. 3.20 Omroep. Amusementsorkest. 6.30 Gr.pl. 7.20 Cabaretprogr. 8.20 Het Richartz- kwartet. 9.55—11.20 Kurt Rehfeld's kapel, de Stuttgarter Volkamuziek en solisten. BRUSSEL. 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest, 1.502.20 Gr.pl. 5.205.50 Omroep- salonorkest. 6.50 Omroepdans- orkest. 7.20 Zang. 8.20 Omroep orkest. 9.05 Koning Albert-herden- king. 9.40 Omroeporkest. 10.30 Deel. 10.50—11.20 Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepklein- orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Om- roepkleinorkest, mmv. soliste. 6.35 Het Malezieux-kwartet. 7.36 Gr.pL 8.20 Koning Albert-herd. 10.30 en 10.45—11.30 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Omroepkamerkoor en Omroep orkest mmv. solisten. (8.20 Ber.) 9.20 Ber. 9.50 Viool en cembalo. 10.05 Weerbericht. 10.20—11.20 Otto Kermbach's orkest. (10.30 Sport- reportage). GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—10.35, Parijs Radio 10.3512.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.2012.40. Brussel VI. 12.4014.20, Danmaik» R. 14.2015.20, Keulen 15.30- 16.20, Lond. Reg. 16.20—17.20, Brui- sel Fr. 17.2018.20, Keulen 1&20— 18.45, Weenen 18.45—20.20, Brus sel Fr. 20.20—22.20, Brussel VI. 22.20—22.30. Keulen 22 30—23JW, Stuttgart 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.—9.20, Nor- mandie 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35 —11.25, Droitwich 11.25—12.05, Keulen 12.05—13.20, Droitwich 13.20 14.20. Lond. Reg. 14.2013.35, Droitwich 15.3524.—% Lijn 5: Diversen. richting van 1906 af eenige jaren voorzitter was van het N. V. V. Voorts is dr. Polak voorzitter van het Wereldverbond van Diamantbewerkers. Het „Weekblad" van den A. N. D. B., welks redacteur dr. Polak nu al 44 jaar is, verheugt zich in een uitzonderlijk groote belangstelling, ook uit de kringen van buitenstaanders. Ter gelegenheid van haar derde eeuw feest in 1932 verleende de Amsterdamsche universiteit hem het eeredoctoraat in de faculteit der letteren en wijsbegeerte. Ook de natuur- en dierenbescherming hebben steeds dr. Polak's bijzondere inte resse gehad. PENSIOENREGELING BIJ DE SPOORWEGEN. Krachtige actie tot intrekking der korting. In een onder leiding van den Personeel- raad der Nederlandsche Spoorwegen ge houden vergadering van de hoofdbesturen van de vijf erkende bonden van Spoorweg personeel is besloten een krachtige gemeen schappelijke actie te voeren ter verkrijging van: a. Intrekking van de per 1 April 1936 ingevoerde korting op spoorwegpen sioenen; b. verwijdering uit de Pensioenwet voor de Spoorwegambtenaren 1925 van de bepalingen betreffende de verander lijkheid van de pensioenen; c. spoedige hervatting door den Staat van de jaarlijksche storting ingevolge de wet van 1931 in het Spoorwegpensioen fonds. Besloten werd o.m. een adres te richten tot den Raad van Ministers en een besturen- congres te houden op 14 Maart a.s. in den Dierentuin te 's-Gravenhage, waarop een drietal inleiders de actiepunten nader zullen toelichten en verdedigen. Het geheele spoorwegpersoneel en de gepensionneerden van de Nederlandsche Spoorwegen, wier belangen hier volledig samengaan, zullen in de gelegenheid gesteld worden door teekening op petitionnements- lysten van hun instemming met deze actie te doen blijken. ORCHIDEEEN PER VLIEGTUIG UIT INDIE. Voor prinses Juliana en prinses Beatrix. Met het vliegtuig, dat gistermiddag op Schiphol landde, zijn zendingen prachtige orchideeën uit Indië aangekomen, bestemd voor prinses Juliana en prinses Beatrix. De bloemen zijn onmiddellijk na aankoopt per auto naar het paleis Soestdijk ge breekt. DE „NIEUW-AMSTERDAM". De schroeven geplaatst Gisteren is men met de werkzaamheden van afbouw by het in het Wilton-dek te Rotterdam opgenomen sa. „Nieuw-Amster- dam" reeds zoover gevorderd, dat een der 22 X ton wegende bronzen schroeven kon worden bevestigd. Het was een uiters secuur karwei, waarbij goed vakmanschap te pas kwam. Maandag was het 25 ton we gende roer reeds aangebracht. Zoo vorde ren de werkzaamheden in vlot tempo. 29) Kapitein Sohme was het daarmee vol komen eens. „En, Valcour?" vroeg hij, toen ze weer alleen waren. „Ik zou wel eens graag willen zien, op welke manier dat roer was vastgebonden. Zullen we naar de brug gaan?" Ze klommen naar de brug en kwamen bij den stuurAoel. Het touw, waarmee het roer vastgebonden was geweest, was er af gehaald. Het lag in een hoek op deD vloer. Valcour nam het op. „Wat zegt u van die knoopen, kapitein? Zijn die in orde?" „Hoe meen je., in orde, Valcour? „Door een zeeman gelegd?" Kapitein Sohme bekeek dr knoopen nauwkeurig. „Dat is prutswerk! „Dus geen zeemansknoopen? Goeie genade... neen hoor! „Hebt u er tegen, dat ik dit touw door snijd?" vroeg Valcour, zijn zakmes te voor schijn halend. „Neen. Hoe dat zoo?" „Ik wou die knoopen graag bewaren". Valcour sneed de in het touw gelegde knoo pen eraf en stak ze in zyn zak. „Het heeft er meer van weg, of ze door een van de passagiers gelegd zijn, dan door een van de bemanning, niet waar?" Ze hadden den stuurstoel verlaten en wa ren weer op weg naar het sloependek. Halverwege de ladder bleef Sohme staan. „Valcourzei hij, „daar heb je gelijk in en ik wil je dan ook wel zeggen, dat ik van opvatting veranderd ben. Het geval wordt nu wel wat duidelijker. Twee builen op de hoofden van die lui en die gouddiefstal, dat zijn dingen, die een man begrijpen kan. We zullen dat verhoor, waarover je het had, vóór de lunch houden en we zullen het heele schip en iedereen aan boord on derzoeken, om dat goud te vinden. We va ren niet langer in den mist, man. Onze koers is nu duidelijk genoeg te zien". Valcour glimlachte, maar zonder eenige vroolijkheid. „Integendeel, kapitein. Van alle vreemde dingen, die van het begin af zijn gebeurd, heeft geen enkel dit geval zoo ondoorgron delijk en raadselachtig gemaakt, als wat nu voorgevallen is". Ze hadden het grauwe en mistige sloe pendek bereikt. De zee geleek op een tin nen schaal, die onder de verschansing lag „Ik ga stuivertje met je wisselen, kapi tein. Je zult gaan bemerken, dat ik nu zal trachten je te overtuigen, dat er dergelijke dingen als „krachten" aan het werk zyn". „Ja, lach j(j maar, Valcour!" Nu er bepaalde dingen waren gebeurd en er definitieve stappen genomen kon den worden, voelde kapitein Sohme zich weer redelijk en verstandig. „Ik lach heelemaal niet. kapitein", zei Valcour en zyn gezicht stond hoogst ern stig. „Ik wil u wel vertellen, dat alleen dat vastmaken van het roer me totaal van streek heeft gemaakt. Hebt u ooit wel eens angst gevoeld, ofschoon er heelemaal geen reden scheen om bang te zijn?" „Nooit meer sedert ik een kleine jongen was, Valcour". „Zoonu, dat voel ik dan op dit oogenblik!" HOOFDSTUK XV. Kabeltelegram van den commissaris van politie te New-York aan de havenautori teiten te Bermuda: Gelieve ons te melden of handels- of regeeringsvliegtuig is te charteren op onze kosten om gewonen koers van s.s. Eastern flay te volgen een codebericht van vorig telegram op dek te laten vallen. Stop. Poging moet van uit Bermuda terstond of anders heelemaal niet gedaan worden. Stop. Nogmaal zaak is dringend. Stop. Indien ongunstige weersomstan digheden verhinderen laat ons dadelijk we ten wij zullen dan bij kuststations en vliegvelden hier probeeren. Stop. Dank voor welwillende medewerking". Het onderzoek begon om half drie. Op Valcour's verzoek was kapitein Sohme er by aanwezig. Het gaf een ambtelyk tintje aan het onderzoek, die het anders zou mis sen, beweerde hy met klem. Voor zich per soonlijk was kapitein Sohme er veel liever niet by gekomen; hij was liever meegegaan met Swithers, die weer hersteld en op de been was en met den eersten hofmeester de passagiershutten en verder het heele schip naar het goud zou afzoeken. Valcour zat met den kapitein vooraan in de kleine lounge. De zwaar bewolkte lucht en de motregen maakten het er zoo duister, dat de lichten waren aangedraaid. De zee geleek een spiegel, waaroverheen het schip als een ongelukkig nietig wezen tje voortgleed. „Aan boord van een schip", begon Val cour, „blijft niets geheim". Zijn stem klonk rustig, maar drong toch door tot in den versten hoek van den salon, waar Dumar- que en Wrigth op een kussenbank waren gezeten. Zijn blik gleed over mijnheer en mevrouw Sandford en* de dames Sidderby (de kamenier had de plaats van de oudste miss Sidderby ingenomen bij mevrouw Poole), die rondom een tafel zaten en richt te zich dan op mijnheer Stickney en den jongen Force, die aan een kleiner tafeltje gezeten, ontelbare sigaretten rookten. „Met niets", vervolgde Valcour, „bedoel ik de gewone gebeurtenissen. Dat is dan ook de reden, waarom dit onderzoek op een geheel andere wüze zal worden ver richt, dan wanneer we aan land waren". „Wat mij betreft", zei Stickney, „kunt u daarvan verzekerd zijn, mijnheer Valcour. Als u het in uw hoofd gehaald hebt, dat I me volgens jullie beruchten „derden 8ra*. zal laten behandelen, dan hebt u het gl4 mis". „Het spijt me, dat u een dergelijke hou- ding aanneemt, mijnheer Stickney. mand hier kan u dwingen, antwoord te ge ven op mijn vragen, maar ik zou het toch graag duidelijk maken, waarom niet dan voordeelig voor u zijn kan, wel te doen". t „Je kunt het me duidelijk maken, je er beu van bent, maar je krygt geen woord uit me!" zei Stickney dril 8- „U bent een zakenman, mijnheer 5« ney. is het zoo niet?" „Ja, dat zal waar zyn". „Waarom stelt u uzelf dan aan als hysterische juffrouw?" „Wat?" „Wat doet u anders?" „Wel verdraaidexcuseert u me, mes!Ben je nou gek geworden? „Bijna", antwoordde Valcour, vri'n D. lijk glimlachend. „En als dit geval n»e gehelderd kan worden, dan zijn we maal binnen twee dagen gek. Wat reden hebt u, mijnheer Stickney. on1 tegen te zijn, dat het opgehelderd wo „Gek die man is totaal „Volkomen idioot, mijnheer btic maar afgezien daarvan, waarom wilt u niet helpen, deze zaak tot klaarhei brengen?" „i«g). (Wordt vervol!" e«n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6