op sLot AMSTERDAMSCHE BEURS Redding van Papanin nabij. Vliegtuig op het ijs gedaald. Nieuws in 't kort. Een klein stuk'e aarde. Maarien skroift nei de krant DERDE BLAD. 2 acht, al is de overwinning van den geest over het lagere, de overwinning van het hoogere. De fout van onzen tijd is, dat men de pri maire gevoelens laat overheerschen, wat moet uitloopen op burgeroorlog en revolutie. De groote natuurkundigen staan ook thans op het standpunt, dat er een richtende macht is, die het al beheerscht. Ook zij erkennen de hoogere ordening van het leven. Het leven is geen mechanisme, maar een probleem, een stijging, een overwinning en vervulling. Wie het evangelie leest, objectief, moet er kennen, dat het een godsdienst is, met den diepsten eerbied voor het leven. Sociaal voelende menschen zullen altijd staan voor den eerbied voor het leven, ais voorwaarde om tot een hooger bestaan te geraken. In het leven woont niet alleen de zucht tot behoud, maar ook de drang tot de ontwikkeling van het leven en het zich willen offeren voor het hoogere. De mensch moet zich ontwikkelen tot een organische eenheid. Wij leven des te meer naar mate wij de kring van onze belangstelling weten uit te breiden. Wie weet of noch eenmaal de grenzen van die kringen wegvallen en wy ons niet voelen opgenomen in de oneindig heid. De levenshelden en -heldinnen heb ben ons getoond, dat de dood de overwin ning van het leven kan zijn, omdat het leven de eeuwigheid in zich heeft en de dood niet. Het leven enerveert en brengt steeds hooger leven voort. Wij moeten dus eerbied voor het leven hebben, omdat in de biologische ontwikkeling ligt de drang naar het geeste lijke. Ook de kunstenaar hangt naar het geestelijke, omdat daarin is vrijheid. De drang naar de geestelijke bevrijding in on zen verwordenden tijd, doet hopen, dat de eerbied voor het leven groeit. Tenslotte verklaarde spr., dat de beslis sing, hoe te moeten handelen in deze ethi- schen vraag door ieder voor zich zelf moet worden beantwoord. Spr. eindigde met een citaat van den Chineeschen wijsgeer Lao-tze over het leven. (Applaus.) Mevr. Ponstijn sloot hierop met een woord van dank en een opwekkend woord om lid van de vereeniging te worden. Doordat er in de bar sociteitsavond was, was het voor de achter in de zaal zittenden vaak moeilijk, de soms zeer zacht spreken de Ds. v. d. Heyden te volgen. In dergelijke gevallen doet men beter de bestuurstafel aan de lengtezijde van de zaal te plaatsen. ïBuilealand i Een vliegtuig van den jjsbreker Moerman is geland nabij het Poolstation der vier Russische geleerden op de ijs schots; de landing geschiedde gister avond om 21 uur 35 greenwichtijd. Men verwacht, dat de koene geleerden elk oogenblik door het vliegtuig zullen kun nen worden opgenomen en naar den ys- breker worden gebracht. Bijna op hetzelfde oogenblik, waarop het toestel van Tsjerevsehny nabij het kamp van Papanin landde, is een tweede toestel, bestuurd door Wlasof, van het bij den Moer man aangelegde vliegveld opgestegen. Ook dit vliegtuig slaagde er in nabij de Pool- onderzoekers te landen. Het kon echter geen contact krijgen met hen, zoodat Wlasof naar den Moerman terugkeerde. Honderdviiftig studenten in den sneeuw verdwaald. - Honderd vijftig Duitsche stu denten, die tijdens een skitocht in den sneeuw op Tsjechoslowaaksch gebied ver dwaald waren, zijn gered door Tsjechoslo- waaksche soldaten, toen zy reeds uitgeput waren van vermoeidheid en koude. Visschersschepen in den storm. - Aan de kust van de Lofoden-eilanden zijn twee visschersschepen in den storm vergaan. Acht opvarenden kwamen hierbij om het leven. Brand in militaire magazijnen. - Door een zwaren brand zijn de graanvoorraden in de militaire magazijnen te Beyroeth (Syrië) vernield. Het vuur tastte daarna ook de magazijnen voor kleeding en schoeisel aan. Na verscheidene uren konden de solda ten en de brandweer het vuur beperken. De schade zou meer dan een millioen frank bedragen. K bleek heelemaal niet „O. K." te zijn. - Uit Odense komt een verhaal, dat haast aan een sprookje doet denken, wat in dit geval niet zoo vreemd zou zijn, want was deze stad op het eiland Funen niet de ge boorteplaats van den grooten H. C. An- dersen? Een industrieel dan uit die stad plaatste een half jaar geleden een advertentie voor een ingenieur, liefst een Amerikaan, die het bedrijf van zijn fabriek zou kunnen ratio- naliseeren. Den dag daarna verscheen er een man die zeide ingenieur te zijn en vele jaren in Amerika te hebben vertoefd. Toen hij hoorde van de plannen van den directeur tot reorganisatie van het bedrijf, antwoordde hij met een Amerika ansch „O. K." En hy kreeg het baantje tegen een hoog salaris. Toen begon de „ingenieur" te werken. Natuurlijk ging dat niet zoo maar een-twee-drie. Hij moest de machines be- studeeren, alsmede de prestaties van iederen arbeider. Eiken morgen kwam hij in de werkplaats, waar men zeer beducht voor hem was. Hij zeide namelijk heelemaal niets en dat schiep een mystiek waas om hem heen. De directeur vroeg zoo nu en dan hoe het ging en het antwoord was dan steevast: „O. K." Geleidelijk werden de bezoeken echter steeds zeldzamer en ten slotte kwam hij alleen op den dag dat zijn salaris werd uitbetaald! Op een goeden dag verloor de directeur zijn geduld: „Nu hebt u hier vijf maander rondgeloopen zonder iets te doen. Wat be- tcekent dat?" De „ingenieur" moest nu wel bekennen, dat hij heelemaal geen ingenieur was of ook maar een deskundige, maar alleen de eigenaar van een kleine kiosk te Kopen hagen, die tijdens zyn afwezigheid door zijn vrouw werd beheerd. Hij had den inval ge kregen op de advertentie te schrijven om iets extra's te verdienen. Heel Odense behalve natuurlijk de chef van den „Amerikaanschen ingenieur" lacht thans om deze Köpenickiade, waarvan de ontmaskering zoo lang op zich kon laten wachten. fuchtuaaci ONZE POSTVLUCHTEN. Hedenmorgen te 7 uur is het Indië-vlieg- tuig Torenvalk, gezagvoerder Parmentier, van Schiphol naar Indië vertrokken. Het toestel vervoert 196 K.G. vracht, 469 K.G. briefpost, 61 K.G. pakketpost. Vijf passagiers maken de reis mede, t.w. twee AmsterdamAlexandrië, één Amster damBagdad, één AmsterdamAthene en één NapelsKarachi. De Nandoe heeft den achterstand, welke zy Zondag door slecht weer had opgeloopen, gedeeltelijk ingehaald en heeft op de uit reis Allahabad bereikt. De Ibis bereikte op de uitreis Alexandrië en de Wielewaal Bandoeng. Op de thuisreis landde de Buizerd te Athene. De Pelikaan vloog een gedeelte van haar achterstand, veroorzaakt doord't een machine een dag te laat vertrok, in en landde op de thuisreis te Penang. en Juin Rouw TAXEGEDEELTE CONSUMPTIEMELK. De Nederlandsche zuivelcentrale heeft voor de week van 20 t.m. 26 Februari voor de consumptiemelk op regeeringscontract het taxegedeelte vastgesteld op 7.25 cent, eventueel verhoogd met premie of vermin derd met kwaliteitsafdracht. Voor de over- melk bedraagt de regeerings-minimumprijs 6.60 cent. De afdracht by levering in consumptie van andere dan taxemelk bedraagt 2.50 ent. Wat dor schijnt, zal leven. Dürer en Goethe over de schoonheid van een klein stukje wei of wegrand. Nog ligt de aarde in winterdorheid. Maar onc'er de oppervlakte ligt het leven verborgen en hier en daar verbreekt het al de banden der wintersche verstarring. Een klein stukje aarde, een stukje tuin, een weidehoekje, een akkerfragment, hoe zal het straks, ja voor een deel al binnen heel korten tijd vol bont en bloeiend leven zijn! Er is een poos geleden eens een lezing voor de radio gehouden over het onder werp „Een vierkante meter weiland" en 't was verbazend hoeveel de spreker daar van, van zoo'n simpel stukje grond wist te vertellen. De titel van die lezing deed mij denken aan een der bekendste werken van een van de grootste kunstenaars van d e we reld, aan „Das grosze Rasenstück" van Albrecht Dürer, den 16de eeuwer, den tijdgenoot van Luther. Het groote weide stuk. Er is nog een kleiner schilderij van den meester dat een paar veldbloemen afbeelt en „Das kleine Rasenstück" heet. Maar ook dit andere eerstgenoemde is niet groot, 40 bij 30 c.M. Het origineel hangt in het Albertinamuseum te Weenen en reproducties ervan zijn algemeen ver breid en zeer bekend. Er staat niet heel veel op: maar een paar eenvoudige weide- planten, doch er wordt wel veel mee uit gedrukt. Wat er op te vinden is? Een struikje duizendblad, een klein nietig plantje, maar, in eerste ontplooiing, nog zonder bloemen. Wat grashalmen hoog en rank opryzend. Een paar weegbreeplan- t"n, met breed ovaal blad, zooals ze. dood gewoon, aan geen wegzoom ontbreken, zooals we ze bij honderden achteloos voorbijgaan. Ook deze niet eens in bloei, nog in het eerste stadium van ontwikke ling. En tenslotte een paar simpele paar- denbloemen in knop. Een wel zeer alle- daagsch onderwerp dus. En veel kleur glanst en schittert ons ook niet tegen. Wat bruin van den venigen grond. Wat groen in verscheidenheid van tint van de ver schillende gewassen, wat donker geel van de paardenbloemen, wat licht geel van van den hemel als achtergrond. Dat is alles. Hoe weinig! Maar tegelijk: hoe veel! Want het is alles aanschouwd, vluchtig aanschouwd eerst, nauwlettend bekeken stellig daarna met het oog van den be wonderaar van de wonderen der schep ping ook in het kleine, schijnbaar onaan zienlijke. En het is afgebeeld met de hand van den kunstenaar bij de gratie Gods. Het is niet gestyleerd. De vormen, de eenvoudige natuurvormen, volmaakt in hun eenvoud zyn ook niet verwrongen, zooals sommige schilders later wel deden om een bepaald effect te verkrijgen en een bepaalde expressie te geven. Het is Ja, heusch, er zijn automobilisten, die hun wagen niet afsluiten als ze hem onbeheerd latenstaan I Ideaal, zooiets voor los loopende jongens om zoo n auto even te „leenen" voor 'n „vrooll)ken. avond 1" En wat erop volgt?....liPolitie.... rechtbank11 Brengt hen niet in verleiding: (luit uw auto afll alles precies weergegeven, zooals het vierhonderd jaar geleden in Dürer's eigen dagen een stukje weiland sierde, toen precies als nu. Maar er is iets in neerge legd van de groote bewondering van den maker voor het diep mysterie ook van het primitiefste leven, het gewone leven van grashalm en weegbree en paardenbloem, zooals zij in elke wei en langs eiken weg kant groeien. Hij zal in het gras hebben gelegen, de groote kunstenaar uit den Hervormings tijd, de schilder van apostelen en Madon na's van landschappen en grootsche apo calyptische visioenen, zooals ook wij languit in het gras liggen op een vacantie- dag en de natuur heeft tot hem gesproken in een stuk blauwen hemel met wilde wolkenvaart, maar ook in een klein stukje aarde met wat gras en bloei! Er heeft iets in hem geleefd van wat Goethe, de andere groote Duitscher, een paar eeuwen later aldus heeft uitgedrukt: „Wanneer ik dan lig in het hooge gras en dicht bij mij op den grond duizenderlei insecten, muggen en wormpjes rondom mij zich zie bewegen tusschen de halmen, en wanneer ik dan de tegenwoordigheid van den Almachtige voel die ons naar Zijn beeld geschapen heeft en de fluisteringen van den Liefdevolle hoor, die in eeuwige luister levend ons draagt en behoedt, dan moet ik vaak verlangend denken, ach kon je dat nu maar uitdrukken, ko je dat als het ware het papier inademen, wat zoo vol, zoo warm in je leeft, zoodat het wor den zou de spiegel van je ziel, zooals je ziel de spiegel is van den oneindigen God Welnu, wat Goethe wenschte te kunnen en op andere wijze ook inderdaad ver mocht, dat kon Dürer, in den kleurigen afglans het leven geven, iets van de groote glorie die ook in het kleinste, simpelste leven zich openbaart. Week op week, straks weer dag op dag meer, zullen ook wij iets van die wonde ren kunnen zien, de wonderen van een klein stukje aarde onder een hoogen wij den hemel. A. L. B. Suntebankeris, 14 Febr. 1938. De drokte is weer verba' i, nei et wach ten en de feisteraai is et weer stil, en berre we weer in ons ouwe doen. Alles gaat zen gang weer zoo et hoort. De skooljoos hewwe ok der gerak had, et was wel un beetje laateg, un week nei de oigelukke feistdag maar ze berme der niet overskoten. Wel wazze der ok vanzellef die zoide, dat er niks van komme zou. en dat alles op was. opraakt met et groote feist. Maar nei, das best meevallen, en op 't lest was er nug sukkelamellck ove en dat wul wat zegge want as de joos wat ze kroige niet op kenne, moet er heel wat beure. Je zouwe zoo denkï „Et zal un dooie boel weest hewwe", zoo kaai en zonder vlagge. len van de hoofdloiders docht er ok zoo over 's ocher.s, de meziek dat was wel voor mekaar, en der zou un optocht houwen worre. Ja deer mekeerde niks an. Maar et feist?luk anzien. Der most vlagt worre. „Omroepe!" docht Henderik, „maar hoe?" Un bekken had ie niet, mar wachterris, ir de keuken baai Geertje deer was nog we' un stoffer en blik. en met die stoffer kon ie toch ok op dat blik timmere. En efkes ternei liep Henderik met stof fer en blik op streit, en sloeg der op dat et er van daverde en der is gien omroeper die et em verbttere ken, die met zen mooie bekken meer vollek buiten de deur an 't poortje kroige ken. „De burgers worre allegaar verzocht te vlaggen!" riep ie rord, et hille durp deur. „Hai loikt wel niet wois", zoi tier ien. Maar un aar zoi: „Die heb er wat mee op, die kirrel gunt de joo6 de zellevende stemming as de ouwere." „Weerom nou vlagge, niks noodeg", be gon de ar weer." „Je hewwe zeker geen joos?" vroeg de aar. „Nei maar. „Niks te maaren, je zelle die gezichte strakken ders zien man, bloid en vrooluk. Ik gaan maar nei men oigen uit, as ik un vlag in top zien, den voel ik men veul aars, en das met de klointjes r.ag veul erger." Nommer ien zoi niks meer, en gong vort en smiddes wier der vlagt hoor, volop, op deuze kloine r.ationaale feist dag. Henderik had eer van zen werk en dat ie em die d'-g verweert heb dat ken je begroipe, want twei dage dernei had ie et nog op zen geluid, was ie nog skorreg van et skreeuwen. Maar dat loof ik vast: Geertje der stof fer en blik hewwe nag nooit zooveul wer- rek dein in heur hande. Maar of Henderik er nou ie' zoo goed mee veege ken, as omroepe, dat betwoifel ik wel. Zoo ik al skreef et feist is slaagt, en das hoofdzaak. Met deuze dag was et hier ofloopen, en dat ik 's eivens de vlag binnen haalde, keeke we mekaar derris an en dochte et zellevende. „Wanneer zouwe we em weer an de stok binde kenne?' Ja zoo is et net, wanneer zou der weer voor wat bezonders vlagt worre moete? Ofwachte maar, we zelle et wel hoore. Uwes zal wel murken hewwe dat Troin ok weer thuis is, nou gelukkeg maar hoor, et was zoo ongezellig en nou Pieter- tje der weer bovenop is, gaat alles weer op et ouwe of. Et geeft arrs puur zoo'n drokte. zoo'n interval, wan' ze had begin Jannewaarie al un brief van Antje had en most netuur- lek nei der toe, want hillegaar in orde is ze nog niet. Van de zeumer was ze af en toe un beetje fleureg, en met et slechte weer bleef et maar zoo. Affoin nou skreef ze, dat ze puur un rokje uithaalt had en nou 's mid- des aldeur nag op er tokje gong en as Trointje komme wou, den most ze et efkes weete leite. Maar Trointje heb nag gien toid had an nou toe, maar et bloift niet zoo. „Alle toye hewwe weertoije." En al hewwe we nou nag zok slecht weer de leste dage, et zei toch veranderen. As je goed uitkoike den benne we al weer zoo veer, dat de eerste voorloopers van et nuwe leven waar te nemer benne. De Februarispruitjes, de crocussen, en ok springen de eerste lammerkes al weer in de woid. De bolster zwelt om den uitbottenden inhoud, die al volop werkt, om der uit te springen. Et is nag efkes te nat op et land, maar aars zou je et ers zien hoe of der al werkt wier, om de akker weer zwart te kroigen. Maar de graaf staat klaar hoor, dat as et maar efkes wul, as et maar efkes of- drooge wul, dat ie weer dag in dag uit zen werk zal doen. Die toid die straks ankomt is mooi, de plant- en zoitoid, offoin deer ken ik nag genog over skroive as et zooveer is. Troin heb er al fuut op, oigeluk is die al an de veert, in un par segarekissies met modder bai de kachel is ze al drok an et kweeken. Om de voif menuute den moet ze weer ders koike of de zeidjes al dikker .worre en beginne t spruiten. „Der zit leven in", zoit ze. „Hoe dat zoo men woif?" „Ze worre dikker en dikker." „O zo zwelle", verbeterde ik. „Ok goed, zwelle den. En altemet kom me ze nei boven ok." „Nei boven komme, nou moidje, den zei der un mol in vroete, der hangt nag un knip op de dors, as je soms die zette wulle, mag je hoor", bood ik an. „Wacht" zoi ze „ik zal je kroige." Maar ik wachtte niet en gong ar de loop, om de tafel heer.e en zaai achter men an. Op 't lest stinge we ieder an un kant, te hoigen. „Ik zal je niks doen den moet je staan bloive." „Je moste ok et lef ders hewwe, dat je me kwaad deede, ik skroif et zoo nei de krant." Dat hielp, ze liet er sebiet op un stoel valle, en most lache. Deer wou ze me zeker mee loime. Nei ik was woizer en bleef an moin kart. Toch had ze me efkes ternei te grazen. van Donderdag 17 Februari 1938. OPGAVE VAN NOGRDHOLLANUSCH LANDBOUWCREÜ1ET N.V. Vorige aatite k. koet» 2.3U-45 STAATSLEENINGEN. 3-3)4 Nederl. 1938 100% 3 X Ned Indie 1937 99% 5H DuiUcbl 30 m verki 2v»/, BANK-IN STELLINGEN. Anistcrd bank 19 Handel Mi| Ctrl. 250 152 Koloniale bank 121 Ned Ind Handelsbank 134'/, INnUSTR ONl) BiNNENL. Alg Kunstzijde (Jnie 3 CaTve Dellt Ce l 91 Nederl Ford 300'/, Philips Gloesl Gem Bezit 2»5 Umlevei 151 '/i« IN JlL)iK OND. BUITENL. Am Smelting 36 4lk>/4 152 12/i* 871/, 175 33S 350»/, 85 27 II Iü»/i« ;o 127 U*U 13) 94'/, 1001/u 2.«A 151'/, lzO1/, 1321A 37 92 j04'/« 295 150»/,-l 421 12 I2J7, 86>/« 17J 2071/,-8 133 36Vs Anaconda ^2*'/h 22</s Belhleb Steel »/M 40j-/j, Cilie» Setvice 1*/mi 1*'.« General Motara 25'/a Ui Kenoecoii Cupper 2b-16 2b3/, R public Sleel 12^/n 1 Standard brand* b'/,, b'/g Steel coém 38% .9 U S Leather 3% 4 CULTUUR MAATSCH. H V A Java Cultuur Ned Ind Suiker Unie Vereen Voralenlanden MIJNBOUW Alg Eaplor Mij.. Rediang Lebong PETROLEUM Oordtache Petr. Koo Petr Perlak Phillips Oil Shell Union Tide Water RUBBERS. Amsierd Rubber Deli Bat Rubber Heaaa Rubber Ooilkuat Serbadiadi Interc Rubber2"/m SCHEEPVAARTEN. Kon Ned Stoomboot Scheepvaart Unie HollandAmerika lijn JavaChinaJapan lijn TABAKKEN. Deli Batavia Oude Deli Senembah AMER SPOORWEGEN. Atchiaon Topeka Southern Pacific Southern Railw Cert. Union Pacific Canadian Pac jjNoteering per 50 tExclaim '(/«dividend Prolongatie vorige koers X. heden X pCt. WISSELKOERSEN AMSTERDAM. OFFICIEEL. Vorige koers: 1-78'/. 8.96'/. 72.20 5.85 30.32 X 41.51 X 40.05 46.12 X 45 07 X 9.42 X 97 2 Va 12'V, 112'/, 107 82'A 245'/, 98 V, 299 New-York Londen Berlijn Parys Brussel (Belga) Zürich Kopenhagen Stockholm Oslo Italië 121»/, 111 106'/, 82'/, 246 30 301'/, 2b»/, 13*/,. V/s 60'/, 47/a a) es-coupon Heden: 1.78'/, 8.97 72.26 5.87 30.35 41.51 X 40 05 46 22 X 45.07 X „Denk er om hoor", waarskouwde jv nag. Et kwam naggal met un slisser af utl goeije pakkerd, en et leed was weer ledern Kwan ik skoi der maar weer ders uit et is zoo toid dat de post komt en den ken die um nag meeneeme. Dus den maar weer tot de aare keer De groete van Trointje en et zelfde van MAARTEN. Ji&twiewos „HET LEVEN VAN EMILE ZOLA" IN CITY. Van het zeer belangrijke filmwerk - Hst Leven van Emile Zola", dat vanaf morgen genavond in het City-theater vertoont »aT worden, hebben we eenigen tyd gelede reeds kolommen geschreven in onze Zater* dagsche filmpagina. Uiteraard is het dus onnoodig nog eens weer op de grootschheid van deze film te wyzen. Het moge derhalve bekend veron dersteld worden, dat we hier te doen heb ben met een superieure rolprent, welke haar weerga nog niet gevonden heeft. Uit dezen gezichtshoek bezien volstaan we met deze enkele, veelzeggende regels. „GASPARONE" IN VICTORIA-THEATER. Eenige persstemmen. De Telegraaf schrijft hierover: een film van vaart en spanning, met tal van geestige details, jeugdig en triset aandoend en onderhoudend van begin tot eind Het „Alg. Handelsblad" is van oordeel: knappe verfilming... Aan Ita (Ma- rika Rökk) is veel plaats ingeruimd en dat komt de film zeer ten goede.... Johan Heesters: een zingende Taylor..." En Het Volk meent: gloed en charme genoegvlot en luchtig spel... een zeer amusante film,.. Onze landgenoot Joh. Heesters is voor deze lichte kunst de aangewezen man, hy is charmant zoowel uiterlyk als vocaal, het spel is innemend en hü» heeft voor deze operette-zang een uitstekende stem. Men ziet hem met genoegen op het witte doek terugMarika Rökk, die de vrouwelijke hoofdrol vervult, is temperamentvol en speelt haar deel met veel animo en vaar digheid „DE MODEL-ECHTGENOOT" IN BIOSCOOP „HARMONIE". „Het Algemeen Handelsblad" schrijft over deze film: Het publiek is méér dan tevreden met product, en dat terwijl zeker een Pr0£ of twintig van hetgen de onnavo g Heinz Rühmann zegt, verloren gaa omdat hij onduidelijk begint te spre maar omdat de langdurige lachsalvo s 1 zaal de artisten op het doek onverstaan maken. Het zou ons niet verwonderein deze week vele bezoekers van het City ater thuis komen met stijve kake" n verreWon w»«t R'ihma"" gtelt deze lichaamsdeelen zwaar op proef, en wie bij zijn kolossale c lo ernstig kan blijven, heeft zichzelf df bedwang dan ondergeteekende, en velen die het slachtoffer worden van krampen en lachstuipen, symptomen een bijzonder hardnekkige lach-ep die vriend Heinz ontketent, en zon e ,s deoogen met de uitgeputte toe®cn°ce0ti- laat voortduren tot aan den laatsten T meter filmdf ....In haar genre niet te ovcr^ .kaan.. lachstorm in de zaal wordt een °r jeK Heinz Rühmannde begenadigde die de heele film door een brilletje o; 0. die men zonder overdrijving den^^ en %fMi UIV. M*V<I peeschen Chaplin kan noemen. Men [f waar men aan toe is, wie tranen P lachen, moet zijn zakdoek niet vergw^i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 10