dagblad voor alkmaar en omstreken.
Seyss Inquart naar Berlijn vertrokken.
140e Jaargang
De algemeene toestond.
Buitenlandsche bladen geven zeer pessimistische
beschouwingen.
NOG MEER INTERNE
REORGANISATIES?
Italië niet anti-semietisch.
Voorstander van „Joodschen
Staat".
De verdwijning van Boetenko.
Interview met de Giornale d'ltalia.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330.
nummer bestaat iuI drie blader,. Directeur, C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Alkmaar, 17 Februari.
In de nieuwsberichten over de gebeur-
tenisen in Oostenrijk zal men enkele sobe
re Fransche perscommentaren vinden. Wij
meenen in deze rubriek op de Fransche
persstemmen iets nader te moeten ingaan,
omdat juist de Fransche meening in dit
geval zeer belangrijk geacht mag worden.
Dat is volkomen logisch, omdat Frank
rijk direct belang heeft bij gebeurtenissen
in Midden-Europa. Haar positie toch
eischt voortdurende waakzaamheid: in het
Zuiden ligt Italië, in het Oosten liggen
Duitschland, Oostenrijk en Tsjecho-
Slowakije, welk laatste land als 't ware
door Frankrijk als een bolwerk tegen het
nationaal-socialisme wordt beschouwd en
dus beschermd moet worden. Tsjeoho-Slo-
wakije voelt zich thans meer en meer om
ringd door landen met een nationaal-so-
cialistische gedachte en het gevaar is niet
denkbeeldig, dat dit lar.d vroeg of laat den
invloed daarvan zal moeten ondervinden.
En dit laatste kan Frankrijk nimmer aan
genaam zijn.
Vandaar, dat de Fransche bladen wat
meer aandacht aan de gibeurtenisen in
Oostenrijk sehenkedan de Engelsche,
hoewel de commentaren in de meeste ge
vallen natuurlijk op hetzelfde neerkomen.
Welnu, de Fransche dagbladen zoeken
voor de Oostenrijksche kwesties een zon
debok althans volgens den Parijschen cor
respondent der N. R. C. Die zondebok is
de Quai d'Orsay! Als de Fransche re
geering tijdig ingegrepen ''ad, had deze
vernedering voor Oostenrijk vermedc.i
kunnen worden. Londen en Parijs hadden
zich daartoe krachtig achter de regeering
in Weenen moeten stellen.
Wie zoo sp reken, doen dit vooral om de
eigen regeering van zwakte jegens
Duitschland te beschuldigen. Nu Parijs het
in 1936 bij de herbezetting van het Rijn
land bij enkele groote woorden liet, be-
gfèep Duitschland, dat hei ongestraft ver
der zou kunnen gaan. De lijdelijkheid van
Mussolini heeft hier ernstig teleurgesteld.
Men raagt zich af. wat hij in ruil daar
voor van Duitschland gekregen heeft,
maar Ce Soir geeft den algemeener. in
druk weer met de woorden, dat er een
groote kastanje uit het vuur is gehaald en
Duitschland die alleen opeet.
Van verschillende kanten wordt opge
merkt, dat de aansluiting van Oostenrijk
bij Duitschland hiermee in feite begonnen
is. Nu zou Tsjecho-Slowakije aan de beurt
komen: Hitier kan binnen afzienbaren tijd
eischen, dat een of meer Sudeten-Duit-
schers in het kabinet opgenomen worden,
zooals hij nu met Oostenrijk gedaan heeft.
Paris Soir stelt den moeilijken toestand
in het licht, waarin Seyss Inquart komt te
verkeeren. Doet hij niets of te weinig, dan
worden de nationaal-socialisten ongedul
dig, loopt hij te nard van stal, dan komt
hij met Schuschnigg in botsing.
De Temps ziet het gebeurde kalm onder
het oog: de Oostenrijksche kanselier heeft
van de kwaden het minste gekozen. Alge
meen toont men zich met zijn lot begaan.
Hij kon niet anders handelen dan hij deed
en moet tot het laatst weerstand hebben
geboden. Voor een politiek van afdreiging
zou hij gezwicht zijn. Wie hem hun be
wondering betuigen doen dit met de bijge
dachte de Fransche regeering zelf een hak
te zetten. In verband met de positie van
Italië duikt ook weer de gedachte op aan
de sancties tegen dit land, welke Italië van
Frankrijk vervreemdden en toenadering
tot Duitschland deden zoeken. De par ij,
die in, weerwil van ideologische verscni -
len aan het verbond met de Sovjet-Unie
vasthoudt, verdedigt daartegenover de s e -
ling, dat beide landen Oostenrijk ha
moeten beschermen, omdat het nu v
moeilijker wordt Tsjecho-Siowakije
redden Hoe zij zich zoo'n verdediging
denton is^iet duidelijk. In deze omstan-
dfgheden is het gemakkelijker Je schuld
op Engeland te gooien, dat zich hieivoo
niet verkoos in te spannen.
Wa™„e™ eindelijk het debat<wer
buitenlandsche politiek in deKamer komt,
zal Delbos zeker een veirklar^g "der
pathie jegens Oostenrijk af e®g
zich in eenigerlei richting te binden.
Wat de gebeurtenissen in Oostenrijk zelf
betreft, het blijkt meer en
Schuschnigg in Berchtesgaden voorenorm
moeilijkheden kwam te staan. Nie
dat hij een dreigenden Hitier te§
zich kreeg, hij schijnt ook aangevaK ;t
zijn door zijn eigen minister van n
landsche zaken, dr. Guido Schmidt. Deze
zou zelfs geheel op de hoogte geweest zijn
van de plannen van Hitier en hij zou zien
zelf reeds beschouwd hebben, als opvolger
van Schuschnigg.
Zoover is het echter nog niet gekomen,
maar de mogelijkheid, dat de huidige
hondskanselier binnen afzienbaren tijd
zijn rol als zoodanig ral ziin uitgesneeld.
bestaat. Zoo is men in Engeland tenmm6te
Uit zeer betrouwbare bron wordt
vernomen, dat de nieuwe Oostenrijksche
minister van binnenlandsche zaken en
veiligheid, dr. Seiss Inquart, gisteravond
om half acht uit Weenen naar Berlijn
vertrokken is.
Welk doel deze reis heeft, kan men
slechts gissen, aangezien geen enkel
communiqué er over bekend gemaakt is.
Wellicht, dat dit kleine bericht naderhand
het belangrijkste zal blijken te zijn, omdat
de mogelijkheid lang niet uitgesloten is, dat
dr. Seyss Inquart in Berlijn vandaag in
structies ontvangt voor zijn binnenlandsche
politiek. Natuurlijk zal ook dat niet bekend
worden, maar mogelijk zal dat blijken uit
de daden van den nieuwen minister, die,
zooals men weet, een nationaal-socialist is.
Men weet, dat dr. Seyss Inquart een aan
zienlijke macht heeft gekregen. Toch is deze
macht nog eenigszins gekortwiekt door
Schuschnigg, die hem niet het opperbevel
over de politie durfde geven. De bondskan
selier heeft dat op een zeer handige manier
gedaan: hij benoemde Skubl tot inspecteur-
generaal van politie en gendarmerie. Dat
beteekent, dat Skubl rechtstreeks onder
Schuschnigg's bevelen is komen te staan en
niet. onder die van Seyss Inquart, wat wel
het geval zou zijn geweest, als Skubl onder
staatssecretaris van openbare veiligheid zou
zijn gebleven!
Op deze manier heeft Schuschnigg dus
voorloopig voorkomen, dat de nieuwe mi
nister van binnenlandsche zaken en veilig
heid onbeperkt gezag zal uitoefenen over de
politie, zooals men in de niet-nationaal-
socialistische kringen aanvankelijk vreesde.
Nog een reeks belangrijke maat
regelen te verwachten.
De door de publicatie van het commu
niqué over de besprekingen van Berchtes
gaden en de regeeringsreorganisatie inge
leide nieuwe binnenlandsche politieke ont
wikkeling van Oostenrijk zal in den eerst-
volgenden tijd nog tot een reeks belangrijke
maatregelen leiden. Zoo zouden, volgens de
dagbladen, ook bij de standencorporaties in
grijpende wijzigingen aangebracht worden,
evenals in de raden van leiders van het Va-
derlandsche front.
Sommige bladen hebben ook beweerd, dat
de in November 1937 voorloopig voor een
jaar afgekondigde sluiting van opneming
van nieuwe leden in het Vaderlandsche
front tijdelijk opgeheven zal worden. Voorts
verluidt, dat de volgende week de bondsdag
bijeengeroepen zal worden en dat Schusch
nigg dan verklaringen zal afleggen over den
toestand, zooals die door den twaafden Fe
bruari geworden is.
De amnestie.
Bij het tot stand komen van het amnestie-
besluit waren ongeveer 700 politieke gevant
genen in arrest, met inbegrip van de perso
nen, die in voorloopige hechtenis zaten. Het
aantal loopende processen wordt geschat op
2500. Gelijk reeds gemeld zal de amnestie
ook gelden voor talrijke veroordeelden uit
de processen in verband met de gebeurte
nissen in Juli 1934, o.a. voor dr. Rintelen en
de inspecteurs van politie Gotzmann en
Seeligmann, terwijl ook dr. Tays van de
amnestie zal profiteeren. Uit het concentra
tiekamp Wöllersdorf zullen ongeveer 40
personen ontslagen worden. Er wordt echter
niet gedacht over een opheffing van het
concentratiekamp.
De secretaris-generaal der Oostenrijksche
nationaal-socialistische organisatie, ir. Tays,
is op grond van de afkondiging der amnestie
gisteravond in vrijheid gesteld en over de
Duitsche grens geleid.
van meenir.g, dat de positie van Schusch
nigg vrijwel hopeloos is Men ziet daar in
Londen een zeer spoedige gelijkschakeling
van Oostenrijk en meent, dat dit laatste
nog slechts een kwestie van hoogstens en
kele maanden is. Die gelijkschakeling zou
dan allereerst het aftreden van Schusch
nigg tot gevolg hebben.
Wij moeten dus voorbereid zijn op nieu
we gebeurtenissen in Oostenrijk, misschien
op nationaal-socialistische acties, misschien
op nieuwe Duitsche orders.
Wat zullen Engeland en Frankrijk dan
doen? Zullen zij ook dan rustig blijven, of
zullen zij trachten, de plannen te verijde
len?
De komende weken en maanden kunnen
belangrijk worden voor geheel Europa.
Skubl
De persvrede alreeds verstoord.
De nieuwe persvrede tusschen Duitschland
en Oostenrijk, aldus meldt Havas uit Wee
nen, begint al met een misverstand. Men is
in bevoegde kringen te Weenen zeer ver
stoord over de woorden, welke volgens een
uittreksel in de Mittagsausgabe gisteroch
tend gebezigd zijn iri de Essener National
Zeitung. Het blad van Göring rekent al op
een „volgenden stap van bevrediging" en
spreekt van een „gelijkschakeling" van het
Duitsche volk binnen de grenzen van beide
landen.
Te Weenen zegt men, dat er in de over
eenkomsten met Duitschland slechts sprake
is van goede betrekkingen en niet van een
gelijk optrekken.
De Essener National Zeitung van gisteren,
waarin bepleit werd het Duitsche en Oos
tenrijksche volk binnen het kader der gren
zen van de beide landen bijeen te brengen,
is in Oostenrijk verboden.
Uit goedingelichte bron wordt vernomen,
dat dit incident een diplomatiek gevolg zal
hebben, er zouden te Berlijn stappen wor
den gedaan tegen de taal van het Duitsche
blad, die hier beschouwd wordt als onver-
eenigbaar met de Oostenrijksche opvatting
van de nieuwe Duitsch-Oostenrijksche over
eenkomst. De gezant van Oostenrijk te Ber
lijn, Tauschitz, zou zelfs opdracht hebben
gekregen de persoonlijke aandacht van den
Füher op dit incident te vestigen.
De buitenlandsche pers uit zich.
Wij kunnen thans over de feitelijke
gebeurtenissen in Oostenrijk zelf ge
voegelijk zwijgen. Uit bovenstaand
relaas heeft men kunnen lezen, wat er
sinds gistermiddag gebeurd is in dit
land.
Niet minder belangwekkend zijn de
perscommentaren in de buitenlandsche
bladen, waarbij groot onderscheid ge
maakt moet worden tusschen de Duit
sche en de andere buitenlandsche kran
ten.
De Duitsche bladen bepalen zich hoofd
zakelijk tot de besprekingen, welke tusschen
Hitler en Schuschnigg gevoerd zijn te Berch
tesgaden en tot de gebeurtenis van Dinsdag
nacht. Zoo schrijft het Hamburger Fremden-
blatt: Op den vierden Februari volgde de
groote Duitsche gebeurtenis van 12 Februari,
die thans op verheugende wijze bekroond
is door de kabinetsreorganisatie in Weenen
en door de algemeene amnestie voor de
nationaal-socialisten van het Duitsche Oos
tenrijk Men zou geneigd zijn den bonds
kanselier en zijn medewerkers dank te zeg
gen namens het Duitsche volk voor het be
grip, dat zij voor de Duitsche zaak getoond
hebben".
De Berliner Lokalanzeiger schrijft: „Aan
beide kanten van de grens gevoelen de
Duitschers het als een bevrijding van een
zwaren druk, dat thans de nationaal-socia
listen in Oostenrijk in hun politieke over
tuiging dezelfde vrijheid zullen hebben als
alle andere bevolkingsgroepen. Gebleken is,
dat een nauwe vriendschap met het natio
naal-socialistische Duitschland niet denk
baar is, zoolang de dragers der Duitsche
wereldopvatting onderdrukt en achtervolgd
v/orden".
Een eenigszins anderen toon slaat de Es
sener Nationaal Zeitung aan. Zij gaat te ver,
want zij denkt aan een toekomst, die vol
gens haar wellicht ideaal is> maar die in I
Oostenrijk minder prettige gewaarwordin
gen heeft gegeven.
Zij denkt n.L nu al aan één groot
Duitsch rijk, bestaande uit twee staten en
vooitgesproten uit één Duitsch volk.
Het blad schreef n.1. in zijn hoofdartikel
van gisteravond: „Wij zijn er van over
tuigd dat voortaan in Duitschland zoowel
als in Oostenrijk de wil, elkander te begrij
pen, de leiders van den staat en het volk
zal bezielen. Wij zijn ervan overtuigd, dat
men het voortaan niet meer als een staats-
vijandige daad zal beschouwen, dat het
Duitsche volk in Oostenrijk naar buiten
blijk geeft van zijn liefde en bewondering
voor den Führer en rijkskanselier van het
Duitsche rijk. Wij zijn ervan overtuigd, dat
men van nu af aan niet meer het touw om
den nek zal binden van onze Oostenrijksche
broeders die, in het kader van hun grond
wet en hun wetten, in besloten kring en in
het openbaar zich zullen uitspreken voor
een groot-Duitschland, en zullen trachten
dit denkbeeld te dienen door mede te wer
ken aan de ontwikkeling van den Oosten-
rijkschen staat. Wij zijn er zelfs van over
tuigd, dat binnenkort de leidende politieke
persoonlijkheden in Oostenrijk gaarne de
hun openlijk toegestoken hand zullen grij
pen, omdat zij opnieuw geleerd hebben te
begrijpen. Wanneer wij zoover zullen zijn,
zal onze droom verwezenlijkt zijn: een
groot Duitsch rijk, bestaande uit twee sta
ten en voortgesproten uit één Duitsch
volk".
De indruk in Polen.
Het nieuws over de wijziging in de regee
ring van Schuschnigg werd in Poolsche
officieuze kringen zonder verrassing en
zonder ongerustheid ontvangen.
Regeeringskringen geven uitdrukking
aan de hoop, dat deze oplossing in de Oos-
tenrijksch-Duitsche betrekkingen een ern
stiger conflict zal hebben voorkomen en zal
bijdragen tot de consolidatie en de pacifi
catie van het Donaubekken, vooral met het
oog op de passieve houding van Rome.
Terwijl de regeering na staande kringen
nog eenige reserve betoonen ten aanzien
van de gevolgen van deze wijziging in de
Oostenrijksche regeering, gevoelt men toch,
dat politieke kringen een zekere ongerust
heid ademen over de toekomstige ontwik
keling van den Duitschen invloed in
Centraal-Europa, welke het gevaar inhoudt
ook Polen te omvatten.
De bladen beoordeelen de gebeurtenis
sen in Oostenrijk gistermiddag met een
zeker pessimisme.
De Nationaal-Democratische „Weiszor
Warszawfsri" schrijft: De Anschluss bedreigt
na deze pyrrhusoverwinning van Schusch
nigg Europq meer dan ooit. De onafhanke
lijkheid van Oostenrijk is op het oogenblik
meer dan problematisch".
De regeeringspers daarentegen bepaalt
zich er toe de telegrammen der nieuws-
bureaux zonder commentaar te publiceeren.
Fransche meeningen.
In Frankrijk blijft men den toestand als
zeer ernstig beschouwen en sommige bladen,
spreken reeds van een „Anschluss". Perti-
nax schrijft in de „Echo de Paris": „Het
offensief tegen Oostenrijk zal, zoodra het
voleindigd is, veranderen in een offensief
tegen Tsjecho-Slowakije. Daarover zullen
Londen en Parijs ernstig hebben te be
raadslagen en zij zullen zich ook met andere
staten moeten verstaan: De tijd dringt: „Als
West-Europa door zijn onzekerheid de sta
ten van den tweeden rang, die aarzelen,
welken weg zijn moeten volgen, ontmoedigt,
zal een machtige coalitie tegen de landen
van West-Europa kunnen ontstaan".
De „Oeuvre" schrijft: „De strijd zal ver
schrikkelijk en ongelijk zijn. Achter Seyss
Inquart staat de macht van de Duitsche
legers, achter de andere ministers staan
slechts de moreele krachten der wereld. De
Europeesche volken hebben misschien een
„laatste kwartiertje" over om te verhinde
ren, dat de toestand zich definitief ten
slechte keert. Er zullen zeker verscheidene
maanden verloopen, voor Duitschland nieu
wen druk op Oostenrijk durft uit te oefe
nen".
Volgens de „Populaire"* zullen de nazi's
den strijd op twee fronten aanbinden, tegen
de marxisten en tegen Schuschnigg's bin-
nenlandsch bestuur. Tegen deze dubbele
actie moet worden opgetreden. De overwin
ning is mogelijk, indien Engeland en Frank
rijk zich tijdig rekenschap geven van de
laatste kans, die zij hebben, en indien de
socialisten in Oostenrijk hun actie aan de
dubbele taak aanpassen.
In Engeland en Amerika zien de dagbla
den den toestand ook al ernstig in en de
commentaren komen vrijwel met de Fran
sche overeen.
De Informazione Diplomatica meldt:
„De jongste perspolemieken konden in
zekere buitenlandsche kringen den in
druk wekken, dat de fascistische regee
ring bezig was een anti-semietische po
litiek voor te bereiden. In verantwoor
delijke kringen te Rome kan men zeg
gen, dat deze indruk volledig misplaatst
is. Men is van meening, dat dergelijke
polemieken vooral berusten op het feit
dat de stroomingen tegen het fascisme
gevoed worden door Joodsche elemen
ten.
Verantwoordelijke kringen te Rome zijn
van opvatting, dat het Joodsche vraagstuk
op de wereld slechts op één wijze kan wor
den opgelost:
Door de stichting in eenig deel der
wereld, doch niet in Palestina, van een
Joodschen staat, een staat in de volle
beteekenis van dit woord, welke dus m
staat zal zijn langs normale diplomatieke
en consulaire wegen de over de verschil
lende landen verspreide Joodsche bevol
kingsgroepen te vertegenwoordigen en
te beschermen.
Het feit, dat er ook in Italië Joden zijn,
brengt niet noodzakelijkerwijs met zich
mede, dat er een specifiek Italiaansch
Joodsch probleem zou zijn. In andere landen
telt men Joden bij miüioenen, terwijl in
Italië op een bevolking van omtrent 44 mil-
lioen zielen een Joodsche volksgroep be
staat, welke van 50.000 tot 60.000 personen
omvat.
De fascistische regeering heeft er nimmer
aan gedacht en denkt er ook thans niet aan
tegen de Joden gerichte politieke, economi
sche of moreele maatregelen te nemen, be
halve dein in geval zij te doen zou hebben
met elementen, die vijandig tegenover het
regiem staan.
De fascistische regeering is verder welbe
wust tegen iedere directe of indirecte pres
sie, welke geloofsafzwering of kunstmatige
assimilatie beoogt. De wet op de Joodsche
gemeenschappen heeft daarvan een goed be
wijs geleverd en zij zal niet gewijzigd wor
den.
De fascistische regeering behoudt zich
evenwel voor toe te zien op het doen en la
ten der onlangs in het land gekomen Joden
en er voor te waken, dat de rol der Joden
binnen de natie niet in wanverhouding zal
komen staan met de individueele waarden
en de numerieke beteekenis van hun ge
meenschap.
In het interview, dat hij de „Giornale
d'ltalia" heeft toegestaan, heeft Boeten
ko, de op zoo geheimzinnige wijze uit
Boekarest verdwenen diplomatieke ver
tegenwoordiger van Sovjet-Rusland, be
kend, dat hij de diplomatieke loopbaan
had gekozen, omdat hij van meening
was, dat deze alleen hem de mogelijk
heid kon bieden uit Sovjet-Rusland te
vluchten.
„In Sovjet-Rusland wordt het leven steeds
wreeder en ondragelijker", aldus Boetenko,
Toen hij het opleidingsinstituut voor den di-
plomatieken dienst had verlaten, werd Boe
tenko geplaatst als attaché in het Sovjet-
Russische paviljoen van de in 1937 te Parijs
gehouden internationale tentoonstelling.
„Daar heb ik geconstateerd, dat alle sta
tistieken over groote prestaties der commu
nisten, die in het paviljoen werden ver
toond, slechts valsch waren".
Na zijn verblijf te Moskou werd Boetenko
naar de legatie te Boekarest gezonden, waar,
naar hij zeide, hij direct het gevoel kreeg
door agenten van de Gepeoe te worden De-
spied. Intusschen vernam hij, dat te Moskou
een onderzoek werd ingesteld naar zijn ver
leden, omdat men daar had ontdekt, dat hy
op 14-jarigen leeftijd had deelgenomen aan
de nationalistische beweging, toen Wrangel
met zijn leger Zuid-Rusland binnenrukte.
Boetenko voegde daaraan toe zijn vrouw
en zesjarig dochtertje, die zich te Leningrad
bevonden, te verwachten, doch thans van
meening te zijn, dat zij zijn gearresteerd.
Een verdacht individu.
Boetenko vertelt dan, dat kort voor het
vertrek naar Moskou van den Sovjet-gezant
te Boekarest, Ostrofski, „een verdacht indi
vidu" uit Weenen was aangekomen en in de
legatie zijn intrek had genomen. Dat was op
3 Februari.
„Niemand wilde mij zeggen, waarom deze
man was gekomen. Op 5 Febr. hebben dat
individu en twee andere agenten der Ge
peoe, die in de legatie woonden, me laten
roepen en er tot driemaal toe bij my op
aangedrongen, dat ik mij met hen naar Si-
naja zou begeven. Ik weigerde, omdat ik mij
niet erg prettig vond, maar de agenten ble
ven aandringen. Ik sprak nog over mijn
chauffeur, maar men antwoordde, dat diens
aanwezigheid niet noodig was, omdat de uit
Weenen overgekomen man een auto kon be
sturen. Ik begreep toen, dat men mij er in
wilde laten loopen en voornemens was my te
dooden of mij te ontvoeren. Op 6 februari
verliet ik de legatie, maar pas op 10 Februan
vertrok ik uit Boekarest en kon ik de gren
overschrijden.