De begrooting van justitie aangenomen I o-ooooooi VERSCHRIKKING PARLEMENT i Critiek op de defensie-begrooting. De sociaal-democraten en de landsverdediging. =- - J^adiopcoqcamma ^Binnenland JeuiltetoH Uit het Amerikaanach door HERMAN ANTONSEN. (Van onzen parlementairen medewerker.) Minister Goseling riep de clementie der Eerste Kamer in over de betrekkelijke be knoptheid, waarmee h,y op de gemaakte opmerkingen zou moeten antwoorden. Im mers niet minder dan 33 onderwerpen wa ren ter sprake gebracht en de leden zouden vermoedelijk niet verwachten dat hij alle even gedegen zou behandelen als zij hadden gedaan! Al streefde de minister van justitie der halve naar beperking, zijn rede werd er toch nog een van bijna twee uren. Hij was duide lijk, beslist, waar het pas gaf geestig, ver smaadde ook de ironie als wapen niet, kort om onderhoudend. Veel nieuws heeft hij ech^r, na hetgeen hij in zijn memorie van antwoord had op gemerkt, niet medegedeeld. Aan den her haalden aandrang van prof. Kranenburg, die namens zeer velen sprak (partijpolitiek is er in het geheel niet bij betrokken) deed hij een positieve toezegging met betrekking tot de administratieve rechtspraak, waar hij zich in de memorie van antwoord nog wat op de vlakte had gehouden. Hij ver klaarde zich bereid, een nieuwe regeling tot stand te brengen. Verder hoopt de minister vóór de nieuwe begrooting met een wetsvoorstel bij de Kamers te zijn, dat een einde maakt aan de verstek-echtscheidingsprocessen, die een zoo „onwaarachtige practijk" te zien hebben gegeven sedert een befaamd arrest van 1884, waardoor echtscheiding bij onderling goed vinden voortdurend feitelijk plaats had. De minister zal de regeling echter zóó maken, dat de toestand niet wordt verergerd; in ons land zal de in Engeland heerschende practyk van de „hotel-echtscheidingen" niet gemakkelijk ingang vinden. Nogmaals ver klaarde minister Goseling, dat de regeering geen uitbreiding van de gronden voor echt scheiding wenscht. Hy trad in debat met mej. Ribbius Peletier, naar wier betoog hij met aandacht had geluisterd en dat hij in vele opzichten zeide te hebben gewaardeerd. Het punt waar de kwestie om draait, is dit: de menschen zelf maken uit hoe duurzaam hun huwelijk zal zijn. Er was wel gezegd door prof. Kranenburg, dat de staat geen zedelijke verplichtingen kan afdwingen, waarbij deze zich op de rede van dr. Colijn bij de algemeene beschouwingen in de Eer ste Kamer had beroepen, maar een verdere lezing van die rede zou doen zien, dat er tusschen minister Colijn en den minister van justitie geen verschil van opvatting be staat. De staat moet volgens minister Gose ling wel degelijk zijn rechtsregels bouwen op de zedelijke plichten van de menschen onderling en niet op het drijfzand van: „Wat wcr.sch ik"? Men moet met Gods wil rekening houden. Het verschooningsrecht van den journalist. De bewindsman zeide eveneens het be toog van dr. Wiardi Beekman ten gunste van een verschooningsrecht voor den jour nalist te hebben gewaardeerd. Volgens dezen afgevaardigde moet een regeling worden gebouwd op de door de journalisten alge meen aanvaarde stelling: een journalist noemt zijn zegsman niet. Maar moeten de scribenten dien onder alle omstandigheden verzwijgen? vroeg de minister. Ook als zij hun kennis hebben van iemand, die daaraan is gekomen door het plegen van een strafbaar feit? Dat na was vour den minister nog de vraag. Maar hij zou critisch de resultaten van het onderzoek dat door de commissie van den Journalistenkring wordt ingesteld, bezien. Hij verkeerde dus, gelijk hij op merkte, „in een toestand van afwachtende berading of beradende afwachting". Met verscheidene leden, die er het woord over hadden gevoerd was hij het eens, dat aan de zaakwaarnemerij beperking moet worden opgelegd. In verband met de para graaf over de gezagshandhaving deelde de minister nog mede, dat de regeering den in voer van geschriften van den Fichtebund belemmert; zy heeft maatregelen genomen. De regeering beschikt nu over meer scha kels dan toen zy op 24 November op deze zaak in de Tweede Kamer bescheid gaf. Zij acht een nieuwe regeling van het vreemdelingenrecht niet noodig en ook niet raadzaam op dit oogenblik: in den storm gaat men niet z'n schip opkalefateren! Mej. Ribbius Peletier zal wel niet hebben verwacht, dat minister Goseling zoo maar oneens zich bereid verklaarde, vrouwen tot kinderrechters te benoemen. De minister zeide, dat daarvoor wetswijziging noodig zou zyn en daartoe was hy niet bereid. Nu er overal een streven is in den lande om zoovgel mogelyk door de gemeenschaps organen te laten opknappen, nu er dus een streven naar decentralisatie is, gevoelde de minister niet het juiste moment aanwezig om een codificatie van het arbeidsrecht tc ondernemen. Wel achtte hy een betere rege ling van het ontslagrecht, in het byzonder wanneer het menschen betreft, die jaren lang in een betrekking zyn geweest, nood zakelijk. Deze regeling zal in nauw contact met Sociale- en Economische Zaken moeten worden overwogen, aangezien er kwesties van pensioen of wachtgeld by in het geding komen. Gevoelde de bewindsman wel iets voor het voornamelyk van n.s.b.-zyde uitgedrukte verlangen om de balie alleen voor Neder- landsche advocaten open te laten mits zij zich dan ook als echte Nederlanders gedra gen! voegde hy mr. van Vessem toe van diens min of meer insinueerende opmerkin gen over de behandeling van de kwestie, die zich op het Blauwe Zand in de hoofdstad met ir. Mussert heeft afgespeeld, moest hü niets hebben. Overigens was de kwestie van noodweer in dat geval niet zoo eenvoudig als de heer van Vessem meende. Deze afgevaardigde was de eenige der le den die repliceerde. Hij zeide in de lyn der vriendelykheden te willen doorgaan en daarom niet den minister de besliste vraag te willen stellen, of hy het O.M. in die zaak gelast had in hooger beroep te gaan? Mr. v. Vessem wilde den minister niet in een moei- lyk parket brengen. De minister vond het niet noodig daarop nog te reageeren. Zyn begrooting ging er toen zonder hoofdelyke stemming door met aanteekening, dat de fractie der n.s.b. wilde geacht worden te hebben tegengestemd. Defensie-aangelegenheden Vervolgens waren de defensie-aangele genheden aan de orde, de begrooting ,_van minister van Dyk en zyn wyziging van de Dienstplichtwet. By de algemeene beschouwingen over de Ryksbegrooting was reeds genoegzaam ge bleken, dat de regeering op een stevige meerderheid voor haar defensieplannen in den Senaat mocht rekenen. Van die gezind heid hebben we gisteren in gedetailleerde opmerkingen nog eens het bewys ontvan gen. De medestanders zyn niet geheel zonder critiek, waren niet geheel en al bevredigd door het antwoord van den minister in zijn memorie, maar dit betreft uitsluitend onder deden. Zoo bleek de heer van Rappard niét geheel gerust omtrent het slagen van de en- cadreering onder het capitulantenstelscl als de bezoldiging van de onderofficieren niet hooger wordt, en zoo vond hü het ook nog noodig om de regeering op het hart te bin den, dat zy zooveel mogelyk de materieele versterking van de weermacht aan de Ne- derlandsche industrie ten goede laat komen. Met betrekking tot de vliegtuigen was hy niet geheel gerust. Was het niet, met wat ty- diger overleg omtrent te stellen eischen enz.; mogelyk geweest de tweede serie bommen werpers voor Ned.-Indië by de Ned. industrie te bestellen? De 39 machines zyn nu in Amerika be steld. De heer Blomjous (r.k.) bleek op het zelfde standpunt te staan. Indien men de zaak wat beter georganiseerd had in het verleden, had men de K.L.M. ook in Neder land haar nieuwe vliegtuigen moeten laten bouwen en had een Nederlandsche fabriek de kans moeten krijgen» zich op den metaal bouw toe te leggen. Kon de heer van Rappard (lib.) zich overigens géhëel met den opzet van de plan nen van minister van Dijk vereenigen, ook wat de vloot betreft, de heer Blomjous vroeg, of we nu nog, terwijl de verhoudin gen in het Verre Oosten zich hoe langer hoe meer toespitsen, kunnen volstaan met het vlootplan-Deckers van 1930. Hy wenschte tenminste 4 kruisers, 16 torpedojagers en 30 onderzeeërs in den Archipel te hebben, met de noodige vliegtuigen, hulpvaartuigen en hulpkruisers. De heer Wiardi Beekman (s.d.) heeft in den Senaat het standpunt, van zün party met betrekking tot de defensie verdedigd. Uiteraard opende hy geen nieuwe gezichts punten en week zyn betoog in hoofdzaken riet af van wat de heer Albarda in de Twee de Kamer had verklaard. De sociaal-demo craten hebben zich gedwongen gezien hun standpunt met betrekking tot de weermacht te wijzigen; in de mogeiykheid van een na bije internationale en nationale ontwape ning hebben zy zich vergist. Zy aanvaarden de realiteit en zyn bereid ons grondgebied te verdedigen. Zy erkennen dat daarvoor offers noodig zyn en zy willen ze brengen, maar niet tot eiken p r s. Er zyn sociale en cultureele belangen, welke niet overge slagen mogen worden. En daarom moet er een grens worden getrokken; ook de regee ring trekt die tegenover degenen, wier ver langens nog verder gaan. Vooral liet de woordvoerder der sociaal democraten uitkomen, dat hun de onbuig zame houding van minister van Dyk zoo was tegengevallen, dat hü niet toegankely- ker was voor gemeen overleg. Een contin gent van 32.000 man aanvaarden ook de sociaal-democraten, maar een eersten oefen- tyd van 11 maanden viyden zy met andere militaire .deskundigen te veel; zes maanden zyn voldoende en ook hadden de aanvragen voor materieel wat gematigder kunnen zyn. Zü betreuren die houding des te meer. omdat de regeering het zonder den steun van een kwart der bevolking niet kan doen, en toch weet zü dat zy in de ure des ge- vaars op de sociaal-democraten kan reke nen, want ook dezen houden van hun land met zyn cultureele en staatkundige waar den. Ook zy huldigen het: „Wy willen ons zelf zyn en blüven", dat de Koningin 5 jaar geleden uitsprak. Maar als niet-militair volk moeten wü ook met betrekking tot onze weermachtversterking „pns zelf zün en blüven". De heer Wiarai Beekman, die een van zün standpunt beschouwd, knappe rede voering hield, beschaafd en beheerscht, drong er nogmaals op aan dat de z.g. defen sieverbóden zouden worden afgeschaft. Dat zou in de tegenwoordige omstandigheden een royaal gebaar tegenover de S.D.A.P. zyn geweest! Vandaag is het debat voortgezet. DE SITUATIE IN SPANJE. Mevr. Nelken, lid van de Cortes, vertelt over het van Barcelona. bombardement De Spaansche zaakgelastigde, de heer J. M. de Sempryn Y Gurrea, heeft in een bij eenkomst met de Nederlandsche pers te zünen huize de situatie van het huidige Spanje uiteengezet, waarna mevrouw Mar- guarita Nelken, lid van de Spaansche Cor tes, een en ander vertelde over het bombar dement van Barcelona op 30 Januari j.1., dat zü persoonlijk meemaakte en waarvan zy als door een wonder is ontsnapt. De heer Semprun vestigde er de aandacht op, dat de kansen van den stryd den laat- sten tüd ten gunste van de regeering kee- ren en dat behaalde successen en progressie vertoonen. Spr. achtte daarom de militaire situatie niet ongunstig en' geloofde niet, dat de zaak voor het republikeinsche Spanje verloren is. Mevrouw Nelken schetste daarna in korte trekken de geschiedenis van de Spaansche republiek. Deze werd in 1931 door een on bloedige revolutie gevestigd. Koning Alfons XIII moest toen vluchten. Overigens heeft men alle ambtenaren in hun functies gela ten. Dezen hebben evenwel instede dank baarheid te toonen, voor de reactie geijverd en eenige jaren later kon het oude regime van feodalisme zonder natuurlük het koningschap zich- herstellen, waarmede Vrijdag 18 Februari. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (8.12.4.—7.30 en 9.—12.— VA RA, de AVRO van 12.4.en de VPRO van 7.30—9.— uur). 8 Gr.pl. 10.VPRO-morgenwüding. 10.20 Deel. 10.30 Alt en piano. 11.10 Verv. deel. 11.30 Orgelspel. 12. Gr.pl. 12.30 Solistenconcert. 1.30 Lyra-Trio. 2.15 De tuin in Februari, causerie. 2.35 Avro-dansorkest en de Croaking Nightingales en deel. 4.05 Gr pl. 5.Voor de kinderen. 5.30 Esmeralda-Septet. 6.Optre den van amateurs. 6.80 Politiek radiojournaal. 6.50 Orgelspel. 7.— Herinneringen aan de „Nieuwe School" (II), causerie. 7.20 Gr.pl. 7.25 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Lezen in den Bybel, causerie. 8.Piano voordracht. 8.30 Modern Gezond heidsverlangen, causerie. 9.Gr.pl. 9.30 Rep. 10.Rel.-soc. uitz. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-avondwü- ding. 11.— Vioo' en piano. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.5512. Gramofoonplaten. HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr. KRO). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Bybelsche causerie. 12.Ber. 12.15 Modern Kleinorkest en gr.pl. 2. Orgelconcert en gr.pl. 3.— Gr.pl. 3.10 KRO-Kamerorkest en solist. 4.05 Gr.pl. 4.15 KRO-orkest. 5.— Gr.pl. 5.15 De KRO-melodisten en solist. 6.Land- en tuinbouw- causerie. 6.20 De KRO-boys en solist. 7.Ber. 7.15 Invloed van de huidige conjunctuur op de arbeids markt, causerie. 7.35 Gr.pl. 7.45 ANP-ber. 8.le helft v. d. revue „Neerlands Bloed". 10.30 ANP- ber. 10.40 José de Sousa Pinto en zün Portugeesch orkest. 11.15 12.Gramofoonplaten. DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50 Pianovoordr. 12.10 Orgelconcert. 12.50 Jack White en zyn Collegians. 1.352.20 Viola en piano. 4.20 Dansmuziek (gr.pl.) 4.50 Variété- progr. 5.20 Charles Brill en zün orkest mmv. soliste. 8.20 Ber. 6.45 Fred Hartley's sextet. 7.20 Die ver- kaufte Braut, opera. 9.20 Ber. 9.40 Efficiency and Liberty: Germany, interview. 10.— BBC-orkest. 10.55 Parysch halfuurtje. 11.30 Jack Har- ris en zijn Band. li 50—12.20 Dans muziek (gr.pL) RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8.55, 10.40 en 11.20 Gr.pl. 12.20 Jane Evrard's orkest. 1.50 Zang. 2.05 Ver volg concert. 3.05 en 3.20 Zang. 3.55 Gr.pl. 4.35 Zang. 5.20 Gentil-kwar- tet en soliste. 8.35 Vioolvoordracht. 8.50 Radiotooneei. 10.50 Gr.pl. 11.20 12.50 Nachtconcert. KEULEN, 456 M. 5.50 Trompetter korps. 7.50 Schrammelensemble. 11.20 Bedryfsorkest. 12.35 Omroep orkest en solist. 1.35 Gr.pl. 3.20 Om roeporkest, solisten, Keulsch Piano duo en vroolük instrumentaal kwartet. 6.30 Mandoline-orkest. 6.50 HJ-ensemb'e er. het Omroep- orkest. 8.30 Amusementsorkest. 9.5011.29 Omroepkleinorkest en solist. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12 20 Gr.pl 12.50 Omroeporkest. I.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.20 en 6.40 Gr.pl. 7.20 Zang. 8.20 Radiotooneei met muziek. 10.30— II.20 Omroepkoor en orgel. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepsalon- orkest. 1.302.20 Gr.pl. 5.20 Om- roepsalonorkest. 6.35 Gr.pl. 6.50 Trioconcert. 7.10 en 7.35 Gr.pL 8.20 Omroepkleinorkest. 10.10 en 10.30— 11.20 Gramofoonplaten. DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M. 7.20 Carl Woitschach's orkest. 8.20 Ber. 8.35 Kamermuziek. 9.20 Ber. 10.2011.20 O. Kermbach's orkest. (10.30 Sportreportage). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parüs R. 9.2012.05, Radio PTT Nord 12.05 12.20, Parüs R. 12.2013.20, Brussel VI. 13.20—13.35, Keulen 13.35— 14.20, Radio PTT Nord 14.20—15.05, Parys R. 15.0515.20, Keulen 13.20 16.20, Droitwich 16.2016.50, Keu len 16.50—17.20, Brussel Fr. 17.20 18.20, Brussel VL 18.20—1845, Brussel Fr. 18.3519.20, Brussel VI 19.20—19.35, Boedapest 19.35—22.08, Keulen 22.05—23.20, Parüs R. 23.20 —24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.—9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.3512.50, Droitwich 12.50—1345, Lond. Reg. 13.35—17.20, Droitwich 17.2022.55, Lond. Reg. 22.55*- 23.30. Droitwich 23.30—24.—» Lijn 5: Diversen. de nood van de boerenbevolking in Spanje weer was gestegen. De verkiezingen van 1936 brachten een overwinning van het volksfront, doch het beging weer dezelfde fout als de republikeinsche regeering: het liet de functionnarissen op hun plaats. Het zyn deze functionnarissen, militairen en ambtenaren, die tegen de republiek zyn opgestaan. Toen het volk zich aldus ver raden zag, heeft het zyn woede willen koe len en toen zün er excessen geschied. Deze excessen zyn zonder uitzondering gestraft. Nooit heeft de republikeinsche regeering zich tegen dé kerk gekeerd, men wilde slechts gewetens- en godsdienstvryheid voor de geheele bevolking. Het verhaal, dat Spanje onder communistische invloed staat, is een fabel. De communistische party is vertegenwoordigd, zooals in de meeste an dere landen. In het geheel zün er op de 150 Cortes-leden, 16 communisten en er zün 2 communistische ministers. Het leger der republikeinen is thans goed gedisciplineerd en goed uitgerust en het wil voor zyn vryheid vechten. Nu Franco ziet, aldus spr., dat hy het niet kan winnen, wreekt hü zich op de bur gerbevolking door het bombardeeren van open steden, een vreeselyke wraak. Spr. is getuige geweest van het bombar dement van 30 Januari j.1. op Barcelona. Heele wüken zyn verwoest door Duitsche bommen van een nieuw modeL welke pas ontploffen als zü tot in den grond zün door gedrongen. Zoo is hun verwoestende werking zoo intensief mogelyk. Op een plaats zyn 80 kinderen, die in een kerk ondergebracht waren, omgekomen. Spr. betoogde, dat de vliegers met opzet op vrouwen en kinderèn hun bommen hebben gericht. Toen ni. een vlieger een trein wilde bombardeeren, zag hy, dat alle vrouwen en kinderen daar uit waren gevlucht. De vlieger wendde zich teen van den trein af en richtte zün munitie op de weerlooze menschen. Dat is de totalitaire oorlog, waaronder de Spaansche bevolking lijdt. Ondanks haar ontberingen van honger, koude en oorlog zal zü echter nooit toegaven aan de aanvallen der opstandelingen, aldus besloot mevr. Nelken haar uiteenzetting. GESCHENK VAN HET POOLSCHE STAATSBOSCHBEHEER. Wieg aan het prinselijk paar aangeboden. Gistermiddag half drie is het geschenk van het Poolsche staatsboschbeheer aan hst prinselyk gezin, een fraaie, uit Poolsch bairt vervaardigde wieg, ten paleize Somtdyk aangeboden. Per auto van de firma Pander val wieg van Amsterdam naar het paleis vtr* voerd, waar zü door de heeren M. Bakkaf en P. H. Faber, vertegenwoordigers van h«t Poolsche staatsboschbeheer, werd aanga- boden aan baron Baud, die haar naman» prinses Juliana en prins Bernhard onder dankzegging aanvaardde. Het geschenk was vergezeld van een oor konde en een gedicht, vervaardigd door de Poolsche dichteres Kazimiera Illikowid. 30) „Hoe wil u in... Enfin, Valcour, ga je gang en wrüf het mü maar aan!" Valcour bleef glimlachen. „Ik wou, dat ik het doen kon", zei hü- „Niet uit vyan- digheid of omdat ik persoonlyk iets tegen u heb, münheer Stickney, maar om een einde te maken aan deze onverkwikkely- ke geschiedenis. Niemand onzer is er erg op gesteld, te weten, dat er zich hier aan boord iemand bevindt, die tot zulk een lage misdaad in staat is". Zyn stem drong op een eigenaardige manier door de drukkende stilte heen, als een wapen, dat zün doelwit zoekt. „Niet alleen om die te bedryven, maar ook om bedaard toe te kyken naar de treurige resultaten ervan. Menschen, die dergelyke misdaden bedrüven, moeten wel uiterst beperkte geestvermogens hebben. Als ze ook maar een oogenblik konden na denken over de vreeselüke en droevige ge volgen, dan zouden ze een misdaad van dien aard niet bedryven" Uit zijn verwijderde hoekje klonk zacht- jes de stem van mynheer Dumarque. „Maar zult toch zeker niet beweren, münheer Valcour, dat de gedachte aan den electrischen stoel ooit iemand van moord teruggehouden heeft?" „Ik doel niet op de gevolgen voor den misdadiger, münheer Dumarque". „Natuurlük niet. Hoe dom van me", zei Dumarque met een vaag lachje, „U stelt uzelf het tooneel voor, op het oogenblik, dat het vreeselyke nieuws moet worden be kend gemaakt". „Juist, mynheer Dumarque. Ik stel me het oogenblik voor, waarop de familiele den en vrienden van mynheer Gans moe ten vernemen, dat hy van het leven be roofd werd, omdat hy zich verzette tegen een zelfzuchtige daad en dat zyn lichaam in zeildoek gewikkeld als prooi voor de haaien moest worden geworpen. Dat too neel zal aan de familie en vrienden van Gans voor oogen blyven staan, dag aan dag, zoolang ze leven. Gans was in zeke ren zin gelukkig. Het had net zoo goed een van zyn naaste familieleden kunnen overkomen, in plaats van aan hemzelf". „Neem het me dan niet kwalyk, beste kerel, maar dan is myn opmerking mis plaatst geweest. Ik bekeek het alleen van academisch standpunt". „Zoo'n slechte slechte man!" mom pelde mevrouw Sandford en mynheer Sandford fluisterde duidelük hoorbaar: „Wees toch stil, Suewees toch in vre desnaam stil!!" „Zooals ik dan zei", overstemden Val cours woorden het gemompel, „is aan boord alles spoedig bekend. Ons gezelschap is net een heel klein dorpje en omdat we volkomen afgesneden zyn van onzen ge wonen dagelykschen omgang en ruimere omgeving, richten we onwillekeurig onze blikken scherper op elkander. De niet te ontkomen kletspraatjes van een dorp tie ren nog veel weliger op een schip. Miss Sidderby verliest een schaar en een vinger hoed en dat wordt meteen een belangrük nieuwtje. Mevrouw Poole maakt een tes tament en dat is een „extra tyding". Myn heer Dumarque vindt het leuk een avond te babbelen met een olieman uit de machine kamer: mynheer Force houdt van Fransche literatuur en leest die in de oorspronkelyke taal, wat voor de rest vervelend is, omdat ze nu niet eens in zün boeken kunnen neuzen, als ze die taal niet volkomen mach tig zyn; mynheer Wrigth drinkt pure whisky, voordat hü naar bed gaat, theore tisch, om gauw in slaap te komen, maar feitelyk gelooft iedereen, dat hü drank zuchtig is. U begrijpt nu wel, wat ik be doel". „Uitstekendzei mynheer Wrigth niet zonder bitterheid, „maar waar wilt u nu eigenlyk heen?" ..Alleen wyzen op liet ontbreken van iedere noodzaak, om tpt in byzonderheden de feiten na te gaan. waarop dit onderzoek uegrond is. Die zün ons allen reeds bekend. We zullen dus beginnen met zoo nauwkeu rig mogelyk vast te stellen, waar ieder onzer gedurende het half uur, voordat miss Sidderby haar kreet slaakte, zich bevond. Dat gebeurde om negen drie en dertig gis teravond. Ik keek op mün horloge, vlak voordat ik van de bridgetafel opstond. Mijnheer Swithers heeft verklaard, dat hü by Gans uit de radio-hut is weggegaan om negen uur. Het zou de zaak heel wat ver eenvoudigen, indien ieder uwer zou willen meedeelen, wat hy of zy in dat half uur gedaan heeft. Hoe denkt u daar over, mynheer Stickney?" Münheer Stickney zette een gezicht, of hy zeggen wou: „Waarom begin je nu met mü?" en schraapte zyn keel. „Te beginnen bü negen uur?" vroeg hy. „Ja, als u zoo goed wilt zynom negen uur". „Wel, op gevaar af weer voor een dronk aard te worden uitgemaakt, moet ik beken nen. dat Charley me juist een glas whisky in den rooksalon gebracht had. „Twee gla zen, münheer Stickney", zei hü tegen me en daarvandaan weet ik, dat het negen uur was, ziet u? En ik zei: „Zeg, jü hebt meer aan die glazen dan aan het müne gedacht, want daar zit niet veel in!" Maar Charley is nogal stompzinnig en snapt dergelyke aardigheidjes niet en ik moest hem dus zeggen, dat hy het glas wat byvullen moest. Toen eerst ging hy, om er nog wat vergif bü te schenken". „Bent u daar blüven zitten, mynheer Stickney?" „Ja. Waarom zou ik weggegaan zün?" „Was er ieipand anders by u?" „Niemand dan Sandford. Hü kwam een minuutje by me zitten en, nu we dan toch tot op ons hemd uitgekleed worden, om een glaasje rum te drinken". („Maar Horace?"Sst! Sue... ik zal het je wel uitleggenhet was eigenlyk een vergissing!") „Bleef Charley lang weg, om uw glas by te schenken?" „Neeneen paar minuten, denk ik zoo. en later nog even om te halen, wat Sand ford besteld had". „Dat wordt dan zoowat vyf minuten over negenen. Is mynheer Sandford by u gebie den buf- ven, tot u met die whisky klaar was?" „Neen. Hy dronk zyn rum achter elkaar leeg en ging naar het dek". „En u bleef in den rooksalon?" „Ja. Waarom zou ik eruit gegaan zün> „Was Charley bü u?" „Charley zat kaart te spelen met eersten hofmeester ergens achter het fet. Die kwam alleen als ik schelde". „Hebt u dat gedaan?" „Wat?" „Schellen". „Dat zal waar zyn". „Hoe vaak, münheer Stickney er niet op tegen hebt, het te vertellen „Heelemaal niet. Drie keer. Drie glas® ouwe heer, en ik had 'm niet om". „Met vrü geregelde tuaachenruimten „Als een klok zoo regelmatig". „Dan moet uw laatste glas zoo °ngev leeggedronken zün, toen miss Sidder gilde". i „Het viel precies samen. Ik wist ni£. of ik het door moest slikken, of niet. Mü keel is er nog pünlük van". „En wat deed u, met uitzondering van u byna verslikken, toen u dien g" miss Sidderby hoorde?" n „Regelrecht naar het dek gehold". „Door de deur aan stuur- of aan boord?" „Stuurboord". „De kant, waar het lüh van Gans gevonden is?" „Krek zoo". „Welnu, de rooksalon is zoowat vy t voet verder naar het achterschip toe. Hebt u iemand gezien, mynheer Stickney, toen aan dek kwam?" (Wordt vervol#»''

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6