„Achter gevangenismuren"
„Eerbied voor het leven".
en
DERDE BLAD.
Districtsdag „Enkabé".
dTunïUidenierSb°nd gehouden 111 gel>ouw
Bond voor
Staatspensionneering.
Lezingen van Ds. v. d. heyden en Ds. de Regt.
Muzikale opluistering door
Albert Sluyter en mevrouw
Winkel—Wester.
VAN DONDERDAG 17 FEBRUARI 1938.
Lezing over „De toepassing van de
vestigingswet op het kruideniers-
bedrijf'.
Gisteren is alhier een districtsdag van den
Des middags heeft de voo- - an dezpn
bond, de heer P. v. d. Li ®nRj£n
dam, een lezing gehouden .t onder
werp „De toepassing van ,tigingswet
op het kruideniersbedrijf" voor êin zeer
groot aantal georganiseerde en ongeorgani
seerde winkeliers uit Alkmaar en omgeving
De bovenzaal was tot de uiterste hoeken
bezet, want vooral uit de omgeving waren
velen gekomen om naar dit belangrijke on
derwerp te luisteren.
Daar de voorzitter van de afdeeling Alk-
maar, de heer Haytema, verhinderd was
aanwezig te zijn, heette de waarnemende
voorzitter, de heer G. Melger.s, de tal
rijke aanwezigen van ..arte welkom. Spr.
wees op het belang van deze bijeenkomst en
gaf het woord aan den heer A. Gr eeuw
uit Heiloo, den waarn. voorzitter van de
coöperatie van den N.K.B., die op zijn beurt
den spreker in het kort inleidde.
De heer v. d. Linde verheugde zich al
lereerst in.de groote opkomst, immers, het
is van het grootste belang, dat de kruide
niers collectief trachten iets goeds tot stand
te brengen. Dat is temeer noodig, als men
bedenkt, dat er alleen reeds in Noordhol
land boven 't IJ nog 1500 ongeorganiseerde
kruideniers zijn. De vestigingswet is een der
belangrijkste wetten, welke in de laatste 25
jaar afgekondigd zijn en het is goed, dat het
kruideniersbedrijf van deze nieuwe wet
goede nota gaat nemen.
Is het bij andere wetten zóó, dat de over
heid zich met de uitvoering ervan belast, de
vestigingswet kan alleen dan doorgang vin
den als het middenstandsbedrijf de uitvoe
ring ervan mogelijk maakt.
En dat is niet gemakkelijk, vooral niet
voor het kruideniersbedrijf, waarin men de
artikelen-variatie kent van 8001200. Het is
ook daarom niet gemakkelijk, omdat men
op het platteland zoovele samenvoegingen
kent zooals kruidenier-drogist, kruidenier
bakker enz. enz., allemaal factoren, die het
zeer ingewikkeld maken voor de kruide
niersbranche een vastomlijnd plan te schet
sen.
Maar de samenwerkende organisaties heb
ben aan de zich voordoende moeilijkheden
het hoofd geboden en het kruideniersbedrijf
in 17 afzonderlijke groepen verdeeld. Een
ieder, die nu naast een anderen tak van be
drijf méér dan drie van deze groepen in zijn
zaak vertegenwoordigd heeft, valt onder de
kruideniersbepalingen. Hem worden dan de
minimale eischen van den kruidenier opge
legd en volgens de dan in werking getre
den wet moet hij zich hieraan onverbiddelijk
onderwerpen.
Wordt echter b.v. in het groenten bedrijf
aar-*evraagd of het artikel groenten-conser-
ven daaronder valt, dan vervalt dat artikel
natuurlijk uit het kruideniersbedrijf. Zoo is
uiteraard de toepassing van de wet nog voor
vele veranderingen vatbaar. Daarom zal een
overgangsperiode onvermijdelijk en zelfs
zeer gewenscht zijn.
Toen de wet definitieve vormen ging aan
nemen, kon de kruideniersbond zich reeds
beroepen op een^oor zijn leden te verwer
ven vakdiploma, doch dit bleek niet vol
doende te zijn. Den Haag ging van de ge
dachte uit, dat er jaarlijks een wisseling van
1500 kruideniers moest geschieden en daar
voor werd voorgesteld in ongeveer 30 steden
met een straal van 20 K.M. cursussen te gaan
houden.
Dat aan dit verzoek inmiddels meer dan
voldaan is moge blijken uit het feit, dat
reeds in meer dan 40 plaatsen in ons land
dergelijke cursussen gehouden worden. Men
moet echter deze cursussen niet beschouwen
als enkel en alleen voor den zelfstandigen
kruidenier, want het groote aantal is juist
gekomen door de groote toestrooming van
leden uit het groot-kapitaalbedrijf. En we
moeten oppassen, dat waar wij alles met
moeite voor elkaar hebben weten te krijgen,
anderen niet met de eer zullen gaan strij
ken. Het is al zeer te betreuren, dat er van
de 30.000 kruideniers er maar 4000 aangeslo
ten zijn, zoodat we thans al de actie moeten
voeren in samenwerking met de coöperaties
en het grootbedrijf. Moge dit voor de niet-
georganiseerden een les zijn om zich bij ons
aan te sluiten. En laten zij, die nu nog sma
lend spreken over het diploma, bedenken,
dat het over 10 tot 20 jaar van groote betee-
kenis voor iederen kruidenier zal zijn. Dan
zal men in de dagblad-annonces schennen
met het bezit van een diploma en wie zal
zeggen of de komende generatie niet zeer
veel waarde zal gaan hechten aan een „gedi
plomeerd kruidenier" boven een goed vak
man zonder diploma?
Wie zich nu nog opgeeft voor het volgen
der cursussen, kan de waren- en handels
kennis ineens leeren, terwyl dat na 1 Juli
1938 afzonderlijk gedoceerd zal worden. Nu
is het diploma te halen in 6—8 maanden, na
1938 zijn de gestelde eischen zeker zwaar
der. Daarbij komt de belangrijke factor, dat
de cursus thans ongeveer f 37.50 kost en in
de toekomst ongeveer 162.50 zal gaan
kosten.
Al met al is het behalen van het diploma
iets goeds, want wat weet de gemiddelde
kruidenier b.v. van het goed stellen van
brieven, van de reclametechniek, van de cre-
dietwaardigheid van zijn zaak enz. enz.
En nu is het wel zoo, dat men heel goe
een uitstekend kruidenier kan zijn zonder
el deze kennis, doch wat is er tegen het peil
van het middenstandsbedrijf hooger op te
voeren?
Niet ieder kruidenier behoeft dit diploma
te hebben, globaal komt het hierop neer,
dat wie 32 jaar oud is en reeds 5 jaar zelf
standig een zaak beheert, daarvan is
vrÖgesteld. Zulk een winkelier krijgt, indien
hij in zijn zaak een wijziging wil aanbren
gen (b.v. verhuizen naar een andere plaats)
een zoogenaamde „erkenning".
Een typisch verschijnsel noemde spr. het,
dat er nadat er jaren en jaren om een
vestigingswet geschreeuwd is van zooveel
zijden tegenwerking ondervonden wordt.
Doet dit niet en geeft het "comité van samen
werking" uw volle medewerking.
Deze wet kan indien de winkeliers zelf
meewerken een sterken steun beteekenen
voor de verdere ontwikkeling van een zelf
standig bedrijf. (Applaus.)
De heer Greeuw dankte den spreker
hierna voor zijn boeiend en leerzaam be
toog en gaf vervolgens gelegenheid vragen,
op dit onderwerp betrekking hebbend, te
stellen. Hiervan werd door vele aanwezi
gen een dankbaar gebruik gemaakt en op
dezelfde vlotte, onderhoudende wijze beant
woordde de spreker deze vragen.
Ook hiervoor bracht de heer Greeuw den
heer v. d. Linde hartelijk dank en sloot dit
onderdeel van den districtsdag, dat gevoeg
lijk volkomen geslaagd genoemd mag wor
den.
Propaganda-bijeenkomst van de
afdeeling Alkmaar.
De Alkmaarsche afdeeling van den Bond
voor Staatspensionneering heeft gisteravond
een groot opgezette propaganda-bijeenkomst
gehouden in de groote zaal van de Schouw
burg De Hsrmonie, welke geheel bezet was,
voor een deel ook met jongeren, die de
krachten zijn, waarnaar met verlangen
wordt uitgezien, omdat zij, indien het ideaal
van den Bond niet in vervulling gaat, toch
de onverzorgde ouden van dagen in de toe
komst zijn. Er weren onder de aanwezigen
ook vertegenwoordigers van de afdeelingen
Koedijk en Sint-P:ncras.
Voor dezen avond wss ter opluistering
aanwezig het ensemble Louis Noiret, een
gezelschap dat hier in Alkmaar en ook voor
den B. v. S. niet nieuw is, maar toch altijd
weer voldoet, zooals ook gisteravond het
geval was.
Zij kunnen wachten dagen en
nachten.
Aldus was de titel van de rede, welke de
algemeene bondsvoorzitter, ds. van Kreve
len, onlangs voor de radio dacht te houden,
maar waarvan het uitsnreken door den
Radioraad verboden werd. De v o o r z i t-
t e r der afdeeling, de heer H. B r u i n Nz.,
gebruikte deze woorden als motto voor zijn
openingsrede, welke hij aanving met te be
treuren, dat het schijnt alsof de liefde en
toewijding voor den B. v. S. tanende is.
hoewel de ouden van dagen juist thans zoo
veel behoefte hebben aan de vervulling van
het ideaal van den Bond.
Spr. meende, dat het tijd wordt, dat
hij als voorzitter de afdeeling gaat
verlaten, om zijn plaats te ruimen voor
een jongere kracht, die niet, zooals hij,
ook door huiselijke omstandigheden ge
handicapt wordt in zijn optreden in
dienst van de propaganda voor den
Bond. Spr. deelde dan mede, dat deze
vergadering de laatste zal z(jn, welke
hij zal leiden, ook buiten de stad zal hij
zich niet meer kunnen geven.
Komende tot zijn rede, merkte spr. op,
dat ds. van Krevelen toch heusch niet revo-
lutionnair is en dat het daarom verwonde
ring moet wekken, dat de Radioraad diens
rede verbood. Spr. vreesde, dat de Radio
raad als kindsch moet worden gerekend om
dit verbod.
Juist thans is het zoo noodig, dat de Bond
méér leden krijgt, want zéér veel is er, dat
de vervulling van den eisch van staatspen
sioen tegenwerkt. Spr. herinnerde aan den
verkiezingsstrijd, waarin ouderdomsvoor
ziening werd toegezegd, en thans zei hij
nu de heeren weer op het gestoelte der
eere zitten, worden de beloften vergeten en
offert men net zoo goed als andere landen
aan het monster van het militairisme. Aan
ons de taak, om te toonen dat wij méér
christelijkheid hebben dan onze regeerders
en dat het ons ernst is met den eisch van
staatspensioen. Geld, dat voor de ouden van
dagen niet te vinden was, heeft men nu
wel beschikbaar voor het militairisme.
Wij zei spr. strijden niet voor rechts
of voor links, maar voor recht en billijk
heid tegenover onze ouden van dagen. Dat
invoerkig van staatspensioen de spaarzaam
heid zou tegenhouden, werd door spr. met
groote stelligheid ontkend, met een verwij
zing naar de landen, waar men de proef
heeft genomen.
Evenzeer is onjuist, dat het staatspen
sioen een krenkend karakter zou hebben,
omdat er niets voor gedaan wordt. En wat
is de steun voor tuinders, boeren en anderen
dan? Wij gunnen het dien menschen zeer
wel, zij hebben het zeker noodig, maar laat
men nu niet laatdunkend spreken van staats
pensioen.
Met klem wekte spr. op tot aansluiting
bij den Bond voor Staatspensionneering, op
dat den volgenden keer aan den tocht naar
Den Haag zal worden deelgenomen door
véél meer duizenden dan tot dusver.
Wat oud-minister Oud betreft, vroeger
voorzitter van den B. v. S., spr. was altijd
overtuigd geweest, dat deze wel gaarne wat
voor de ouden van dagen zou hebben ge
daan, maar het onmogelijk heeft kunnen
doen. Dat deze minister na de verkiezingen
door dr. Colijn, die toch mede zooveel stem
men kreeg doordat Oud naast hem stond,
dezen heeft laten vallen, beschouwde spr.
als een straf voor de verloochening van de
zaak der ouden van dagen in de vooraf
gaande regeerperiode.
Het verdere programma
was geheel gewijd aan amusement en is uit
stekend geslaagd. Louis Noiret opende met
een gezellig babbeltje, waarna Fantasio op
trad met verschillende liedjes, waarin hij
zangers en zangeressen imiteerde en tot
caricaturen maakte. Dan kwam er een
jongedame, die met verbazingwekkende
vlugheid xylophoon speelde en met een serie
handklokken welluidende muziek bracht.
Louis Noiret zelf bracht onderscheidene
liedjes, die hij inleidde met een aardig
praatje; zeer geslaagd was het liedje op
Staatspensioen, waarvan het refrein flink
meegezongen werd. Na de pauze kwamen
Fantasio en de xylophoniste nog eens terug
en tot slot kwam den Antonio met zijn spre
kende pop, een nummer dat geweldig in
sloeg. Dat Louis Noiret niet nog minstens
één liedje zong, is blijkbaar een teleurstel
ling geweest.
De heer Bruin sprak aan het slot, na
dank te hebben gebracht voor de groote op
komst, nog eenige woorden van propaganda
voor den Bond en tot versterking van de
financiën der afdeeling.
In de Rustende Jager te Bergen zou gister
avond in een vergadering van de afd. van
den Vrouwen-Vredebond Ds. de Regt het
onderwerp „Eerbied voor het leven" behan
delen, terwijl in het Dr. Dekkerhuis Ds. v.
d. Heyden uit Voorburg zou spreken over
het onderwerp „Achter gevangenismuren".
Verschillende personen hadden voor beide
onderwerpen belangstelling en aangezien
niemand op twee plaatsen gelijk kon zijn,
besloten de besturen beide sprekers te ver
zoeken hun onderwerp in de Rustende Jager
te behandelen.
De voorzitster van de afd. Bergen van den
Vrouwen-Vredebond, mevrouw Ponst ijn-van
Hilten, deelde in haar openingswoord aan
de ongeveer honderd aanwezigen, die zich
in de voorzaal hadden vereenigd, mede, dat
beide sprekers aan het verzoek hadden vol
daan, waarvoor zy hen dank bracht, even
als aan Albert Sluyter (viool) en mevrouw
Winkel-Wester, die zoo welwillend waren,
te samen een paar concertnummers ten ge-
hoore te brengen.
Ter introductie van den avond gaf hierop
Albert Sluiter een vioolsolo, waarbij hij op
de piano begeleid werd door mevr. Winkel-
Wester, waarna het woord was aan Ds. v.
d. Heyden, die voorop stelde, dat hij geen
vriend was van sensatie en alleen gekomen
was om iets te vertellen van zyn praktische
ervaring als celbezoeker van de gevangenis
sen in den Haag en Scheveningen.
Het betreft hier, zoo zeide spr., onze broe
ders en zusters, die vaak met een bepaalden
aanleg ter wereld zijn gekomen, die wy niet
bezitten. Of die vaak een verwaarloosde op
voeding hebben gehad, of het slachtoffer
waren van werkloosheid. Het geldt een
groote categorie van menschen die niet we
gens hun misdadigheid achter de gevange
nismuren waren gesloten, maar daar door
omstandigheden zitten, waarvoor wij ge
spaard zyn gebleven.
Wanneer spr. eenige uren met hen had ge
sproken, heeft hij dikwijls gedacht, hoe hij
onder hetzelfde complex van oorzaken zou
hebben gereageerd. Wij moesten ons niet in
beelden, dat zij de slechten en wy de braven
zyn. Als van ieder van ons eens bekend
werd, wat hij verkeerd heeft gedaan, dan
zou menig onzer zich daarvoor schamen. Wie
zich dit bewust wordt, weet, dat hij den plicht
heeft, de achter de gevangenismuren zuch
tenden even op te heffen en aan werk te
helpen, al is het thans bij 450.000 werkloo-
zen uitzondering geworden, daarin te sla
gen.
Spr. besprak hierop de verschillende soor
ten gevangenissen, als de cellulaire, waarin
niemand langer dan 5 jaar alleen mag zitten,
waarna hy in gemeenschap met anderen
wordt geplaatst, tenzij hij er de voorkeur
aan geeft, alleen te blijven. Spr. ervaring
is, dat hij zonder aarzeling de voorkeur aan
„eenzaam" zou geven, boven gedwongen ge
meenschap met menschen, die men niet zich
zelf koos, zonder ooit alleen te zijn.
Het karakter van de bijzondere gevange
nissen, als die te Scheveningen, voor de aan
t.b.c. lijdende gevangenen en die te Leeu
warden voor de lang-gestraften en die te
Rotterdam voor de vrouwen, belichtte spr.
meer uitvoerig, waarbij hy er op wees, dat
op elke 10 misdadige mannen er 1 misdadige
vrouw is, waaruit men echter niet moet con-
cludeeren, dat de vrouw beter is dan de
man.
Er zyn n.L tal van misdrijven, waarvoor
de vrouw niet geëigend is, o.a. inbreken en
vechten. In het vermogen om te beleedigen
staat de vrouw niet achter bij den man.
Ook de situatie van de openluchtgevange
nis te Veenhuizen werd door spr. besproken.
Hoogstens kunnen daar een 75 gevangenen
geplaatst worden, die echter aan bepaalde
eischen moeten voldoen.
De jeugdgevangenis voor jeugdige perso
nen van 18 tot 25 jaar, die een straf langer
DE „PASTEUR" VAN STAPEL GELOOPEN.
Gisteren is de „Pasteur", het grootste
passagierschip van de Fransche handels
marine op de Zuidatlantische route te St.
Nazaire van stapel geloopen.
Tot dusver was de eerste Fransche
vertegenwoordigster in het Zuidatlantische
verkeer, de „Massillia", die tamelijk
verouderd is. Dit schip meet slechts 16.000
ton en de maximum snelheid bedraagt 16
knoopen, zoodat het niet vergeleken kan
worden met vreemde schepen op dezelfde
route, zooals de Britsche „Asturias" (22000
ton en 21.5 knoopen), de Italiaansche
„Vulcania" (24.000 ton en 23 knoopen) en
de Duitsche „Cap Arcona" (27.500 ton en
21 knoopen).
De „Pasteur" komt door zyn grootere
snelheid en zijn bouw echter aan de spits
te staan. Het schip is 218 meter lang, 29
meter breed en heeft een snelheid van
27 knoopen.
Verwacht wordt, dat de „Pasteur" de
zelfde plaats in de Zuidelijke route zal
innemen als de „Normandie" in het
Noordelijk gedeelte van den Atlantischen
Oceaan.
dan één jaar hebben gekregen, behoort zich
te kenmerken door het element van de op
voeding, dat echter in de gevangenissen in
ons land te eenenmale ontbreekt.
Tot 1860 heeft men ook in ons land de
misdadigers mishandeld. Wie een valschen
eed had gedaan, werden de vingers afge
kapt en wie had gestolen een hand, terwijl
valsche munters levend werden gekookt.
De humanitaire strooming, die in het laatst
van de 18e eeuw opkwam, maakte aan dit
barbaarsche gedoe een einde.
Spr. schetste, hoe het in de 16e eeuw met
de geestelijke verzorging van de gevange
nen gesteld was en citeerde daarvoor een
bewaard gebleven preek van Ds. Hack te
Alkmaar tegen de bewoners van het Rasp
huis te Alkmaar, die geweigerd hadden on
eetbare grauwe erwten te eten.
Ds. Hack sprak aldus: „Doemelingen! Hel
lefrikken! Lust gij niet die kostelijke grauwe
erwten, die heerlijke gave Gods? Dan zijt
gy waart, dat de Duivel u gloeiende erwten
in de gal jaagt, als gij in de hel komt", en
hij eindigde met het volgende gebed: „Heere,
Heere, Gij weet niet half hoe goddeloos zij
zijn. Als Gij het wist, dan zoudt Gij ze met
den bliksem van uw toorn naar de hel ja
gen. Amen".
Ds. Hack, aldus spreker, wist het dus beter
dan God.
Een dergelijke geestelijke verzorging, al
dus spr., kan men cadeau krijgen.
Spr. wees hierna op de toename van de
criminaliteit bij een toename van den eco-
nomischen nood en op de verschillende
soorten van misdadigers.
In een democratisch land, waar men zelfs
in behoorlijke taal de regeering kan becri-
tiseeren, komt, in tegenstelling met de dic-
tatuurlanden, de politieke misdadiger geluk
kig weinig voor.
Het reclasseeringswerk werd hierna door
spr. besproken. Dit werk heeft er voor ge
zorgd, dat over velen, die met den straf
rechter in aanraking komen, een voorlich
tingsrapport aan de rechtbank wordt over
legd. Dit leidt vaak tot voorwaardelijke
veroordeelingen, een instituut, dat buitenge
woon zegenrijk werkt, omdat anders vaak
menig gelegenheidsmisdadiger beroepsmis
dadiger wordt.
Spr. noemde het celbezoek een van de be
langrijkste verrichtingen van de reclassee-
ring. Door dit werk is spr. blik op het ziele-
leven van den mensch zeer verruimd.
Naar spr. oordeel was het geheele gevan
genissysteem verouderd. De mensch toch
verschilt innerlijk en uiterlijk en eenzelfde
maatregel zal op den een een totaal andere
uitwerking hebben dan op den ander. Zeker-
is, dat, hoe vaker de mensch in de cel ge
weest is, hoe minder dit hem doet en hoe
langer de straf, hoe beter de mensch zich
aanpast.
Aan onze gevangenissen ontbreekt het ele
ment van opvoeding. Toch wil spreker geen
sentimentaliteit. Humaniteit sluit strengheid
niet uit, maar de strengheid zegt spr., moet
opvoedend zijn.
Spr. eindigde met het verzoek om in de
toekomst met mildere gevoelens tegenover
de gevangenen te staan. (Applaus.)
De heer V a 1 k h o f f, voorzitter van het
Dr. Dekkerhuis, sprak hierna een woord
van dank en tevens van voldoening voor de
op dezen avond tot stand gekomen samen
werking.
Hierna speelde Albert Sluyter meesterlijk
de Sonate van Locatelli, eveneens verdien
stelijk begeleid door mevr. WinkeL
Ds. de Regt over het onderwerp:
„Eerbied voor het leven".
Wij menschen van dezen tyd stikken in
de oorlogsproblemen. Het „gy zult niet doo-
den" wordt helaas zoo verschillend verstaan.
Hoogachting heeft spr. voor den dichter
Albert Verwey, uit wiens boekje over den
oorlog hij enkele aforismen voorlas, waar
uit bleek, dat ook hij zich voor het grootste
gedeelte tegen den oorlog stelde en eerbied
voor den diensweigeraar vroeg.
Anderzijds predikt Verwey een fatalisme,
dat geen uitweg is, doch geboren uit een
diep verdriet, zoodat hy door de noodzake
lijkheid van den oorlog, de verbijstering,
verbetering verwacht. Spr., als pacifist, ge
looft in het humane. Spr. gelooft niet, dat
door verellendiging verbetering kan ont
staan.
De eerbied voor het leven verbiedt oor
log. Spr. oordeelde Verwey een symptoom
van de geestesverwarring van onzen tijd.
Wanneer in ons leeft, dat wij eerbied moe
ten hebben voor het leven, dan zal men
blijven zoeken naar de middelen om te ko
men tot den vrede.
Al is onze wereld door en door ziek, dan
behoeft men nog niet te wanhopen over de
mogelijkheid, dat op grond van eerbied voor
het leven van oorlog wordt afgezien.
In den tyd van onzen bevrijdingsoorlog
dacht men anders, wist men niet beter, doch
toen leefden ook reeds een Grotius en een
Erasmus.
In onzen tijd past het inzicht, dat de oor
log vloekwaardig is en de geesten doodt. In
de wetenschappelijke wereld gaat men uit
van het axioma, dat alle leven dat behouden
kan worden, met alle middelen behouden
moet worden. Daar gaat men dus uit van het
begrip, dat het recht op het leven het oer- en
grondrecht is van den mensch, dat gruwe
lijk in den oorlog wordt geschonden.
Het leven is het hoogste goed in dezen
zin, dat het alle andere goede dingen moge
lijk maakt
In onze dagen wordt met dat recht, bui
ten oorlog om, gespeeld, doordat menschen
uit den weg worden geruimd, omdat zij een
voudig anders denken, dan zij die de macht
hebben.
Het leven is het alles omvattende. Zelfs
de dood is aan het leven verbonden. Het ons
bij de geboorte geschonken leven, ziet spr.
als de mogelijkheid om ons tot het goede en
het kwade te wenden. Voor spr. is het leven
niet zinloos, maar de mogelijkheid om zich
in volle vrijheid tot het hoogere te ontwik
kelen.
Dit blijft van kracht buiten spr. religieuse
opvatting om, waar zonder hij niet zou kun
nen leven.
Als spr. eerbied vraagt voor het leven, dan
doet hy dat voor het leven in al zijn vor
men, ook voor het leven van planten en
dieren.
Met het doodmaken van een mensch is
nooit iets gewonnen en allereerst moet men
de beslissing over het doodmaken overlaten
aan het individu 2elf.
Het lagere is de ondergrond, waaruit wy
leven. Dit behoeft niet te worden gemin-