„Achter gevangenismuren" „Eerbied voor het leven". en DERDE BLAD. Districtsdag „Enkabé". dTunïUidenierSb°nd gehouden 111 gel>ouw Bond voor Staatspensionneering. Lezingen van Ds. v. d. heyden en Ds. de Regt. Muzikale opluistering door Albert Sluyter en mevrouw Winkel—Wester. VAN DONDERDAG 17 FEBRUARI 1938. Lezing over „De toepassing van de vestigingswet op het kruideniers- bedrijf'. Gisteren is alhier een districtsdag van den Des middags heeft de voo- - an dezpn bond, de heer P. v. d. Li ®nRj£n dam, een lezing gehouden .t onder werp „De toepassing van ,tigingswet op het kruideniersbedrijf" voor êin zeer groot aantal georganiseerde en ongeorgani seerde winkeliers uit Alkmaar en omgeving De bovenzaal was tot de uiterste hoeken bezet, want vooral uit de omgeving waren velen gekomen om naar dit belangrijke on derwerp te luisteren. Daar de voorzitter van de afdeeling Alk- maar, de heer Haytema, verhinderd was aanwezig te zijn, heette de waarnemende voorzitter, de heer G. Melger.s, de tal rijke aanwezigen van ..arte welkom. Spr. wees op het belang van deze bijeenkomst en gaf het woord aan den heer A. Gr eeuw uit Heiloo, den waarn. voorzitter van de coöperatie van den N.K.B., die op zijn beurt den spreker in het kort inleidde. De heer v. d. Linde verheugde zich al lereerst in.de groote opkomst, immers, het is van het grootste belang, dat de kruide niers collectief trachten iets goeds tot stand te brengen. Dat is temeer noodig, als men bedenkt, dat er alleen reeds in Noordhol land boven 't IJ nog 1500 ongeorganiseerde kruideniers zijn. De vestigingswet is een der belangrijkste wetten, welke in de laatste 25 jaar afgekondigd zijn en het is goed, dat het kruideniersbedrijf van deze nieuwe wet goede nota gaat nemen. Is het bij andere wetten zóó, dat de over heid zich met de uitvoering ervan belast, de vestigingswet kan alleen dan doorgang vin den als het middenstandsbedrijf de uitvoe ring ervan mogelijk maakt. En dat is niet gemakkelijk, vooral niet voor het kruideniersbedrijf, waarin men de artikelen-variatie kent van 8001200. Het is ook daarom niet gemakkelijk, omdat men op het platteland zoovele samenvoegingen kent zooals kruidenier-drogist, kruidenier bakker enz. enz., allemaal factoren, die het zeer ingewikkeld maken voor de kruide niersbranche een vastomlijnd plan te schet sen. Maar de samenwerkende organisaties heb ben aan de zich voordoende moeilijkheden het hoofd geboden en het kruideniersbedrijf in 17 afzonderlijke groepen verdeeld. Een ieder, die nu naast een anderen tak van be drijf méér dan drie van deze groepen in zijn zaak vertegenwoordigd heeft, valt onder de kruideniersbepalingen. Hem worden dan de minimale eischen van den kruidenier opge legd en volgens de dan in werking getre den wet moet hij zich hieraan onverbiddelijk onderwerpen. Wordt echter b.v. in het groenten bedrijf aar-*evraagd of het artikel groenten-conser- ven daaronder valt, dan vervalt dat artikel natuurlijk uit het kruideniersbedrijf. Zoo is uiteraard de toepassing van de wet nog voor vele veranderingen vatbaar. Daarom zal een overgangsperiode onvermijdelijk en zelfs zeer gewenscht zijn. Toen de wet definitieve vormen ging aan nemen, kon de kruideniersbond zich reeds beroepen op een^oor zijn leden te verwer ven vakdiploma, doch dit bleek niet vol doende te zijn. Den Haag ging van de ge dachte uit, dat er jaarlijks een wisseling van 1500 kruideniers moest geschieden en daar voor werd voorgesteld in ongeveer 30 steden met een straal van 20 K.M. cursussen te gaan houden. Dat aan dit verzoek inmiddels meer dan voldaan is moge blijken uit het feit, dat reeds in meer dan 40 plaatsen in ons land dergelijke cursussen gehouden worden. Men moet echter deze cursussen niet beschouwen als enkel en alleen voor den zelfstandigen kruidenier, want het groote aantal is juist gekomen door de groote toestrooming van leden uit het groot-kapitaalbedrijf. En we moeten oppassen, dat waar wij alles met moeite voor elkaar hebben weten te krijgen, anderen niet met de eer zullen gaan strij ken. Het is al zeer te betreuren, dat er van de 30.000 kruideniers er maar 4000 aangeslo ten zijn, zoodat we thans al de actie moeten voeren in samenwerking met de coöperaties en het grootbedrijf. Moge dit voor de niet- georganiseerden een les zijn om zich bij ons aan te sluiten. En laten zij, die nu nog sma lend spreken over het diploma, bedenken, dat het over 10 tot 20 jaar van groote betee- kenis voor iederen kruidenier zal zijn. Dan zal men in de dagblad-annonces schennen met het bezit van een diploma en wie zal zeggen of de komende generatie niet zeer veel waarde zal gaan hechten aan een „gedi plomeerd kruidenier" boven een goed vak man zonder diploma? Wie zich nu nog opgeeft voor het volgen der cursussen, kan de waren- en handels kennis ineens leeren, terwyl dat na 1 Juli 1938 afzonderlijk gedoceerd zal worden. Nu is het diploma te halen in 6—8 maanden, na 1938 zijn de gestelde eischen zeker zwaar der. Daarbij komt de belangrijke factor, dat de cursus thans ongeveer f 37.50 kost en in de toekomst ongeveer 162.50 zal gaan kosten. Al met al is het behalen van het diploma iets goeds, want wat weet de gemiddelde kruidenier b.v. van het goed stellen van brieven, van de reclametechniek, van de cre- dietwaardigheid van zijn zaak enz. enz. En nu is het wel zoo, dat men heel goe een uitstekend kruidenier kan zijn zonder el deze kennis, doch wat is er tegen het peil van het middenstandsbedrijf hooger op te voeren? Niet ieder kruidenier behoeft dit diploma te hebben, globaal komt het hierop neer, dat wie 32 jaar oud is en reeds 5 jaar zelf standig een zaak beheert, daarvan is vrÖgesteld. Zulk een winkelier krijgt, indien hij in zijn zaak een wijziging wil aanbren gen (b.v. verhuizen naar een andere plaats) een zoogenaamde „erkenning". Een typisch verschijnsel noemde spr. het, dat er nadat er jaren en jaren om een vestigingswet geschreeuwd is van zooveel zijden tegenwerking ondervonden wordt. Doet dit niet en geeft het "comité van samen werking" uw volle medewerking. Deze wet kan indien de winkeliers zelf meewerken een sterken steun beteekenen voor de verdere ontwikkeling van een zelf standig bedrijf. (Applaus.) De heer Greeuw dankte den spreker hierna voor zijn boeiend en leerzaam be toog en gaf vervolgens gelegenheid vragen, op dit onderwerp betrekking hebbend, te stellen. Hiervan werd door vele aanwezi gen een dankbaar gebruik gemaakt en op dezelfde vlotte, onderhoudende wijze beant woordde de spreker deze vragen. Ook hiervoor bracht de heer Greeuw den heer v. d. Linde hartelijk dank en sloot dit onderdeel van den districtsdag, dat gevoeg lijk volkomen geslaagd genoemd mag wor den. Propaganda-bijeenkomst van de afdeeling Alkmaar. De Alkmaarsche afdeeling van den Bond voor Staatspensionneering heeft gisteravond een groot opgezette propaganda-bijeenkomst gehouden in de groote zaal van de Schouw burg De Hsrmonie, welke geheel bezet was, voor een deel ook met jongeren, die de krachten zijn, waarnaar met verlangen wordt uitgezien, omdat zij, indien het ideaal van den Bond niet in vervulling gaat, toch de onverzorgde ouden van dagen in de toe komst zijn. Er weren onder de aanwezigen ook vertegenwoordigers van de afdeelingen Koedijk en Sint-P:ncras. Voor dezen avond wss ter opluistering aanwezig het ensemble Louis Noiret, een gezelschap dat hier in Alkmaar en ook voor den B. v. S. niet nieuw is, maar toch altijd weer voldoet, zooals ook gisteravond het geval was. Zij kunnen wachten dagen en nachten. Aldus was de titel van de rede, welke de algemeene bondsvoorzitter, ds. van Kreve len, onlangs voor de radio dacht te houden, maar waarvan het uitsnreken door den Radioraad verboden werd. De v o o r z i t- t e r der afdeeling, de heer H. B r u i n Nz., gebruikte deze woorden als motto voor zijn openingsrede, welke hij aanving met te be treuren, dat het schijnt alsof de liefde en toewijding voor den B. v. S. tanende is. hoewel de ouden van dagen juist thans zoo veel behoefte hebben aan de vervulling van het ideaal van den Bond. Spr. meende, dat het tijd wordt, dat hij als voorzitter de afdeeling gaat verlaten, om zijn plaats te ruimen voor een jongere kracht, die niet, zooals hij, ook door huiselijke omstandigheden ge handicapt wordt in zijn optreden in dienst van de propaganda voor den Bond. Spr. deelde dan mede, dat deze vergadering de laatste zal z(jn, welke hij zal leiden, ook buiten de stad zal hij zich niet meer kunnen geven. Komende tot zijn rede, merkte spr. op, dat ds. van Krevelen toch heusch niet revo- lutionnair is en dat het daarom verwonde ring moet wekken, dat de Radioraad diens rede verbood. Spr. vreesde, dat de Radio raad als kindsch moet worden gerekend om dit verbod. Juist thans is het zoo noodig, dat de Bond méér leden krijgt, want zéér veel is er, dat de vervulling van den eisch van staatspen sioen tegenwerkt. Spr. herinnerde aan den verkiezingsstrijd, waarin ouderdomsvoor ziening werd toegezegd, en thans zei hij nu de heeren weer op het gestoelte der eere zitten, worden de beloften vergeten en offert men net zoo goed als andere landen aan het monster van het militairisme. Aan ons de taak, om te toonen dat wij méér christelijkheid hebben dan onze regeerders en dat het ons ernst is met den eisch van staatspensioen. Geld, dat voor de ouden van dagen niet te vinden was, heeft men nu wel beschikbaar voor het militairisme. Wij zei spr. strijden niet voor rechts of voor links, maar voor recht en billijk heid tegenover onze ouden van dagen. Dat invoerkig van staatspensioen de spaarzaam heid zou tegenhouden, werd door spr. met groote stelligheid ontkend, met een verwij zing naar de landen, waar men de proef heeft genomen. Evenzeer is onjuist, dat het staatspen sioen een krenkend karakter zou hebben, omdat er niets voor gedaan wordt. En wat is de steun voor tuinders, boeren en anderen dan? Wij gunnen het dien menschen zeer wel, zij hebben het zeker noodig, maar laat men nu niet laatdunkend spreken van staats pensioen. Met klem wekte spr. op tot aansluiting bij den Bond voor Staatspensionneering, op dat den volgenden keer aan den tocht naar Den Haag zal worden deelgenomen door véél meer duizenden dan tot dusver. Wat oud-minister Oud betreft, vroeger voorzitter van den B. v. S., spr. was altijd overtuigd geweest, dat deze wel gaarne wat voor de ouden van dagen zou hebben ge daan, maar het onmogelijk heeft kunnen doen. Dat deze minister na de verkiezingen door dr. Colijn, die toch mede zooveel stem men kreeg doordat Oud naast hem stond, dezen heeft laten vallen, beschouwde spr. als een straf voor de verloochening van de zaak der ouden van dagen in de vooraf gaande regeerperiode. Het verdere programma was geheel gewijd aan amusement en is uit stekend geslaagd. Louis Noiret opende met een gezellig babbeltje, waarna Fantasio op trad met verschillende liedjes, waarin hij zangers en zangeressen imiteerde en tot caricaturen maakte. Dan kwam er een jongedame, die met verbazingwekkende vlugheid xylophoon speelde en met een serie handklokken welluidende muziek bracht. Louis Noiret zelf bracht onderscheidene liedjes, die hij inleidde met een aardig praatje; zeer geslaagd was het liedje op Staatspensioen, waarvan het refrein flink meegezongen werd. Na de pauze kwamen Fantasio en de xylophoniste nog eens terug en tot slot kwam den Antonio met zijn spre kende pop, een nummer dat geweldig in sloeg. Dat Louis Noiret niet nog minstens één liedje zong, is blijkbaar een teleurstel ling geweest. De heer Bruin sprak aan het slot, na dank te hebben gebracht voor de groote op komst, nog eenige woorden van propaganda voor den Bond en tot versterking van de financiën der afdeeling. In de Rustende Jager te Bergen zou gister avond in een vergadering van de afd. van den Vrouwen-Vredebond Ds. de Regt het onderwerp „Eerbied voor het leven" behan delen, terwijl in het Dr. Dekkerhuis Ds. v. d. Heyden uit Voorburg zou spreken over het onderwerp „Achter gevangenismuren". Verschillende personen hadden voor beide onderwerpen belangstelling en aangezien niemand op twee plaatsen gelijk kon zijn, besloten de besturen beide sprekers te ver zoeken hun onderwerp in de Rustende Jager te behandelen. De voorzitster van de afd. Bergen van den Vrouwen-Vredebond, mevrouw Ponst ijn-van Hilten, deelde in haar openingswoord aan de ongeveer honderd aanwezigen, die zich in de voorzaal hadden vereenigd, mede, dat beide sprekers aan het verzoek hadden vol daan, waarvoor zy hen dank bracht, even als aan Albert Sluyter (viool) en mevrouw Winkel-Wester, die zoo welwillend waren, te samen een paar concertnummers ten ge- hoore te brengen. Ter introductie van den avond gaf hierop Albert Sluiter een vioolsolo, waarbij hij op de piano begeleid werd door mevr. Winkel- Wester, waarna het woord was aan Ds. v. d. Heyden, die voorop stelde, dat hij geen vriend was van sensatie en alleen gekomen was om iets te vertellen van zyn praktische ervaring als celbezoeker van de gevangenis sen in den Haag en Scheveningen. Het betreft hier, zoo zeide spr., onze broe ders en zusters, die vaak met een bepaalden aanleg ter wereld zijn gekomen, die wy niet bezitten. Of die vaak een verwaarloosde op voeding hebben gehad, of het slachtoffer waren van werkloosheid. Het geldt een groote categorie van menschen die niet we gens hun misdadigheid achter de gevange nismuren waren gesloten, maar daar door omstandigheden zitten, waarvoor wij ge spaard zyn gebleven. Wanneer spr. eenige uren met hen had ge sproken, heeft hij dikwijls gedacht, hoe hij onder hetzelfde complex van oorzaken zou hebben gereageerd. Wij moesten ons niet in beelden, dat zij de slechten en wy de braven zyn. Als van ieder van ons eens bekend werd, wat hij verkeerd heeft gedaan, dan zou menig onzer zich daarvoor schamen. Wie zich dit bewust wordt, weet, dat hij den plicht heeft, de achter de gevangenismuren zuch tenden even op te heffen en aan werk te helpen, al is het thans bij 450.000 werkloo- zen uitzondering geworden, daarin te sla gen. Spr. besprak hierop de verschillende soor ten gevangenissen, als de cellulaire, waarin niemand langer dan 5 jaar alleen mag zitten, waarna hy in gemeenschap met anderen wordt geplaatst, tenzij hij er de voorkeur aan geeft, alleen te blijven. Spr. ervaring is, dat hij zonder aarzeling de voorkeur aan „eenzaam" zou geven, boven gedwongen ge meenschap met menschen, die men niet zich zelf koos, zonder ooit alleen te zijn. Het karakter van de bijzondere gevange nissen, als die te Scheveningen, voor de aan t.b.c. lijdende gevangenen en die te Leeu warden voor de lang-gestraften en die te Rotterdam voor de vrouwen, belichtte spr. meer uitvoerig, waarbij hy er op wees, dat op elke 10 misdadige mannen er 1 misdadige vrouw is, waaruit men echter niet moet con- cludeeren, dat de vrouw beter is dan de man. Er zyn n.L tal van misdrijven, waarvoor de vrouw niet geëigend is, o.a. inbreken en vechten. In het vermogen om te beleedigen staat de vrouw niet achter bij den man. Ook de situatie van de openluchtgevange nis te Veenhuizen werd door spr. besproken. Hoogstens kunnen daar een 75 gevangenen geplaatst worden, die echter aan bepaalde eischen moeten voldoen. De jeugdgevangenis voor jeugdige perso nen van 18 tot 25 jaar, die een straf langer DE „PASTEUR" VAN STAPEL GELOOPEN. Gisteren is de „Pasteur", het grootste passagierschip van de Fransche handels marine op de Zuidatlantische route te St. Nazaire van stapel geloopen. Tot dusver was de eerste Fransche vertegenwoordigster in het Zuidatlantische verkeer, de „Massillia", die tamelijk verouderd is. Dit schip meet slechts 16.000 ton en de maximum snelheid bedraagt 16 knoopen, zoodat het niet vergeleken kan worden met vreemde schepen op dezelfde route, zooals de Britsche „Asturias" (22000 ton en 21.5 knoopen), de Italiaansche „Vulcania" (24.000 ton en 23 knoopen) en de Duitsche „Cap Arcona" (27.500 ton en 21 knoopen). De „Pasteur" komt door zyn grootere snelheid en zijn bouw echter aan de spits te staan. Het schip is 218 meter lang, 29 meter breed en heeft een snelheid van 27 knoopen. Verwacht wordt, dat de „Pasteur" de zelfde plaats in de Zuidelijke route zal innemen als de „Normandie" in het Noordelijk gedeelte van den Atlantischen Oceaan. dan één jaar hebben gekregen, behoort zich te kenmerken door het element van de op voeding, dat echter in de gevangenissen in ons land te eenenmale ontbreekt. Tot 1860 heeft men ook in ons land de misdadigers mishandeld. Wie een valschen eed had gedaan, werden de vingers afge kapt en wie had gestolen een hand, terwijl valsche munters levend werden gekookt. De humanitaire strooming, die in het laatst van de 18e eeuw opkwam, maakte aan dit barbaarsche gedoe een einde. Spr. schetste, hoe het in de 16e eeuw met de geestelijke verzorging van de gevange nen gesteld was en citeerde daarvoor een bewaard gebleven preek van Ds. Hack te Alkmaar tegen de bewoners van het Rasp huis te Alkmaar, die geweigerd hadden on eetbare grauwe erwten te eten. Ds. Hack sprak aldus: „Doemelingen! Hel lefrikken! Lust gij niet die kostelijke grauwe erwten, die heerlijke gave Gods? Dan zijt gy waart, dat de Duivel u gloeiende erwten in de gal jaagt, als gij in de hel komt", en hij eindigde met het volgende gebed: „Heere, Heere, Gij weet niet half hoe goddeloos zij zijn. Als Gij het wist, dan zoudt Gij ze met den bliksem van uw toorn naar de hel ja gen. Amen". Ds. Hack, aldus spreker, wist het dus beter dan God. Een dergelijke geestelijke verzorging, al dus spr., kan men cadeau krijgen. Spr. wees hierna op de toename van de criminaliteit bij een toename van den eco- nomischen nood en op de verschillende soorten van misdadigers. In een democratisch land, waar men zelfs in behoorlijke taal de regeering kan becri- tiseeren, komt, in tegenstelling met de dic- tatuurlanden, de politieke misdadiger geluk kig weinig voor. Het reclasseeringswerk werd hierna door spr. besproken. Dit werk heeft er voor ge zorgd, dat over velen, die met den straf rechter in aanraking komen, een voorlich tingsrapport aan de rechtbank wordt over legd. Dit leidt vaak tot voorwaardelijke veroordeelingen, een instituut, dat buitenge woon zegenrijk werkt, omdat anders vaak menig gelegenheidsmisdadiger beroepsmis dadiger wordt. Spr. noemde het celbezoek een van de be langrijkste verrichtingen van de reclassee- ring. Door dit werk is spr. blik op het ziele- leven van den mensch zeer verruimd. Naar spr. oordeel was het geheele gevan genissysteem verouderd. De mensch toch verschilt innerlijk en uiterlijk en eenzelfde maatregel zal op den een een totaal andere uitwerking hebben dan op den ander. Zeker- is, dat, hoe vaker de mensch in de cel ge weest is, hoe minder dit hem doet en hoe langer de straf, hoe beter de mensch zich aanpast. Aan onze gevangenissen ontbreekt het ele ment van opvoeding. Toch wil spreker geen sentimentaliteit. Humaniteit sluit strengheid niet uit, maar de strengheid zegt spr., moet opvoedend zijn. Spr. eindigde met het verzoek om in de toekomst met mildere gevoelens tegenover de gevangenen te staan. (Applaus.) De heer V a 1 k h o f f, voorzitter van het Dr. Dekkerhuis, sprak hierna een woord van dank en tevens van voldoening voor de op dezen avond tot stand gekomen samen werking. Hierna speelde Albert Sluyter meesterlijk de Sonate van Locatelli, eveneens verdien stelijk begeleid door mevr. WinkeL Ds. de Regt over het onderwerp: „Eerbied voor het leven". Wij menschen van dezen tyd stikken in de oorlogsproblemen. Het „gy zult niet doo- den" wordt helaas zoo verschillend verstaan. Hoogachting heeft spr. voor den dichter Albert Verwey, uit wiens boekje over den oorlog hij enkele aforismen voorlas, waar uit bleek, dat ook hij zich voor het grootste gedeelte tegen den oorlog stelde en eerbied voor den diensweigeraar vroeg. Anderzijds predikt Verwey een fatalisme, dat geen uitweg is, doch geboren uit een diep verdriet, zoodat hy door de noodzake lijkheid van den oorlog, de verbijstering, verbetering verwacht. Spr., als pacifist, ge looft in het humane. Spr. gelooft niet, dat door verellendiging verbetering kan ont staan. De eerbied voor het leven verbiedt oor log. Spr. oordeelde Verwey een symptoom van de geestesverwarring van onzen tijd. Wanneer in ons leeft, dat wij eerbied moe ten hebben voor het leven, dan zal men blijven zoeken naar de middelen om te ko men tot den vrede. Al is onze wereld door en door ziek, dan behoeft men nog niet te wanhopen over de mogelijkheid, dat op grond van eerbied voor het leven van oorlog wordt afgezien. In den tyd van onzen bevrijdingsoorlog dacht men anders, wist men niet beter, doch toen leefden ook reeds een Grotius en een Erasmus. In onzen tijd past het inzicht, dat de oor log vloekwaardig is en de geesten doodt. In de wetenschappelijke wereld gaat men uit van het axioma, dat alle leven dat behouden kan worden, met alle middelen behouden moet worden. Daar gaat men dus uit van het begrip, dat het recht op het leven het oer- en grondrecht is van den mensch, dat gruwe lijk in den oorlog wordt geschonden. Het leven is het hoogste goed in dezen zin, dat het alle andere goede dingen moge lijk maakt In onze dagen wordt met dat recht, bui ten oorlog om, gespeeld, doordat menschen uit den weg worden geruimd, omdat zij een voudig anders denken, dan zij die de macht hebben. Het leven is het alles omvattende. Zelfs de dood is aan het leven verbonden. Het ons bij de geboorte geschonken leven, ziet spr. als de mogelijkheid om ons tot het goede en het kwade te wenden. Voor spr. is het leven niet zinloos, maar de mogelijkheid om zich in volle vrijheid tot het hoogere te ontwik kelen. Dit blijft van kracht buiten spr. religieuse opvatting om, waar zonder hij niet zou kun nen leven. Als spr. eerbied vraagt voor het leven, dan doet hy dat voor het leven in al zijn vor men, ook voor het leven van planten en dieren. Met het doodmaken van een mensch is nooit iets gewonnen en allereerst moet men de beslissing over het doodmaken overlaten aan het individu 2elf. Het lagere is de ondergrond, waaruit wy leven. Dit behoeft niet te worden gemin-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9