DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. n i; m |i Stad w Omgeving. i| Oud-minister Eden verdedigt zijn houding. No. 48 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 26 Februari 1938 140e Jaargang Hervatting der besprekingen met Italië bedenkelijk geacht. DE REDE VAN EDEN. Het „Acht Uhr Abendblatt" en Joodsche journalisten. De burgeroorlog in Spanje. De antwoorden op de Britsche nota inzake de vrijwilligers- kwestie. Prof. Donkersloot over Jan Slauerhoff. Tweede cursusles van de Volksuniversiteit. De aigemeene toestand. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse uumroers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franci aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telet. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Oud-minister Eden heeft gisteravond voor zijn kiezers een rede gehouden, waarin hij een uiteenzetting gaf van de gebeurtenissen van den laatsten tijd en waarin hij zijn aftreden als minister van buitenlandsche zaken motiveerde. Het was den oud-minister onmogelijk, het tegenover het parlement en het En- gelsche volk te doen voorkomen, alsof hij den politieken koers van zijn col lega's steunde. Bovendien achtte hij het persoonlijk bedenkelijk, dat de Engelsche regeering de besprekingen met Italië wilde her vatten. Dit was z.i. niet minder dan een verzwakking van de positie, welke En geland inneemt in de wereld-politiek. In de Win ter-Hall te Leamington, het district van Eden, heeft de gewezen mi nister van buitenlandsche zaken gister avond onder overweldigende belangstel ling zijn reeds aangekondigde rede ge houden, waarin hij aan zijn kiezers ver klaarde, waarom het hem onmogelijk geworden was, nog langer de leiding van buitenlandsche zaken op zich te ne men. Waar hij een vAst geloof had in de democratie, had hij persoonlijk niet anders kunnen handelen. Allereerst dankte Eden zijn kiezers en ook de anderen, die hem hebben bedolven onder bemoedigende brieven en telegrammen en vervolgens bracht hij hulde aan Cranborne en zeide, dat er geen schijn van waarheid is in de bewering, dat zijn beslissing was be- invloed door de overspanning in zijn ambt. waardoor zijn oordeel en gezondheid zouden zijn benadeeld. Eden heeft zijn besluit ge nomen uit overtuiging en sedert is niets ge schied, dat hem de overtuiging heeft ge bracht, dat hij verkeerd heeft ""handeld. Nu, een week na het nemen van zijn besluit, kan spreker met alle ernst zeg gen, dat hij, wanneer hij terugziet op de gebeurtenissen, meer dan ooit overtuigd is het juiste te hebben gedaan. Hij zou zichzelf verachten, wanneer hij een an dere houding zou hebben aangenomen. Een van de twee voornaamste vragen is, of spreker, aangezien hij van meening met zijn collega's verschilde, minister van bui tenlandsche zaken had moeten blijven. Zelf is hij van oordeel van niet. Als minister was hij verantwoordelijk voor het parle ment en het land en niemand had een ge lijke verantwoordelijkheid voor de buiten landsche zaken. Indien hij niet was atgetre- den, dan had hij in het Lagerhuis moeten zeggen: „Ik geloof, dat dit de beste wijze is om het Britsch-Italiaansche vraagstuk op te lossen. Er is risico bij, doch ik geloof, dat het zal slagen en dat het tenslotte zal bijdra gen tot het versterken van den vrede m Ongelukkigerwijze, zoo verklaarde Eden verder, kon hij dit niet gelooven. Hij geiooi de juist het tegendeel! Eden zeide verder dat hij dan ze sprekingen zou hebben geleid, e e t._ gen, waarvan het resultaat de m ge gevolgen kon hebben voor de p Engeland in de wereld. Dan..z0" zou huichelaar zijn geweest en zijn g niet eerlijk zijn geweest ten aanzien van het parlement en het land. „„ociHont Bovendien heeft mmiMer-president vaststaande inzichten, niet a nolitiek treft het doel van de buitenlandsche poU**, doch ook ten aanzien van de w r_ deze moet worden gevoerd. a zejf lijk zijn goed recht, doch ook spreke heeft dergelijke vaststaande opvatting heider meening is niet gelÜk- Eden verklaarde zijn best te heeft daan de kloof te overbruggen en h« heer in volle loyaliteit, samengewerkt en 1 dat aan de andere zijde dit eveneens het ge val is geweest. ro„ _nr In het afgeloopen weekeinde kwam P tot de overtuiging, evenals de minis sident, dat dit verschil van meening diep gaand was en dat er voor den munster v buitenlandsche zaken slechts een weg open bleef, n.1. aftreden. Niemand kan de buitenlandsche zaken tot een goed einde leiden volgens de opvattin- Eden gen van een ander. Spreker was overtuigd dat de weg, welke hij volgde, m het belang was van het land. Hij hoopte evenwel, dat niemand zal gelooven dat het een gemak kelijke weg was. Overgaande tot de feiten zeide Eden: Men heeft mij gezegd, dat de gang van zaken, die ik voorstond, gelijk stond met aan de eene partij in de onderhandelingen te vra gen net boetekleed aan te trekken. Ik heb nooit zooiets voorgesteld. Al wat ik beweerd heb, en nog be weer, is dat eerst vorderingen dienen te worden gemaakt met de vervulling van verplichtingen, die reeds waren aan gegaan, alvorens te willen onderhande len over andere overeenkomsten, die dezelfde kwestie dekken. Indien wij niet door het verleden gekweld willen wor den, dienen wij het niet volkomen te verwgarloozen. De procedure, die de regeering heeft ge kozen, is een bewijs van de oprechtheid van haar wensch tot overeenstemming te gera ken en het behoeft niet noodzakelijker wijze een bewijs van verstandig beleid in internationale aangelegenheden te zijn. Naar mijn gevoelen was het zeer goed mogelijk, op alle eischen te blijven staan en dezelfde resultaten te verkrijgen in dien zij verkregen kunnen worden zon der de gevaren aan de thans gevolgde pro cedure verbonden. Deze diepe bezorgdheid vervult mij vanavond. De beslissing is thans gevallen, en noch door woorden, noch door daden, wil ik thans de taak der regeering moeilijker maken. Integendeel wensch ik haar van harte succes in haar pogingen. Eden merkte vervolgens op, dat hij in zijn rede in het Lagerhuis met opzet niet ge sproken had van bepaalde documenten, in verband met de onmogelijkheid, deze thans te publiceeren. Echter, zeide hij, handhaaf ik ieder woord, dat ik in het Lagerhuis heb gezegd. Tijdens het weekeinde ben ik defini tief tot het oordeel gekomen, dat de be- teekenis van bepaalde mededeelingen van een buitenlandsche regeering was: „Nu of nooit" en dat aan deze mede deelingen, gelezen in het verband der jongste gebeurtenissen, geen andere uit leg kon worden gegeven. Het denkbeeld is geopperd, dat ik mijn collega's die een andere meening waren toegedaan, hierop zou wijzen, doch dat wil ik niet, daar ik zulks niet in het belang van het land acht. Ik stel mij er mede tevreden te wachten en mij bij den loop der gebeurtenissen neer te leggen. Eden zeide, dat hij een overtuigd voor stander zou blijven van de nationale regee ring, waarin de conservatieve partij, op het lidmaatschap waarvan hij trotsch is, een be langrijke rol heeft te vervullen. Eden voegde hier nog aan toe, dat het op het gebied der buitenlandsche aangelegen heden thans de plicht der regeering is, waakzaam en standvastig te zijn. Het is goed te streven naar het doen ver dwijnen van oude vijandschappen, doch na tuurlijk niet ten koste van oude vriend schappen. Aan den kant der groote democra tieën van Europa en Amerika moeten onze natuurlijke verwantschappen liggen. Wij moeten ons houden aan onze opvat ting van internationale orde zonder welke geen duurzame vrede mogelijk is. De bedreiging tegen de „Joodsche op ruiers in Duitchland", welke Hitier in zijn rede te München Donderdagavond heeft geuit, is voor het „Acht Uhr Abendblatt" aanleiding om te veronderstellen, dat de Joodsche correspondenten van de buiten landsche bladen uit Duitschland zullen worden gezet, tezamen met de Duitsche joden, die hen inlichtingen verschaffen. Het blad vindt het een schandaal, dat sommige bladen juist joden als correspon dent naar Duitschland zenden en het blad sluit met de verzuchting „dat men ons in de toekomst in 's hemelsnaam geen jood sche correspondenten meer sture, want men moet hopen, dat zelfs in de groote democratische landen nog enkele niet joodsche journalisten zijn". „De Daily Express" schrijft inzake het aanvaarden door Duitschland en Italië van het Britsche voorstel tot het terugtrekken van vrijwilligers uit Spanje, dat de regee ringen te Rome en Berlijn zouden verlangen dat een effectieve controle te land in Spanje zal worden hersteld op het oogenblik van vertrek uit Londen van de neutrale commis sie, welke belast is om toezicht uit te oefenen op het terugtrekken der vrijwilli gers. Dit verlangen is, zegt men, in tegen spraak met het besluit van de niet-inmen- gingscommissie, waarvan de twee Spaan- sche partijen kennis dragen. 4 Nov. j.L heeft de commissie de beide partijen inge licht dat de controle te land alleen zal worden hersteld op een datum, welke kort aan het begin van de terugtrekkingswerk zaamheden voorafgaat. Overigens zouden er minstens zes weken met het tellen der vrij willigers heengaan. In de kringen van de commissie wordt er op gewezen dat uit de vroegere beraadsla gingen hierover bleek dat de Fransche re geering de mogelijkheid van een herstel der internationale controle niet onder oogen zag, voordat het succes van de terugtrekkings werkzaamheden ten volle verzekerd was. Er is geen enkele aanwijzing om nu te meenen dat de Engelsche regeering aan Parijs zal vragen een wijziging in dit standpunt te brengen. Tot zoover de Daily Express. Daarentegen wijst men er volgens Havas in Duitsche kringen te Londen op, dat Duitschland het aannemen van de Britsche formule niet afhankelijk heeft gemaakt van het herstellen van de controle te land door de neutrale commissie, aangezien deze zaak reeds is geregeld door een eenstemmige be slissing van de niet-inmengingscommissie. In politieke kringen vraagt men zich af, of door Italiaansche kringen het antwoord van Rome op gelijke wijze zal worden ge ïnterpreteerd. De Sowjet-Russische ambassadeur te Lon den wacht nog steeds op instructies uit Mos kou, aleer hij zijn houding kan bepalen tegenover de Britsche formule. Lord Plymouth, de voorzitter der commis sie zet nog steeds zijn besprekingen voort. Men hoopt, dat de ondercommissie van de niet-inmengingscommissie nog voor het einde der volgende week zal kunnen bijeen komen. De krijgsbedrijven, Havas meldt uit Madrid dat de opstande lingen in den sector van Aravaca bij vier achtereenvolgende aanvallen geprobeerd hebben de stellingen, die zij den dag te vo ren hadden moeten prijsgeven, te herove ren. De regeeringstroepen konden tegen den avond hun stellingen verlaten en bezetten een door de opstandelingen verlaten loop graven-linie, die reeds verscheidene dagen niemandsland was geweest. De regeerings troepen kunnen uit hun nieuwe stelling ver scheidene verbindingswegen beheerschen. Bij Teruel hebben de rechtsche troepen den heelen dag besteed aan de versterking der door hen veroverde stellingen. De lucht macht heeft de bombardementen op het ge bied achter de regeeringstroepen voortge zet. Alkmaar, Zaterdag. De tweede les uit den cursus „De jonge schrijversgeneratie", welke prof. Donker sloot gisteravond voor de Volksuniversiteit, afd. Alkmaar, hield, was gewijd aan den grootsten schrijver van „de jongeren", aan wijlen Jan Slauerhoff. Zonder eenigen twij fel mag, zoo leidde spr. in, Slauerhoff van „de jongeren" de belangrijkste in persoon lijkheid, de rijkste van talent genoemd wor den. Het is bekend, deze te vroeg gestorven dichter voerde in zich een levensonrust, een innerlijke ontevredenheid met het leven, een leven zonder eenige bestendigheid. Doch Alkmaar, 26 Februari. Lord Halifax is minister van buitenland sche zaken geworden! De opvolger van Eden heeft andere poli tieke denkbeelden dan Eden en men weet, hoe hij in elk geval veel dichter bij Duitsch land staat dan alle andere leden der Engel sche regeering. Wanneer Engeland op het oogenblik toenadering tot Duitschland en Italië wil, dan moet men de benoeming van Lord Halifax toejuichen. Een andere vraag is, of de verandering van politiek hoe gering ook, naar de Engelsche regeering beweert Europa werkelijk ten goede zou komen. Waarschijnlijk zal er voorloopig wel niet veel veranderen, omdat Engeland toch de democratie zal blijven verdedigen. Want op het oogenblik kan de situatie o.i. als volgt worden geschetst: Chamberlain wil de toe nadering tot de Mid-Europeesche landen, desnoods met opoffering van een tikje van Engeland's prestige; Eden daarentegen wil de recht door zee en had geen behoefte aan een onderhandelingen-politiek. Voor de oogenblikkelijke rust in Europa is de politiek van Chamberlain wellicht de beste; voor de toekomst zou die van Eden waarschijnlijk de meest gewenschte ge weest zijn, tenminste bekeken door de bril van democratisch denkende en geregeerde landen. Er is nog niets bekend over de voorne mens van Italië, welke Eden en Chamber lain tevergefs getracht hebben op te helde ren tijdens de gedachtenwisseling van de vorige week Vrijdag. Verschillende aanwij zingen doen echter vermoeden, dat Italië groote problemen zou willen aansnijden, zooals het evenwicht der vlootstrijdkrach- ten in de Middellandsche Zee en de controle over het Suezkanaal. Rome zou ook erken ning van de verovering van Abessinië door den Volkenbond eischen. Wat dit laatste punt betreft, schijnen er geen moeilijkheden te worden verwacht; de beide eerste eischen echter brengen de Britsche politieke kringen nog al in verle genheid. Herhaalde malen hebben Engel sche leidende persoonlijkheden zicb uitge sproken tegen iedere verbintenis, die de Britsche vlootstrijdkrachten in de Middel landsche Zee zou beperken in een vaste verhouding tot de Italiaansche. Men ziet niet goed in, hoe de conservatieven, die Chamberlain steun hebben verleend in zijn politiek van toenadering tot Italië een wij ziging van de Britsche houding op dit punt zouden kunnen aanvaarden. Ten aanzien van het Suez-kanaal merken de zelfde kringen op, dat een regeling van deze kwestie niet alleen tot de bevoegdheid van Engeland behoort. Wanneer er sprake is van de militaire en maritieme bescher ming van de zone zouden concessies aan Italië nog moeilijker zijn en in ieder geval is het vrij twijfelachtig, dat aan Lord Perth volmachten zouden worden gegeven om te onderhandelen. De ambassadeur zal onge twijfeld veelvudig overleg moeten plegen met de regeering tijdens de besprekingen. Commentaren uit Italiaansche kringen te Londen laten verwachten, dat de regeering te Rome gematigdheid wil betrachten, om de poging tot toenadering, welke Engeland het aftreden van Eden gekost heeft, niet te ontmoedigen. Een mislukking na de gebeur tenissen der laatste dagen zou voor langen tijd iedere kans op een ontspanning ver keken maken. Politieke kringen verwachten ook, dat het gebaar van toenadering tot Italië gevolgd zal worden door het zoeken van toenade ring tot Berlijn. Men denkt, dat Von Rib- bentrop de volgende week op zijn bezoek te Londen niet zal nalaten te informeeren naar de concessies, die gedaan zouden kun nen worden aan Duitschland in de kwestie der koloniën. Vele Britsche politici ver wachten niet, dat het bezoek van Von Ribbentrop een punt van uitgang zal vor men voor een nieuw „onderzoek". Zij den ken echter, dat aan Duitschen kant het terrein wellicht nog moeilijker is dan aan Italiaanschen. In de eerste plaats lijkt het door de Britsche deskundigen in de kolo niale kwestie uitgevoerde voorbereidende werk geen aanleiding te geven tot de hoop op tastbare concessies. In de kwestie van Midden-Europa heeft Chamberlain nog geen tijd gehad een stand punt te bepalen. Waar de zaken zoo staan is er geen wijziging van belang gekomen in den toestand sedert de reis van Lord Hali fax naar Berlijn. Ook moet er aan gedacht worden, dat de conservatieven, die een ontspanning tusschen de vier groote mo gendheden hebben toegejuicht, degenen zijn, die het vijandigst staan tegenover een af stand van Britsche bezittingen of streken onder Britsch mandaat. Zooals het Engelsche Lagerhuis verdeeld is in twee groote kampen Chamberlain- isten en Eden-isten! zoo is ook de Fran sche Kamer zeer verdeeld. De Fransche Kamer behandelt op het oogenblik de buitenlandsche politiek en het is vanzelfsprekend, dat de Engelsche kwes tie daar mede besproken wordt. Een deel der afgevaardigde is het met Chamberlain's houding eens, een ander deel is de meening van Eden toegedaan en het is zeer merk waardig, dat die verdeeldheid zelfs voor komt in een en dezelfde partij. Het meest belangrijke is wel, dat alle leden er van overtuigd zijn, dat Frankrijk zich aan Engeland moet vasthouden, dat de samenwerking met Engeland moet blijven, om de democratie in Europa te verdedigen Bedriegen de voorteekenen niet, dan schijnt ook Frankrijk geneigd, toenadering tot Duitschland te zoeken. het zou fout zijn in zijn beroep van scheeps arts zijn zoeken naar romantiek in de ge wone beteekenis van het woord af te leiden. Want als er ooit een burgerlijker samenle ving te constateeren valt, aldus spr., dan is dat juist op een comfortabel schip, waar Slauerhoff zijn plichten vervulde. Immers, overal waar menschen samenhokken is „de buurt" (waarover deze schrijver zoo vlijm scherp kon schrijven) en zeker op een schip. Zoo'n omgeving is derhalve geen waarborg voor het avontuurschap. Trouwens „het avontuur", zooals men dat gewoon kent, zocht Slauerhoff heelemaal niet; hij hield niet van het leven en zeker niet van 's levensavonturen. Het best echter leefde hij nog bij het wa ter en de lucht. Al mag men al evenmin zeggen, dat hij daar trachtte het met het le ven op een accoord te gooien of om zijn ver langen naar grootheid daar het meest bevre digd te zien. Want toen hij in den loop der jaren begreep het leven niet geheel te kun nen bezitten, wenschte hij het ook niet half. Het is dus niet een gebrek aan moed om te leven, dat hij juist de zeeën bevoer, eerder zijn „Fernweh", wat men zou kunnen noe men, het omgekeerde van „Heimweh". Om in het besef van doelloosheid in die onver zadigde onrust uiteindelijk het verlangen te hebben toch ergens te zijn. Men weet het uit zijn onnoemlijk vele ver zen „op zee is het leven nog het minst ver velend", zoo schreef hij. Is er dus in zijn kort bestaan direct een lijn van groot pessi misme te trekken, in zijn eerste gedichten sprak zijn sociale gevoel nog belangrijk mee en die pennevruchten droegen een bijna op standig karakter. Spr. achtte deze verzen het best en droeg in dit verband Slauerhoff s bekende „Krantenlooper uit Parijs" voor. Zijn eerste verzen zijn naar dit sociale ge voel gericht, zonder nochtans eentonig of egaal te worden. Daarvoor was hy een te groote persoonlijkheid en zijn leven was spannend genoeg om verveeldheid in zijn ge dichten te voorkomen. En merkwaardig is het daarnaast op te merken, dat hij zij het zeer sporadisch toch ook wel eens een lichte snaar kon tref fen, hetgeen duidelijk uitkomt in zijn luch tige volksliedjes, waaruit men heelemaal niet zou concludeeren, dat Slauerhoff van „de jongeren" de eenzaamste en de meest individualistische was. Los van zijn onrust verdiepte Slauerhoff zich door zijn sterke verbeeldingskracht in andere werelden, waar zijn behoefte om een grootscher leven te bereiken benaderd werd door zich zoover mogelijk van de ge geven werkelijkheid te verplaatsen. Men leze er zijn gedichten van ontdek kingsreizigers maar op na, waaruit vaak een haast brute en bruuske voorkeur spreekt voor het barbaarsche leven (b.v. „de man van Peru"}. Slauerhoff heeft zich zelf vaak gedwongen in een soms haast woeat® P"?™1" tiviteit van schrijftrant om zijn teederheia te verbergen en die verzen zyn z® zijn beste Beter zijn de zoojuist genoemd verbeeldingen van voorwereldlijke werelden,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1