DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. No. 54 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 3 Maart 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Ons electrisch koetje zal voortaan in den stal van het P. E. N. worden gemolken. Elke groeiende stad moet zich aanpassen bij het moderne verkeer. Een storm in een kopje thee. De aigemeene toestand. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco doot het geheele Rijk 2.50. Losse aumroers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 1-25, elke regel meer f 0 25. groote contracten rabat. Groote letters oaar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMS COSTER ZOON. Voordam C 9, postdiro 37060. Telet. 3320. redactie 3330. Als er in de laatste raadsvergadering een besluit is gevallen, dat onze vroedere va deren, zooals zij dat gewoonlijk zelf uitdruk ken, met bloedende harten hebben genomen, dan is het de afzwering geweest van het kope thee, of liever van de twee kopjes thee, welke den raadsleden en den persvertegen woordigers tot dusver tijdens de discussies door de stadhuisboden gepresenteerd wer den. Die thee gaf iets huiselijks aan de bijeen komsten, zjj was als het ware het symbool van een gezellig samenzijn, van een vriend schappelijke verhouding van alle politieke groepen en het feit, dat de Rijkscommissie, welke in verband met de noodlijdendheid onzer gemeente onze begrootingen besnoeit, belangrijke bedragen op allerlei posten schrapte, heeft op den Raad niet zoo'n in druk gemaakt als die eene streep van het blauwe regeeringspotlood, welke het be scheiden bedrag deed verdwijnen, dat jaar lijks aan „thee voor den Raad" werd uitge geven. We hebben er vroeger al eens op gewe zen, dat kleine oorzaken groote gevolgen kunnen hebben. Eén enkele paling, en mis schien nog niet eens een levende, was oor zaak van het beruchte oproer, dat onze hoofdstad heeft geteisterd en een simpel kopje thee zou oorzaak kunnen worden, dat de Raad van Alkmaar in den lande gmg de- monstreeren, dat de burgerij in den jare 1938 nog evenmin voor bedreigingen uit den weg gaat als zij dat in het beroemde historiejaar 1573 gedaan heeft. Evenwel, er is sinds 1573 wel iets veran derd. Er zijn sindsdien noodlijdende of zoo goed als noodlijdende gemeenten gekomen, die door Vadertje Staat ondersteund moeten worden omdat zij niet in staat zijn in hun eigen onderhoud te voorzien. En zooals men op Maatschappelijk Hulpbetoon aan iemand, die om steun vraagt duidelijk maakt, dat hij alle luxieuse neigingen zal moeten onder drukken, zoo heeft men vanuit Den Haag aan de gemeente Alkmaar laten weten, dat de regeering deze zwakke zuster niet in den steek zal laten, maar dat het dan ook uit moet zijn met allerlei overbodige dingen en daartoe wordt dan ook het kopje thee gere kend, dat tot dusver door de boden gebracht en door de gemeente betaald werd. In allerlei toonaarden heeft de Raad dat betreurd en de heeren in Den Haag minder mooie benamingen gegeven, maar nu de commissie ten tweede male met dreigenden vinger naar het onschuldige theekopje heeft gewezen, durfde men zich niet meer verzet ten. „Thermosflesschen meebrengen", was eerst het parool, maar de Raad had er nu iets an ders en iets beters op gevonden. Wie thee wil kan ze bestellen en moet ze zelf beta len. Duur is het niet en de bediening is zoo danig, dat de beste lunchroom uit onze ge meente er niet tegen kan concurreeren. Er is zelfs gelegenheid om „rondjes" te geven en de burgemeester heeft er, in dank voor zijn herstel, direct gebruik van ge maakt, waarbij de heer Grondsma, ter eere van een familiefeest, de gebruikelijke cake heeft geschonken. De tijd schijnt niet ver meer, dat voor het Stadhuis een speciale vergunning zal wor den aangevraagd zoodat men tijdens de raadszittingen een Voorburgje of een Tip van Bootz zal kunnen bestellen. Er was meer, dat de regeeringscommissie verboden had, namelijk, dat de belooning van de leden der diverse stembureaux hoo- ger dan 4 per dag zou mogen zijn. Er gingen verontwaardigde stemmen op van raadsleden, die van meening waren, dat een tuinman of een aankomend timmer man meer kan verdienen dan een ïntei- lectueele stemmenteller en dat het ëev° van een dergelijken maatregel zou wezen, da tal van minder kapitaalkrachtige burgers voortaan voor de eer om in een stembureau te mogen zitten zouden bedanken. De heer Govers hield zelfs een opruiende toespraak of althans het begin er van, maar hij bedacht intijds dat hij Vrijheidsbonder en geen Revolutionnair-Socialist is, zoodat hij 2ijn woorden weer inslikte. Men zal natuurlijk ook op dit punt nood gedwongen moeten toegeven, maar hier en daar zat er nog zoo'n opposant, die he wel goed vond dat de regeering eens zag. dat de Raad van Alkmaar niet van plan was om alles te slikken en dus waren er heftig protesteerende leden, die om een stemming vroegen omdat zij de burgerij wilden too- nen, dat zij voor geweld niet uit den weg zouden gaan. En toen er dan werkelijk gestemd werd en niemand eigenlijk pr ies wist hoeveel raadsleden zich noodgedwongen onderwor pen hadden en hoeveel er zich, zooals men dat hier noemt, „op de borst stonden ,e slaan", toen kwam men tot een verrassende ontdekking. Want toen waren er tien, die de regeering wel eens het een en ander duidelijk zouden maken en negen, die zoo verstandig waren om in te zien, dat het een onbegonnen werk is om een strijd met de heeren in Den Haag te beginnen. Toen was er natuurlijk een heftig ge schrokken college van B. en W. en een bur gemeester, die er op wees, dat men door zoo onbezonnen te werk te gaan thans had uit gesproken, dat men de wenken van Den Haag niet wenschte op te volgen en aange zien de regeeringssubsidie alleen maar ge geven wordt als de gemeente zich volkomen aan de voorschriften onderwerpt, stonden wij r.u, terwille van de te laag gesalarieerde le den van stembureaux, voor een begrooting met een tekort van duizenden guldens, met de zekerheid, dat er vanuit Den Haag geen postwissel of girobiljetje meer was te ver- Wachten. Als kinderen lucifers afstrijken zijn er al tijd wel een paar belhamels, die meer dan anderen durven en eerst als het huis in brand staat beseft men te laat welk gevaar lijk spelletje er gespeeld is. Gelukkig stond het Stadhuis nog niet in brand, hoewel er een bedenkelijke schroei- lucht hing. Want toen de Raad tot het besef kwam, dat er te veel demonstranten vcor de onafhankelijkheid geweest waren, kwamen eenige raadsleden tot de conclusie, dat men zich vergist had. Men had het niet goed be grepen enz., dus werd er na de pauze op nieuw gestemd met het resultaat, dat drie raadsleden een zwaai van 180 graden maak ten en het college dus naar Den Haag kon schrijven, dat de Raad in alle opzichten met. de voorschriften van de regeering accoord is gegaan. Er waren nog zeven opposanten, maar dat zal de heeren in de residentie natuurlijk minder interesseeren. Een bewoner van den Geestersingel die tegenwoordig dus aan een weg voor snelver keer woont moet met zijn auto m en uit zijn garage rijden. Nieuwe vergunningen worden daarvoor niet meer gegeven, maar de garage is er nu eenmaal en het is niet de bedoeling van den eigenaar er een auto op na te houden, die nooit buiten de deur komt. Hij vroeg daarom een zoogenaamde uitrit in het trottoir, dus het wegnemen van den hoogen stoeprand en men zou verwachten, dat B. en W. daartegen geen bezwaar zou den maken. Het bleek evenwel, dat het college den man wel over den stoep wilde laten rijden, maar dat hij dan een zoogenaamde beun voor het trottoir zou moeten leggen, welke hij telkens weer zou moeten opbergen zoodra hij met zijn auto op den weg stond. Men gevoelt wel, dat deze kwestie buiten gewoon belangrijk is. Moet men met een auto over een beun rij den of moet men niet over een beun rijden, daar gaat het nu maar om en zelfs den Com missaris van Politie was advies gevraagd en die was tegen een beun gebleken. Er waren trouwens meer raadsleden tegen een beun, maar B. en W. hebben de open hartige verklaring afgelegd, dat zij er vóór waren. Wie in een auto komt aanstuiven aldus hun redeneering kan de beun zien Hggen en weet dan, dat er een gevaarlijke weg- kruising is, zoodat de beun nog zoo'n beetje als verkeersbord kan dienen. Bovendien heeft wethouder Klaver opgemerkt, dat wanneer de man een beun buiten moet leg gen, hij tegelijkertijd links en rechts kan kijken of er ook ergens een auto in aan tocht is, maar hij vergat daarbij, dat de man daar na weer naar zijn auto terug moet en dat er, vóór hij met zijn Fordje dan weer over den stoep is, misschien wel tien race-wagens om den hoek zijn gekomen. Men kon het niet eens worden en ten slotte moest er zelfs worden gestemd, waarbij de tegenstanders van een beun in de m-erder- heid bleken, zoodat B. en W. met tien tegen negen stemmen in het ongelijk gesteld wer den. „t Het was een verpletterende nederlaag, maar er werd gelukkig geen portefeuille kwestie uit geboren. Zelfs de heer Bonsema, die anders spoedig geneigd is zijn mogelijk aftreden als een dreigend argument op den voorgrond te stellen, heeft ons de verzeke ring gegeven, dat hij door deze beunhazerij niet voornemens is, zijn zetel ter beschikking van zijn vroegere partijgenooten te stellen. Met dezelfde bloedende harten waarmee de thee overboord was geworpen, heeft de Raad besloten 25 per jaar voor de Vereeni- ging tot IJsbestrijding uit te geven. Men heeft er van verschillende kanten op ge wezen, dat dit geld heel wat nuttiger be steed zou kunnen worden, temeer omdat er tegenwoordig toch geen ijs meer te beken nen is, maar de Provincie wenscht nu een maal een goed voorbeeld van de aan het Kanaal liggende gemeenten en in Alkmaar is men niet krachtig genoeg om zich daar tegen te verzetten. Verder was er een verzekeringskwestie, namelijk de mededeeling van B. en W., dat de Gemeente-ontvanger niet langer ver plicht is tot het stellen van een wetttelijke zekerheid en dat B. en W. thans een ver zekering tegen schade door fraude van amb tenaren gesloten hebben van f 50.000, waar voor de Raad zijn toestemming zou moeten geven. De heer de Groot vond dat een beetje laag, omdat rekening moest worden gehou den met het feit, dat bij de ambtenaren, die de gemeente kunnen benadeelen, thans ook de gemeente-ontvanger is begrepen. Niet natuurlijk, omdat juist onze ge meente-ontvanger een min Of meer onbe- trouwbaren indruk zou maken, maar omdat deze of zijn opvolger veel meer dan 50.000 voor een buitenlandsch reisje in zijn zak zou kunnen steken.. Het verzekerde bedrag was z.i. onvoldoen de, maar ten slotte was er geen grens te vinden en in de hoop, dat al onze ambte naren en vooral die welke ons geld be- heeren, nog leng in ons midden zullen ver toeven, werd de gevraagde machtiging voor een bedrag van 50.000 voor drie jaren verleend. Wanneer wij hier memoreeren, dat de heer Van der Borden als raadslid werd geïnstal leerd en dat hij reeds ijverig aan de debat ten heeft deelgenomen, dat er door den heer Van de Vall geklaagd werd over te weinig werkgelegenheid op het terrein van „Nooit Gedacht", welker directeur den werkloozen koeien met gouden horens had voorgespie geld, dat de heer Stoutjesdijk in Oudorp niet voor duizend gulden gasbuizen wilde leggen om anderhalf huisje te verlichten wat in middels- toch zal gebeuren, omdat het halve huisje een heel huisje bleek te zijn dat er voor de bouwvereeniging Rochdale geen uitgezocht stukje grond zal bewaard wor den, omdat de tijd blijkbaar voorbij is, dat men bij het Grondbedrijf op koopers zat te wachten, dan komen wij ten slotte tot een zeer voornaam punt der agenda, namelijk het voorstel van B. en W. om de tijdelijke overeenkomst waarop ons de eerste drie maanden van dit jaar door de Provincie stroom wordt geleverd, nog tot 1 Juni te verlengen. Men kent uit de in onze courant gepubli ceerde stukken ongeveer de situatie. De ge meente zal de stroomdistributie waarschijn lijk niet kunnen behouden, omdat de regee ring wenscht, dat die in handen van de Pro vincie zal komen. De Provincie maakt zich dus al zal het misschien nog een paar jaar duren gereed om beslag te leggen op het beste melkkoetje, dat wij op stal hebben, een beestje, dat alle jaren melk met een zeer groot percentage vet heeft gegeven. Er zullen arbiters komen, die hoofdzake lijk de koe zullen schatten en zoo goed als niet naar de melk zullen kijken en dan zal de gemeente wederom voor de groote vraag staan welke goocheltoeren er bedacht moe ten worden om bij alle noodlijdendheid nog een gat in onze begrooting te dichten, dat zoo groot is, dat er in de heele stad geen wol genoeg te vinden is om er een stop in te leggen. Dat stelt onze Raad weer voor zware pro blemen en dat bleek al dadelijk uit het feit, dat er een geheime zitting van ongeveer anderhalf uur is gehouden. Er is onder de Alkmaarsche journalisten niemand, die iets voor een gijzeling voelt nu de mooie voorjaarsdagen aanbreken en wij bepalen ons dus tot de vermelding, dat er na de pauze door den heer Venneker alleen maar is meegedeeld, dat de Raad vreeselijk teleurgesteld was, dat men de tijd Alkmaar, 5 Maart. Wij hebben gisteren in de rubriek Buitenland eenige berichten opgenomen betreffende een onderhoud, dat Hitier had met den Berlijnschen ambassadeur van Engeland, Henderson. Dit onderhoud moet volgens de Times, die goed ingelicht zegt te zijn, een hervatting beteekenen van de Engelsch-Duitsche besprekingen, welke verleden jaar gehouden zijn door von Ribbentrop, nadat eerst lord Halifax zijn opzienbarende reis naar Berlijn had ge maakt. De huidige besprekingen worden om verschillende redenen geheim gehouden, evenals de inhoud der besprekingen, zoo dat wjj wellicht t. z. t. een totaal niets zeggend communiqué zullen krijgen. De besprekingen zouden echter in ver band staan met den wensch van de Brit- sche en van de Duitsche regeering om onderhandelingen te beginnen in denzelf den geest als begonnen zullen worden tusschen Londen en Rome. De Britsche regeering was reeds begin Februari van plan een voorstel tot onderhandelingen aan Hitier te doen, maar de terugkeer van Sir Nevile Henderson te Berlijn na zijn consultatie in Londen viel samen met de groote veranderingen in Duitschland op 4 Februari, welke gevolgd werden door de gebeurtenissen in Oostenrijk, Hitler's rede op 20 Febr. en Eden's aftreden. Dat be- teekende natuurlijk uitstel. De vraag rijst of de Britsche voorstellen in verband met die gebeurtenissen gewij zigd zouden moeten worden of niet. Men gelooft, dat indien de besprekingen van heden tot eenig resultaat zijn gekomen von Ribbentrop de onderhandelingen te Londen zal voortzetten. De minister wenscht zelf zijn brief tot terugroeping als ambassadeur aan koning George te overhandigen en hij heeft gewacht op de indiening van de Britsche voorstellen te Berlijn voordat hij het besluit nam wanneer hij naar Londen zou terug keeren. Het is bekend welke eischen Duitschland heeft. Men geeft toe, dat het moeilijk is te zeggen welke concessies Duitschland aan Engeland zou kunnen doen om tot een accoord te komen. De mogelijkheid bestaat, dat men over een luchtpact gaat onderhan delen. Van Duitsche zijde wijst men er op dat Duitschland's vlootaccoord met Enge land al een groote concessie is welke nog altijd mee kan tellen. In politieke kringen wordt verder ge zegd, dat Engeland door de belangen van Duitschland in Europa te erkennen en tegemoet te komen aan zijn koloniale eischen, er op vertrouwen kan, dat Duitschland den vrede in Europa bewaart, waardoor Engeland de handen vrij krijgt om de noodige aandacht te gaan wijden aan de defensie van de overzeesche ge- biedsdeelen welke op vele punten wordt bedreigd. Men kan wel aannemen, dat de En gelsch-Duitsche onderhandelingen beein- fluencc-erd zullen worden door de En- gelsch-Italiaansche en omgekeerd. Een andere factor welke van groot belang zal zijn is de houding van de Engelsche pers. Volgens de meening van Hitier is de Engel sche publieke opinie, zooals die tot uiting komt in de Engelsche kranten, nog niet rijp voor een accoord met het Duitsche volk. De Tsjechische minister-president Hodzja heeft Vrijdag een groote rede gehouden in de Kamer en daarin o.m. gesproken over de betrekkingen met Duitschland. Sedert zes maanden, aldus Hodza, wordt van gedachten gewisseld tusschen Duit sche en Tsjecho-Slowaaksche kringen. Deze gedachtenwisselingen en de onder handelingen schijnen thans bedreigd te worden door de rede, door Hitier op 20 Februari uitgesproken. Tsjecho-Slowakije moet zijn betrekkingen met Duitschland met des te meer zorg herzien, omdat de chef der Duitsche luchtmacht op 1 Maart de rede van Hitier heeft aangevuld. Hitier heeft er melding van gemaakt, dat „in twee aangrenzende landen tien millioen leden van het Duitsche volk wonen." Het is een historisch feit, dat meer dan drie millioen burgers van Duitsche natio naliteit hun vaderland in Tsjecho-Slowa kije hebben. Het spreekt van zelf, dat Tsjecho-Slowakije, zich ten volle bewust van de strekking dezer verklaring, er op wijst, dat zijn grenzen volkomen on schendbaar zijn. Indien de verklaringen van Hitier een pogen beteekent dat onver- eenigbaar is met het beginsel van erken ning van onzen staat, zou de Tsjecho- Slowaaksche regeering dat oprecht be treuren, omdat dat dan de eerste poging van dien aard sedert de hernieuwing der onafhankelijkheid zou zijn, die in het werk gesteld zou worden op het oope^blik, dat Praag de betrekkingen met Duitschland wil regelen op den ernstigen grondslag van correcte samenwerking. Ieder van ons. al dus Hodza, is bereid tot de grootste offers voor de verdediging van de individueele, de nationale en de moreele vrijheid. Wij willen den vrede, doch indien het noodlot ons oorlog oplegt, zou Tciecho-Slowakije zich tot het einde verdedigen. van onderhandelen tot 1 Juni wil verlengen en dat men inmiddels hoopt, dat B. en W. in Haarlem en in Den Haag hun beste been tjes zullen voorzetten. Er is, nu ongeveer een jaar geleden, in Alkmaar een groote protestvergadering ge houden, waarin diverse middenstanders heb ben uitgeroepen, dat het Verdronken Oord moest worden gedempt. Er is een comité van actie gevormd, dat hetzelfde gezegd heeft en zoo verstandig was het subsidiair te ver vangen door een overkluizing bij de Kraan- buurt, omdat men wel begreep, dat er van een demping van het Verdronken Oord in de eerstvolgende tien jaren niets zou kun nen komen. Er zijn ingezonden stukken geschreven en er zijn adressen aan den Raad gestuurd, waarna de Raad onder groote belangstel ling van de burgerij de kwestie aan alle kanten bekeken heeft en B. en W. beloofd hebben een uitspraak van deskundigen te zullen vragen. Die deskundigen zijn door B. en W. uit gezocht en rondgeleid en zij hebben advie zen ingezonden, waarvoor de comité-leden zich blijkbaar weinig geïnteresseerd hebben. Het vraagstuk „demping, overkluizing of alles laten zooals het nu eenmaal is", heeft daarna eenige keeren op de agenda van den Raad gestaan en meestal heelemaal onder aan, zoodat het practisch nooit aan de beurt kwam. Wij hebben in den beginne den secre taris der commissie mr. Schuurman, nog wel eens met een dikke actentasch op de publieke tribune gezien, maar die kan zijn tijd ook beter gebruiken dan naar ein- delooze raadsdebatten te luisteren, welke niet de overkluizing of de demping betref fen. En zoo ging het met deze kwestie als met het herdersjongetje, die voor de grap zoo dikwijls geroepen had, dat de wolf hem had overvallen, dat toen de wolf er werkelijk was, niemand hem meer geloofde en hij een vreeselijken dood is gestorven. Het dempingsvraagstuk stond weer op de agenda, maar er stond noch een secretaris, noch een enkel comité-lid, noch zelfs een enkele middenstander op de publiek tribune. Nu heeft de Raad het vraagstuk heel rustig bekeken en besproken met het gevolg na tuurlijk, dat er vooreerst niets zal gebeuren, omdat er geen geld is. Dat was het voorstel van B. en W. en het was te begrijpen, dat een gemeente, die ge acht wordt in een dergelijken rampzaligen toestand te verkeeren, dat onze vroede va deren geen kopje thee meer voor niets kun nen krijgen, in dezen tijd geen veranderin gen zal ondergaan, waarmede groote kapi talen gemoeid blijken. Uitvoerig zijn de ingekomen adviezen be sproken en het was vanzelfsprekend, dat het eene deel van den Raad er heel anders over dacht dan het andere naar gelang men den toestand ter plaatse al dan niet zou willen verbeteren. Er werd te veel over een te kostbare ver breeding van de Huigbrouwerstraat ge sproken en te weinig over een verbreeding van de Kapelsteeg, waar men een kleiner aantal huizen voor heel wat minder geld zal kunnen krijgen. Er waren voorstanders van overkluizing en voorstanders van enkele meters verbreeding van den rijweg, maar er was over het algemeen nog altijd de ge dachte, dat er in de toekomst iets zal moe ten gebeuren, hoe soldiede men dan ook de ingestorte brug gemaakt heeft en hoe mooi het nieuwe dak is, dat men op de visch- markt gezet heeft, welke markt door het eene raadslid een verzameling steenen en gasbuizen genoemd werd en door het andere als een juweeltje van oude bouwkunst werd geprezen. Wij zullen de debatten hier niet uitvoerig memoreeren, omdat men ze volledig in ons vorig nummer kan vinden. Wij zullen ook niet meer in den breede onze meening verkondigen. Wij hebben deze meermalen gegeven en bij de publicatie der adviezen opnieuw onze bezwaren naar voren gebracht. Wanneer de middenstanders nog even enthousiaste voorstanders van demping of overkluizing zijn als een jaar geleden, moet men ook van die zijde nog maar eens laten blijken, dat men zijn belangstelling in deze vraagstukken niet heeft verloren. Het is onze overtuiging, dat het een eisch van dezen tijd is het stadsbeeld te wijzigen als de straten zoo smal zijn, dat het verkeer daardoor wordt belemmerd en dat er in de omgeving van de Kraanbuurt een oplossing is te vinden, welke de schoonheid van onze oude veste niet noemenswaard aantast, geen onbetaalbare offers eischt en de door allen gewenschte verbetering kan brengen. De Raad heeft thans besloten het dem- pings- en overkluizingsvraagstuk naar de jaren van voorspoed te verschuiven. Wü gelooven, dat het verkeer wjimde naaste toekomst dermate zal dat de kwestie binnen afrienbaren t d P nieuw op de agenda van een raadsvergade ring zal prijken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1