DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
No. 54 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 3 Maart 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Ons electrisch koetje zal voortaan in den stal van het
P. E. N. worden gemolken.
Elke groeiende stad moet zich aanpassen bij het
moderne verkeer.
Een storm in een kopje thee.
De aigemeene toestand.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco doot het geheele Rijk 2.50.
Losse aumroers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels f 1-25, elke regel meer f 0 25. groote
contracten rabat. Groote letters oaar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS COSTER ZOON. Voordam C 9,
postdiro 37060. Telet. 3320. redactie 3330.
Als er in de laatste raadsvergadering een
besluit is gevallen, dat onze vroedere va
deren, zooals zij dat gewoonlijk zelf uitdruk
ken, met bloedende harten hebben genomen,
dan is het de afzwering geweest van het
kope thee, of liever van de twee kopjes thee,
welke den raadsleden en den persvertegen
woordigers tot dusver tijdens de discussies
door de stadhuisboden gepresenteerd wer
den.
Die thee gaf iets huiselijks aan de bijeen
komsten, zjj was als het ware het symbool
van een gezellig samenzijn, van een vriend
schappelijke verhouding van alle politieke
groepen en het feit, dat de Rijkscommissie,
welke in verband met de noodlijdendheid
onzer gemeente onze begrootingen besnoeit,
belangrijke bedragen op allerlei posten
schrapte, heeft op den Raad niet zoo'n in
druk gemaakt als die eene streep van het
blauwe regeeringspotlood, welke het be
scheiden bedrag deed verdwijnen, dat jaar
lijks aan „thee voor den Raad" werd uitge
geven.
We hebben er vroeger al eens op gewe
zen, dat kleine oorzaken groote gevolgen
kunnen hebben. Eén enkele paling, en mis
schien nog niet eens een levende, was oor
zaak van het beruchte oproer, dat onze
hoofdstad heeft geteisterd en een simpel
kopje thee zou oorzaak kunnen worden, dat
de Raad van Alkmaar in den lande gmg de-
monstreeren, dat de burgerij in den jare 1938
nog evenmin voor bedreigingen uit den weg
gaat als zij dat in het beroemde historiejaar
1573 gedaan heeft.
Evenwel, er is sinds 1573 wel iets veran
derd.
Er zijn sindsdien noodlijdende of zoo goed
als noodlijdende gemeenten gekomen, die
door Vadertje Staat ondersteund moeten
worden omdat zij niet in staat zijn in hun
eigen onderhoud te voorzien. En zooals men
op Maatschappelijk Hulpbetoon aan iemand,
die om steun vraagt duidelijk maakt, dat hij
alle luxieuse neigingen zal moeten onder
drukken, zoo heeft men vanuit Den Haag
aan de gemeente Alkmaar laten weten, dat
de regeering deze zwakke zuster niet in den
steek zal laten, maar dat het dan ook uit
moet zijn met allerlei overbodige dingen en
daartoe wordt dan ook het kopje thee gere
kend, dat tot dusver door de boden gebracht
en door de gemeente betaald werd.
In allerlei toonaarden heeft de Raad dat
betreurd en de heeren in Den Haag minder
mooie benamingen gegeven, maar nu de
commissie ten tweede male met dreigenden
vinger naar het onschuldige theekopje heeft
gewezen, durfde men zich niet meer verzet
ten.
„Thermosflesschen meebrengen", was eerst
het parool, maar de Raad had er nu iets an
ders en iets beters op gevonden. Wie thee
wil kan ze bestellen en moet ze zelf beta
len. Duur is het niet en de bediening is zoo
danig, dat de beste lunchroom uit onze ge
meente er niet tegen kan concurreeren.
Er is zelfs gelegenheid om „rondjes" te
geven en de burgemeester heeft er, in dank
voor zijn herstel, direct gebruik van ge
maakt, waarbij de heer Grondsma, ter eere
van een familiefeest, de gebruikelijke cake
heeft geschonken.
De tijd schijnt niet ver meer, dat voor het
Stadhuis een speciale vergunning zal wor
den aangevraagd zoodat men tijdens de
raadszittingen een Voorburgje of een Tip
van Bootz zal kunnen bestellen.
Er was meer, dat de regeeringscommissie
verboden had, namelijk, dat de belooning
van de leden der diverse stembureaux hoo-
ger dan 4 per dag zou mogen zijn.
Er gingen verontwaardigde stemmen op
van raadsleden, die van meening waren,
dat een tuinman of een aankomend timmer
man meer kan verdienen dan een ïntei-
lectueele stemmenteller en dat het ëev°
van een dergelijken maatregel zou wezen, da
tal van minder kapitaalkrachtige burgers
voortaan voor de eer om in een stembureau
te mogen zitten zouden bedanken.
De heer Govers hield zelfs een opruiende
toespraak of althans het begin er van, maar
hij bedacht intijds dat hij Vrijheidsbonder en
geen Revolutionnair-Socialist is, zoodat hij
2ijn woorden weer inslikte.
Men zal natuurlijk ook op dit punt nood
gedwongen moeten toegeven, maar hier en
daar zat er nog zoo'n opposant, die he
wel goed vond dat de regeering eens zag.
dat de Raad van Alkmaar niet van plan was
om alles te slikken en dus waren er heftig
protesteerende leden, die om een stemming
vroegen omdat zij de burgerij wilden too-
nen, dat zij voor geweld niet uit den weg
zouden gaan.
En toen er dan werkelijk gestemd werd
en niemand eigenlijk pr ies wist hoeveel
raadsleden zich noodgedwongen onderwor
pen hadden en hoeveel er zich, zooals men
dat hier noemt, „op de borst stonden ,e
slaan", toen kwam men tot een verrassende
ontdekking.
Want toen waren er tien, die de regeering
wel eens het een en ander duidelijk zouden
maken en negen, die zoo verstandig waren
om in te zien, dat het een onbegonnen werk
is om een strijd met de heeren in Den Haag
te beginnen.
Toen was er natuurlijk een heftig ge
schrokken college van B. en W. en een bur
gemeester, die er op wees, dat men door zoo
onbezonnen te werk te gaan thans had uit
gesproken, dat men de wenken van Den
Haag niet wenschte op te volgen en aange
zien de regeeringssubsidie alleen maar ge
geven wordt als de gemeente zich volkomen
aan de voorschriften onderwerpt, stonden wij
r.u, terwille van de te laag gesalarieerde le
den van stembureaux, voor een begrooting
met een tekort van duizenden guldens, met
de zekerheid, dat er vanuit Den Haag geen
postwissel of girobiljetje meer was te ver-
Wachten.
Als kinderen lucifers afstrijken zijn er al
tijd wel een paar belhamels, die meer dan
anderen durven en eerst als het huis in
brand staat beseft men te laat welk gevaar
lijk spelletje er gespeeld is.
Gelukkig stond het Stadhuis nog niet in
brand, hoewel er een bedenkelijke schroei-
lucht hing. Want toen de Raad tot het besef
kwam, dat er te veel demonstranten vcor de
onafhankelijkheid geweest waren, kwamen
eenige raadsleden tot de conclusie, dat men
zich vergist had. Men had het niet goed be
grepen enz., dus werd er na de pauze op
nieuw gestemd met het resultaat, dat drie
raadsleden een zwaai van 180 graden maak
ten en het college dus naar Den Haag kon
schrijven, dat de Raad in alle opzichten met.
de voorschriften van de regeering accoord
is gegaan.
Er waren nog zeven opposanten, maar dat
zal de heeren in de residentie natuurlijk
minder interesseeren.
Een bewoner van den Geestersingel die
tegenwoordig dus aan een weg voor snelver
keer woont moet met zijn auto m en uit
zijn garage rijden. Nieuwe vergunningen
worden daarvoor niet meer gegeven, maar
de garage is er nu eenmaal en het is niet de
bedoeling van den eigenaar er een auto op
na te houden, die nooit buiten de deur komt.
Hij vroeg daarom een zoogenaamde uitrit
in het trottoir, dus het wegnemen van den
hoogen stoeprand en men zou verwachten,
dat B. en W. daartegen geen bezwaar zou
den maken.
Het bleek evenwel, dat het college den
man wel over den stoep wilde laten rijden,
maar dat hij dan een zoogenaamde beun
voor het trottoir zou moeten leggen, welke
hij telkens weer zou moeten opbergen zoodra
hij met zijn auto op den weg stond.
Men gevoelt wel, dat deze kwestie buiten
gewoon belangrijk is.
Moet men met een auto over een beun rij
den of moet men niet over een beun rijden,
daar gaat het nu maar om en zelfs den Com
missaris van Politie was advies gevraagd en
die was tegen een beun gebleken.
Er waren trouwens meer raadsleden tegen
een beun, maar B. en W. hebben de open
hartige verklaring afgelegd, dat zij er vóór
waren.
Wie in een auto komt aanstuiven aldus
hun redeneering kan de beun zien Hggen
en weet dan, dat er een gevaarlijke weg-
kruising is, zoodat de beun nog zoo'n beetje
als verkeersbord kan dienen. Bovendien
heeft wethouder Klaver opgemerkt, dat
wanneer de man een beun buiten moet leg
gen, hij tegelijkertijd links en rechts kan
kijken of er ook ergens een auto in aan tocht
is, maar hij vergat daarbij, dat de man daar
na weer naar zijn auto terug moet en dat er,
vóór hij met zijn Fordje dan weer over den
stoep is, misschien wel tien race-wagens om
den hoek zijn gekomen.
Men kon het niet eens worden en ten slotte
moest er zelfs worden gestemd, waarbij de
tegenstanders van een beun in de m-erder-
heid bleken, zoodat B. en W. met tien tegen
negen stemmen in het ongelijk gesteld wer
den. „t
Het was een verpletterende nederlaag,
maar er werd gelukkig geen portefeuille
kwestie uit geboren. Zelfs de heer Bonsema,
die anders spoedig geneigd is zijn mogelijk
aftreden als een dreigend argument op den
voorgrond te stellen, heeft ons de verzeke
ring gegeven, dat hij door deze beunhazerij
niet voornemens is, zijn zetel ter beschikking
van zijn vroegere partijgenooten te stellen.
Met dezelfde bloedende harten waarmee
de thee overboord was geworpen, heeft de
Raad besloten 25 per jaar voor de Vereeni-
ging tot IJsbestrijding uit te geven. Men
heeft er van verschillende kanten op ge
wezen, dat dit geld heel wat nuttiger be
steed zou kunnen worden, temeer omdat er
tegenwoordig toch geen ijs meer te beken
nen is, maar de Provincie wenscht nu een
maal een goed voorbeeld van de aan het
Kanaal liggende gemeenten en in Alkmaar
is men niet krachtig genoeg om zich daar
tegen te verzetten.
Verder was er een verzekeringskwestie,
namelijk de mededeeling van B. en W., dat
de Gemeente-ontvanger niet langer ver
plicht is tot het stellen van een wetttelijke
zekerheid en dat B. en W. thans een ver
zekering tegen schade door fraude van amb
tenaren gesloten hebben van f 50.000, waar
voor de Raad zijn toestemming zou moeten
geven.
De heer de Groot vond dat een beetje
laag, omdat rekening moest worden gehou
den met het feit, dat bij de ambtenaren, die
de gemeente kunnen benadeelen, thans ook
de gemeente-ontvanger is begrepen.
Niet natuurlijk, omdat juist onze ge
meente-ontvanger een min Of meer onbe-
trouwbaren indruk zou maken, maar omdat
deze of zijn opvolger veel meer dan
50.000 voor een buitenlandsch reisje in zijn
zak zou kunnen steken..
Het verzekerde bedrag was z.i. onvoldoen
de, maar ten slotte was er geen grens te
vinden en in de hoop, dat al onze ambte
naren en vooral die welke ons geld be-
heeren, nog leng in ons midden zullen ver
toeven, werd de gevraagde machtiging voor
een bedrag van 50.000 voor drie jaren
verleend.
Wanneer wij hier memoreeren, dat de heer
Van der Borden als raadslid werd geïnstal
leerd en dat hij reeds ijverig aan de debat
ten heeft deelgenomen, dat er door den heer
Van de Vall geklaagd werd over te weinig
werkgelegenheid op het terrein van „Nooit
Gedacht", welker directeur den werkloozen
koeien met gouden horens had voorgespie
geld, dat de heer Stoutjesdijk in Oudorp niet
voor duizend gulden gasbuizen wilde leggen
om anderhalf huisje te verlichten wat in
middels- toch zal gebeuren, omdat het halve
huisje een heel huisje bleek te zijn dat er
voor de bouwvereeniging Rochdale geen
uitgezocht stukje grond zal bewaard wor
den, omdat de tijd blijkbaar voorbij is, dat
men bij het Grondbedrijf op koopers zat te
wachten, dan komen wij ten slotte tot een
zeer voornaam punt der agenda, namelijk
het voorstel van B. en W. om de tijdelijke
overeenkomst waarop ons de eerste drie
maanden van dit jaar door de Provincie
stroom wordt geleverd, nog tot 1 Juni te
verlengen.
Men kent uit de in onze courant gepubli
ceerde stukken ongeveer de situatie. De ge
meente zal de stroomdistributie waarschijn
lijk niet kunnen behouden, omdat de regee
ring wenscht, dat die in handen van de Pro
vincie zal komen.
De Provincie maakt zich dus al zal het
misschien nog een paar jaar duren gereed
om beslag te leggen op het beste melkkoetje,
dat wij op stal hebben, een beestje, dat alle
jaren melk met een zeer groot percentage
vet heeft gegeven.
Er zullen arbiters komen, die hoofdzake
lijk de koe zullen schatten en zoo goed als
niet naar de melk zullen kijken en dan zal
de gemeente wederom voor de groote vraag
staan welke goocheltoeren er bedacht moe
ten worden om bij alle noodlijdendheid nog
een gat in onze begrooting te dichten, dat
zoo groot is, dat er in de heele stad geen
wol genoeg te vinden is om er een stop in te
leggen.
Dat stelt onze Raad weer voor zware pro
blemen en dat bleek al dadelijk uit het feit,
dat er een geheime zitting van ongeveer
anderhalf uur is gehouden.
Er is onder de Alkmaarsche journalisten
niemand, die iets voor een gijzeling voelt
nu de mooie voorjaarsdagen aanbreken en
wij bepalen ons dus tot de vermelding, dat
er na de pauze door den heer Venneker
alleen maar is meegedeeld, dat de Raad
vreeselijk teleurgesteld was, dat men de tijd
Alkmaar, 5 Maart.
Wij hebben gisteren in de rubriek
Buitenland eenige berichten opgenomen
betreffende een onderhoud, dat Hitier had
met den Berlijnschen ambassadeur van
Engeland, Henderson. Dit onderhoud moet
volgens de Times, die goed ingelicht zegt
te zijn, een hervatting beteekenen van de
Engelsch-Duitsche besprekingen, welke
verleden jaar gehouden zijn door von
Ribbentrop, nadat eerst lord Halifax zijn
opzienbarende reis naar Berlijn had ge
maakt.
De huidige besprekingen worden om
verschillende redenen geheim gehouden,
evenals de inhoud der besprekingen, zoo
dat wjj wellicht t. z. t. een totaal niets
zeggend communiqué zullen krijgen.
De besprekingen zouden echter in ver
band staan met den wensch van de Brit-
sche en van de Duitsche regeering om
onderhandelingen te beginnen in denzelf
den geest als begonnen zullen worden
tusschen Londen en Rome. De Britsche
regeering was reeds begin Februari van
plan een voorstel tot onderhandelingen
aan Hitier te doen, maar de terugkeer van
Sir Nevile Henderson te Berlijn na zijn
consultatie in Londen viel samen met de
groote veranderingen in Duitschland op
4 Februari, welke gevolgd werden door de
gebeurtenissen in Oostenrijk, Hitler's rede
op 20 Febr. en Eden's aftreden. Dat be-
teekende natuurlijk uitstel.
De vraag rijst of de Britsche voorstellen
in verband met die gebeurtenissen gewij
zigd zouden moeten worden of niet. Men
gelooft, dat indien de besprekingen van
heden tot eenig resultaat zijn gekomen von
Ribbentrop de onderhandelingen te Londen
zal voortzetten. De minister wenscht zelf
zijn brief tot terugroeping als ambassadeur
aan koning George te overhandigen en hij
heeft gewacht op de indiening van de
Britsche voorstellen te Berlijn voordat hij
het besluit nam wanneer hij naar Londen
zou terug keeren.
Het is bekend welke eischen Duitschland
heeft. Men geeft toe, dat het moeilijk is te
zeggen welke concessies Duitschland aan
Engeland zou kunnen doen om tot een
accoord te komen. De mogelijkheid bestaat,
dat men over een luchtpact gaat onderhan
delen. Van Duitsche zijde wijst men er op
dat Duitschland's vlootaccoord met Enge
land al een groote concessie is welke nog
altijd mee kan tellen.
In politieke kringen wordt verder ge
zegd, dat Engeland door de belangen van
Duitschland in Europa te erkennen en
tegemoet te komen aan zijn koloniale
eischen, er op vertrouwen kan, dat
Duitschland den vrede in Europa bewaart,
waardoor Engeland de handen vrij krijgt
om de noodige aandacht te gaan wijden
aan de defensie van de overzeesche ge-
biedsdeelen welke op vele punten wordt
bedreigd.
Men kan wel aannemen, dat de En
gelsch-Duitsche onderhandelingen beein-
fluencc-erd zullen worden door de En-
gelsch-Italiaansche en omgekeerd. Een
andere factor welke van groot belang zal
zijn is de houding van de Engelsche pers.
Volgens de meening van Hitier is de Engel
sche publieke opinie, zooals die tot uiting
komt in de Engelsche kranten, nog niet
rijp voor een accoord met het Duitsche
volk.
De Tsjechische minister-president Hodzja
heeft Vrijdag een groote rede gehouden in
de Kamer en daarin o.m. gesproken over
de betrekkingen met Duitschland.
Sedert zes maanden, aldus Hodza, wordt
van gedachten gewisseld tusschen Duit
sche en Tsjecho-Slowaaksche kringen.
Deze gedachtenwisselingen en de onder
handelingen schijnen thans bedreigd te
worden door de rede, door Hitier op 20
Februari uitgesproken. Tsjecho-Slowakije
moet zijn betrekkingen met Duitschland
met des te meer zorg herzien, omdat de
chef der Duitsche luchtmacht op 1 Maart
de rede van Hitier heeft aangevuld. Hitier
heeft er melding van gemaakt, dat „in
twee aangrenzende landen tien millioen
leden van het Duitsche volk wonen."
Het is een historisch feit, dat meer dan
drie millioen burgers van Duitsche natio
naliteit hun vaderland in Tsjecho-Slowa
kije hebben. Het spreekt van zelf, dat
Tsjecho-Slowakije, zich ten volle bewust
van de strekking dezer verklaring, er op
wijst, dat zijn grenzen volkomen on
schendbaar zijn. Indien de verklaringen
van Hitier een pogen beteekent dat onver-
eenigbaar is met het beginsel van erken
ning van onzen staat, zou de Tsjecho-
Slowaaksche regeering dat oprecht be
treuren, omdat dat dan de eerste poging
van dien aard sedert de hernieuwing der
onafhankelijkheid zou zijn, die in het werk
gesteld zou worden op het oope^blik, dat
Praag de betrekkingen met Duitschland
wil regelen op den ernstigen grondslag van
correcte samenwerking. Ieder van ons. al
dus Hodza, is bereid tot de grootste offers
voor de verdediging van de individueele,
de nationale en de moreele vrijheid. Wij
willen den vrede, doch indien het noodlot
ons oorlog oplegt, zou Tciecho-Slowakije
zich tot het einde verdedigen.
van onderhandelen tot 1 Juni wil verlengen
en dat men inmiddels hoopt, dat B. en W.
in Haarlem en in Den Haag hun beste been
tjes zullen voorzetten.
Er is, nu ongeveer een jaar geleden, in
Alkmaar een groote protestvergadering ge
houden, waarin diverse middenstanders heb
ben uitgeroepen, dat het Verdronken Oord
moest worden gedempt. Er is een comité van
actie gevormd, dat hetzelfde gezegd heeft en
zoo verstandig was het subsidiair te ver
vangen door een overkluizing bij de Kraan-
buurt, omdat men wel begreep, dat er van
een demping van het Verdronken Oord in
de eerstvolgende tien jaren niets zou kun
nen komen.
Er zijn ingezonden stukken geschreven en
er zijn adressen aan den Raad gestuurd,
waarna de Raad onder groote belangstel
ling van de burgerij de kwestie aan alle
kanten bekeken heeft en B. en W. beloofd
hebben een uitspraak van deskundigen te
zullen vragen.
Die deskundigen zijn door B. en W. uit
gezocht en rondgeleid en zij hebben advie
zen ingezonden, waarvoor de comité-leden
zich blijkbaar weinig geïnteresseerd hebben.
Het vraagstuk „demping, overkluizing of
alles laten zooals het nu eenmaal is", heeft
daarna eenige keeren op de agenda van den
Raad gestaan en meestal heelemaal onder
aan, zoodat het practisch nooit aan de beurt
kwam.
Wij hebben in den beginne den secre
taris der commissie mr. Schuurman, nog
wel eens met een dikke actentasch op de
publieke tribune gezien, maar die kan zijn
tijd ook beter gebruiken dan naar ein-
delooze raadsdebatten te luisteren, welke
niet de overkluizing of de demping betref
fen.
En zoo ging het met deze kwestie als met
het herdersjongetje, die voor de grap zoo
dikwijls geroepen had, dat de wolf hem had
overvallen, dat toen de wolf er werkelijk
was, niemand hem meer geloofde en hij een
vreeselijken dood is gestorven.
Het dempingsvraagstuk stond weer op de
agenda, maar er stond noch een secretaris,
noch een enkel comité-lid, noch zelfs een
enkele middenstander op de publiek tribune.
Nu heeft de Raad het vraagstuk heel rustig
bekeken en besproken met het gevolg na
tuurlijk, dat er vooreerst niets zal gebeuren,
omdat er geen geld is.
Dat was het voorstel van B. en W. en het
was te begrijpen, dat een gemeente, die ge
acht wordt in een dergelijken rampzaligen
toestand te verkeeren, dat onze vroede va
deren geen kopje thee meer voor niets kun
nen krijgen, in dezen tijd geen veranderin
gen zal ondergaan, waarmede groote kapi
talen gemoeid blijken.
Uitvoerig zijn de ingekomen adviezen be
sproken en het was vanzelfsprekend, dat het
eene deel van den Raad er heel anders over
dacht dan het andere naar gelang men den
toestand ter plaatse al dan niet zou willen
verbeteren.
Er werd te veel over een te kostbare ver
breeding van de Huigbrouwerstraat ge
sproken en te weinig over een verbreeding
van de Kapelsteeg, waar men een kleiner
aantal huizen voor heel wat minder geld zal
kunnen krijgen. Er waren voorstanders van
overkluizing en voorstanders van enkele
meters verbreeding van den rijweg, maar er
was over het algemeen nog altijd de ge
dachte, dat er in de toekomst iets zal moe
ten gebeuren, hoe soldiede men dan ook de
ingestorte brug gemaakt heeft en hoe mooi
het nieuwe dak is, dat men op de visch-
markt gezet heeft, welke markt door het
eene raadslid een verzameling steenen en
gasbuizen genoemd werd en door het andere
als een juweeltje van oude bouwkunst werd
geprezen.
Wij zullen de debatten hier niet uitvoerig
memoreeren, omdat men ze volledig in ons
vorig nummer kan vinden.
Wij zullen ook niet meer in den breede
onze meening verkondigen. Wij hebben deze
meermalen gegeven en bij de publicatie der
adviezen opnieuw onze bezwaren naar voren
gebracht.
Wanneer de middenstanders nog even
enthousiaste voorstanders van demping of
overkluizing zijn als een jaar geleden, moet
men ook van die zijde nog maar eens laten
blijken, dat men zijn belangstelling in deze
vraagstukken niet heeft verloren.
Het is onze overtuiging, dat het een eisch
van dezen tijd is het stadsbeeld te wijzigen
als de straten zoo smal zijn, dat het verkeer
daardoor wordt belemmerd en dat er in de
omgeving van de Kraanbuurt een oplossing
is te vinden, welke de schoonheid van onze
oude veste niet noemenswaard aantast, geen
onbetaalbare offers eischt en de door allen
gewenschte verbetering kan brengen.
De Raad heeft thans besloten het dem-
pings- en overkluizingsvraagstuk naar de
jaren van voorspoed te verschuiven.
Wü gelooven, dat het verkeer wjimde
naaste toekomst dermate zal
dat de kwestie binnen afrienbaren t d P
nieuw op de agenda van een raadsvergade
ring zal prijken.