t
Een overwinning voor minister Steenberghe.
^Binnenland
feuilleton
ET SCHIP DER
VERSCHRIKKING
PARLEMENT
De ruilverkavelingswet zonder stemming aangenomen.
Bodemproductie wordt verhoogd
Tien extra opcenten op de
inkomstenbelasting.
0000000%
©oooo 0oooooooooo«oooo oo oooooe*
Uit het Amerikaansch door
HERMAN ANTONSEN.
TWEEDE BLAD.
2
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De commissoriale voorbereiding van een
wetsontwerp werkt uitermate nuttig in de
Tweede Kamer. Niet alleen dat de materie
van alle kanten goed bekeken kan word 3n
en het schriftelijk overleg met den be
trokken ministei, zoo noodig en dat
gebeurt nog al eens met een bespreking
binnenskamers kan worden aangevuld,
maar ook beteekent zij een belangrijke
tijdsbesparing bij de openbare beraadsla
ging. Zelfs, indien nog staande de verga
dering amendementen worden ingediend.
Zooals gistermiddag is geschied bij de be
handeling van de nieuwe ruilverkavelings
wet.
Het zijn natuurlijk uiteraard technisch
ingewikkelde wetsontwerpen, welke voor
de voorbereiding door een bijzondere
commissie het eerst in aanmerking komen.
Daaronder behoort voorzeker het zoo even
genoemde, waarover de heeren Weitkamp
(c.h.), Hiemstra (s.d.), Ebels (v.d.), Droe-
sen (r.k.) en van Dijker, (a.r.) op 27
Februari 1937 verslag aan de Tweede
Kamer hebben uitgebracht en waarop
minister Deckers nog het was 31 Mei
van dat jaar zijn memorie van antwoord
indiende.
Inmiddels werd een nieuwe Tweede
Kamer gekozen en trad de heer Steen
berghe als minister van economische zaken
op, onder welk departement de landbouw-
aangelegenheden weer terug kwamen.
Deze diende een nota van wijzigingen en
een nader gewijzigd or twerp van wet in,
waarin rekening was gehouden met in het
voorloopig verslag geuite wenschen, zoodat
hij bij de openbare behandeling geen by-
zonderen tegenstand meer behoefde te
vreezen.
Trouwens de groote meerderheid der
Kamer juichte het nieuwe ontwerp toe,
omdat het de mogelijkheid tot ruilverka
veling verruimt, waarmede een groot
landbouwbelang is gediend. Men acht
ruime toepassing van de ruilverkaveling,
voorzoover economisch verantwoord, niet
alleen in het belang van de eigenaren en
gebruikers van de gronden, maar ook in
het algemeen belang. De commissie beriep
zich op de memorie van toelichting, waar
in de voordeelen van ruilverkaveling wer
den uitgestald. Daarin schreef de toen
malige minister: „Zy, d. i. de geslaagde
ruilverkaveling, vereenvoudigt het vaak
zeer samengestelde geheel van eigen
domsverhoudingen, soms doorkruist nog
door zakelijke rechten, welke ontsproten
aan en slechts pasten bij in het verleden
achtergebleven maatschappelijke en eco
nomische stelsels. Zij vernieuwt de titels
van de zakelijke rechten* daaronder het
recht van eigendom. Zij herziet de ver
deeling van den bodem, welke hier is
geschied op den grondslag van een ver
ouderd stelsel van landbouw en ginds
door verkaveling tusschen erfgenamen
ondoelmatig is geworden. Zij opent einde
lijk de mogelijkheid, den administratieven
omslag, de kosten en het economisch ver
lies van anderen aard by de uitvoering
van werken in bepaalde gebieden te be
perken."
De minister nu schat, dat door de ruil
verkaveling het productievermogen van
den bodem met 20 pet. zal worden ver
hoogd; nog 500.000 H A. komen daarvoor
in aanmerking. Uit een en ander kan wor
den afgeleid van hoe groote beteekenis de
ruilverkaveling bij toepassing op uitge
breide schaal voor de arbeidsverruiming,
de voedselvoorziening van ons volk en
daarmede voor de economische verdedi
ging van ons land kan hebben.
De bestaande wet nu verhinderde in
zekere mate dat de ruilverka/eling op
uitgebreide schaal werd toegepast. De
nieuwe bepalingen nu maken het mogelyk
dat zelfs wanneer een vierde gedeelte van
de daarbij betrokken eigenaren voor de
verkaveling van een bepaald „blok", die
verkaveling kan doorgaan. Bovendien is
bepaald, dat, wanneer het algemeen be
lang de totstandkoming van een ruilver
kaveling zeer dringend vordert, bij de wet
zoon blok kan worden vastgesteld.
De algemeene leiding in ruilverkave
lingszaken is opgedragen aan een centrale
commissie; verder zijn er plaatselijke
commissie en worden Gedep. Staten als
gezaghebbende instantie ingeschakeld, en
in een volgend stadium van de procedure
de rechtbanken.
We kunnen niet verder op den inhoud
van de wet ingaan, omdat de materie door
haar ingewikkeldheid een uitvoerige uiteen
zetting zou vergen.
Hoewel men vrij algemeen in de Kamer d<*
verruiming van de wet toejuichte, betreurde
men het, dat de regeering niet nog iets ver
der was gegaan en bij elke ruilverkaveling
had gegarandeerd, dat de kosten een zeker
bedrag niet zouden overschrijden. Men
meende, dat het feit, dat de ruilverkaveling
van 1924 niet op zoo groote schaal in toepas
sing was gebracht als men had verwacht, zijn
grond vond in het ontbreken van een derge
lijke garantie.
Gistermiddag is daarop van verschillende
zijden by minister Steenberghe aangedron
gen, doch te vergeefs. Hy meende, dat het
stellen van een garantie juist tot veel ruzie
aanleiding zou geven.* Men had zoo iets ge
had bij een ruilverkaveling op groote schaal
bij Staphorst, dus men had op dit punt ze
kere ervaring.
We zijn intusschen al op het debat voor
uit geloopen. Dit strekte zich, gelijk we bo
ven reeds mededeelden, niet ver uit. Be
paalde practische bezwaren van groote be
teekenis waren er niet. De heer van der
Sluis (s.d.) stemde met het ontwerp gaarne
in, maar betwijfelde of onder het bestaande
stelsel van particulieren eigendom do ruil
verkaveling het verwachte economische
voordeel ten volle zou brengen. De heer de
Marchant et d' Ansembourg (n.s.b.) achtte
de aangeboden oplossing slechts een halve
oplossing omdat de corporatieve staatsvorm,
waarin natuurlyk een boeren-corporatie zou
zijn, ontbreekt. Bijaldien volgens het stel
sel van den minister het particulier belang
niet in alle opzichten ondergeschikt is aan
het algemeen belang, zou het niet mogelijk
zijn een algeheel ruilverkavelingsplan met
spoed door te voeren. Ondanks dit princl-
pieele bezwaar zag de heer de Marchant et
d' Ansembourg wellicht nog zooveel practisch
voordeel in het nieuwe ontwerp, dat hij bij
de eindstemming zijn stem niet meer verhief.
Verder voerden nog het woord de heeren
Ebels (v.d.), Posthuma (c.d.u.), Bierema
(lib.), Droesen (r.k.), Weitkamp (c.h.) en
van den Heuvel (a.r.) Slechts laatstgenoem
de had nog een aantal practische bezwaren
van meer of minder beteekenis, die eigen-
lyk hierop neerkwamen, dat hy de nieuwe
wet te ruim vond. By amendement trachtte
hy nog eenige van zyn wenschen door te
dry ven. Tevergeefs echter. Een kleine redac
tieverbetering was zyn eenige buit.
Minister Steenberghe had het derhalve
niet moeilyk. Hy hield den heer van den
Heuvel, die geklaagd had over onvoldoende
toelichting van de nota's van wijzigingen,
voor, dat deze wyzigingen reageerden op
verlangens, die in het voorloopig verslag
waren geuit. En wat enkele andere bezwa
ren van eenige sprekers betreft, wees de be
windsman erop, dat de drie centrale land
bouworganisaties zich als één man achter
hem hadden gesteld en erop aangedrongen
hadden, dat het wetsontwerp zoo spoedig
mogelyk in het Staatsblad zou verschynen.
Een amendement van den heer v. Dyke
(a.r.) en een van den heer van der Sluis
(s.d.) gingen eveneens om zeep, zoodat mi
nister Steenberghe het wetsontwerp, zonder
dat het materieel was gewyzigd, binnen
kreeg. En wel zonder hoofdelijke stemming.
En zoo was de middag er net mee volge-
maakt!
Vandaag was de „Bedrijfsvergunnings-
wet", ook wel genaamd de industrie-vesti
gingswet, aan de orde.
ONS DRUKWERK
ziet er ALTIJD goed uit!
DRUKKERIJ COSTER.
ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320
Maatregelen tot gedeeltelijke dekking
der defensie-uitgaven.
Bij de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingediend houdende tydelyke
voorziening tot versterking van de op
brengst van de inkomstenbelasting en
van de dividend- en tantième-belasting
tot gedeeltelyke dekking van uitgaven
voor de defensie.
Aan de toelichting wordt het volgende
ontleend:
Zooals reeds is medegedeeld, waren by de
regeering verschillende maatregelen in over
weging tot dekking van uitgaven voor de
defensie, o.a. verhooging van de opcenten op
de hoofdsom der inkomstenbelasting. De
heffing van opcenten op deze belasting, voor
zoover zy aan de gewone middelen ten goe
de komen, is geregeld by de wet van 8 De
cember 1933, houdende tydelijke voorziening
tot versterking van de middelen tot dekking
van de uitgaven des Ryks. De minister heeft
gemeend de bedoelde verhooging van de op
centen op de inkomstenbelasting tot stand te
kunnen brengen door een wijziging en aan
vulling van genoemde wet. Het voorstel be
paelt er zich toe de opcenten met 10 te ver-
hoogen. Aangezien de wet van 8 December
1933 vóór 1 Mei 1939 zal moeten worden
herzien, is het voorstel beperkt tot het be
lastingjaar 1938-1939.
Naast de opcenten, genoemd in de wet
van 8 December 1933, worden op de hoofd
som der inkomstenbelasting nog 10 opcenten
geheven ten behoeve van het werkloosheids-
subsidiefonds ingevolge de wet van 4 Maart
1935. Wordt het onderhavige voorstel tot
wet verheven, dan zullen ten behoeve van
het Ryk op de hoofdsom der inkomstenbe
lasting 10 -f- 70 80 opcenten worden ge
heven, benevens de progressieve opcenten,
stygende van 0.3 by een belastbare som van
71.000 tot 18 by een belastbare som van
130.000.
De opbrengst ven de voorgestelde verhoo
ging van de opcenten ken worden gesteld
op 4.700.000.
Voorts wordt voorgesteld een maatregel te
treffen tot versterking ven de opbrengst der
dividend- en tantièmebelasting. Onlangs is
medegedeeld dat de regeering een verhoo
ging van de hoofdsom der dividend- en tan
tième-belasting overwoog, gepaard gaande
met een zoodanige verlaging ven het aantal
opcenten, det het aan opcenten te heffen
bedrag gelyk zou blyven. Deze overweging
heeft echter tot de slotsom gevoerd, dat het
om practische redenen de voorkeur verdient
ook voor de dividend- en tantièmebelasting
evenals dat voor de inkomstenbelasting
geschiedt de hoofdsom op het bestaande
cyfer te handhaven en het aantal opcenten
te verhoogen. Deze opcenten bedragen
thans: 33 ingevolge art. 5 der wet van 8 De
cember 1933, 20 ingevolge art. 4 der wet van
20 December 1935 en 48 ingevolge de wet
van 26 Juli 1918, of in totaal 101. Met de
hoofdsom ad 5 pCt. bedraagt het tarief der
dividend- en tantièmebelasting thans 10.05
pCt., door de voorgestelde verhooging van
bovenbedoelde 33 opcenten met 40, zal het
tarief der belasting worden gebracht op
12.05 pCt.
Om dezelfde reden als hiervoor ten aan
zien van de verhooging van de opcenten op
de inkomstenbelasting is aangegeven, wordt
ook ten aanzien van deze verhooging van de
opcenten op de dividend- en tantièmebelas
ting de regeling voorshands beperkt tot het
tydvak van 1 Mei 1938 tot 1 Mei 1639.
De opbrengst van de verhooging van de
opcenten op de dividend- en tantièmebelas
ting kan worden geraamd op 5.500.000.
2
Donderdag 10 Maart.
HILVERSUM. 1875 en 415,5 M.
(AVRO-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Mor-
genwyding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Om
roeporkest en soliste. 11.Knip
cursus. 11.30 Verv. concert. 12.30
Avro-dansorkest. 1.Solistencon
cert. 2.Voor de vrouw. 2.30 Gr.pl.
3.— Kniples. 3.45 Gr.pl. 4.— Voor
zieken en thuiszittenden. 4.30 Piano-
voordr. 4.50 Voor de kinderen. 5.30
Het Avro-Aeolian-orkest. 6.30
Sportpraatje. 7.— Voor de kinde
ren. 7.05 Het Koliach Strykkwar-
tet. 7.30 Engelsehe les. 8.ANP-
ber., mededeelingen, ev. gr.pl. 8.15
Het Concertgebouw-orkest, Toon
kunstkoor en solist. In de pauze
Kolisch-strykkwartet. 10.30 Disco-
nieuws. 11.ANP-ber., gr.pl. 11.30
—12.— Avro-dansorkest.
HILVERSUM, 301,5 M. (8.—10.—
en 10 —11— KRO, de NCRV van
'10.—11.— en 2.—12uur). 8.—9.15
en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst.
10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur.
12.— Ber. 12.15 KRO-orkest en
gr.pl. 2.Handwerkles. 2.55 Gr.pl.
3.Voor de vrouw. 3.30 Gr.pl. 3.45
Bijballezing. 4.45 Gr.pl. 5.— Han
denarbeid voor de jeugd. 5.30 Gr.pl.
5.40 Vioolvoordr. 6.Missiepr. 6.30
Verv. vioolvoordr. 7.— Ber. 7.15
Journ. weekoverzicht. 7.45 Rep. 8.—
ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Gr.pl.
8 45 Overveensch Dameskoor. 9.
Lijdensmeditatie. 9.30 Verv. koor
concert. 10.— ANP-ber. 10.05
Stichtsch Salonorkest. 10.45 Gym
nastiekles. 11.Verv. orkestcon
cert. 11.3012.Gr.pl. Na afloop
Schriftlezing.
DROITWICH. 1500 M. 11.2511.45
Gr.pl. 12.05 Ch. Ernesco's kwintet,
mmv. solist. 12.50 RadiotooneeL 1.20
Gr.pl. 1.50—2.20 Frank Biffo's Ko
perkwintet. 3.103.25 February
Fill-Dyke, causerie. 3.35 Stedelijk
orkest van Bournemouth, m. m. v.
soliste. 5.05 Voor de vrouw. 5.20
Gr.pl. 5.40 Reg. Pursglove en zyn
Band. 8.20 Ber. 6.40 That the pro-
vintial writer shouid stay at home,
discussie. 7.Pianovoordracht. 7.20
Intern. Staf-orkest van het Leger
des Hetls, mmv so'i-te. 8 05 Geral-
do's orkest en solisten 8.50 The way
of peace (The balance of power;,
causerie. 9.20 Ber. 9.40 BBC-
Theaterorkest. 10.20 Korte kerk
dienst. 10.40 Radiotooneel. 11.25
Maurice Winnick's Band. 11.50
12.20 Dansmuziek (gr.pL)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 9.15—
9.40, 10.40 en 11.20 Gr.pl. 12.40
Cantrelle-orkest. (1.50 Zang). 3.05
Viool en piano. 4.20 Zang. 5.20
Radiotooneel. 8.35 Zang. 8.50 Nat.
orkest, Raugelkoor en soliste. 10.55
Gr.pL
KEULEN, 456 M. 5.50 Kleinorkest.
7.50 E. Börschel's orkest. 8.50 Plano-
voordr. 9.20 Volkaliederenconcert.
11.20 Omroepkleinorkest. 1.35 So
listenconcert. 3.20 Am.-orkest mmv.
soliste. 6.30 Gr.pl. 7.20 Omroep
orkest, -koor, Collegium Muslcum
van de Universiteit en solisten. 9.55
11.20 Mil. orkest, Trompetter-
corps en soldatenkoor.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 De Witte Moriae-
nen. LOmroeporkest. 1.30 Verv.
concert. 1.50 De Witte Moriaenen.
2.—2.20 Gr.pl. 5.20 Omroepsalon-
orkest. 6.50 Gr.pl. 8.20 Gev. progr.
950 Servitana-koor en solist. 10.30
11.20 Omroepdansorkest. 484 M.:
12.20 Gr.pl. 1.30 Omroepdaniorkeat.
1.50—2.20 Gr.pl. 5.20, 6.35 en 7.35
Gr.pl. 8.20 Radiotooneel met mu
ziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Herdenking van de oprichting
van het IJzeren Kruis. 8.35 Gr.pl.
8.50 Operaconcert (gr.opn.) 9.20
Ber. 9.50 Viool en cello. 10.05 Ber.
10.2011.20 't Nedersaksisch Sym-
phonie-orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, Norman-
dië 9.5010.35, Parys R. 10.35—
12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20,
Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VL
13.20—14.20, Radio PTT Nord 14.20
15.05, Parys Radio 15.05—15.35,
Droitwich 15.3517.20, Brussel VI.
17.20—18.20, Keulen 18.20—21.20,
Warschau 21.2022.10, Keulen
22.10—23.20, Stuttgart 23.20—24
Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Rag.
10.35—12.10, Droitwich 12.10—12.50,
Lond. Reg. 12.50—13.20, Droitwich
13.20—14.20, Lond. Reg. 14.20
17.20, Droitwich 17.20—18.38, Brus
sel Fr. 18.35—19.20, Droitwich 19.20
—22.45, Lond. Reg. 22.45—23.25,
Droitwich 23.2524.
Lijn 5: Diversen.
BEDRIJFS VERGUNNINGEN.
Amendementen op het ontwerp van
wet.
De heer Ven der Goes van Naters cj.
heeft op artikel 10 van het ontwerp-be-
dryfsvergunningenwet een amendement in
gediend, waarvan de strekking is, dat be
zwaarschriften tegen beslissingen van den
minister op verzoeken om een vergunning
niet ter afdoening by den minister moeten
worden gediend, doch dat de aanvragers zich
daarmede tot de Kroon kunnen wenden.
Verder wordt voorgesteld, dat de Kroon,
alvorens op het bezwaarschrift te beslissen,
den economischen raad daarover zal hooren.
Voorts hebben ir. Vos c.a. een aantal amen
dementen ingediend, waarvan het eerste op
art. 3 de strekking heeft de bevoegdheid van
de Kroon tot het voorschrijven van vergun
ningen te verruimen in dien zin, dat de be
treffende algemeene maatregel van bestuur
kan worden genomen, indien het algemeen
belang zulks naar het oordeel van de Kroon
wenschelyk maakt, dus zonder dat zooals
in het wetsontwerp wordt voorgeateld
voor de beoordeeling vwn dat algemeen be
lang eerst een verzoek van ondernemers of
vereenigingen van ondernemers in den be
trokken bedryfstak moet zyn ingekomen.
Daarnaast wordt voorgesteld, dat een ver
zoek tot het nemen van zoodanigen algemee-
nen maatregel van bestuur kan worden In
gediend in de eerste plaats door een be-
dryfs of anders indien deze voor den be-
treffenden bedryfstak niet bestaat niet
alleen door ondernemers of organisaties van
ondernemers, doch ook door een of meer
organisaties van arbeiders in een tak van
nyverheid.
Voor het geval de Kamer het amende
ment betreffende de ruimere bevoegdheid
van de Kroon niet mocht aannemen, stellen
de heer Vos c.«. voor, dat de Kroon een el»
gemeenen maatregel van bestuur kan
namen nadat een bedryfaraad of, wannaer
deze in den betreffenden bedryfstak niet
bestaat, ondernemers of vereenigingen van
ondernemers of een of meer vereenigingen
van arbeiders daartoe hat verzoek doen en
het algemeen belang zulks naar het oordeel
ven de Kroon wenschelyk maakt.
ONTPLOFFING LN LUCIFERSFABRIEK
TE WEERT.
Achttal meisjes brandwanden
opgeloepen.
In de Nationale Lucifersfabriek te Weert
had gutermiddag omatreeks 4 uur een ont
ploffing plaats. In de completeer-afdeeling
explodeerde door tot nog toe onbekende oor
zaak een hoeveelheid licht ontplofbare
atoffen. Het gaf een hevigen slag en er
schoot plotseling een geweldige vlam uit,
waarop brand ontstond. In deze afdeeling
werkten voor het meerendeel meisjes,. Een
achttal van haar liep brandwonden op, ven
wie één zeer ernstig.
Dat de uitschietende vlam van grooten
omvang was, biykt wel hieruit, dat meisje*
op een afstand van 8 meter nog brandwonde#
bekwamen. Een drietal geneeaheeren wa»
spoedig aanwezig om de gewonden te ver
binden.
De motorbrandapuit bestreed het vuur.
Waar de afdeelingen der fabriek door
stalen schuifdeuren zyn afgesloten, beperkte
zich de brand tot deze eene afdeeling.
De materieele schade ia aanzieniyk.
-Jg
verschenen havenautoriteiten, douaniers,
expediteurs en sjouwers, een paar sleeP"
booten en de Rolls-Royce van mevrouw
Poole.
„Kan ik u soms een eindje meenemen,
vroeg ze aan Valcour.
„Dank u, mevrouw Poole, ik meen, dat
er al voor reisgelegenheid is gezorgd".
Ze zag er ongeloofiyk keurig uit in h«|
vroege morgenlicht, zooals ze daar op hat
witte zand voor hem atond.
„Dan ontmoeten we elkaar misschien
nog wel eens ergens anders, luitenant Val
cour?" H
„Beat mogelyk, mevrouw Poole".
„Die Jonge kustwachter gaat met m#
mee".
Hy kon zich niet weerhouden te vragen-'
„Als een gedachtenis?"
Haar lachje deed heer weer onwew*
schynlyk Jong schynen.
„Om me den weg neer huis terug te wy-
zen". antwoordde ze.
„Maar bedenkt u dan niet, dat zoelata
hem op verlies van zyn betrekking komt
te staan?"
„Hy heeft die niet meerom te verlie
zen".
„Ingepalmd!" zei Valcour, nauweiyh*
hoorbaar.
Haar oogen geleken op blauwig ijs. Ze
zei geen woord meer, toen hy met haar
meeliep naar de auto en het portier voor
haar openhield.
EINDE.
hl
47)
Alle passagiers gingen niet van het schip
af. Miss Sidderby en haar zuster besloten
aan boord te blyven. Er was immers, zoo
zei ze met veel tact tot kapitein Sohme,
niet het minste gevaar; hy had verklaard,
dat het niet onmogelyk was, dat het schip
in den vroegen morgen vlot gesleept zou
worden en dat het denkeiyk op eigen
kracht naar een droogdok kon varen. En
misa Sidderby was er zoo op gesteld, haar
vacantle heelemaal op het water door te
brengen. Zou hy haar dat willen toestaan?
Het was Valcour duidelyk, toen de sloep,
waarin hy zat van de Eastern Bay wegvoer,
dat kapitein Sohme het niet slechts goed
vond, maar zelfs wel graag wilde. Het
laatste, wat hy van miss Sidderby zag, was
een smal, wit gezichtje boven een dikken
pyjekker, die haar negen maten te groot
was. En kapitein Soiune was er de man
niet naar, om, al was het 's avonds nog zoo
kil, iemand zyn jekker te leenen.
In het station van de kustwacht ontston
den moeiiykheden met de telefoon, zoodra
alle aan wal gezette passagiers er waren
aangekomen. De eerste officier van de Eas
tern Bay, die mee aan land was gegaan,
wilde zoo spoedig mogelyk de Mercantile
Transport Line opbellen, om het gebeurde
mee te deelen, en de aanvraag van sleep-
booten te regelen. Maar dat lukte hem niet.
Want mevrouw Poole, die met nooit falend
instinct het toestel het eerst ondekt had,
was hem voor. Ze had verbinding gevraagd
met haar huis in Virginia en atond nu met
den hoorn aan haar oor en den jongen
kustwachter, die hen het eerst gepraaid had
naast haar, op de verbinding te wachten
Ze wilde terstond haar Rolls-Royce laten
komen, om haar te halen.
„Ben je daar. Henning? Je spreekt met
mevrouw Poole".
„Met wie, mevrouw?"
Ze noemde den naam, dien ze nog droeg,
toen ze voor het laatst dat huis bewoond
had. „Met mevrouw Barton".
„O juist, mevrouw. Wat is er van uw
dienst?"
„Zeg tegen Charles, dat ik dadelyk een
Rolls-Royce moet hebben".
„Waar mevrouw, als ik vragen mag?"
„Ik heb er geen idee van. Er is hier een
heer, die je wel verder zal inlichten. Ik
heb net schipbreuk geleden".
„Jawel, mevrouw".
„Hier is hy, Henning".
„Best, mevrouw".
Mevrouw Poole gaf den hoorn over aan
den jongen kustwachter. Ze luisterde glim
lachend naar zyn uitvoerigen uitleg en be
wonderde intusschen zyn gespierden, brui
nen nek, die boven zyn helderwitte boordje
uitkwam.
„Dank u vriendelyk", zei ze, toen hy
klaar was. „Zouden we niet wat langs het
strand kunnen gaan wandelen?"
„Ik denk van wel, mevrouw", antwoord
de hy.
Valcour zat druk bezig aan een lessenaar.
De chef van het kuststation had hem een
afschrift overhandigd van het code-tele
gram, dat aan alle kustwachten toegezon
den was. Hy zat het te ontcyferen. En toen
hy daarmee na een poosje klaar was, had
hy het signalement voor zich liggen ven
Force, zooals mynheer Beverley hem gezien
had in het toilet van het Lorelei-hotel op
den avond van den moord op Lane: Zwart
haar, zwerte oogen, vyf voet vyf inches
lang, gewicht 130 pond, kenmerkende eigen
schap: knap als een meisje.
De eerste officier was voorloopig klaar
met telefoneeren; Valcour belde het hoofd
bureau te New-York op en werd terstond
met den commissaris verbonden. Hy gaf 'n
kort rapport van het geval. Daarna zocht
hy mynheer Dumarque op, die op het
strand heen en weer drentelde, alleen
zichtbaar in de duisternis door het gloeien
de puntje van zyn sigaret.
„Ik veronderstel", zei hy, „dat u wel
snapt, dat de douane-beambten hier vóór
morgenochtend heengestuurd worden".
„En als ik vragen mag, m'n waarde Val
cour, wat is de aanleiding tot deze opmer
king?"
„Een stuk zeep", zei Valcour kortaf.
Mynheer Dumarque zuchtte gelaten.
„Denkt u, dat ik beter doe, met die ju-
weelen aan te geven?"
„Wel, het is altyd goedkooper, dan ze
in beslag te laten nemen en een boete te
betalen, is het zoo niet?"
„Ik geloof, dat je alwetend bent".
„Heelemaal niet. Maar u maakt deze reis
met een bepaald doel. Voor uw plezier
zoudt u een dergeiyk schip in geen duizend
jaar uitgekozen hebben".
„In geen millioen jaar, beste Valcour., in
geen millioen jaar".
„En
Mynheer Dumarque wierp zyn sigaret
met een wUden boog in zee
„Ik ben heuach ernstig bang. dat als we
nog lang in eikaars gezelschap blyven, je er
nog in slagen zult zoowel een goed als een
eeriyk man van me te maken".
Valcour zat na te denken over het geval
in al zyn onderdeelen. Nog slechts één ding
was hem onverklaard gebleven: dat linnen
zakje. Force kon hem geen uitleg meer ge
ven. Maar Valcour veronderstelde, dat hy
het weggenomen had, om er tydena zyn
vlucht van het achlp zyn geld, papieren en
wat hij verder aan waarden bezat, ln mee
te nemen. En toen hy ook hiervoor een aan-
nemeiyke verklaring meende gebonden te
hebben, ging hy slapen.
By het aanbreken van den volgenden dag