t Een overwinning voor minister Steenberghe. ^Binnenland feuilleton ET SCHIP DER VERSCHRIKKING PARLEMENT De ruilverkavelingswet zonder stemming aangenomen. Bodemproductie wordt verhoogd Tien extra opcenten op de inkomstenbelasting. 0000000% ©oooo 0oooooooooo«oooo oo oooooe* Uit het Amerikaansch door HERMAN ANTONSEN. TWEEDE BLAD. 2 (Van onzen parlementairen medewerker.) De commissoriale voorbereiding van een wetsontwerp werkt uitermate nuttig in de Tweede Kamer. Niet alleen dat de materie van alle kanten goed bekeken kan word 3n en het schriftelijk overleg met den be trokken ministei, zoo noodig en dat gebeurt nog al eens met een bespreking binnenskamers kan worden aangevuld, maar ook beteekent zij een belangrijke tijdsbesparing bij de openbare beraadsla ging. Zelfs, indien nog staande de verga dering amendementen worden ingediend. Zooals gistermiddag is geschied bij de be handeling van de nieuwe ruilverkavelings wet. Het zijn natuurlijk uiteraard technisch ingewikkelde wetsontwerpen, welke voor de voorbereiding door een bijzondere commissie het eerst in aanmerking komen. Daaronder behoort voorzeker het zoo even genoemde, waarover de heeren Weitkamp (c.h.), Hiemstra (s.d.), Ebels (v.d.), Droe- sen (r.k.) en van Dijker, (a.r.) op 27 Februari 1937 verslag aan de Tweede Kamer hebben uitgebracht en waarop minister Deckers nog het was 31 Mei van dat jaar zijn memorie van antwoord indiende. Inmiddels werd een nieuwe Tweede Kamer gekozen en trad de heer Steen berghe als minister van economische zaken op, onder welk departement de landbouw- aangelegenheden weer terug kwamen. Deze diende een nota van wijzigingen en een nader gewijzigd or twerp van wet in, waarin rekening was gehouden met in het voorloopig verslag geuite wenschen, zoodat hij bij de openbare behandeling geen by- zonderen tegenstand meer behoefde te vreezen. Trouwens de groote meerderheid der Kamer juichte het nieuwe ontwerp toe, omdat het de mogelijkheid tot ruilverka veling verruimt, waarmede een groot landbouwbelang is gediend. Men acht ruime toepassing van de ruilverkaveling, voorzoover economisch verantwoord, niet alleen in het belang van de eigenaren en gebruikers van de gronden, maar ook in het algemeen belang. De commissie beriep zich op de memorie van toelichting, waar in de voordeelen van ruilverkaveling wer den uitgestald. Daarin schreef de toen malige minister: „Zy, d. i. de geslaagde ruilverkaveling, vereenvoudigt het vaak zeer samengestelde geheel van eigen domsverhoudingen, soms doorkruist nog door zakelijke rechten, welke ontsproten aan en slechts pasten bij in het verleden achtergebleven maatschappelijke en eco nomische stelsels. Zij vernieuwt de titels van de zakelijke rechten* daaronder het recht van eigendom. Zij herziet de ver deeling van den bodem, welke hier is geschied op den grondslag van een ver ouderd stelsel van landbouw en ginds door verkaveling tusschen erfgenamen ondoelmatig is geworden. Zij opent einde lijk de mogelijkheid, den administratieven omslag, de kosten en het economisch ver lies van anderen aard by de uitvoering van werken in bepaalde gebieden te be perken." De minister nu schat, dat door de ruil verkaveling het productievermogen van den bodem met 20 pet. zal worden ver hoogd; nog 500.000 H A. komen daarvoor in aanmerking. Uit een en ander kan wor den afgeleid van hoe groote beteekenis de ruilverkaveling bij toepassing op uitge breide schaal voor de arbeidsverruiming, de voedselvoorziening van ons volk en daarmede voor de economische verdedi ging van ons land kan hebben. De bestaande wet nu verhinderde in zekere mate dat de ruilverka/eling op uitgebreide schaal werd toegepast. De nieuwe bepalingen nu maken het mogelyk dat zelfs wanneer een vierde gedeelte van de daarbij betrokken eigenaren voor de verkaveling van een bepaald „blok", die verkaveling kan doorgaan. Bovendien is bepaald, dat, wanneer het algemeen be lang de totstandkoming van een ruilver kaveling zeer dringend vordert, bij de wet zoon blok kan worden vastgesteld. De algemeene leiding in ruilverkave lingszaken is opgedragen aan een centrale commissie; verder zijn er plaatselijke commissie en worden Gedep. Staten als gezaghebbende instantie ingeschakeld, en in een volgend stadium van de procedure de rechtbanken. We kunnen niet verder op den inhoud van de wet ingaan, omdat de materie door haar ingewikkeldheid een uitvoerige uiteen zetting zou vergen. Hoewel men vrij algemeen in de Kamer d<* verruiming van de wet toejuichte, betreurde men het, dat de regeering niet nog iets ver der was gegaan en bij elke ruilverkaveling had gegarandeerd, dat de kosten een zeker bedrag niet zouden overschrijden. Men meende, dat het feit, dat de ruilverkaveling van 1924 niet op zoo groote schaal in toepas sing was gebracht als men had verwacht, zijn grond vond in het ontbreken van een derge lijke garantie. Gistermiddag is daarop van verschillende zijden by minister Steenberghe aangedron gen, doch te vergeefs. Hy meende, dat het stellen van een garantie juist tot veel ruzie aanleiding zou geven.* Men had zoo iets ge had bij een ruilverkaveling op groote schaal bij Staphorst, dus men had op dit punt ze kere ervaring. We zijn intusschen al op het debat voor uit geloopen. Dit strekte zich, gelijk we bo ven reeds mededeelden, niet ver uit. Be paalde practische bezwaren van groote be teekenis waren er niet. De heer van der Sluis (s.d.) stemde met het ontwerp gaarne in, maar betwijfelde of onder het bestaande stelsel van particulieren eigendom do ruil verkaveling het verwachte economische voordeel ten volle zou brengen. De heer de Marchant et d' Ansembourg (n.s.b.) achtte de aangeboden oplossing slechts een halve oplossing omdat de corporatieve staatsvorm, waarin natuurlyk een boeren-corporatie zou zijn, ontbreekt. Bijaldien volgens het stel sel van den minister het particulier belang niet in alle opzichten ondergeschikt is aan het algemeen belang, zou het niet mogelijk zijn een algeheel ruilverkavelingsplan met spoed door te voeren. Ondanks dit princl- pieele bezwaar zag de heer de Marchant et d' Ansembourg wellicht nog zooveel practisch voordeel in het nieuwe ontwerp, dat hij bij de eindstemming zijn stem niet meer verhief. Verder voerden nog het woord de heeren Ebels (v.d.), Posthuma (c.d.u.), Bierema (lib.), Droesen (r.k.), Weitkamp (c.h.) en van den Heuvel (a.r.) Slechts laatstgenoem de had nog een aantal practische bezwaren van meer of minder beteekenis, die eigen- lyk hierop neerkwamen, dat hy de nieuwe wet te ruim vond. By amendement trachtte hy nog eenige van zyn wenschen door te dry ven. Tevergeefs echter. Een kleine redac tieverbetering was zyn eenige buit. Minister Steenberghe had het derhalve niet moeilyk. Hy hield den heer van den Heuvel, die geklaagd had over onvoldoende toelichting van de nota's van wijzigingen, voor, dat deze wyzigingen reageerden op verlangens, die in het voorloopig verslag waren geuit. En wat enkele andere bezwa ren van eenige sprekers betreft, wees de be windsman erop, dat de drie centrale land bouworganisaties zich als één man achter hem hadden gesteld en erop aangedrongen hadden, dat het wetsontwerp zoo spoedig mogelyk in het Staatsblad zou verschynen. Een amendement van den heer v. Dyke (a.r.) en een van den heer van der Sluis (s.d.) gingen eveneens om zeep, zoodat mi nister Steenberghe het wetsontwerp, zonder dat het materieel was gewyzigd, binnen kreeg. En wel zonder hoofdelijke stemming. En zoo was de middag er net mee volge- maakt! Vandaag was de „Bedrijfsvergunnings- wet", ook wel genaamd de industrie-vesti gingswet, aan de orde. ONS DRUKWERK ziet er ALTIJD goed uit! DRUKKERIJ COSTER. ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320 Maatregelen tot gedeeltelijke dekking der defensie-uitgaven. Bij de Tweede Kamer is een wets ontwerp ingediend houdende tydelyke voorziening tot versterking van de op brengst van de inkomstenbelasting en van de dividend- en tantième-belasting tot gedeeltelyke dekking van uitgaven voor de defensie. Aan de toelichting wordt het volgende ontleend: Zooals reeds is medegedeeld, waren by de regeering verschillende maatregelen in over weging tot dekking van uitgaven voor de defensie, o.a. verhooging van de opcenten op de hoofdsom der inkomstenbelasting. De heffing van opcenten op deze belasting, voor zoover zy aan de gewone middelen ten goe de komen, is geregeld by de wet van 8 De cember 1933, houdende tydelijke voorziening tot versterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des Ryks. De minister heeft gemeend de bedoelde verhooging van de op centen op de inkomstenbelasting tot stand te kunnen brengen door een wijziging en aan vulling van genoemde wet. Het voorstel be paelt er zich toe de opcenten met 10 te ver- hoogen. Aangezien de wet van 8 December 1933 vóór 1 Mei 1939 zal moeten worden herzien, is het voorstel beperkt tot het be lastingjaar 1938-1939. Naast de opcenten, genoemd in de wet van 8 December 1933, worden op de hoofd som der inkomstenbelasting nog 10 opcenten geheven ten behoeve van het werkloosheids- subsidiefonds ingevolge de wet van 4 Maart 1935. Wordt het onderhavige voorstel tot wet verheven, dan zullen ten behoeve van het Ryk op de hoofdsom der inkomstenbe lasting 10 -f- 70 80 opcenten worden ge heven, benevens de progressieve opcenten, stygende van 0.3 by een belastbare som van 71.000 tot 18 by een belastbare som van 130.000. De opbrengst ven de voorgestelde verhoo ging van de opcenten ken worden gesteld op 4.700.000. Voorts wordt voorgesteld een maatregel te treffen tot versterking ven de opbrengst der dividend- en tantièmebelasting. Onlangs is medegedeeld dat de regeering een verhoo ging van de hoofdsom der dividend- en tan tième-belasting overwoog, gepaard gaande met een zoodanige verlaging ven het aantal opcenten, det het aan opcenten te heffen bedrag gelyk zou blyven. Deze overweging heeft echter tot de slotsom gevoerd, dat het om practische redenen de voorkeur verdient ook voor de dividend- en tantièmebelasting evenals dat voor de inkomstenbelasting geschiedt de hoofdsom op het bestaande cyfer te handhaven en het aantal opcenten te verhoogen. Deze opcenten bedragen thans: 33 ingevolge art. 5 der wet van 8 De cember 1933, 20 ingevolge art. 4 der wet van 20 December 1935 en 48 ingevolge de wet van 26 Juli 1918, of in totaal 101. Met de hoofdsom ad 5 pCt. bedraagt het tarief der dividend- en tantièmebelasting thans 10.05 pCt., door de voorgestelde verhooging van bovenbedoelde 33 opcenten met 40, zal het tarief der belasting worden gebracht op 12.05 pCt. Om dezelfde reden als hiervoor ten aan zien van de verhooging van de opcenten op de inkomstenbelasting is aangegeven, wordt ook ten aanzien van deze verhooging van de opcenten op de dividend- en tantièmebelas ting de regeling voorshands beperkt tot het tydvak van 1 Mei 1938 tot 1 Mei 1639. De opbrengst van de verhooging van de opcenten op de dividend- en tantièmebelas ting kan worden geraamd op 5.500.000. 2 Donderdag 10 Maart. HILVERSUM. 1875 en 415,5 M. (AVRO-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Mor- genwyding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Om roeporkest en soliste. 11.Knip cursus. 11.30 Verv. concert. 12.30 Avro-dansorkest. 1.Solistencon cert. 2.Voor de vrouw. 2.30 Gr.pl. 3.— Kniples. 3.45 Gr.pl. 4.— Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Piano- voordr. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Het Avro-Aeolian-orkest. 6.30 Sportpraatje. 7.— Voor de kinde ren. 7.05 Het Koliach Strykkwar- tet. 7.30 Engelsehe les. 8.ANP- ber., mededeelingen, ev. gr.pl. 8.15 Het Concertgebouw-orkest, Toon kunstkoor en solist. In de pauze Kolisch-strykkwartet. 10.30 Disco- nieuws. 11.ANP-ber., gr.pl. 11.30 —12.— Avro-dansorkest. HILVERSUM, 301,5 M. (8.—10.— en 10 —11— KRO, de NCRV van '10.—11.— en 2.—12uur). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.— Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Handwerkles. 2.55 Gr.pl. 3.Voor de vrouw. 3.30 Gr.pl. 3.45 Bijballezing. 4.45 Gr.pl. 5.— Han denarbeid voor de jeugd. 5.30 Gr.pl. 5.40 Vioolvoordr. 6.Missiepr. 6.30 Verv. vioolvoordr. 7.— Ber. 7.15 Journ. weekoverzicht. 7.45 Rep. 8.— ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Gr.pl. 8 45 Overveensch Dameskoor. 9. Lijdensmeditatie. 9.30 Verv. koor concert. 10.— ANP-ber. 10.05 Stichtsch Salonorkest. 10.45 Gym nastiekles. 11.Verv. orkestcon cert. 11.3012.Gr.pl. Na afloop Schriftlezing. DROITWICH. 1500 M. 11.2511.45 Gr.pl. 12.05 Ch. Ernesco's kwintet, mmv. solist. 12.50 RadiotooneeL 1.20 Gr.pl. 1.50—2.20 Frank Biffo's Ko perkwintet. 3.103.25 February Fill-Dyke, causerie. 3.35 Stedelijk orkest van Bournemouth, m. m. v. soliste. 5.05 Voor de vrouw. 5.20 Gr.pl. 5.40 Reg. Pursglove en zyn Band. 8.20 Ber. 6.40 That the pro- vintial writer shouid stay at home, discussie. 7.Pianovoordracht. 7.20 Intern. Staf-orkest van het Leger des Hetls, mmv so'i-te. 8 05 Geral- do's orkest en solisten 8.50 The way of peace (The balance of power;, causerie. 9.20 Ber. 9.40 BBC- Theaterorkest. 10.20 Korte kerk dienst. 10.40 Radiotooneel. 11.25 Maurice Winnick's Band. 11.50 12.20 Dansmuziek (gr.pL) RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 9.15— 9.40, 10.40 en 11.20 Gr.pl. 12.40 Cantrelle-orkest. (1.50 Zang). 3.05 Viool en piano. 4.20 Zang. 5.20 Radiotooneel. 8.35 Zang. 8.50 Nat. orkest, Raugelkoor en soliste. 10.55 Gr.pL KEULEN, 456 M. 5.50 Kleinorkest. 7.50 E. Börschel's orkest. 8.50 Plano- voordr. 9.20 Volkaliederenconcert. 11.20 Omroepkleinorkest. 1.35 So listenconcert. 3.20 Am.-orkest mmv. soliste. 6.30 Gr.pl. 7.20 Omroep orkest, -koor, Collegium Muslcum van de Universiteit en solisten. 9.55 11.20 Mil. orkest, Trompetter- corps en soldatenkoor. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 De Witte Moriae- nen. LOmroeporkest. 1.30 Verv. concert. 1.50 De Witte Moriaenen. 2.—2.20 Gr.pl. 5.20 Omroepsalon- orkest. 6.50 Gr.pl. 8.20 Gev. progr. 950 Servitana-koor en solist. 10.30 11.20 Omroepdansorkest. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30 Omroepdaniorkeat. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20, 6.35 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Radiotooneel met mu ziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Herdenking van de oprichting van het IJzeren Kruis. 8.35 Gr.pl. 8.50 Operaconcert (gr.opn.) 9.20 Ber. 9.50 Viool en cello. 10.05 Ber. 10.2011.20 't Nedersaksisch Sym- phonie-orkest. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.50, Norman- dië 9.5010.35, Parys R. 10.35— 12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VL 13.20—14.20, Radio PTT Nord 14.20 15.05, Parys Radio 15.05—15.35, Droitwich 15.3517.20, Brussel VI. 17.20—18.20, Keulen 18.20—21.20, Warschau 21.2022.10, Keulen 22.10—23.20, Stuttgart 23.20—24 Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Rag. 10.35—12.10, Droitwich 12.10—12.50, Lond. Reg. 12.50—13.20, Droitwich 13.20—14.20, Lond. Reg. 14.20 17.20, Droitwich 17.20—18.38, Brus sel Fr. 18.35—19.20, Droitwich 19.20 —22.45, Lond. Reg. 22.45—23.25, Droitwich 23.2524. Lijn 5: Diversen. BEDRIJFS VERGUNNINGEN. Amendementen op het ontwerp van wet. De heer Ven der Goes van Naters cj. heeft op artikel 10 van het ontwerp-be- dryfsvergunningenwet een amendement in gediend, waarvan de strekking is, dat be zwaarschriften tegen beslissingen van den minister op verzoeken om een vergunning niet ter afdoening by den minister moeten worden gediend, doch dat de aanvragers zich daarmede tot de Kroon kunnen wenden. Verder wordt voorgesteld, dat de Kroon, alvorens op het bezwaarschrift te beslissen, den economischen raad daarover zal hooren. Voorts hebben ir. Vos c.a. een aantal amen dementen ingediend, waarvan het eerste op art. 3 de strekking heeft de bevoegdheid van de Kroon tot het voorschrijven van vergun ningen te verruimen in dien zin, dat de be treffende algemeene maatregel van bestuur kan worden genomen, indien het algemeen belang zulks naar het oordeel van de Kroon wenschelyk maakt, dus zonder dat zooals in het wetsontwerp wordt voorgeateld voor de beoordeeling vwn dat algemeen be lang eerst een verzoek van ondernemers of vereenigingen van ondernemers in den be trokken bedryfstak moet zyn ingekomen. Daarnaast wordt voorgesteld, dat een ver zoek tot het nemen van zoodanigen algemee- nen maatregel van bestuur kan worden In gediend in de eerste plaats door een be- dryfs of anders indien deze voor den be- treffenden bedryfstak niet bestaat niet alleen door ondernemers of organisaties van ondernemers, doch ook door een of meer organisaties van arbeiders in een tak van nyverheid. Voor het geval de Kamer het amende ment betreffende de ruimere bevoegdheid van de Kroon niet mocht aannemen, stellen de heer Vos c.«. voor, dat de Kroon een el» gemeenen maatregel van bestuur kan namen nadat een bedryfaraad of, wannaer deze in den betreffenden bedryfstak niet bestaat, ondernemers of vereenigingen van ondernemers of een of meer vereenigingen van arbeiders daartoe hat verzoek doen en het algemeen belang zulks naar het oordeel ven de Kroon wenschelyk maakt. ONTPLOFFING LN LUCIFERSFABRIEK TE WEERT. Achttal meisjes brandwanden opgeloepen. In de Nationale Lucifersfabriek te Weert had gutermiddag omatreeks 4 uur een ont ploffing plaats. In de completeer-afdeeling explodeerde door tot nog toe onbekende oor zaak een hoeveelheid licht ontplofbare atoffen. Het gaf een hevigen slag en er schoot plotseling een geweldige vlam uit, waarop brand ontstond. In deze afdeeling werkten voor het meerendeel meisjes,. Een achttal van haar liep brandwonden op, ven wie één zeer ernstig. Dat de uitschietende vlam van grooten omvang was, biykt wel hieruit, dat meisje* op een afstand van 8 meter nog brandwonde# bekwamen. Een drietal geneeaheeren wa» spoedig aanwezig om de gewonden te ver binden. De motorbrandapuit bestreed het vuur. Waar de afdeelingen der fabriek door stalen schuifdeuren zyn afgesloten, beperkte zich de brand tot deze eene afdeeling. De materieele schade ia aanzieniyk. -Jg verschenen havenautoriteiten, douaniers, expediteurs en sjouwers, een paar sleeP" booten en de Rolls-Royce van mevrouw Poole. „Kan ik u soms een eindje meenemen, vroeg ze aan Valcour. „Dank u, mevrouw Poole, ik meen, dat er al voor reisgelegenheid is gezorgd". Ze zag er ongeloofiyk keurig uit in h«| vroege morgenlicht, zooals ze daar op hat witte zand voor hem atond. „Dan ontmoeten we elkaar misschien nog wel eens ergens anders, luitenant Val cour?" H „Beat mogelyk, mevrouw Poole". „Die Jonge kustwachter gaat met m# mee". Hy kon zich niet weerhouden te vragen-' „Als een gedachtenis?" Haar lachje deed heer weer onwew* schynlyk Jong schynen. „Om me den weg neer huis terug te wy- zen". antwoordde ze. „Maar bedenkt u dan niet, dat zoelata hem op verlies van zyn betrekking komt te staan?" „Hy heeft die niet meerom te verlie zen". „Ingepalmd!" zei Valcour, nauweiyh* hoorbaar. Haar oogen geleken op blauwig ijs. Ze zei geen woord meer, toen hy met haar meeliep naar de auto en het portier voor haar openhield. EINDE. hl 47) Alle passagiers gingen niet van het schip af. Miss Sidderby en haar zuster besloten aan boord te blyven. Er was immers, zoo zei ze met veel tact tot kapitein Sohme, niet het minste gevaar; hy had verklaard, dat het niet onmogelyk was, dat het schip in den vroegen morgen vlot gesleept zou worden en dat het denkeiyk op eigen kracht naar een droogdok kon varen. En misa Sidderby was er zoo op gesteld, haar vacantle heelemaal op het water door te brengen. Zou hy haar dat willen toestaan? Het was Valcour duidelyk, toen de sloep, waarin hy zat van de Eastern Bay wegvoer, dat kapitein Sohme het niet slechts goed vond, maar zelfs wel graag wilde. Het laatste, wat hy van miss Sidderby zag, was een smal, wit gezichtje boven een dikken pyjekker, die haar negen maten te groot was. En kapitein Soiune was er de man niet naar, om, al was het 's avonds nog zoo kil, iemand zyn jekker te leenen. In het station van de kustwacht ontston den moeiiykheden met de telefoon, zoodra alle aan wal gezette passagiers er waren aangekomen. De eerste officier van de Eas tern Bay, die mee aan land was gegaan, wilde zoo spoedig mogelyk de Mercantile Transport Line opbellen, om het gebeurde mee te deelen, en de aanvraag van sleep- booten te regelen. Maar dat lukte hem niet. Want mevrouw Poole, die met nooit falend instinct het toestel het eerst ondekt had, was hem voor. Ze had verbinding gevraagd met haar huis in Virginia en atond nu met den hoorn aan haar oor en den jongen kustwachter, die hen het eerst gepraaid had naast haar, op de verbinding te wachten Ze wilde terstond haar Rolls-Royce laten komen, om haar te halen. „Ben je daar. Henning? Je spreekt met mevrouw Poole". „Met wie, mevrouw?" Ze noemde den naam, dien ze nog droeg, toen ze voor het laatst dat huis bewoond had. „Met mevrouw Barton". „O juist, mevrouw. Wat is er van uw dienst?" „Zeg tegen Charles, dat ik dadelyk een Rolls-Royce moet hebben". „Waar mevrouw, als ik vragen mag?" „Ik heb er geen idee van. Er is hier een heer, die je wel verder zal inlichten. Ik heb net schipbreuk geleden". „Jawel, mevrouw". „Hier is hy, Henning". „Best, mevrouw". Mevrouw Poole gaf den hoorn over aan den jongen kustwachter. Ze luisterde glim lachend naar zyn uitvoerigen uitleg en be wonderde intusschen zyn gespierden, brui nen nek, die boven zyn helderwitte boordje uitkwam. „Dank u vriendelyk", zei ze, toen hy klaar was. „Zouden we niet wat langs het strand kunnen gaan wandelen?" „Ik denk van wel, mevrouw", antwoord de hy. Valcour zat druk bezig aan een lessenaar. De chef van het kuststation had hem een afschrift overhandigd van het code-tele gram, dat aan alle kustwachten toegezon den was. Hy zat het te ontcyferen. En toen hy daarmee na een poosje klaar was, had hy het signalement voor zich liggen ven Force, zooals mynheer Beverley hem gezien had in het toilet van het Lorelei-hotel op den avond van den moord op Lane: Zwart haar, zwerte oogen, vyf voet vyf inches lang, gewicht 130 pond, kenmerkende eigen schap: knap als een meisje. De eerste officier was voorloopig klaar met telefoneeren; Valcour belde het hoofd bureau te New-York op en werd terstond met den commissaris verbonden. Hy gaf 'n kort rapport van het geval. Daarna zocht hy mynheer Dumarque op, die op het strand heen en weer drentelde, alleen zichtbaar in de duisternis door het gloeien de puntje van zyn sigaret. „Ik veronderstel", zei hy, „dat u wel snapt, dat de douane-beambten hier vóór morgenochtend heengestuurd worden". „En als ik vragen mag, m'n waarde Val cour, wat is de aanleiding tot deze opmer king?" „Een stuk zeep", zei Valcour kortaf. Mynheer Dumarque zuchtte gelaten. „Denkt u, dat ik beter doe, met die ju- weelen aan te geven?" „Wel, het is altyd goedkooper, dan ze in beslag te laten nemen en een boete te betalen, is het zoo niet?" „Ik geloof, dat je alwetend bent". „Heelemaal niet. Maar u maakt deze reis met een bepaald doel. Voor uw plezier zoudt u een dergeiyk schip in geen duizend jaar uitgekozen hebben". „In geen millioen jaar, beste Valcour., in geen millioen jaar". „En Mynheer Dumarque wierp zyn sigaret met een wUden boog in zee „Ik ben heuach ernstig bang. dat als we nog lang in eikaars gezelschap blyven, je er nog in slagen zult zoowel een goed als een eeriyk man van me te maken". Valcour zat na te denken over het geval in al zyn onderdeelen. Nog slechts één ding was hem onverklaard gebleven: dat linnen zakje. Force kon hem geen uitleg meer ge ven. Maar Valcour veronderstelde, dat hy het weggenomen had, om er tydena zyn vlucht van het achlp zyn geld, papieren en wat hij verder aan waarden bezat, ln mee te nemen. En toen hy ook hiervoor een aan- nemeiyke verklaring meende gebonden te hebben, ging hy slapen. By het aanbreken van den volgenden dag

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6