8 8 De bedrijfsvergunnirigenwet aan de orde. TUSSCHEN BAGDAD ■tSwSBi wnRSTI-1M-TnvT T g PARLEMENT Weinig principiëele tegenstand. Het behoefte-element onmisbaar, zegt de miniater. Elke dag KING Elke dag FIT! FIRMA TONNEMA CE. SNEEK imtentand HeuilCeton EN TWEEDE BLAD. (Van onzen parlementairen medewerker.) D« Tweede Kamer ie gistermiddag be gonnen met de behandeling van het ont werp-Bedrijfsvergunningenwet, zooals de korte titel luidt voor het wetsontwerp „Regeling betreffende het beperken van dt vestiging van bedrijven, waarin eenige tak van nijverheid wordt uitgeoefend en van de uitbreiding van de capaciteit van zoodanige bedrijven." Een elftal sprekers voerde het woord er over. Wanneer we zouden overgaan tot de taal der voetbalvelden, zouden we dit elftal moeten kwalificeeren als weinig homogeen, spelend zonder bezieling (waarschijnlijk bij gebrek aan een werke- iijken aanvoerder), dat als geheel derhalve weinig voldoening schonk, maar waarin tooh enkele individueele prestaties opmer kelijk waren en een fanatiekeling(e) op viel, die niettemin tegen de hechte defen sie van de tegenpartij zich tevergeefs ver moeide. We zullen de vergelijking echter niet voortzetten; we zouden ongetwijfeld vast- loopen en vervallen in een trant, welke weinig in overeenstemming is met het ernstige doel van de regeering, die enkele jaren geleden niet had kunnen vermoeden, dat zij zich genoodzaakt zou zien in te grijpen in de particuliere bedrijvigheid. Zij wil dat doen op de volgende wijze: Volgens het ontwerp kan tengevolge van het bestaan van een ondernemers- overeenkomst, welke overwegende betee- kenis heeft voor de economische verhou dingen in een tak van nijverheid, op ver zoek van de belanghebbenden een vesti gingsverbod worden afgekondigd. Vervolgens kan zoo'n verbod worden afgekondigd in de gevallen, dat een be drijfstak door wettelijke maatregelen (contingeniteering, tariefwet) wordt be schermd en zich nieuwe ondernemingen onder die bescherming willen vestigen. Tenslotte kan een vestigingsverbod wor den uitgevaardigd, wanneer de overheid in een bepaalden tak van nijverheid de industrialisatie bevordert en oprichting van nieuwe bedrijven het bestaan der jonge ondernemingen zou bedreigen. Een en ander geschiedt bij algemeenen maatregel van bestuur, nadat een vaste commissie uit den Economischen Raad daarover is gehoord. Bij den maatregel kan worden bepaald, dat het verbod slechts toepassing zal vin den voorzoover betreft: het voortbrengen van bij dien maatregel aan te wijzen goe deren; het verrichten van daarbij aan te wijzen werkzaamheden. De algemeene maatregel van bestuur houdt, zoo noodig, voorwaarden of beperkingen in, welke ter bevordering van een goede uitvoering der wet aan een vergunning kunnen wor den verbonden. De procedure strekt zich nog een eind verder uit dan wij hierboven in enkele regels hebben aangegeven, maar dit zijn toch de hoofdzaken, We lieten reeds uitkomen, dat de Kamer niet geestdriftig gestemd was en ook al niet eensgezind wat de beteekenis van het wetsontwerp aangaat. De principieele tegenstand viel echter mee. Zonderen we de nationaal-socialisten uit, die een wer kelijke ordening alleen te verwezenlijken achten in een corporatieven staat, dan trof de minister slechts één lid, dat ster ken, om niet te zeggen feilen, tegenstand bood, en voornamelijk op principieele gronden. En dat was mevr. mr. Mackay Katz (c.h.), die het wetsontwerp een voorbeeld van rechtstreeksch ingrijpen door de overheid in het bedrijfsleven noemde en tal van practische bezwaren ook nog te berde bracht. Zij was bevreesd ervoor, den minister zoo uitgebreide be voegdheden toe te kennen, niet omdat zij dezen bewindsman niet vertrouwde, die verklaard had met groote voorzichtigheid te werk te zullen gaan, maar omdat het ministerieele leven kort is en men niet weet wat de opvolger zal doen. Hoe zal men onderkennen wat het „algemeen be lang" is, als een groep van ondernemers maatregelen komt vragen; zal dit alge meen dan niet identiek zijn met het groepsbelang? Zal frisch en ondernemend particulier initiatief, dat de produetie met nieuwe vindingen wil dienen, niet worden onderdrukt? Kortom, mevr. Mackay vrees de voor verstarring van het bedrijfsleven. En in elk geval wilde zij het wetsontwerp een tijdelijk karakter geven. Dat wenschte haar partijgenoot Bakker eveneens, die echter in de veroordeeling van de voorstellen van minister Steen- berghe niet zóó ver ging. Men kan nu eenmaal niet blind zijn voor de alom zich voordoende verschijnselen van autarkie, waartegen wij ons bedrijfsleven moeten versterken. Als de minister den duur van het ont werp eens tot 5 of 6 jaar wilde beperken, wellicht dat hij dan den heer Bakker (en misschien ook mevr. Mackay?) meekrijgt, In het algemeen werd er met erkente lijkheid gewag van gemaakt, dat minister Steenberghe aan talrijke tegen het. ont- werp-Gelissen aangevoerde bezwaren bij de schriftelijke gedachtenwisseling was tegemoet gekomen, hetgeen niet weg nam, dat de heer Bierema, die het standpunt der liberalen vertolkte, nog tal van be denkingen opperde. Hij verklaarde niet op het standpunt te staan, dat de over heid zich nooit met het bedrijfsleven mag bemoeien en dat zij tegen excessen niet zou mogen optreden, gelijk zij in het onderhavige geval wil doen, maarhet gevaar blijft groot, dat zij mistast en dat zij, denkend een algemeen belang te die nen, slechts ovar een bepaalde groep de beschermende hand uitstrekt. In het alge meen belang achtte de heer Bierema het voorstel ook niet noodig en hij zou er de voorkeur aan hebben gegeven, indien de Kroon (evenals bij de contingenteeringen) een besluit zou nemen ten behoeve van een onderneming of een bedrijf, dat ach teraf moest worden goedgekeurd door de Staten-Generaal. De heer Schilthuis (v.d.) verklaarde in te zien, dat de tegenwoordige omstandig heden een gebondenheid der economie vereischen en zeide daarom geen princi pieel bezwaar te zullen opperen, maar het kwam hem voor, dat de toepassing der wet toch wel heel moeilijk zou zijn ef» veel zou vergen van het inzicht van den minister en van zijn ambtenaren. Op de gewijzigde economiache verhou dingen beriep zich eveneens de a.r. Bot- terweg, die constateerde, dat het aantal aanhangers van de absolute vrijheid in het bedrijfsleven zeer gering was geworden, en die er op wees, dat in de a.r. partij het ordeningavraagstuk ook een punt van ge dachtenwisseling heeft uitgemaakt. Hij waarschuwde er echter voor, vruch ten te willen plukken, die nog niet rijp waren, hetgeen ir. Vos (sd.) zich mocht aantrekken. Dezen ging het ontwerp niet ver genoeg, al wilde zijn fractie den minister niettemin steunen. Hij wenschte, Uat ook op verzoek van de bedrijfsraden of van een of meer arbeidersorganisaties de wet in werking zou kunnen worden gesteld sn hij be treurde het, dat de overheid niet zelf het initiatief tot het treffen van de voorgestel de maatregelen wilde nemen; hij was maar a! te zeer bevreesd, dat het particulier initiatief zou falen en de wet dus zou mislukken. Bij de behandeling van de ar tikelen verdedigde ir. Vos een amendement in de lijn van deze wenschen, in welke behandeling men gistermiddag is blijven steken. Nadat de heer van der Goes van Naters (s.d.) had bepleit, de bedrijfsraden een grootere rol bij dit wetsontwerp te laten spelen en organisch te doen vertegen woordigen, waartegen de heer Smeenk (a.r.) waarschuwde, in het welbegrepen belang der arbeiders zelf, omdat de be drijfsraden voor een ruimere taak nog niet rijp waren, hield de heer de Marchant et ö'Ansembourg (n.s.b.) een betoog tegen het wetsontwerp. De strekking daarvan hebben we boven reeds laten uitkomen; de n.s.b. wenscht deze gelegenheidswet geving niet, zij wenscht ordening volgens een vast plan en dan naar nationaal- socialistische inzichten, en daarom zou deze fractie tegen stemmen. Dat was de eenige spreker, die met beslistheid aankondigde te zullen tegen stemmen. Mevr. Mackay en de heer Bie rema verklaarden eerst de rede van den minister te zullen aanhooren alvorens zij hun houding definitief bepaalden. Een warme voorstander van de Bedrijfs- vergunningenwet was de heer Kortenhorst (r k.), die de taak van den minister ge deeltelijk overnam door te trachten eenige tegenstanders te weerleggen; hij bestreed de inzichten van de liberalen en mevr. Mackay en hield zich in het bijzonder bezig met de pas verschenen brochure van het Verbond van Nederlandsche Werk gevers tegen het ontwerp. Nadat de heer Tilanus (c.h.) eenige critjek van wetsteehnisdfen aard had laten hooren, was het woord aan minister Steen berghe. Deze had zich uiteraard het meest met het betoog van mevr. Mackay en met enkele te ver gaande wenschen van de sociaal-democraten bezig te houden. Op langs het ontwerp gaande opmer kingen en verlangens, die hun doel voor bij schoten, ging hij niet in. Met nadruk betwistte hij dat de wet verdere vordering van de techniek den pas zou afsiyden en dat 't de bedoeling zou zijn een bedrijf te „sluiten". Zoo zal het niet gaan. Er moet alleen tegen excessen worden opgetreden en dan gaat een uitvoerig onderzoek aan de eventueele toepassing van de wet voor af; o.a. moet ook het advies van een com missie uit den Economischen Raad worden ingewonnen. Het is heusch niet zóó gelijk mevr. Mackay het voorstelde alsof de Staat op den stoel van den on dernemer gaat zitten! Met den heer Smeenk was de minister het eens, dat het noch in het arbeiders- noch in het bedrijfsbelang zou zijn, indien de bedrijfsraden en de arbeiders-organisa ties ontijdig zouden worden ingeschakeld. Aangezien de wet eenzelfde karakter heeft als de wet op de verbindendverklaring van ondernemersovereenkomsten, derhal ve geen crisiskarakter bezit, mag zy niet Vrijdag 11 Maart. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (8.—12.—4.—7.30 en 9.—12.— VARA, de AVRO van 12.—4.— en de VPRO van 7.30—9.— uur). 8 Gr.pl. 10.— VPRO-morgenwijding. 10.20 Deel. 10.40 Pianovoordr. 11.10 Verv. deel. 11.30 Orgelspel. 12.—De Palladians en gr.pl. '1.30 Gr.pl. 2. De tuin in Maart, causerie. 2.30 Variété-progr. 4.— Gr.pl. S.05 Voor de kinderen. 5.30 De Ramblers. 6.— Amateursuitz. 6.30 Politiek radio journaal. 6.50 Hammond-orgelbesp. 7.— Indië en Nederland, causerie. 7.20 Gr.pl. 7.25 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Lezen in den Bijbel, causerie. 8.— 't Haagsch Strijkkwartet. 8.30 Hoe de gehuwde vrouw aan den arbeid kwam, causerie. 9.Héro- diade, opera. 10.— Fantasia en so- listen. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO- avondwyding. 11.Viool en clave- cymbel. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr NCRV). 8.— Schriftlezing, medita tie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.— Gr.pl. 11.20 Viool en piano. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 1.— Ensemble v. d. Horst. 2.35 Christ. lectuur. 3 So praan, fluit en piano. 5.Deel. en gr.pl. 5.35 Orgelconcert. 6.30 Tuin- bouwpr. 7.Ber. 7.15 Boekbespr. 7,45 Rep. 8— ANP- en herh. SOS- ber. 8.15 NCR V-orkest. 9.— Victor Hugo, causerie. 9.30 Verv. concert. (10.ANP-ber.) 10.45 Hygiëne en sportkleeding, causerie. 11.—12. Gr.pl. Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50 Pianoaoli. 1210 Orgelconcert. 12.40 B. Thorburn's Band. 1.20 American Journey, causerie. 1.352.20 Het Maurice Cole-Trio. 4.20 Listen to the violin, causerie (met gr.pl.) 4.50 Variété-progr. 5.20 Zang. 5.40 Troi- se's Mandoline-orkest en solist. 6.20 Ber. 6.45 Orgelspel. 7.05 BBC- zangers. 7.35 BBC-Harmonie-orkest. 8.20 Revue-progr. 9.20 Ber. 9.40 Ef ficiency and Liberty, causerie. 10. BBC-orkest. 11.10 Jack Jackson's Band en aolisten. 11.5012 20 Louis Levy's Symph. dansorkest. 3.05 's Nachts: Sportreportage. RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8.55— 0 40. 10.40, 11.20 en 12 20 Gr.pl. 1.50 Zang. 2.05 Gr.pl. 3.05 Zang. 3.20 Pianovoordr. 4.35 Zang. 5.20 Het Tzipine-Trio. 8.35 Zang. 8.50 Radio- tooneel. 10.50 Gr.pl. 11.2012.50 Nachtconcert. KEULEN, 456 M. 5.50 Schupo- Orkest. 7.50 Omroepschrammel- ensemble en solist. 11.20 SA-orkest. 12.35 Gr.pl. 1.35 Am.-sextet en ao listen. 3.20 Orkest van den Rijks arbeidsdienst. 4.35 Concert. 6.30 Omroeporkest, vocaal sextet, vroo- lyk instr. kwartet en solisten. 8.20 Vroolijk progr. 9.35 Gr.pl. 10.30 11.20 Het Bergische Landesorkest en het Brunier-kwertet. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12 50 en 1.30 Omroep- kleinorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroepsalonorkest. 6.20 Ant- werpsch Trio. 7.05 Gr.pL 7.20 Zang. 8.20 Omroepsymph.-orkest m. m. v. soliste. 9.05 Radiotooneel. 9.35 Ver volg concert. 10.30—11.20 Populair concert. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdansorkest. 1.30 Omroep salonorkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Vocale duetten. 6.— en 6.38 Gr.pl. 7.05 Klarinetvoordr. 7.35 Gr.pl. 8.20 Die Entführung aus dem Serail, opera. 10.50—11.30 II Segreto dl Susanna, opera. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Duitschlandecho. 7.35 G. Net- telmann en Hans Rallies mat hun dansorkesten mmv. solist, 8.20 Maandoverzicht. 9.20 Ber. 9.50 Blaaskwintet. 10.05 Ber. 10.20—11.20 O. Fricke en zijn orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R, 9.209.40, Normandië 9.40—10.35, Parijs R. 10 35—12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20— 13.20, Brussel VI. 13.20—1420, Radio PTT Nord 14.20—15.05, Pa rijs R. 15.05—15.20, Keulen 15.20 16.20, Droitwich 16.2017.20, Brus sel VI. 17.2018.05, Brussel Fr. 18.05—18.20, Keulen 18.20—20.20, Brussel Fr. 20.2021.45, Weenen 21.45—22 50, Boedapest 22.5023 20, Parijs R. 23.20—24.— Lijn 4: Brussel VI 8.9 20, Lu xemburg 9.20—10.35, Lond. Rag. 10.3517.20. Droitwich 17.20—24— Lijn S: Diversen. tijdelijk zyn. Het behoefte-element (vol gens dan heer Botterweg een zwakke plek in het ontwerp) kan er niet In worden ge mist. Voldoende waarborgen zijn aanwe zig, dat de groepsbe'angen niet boven het algemeen belang zullen gaan. Mocht blij ken, dat de wet op het een of andere punt niet voldoet, dan zou de minister niet aarzelen haar te wyzigen. Tenslotte verklaarde hij ietwat snaaks, dat hij de waardeering voor het feit, dat hij aan zoovele wenechen by de schrifte lijke gedachtenwisseling was tegemoet ge komen, gaarne accepteerde. Nu moest de Kamer echter niet verwachten, dat hij eenzelfde tegemoetkoming zou toonen ten aanzien van de ingediende amendementen! Want hij had al zoovéél toegegeven! Een beleefde waarschuwing, die de Kamer goed verstaan zal hebben! Vandaag worden de artikelen en amen dementen behandeld; gisteren kwam het niet verder dan tot een begin. BELANGRIJKE VERDUISTERING. De Eindhovensche recherche heeft voor den officier van justitie te 's- Hertogenbosch geleid een 35-jarig boekhouder uit de ge meente Veldhoven, A. J. C. v. D., die ver dacht wordt van verduistering van S 9000 te Eindhoven in de jaren 1934 tot 1938 ge pleegd. Hij is in het huis ven bewaring op gesloten. GROOTE BRAND ONDER SNEEK. Ruim veertig stuks vee kwepien in de vlammen om. Gistermiddag omstreeks hal zes ontstond te Opptnhuuro, gemeente Wnmbnteera? deel, nabij Sneek, brand in de groote boerdery bewoond door don heer B. Dijkstra en eigendom van notaria Poolstra t« Leeuwarden. De boerdery staat ruim een half uur van den weg af en is alleen per vaartuig te bereiken. De electrische stroom, die voor het bedrijf noodig is, wordt door een motor en dynamo ter plaatse opgewekt. Gister waren monteurs bezig eenige her stellingen uit te voeren. Toen de motor op het genoemde tijdstip werd aangeslagen ontstond kortsluiting en in een oogwenk stond alles in vlammen. De brandweren van Wijmbritseradesl en Sneek konden niet ter plaatse komen, zoodat aan bluaschen niet te denken viel Nadat de boerin en de vier kinderen in veiligheid waren gebracht, hebben de boer, zijn knecht en de monteur* een gedeelte van hot vee, dat in het groot* koehuis stond, kunnen redden, namelijk drie-en- twintig etamboekkoeier en een atler, doch de overige beesten, veertig koeien, e*n paard en eenige voulens, kwamen in de vlammen om. Binnen een uu was alles tot den gr#1® toe afgebrand, mede tengevolge van krachtigen wind. De heer Dykstra W® eenige brandwonden oogeloooen. Verzekering dekt de schade. TONI RAEDT VAN DAMASCUS 1) Heel vroeg in den morgen zou de reiswa gen uit Bagdad naar Damascus vertrekken. Speurende mecaniciens bevoelden, nu voor zichtig tastend, dan hardhandig aangrij pend, het zware monster, dat te ronken stond met diepe dreigende basgeluiden, welke op een aanraking van den chauffeur plotseling overgingen tot schokkerig hijgen, een onbeheerscht gebrul, alsof het, tot grootste krachtsinspanning aangezet, zóó zou losbreken uit strakke remmen en in blinde vaart de lokkende vrijheid inrennen. De reizigers, onbekommerd om de be dwongen krachten, liepen rondom het ge weldige gevaarte, streelden zijn trillende stalen wanden, bogen zich bewonderend naar de breede massieve wielen, en beste gen de uitgeslagen treden om zich daarbin nen te gaan overtuigen van de geriefelijk heid der fauteuils. Verscheidenen hadden het er zich reeds gemakkelijk gemaakt de zakken en tasschen in de bergruimte verstouwd, de gordijntjes weggeschoven. Steeds meer passagiers stapten in, zochten hun plaatsen de wagen liep vol, er heerschte de onrust van de laatste minuten voor het vertrek. Eén der twae chauffeurs, die elkaar op den langen tocht zouden af lossen, riep de namen der reizigers af; de ander controleerde de tickets. De laatste, die instapte, was een zwart- oogige, gedeeltelijk gesluierde Turksche vrouw. Een groote Iraquees installeerde haar met bijna overdreven zorgzaamheid in haar fauteuil; legde de tallooze pakjes, waarmede zy beiden beladen binnen geko men waren, hier en daar rond haar heen, stapelde ze op tot een wiebelenden heuvel, stootte dien zelf weer om en vroeg mij wol excuus, toen hij bemerkte, det hij ook mijn voeten onder de bundels bedolven had. Ik had in den drukken persoon dadelijk den kapper herkend, die mij den vorigen dag zoo slecht bediend had en zyn verbazing, toen hy in mijn overmatigen krullenbos zyn creatie herkende, was zóó groot, dat 't hem secondenlang de spraak benam! Maar toen barstte zijn vreugde over dit gelukkig toeval los in een zelfs door de bel de chauffeurs niet te stelpen woordenvloed! Hij sloeg de linkerhand met een onderdani ge buiging over de borst, nam met de rech ter de roode fez af en zwaaide daarmee zoo in het rond, dat de zwarte kwast warrelend sprong en danste. Onderwijl stonden zijn helwitte tanden te blinken tusschen de bree de, vlug-klappende lippen, die in ademloo- ze snelheid een waterval van klanken over me heen stortten 1 „Ging ik naar Damas Oh! oh! wat een groot geluk viel zijn „verloofde" ten deel, nu zij het voorrecht had met my te mogen samenreizenHij keerde zich snel om, greep haar bij den pols en onder nog zoovele salams stelde hij haar voor als Sayira, de beroemde danseres en comé dienne van het Syrisch Tooneel in Damas cus; zijn verloofde, die hij tot zyn onuit sprekelijk verdriet moest laten vertrekken om haar contract uit te spelen. Maar, als de maan voor de tiende maal aan den hemel zou hangen als een gele lampion, ten teeken van komenden luister, dan zou hij haar gaan halen en terug brengen naar Bagdad, zijn geboortestad, en dan zouden zij trou wen en nét zoo een gelukkig leven leiden als alleen Sheherezade dat had kunnen bezingen in een van de 1001 nachten, die zij met den Kalif Haroun-al-Rashid had doorgebracht „Assez, assez, genoeg, uitstappen, alsje blieft, nous allons partir..." en als de nijdige bek van vraatzuchtig beest klapte het zware portier grommend de opening dicht, waardoor de kapper net bijtijds hed weten te ontsnappen. „Partir, c'est mourir un péu..." En met den eersten heftigen sprong, die hot nu brallende monster naar den verren ho rizon deed. schokte er door het frêle, In doorzichtige sluiers gehulde figuurtje een krampachtige smartbeweglng; ze sprong »ree,p met uitgestrekte handen „ny stond echter reeds ver van de razen de wielen. Zacht hoorde ik haar snikken en verbaas de me over zooveel droefheid. Een zich respecteerende Mohammedaansche vrouw In deze landen zou niet alleen reizen, nog minder in halfsluitende sluiers! Zij zou zich niet zoo verven en met juweelen bejiangen op reis, waar vele mannen haar konden gadeslaan en misschien begeeren Wat was zy voor iemand? Een danseresje, voor „Genoeg, genoeg! We gaan vertrek ken!" „Vertrekken is een weinig afsterven". wie de dagen van Aranjuez. doorgebracht in verre landen, waren verstreken? Wel licht had een rijke Aziaat haar op zijn thuisreis meegenomen, ver het Oosten in? Toen het mooie vrouwtje overgedaan aan een vriend, met wien ze gewillig was mee gegaan altijd weer verleid door rijk dom, sieraden, het avontuurlijke? En zoo was ze misschien weggedreven, steeds ver der die streken in van heete luchten en fatamorgana's - waar vrouwelijke schoon heid de broeiende hartstochten opzwaepen ken tot felle daden ven liefde, haat en moordEn nu, terug gedwaald naar Bagdad, reeds fantastisch behangen met gouden gaven van haar minnaars, nu was de Bagdadsche kapper de laatste, met wien deze droom van overvloed en weelde een einde nam. Och, hij had haar ook met kostbaarheden overladen het gouden polshorloge en het fijne flligrain armbandje en het reisgeld en het reisbiljet mat de luxe Nairn-bus naar Damascus trotsch had hl) ze ml) gewe zen aan haar blanken arm en in het met zilver bestikte avondtaschje, zijn gulle ga ven. Maar nu zou het ook uit zijn nu moeat weer beginnen het winterseizoen aan het looneel, met zijn lenge nachten van werken zij zou slechts een nummer zyn tusschen vele anderen. Zou ze daarom zoo bedroefd zijn? Ze leek wel een wanhopig, teleurgesteld kind de snikkende geluid jes klonken zoo droef! ?j,aii d,at vee8®e «1 niet het kleine zakdoekje de tranen voorzichtig van de ge schminkte wangen en zwart omstreken oogen. Uit het taschj* kwam een spiegel- n. voor?.chUn, een poeierdooa en een wolk van fijn, vér-stuivend poeder kwam als een aureool hangen boven het als een madonna gesluierd kopje. Een zonnestraal brak plotseling er doorheen, als een glaJj* zend gouden staaf en de stofdeeltjes ®01' den in bonte warreling door dien kok®r van licht. Met het zwenken van den wag«J priemden al meer en meer flitsen van gë®1 licht, tot er een wereld van gek-dansenjj* schitteringen ontstond, die den plots uit» doofden en zich oplosten in de donkere hot" ken van het plafond. Er kwamen vlugge trekklnkjes in smalle schouders; dra wisselde ze hier daar blikken van verstandhouding mat 4 heeren in de autobus; een goedmoedig l»cB" je, een streeling van fluweelige oogen. coquett* hoofdbeweging al die grappig maniertjes van een behaagzieke vrouw w midden van mannen. Zij keerde zich nu telkens om, vroeg Ik wel goed zat. Dan bood ze me oon naasappel aan, bonbons, een stuk g*®**' Wellicht uit een medelijden met dit vrouwtje, dat wel een broos sp*olP®W leek met groote, donker* oogen en rood* volle lippen, in een opwelling van te n»o®* ten begrijpen en daarom niet te mof®» kwetsen haar gevoel van vrouwzijn vrouwelijkheid, daarom nam ik het zoo ha telijk gebodene aan. Al gauw deed zij *1*®* wij dikke vriendinnen waren, en eor wil Damascus elkaar tot afacheid de hand rei*" ten en „au revoir" zelden (men zegt „tot weerziens", zeker uit een onbewu»» verzet tegen het onvermijdelijk* ®ind wist ik reeds hoe dit Turksche vrouwtj® haar ver-afgelegen dorpje er toe gekom®» was om dit leven van avonturierster te leiden. (Wordt vei rvolfd)'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6