8 8 De erkenning van den keizer van Ethiopië. KRUSCHENSALTS Neem de oorzaak weg. Uw rheumatische pijn verdwijnt voor goed. BAGDAD TUSSCHEN EN PARLEMENT De motie-Wijnkoop maakte de tongen los. JliuUopCQQCCUiUitü boöoooo» BEDRIJFSVERGUNNINGENWET GOEDGEKEURD. JieuiUeioH „Ieder voor zich zelf". TWEEDE BLAD. 2 niededeeling werd gedaan, dat de Neder landsche regeering niet voornemens was, de verovering van Abessinië „de jure" te erkennen, nu de minister zelf in de Eerste Kamer uitdrukkelijk aan de erkenning van het feit de rechtsgevolgen had ver bonden. En ten slotte vroeg de heer Wijn koop, welke ontspanning er door het initiatief van den minister was bereikt. De bewindsman herhaalde ook in deze Kamer, dat de Negus had gevraagd, of Nederland voornemens was om de sou- vereiniteit van Italië over Ethiopië „de jure" te erkennen, en daarop is alleen ge antwoord, dat Nederland niet een „de jure"-erkenning beoogde. Wat nu de slotvraag betrof, kon de minister niet meedeelen welke ontspan ning in Europa was bereikt. Dat zou heel moeilijk zijn na te gaan. Wel was hem ver zekerd, uit het buitenland, dat de stap van Nederland eerigen invloed had gehad op den gespannen toestand. En wederom her haalde de minister, aan het slot van zijn betoog, dat er groot onderscheid is tus- schen het aanvaarden van een feit en het aanvaarden van de oorzaak van het feit. In onze daad ligt niet de goedkeuring van hetgeen in Abessinië is geschied. De mi nister zeide groote bewondering te hebben voor de socialistische leiders in het buiten land, die zich beijveren dit onderscheid aan hun partggenooten duidelijk te maken. De minister had in de inleiding van zijn rede nogal uitgeweid over de nadeelige ge volgen van de sancties voor ons land. Hij was toen gezant in Rome en had van nabij kunnen zien hoe relaties werden verbroken en anderen daarvan profiteeren. Toen hij in October als minister optrad en den stand van zaken in Genève overzien had (waar men zich eigenlijk bij het voldongen feit van de mislukte sancties had neergelegd), hing als het ware de erkenning van Ethiopië in de lucht. Er werd overal over gesproken, omdat uitblijven van de erkenning de toe nadering tegenhield. Wij behoefden niet te wachten op de groote mogendheden. Dat Engeland en Frankrijk Ethiopië niet erken nen is niet op grond van zedelijk motieven, maar alleen omdat zij er een punt van on derhandelingen van willen maken. Het debat. Dit standpunt, dat Nederland zelfstandig kon optreden, ging er ook in de Tweede Kamer niet gemakkelijk in, wèl dat er kenning toch te eeniger tijd zou moeten komen, al waren er leden, die van oordeel waren, dat de minister er te vroeg bij was geweest en verkeerd had gedaan den Vol kenbond er buiten te laten. De heer de Geer (c.h.) plaatste zich op het reëele standpunt van den minister, dat de erkenning van Ethiopië met het recht niets te maken heeft. Hij keurde de verovering zoo sterk af als maar eenigszins kon {sprak bijv. van een schandelijken aanval), maai ze is niettemin een feit. En we moeten in de samenleving der volken tot harmonie trach ten te komen in het belang van den vrede. Dien bevordert men meteoor van den Vol kenbond een anti-fascisflirh blok te maken. Men moet in den Volkenbond vertrouwen blijven stellen, maar tevens beseffen, dat hij, als elk menschenwerk, niet volmaakt is en zich nog verder ontwikkelen moet. De heer Smeenk (a.r.) sloot zich aan bij het standpunt van prof. Anema, zijn partij genoot in de Eerste Kamer, en hoopte dat de gedane stap inderdaad de beoogde ontspan ning zou brengen. Hij had echter de inleiding van den minister niet met onverdeelde in stemming gehoord, omdat hg er een zekere afkeuring van de sanctiepolitiek in had be speurd. De heer Rost van Tonningen (n.s.b.) ver bond in zijn rede de publicaties van de „Haagsche Post" over de stappen van den minister met de samenwerking van „het in ternationale Jodendom" en deed dat op een manier, dat de voorzitter hem noopte zijn woorden terug te nemen, een en ander on der luide teekenen van afkeuring van de Kamer; zeer duidelijk werd eenige malen geroepen: „Bah"! Met den stap van den mi nister waren de nat.-socialisten het natuur lijk volkomen eens en de heer Rost van Ton ningen zelfs zoozeer, dat hij zich „nu een volksgenoot van den heer Patijn" zeide te gevoelen, een exclamatie, welke met dave rend gelach werd begroet. Zaterdag 12 Maart. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (VARA-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.—VP RO-morgenwijding. 10.20 Uitz. voor Arbeiders in de Continubedr. 12. 1.45 Gr.pl. 2.— Filmpr. 2.15 Tenor en piano. In de pauze gr.pl. 2.45 Amateurs-uitz. 3.15 Schaakpr. 3.30 Het Residentie-orkest en solist. 4.30 Problemen bij de waardeering van beeldende kunst, causerie. 4.50 Gr. pl. 5.— Het Residentie-orkest. 5.40 Literaire causerie. 6.Orgelspel en zang. 6 30 Groningsche uitz. 7.— Filmland. (7.30 VPRO: Bgbelver- tellingen). 8.— Herh. SOS- en 8.03 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 Bonte avond. 9.Deel. 9.15 En nu Oké. 10.30 ANP-ber. 10.35 Progr. aankondiging. 10.40 Orgelspel. 11. Baskisch progr. 11.3012.Gra- mofoonplaten. HILVERSUIvl, 301,5 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Gods dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO-melodisten, zang en gr.pl. 2. Voor de rijpere jeugd. 2.30 KRO- orkest. 3.Kinderuurtje. 4 Gr. pl. 4.10 KRO-orkest. 4.55 Gr.pl. 5.05 Verv. concert. 5.45 KRO-Nachte- gaaltjes. 6.15 Gr.pl. 6.20 Journalis tiek weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7. Ber. 7.15 Juridische lezing. 7.35 Act. aetherflitsen. 8.ANP-ber., mede- deelingen. 8.15 Meditatie met muz. omlijsting. 8.35 Kon. Mil. Kapel, KRO-orkest en KRO-melodisten. 10.30 ANP-ber. 10.40 Filmpr. 10.55 —12— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl. 12.05 Orgelspel. 12.35 Gr.pl. 1.20 New Coventry Hippodrome-orkest. I.50 Sportrep. (gr.opn.) 2.05 Het Reynolds-octet. 2.35 Orgelspel. 3.05 Sportrep. 5.05 Gr.pl. 5.20 Manto- vani's orkesten en solisten. 6.20 Ber. 6.50 Sportpr. 7.05 Boyd Neel strijk orkest en solist. 7.50 Radiojournaal. 8.20 Variété-progr. 9.20 Ber. 9.40 Am. overzicht. 9.55 BBC-Theater- orkest en soliste. 11.Deel. 11.25 Jack Harris en zijn band. 11.50 Or gel en sopraan. 12.1012.20 Ber. RADIO PARIS, 1648 M 7.50 en 8.55 Gr.pl. 10.2010.35 Orgelconcert. II.20 Gr.pl. 12 20 Cellovoordr. 12.35 Giardino-orkest. (1.50 Zang). 3.20, 4.05 en 6.05 Zang. 6.20 Gr.pl. 8.35 Zang. 8.50 Radiotooneel. 9.30 Don Ramon-orkest. In de pauze Radio fantasie. 10.25 Symph.-concert en soliste. 11.201.20 J. Bouillon's orkest. KEULEN, 456 M. 5.50 Ferdy Kauff- mann's orkest. 11.20 Omroeporkest en solist. 1.35 Solistenconcert. 3.20 Orkest van de Rijksarbeidsdienst, H. Hagestedt's Am.-orkest en solis ten. 5.30 Het Bresser-kwartet. 6.30 Omroeporkest en solisten. 8.20 Vroolijk progr. 9.35 Gr.pl. 9.50— 12.20 E- Schneidewind en H. Raue met hun orkesten. BRUSSEL, 322 en 484 AL 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep- kleinorkest. 1.50 Gr.pl. 3.20 Orkest- concert en solisten. 4.35 Gr.pl. 5.20 Pianovoordr. 6.35 Gr.pl. 7.05 Plano cn zang. 8.20 Cabaretprogr. 9.20 Omroepkleinorkest en soliste. 10.30 Populair concert. 11.2012.20Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroep- salonorkest. 1.30 Vervolg concert. I.50—2.20 Gr.pl. 3.20 Radiotooneel. 4.20 Gr.pl. 5.20 A. Felleman's orkest. 550 Zang. 6.05 Verv. concert. 6.35 Pianovoordr. 7.05 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest en solisten. 10.30 Folkloristisch progr. 10.50 J. Omer's orkest. 11.20 Vervolg Folkloristisch progr. 12.05—12.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M. 7.20 Vroolijk Weekeind-progr. 9.20 Ber. 9.50 Viola da gamba en cem balo. 10.05 Ber. 10.20 E. Roosz en zijn orkest. 11.2012.15 Gr.pl. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.20, Pargs R. 9.2010.35, Normandië 10.35—11.20, Keulen 11.2013.20, Brussel VI. 13.20—15.20, Keulen 15.20—17.20, Brussel VI. 17.2017.50, Brussel Fr. 17.50—18.20, Keulen 18.20—21.30, Parijs R. 21.3022.10, Boedapest 22.10—22.35. Keulen 22.35—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.—9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.3512.05, Droitwich 12.0523 Lond. Reg. 23.-23.25, Droitwich 23.25—24— Lijn 5: Diversen. De Tweede Kamer heeft gistermiddag kans gezien haar lange agenda af te maken, waarna zi> tot 5 April naar huis is gegaan. Zonder dat het ontwerp noe menswaard is gewijzigd, kreeg minister Steenberghe de Bedrijfsvergunningenwet er met groote meerderheid door; slechts tien stemmen waren er tegen, 71 voor. Indien de opkomst bij de opposanten grooter was geweest, zouden hun tegen stemmen weinig meer indruk hebben ge maakt. Tegen stemden de liberalen, de n.s.b., de staatkundig gereformeerden en de chr.-hist. mevr. Mackay-Katz en de heer Weitkamp. Hardnekkig hield ir. Vos (s.d.) aan zijn amendementen vast, waarvan het doel was, de overheid bevoegd te verklaren maatregelen tot beperking van de oprich ting van bedrijven of tegen de uitbreiding van de capaciteit te nemen, subsidiair: om de bedrijfsraden en de arbeidersorganisa ties in staat te stellen een verzoek tot toepassing van de wet te laten doen. Daar tegenover handhaafde de minister zijn standpunt: lo. dat de overheid in deze materie niet voorop mag gaan en dat hij niet de minste reden had, aan te nemen, dat het particulier initiatief zou falen; 2o. dat de bedrijfsraden en arbeidersor ganisaties (welke hij, waar mogelijk, wil inschakelen) hier geen taak hebben. Mr. Kortenhorst (r.k.) was het daarmee volkomen eens, ir. van der Waerden (s.d.) kwam zijn partijgenoot te hulp. maar met 56 tegen 24 stemmen legden deze amen dementen het af, slechts gesteund door de socialisten, de communisten en den heer Posthuma (c.d.u.) De heer van der Goes van Naters (s.d.) verdedigde nog een amendement om het beroep op een ongunstige beslissing met wat meer waarborgen te omkleeden, doch de minister won ook hier het pleit, al scheen het aanvankelijk dat de heer Smeenk (a.r.) zich zou gaan vereenigen met het bij het amendement voorgestelde beroep op de Kroon, in plaats van op den minister. De heer van der Goes had het niet erg er op begrepen, dat de minister, die in eerste instantie bijv. afwijzend be slist, in tweede instantie ook weer degene is, bij wien men in beroep moet komen. De minister wist de Kamer ervan te over tuigen gesteund door den heer Korten horst dat daartusschen toch weer lag het advies van den Economischen Raad, die de zaak door en door zou kennen. Met 57 tegen 26 stemmen (die van de s.d., de liberalen en de communisten) werd dit amendement verworpen, waarna het wetsontwerp in de bovenvermelde stem menverhouding werd goedgekeurd. Interpellatie-Wijnkoop. De hoofdschotel van de agenda voor Donderdagmiddag was de interpellatie van den heer Wijnkoop in verband met de erkenning van den koning van Italië als keizer van Ethiopië, het onderwerp van Rheumatische pijn, spit, jicht etc. worden veroorzaakt door onzuiver bloed. De zet minerale zouten In Kruschen Salts zuiveren Uw bloed door de verschillende afvoer- organen krachtig aan te sporen. Kruschen Salts zal ook U snel en afdoende helpen. STRALENDE GEZONDHEID VOOR I CENT PER DAG TONI RAEDT VAN DAMASCUS OJ^ENBARNRVE^ WOESTIJN-IDYLLE 2) Het was een Fransch modeblad geweest, door een reizend koopman achter gelaten] dat haar het hartstochtelijk verlangen had geïnspireerd om óók gekleed te zijn als die slanke, languisante, van zijde glimmende vrouwen-figuren; te leven als zg, in luxueuse vertrekken, waar het licht door wijde ramen viel op gepolijste meubeltjes, fijn glaswerk, bloemen! Er had al lang iets gewoeld in haar van ontevredenheid met het weinige, dat zij bezat; van boosheid over het besluit van haar ouders om haar uit te huwelijken aan Seldsjoek, den zoon van den tapijtenkoopman. Zij kon niet zijn als haar goede moeder, die van 's morgens tot 's avonds zwoegde in huis en op het land en in lompen liep, om van het beetje gespaarde geld voor haar man een nieuw kleedingstuk te koopen. Zij keek neer op den tapijtenkoopman, die zijn zoon met de koopwaar liet reizen en trek ken, en zelf zijn leven doorbracht, gehurkt in een hoek van zijn donker winkeltje, om dat hij zich alleen gelukkig kon gevoelen in zgn eigen dorp, zijn geboorteplaats, waar hij ieder kende en een ieder hem kende. En nu was hij oud en had verzorging noodig en wat was nu eenvoudiger dan een vrouw te zoeken voor zgn zoon en haar tegelijk als zijn verpleegster aan te stellen? den laatsten tijd, in een paar maanden namelijk reeds twee maal behandeld door de Eerste Kamer. Het zal den lezer onder deze omstandigheden niet verwonderen dat er geen feitelijk nieuws meer over te ver nemen viel. De heer Wijnkoop (comm-) nu wenschte te weten, welk Nederlandsch be lang eigenlijk gediend is bij het over haaste initiatief der regeering en den be langrijken dienst aan fascistisch Italië be wezen, ten aanzien van de z.g. regularisatie van de diplomatieke betrekkingen tus- 9chen Nederland en Italië, nu er volgens den minister zelf van een abnormalen toe stand tusschen deze twee lanJen geen sprake was. Minister Patijn antwoordde hierop, dat cultureele, politieke en economische be langen voor Nederland hierbij waren be trokken. Men zou verkeerd doen, in de erkenning een dienst aan het fascistische Italië te zien. Men kon het toch moeilijk normaal achten, dat een reeds twee jaren geleden benoemde gezant nog altijd niet zijn geloofsbrieven had overhandigd. Vervolgens vroeg de interpellant of de minister niet het gevaar aanwezig achtte, dat tengevolge van de erkenning van den koning van Italië als keizer van Ethiopië de onafhankelijkheid van Nederland en de veiligheid van Ned. Indië thans nog meer dan te voren bedreigd zouden wor den. Op welke vraag de bewindsman kort en bondig, onder hilariteit van de Kamer, antwoordde :Als de stap radeelig voor ons land en Indië was geweest, was hij niet gedaan! De heer Wijnkoop was voorts van oor deel, dat de erkenning van Italië's souve- reiniteit over Abessinië niet alleen ingaat tegen art. 10 van het Volkenbondspact, maar ook tegen de door den Volkenbond aanvaarde z.g. verklaring van Stimson (geen erkenning van een gewelddadige verovering). Wanneer dit nu vaststaat, zoo vroeg de interpellant, ziet de minister dan niet in, dat door het regeeringsbeleid ten deze de Volkenbond, de collectieve veilig heid en de nieuwe opvattingen ten aan zien van het internationale recht opnieuw worden ondermijnd en tevens de band van Amerika met den Volkenbond, ten nadeele van Nederland, nog losser wordt gemaakt? Zeer nuchter verklaarde mr. Patijn hier tegenover, dat de Volkenbond zelf zijn handvest had losgelaten. Hg had al eerder militaire sancties moeten nemen; hij hief de verplichte deelneming aan de sancties op en liet Italië als lid zitten. De Volkenbond legde zelf zich bij den stand van zaken neer. En zoo was de toestand geweest, toen de minister in October van het vorige jaar optrad. De heer Wijnkoop vroeg voorts, waarom de minister de Tweede Kamer op 30 November (bij de behandeling van de be grooting van buitenlandsche zaken) niet had ingelicht over zgn stappen, nu toch is gebleken, dat zgn initiatief reeds openlijk in den Finschen Rijksdag van 23 Novem ber was ter sprake gebracht. Dit ter sprake brengen nu, is volgens minister Patgn slechts zeer terloops gebeurd. Hg voegde daaraan toe, dat het nog wel eens meer zou gebeuren, dat hg de Kamer niet zou inlichten waarmede hij echter geheel over eenkomstig de Grondwet zou handelen, welke immers het bestuur van de buiten landsche betrekkingen aan de Kroon over laat. Hij wilde daarmee nu niet zeggen, dat hg aan de Kamer nooit iets meer zou ver tellen; haar stond in elk geval vrij het bui- tenlandsch beleid, waarvoor de minister verantwoordelijk is, te critiseeren. De volgende vraag van den interpellant was, wat de minister de beteekenis achtte van het telegram aan den Negus, waarin Zij zou moeten gaan wonen in dat don kere winkeltje met 't groezelige achterhof je, waar zij driekwart van den dag zou verblijven. Weldra zouden er kinderen zgn vele kinderen, als zij niet zoo gelukkig was dadelijk een zoon te krijgen. Het zou sloven zijn, zooals ze het de andere vrou wen in het dorp zag doen, en een spoedige aftakeling van haar schoonheid. Want mooi en sierlijk was ze; „als een jonge ree" zei den de jagers, doelend op naar schichtige rankheid. Terwijl zg dit vertelde, keken haar groo te zwarte oogen zoekend in de langzaam neerdalende duisternis, die de helle schitte ring van het heete, gele zand reeds had op gezogen, en nu temperen ging en uitdooven alles, wat nog kleurig en licht was aan den door de laatste wegglijdende zonnestralen bont geverfden hemel. Heel in de verte doemde het Fort Rutbah op; er trokken kameelen voorbij en kudden zwarte scha pen en een groote ruige schaapherdershond, buiten zichzelf van woede over het gesnor van den motor, rende als een dolle eend een eind langs den wagen mee: een stukje leven eindelijk! Menschen, dieren een verlichting na de 12 uren van zwijgende onmetelijkheid van leeg woestijnland, dat in feilen, alle leven smorenden zonnebrand had liggen gloeien. Rutbah, de eenige oase op het lange tra ject Bagdad—Damascus. Om de bron stonden in een wijden kring lage Bedouinen tent van zwart zeildoek of van zeer donker bruin getaande geitenvellen. Kleine vuur tjes schenen te lekken aan het zeildoek, vlekten rossige plekken op de gehurkte gestalten en trokken een sluier van grijzen rook over het kampement. Een man in wij den, wittigen burnous drong een kameel weg uit den door de tenten gevormden cir kel, waar het dier, op zoek naar den reeds weggeborgen zak kameelgras, met langza- men, statigen tred was binnen gestapt. Bg het naderen van de auto barstte geblaf los van de vele scharminkelig-magere hon den, die in grooten getale leefden rondom het fortje en van verre de Bedouinen-kam- pen volgden. We reden door de bewaakte poort moesten echter om de een of an dere reden dadelgk achteruit krabbelen. Opeens was er veel geschreeuw, gescheld, gelach en, verdreven door vele, ons met zwaaiende armen werende mannen, ston den we weldra weer buiten de dikke mu ren van het fort. Ook in den reiswagen was het plotseling vol drukte; iedereen voelde het nu als een onmogelijkheid om nog één seconde langer in den fauteuil te zitten, waarin twaalf uren zonder onderbreking waren doorge bracht. We verdrongen ons voor den nau- wen uitgang. De Turksche had me bij den arm gegre pen, toonde me triomphantelgk een uitpui lenden zak, waaruit een zwarte borstel stak en andere toilet-artikelen hun aanwezig heid deden vermoeden. Haastig haalde ik mijn toiletétui te voorschijn, bang dat ze mij het gebruik van het hare zou aanbieden, nier leek me chacun pour soi-mème beter! Ze liep voor me uit. rank figuurtjeeen modeblad modellen van Patou ging het door mijn hoofd. „Seldsjoek liep na tuurlijk niet in een Engelsch sportcos- tuum Bij de deur van de vrouwen-toiletkamer liet zij mij passeeren en sloot achter zich met vlug gebaar de deur af. Doch al gauw volgde de toilet-juffrouw, rammelde aan Nadat de heer Bongaerts (r.k.) zich bg de rede van den heer de Geer had aangeslo ten, leverde de heer Albarda (s.d.) scherpe critiek op de houding van den minister in het debat, over diens „laatdunkende" wijze van spreken over den Volkenbond en de sancties. Hg gaf niettemin toe, dat men een voldon gen feit niet zou kunnen negeeren, maar zou liever hebben gezien, dat de minister de zaak in het kader van den Volkenbond had opgelost. Ook de heer Jockes (v.d.) was van oor deel, dat het niet zonder internationaal overleg had gekund. Hg betreurde het, dat Nederlands houding niet in overeenstem ming was geweest met zijn rechts- en mo- reele verplichtingen. De heer Bierema (lib.) zou eveneens de voorkeur er aan hebben gegeven als de zaak bij den Volkenbond aanhangig was ge maakt, doch vroeg wèl de aandacht voor het hooge doel van den minister: het brengen van ontspanning in het belang van den vrede in Europa. En met het oog daarop moest men met zgn critiek toch ook voorzichtig zijn! Het grootste bezwaar van den heer van Houten (c.d.u.) ging tegen het overhaasten van de erkenning. Hg vroeg den minister, welke waarde de Nederlandsche regeering nog aan den Volkenbond hechtte. „Nog zeer groote waarde", luidde het antwoord! De heer de Marchant et d'Assembourg (n.s.b.) scheen het te betreuren, dat de heer Wgnkoop niet met een motie eindigde en daarom diende hü er één in, waarin de Ka mer het beleid van den minister van bui den deurknop. Sayirah legde een tot zwij gen manende vinger op de lippen; zg wilde niet open doen. Terwgl ik een waschkom met lysol behandelde, was zij al bezig ge zicht en handen te wasschen. Mijn verba zing steeg echter ten top, toen zg zonder eenig bedenken zich ontkleedde, bedrijvig een paar kommen op den grond zette, haar kleine voetjes daarin plaatste en hevig met water begon te plassen. „Madame" nam een douche en ik, „haar kamenier", reikte haar de zeep, nog meer water en eindelijk de handdoeken! „Hoe of ik haar figuur vond? Was ze niet blank? Ja, daar was ze juist zoo trotsch op! Vond ik haar misschien een beetje te mol lig? Maar haar middel kon ze met een ge wonen zakdoek omspannen, en in de Oriënt werd een mooi vol figuur meer geappreci eerd dan de slanke, strakke lijn!" Grappig, ongegeneerd menschje! Wist zij maar werkelijk haar schoonheid naar waar de te schatten; zij behoefde geen marion- nette te zijn! Zij zou kunnen trekken aan de touwtjes en laten dansen! Maar haar hart was te gul, haar hoofd te veel vervuld met gdele dingen, met alles wat geld ge ven kan. Haastig nu werkte ze onder het misera bele toiletlampje; twee roode vegen over da lippen, twee zwarte om de oogen, een donzen laag van bloemengeurende poeder op het fgne gezichtje van zacht gebogen lijnen. En daar ze elke opwellende gedach te tot uiting moest brengen, begon zjj op eens te dansen. Vlug haalde ze een paar kastagnetten uit haar tasch, sloeg er hoog mee boven het hoofd, liet de heupen lenig wiegelen op de verzonnen cadans. Toen, ex pres heel smal, voerde ze lange tango-pas sen uit, die haar van den eenen hoek van liet vertrek in den anderen brachten Buiten sommeerde de juffrouw ten twee tenlandsche zaken goedkeurde (voor het Nederlandsche parlement een heel onge bruikelijke motie!), maar aangezien hij niet meer dan vier handteekeningen daarvoor kon krijgen en hü de vijfde niet ontving, kon deze motie niet in behandeling worden genomen- Na een dupliekje van den minister en een slótwoord van den interpellant werd de in terpellatie gesloten. Boven zeiden we reeds, dat er een lange agenda was. Wetsontwerpen ven groot be lang stonden er verder niet op. Na korte discussie werd goedgekeurd de wijziging van eenige artikelen van de wet op de rechter lijke organisatie en het beleid van de justi tie, waarmee een meer economische ver deeling wordt beoogd; de overige wetsont werpen en conclusies van de commissie voor overleg met de regeering over handelspoli tieke aangelegenheden gingen onder den hamer door, waarna op een laat uur over zevenen de vergadering werd verdaagd tot 5 April, op welken dag er wederom een agenda zal zijn, waarop niet onmogelijk ook verschijnen zullen de verhoogde belastingen In verband met de defensie (opcenten In komsten- en dividend- en tantièmebelas ting), als tenminste de prognose van den voorzitter juist blijkt. De Tweede Kamer naar huis, de Eerste weer aan den slag. Zoo zal het over enkele dagen wel zijn! ONS DRUKWERK u( ziet er ALTIJD goed tut. DRUKKERIJ COSTER. ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 332# den male met dreigende stem. Ik deed nu maar gauw de deur open. We stopten hl** dadelgk van alles toe; Sayirah gaf het zs»" je zuurtjes, een paar sandwiches in blikje ik wat fils (centen) en een flescr je warm sodawater. Doch de juffrouw staaf* de in ontzetting naar de plassen op de grond, merkte zelfs niets van onze gull" gaven, óók niet, dat wg er stilletjes v door gingen! Proestend nog over het verslagen g*11®" van de juffrouw namen we samen een t* feitje in de eetzaal, bestelden ons diner hadden nog even tijd om in den salon gaan zitten. t Zg was In high spirits herdijl dankbaar de gulle gevers der vele 60U~j] doux-souvenirs aan armen, hals en vinge Werkelijk prachtige, kunstvolle dingen w ren er bij; fijn bewerkt goud en ringen in kostbare steenen. Dit had ze van de*»»« dat van genen gekregen. Maar het lieunjj was geweest de kapper van Bagdad, groot man in zijn vak! Hg was het die h* zoo chic liet reizen; eigenlijk had hij hg* niet willen laten gaan. hij wenschte ha bij zich te houden, haer te trouwen. Ms ze had het contract met het tooneelgez» schap in Damas, nog dezen winter, en <UU-j Ik noemde den naam SeldsjoekAl» tooverslag verdween het helle uit hts» oogen. De last van oude, pijnlijK® h,r ringen drukte weer plotselingheer du trof me als een verwijt.. In elkaar 8^ ken, de oogen moe-peinzend, vertelde ze zachten toon Erg opgeruimd. (Slot volgO-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6