DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Krachtjge rede van den Britschen
premier.
Engeland zal zijn defensieplannen herzien.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 62 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 15 Maart 1938
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en HamMsdmk-
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320. redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
De Britsche minister-president Chamberlain
heeft gistermiddag in het Lagerhuis een
lange en krachtige rede gehouden, waarin
hij de gebeurtenissen in Midden-Europa
uiteenzette en daarnaast de positie van
Engeland schetste.
Wat dit laatste betreft, achite de regeerina
een herziening van het defensie-programma
zeer urgent, ook al, omdat de jongste ge
beurtenissen in Midden-Europa het gevoel
van onzekerheid en onveiligheid in Europa ten zeerste verhoogd
hebben.
DE JONGSTE DAGEN IN
OOSTENRIJK.
De debatten.
De algemeene toestand.
Oostenrijksche gezant
gaat heen.
ALKMAARSGHE COURANT.
ChamHc» 'ain
Gistermiddag heeft Chamberlain zijn
reeds aangekondigde rede gehouden
in het Engelsche Lagerhuis. Deze rede
was Zondag opgesteld door den pre
mier in samenwerking met lord
Halifax, den nieuwen minister van
buitenlandsche zaken en zij moet dus
beschouwd worden als een zuivere
regeeringsverklaring.
Wij laten hier de meest belangwek
kende passages volgen uit Chamber-
lain's rede.
Chamerberlain begon met te verklaren,
dat hoe de resultaten van de besprekingen
te Berchtesgaden ook zijn geweest de be
reikte overeenkomst nog steeds gevestigd
was op de basis van onafhankelijkheid van
Oostenrijk. Vervolgens zei hij, na de gebeur
tenissen in Oostenrijk de revue te hebben
laten passeeren, dat deze culmineerden in
het aftreden van Schuschnigg ten gevolge
van de dreiging der Duitsche invasie en
diens wensch om te voorkomen, dat Duitsch
bloed zou vloeien.
Het gevolg was, dat Engeland meende
krachtig te moeten protesteeren bij de Duit
sche regeering tegen het gebruik maken van
geweld. Dat gebeurde Vrijdagavond laat.
Het Duitsche antwoord.
Chamberlain las vervolgens het antwoord
der Duitsche .regeer ing voor, vervat in een
brief aan den Britschen ambassadeur te
Berlijn, waarin von Neurath, na herinnerd
te hebben aan het bericht, op grond waar
van de Britsche regeering had geprotesteerd,
zeide: „In naam der rijksregeering moet ik
in antwoord verklaren, dat de Britsche
regeering niet het recht heeft de rol van be
schermer van de Oostenrijksche onafhanke
lijkheid op te eischen. (Protesten.)
Na vervolgens een overzicht te hebben ge
geven van de gebeurtenissen der paar laat
ste dagen, verwees de brief van von Neurath
naar „den onduldbaren toestand, die in
Oostenrijk is ontstaan" en die voortvloeide
uit de overeenkomst van Berchtesgaden,
welke, wanneer zij loyaal door Oostenrijk
ten uitvoer was gelegd in den geest der be
sprekingen van 12 Februari, in feite een
vreedzame ontwikkeling zou hebben
waarborgd. In plaats biervan aldus voegde
von Neurath er aan toe, kondigde Schusch
nigcr op eigen verantwoordelijkheid een ple-
bisciet af dat, zooals ook niet anders kon,
ten doel had ie politieke onder^kmgjan
de overweldigende ^eerderhe^ der tlevo^
king van Oostenrijk. Hieruit vloe
uiterst critieke ontwikkeling v
binnenlandschen toestand van Oostenryk,
met als gevolg een kabinetscrisis e
ming eener nieuwe regeering. Duit
waar, dat gewelddadige druk doo
sche rijk is uitgeoefend op den loop
deze ontwikkelingen".
Vervolgens beschreef von Neurath a
volkomen verzinsel de bewering, 3
ultimatum was gesteld, waarm de aanstel
ling geëischt werd van een n^u™eI? r_
lier in overeenstemming met Duitse
stellen, daar anders een binnenrukken
Duitsche troepen onder oogen zou
worden gezien. Voorts legde de brie
von Neurath er den nadruk.op, dat he z
den van troepen uit Duitschland het eers
berde is gebracht door een Oostennjkscn
verzoek en dat, staande tegenover het ree.
streeks dreigende gevaar van een bloedigen
burgeroorlog in Oostenrijk, de Duitsche
regeering besloot aan dit beroep gevolg te
geven.
Contact met Parijs.
Na dezen brief van von Neurath voorge
lezen te hebben ging Chamberlain voort:
„Ik moet terstond de verklaring van von
Neurath weerlegen als zou de Britsche
regeering niet het recht hebben om zich te
interesseeren voor de onafhankelijkheid van
Oostenrijk. Het belang van de Britsche
regeering in deze kwestie kan op geen enkel
houdbaar motief ontkend worden.
Tijdens den geheelen duur van de gebeur
tenissen is de Britsche regeering in het
nauwste contact gebleven met de Fransche
regeering (toejuichingen), zoo vervolgde
Chamberlain, welke, naar ik verneem, even
eens een krachtig protest te Berlijn heeft
ingediend op gelijke wijze als de Britsche
regeering.
Het lijkt ons toe, dat de methoden,
die tijdens den geheelen duur van deze
gebeurtenissen toegepast zijn, de ern
stige veroordeeling noodig maken en dat
zij een diepen schok hebben toegebracht
aan allen, die belast zijn met het be
houd van den Europeeschen vrede.
Hieruit volgt, aldus Chamberlain, dat
hetgeen gebeurd is, niet kan nalaten een
nadeeligen invloed uit te oefenen op de
hoop der Britsche regeering op ophef
fing der misverstanden tusschen de
naties en op een bevordering van de in
ternationale samenwerking.
Het zou onnoodig kunnen lijken de ge
ruchten te weerleggen, volgens welke de
Britsche regeering haar toestemming, zoo
niet haar aanmoediging gegeven zou hebben
aan de gedachte van een opslokken van
Oostenrijk, waren er geen bewijzen voor,
dat dergelijke geruchten in vele kringen
ijverig de ronde doen. Het ligt voor de hand,
dat er geen enkele grond, welke ook, voor
dergelijke geruchten bestaat en de verkla
ring, die ik reeds heb afgelegd, toont dui
delijk, dat de Britsche regeering met klem
afkeuring uitgesproken heeft over daden, als
afkeurig uitgesproken heeft over daden, al3
die, waarvan Oostenrijk het tooneel ge
maakt is.
De Duitsche verklaringen ten aan
zien van Tsjecho-Slowakije.
Vervolgens keerde Chamberlain zich tot
de houding der Tsjecho-Slowaaksche regee
ring ten opzichte van deze gebeurtenissen
zeegende:
De Tsjechische regeering heeft de Brit
sche regeering er van in kennis gesteld, dat
ofschoon het haar vurige wensch is, in de
best mogelijke betrekkingen van naburen te
leven met Duitschland. 7:j d° ontwikkeling
der gebeurtenissen in Oostenrijk met de
grootste aandacht volgt.
Mij is medegedeeld, zoo ging Cham-
berlair voort, dat Göring op 11 Maart
de algemeene verzekering heeft gegeven
aan den Tsjecho-Slowaakschen gezant
te Berlijn, dat de Duitsche regeering
krachtig zal streven naar een verbete
ring der betrekkingen tusschen Duitsch
land en Tsjecho-Slowakije. In het bij-
zonde. deelde Göring op 12 Maart den
Tsjecho-Slowaakschen gezant mede, dat
de Duitsche troepen, die Oostenrijk
binnendrongen, de strengste orders had
den gekregen minstens vijftien kilo
meter van de Tsjechische grens verwij
derd te blijven.
Denzelfden dag ontving de Tsjechi
sche gezant te Berlijn van von Neurath
de verzekering, dat Duitschland zichzelf
gebonden acht door de Duitsch-Tsje-
cho-Slowaaksche arbitrage-conventie
van October 1925.
Engeland en het gebeurde in
Oostenrijk.
Terugkeerende tot het Britsche standpunt
ten opzichte van Oostenrijk, zeide Cham
berlain
Wij waren verplicht de Fransche en Ita-
liaansche regeeringen te raadplegen in ge
val een actie werd ondernomen, welke de
Oostenrijksche onafhankelijkheid en integri
teit betrof.
Wij hebben onze verplichtingen tot raad
plegen zoowel met de Fransche als de Ita
liaansche regeering ten volle uitgevoerd en
ons onmiddellijk tot haar gewend, toen de
Oostenrijksche onafhankelijkheid bedreigd
leek door de recente gebeurtenissen. Als ge
volg van deze raadpleging richtte de Fran
sche regeering een gelijk protest aan Berlijn.
Van de Italiaansche regeering ontvingen
wij geen volledige uiteenzetting harer op
vattingen, ofschoon haar houding met groote
nauwkeurigheid gedefinieerd is in de ver
klaring, die namens de Italiaansche regee
ring in de dagbladen van heden wordt ge
publiceerd.
Chamberlain herhaalde op dit punt van
zijn rede, dat de Britsche regeering altijd
duidelijk gemaakt heeft, dat zij krachtig de
toepassing van methoden van geweld tot op
lossing van dit probleem zou afkeuren. Hij
vervolgde met te zeggen, dat het een hard
feit is, dat niets deze actie van Duitschland
kon tegenhouden „tenzij wij en anderen
met ons bereid waren geweld te gebruiken.
Ik stel mij voor, dat, al naar een ieders tem
perament, de gebeurtenissen in onzen geest
thans spijt of verdriet en misschien veront
waardiging (toejuichingen) wekken Deze
gebeurtenissen kunnen door de Britsche re
geering niet met onverschilligheid en gelijk
moedigheid worden beschouwd. Zij moeten
een effect hebben, dat nog niet kan worden
afgemeten. De onmiddellijke resultaten moe
ten zijn het gevoel van onzekerheid en on
veiligheid in Europa te verhoogen.
Ongelukkigerwijze moet, terwijl een poli
tiek van kalmeering zou leiden tot een ver
mindering van den economischen druk,
waaronder vele landen lijden, het gebeurde
onvermijdelijk een economisch herstel ver
tragen en zal inderdaad een verhoogde zorg
noodig zijn om te verkrijgen, dat een uitge
sproken verslechtering niet intreedt. Dit is
geen oogenblik voor haastige besluiten of
achtelooze woorden.
Herziening defensieprogramma.
Wij moeten den nieuwen toestand hel
der maar met een koel oordeel zien en
met het vertrouwen, dat wij gesteund zul
len worden Wanneer wij vragen, dat nie
mand, welke ook zijn particuliere opvat
tingen mogen zijn, zichzelf zal beschouwen
als staande buiten welke uitbreiding ook
der nationale inspanningen, die kunnen
worden geëischt. (Toejuichingen.)
Over de Britsche defensieprogramma
sprekende zeide Chamberlain toen:
„Wij hebben altijd duidelijk gemaakt,
dat het een buigzaam programma is en dat
het van tijd tot tijd zou moeten worden
herzien in het licht van elke ontwikkeling
in den internationalen toestand. Het zou
ijdel zijn te beweren, dat de recente ge
beurtenissen niet een wijziging vormden
van den aard, dien wij voor oogen had
den. Bijgevolg hebben wij besloten tot
een nieuwe herziening over te gaan en te
zijner tijd zullen wij bekend maken, wel
ke verdere stappen wij noodzakelijk kun
nen vinden".
Na de rede van Chamberlain kregen
de afgevaardigden gelegenheid, om hun
meening te zeggen over den toestand en
over Engeland's houding.
Waar hoofdzakelijk de oppositie aan
het woord was, kon het welhaast niet
anders, of er was kritiek, zeer welwil
lende kritiek overigens.
In die kritiek was overigens hoofdza
kelijk een stemming te beluisteren, die
sterk anti-Duitsch was.
Alkmaar, 15 Maart.
Hoe verschillend wordt er over den alge-
meenen toestand in Europa geoordeeld. Er
zijn er, die zich bezorgd afvragen, of de da
den van Hitier tenslotte niet op een groo-
ten en wreeden oorlog zullen moeten uitloo-
pen. Anderen durven zelfs deze vraag niet
stellen en zien reeds in de naaste toekomst
een dergelijken oorlog. Weer een andere ca
tegorie meent, dat de gebeurtenissen in Oos
tenrijk een logisch gevolg zijn van Hitler's
uiteindelijken wil en dat thans aan de groote
verrassingen een einde is gekomen.
De laatste categorie is die der optimisten.
Misschien hebben zij gelijk, maar veel ver
trouwen kunnen wij hun niet schenken. En
dan al zal dan tenslotte blijken, dat Hit-
Ier thans voldaan is dan nog is zijn daad
nimmer goed te keuren. Er wordt thans in
Oostenrijk en Duitschland wel geredeneerd,
dat de overgroote massa pro-Duitsch is en
niets liever wilde dan annexatie, maar daar
staat tegenover, dat die massa ook zonder
Hitler's ingrijpen Zondag j.L de gelegenheid
zou hebben gekregen, zijn meening te uiten
op de volksstemming.
Die dan niet geheim was, zullen de pro-
Duitschers zeggen. Waartegenover direct al
weer staat, dat ook de door Hitier aangekon
digde volksstemming zeker niet geheel vrij
is. Om te beginnen mag er alleen gestemd
worden door de Duitsch-Oostenrijkers, ter
wijl de anderen hun meening maar voor
zich moeten houden.
Neen, eerder krijgt men den indruk, dat
de volksstemming een groote overwinning
voor Schuschnigg zou hebben opgeleverd.
En dat was dan een zeer gevoelige klap in
het gezicht der Duitschers geworden.
Welnu, die beleediging, die nederlaag is
voorkomen geworden door de drastische in
menging van Hitier.
Nu mag men aannemen, dat een zeer groot
deel van Oostenrijk thans sterk nazi-gezind
is. Men mag zelfs aannemen, dat de over
groote meerderheid op het oogenblik pro-
Hitier, pro-Duitsch, pro-nationaal-socialis-
tisch is. Maar zal dat zoo blijven?
Men moet in dit verband denken aan de
karakter-eigenschappen der Oostenrijkers en
deze is wel heel verschillend met die der
Duitschers. Neem bijvoorbeeld den Oosten-
rijkschen en den Duitschen soldaat. De eer
ste is gemakkelijk en gemoedelijk, de twee
de is buitengewoon correct en dweept met
de ijzeren discipline. Wat zal dat straks wor
den, als op last van hoogerhand de Oosten
rijksche soldaat gedrild wordt naar Duitsch
voorbeeld? Wij gelooven niet, dat de Oosten
rijker zich daartoe zal leenen, tenzij er ge
weld gebruikt wordt.
Waarmee wij maar wilden zeggen, dat de
eenheid der beide landen nog lang niet een
werkelijke eenheid is.
Trouwens, er is meer, dat tot nadenken
dwingt. Wij weten nu, dat er een enorm
Duitsch leger in Oostenrijk ligt en dat dit
leger hyper-modern is uitgerust. De weer
macht moet ongeveer 250.000 man sterk zijn,
waar dan nog bijkomt het luchtwapen, be
staande uit honderden vliegmachines met
hare bemanningen.
Was die enorme macht noodig, waar toch
immers gansch Oostenrijk om de aansluiting
met Duitschland vroeg? Men zou zoo zeg
gen, dat het zonder leger en luchtvloot ook
wel gegaan was, temeer waar volgens de
Duitschers zelf het Oostenrijksche leger
geheel pro-Duitsch gezind was!
Moeten wij dus veronderstellen, dat het
Duitsche leger een andere taak heeft?
Moeten wij veronderstellen, dat de bewe
ring van mevr. Tabouis, de bekende redac
trice van de Fransche Oeuvre, die herhaal
delijk blijk gaf goed ingelicht te zijn, op
waarheid berust? Zij schrijft n.L, dat over
tien dagen Henlein de autonomie voor de
Sudeten-Duitschers zou opeischen en dal
eenige dagen daarna de Duitsche regeering
aan de Tsjechische grens een groote troepen
massa zou concentreeren en dan vervolgens
aan dr. Benesj eenzelfde ultimatum zou stel
len als aan Schuschnigg! Deze plannen zou
den in den Duitschen geheimen raad bespro
ken en goedgekeurd zijn
Het is te hopen, dat mevr. Tabouis zich
deze maal vergist, want wij hebben het
reeds eerder gezegd Tsjecho-Slowakije
zal zich niet zonder meer overgeven aan
Duitschland, terwijl bovendien Frankrijk
dan ongetwijfeld een hartig woordje zou
gaan meespreken, evenals trouwens Enge
land.
En danwordt Hitier in een zeer groote
moeilijkheid gebracht. In Tirol hoopt en ver
wacht men, dat men het land zal terugkrij
gen met Hitler's hulp, dat Italië hen na den
wereldoorlog in 1918 ontroofd heeft!
Dat wordt voor Hitier een zeer lastige
kwestie. Feitelijk hebben de Tirolers geen
ongelijk, dit te eischen, want ook in het Ita
liaansche Tirol woont een meerderheid, die
by Tirol en niet bij Italië behoort. Normaal
gesproken, moet Hitier dus een poging doen,
om het „geroofde land" weer terug te ha
len.
Maar Hitier zal Italië te vriend willen hou
den en zich zoo noodig aan de moeilijkheid
kunnen onttrekken door de opmerking, dat
de Italiaansche Tirolers niet onderdrukt wor
den!
Men ziet, de puzzles in Midden-Europa
zijn nog lang niet opgelost, de rust in ons
werelddeel is nog l?ng niet teruggekeerd.
Eerder nog mag men zeer spannende da
gen verwachten
Naar wij vernemen heeft de Oosten
rijksche gezant te 's-Gravenhage, de
heer Alexich, gistermiddag een bezoek
gebracht aan den minister van buiten
landsche zaken en den heer Patijn
medegedeeld, dat hij uit Weenen op
dracht had ontvangen, de Oostenrijksche
legatie ter beschikking van het Duit
sche gezantschap te stellen.
De belangen van de hier te lande
woonachtige Oostenrijkers zullen voort
aan door het Duitsche gezantschap wor
den behartigd.
De heer Alexich vertrekt morgen naar
Brussel en Luxemburg om aan de Bel
gische en Luxemburgsche regeeringen,
waarbij hij eveneens is geaccrediteerd,
mededeeling van het besluit van zijn
regeering te doen.
De gezant heeft opdracht vervolgens
naar Weenen te gaan, ten einde daar
nadere instructies in ontvangst te
nemen.
De vertrekkende gezant is tweemaal
in ons land geweest. In 1914 kwam hij
hier als zaakgelastigde, doch het vol
gend jaar werd hij reeds naar Weenen
teruggeroepen om als cabinetschef van
het ministerie van buitenlandsche zaken
op te treden.
In 1936 ging hij wederom naar den
Haag, nu met den rang van gezant.
De heer Alexich heeft zich geduren
de zijn verblijf vele vrienden in ons
land gemaakt en algemeen betreurt men
zijn heengaan. Hij behoort tot de jong
ste leden van het Oostenrijksche diplo
matieke corps.
Zoo verklaarde Sinclair, de leider der libe
rale oppositie, dat Oostenrijk geroofd was
en dat het sprookje van troepenzending op
verzoek een sprookje bleef, dat niemand kon
gelooven.
Sinclair herinnerde aan de beloften, door
Hitier gedaan, toen hfj het Rijnland bezette:
er zouden geen verdere verrassingen meer
komen. Die verrassingen hebben zich in wer
kelijkheid voortdurend voorgedaan. Mede
met het oog op verrassingen in de toekomst
meende Sinclair, dat samenwerking noodig
was. „Laten wij schouder aan schouder staan
tegen de Italiaansch-Duitsche samenzwering
tot overheersching.
Tsjechoslowakije is niet het eerstvolgende
slachtoffer. Dat is Spanje. Wij behooren er
op te staan, dat de interventie in Spanje tot
staan komt, of dat de niet-inmenging wordt
afgeschaft. Anders zullen alle hulpbronnen
van Spanje in handen komen van Duitsch
land en Italië en gebruikt worden voor de
versterking van de structuur hunner oor
logsmachines. Laten wij besluiten Frankrijk
te steunen ten opzichte van Tsjechoslowa
kije. Laten wij ons nauwer aansluiten tot de
Ver. Staten en Rusland niet buiten beschou
wing laten.
Laten wij denken aan het vitale belang
van vriendschap met Polen. Laten wij onee
politiek stevig grondvesten op de beginselen
van het Volkenbondshandvest en ieder waar
lijk den vrede liefhebbend volk zich doen
aansluiten tot steun van den Volkenbond".
Oud-minister Amery zeide, dat één ding
den oorlog meer dichtbij kon brengen dan
iets anders en dat was weifelmoedigheid in
deze oogenblikken. De dictators moesten nu
weten dat zij bij de volgende daad van
agressie of woordbreuk de geheele macht
van het Engelsche wereldrijk tegen zich
zouden krijgen.
Mej. Ellen Wilkinson zeide, dat de premier
nu misschien wel berouw had, maar dat het
de conservatieve regeering was geweest, die
in Duitschland den beslissenden indruk had
gewekt, dat de Engelsche regeering het niets
in den weg zou leggen.
Winsten Churchill.
Winston Churchill zeide, dat de premier
waarschijnlijk de belangrijkste rede gehou
den had sinds den oorlog. Spr. was 't ermee
eens, dat overhaaste beslissingen uit den boo-
ze waren, maar in uitstel en gebrek aan
flinkheid thans school misschien nog grooter
gevaar. Het zou ongetwijfeld niet gemakke
lijker zijn thans een beslissing te nemen over
de grondgedachte der buitenlandsche poli
tiek dan over een jaar, maar thans was het
oogenblik voor 'n uiterste poging in het be
lang van den vrede van Europa. Het Duit
sche aanvalsplan was blijkbaar goed voor
bereid en keurig afgemeten, zoowel naar tijd
als inhoud. Alles op zijn beurt, maar toe
recht op het einddoel af. Spreker meende
dat Duitschland reeds thans in een positie
was, om geheel Zuid-Europa zyri*J voor
te schrijven, maar misschien
nauw en nederig pad naar veiligheid als de