DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De lichting 1938 voor elf maanden onder
de wapenen.
Het gevoel van onzekerheid en onveiligheid
in sterke mate verhoogd.
Ministerieele aanschrijving
aan de
korpscommandanten.
Uitbreiding van het aantal
capitulanten.
Verhooging van het zakgeld.
De Staten-Generaal op de
hoogte gesteld.
De algemeene toestand.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse uamraers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven trance aan de N. V. Boek- en HandoUrfrok-
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 63 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur; C. KRAK.Woensdag 16 Maart 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Dr. H. Colijn
Minister Colijn heeft zich gisteravond
voor de radio met de volgende rede tot
het Nederlandsche volk gericht:
De gebeurtenis van de laatste dagen
in het buitenland hebben ook op het
Nederlandsche volk een diepen indruk
gemaakt. Ook onze zorgen en moeiten
zijn er door vermeerderd.
Want al is het nu zoo, dat geen
onmiddellijk oorlogsgevaar dreigt, al
mag men er voor danken, dat ook deze
wolk voorbij dreef zonder ravage over
ons werelddeel aan te richten, het is
niettemin juist wat de Engelsche minis
ter-president gisteren in het Lagerhuis
getuigde, dat de jongste gebeurtenissen
een effect moeten hebben, dat men
thans nog wel niet met nauwkeurigheid
bepalen kan, maar dat toch hierop neer
komt, dat het gevoel van onzekerheid
en onveiligheid in Europa in sterke mate verhoogd is.
Juist is ook wat de heer Chamberlain opmerkte, dat men zich weliswaar
behoort te onthouden van al te haastige besluiten en van achtelooze woorden,
maar dat zulks niet mag leiden tot veronachtzaming van de noodzakelijke voor
zorgen.
Het is niet nu voor het eerst, dat o o k de Nederlandsche regeering zich ver
plicht achtte om rekening te houden met de politieke spanningen om ons heen
en om de voorzorgen te treffen die noodig werden geacht.
Het feit, dat wij niet het geheele jaar door de beschikking hebben over ge
oefende militairen noopte reeds éénmaal nu twee jaren geleden tot een
buitengewone voorziening van tijdelijken aard. Daarna heeft de regeering een
wijziging van ons legerstelsel in overweging genomen, dat er op gericht was deze
zwakke stee in ons defensiestelsel te doen verdwijnen en, in gemeen overleg met
de Staten-Generaal is de wet van 21 Februari 1938 tot stand gekomen, waarbij
de duur van de eerste oefening voor de infanterie van 5l/2 maand tot 11 maanden
werd verlengd. De aldus gewijzigde Dienstplichtwet is 5 Maart j.L in werking
getreden en daardoor is de weg gebaand om het geheele jaar te kunnen beschik
ken over een, zij het niet zeer sterke, voldoend geoefende troepenmacht, die in
staat is het eerste verzet te bieden tegen aantasting van ons grondgebied.
Tot nu toe waren er vele maanden in het jaar, dat geenenkel verzet tegen
plotselinge verrassingen mogelijk was. In het licht van het zeer snelle verloop
van militaire act!?s, als thans mogel:'1: bleek, mag zulk een toestand onder de
huidige omstandigheden geen dag langer bestendigd worden.
Het is daarom, dat de regeering besloten heeft gebruik te maken van de be
voegdheid, die zij krachtens de gewijzigde Dienstplichtwet bezit, om den ver
lengden eersten oefentijd reeds te doen gelden voor de lichting 1938, dus ook
voor dat deel er van, dat in het begin van October 1937 voor eerste oefening
onder de wapenen is gekomen.
Het gevolg hiervan is derhalve, dat dat deel der lichting 1938, dat 25 Maart
a s met groot verlof naar huis zou zijn teruggekeerd, na dien datum onder de
wapenen zal b 1 ij v e n.
Aanvankelijk was dit de bedoeling der regeering niet. Zij hoopte, om allerlei
j H» verlenéiné van den eersten oefentijd eerst zou behoeven toe
redenen, aat zij ae
te passen op de lichting 1939, waarvan het eerste deel in October a.s. onder de
wapenen moet komen.
De omstandigheden dwingen ons thans dat voornemen prijs te geven. De
hoogste belangen VM - eurstelling zijn, maar ook zij zullen begrijpen,
dat ae a g F treffen van voorzorgen in dezen tijd met i
ook rollen mr.en, dol bet l'«i VOOInemell vtn
worden nnÉeUten. persoonlijke beUngen, met inbegrip
:,rw"erlTund.^eUng toeleet, ter deg, rekening te
het land nopen daartoe. Voor sommigen zal dit regee-
mag
den
van
die van
houden.
no het geheele vaderland om kracht te toonen
Ten slotte doe dr h. En ik ^„M met de bede, det
door rustige aanvaar g daardoor ook ons vaderland behoede voor
de Almachtige God ons werelddeel en u«oi
een nieuw Armageddon
L
Ontleend aan de Openbar** van Jobannes <1616), waar het de plaats is
den eindstrijd tussehen de machten van het goed en het kw.ad.
y olaats welke in het Hebreeuwsch genaamd
„En zy hebben ze vergaderd in de piaais, wem
wordt Armageddon."
van
De minister van defensie heeft ter uit
voering van het door de regeering genomen
besluit betreffende het toepassen van de
bepaling van de gewijzigde Dienstplicht
wet inzake de verlenging van den eersten
oefentijd van 5)4 lot 11 maanden voor de
lichting 1938, de volgende aanschrijving
gericht aan de korpscommandanten:
Bij de wet van 21 Februari 1938 (Staats
blad nr. 500) tot wijziging van de Dienst
plichtwet is de duur van de eerste oefe
ning voor de onbe redenen, voor wie deze
duur tot dusver ten hoogste 5 maand of
ten hoogste 6 maanden bedroeg, gebracht
op ten hoogste 11 maanden. Deze wijzi
gingswet is in werking getreden met in
gang van 5 Maart 1938.
Daar art. 66 van het Dienstplichtbesluit
bepaalt, dat voor zoover geen uitzonde
ring is gemaaktde eerste oefening even
lang duurt als in de wet ais hoogste duur
is vermeld, is de verlengde eerste-oefe-
ningstijd van toepassing geworden ten aan
zien van allen, voor wie deze tijd aanvan
kelijk 5H maand of 6 maanden bedroeg
en die de eerste oefening,niet vóór 5 Maart
1938 hadden volbracht.
Dientengevolge zullen de hierbedoelde
dienstplichtigen, die thans in werkelijken
dienst zijn, eerst na een eersten oefenings-
tijd van 11 maanden met groot verlof ver
trekken.
Wellicht zullen enkele groepen yin
dienstplichtigen buiten toepassing van de
zen maatregel blijven. Welke groepen dit
zullen zijn, zal nader worden bepaald.
De minister van defensie brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat voor
een aantal dienstplichtige sergeanten en
fouriers van het wapen der infanterie,
van de lichtingen 1934, 1935, 1936 en
1937, (geboren na 31 December 1913)
alsnog de gelegenheid wordt openge
steld om in werkelijken dienst te ko
men, op voorwaarden van he t capitu
lanten reglement, teneinde na gebleken
geschiktheid als capitulant te worden
aangenomen.
Tevens heeft de minister bepaald,
dat zoowel voor de thans dienende als
voor de aan te nemen capitulanten het
zakgeld met ingang van 26 Maart zal
worden verhoogd tot 5 per week voor
de eerste drie jaren en daarna tot 7
per week.
Dienstplichtige onderofficieren der
infanterie, die niet genegen zijn om als
capitulant te dienen, doch wel geduren
de eenigen tijd vrijwillig in werkelijken
dienst willen komen of blijven, zulks op
de voorwaarden betreffende beloo
ning enz., welke gelden voor capitulan
ten, kunnen zich eveneens met een
daartoe strekkend verzoek rechtstreeks
wenden tot hun regimentscommandant.
Gegadigden voor opkomst in werke
lijken dienst, als boven omschreven,
moeten zich ten spoedigste rechtstreeks
wenden tot hun regimentscommandant.
De voorzitter van den raad van ministers,
dr. H. Colijn heeft reeds gistermiddag de
voorzitters van de beide Kamers der Staten-
Generaa] door middel van het volgende
schrijven op de hoogte gesteld van het be
sluit der regeering tot het onder de wapenen
houden der dienende lichting:
De regeering heeft in de gebeurtenis
sen der laatste dagen in het buitenland
aanleiding gevonden, bepaalde voorzie
ningen te treffen op het gebied van de
landsverdediging. Wel is waar is de
regeering van meening, dat op dit oogen-
blik geen onmiddellijk oorlogsgevaar
dreigt, maar zij ontveinst zich niet, dat
de jongste gebeurtenissen een effect
moeten hebben, dat men thans nog wel
niet met nauwkeurigheid bepalen kan,
maar dat toch hierop neerkomt, dat het
gevoel van onzekerheid en onveiligheid
in Europa in zeer sterke mate is ver
hoogd.
Rekening houdende met de omstan
digheid, dat het deel der lichting, dat
aanvang October van het vorig jaar
voor eerste oefening onder de wapenen
kwam, den 25sten Maart a.s. onder nor
male omstandigheden met groot verlof
zou worden gezonden, zou na dien dag
de toestand intreden, dat gedurende
eenige- maanden over geen geoefende
militairen zal kunnen worden beschikt.
Gezien de snelheid waarmede de ge
beurtenissen in Oostenrijk zich hebben
afgespeeld, acht de regeering zulk een
toestand niet toelaatbaar. Zij is daarom
te rade geworden, gebruik te maken
van de bepalingen van de op 5 Maart ji.
in werking getreden gewijzigde dienst
plichtwet om den oefentijd van 11
maanden ook van toepassing te doen
zijn op de lichting 1938. Daardoor ziet
de regeering dus af van de bevoegd
heid, die zij zich had voorbehouden en
die met hare aanvankelijke bedoelingen
overeenstemde, om den verlengden
oefentijd eerst toe te passen op de lich
ting 1939.
Waar de beide Kamers der Staten-
Generaal thans niet bijeen zijn, brengt
de regeering langs dezen weg haar voor
nemen ter kennis der Staten-Generaal".
De voorzitters hebben van bovenstaand
schrijven een afschrift aan de leden der
Kamers doen toekomen.
Alkmaar, 16 Maart.
Minister-president dr. H. Colijn heeft gis
teravond om 7.50 uur door middel van de
radio het Nederlandsche volk bekend ge
maakt, dat de zoogenaamde winterploeg,
welke in October 1937 voor eerste oefening
onder de wapenen was gekomen, en die de
volgende week met groot verlof zou gaan,
onder de wapenen zal blijven voor nogmaals
5% maand.
De regeering heeft van haar bevoegdheid
gebruik gemaakt, om de gewijzigde dienst
plichtwet, waarbij de eerste oefeningstij d
van 5H tot 11 maanden verlengd wordt,
reeds nu in werking te doen treden. In zoo
verre is de positie der regeering sinds twee
jaar veranderd, dat toen de onder de wape
nen zijnde militairen voor onbepaalden tijd
in dienst gehouden werden, terwijl nu
heel gewoon de eerste oefeningstij d ver
lengd is.
Men heeft het uit den mond van dr. Colijn
gehoord, dat de internationale politieke toe
stand oorzaak was van dit besluit. Hij zeide,
dat het in de laatste dagen noodzakelijk ge
bleken is, om voortdurend geoefende mili
tairen onder de wapenen te hebben.
Inderdaad, ieder die de gebeurtenissen in
Midden-Europa gevolgd heeft, en ieder, die
weet hoe het met onze weermacht gesteld
is, zal moeten toegeven, dat het op het
oogenblik zeker onverantwoord zou zijn, ons
land geheel onbewapend te laten, al was het
maar voor één dag. Die toestand zou over
veertien dagen ontstaan: dan was de winter
ploeg met groot verlof vertrokken en dan
zou de tweede ploeg 1938 onder de wapenen
komen. Het zou eenige maanden geduurd
hebben, voordat Nederland in feite weer een
weermacht zou bezitten.
Maar zal men meenen als het noo
dig zou zijn, dat ons land verdedigd zou
moeten worden, dan ware een gedeeltelijke
mobilisatie toch mogelijk?
Zoo is het niet meer. Wij leven niet meer
in den zomer van 1914, maar wij schrijven
thans Maart 1938. In die vier-en-twintig ja
ren is er veel veranderd, ook wat de leger-
organisaties betreft. Dat is zoo juist bewe
zen door Duitschland!
Want terwijl het Vrijdagmorgen in Mid
den-Europa nog vrij normaal was, terwijl
pas tegen den middag de eerste sensatie door
Europa vloog, was nauwelijks tien uur later
een groot Duitsch leger in actie gekomen.
Gemotoriseerde afdeelingen rukten in zeer
snel tempo op naar de grenzen, militaire
treinen brachten duizenden manschappen
honderden kilometers ver, honderden vlieg
tuigen stegen op en
Het waren slechts uren, meer niet, die
noodig bleken, om geheel Oostenrijk te be
zetten met een machtig hyper-modern uitge
rust leger.
Natuurlijk was alles tot in de puntjes
voorbereid, wat o.m. bleek uit een particu
liere corespondentie, in een onzer bladen op
genomen en waarin als zeer merkwaardige
bijzonderheid melding werd gemaakt van
den treinenloop, die vrijwel niet gestoord
werd!
Zooals de Duitsche generale staf den op-
marsch naar Oostenrijk georganiseerd had.
zoo heeft hijnatuurlijk op papier alle moge
lijke opmarschen naar alle richtingen geor
ganiseerd en heeft hij even natuurlijk strate
gische wegen laten aanleggen.
En duszou een eventueele overval op
ons land met even groote snelheid kunnen
plaats vinden als in Oostenrijk.
Vergelijken wij die snelheid met die van
1914, dan mag men gerust aannemen, dat
het tempo der legerverplaatsing ongeveer....
vertienvoudigd is! Waaruit weer valt af te
leiden, dat het mobiliseeren thans niet meer
op het laatste nippertje kan geschieden. Dan
is er eenvoudig geen tijd meer voor.
Mobiliseeren in dezen tijd moet TfLjUI*-
zaggelijke moeilijkheden geschieden, mis
schien wel met onoverkomelijke moeilijkhe
den.
Het is daarom, dat elk land in dezen tijd
altijd en voortdurend een geoefende gewa
pende macht ter beschikking moet hebben.
Het is daarom, dat de jongste maatregel
door onze regeering genomen, een volkomen
logische maatregel is. Men moet dan ook
niet denken, dat er op het oogenblik oor
logsgevaar is. Eerder mag de maatregel der
regeering een geruststelling beteekenen
voor ons land.
De winterploeg blijft dus onder de wape
nen. Maar zij zal de volgende week in de
kazernes plaats moeten maken voor de zo-
merploeg.
Waar zal zij heen gaan? Natuurlijk zijn er
nog verschillende kazernes, die de laatste
jaren niet meer gebruikt werden en die
thans weer bevolkt zullen worden. Wij den-
I ken aan Leeuwarden en Doesburg in dit ver
band.
Belangrijker is echter de grensbewaking.
Ongetwijfeld zullen de grensdétachementen
thans actief ingesteld worden.
Zoodat over enkele dagen onze grenzen
beveiligd zullen zijn. Wel is de kracht der
verdedigers niet buitengewoon groot, maar
het moet mogelijk zijn, om een leger tegen
te houden voor enkele uren en het moet zeer
zeker mogelijk zijn, om den opmarsch van
een vijandelijk leger ernstig te vertragen.
Als er dus ooit wat gebeurt, dan zal een
mobilisatie met minder groote moeilijkhe
den te kampen hebben dan tot gisteren het
geval was.
Al zal men er rekening mee moeten hou
den, dat gemobiliseerde troepen minstens
1 dag noodig hebben na een oproep wel
te verstaan om gevechtsklaar te zijn.
Bovendien zal een andere maatregel noo
dig zijn. Men weet dat de kunstwerken (brug
gen e.d.) in tijden van oorlogsgevaar met
een springlading voorzien worden, zoodat zij
in enkele seconden vernietigd kunnen wor
den. De geschiedenis met Oostenrijk heeft
wel geleerd, hoe noodzakelijk het is, dat
deze springstoffen voortdurend en blijvend
zijn aangebracht en dat de bedoelde kunst
werken steeds onder directe beveiliging
staan.
Zoodat wellicht in de naaste toekomst ook
kleine detachementen gelegerd zullen zijn
bij spoorbruggen e.d.
Wat de toestand in Midden-Europa betreft,
sinds gisteren is er weinig veranderd. De
verduitsching van Oostenrijk gaat vlot en
vordert snel. Een andere kwestie is: hoe
staat het met de Sudeten-Duitschers in Tsje
choslo wakije? Zij beginnen zich meer en
meer te roeren en zijn ontevreden op de
houding der regeering.
Dat Tsechoslowakije is thans een gevaar
lijk broeinest geworden.
Hitier is naar Duitschland
Dat is vlugger en eerdcr. dan verwac
Welke reden zou er zjjn, dat Hit
nu teruggekeerd is?
Voor het overige verwijzen vnj naar
berichten zelf.