dagblad voor alkmaar en omstreken.
Het geschil tusschen Litauen en Polen.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DfcR GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0 25. groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en
kerij v/h. HERMS COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060 Telef 3320. redactie 33*0.
No. 67 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 21 Maart 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Een oude kwestie, die schijnbaar onoplosbaar
was.
Volkenbond leed échec.
Litauen bukte voor geweld.
Voldoening over de oplossing
van het geschil.
De algemeene toestand.
Een rede van Chautemps.
Een nieuw Japansch
offensief in China.
ALKMAARSCHE COURANT.
De vorige week hebben wij bijna da
gelijks gewag moeten maken van een
ernstig geschil tusschen Polen en Li
tauen. Zóó kritiek leek het, dat een
oorlog op een gegeven oogenblik tot de
mogelijkheden behoorde.
Gelukkig is op tijd alles nog ten goede
gekeerd en wanneer men de telegram
men mag gelooven, kan er thans zelfs
een tijd van vriendschap aanbreken!
Na een bijna 20-jarige ruzie!
De geschiedenis van de betrekkingen tus
schen Polen en Litauen is een lange Ljj-
denswegs, een aaneenschakeling van inci
denten. De grondslag van het voorvaJ
van de laatste dagen werd niet gelegd in
1938, maar bijna 20 jaar vroeger, in Septem
ber 1920. Alle pogingen, welke sindsdien
werden ondernomen om tusschen beide lan
den tot een accoord te komen, zijn mislukt.
Litauen heeft nimmer de grenslijn willen
erkennen, welke door een conferentie tus
schen dit land en Polen is vastgesteld. Het
heeft steeds en onverminderd zijn aanspra
ken op Wilna gehandhaafd. Beide landen
onderhielden niet alleen geen diplomatieke
betrekkingen, maar alle verkeer tusscher.
hen was gestremd. Dit waren de omstandig
heden, waaronder voor enkele dagen een in
cident plaats vond en welke spoedig tot het
verleden zullen behooren, nu Litauen het
Poolsche ultimatum tot het herstellen van
diplomatieke betrekkingen en van het ver
keer heeft aanvaard. Grijpen wü nu nog eens
terug naar een van de meest interessante
perioden van de betrekkingen tusschen bei
de landen, den tijd van September 1920 tot
Maart 1921, toen de Volkenbond getracht
heeft zich met het geschil te bemoeien.
Op verzoek van Polen was de Volken
bondsraad in September 1920 tusschen beide
gekomen om een einde te maken aan de
vijandelijkheden, welke tusschen Poolse!'.0
en Litausche troepen waren begonnen in de
streek van Soewalki, aan de uiterste grens
van Oost-Pruisen. Een militaire commissie,
welke met spoed gezonden was, slaagde er
in een wapenstilstand af te sluiten en een
demarcatielijn tusschen beide partijen uit
te stippelen. Maar op 8 October omtrokken
Poolsche troepen onder leiding van gene
raal Zeligowski het Oostelijke uiteinde van
die lijn en maakten zich van Wilna meester,
dat door Litauen was opgevorderd als zijn
hoofdstad en waarvan het bezit door de Rus
sische regeering was erkend in een verdrag,
dat op 12 Juli 1920 te Moskou was getee-
kend. Aanstonds protesteerde de commissie
uit den Volkenbondsraad, welke belast was
met het volgen van de kwestie in de perio
den tusschen de zittingen. Van Poolsche
zijde werd toen geantwoord, dat Zeligowski,
die uit Wilna afkomstig was, spontaan en
meegesleept door zijn vaderlandliefde was
opgemarcheerd. De Poolsche regeering zei-
de hem als rebel te beschouwen, maar hem
niet te kunnen dwingen om terug te keeren
zonder de nationale gevoelens geweld aan te
doen. Al spoedig bemerkte men, dat in de
weken welke op Zeligowski's intocht volg
den het aantal tot zijn beschikking staande
troepen voortdurend aangroeide. Op 8 Octo
ber moet hij volgens onderzoekingen van de
Volkenbondscommissie beschikt hebben over
20.000 man, een maand later waren het reeds
50 000 Volgens den Poolschen gedelegeer
de' waren dit „vrijwilligers». Eenige jaren
later aarzelde trouwens maarschalk Pn-
soedski niet om aan buitenlandsche diploma
ten te bekennen, dat hij zelf e or er
gegeven om Wilna te bezetten en dat het
hem moeite had gekost den Z-?_J
te halen het offensief zonder schriftelijke in
structies te beginnen.
Echec van den Volkenbond.
Toen begon de lijdensweg, welke tevens
een van de grootste echecs van stelde
bond zou beteekenen. Op 26 October stelde
Hymans, die door den Raad als ™PP te
was benoemd, vast, dat de eie p
kennen hadden gegeven, het lot van W.lna
en omgeving te willen bestemmen dooreen
plebisciet onder het gezag van prnstjge
bond. Deze verlangde een vrije en ernstige
stemming, over een gebied, waarvan de raad
de grenzen zou bepalen, terwij trok_
van Zeligowski moest worden
kfNa een korte periode van overleg, op 8
November, accepteerden beide eg
dit voorstel. Maar toen reeds kwa™e"
eerste moeilijkheden. De Polen
de stemming over een grooter ge ie
breiden dan de Litauers, die ook
Wilna zelf buiten de stemming te houden.
Zoo was er ook verschil van meening over
het tijdstip van de stemming. Maar e £r°°
ste moeilijkheid leverde de ontruiming oo
de troepen van Zeligowski, aan wiens rebel
lie officieel werd vastgehouden en die deze
wilde demobiliseeren en ter plaatse omzetten
in een nationale militie, hetgeen onaan
vaardbaar werd geacht.
Het plan voor een stemming.
Intusschen werd in Genève het plan voor
een stemming uitgewerkt, een plan, dat ook
voorzag in de schepping van een interna
tionale politiemacht ter grootte van 1600
man ter bewaking van de verbindingswegen,
een gedachte welke later bij het Saargebied
werkelijkheid zou worden. Zoo scheen het,
dat men op de hulp van beide staten kon
rekenen. Weliswaar hadden de Polen wen-
schen ten aanzien van den omvang van het
gebied, waarbinnen de stemming moest
worden gehouden, welke zij ook zoo spoedig
mogelijk plaats wilden doen vinden. Ander
zijds protesteerde ook Woldemaras op grond
van het Litausch karakter van Wilna en om
geving en wilde hij ook vastgelegd zien, dat
de aanvaarding van de stemming niet de
erkenning van de rechtmatigheid van de
Poolsche wenschen insloot.
Wij gaan aan al dit geharrewar voorbij
om stil te staan bij een nieuwe element in
den gang van zaken. Met name deed Rus
land, destijds nog geen lid van den Volken
bond, zijn stem hooren. De Russen beriepen
zich op een verdrag van Litauen en deelden
mede, dat de aanwezigheid van de vreemde
troepen hoe klein ook in getal door
hen als onvriendelijke daad en verdrags
breuk zou worden beschouwd. De Russen,
vreezende dat Litauen een uitgangspunt
voor een nieuwen aanval zou worden,
wenschteit, dat Polen en Litauen gezamen
lijk en zonder vreemde inmenging de kwes
tie zouden beslechten.
Ondanks de zich opstapelende moeilijk
heden wilde de Volkenbondsraad doorzet
ten. Nieuwe vraagstukken werden opgewor
pen, nu het noodig bleek, dat de politie
macht vele maanden te Wilna moest blijven.
Bovendien maakte Zwitserland op grond
van zijn neutraliteit bezwaar tegen de door
lating van deze troepen, zoodat ook de or
ganisatie van hun reis al weinig vlot ver
liep.
Maar ook ter plaatse bleven de moeilijk
heden groot. Allen druk ten spijt, vorderde
de vermindering van het getal der troepen
van Zeligcwski zeer langzaam. Men ging
niet verder dan de algemeene demobilisatie,
welke in dien tijd in Polen plaats vond. De
commissie van den Raad constateerde, dat
de gedemobiliseerden hun wapens mede
namen. Ook kreeg men de dubbelzinnige
houding van het leger van Zeligowski door,
hetgeen een der met het onderzoek belaste
officieren de opmerking ontlokte: „De troe
pen van generaal Zeligowski zijn in de han
den van den Poolschen generalen staf, als
het gaat om een Russischen aanval. Maar
als het er om gaat weerstand te bieden aan
den Volkenbondsraad, zijn zij in handen van
generaal Zeligowski".
Aan de andere zijde schoot men al even
weinig op. Een verzoek om den spoorweg
tusschen Orany en Wilna te herstellen, om
daarmede den Polen een argument voor de
vertraging te ontnemen, werd niet ingewil
ligd. Litauen voelde er niets voor den gene
raal nieuwe avonturen nog te vergemakke
lijken.
Onderwijl deden Pilsoedski en Sapieha,
destijds minister van binnenlandsche zaken,
bij een bezoek aan Parijs groote toezeggin
gen omtrent de terugtrekking van de troe
pen en de regeling van het bestuur.
Nochtans kon dit alles niet wegnemen, dat
de moeilijkheden bleven en de partijen nog
even ver van elkaar stonden als in het begin.
In begin Maart besloot de Volkenbonds
raad de resolutie betreffende de volkstem
ming te begraven. Een eerlijke kans had het
volgens velen niet gehad. Te veel hadden de
regeeringen van de verschillende landen
geweken voor feiten, waaraan wellicht een
te groote beteeken is was toegekend. De ver
tegenwoordigers van Frankrijk en Engeland-
stelden aan de Polen en Litauers andere
wegen voor om het geschil te beslechten.
Waartoe het echter nooit gekomen is. 18
jaar zou de toestand even onbevredigend
blijven als hij destijds was. Totdat daaraan
dan nu, zij het op weinig smadelijke wijze,
een einde is gekomen.
Litauen wJ maken elders melding
Het geschil tusschen Polen en
van de oorzaak van het conflict en de
geschiedenis daaraan verbonden is
opgelost, zulks tot groote geruststel
ling van gansch Europa.
Officieel werd n.1. gemeld, dat de be
treffende nota's Zaterdag om 12 uur
werden uitgewisseld.
De opwinding, welke de laatste dagen
in Warschau heerschte, is verdwenen, be
halve in zekere lagen der bevolking en in
het bijzonder onder de jeugd. Zaterdag
trokken stoeten jongelieden door de stad,
waar zij betoogingen hielden en de ruiten
van joodsche winkels en restaurants in
sloegen. Een honderdtal personen werd
door hen geslagen. Verscheidene arresta
ties zijn verricht. Toen de rabbijn Schorr,
die in verband met deze betoogingen stap
pen bij de regeering had ondernomen, het
ministerie van binnenlandsche zaken ver
liet, werd hij door een groep jongelui ruw
bejegend.
„Litauen bukte voor geweld."
In de Zaterdagmiddag gehouden buiten
gewone vergadering van den Sejm heeft
de waarnemende Litausche minister-pre
sident, de minister van verkeer Stanisaus-
kas, uit naam der regeering een verkla
ring afgelegd. Na voorlezing van den tekst
van het Poolsche ultimatum en het Pool
sche ontwerp-antwoord beschreef Stani-
sauskas het verloop van het grensincident
en de stappen, die de Litausche regeering
in verband hiermede ondernomen heeft.
Hij verklaarde, dat de Litausche regeering
in verband met den internationalen poli-
tieken toestand het Poolsche ontwerp had
aangenomen. Litauen bukte voor geweld.
„Maar", zoo voegde hij er aan toe, „geweld
staat niet gelijk met recht."
Een motie, waarin de regeering vaststelt,
dat zij gedwongen werd het ultimatum te
aanvaarden, werd met algemeene stemmen
goedgekeurd.
Beek over de regeling met Litauen.
De Poolsche minister van buitenlandsche
zaken, Beek, heeft Zaterdag 200 buiten
landsche journalisten ontvangen, die hij
inlichtte over de regeling met Litauen.
Beek verklaarde, dat Polen aan Litauen
nooit onrecht heeft willen aandoen. Polen
heeft zich in de bestaande omstandigheden
laten inspireeren door de werkelijkheid.
In de lange Poolsche grenzen was er één
stuk, waar de toestand abnormaal was,
hetgeen een bron van gevaar was. Het
Litausche volk wil zijn eigen staat en de
Poolsche regeering eerbiedigt dat recht.
In het internationale leven kan er uit een
voortdurend stilzwijgen geen goed voort
komen. Dit stilzwijgen is verbroken, en de
abnormale toestand is opgeheven.
Langs diplomatieken weg, aldus Beek,
zal onderhandeld worden over de regeling
der nabuurbetrekkingen.
Voldoening in het buitenland.
Het feit, dat de Litausche regeering het
ultimatum heeft aanvaard, is te Parijs met
voldoening ontvangen. Men acht het inci
dent hiermede gesloten. Niet uit het oog
mag verloren worden de wijze waarop
Polen in deze omstandigheden is opgetre
den, en het valt niet te ontkennen, dat
deze methoden te baat zijn genomen, na
dat het gebruik hiervan Hitier in staat had
gesteld de Anschluss te verwezenlijken.
Hoewel in Engelsche diplomatieke krin
gen de omstandigheden betreurd worden,
waaronder de regeling van het geschil is
geschie^J, is men niettemin verheugd, dat
een nieuw en gevaarlijk incident geen
ernstiger gevolgen heeft gehad. Terwijl
men eenerzijds van meening is, dat Polen
Alkmaar, 21 Maart.
Vandaag is de lente begonnen. De Lente,
het symbool van nieuw, jong leven; de Lente
die hoopvol moet stemmen, de Lente, die ons
een harden winter moet doen vergeten.
Een nieuwe Lente is gekomen, een nieuw
tijdperk is ingetreden, al het oude heeft af
gedaan.
En als wij op den eersten Lentedag ons
dagelijksch verhaal moeten schrijven over
de buitenlandsche geschiedenis, dan vragen
wij ons af: zal er na de stormen, r.a het on
weer in de vorige periode nu werkelijk ook
een nieuw en gelukkig leven aanbreken voor
Europa, voor gansch de wereld?
Wij weten het niet, maar wij betwijfelen
het. Wel is er op het oogenblik een soort
pauze ingetreden na al de groote onrust der
laatste veertien dagen, maar het is de groote
vraag, cf die pauze lang zsl duren en of
het een werkelijke pauze is.
Want er zijn nog vele problemen niet op
gelost geworden: Hitier vergat in zijn rijks
dagrede mededeelingen te doen over de
Duitsche minderheid in Tsjecho-Slowakiie
en in andere landen; Hitier vergat ook de
Spaansche kwestie aan te roeren; Hitier ver
gat tenslotte te vertellen, wat de Duitsche
geheime raad behandeld heeft.
En tóch moeten al deze kwesties in de
naaste toekomst opgelost worden.
Is er wel werkelijk rust op ons wereld
deel? Is er wel werkelijk een pauze inge
treden?
Men zou het bijna gelooven, als men leest,
hoe Italië en Engeland confereeren en daar
bij hopen op een algeheele toenadering.
Maar hoe betrouwbaar zal die eventueele
toenadering tusschen Londen en Rome zijn?
Eerlijk gezegd, wij verwachten er niet veel
van, temeer niet, waar een publieke opinie
in Engeland verre van Italiaansch-gezind is.
Die publieke opinie vraagt om een Eden,
omdat zij de heen- en weer-slingerende poli
tiek der huidige regeering niet meer
wenscht.
En Chamberlain weet dat drommels goed
en verdedigt zich, waar hij kon. Zoo heeft
hij zich Vrijdagavond nog verdedigd op een
noenmaal van parlementaire verslaggevers,
bij welke gelegenheid hij een rede gehouden
heeft. Blijkbaar zinspelende op Eden in 't
algemeen op de jongeren, waarnaar het En
gelsche volk vraagt haalde de premier
een Chineesch spreekwoord aan, dat zegt, dat
een oude kameel de lasten kan dragen van
vele jonge ezels.
Dat is geen vleiende vergelijking voor de
jongeren, zelfs niet, toen Chamberlain het
duidelijker zeide: dat de jongeren minder
goed weten, hoe wijs de ouderen kunnen
zijn, dan de ouderen weten, hoe heetgeba
kerd de jongeren kunnen zijn.
Lord de la Warr is misschien een van die
jonge ezels. Hij heeft n.L op een vergade
ring van politieke medestanders zeer scherp
de politiek der dictators becritiseerd, veel
en veel scherper dan Chamberlain dit ooit
heeft gedaan. Lord de la Warr vond bijvoor
beeld onderhandelen met Duitschland geen
practische politiek meer, omdat alle men-
schelijke wetten geschonden en vertrapt
waren geworden door de ijzeren hakken van
een regiem, dat geen ander argument kent
dan dat v?n geweld.
Een dergelijke uitspraak, gedaan door een
lid van het kabinet en dat is lord de la
Warr kan den premier niet welgevallig
zijn. Maar zij verraadt de weinige eensge
zindheid, die er in het Britsche kabinet
heerscht.
Wat de jongste belangwekkende feiten
betreft, de Tsjechische regeeringscoalitie
breidde zich volgens een Havas-bericht steeds
meer naar rechts uit. Bij decreet van den
president der republiek en van den premier
is n.1. de afgevaardigde Jezek, vertegenwoor
diger van de nationaal-democraten, in het
kabinet als minister van staat opgenomen.
Deze partij telt 13 leden en is uiterst rechts
georiënteerd. Zij was in de oppositie sinds
de breuk van Kramarsj met Benesj en Ma-
saryk, een breuk, welke kort na 1918 ont
stond.
De intrede van de nationaal-democraten
in de regeering beteekent een eerste stap
naar de vorming van een Tsjechische een
heid, waarvoor de huidige minister-presi
dent, Milan Hodza, veel voelt.
Het is intusschen niet onwaarschijnlijk,
dat Duitschland achter de schermen in deze
ook een belangrijke rol speelt.
Verder mogen wij de krijgsverrichtingen
in Spanje met meer dan gewone aandacht
volgen. De moorddadige bombardementen
op Barcelone doen het groote offensief van
Franco in Aragon al weer bijna vergeten,
maar toch is dit laatste een zeer belangwek
kende fase in den strijd.
Op 8 Maart werd met een overrompelenden
aanval begonnen. Het front der regeerings-
troepen tusschen Saragossa en Teruel werd
direct over een lengte van 90 K.M. doorbro
ken. Door het bijna algeheele ontbreken van
tegenstand konden de rechtschen zoover in
een week oprukken dat ze nog slechts 30
K.M. van de Catalaansche grens verwijderd
waren en ongeveer 100 K.M. van de Middel-
landsche Zeekust. Drie colonnes, welke eerst
gescheiden oprukten, vereenigden zich op
13 Maart. Het rechtsche front drong nu wig
vormig in het regeeringsgebied in. Eerst bil
het stadje Caspe begonnen de republikeinen
eenigen weerstand te bieden. Niettemin
werd deze plaats toch door Franco's troepen
veroverd. Sindsdien zijn deze slechts weinig
verder gekomen. In totaal hadden ze toen
93 plaatsen en ruim 100 gehuchten veroverd.
Caspe met 17.000 en Alcaniz met 10.000 in
woners zijn hieronder de belangrijkste. De
totale bevolking van het gebied dat werd be
zet bedraagt 160.000 zielen. Over een opper
vlakte van 6000 vierkante K.M. zijn de
rechtschen gemiddeld 90 K.M. opgemar
cheerd. Verder schijnen er ongeveer 10.000
man gevangen genomen te zijn.
Ook economisch heeft het veroverde ge
bied beteekenis, aangezien zich hier de ko
lenmijnen van Utrillas en fabrieken tot het
verwerken van landbouwproducten bevin
den.
Het offensief schijnt thans tot staan te zijn
gebracht, zoodat nog steeds geen uitzicht be
staat op een spoedig einde van den langduri-
gen burgerkrijg, die als 't ware een Euro-
peesche oorlog in 't klein is.
had kunnen voorkomen over te gaap tot
een optreden met een ultimatum dat
tegenwoordig maar al te zeer gebruikelijk
is, verliest men anderzijds niet uit het oog,
dat de Litausche regeering sedert ver
scheidene jaren zich op al te hardnekkige
wijze afkeering had getoond van een
hervatting der normale betrekkingen met
Warschau.
De regeling van het incident is in Duit
sche politieke kringen met voldoening be
groet. Men verklaart, dat het Duitsche rijk
weliswaar niet rechtstreeks bij de zaak
betrokken was, maar niettemin prijst men
zich gelukkig, in het belang van den
vrede, dat een gevaarlijke conflictstof zoo
snel kon worden terzijde gelegd. In deze
kringen wordt opnieuw gewezen op de
langzame methode der collec'ieve veilig
heid en de snelle wijze waarop moeilijk
heden kunnen worden opgelost door mid
del van rechtstreeksche onderhandelingen.
Een Russische persstem.
Met betrekking tot de omstandigheid,
dat ittauen het Poolsche ultimatum heeft
aangenomen schrijft de Prawda o.m.: het
gj.at niet om de instelling van diplomatie
ke berekeningen tusschen Litauen en
Polen, maar om de methoden en middelen,
met behulp waarvan Polen met geweld,
met het dreigement van militaire bezetting
Litauen diplomatieke betrekkingen op-
drongt. Met dergelijke klaarblijkelijke
„Hitleriaansche" methoden dringt de heer
Beek aan Litauen betrekkingen van „goe-
het Duitsche fascisme, dat met de hulp van
de nabuurschap" op door navolging van
banjonetten de onafhankelijkheid van
Oostenrijk vernietigde. Litauen heeft toe
gegeven, maar daarmede is de kwestie van
verdere plannen der Poolsche aanvallers
geenszins uit de wereld. Het blijkt, dat
Beek geenszins heeft afgezien van de uit
voering der Berlijnsche plannen, die nog
steeds de bedreiging Oost-Europa in brand
te steken, in zich sluiten.
Hij rechtvaardigt zijn aftreden.
De Fransche minister van staat Chautemps
heeft gister te Blois een redevoering gehou
den, waarin hij o.a. zeide: „De meest fan
tastische geruchten zijn in omloop geweest
over den oorsprong van de jongste kabi
netscrisis. Men beweerde, dat ik, wetende
dat een Hitler-putsch in Oostenrijk voor
de deur stond, afstand heb gedaan van de
macht om de zware verantwoordelijkheden
te ontgaan.
Een dergelijke veronderstelling is belee-
digend en in strijd met onweerlegbare fei
ten. Ik heb niets geweten van een beslis
sing van bondskanselier Schuschnigg aleer
deze openbaar werd gemaakt. Wel verre
van mij te dwingen mij terug te trekken,
zouden deze buitenlandsche gebeurtenissen,
indien ik ze had gekend, mij er juist toe
hebben gebracht op mijn post te blijven. Ik
zou dan de financieele ongerustheid, die mij
toen zooveel zorgen baarde, op het tweede
plan hebben geplaatst. Ik trad af, omdat
een fractie, welke ik noodig had voor de
meerderheid, mij haar medewerking wei
gerde".
Chautemps betreurde, dat men nog niet
de noodzakelijkheid heeft begrepen het
werk van het financieele herstel voort te
te zetten en hij besloot met een beroep op
alle partijen, opdat de samenstelling van
een regeering van nationale eenheid moge
lijk worde.
Aan het Tientsin-Poekau-front is het tot
een nieuwen grooten slag gekomen. De
Japansche troepen willen Hsoetsjaufoe be
reiken. Aan beide zijden strijden minstens
15.000 man, terwijl voortdurend verster
kingen aankomen. De Chineesche troepen
bieden krachtigen tegenstand. ?jj beschik
ken over tanks en zwaar geschut. Uit het
feit, dat de Japanneezen toegeven de laatste
24 uur slechts zeven kilometer te zijn ge
vorderd, schijnt men te mogen opmaken,
dat de Chineezen in staat zijn voor het
oogenblik stand te houden.
Japanneezen bombardeeren Duitsche
missie.
Te Lingyi gevestigde Duitsche missie
heeft de Duitsche ambassade te Hankau
telegrafisch doen weten, dat zij op 19 Maart
in den loop van den morgen door Japansche
vliegtuigen is gebombardeerd. De neerge
worpen bommen vernielden de kerk en de
omliggende gebouwen. Men telt vier doo-
den Chineezen en dertien gewonden. De
slachtoffers bevonden zich binnen de om
heining der missie. In het aan de ambassade
gerichte telegram wordt de nadruk gelegd
op het feit, dat de Duitsche kleuren op alle
daken waren aangebracht op de meest op
vallende wijze en dat, toen de apansc
toestellen hun bommen neerwierpen het
zicht voortreffelijk was.