VORS"
COBRA
Radioptogramme
^Binnenland
!huilteton
HEILOO
Billijke stallingstarieven
de H.V. Nassau Garage.
TWEEDE BLAD.
Belastingverhooging onafwendbaar,
De vacature-P. van 't Veer vervuld
De raadsvergadering van gisteravond
duurde slechts kort, maar de belangrijk
heid ervan was daarmee onevenredig
groot. Twee belangrijke punten stonden
op de agenda: a. installatie van den heer
J. Rus Cz., b. wijziging van belastingver
ordeningen (dit beteekende een belang
rijke verhooging).
De heer Schuijt was afwezig.
Als eerste punt stelde de voorzitter,
jhr. N. van Foreest, aan de orde de instal
latie van den heer J. Rus Czn., ter vervul
ling van de vacature-van 't Veer.
Na voorlezing van het eedsformulier door
den secretaris, den heer Bruul, door alle
leden staande aangehoord, legde de heer
Rus de eeden af, waarna de voorzitter
hem welkom heette in de vroedschap en ge
luk wenschte met zijn benoeming. Hij wees
erop, dat het raadslidmaatschap geen ge
makkelijke taak is, vooral niet in de laatste
paar jaren, nu de alom heerschende toestan
den van de gemeenteraden besluiten eischen
vooral op financieel gebied, welke groot
verantwoordelijkheidsgevoel vorderen. Spr.
nam aan, dat de heer Rus zeker weieens van
meening zal verschillen met andere raads
leden, maar desondanks zal hij, naar de bur
gemeester hoopte, steeds meewerken om de
goede verhouding in den gemeenteraad te
bewaren, een verhouding welke welhaast
traditie is geworden in de gemeente. Werk
mee om die te laten blijven bestaan, zei
spr., het komt de gemeente ten goede.
De heer Rus was zich volkomen bewust
van de moeilijkheden, waarvoor door de
tijdsomstandigheden de gemeentebesturen
werden en worden geplaatst, tengevolge
waarvan meermalen besluiten moesten wor
den genomen, welke voor bepaalde groepen
der bevolking onaangenaam moesten zijn.
Voor zoover zijn bescheiden krachten zou
den toelaten, hoopte spr. mee te werken in
het belang der gemeente.
Ingekomen stukken
Ingekomen waren van Ged. Staten:
goedkeuring van de gemeenterekening voor
1935 en b. idem het raadsbesluit tot het aan
gaan van een geldleening.
Voorts waren nog dankbetuigingen inge
komen voor benoemingen tot leden van het
burgerlijk armbestuur. Al deze stukken wer
den voor kennisgeving aangenomen.
Aanbieding gemeentebegrooting
voor 1938.
De voorzitter bood ^len raad de ge
meentebegrooting voor 1938 aan, voor de
late indiening waarvan, naar hij opmerkte
B. en W. geen blaam treft, want, zei hij,
vóór wij die opmaakten, moesten wij weten
of we bij den regeeringssteun zouden moeten
komen en op welke wijze dat eventueel zou
gebeuren, en dit nam geruimen tijd in be
slag. Bovendien moest de begrooting vóór
behandeling in den gemeenteraad, aan Ged.
Staten ter onderzoek worden aangeboden,
van welk college we haar nu met eenige be
merkingen hebben terugontvangen.
Over de begrooting zelve merkte spr. op,
dat met ingang van dit jaar een voor de
financiën der gemeente zeer belangrijk punt
op andere wijze dan tot dusver geschiedde,
moet worden geregeld. Met name werd tot
en met 1937 in de zorg voor de werkloozen
voorzien door het uitvoeren van nuttige
werken, voortaan zal in hoofdzaak steun
moeten worden uitbetaald. Deze wijziging
beheerscht voor een niet gering deel de
maatregelen die ten opzichte dezer begroo
ting zullen dienen te worden genomen.
Daar komt nog bij, dat in dit jaar moet wor
den gedekt het belangrijk nadeelig saldo der
rekening over 1936, dat voor een groot deel
ook alweer veroorzaakt is, omdat wegens
het ontbreken van een werkobject, geduren
de enkele maanden steun aan de werkloo
zen moest worden uitbetaald, terwijl ar
menzorg en verpleging van armlastige
krankzinnigen groote bedragen vorderden.
Spr. constateerde, dat de bijzondere tijds
omstandigheden de moeilijkheden voor de
arbeiders e.a. hebben veroorzaakt, dat het
gemeentebestuur door de wet verplicht
is voor werkloozen en armlastigen te zorgen
en niemand er dus aan het gemeentebestuur
een verwijt van kan maken, dat daardoor
zulke zware offers aan de gemeentefinanciën
moesten en moeten worden gesteld. Toen
de werkloosheid gaandeweg een omvang had
aangenomen, dat de bestrijding daarvan met
buitengewone middelen diende te geschie
den, werd het aanleggen van den Kanaalweg
als eerste werkobject ter hand genomen,
welk object werd gevolgd door het aanleg
gen van den Zeeweg met plantsoenstrooken
en daarna door het aanleggen van de riolee-
ring.
Ten einde eenig denkbeeld te geven wat
deze werken voor de arbeiders hebben be-
teekend, wees spr. erop, dat in 1934 aan ar-
beidsloonen aan werkloozen is uitbetaald
37872, in 1935 76109, in 1936 82721 en in
1937 79018.
In- die jaren werd wegens steun aan werk
loozen betaald resp. 3657, 1881, 18658
en 2867.
De uitgaven voor armenzorg vorderden
ook belangrijke bedragen. Op de begrooting
van 1927 komt als subsidie aan het Burger
lijk Armbestuur voor 4400. In 1934 en
1935 bedroeg die subsidie 23000, in 1936
30500 en in 1937 evenveel. Verpleging van
armlastige krankzinnigen vorderde in 1934
3318, in 1935 5186, in 1936 6722 en in
1937 eveneens ruim 6700.
Een gevolg van de buitengewone tijdsom
standigheden was voorts de stichting van
het werkloosheidssubsidiefonds, waarin
krachtens een in het leven geroepen wet
aan de gemeenten belangrijke sommen wer
den onttrokken; dat bedrag kan voor deze
gemeente naar den toestand ultimo 1937 op
ongeveer 30.000 worden geraamd. Ook dit
bedrag gevolg van een maatregel waaraan
het beleid van het gemeentebestuur geheel
vreemd was is door belastingverhooging
gedekt moeten worden.
Bij het nemen van de maatregelen ter be
strijding van de werkloosheid zat de bedoe
ling voor om de belastingen in deze tijden,
die ook voor de belastingplichtigen in het
algemeen zulke groote moeilijkheden ople
veren, zoo dragelijk mogelijk te houden en
daarnaast de belangen van de werkloozen
niet uit het oog te verliezen. Zoowel het een
als het ander is bereikt. Voor de werkloozen
kon behoorlijk gezorgd worden en de belas
tingen waren hier lager dan in omliggende
gemeenten in wijden kring.
Aan dezen toestand zal thans een einde
komen; belangrijke werken die om uitvoe
ring vragen, zijn niet aan te wijzen en er
kan niet worden voortgegaan met het ver-
hoogen van den schuldenlast. In de zorg voor
werkloozen moet daarom worden voorzien
door het betalen van steun. Het gedeelte van
het geraamd bedrag, dat als steun zal moe
ten worden uitbetaald en dat niet uit het
werkloosheidssubsidiefonds terug zal worden
verkregen, bedraagt ongeveer 25000. Die
som moet rechtstreeks uit de gewone mid'
delen de belastingen dus worden ge>
dekt.
Ten slotte kwam de opzegging van het
stroomleveringscontract de moeilijkheden
nog verzwaren. Wel werd door het treffen
van een dading de stopzetting van de
stroomlevering per 1 Januari 1938 voorko
men, doch niet dan door een verhooging
van de kosten van stroominkoop met onge
veer 10.000, welk bedrag aan de gewone
middelen der gemeente werd onttrokken.
Eindelijk veroorzaakt een rijksmaatregel
een verhooging van de bijdrage in de kosten
van de Rijks H.B.S. van ongeveer 2000.
Hoewel de belastingen ook hier zullen
moeten worden opgevoerd tot de hoogte, die
elders reeds eenige jaren was bereikt en
hoewel op de begrooting voor 1938 vrij
sterke bezuinigingen moeten worden toege
past, blijft de gemeente nog buiten extra
hulp van het Rijk en bestaat er reden om aan
te nemen, dat de bezuinigingen niet in zulk
een omvang toegepast behoeven te worden
als in z.g. gesaneerde gemeenten het ge
val is.
B. en W. ontveinzen zich niet, dat de
financiën nog voortdurend met de uiterste
soberheid beheerd moeten worden, dat, waar
mogelijk, bezuiniging dringend geboden is
en alles er op gericht moet zijn, om zoodra
mogelijk verlaging van belastingdruk te ver
krijgen.
Spr. prees zich gelukkig, dat, ondanks alle
moeilijkheden, verschillende belangrijke za
ken gered konden worden, zooals enkele
posten in het belang van het lager onder
wijs, gezinsverpleging en Wit-Gele Kruis.
B. en W. hebben, zoo eindigde spr., getracht
niet geheel afbrekend te werken.
Ten slotte stelde spr. voor om de begroo
ting door den heelen raad (behalve de wet
houders) als één commissie te doen onder-
zoeken, op welker eventueele bemerkingen
B. en W. dan een memorie van antwoord
zullen geven. Spr. hoopte, dat de begrooting
spoedig in den raad behandeld zal kunnen
worden.
Overeenkomstig het voorstel werd beslo
ten.
Belastingverhooging.
Hierop kwam aan de orde het voorstel
van B. en W. tot wijziging van belasting
verordeningen. De voorzitter lichtte
het toe met te zeggen, dat, hoewel op de be
grooting voor 1938 reeds verschillende vry
ver gaande bezuinigingen zijn toegepast, het
onvermijdelijk is gebleken om de belastin
gen te verhoogen. De opcenten op de perso-
neele belasting dienen op 200 te worden be
paald, ten aanzien van de gemeente-fonds
belasting dient de gemeente te worden ge
rangschikt in de derde klasse en voorts die
nen de opcenten te worden bepaald op 75.
De voor deze wijzigingen noodige ontwer
pen van verordeningen werden ter vaststel
ling aangeboden.
De heer Keesman vroeg of het niet
mogelijk was deze belastingvoorstellen te
verdagen tot de volgende vergadering, als
de behandeling der begrooting aan de orde
komt.
De voorzitter antwoordde ontken
nend, want de voorstellen hadden in
Januari al moeten zijn behandeld, maar
toen was van den inspecteur toestemming
gekregen tot verdaging, mits de behandeling
zou geschieden vóór 1 April (eerst was ge
zegd vóór Maart, maar toen was weer uit
stel gegeven, omdat de begrooting nog niet
terug was van Ged. Staten.) Vandaar dat
deze vergadering nu moest worden gehou
den. De concept-begrooting had ter visie ge
legen. De raadsleden konden dus weten,
welke uitgaven noodig zijn. Spr. meende
daarom, dat verder uitstel van de belasting
voorstellen niet noodig was.
Den heer G r e e u w speet het, dat de op
centen op de personeele belasting zoo hoog
moesten worden opgevoerd, de belasting is
al zoo hoog, dat er ontevredenheid over be
staat. Wij zijn bij deze hooge belasting wel
verplicht ook wat te doen b.v. aan de weger,
en moeten in de eerste plaats zorgen, dat
onze gemeente bewoonbaar blijft. Bezuini
ging is goed, maar zij mag niet zoo zijn, dat
de gevolgen funest zullen kunnen zijn voor
de gemeente.
De voorzitter vreesde niet, dat Ged
Staten uitstel zullen eischen van wat beslist
noodzakelijk is zij vragen dat niet van
de gesaneerde gemeenten, dus zeker niet van
ons. Wij houden nog wel vrijheid te doen
wat noodig is, maar iets wat naar luxe
zweemt, kunnen we ons niet meer permit-
teeren. Wij moeten ons voornemen onze
rekening over 1938 sluitend te krijgen; ge
lukt dat niet, dan zal de begrooting haast
niet in elkaar zijn te zettfp.
De heer Kamer n)«hide, dat den raad
niet anders overblijft dan het voorstel te
aanvaarden.
De heer S e n g e r s vond het van groot
belang om aan te sturen op een verlaging
van lasten.
De voorzitter beaamde dit en zei.
dat B. en W. niets aangenamer zou zijn dan
dat; hij hoopte, dat men zou kunnen komen
tot een verlaging met 10 pet., dan zou hij
dat al heel mooi vinden.
Intusschen mag men niet al te pessimis
tisch zijn, want in de omliggende gemeenten
zit men al een paar jaar in hetzelfde schuit
je. Men moet niet denken, dat de schuld
ligt aan ontoelaatbare royaliteit van vorige
colleges; het is nu eenmaal zoo, dat werk-
loozensteun en armenzorg groote uitgaven
vragen.
Het voorstel werd hiervoor zonder stem
ming goedgekeurd.
Kasgeldleening van 40.000.
De voorzit ter wees er op, dat het
noodig is wat ruimer kasgeld te krijgen. Op
het oogenblik is daarin nog goedkoop te
voorzien en daarom stelden B. en W. voor
de kasgeldleening te verhoogen met 40.000.
tenzij het Rijk spoedig komt met de uitkee-
ring.
Werd z.h.s. goedgekeurd.
De openbare vergadering werd hierna
gesloten.
Zaterdag 26 Maart.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(VARA-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— VP-
RO-morgenwijding. 10.20 Uitz. voor
Arb. in de Continubedr. 12.
Gr.pl. 12.451.45 VARA-orkest.
2.— Filmpr. 2.15 Gr.pl. 2.45 Orgel
spel. 3.15 Schaakles. 3.30 Utr. Sted.
Orkest (gr.opn.) 4.45 Tooneelcause-
rie. 5.10 Zang en piano. 5.40 Lit.
causerie. 6.—Orgelspel. 6.30Friesch
halfuur. 7.Filmland. (7.30 VPRO:
Bybelvertelliygen). 8.Herh. SOS-
en 8.03 ANP-ber., VARA-Varia.
8.15 Hullebroeck-progr. 8.45 Gr.pl.
9.15 En nuOké. 10.30 ANP-
ber. 10.35 Mededeelingen. 10.40
Gr.pl. 11.15 Solistenconcert. 11.45
—12.Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.Gr.pl. 11.30 Godsd.
halfuur. 12.Ber. 12.15 De KRO-
melodisten mmv. solist en gr.pl.
2.Voor de rypere jeugd. 2.30
KRO-orkest. 3.— Kinderuurtje. 4.—
Gr.pl. 4.15 KRO-orkest. 5.05 Gr.pl.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15
Gr.pl. 6.20 Journ. weekoverzicht.
6.45 Gr.pl. 7.— Ber. 7.15 Concur
reer maar eerlijk, causerie. 7.35
Act. aetherflitsen. 8.ANP-ber.,
mededeelingen. 8.15 Overpeinzing
met muz. omlijsting. 8.35 Gr.pl. 8.50
De KRO-melodisten mmv. solist.
9.30 Gr.pl. 9.40 De snoek, opera.
10.30 ANP-ber. 10.40 Filmpr. 10.55
12.Gramofoonplaten.
DROITWIUH, 1500 M. 11.20 Gr.pl.
12.05 Orgelspel. 12.35 Gr.pl. 1.20
Het New Coventry Hippodrome
Orchestra. 2.20 Het Leslie Bridge-
water Harpkwintet. 3.05 Gr.pl. 3.20
Het Bronkhurst»Trio. 3.50 Sportrep.
4.35Gr.pl. 5.Radiotooneel. 5.20
Jay Wilbur en zijn Band. 6.20 Ber.
6.50 Sportpr. 7.05 Sportrep. 7.20 De
Luton Band. 7.50 Radiojournaal.
8.20 BBC-Variété-orkest en solis
tenen. 9.20 Ber. 9.40 Amerikaansch
overzicht. 9.55 BBC-Theaterorkest,
BBC-koor en solisten. 11.Deel.
11.20 J. Harris en zijn Band. 11.50
Orgelspel. 12.1012.20 Ber.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8.55—
10.05 en 10.35 Gr.pl. 12.20 Piano-
voordr. 12.35 Bailly-orkest. (1.50
Zang). 3.20. 4.05 en 8.35 Zang. 8.50
Radiotooneel. 9.30 Variété-progr.
10.25 Symph.-concert. 11.20—1.20 J.
Bouillon's dansorkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 H. Kallies'
orkest. 7.50 Landesorkest Danzig.
8.50 Pianovoordr. 11.20 Omroep-
kleinorkest. 1.30 Gev. concert. 3.20
Omroep-Am.-orkest, militair orkest
en solisten. 5.30 Pianovoordr. 5.40
Mannenkoorconcert. 6.30 Robert
Gaden's orkest. 7.30 Am.-rep. 9.50
12.20 W. Glahe en Erich Schneide-
wind met hun orkesten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepklein-
orkest. 1.50 Gr.pl. 4.20 Van Thuyne-
Trio. 5.20 Omroepsalonorkest. 6.35
Gr.pl. 7.20 Vioolvoordr. 8.20 Caba-
retprogr. 9.20 Omroepsymphonie-
orkest. 10.50 Frank Temmerman'*
orkest. 11.50—12.20 Gr.pl. 484 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest.
1.50 Gr.pl. 3.20 Choura Kouznet-
zoffs orkest. 3.50 Zang. 4.05 Verv.
concert. 4.35 Blondel-kwartet. 4.50
Zang. 5.05 Vervolg kwartetconcert.
5.35 Omroeporkest. 6.35 Omroep-
salonorkest. 7.35 Gr.pl. 8.10 Boris
Godounow, opera. Hierna tot 12.20
Dansmuziek (gr.pl.)
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Vroolijk Weekeind-progr. 9.20
Bèr. 9.50 Trioconcert. 10.05 Ber.
10.2012.15 Hamburger Omroep-
dansorkest, mannenkwartet en so
listen.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R.
9.20—10.05, iadio PTT Nord 10.05
—10.35, Parijs R. 10.35—11.05,
Lond. Reg. 11.0513.05, Brussel VL
13.0515.20, Keulen 15.20—17.20,
Brussel VI. 17.2017.50, Brussel
Fr. 17.50—18.20, Keulen 18.20
21.20, Brussel VI. 21.20—22.30, Keu
len 22.30—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Droitwich
10.35—15.20, Lond. Reg. 15.20
16.20, Radio PTT Nord 16.20—17.20,
Droitwich 17.2021.40, Lond. Reg.
21.4021.55. Droitwich 21.5523.
Lond. Reg. 23.23.20, Droitwich
23.20—24.—.
Lijn 5: Diversen.
©C-OOOGOO0
SCHADUW OVER DE JAARBEURS.
De heer Graadt van Roggen over de
Oostenrijksche gebeurtenis.
De 38ste Koninklijke Nederlandsche Jaar
beurs, die gistermiddag gesloten is, heeft
zich mogen verheugen in een grootere be
langstelling dan bij vorige jaarbeurzen het
geval was. Als de ter beurze tot stand geko
men transacties niet evenredig zijn aan deze
belangstelling, moet dat geweten worden
aan de spanning en onzekerheid, die door de
internationale politieke gebeurtenissen hun
schaduw op het zakenleven in ons land is
geworpen.
Aldus vatte de heer W. Graadt van Rog
gen, de actieve secretaris-generaal en bezie
lende leider van het Nederlandsche Jaar
beurs-instituut, zijn indrukken samen van
de beurs, die thans weer achter ons ligt. Het
aantal deelnemers was grooter dan ooit en
het aantal bezoekers is sedert de vorige maal
met 33 procent gestegen. Deze toeneming is
ongetwijfeld gunstig beïnvloed door het
prachtige voorjaarsweer, dat gedurende de
laatste tien dagen in ons land heeft ge-
heerscht, en houdt ook verband met de groo
te belangstelling, die bleek te bestaan voor
de televisie-demonstraties, die Philips op de
Jaarbeurs gaf, en waarvoor personen naar
Utrecht zyn gekomen die anders stellig de
Jaarbeurs niet zouden bezoeken.
Dat er op deze beurs niet veel gekocht is,
behoudens dan de loopende zaken en die ar
tikelen, die de afnemers direct noodig had
den, werd veroorzaakt door de onzekerheid,
die de internationale toestand bij iedereen
heeft gewekt. In het algemeen was de stem
ming niet slecht en vele bezoekers verklaar
den dat zij wel zouden willen koopen indien
zij maar zekerheid omtrent de toekomst
hadden. De heer Graadt van Roggen had
dan ook den indruk, dat deze Jaarbeurs
voor het zakenleven een belangrijke nawer
king zou hebben omdat velen, die op deze
beurs nog geen definitieve orders hebben
gegeven, over eenigen tijd waarschijnlijk
toch wel zullen besluiten tot aankoop van
de artikelen en machines, die zij thans te
Utrecht hebben gezien. Men merkte het
reeds in de tweede week van de beurs, toen
de groote spanning, welke gedurende de
eerste week onder andere was gewekt door
het dreigende conflict tusschen Polen en Lit-
tauen, eenigszins was geweken en de zaken
minder ongunstig waren dan de eerste week.
Vooral de afgeloopen Dinsdag en Woensdag
toonden een aanzienlijke verbetering.
De enorrtie belangstelling voor de televi
sie-demonstraties had men eigenlijk r.iet
voorzien. Naar voorloopige schatting hebben
meer dan 36.000 personen deze demonstra
ties bijgewoond, waarvoor zij soms een half
uur of langer in de rij moesten wachten. Op
geen enkele buitenlandsche tentoonstelling
heeft Philips tot nog toe gelegenheid gekre
gen zijn televisie-apparaten te demonstree-
ren, zoodat de raad van beheer van de Jaar
beurs op het verzoek, dit op deze Jaarbeurs
te mogen doen, goedkeurend heeft beschikt.
De nieuwe hal die voornamelijk voor het
exposeeren van machines bedoeld is, heeft
uitstekend voldaan en bleek in een groote
behoefte te voorzien.
Een groot ongerief, waar echter exposan
ten en bezoekers geen last van hebben, is
het steeds nijpender gebrek aan ruimte in
het administratiegebouw. Het oude houten
gebouwtje aan het Vreeburg, dat zulk een
Door
MARK CHANNING
Ned. bewerking
'door MAR1E
jDE BELMONTE
11)
Nog een beetje duizelig kwam ze over
eind en wierp haar deken weg. Haar groote
oogen doorzochten de duisternis. Voor haar
verhief zich een donkere bergketen, om
huld door een purperen nachtmantel. Er
gens achter haar vlamde een vuur: hoog
boven op een heuvel, waar een felle wind
woei, praatten twee mannen in berg-dia-
lect.
Huiverend trok ze de deken, al rook deze
ook nog zoo vies, weer over zich heen. In
haar dunne nachtjapon, haar eenig klee-
dingstuk, had ze 't koud. Dit gebaar deed
haar denken aan majoor Colin Gray, die
nauwelijks een paar uur geleden haar een
zijden sjaal om de schouders had gehan
gen. De onbeduidendste herinnering wordt
belangrijk en niet gauw vergeten, indien ze
op liefde betrekking heeft, doch er is geen
schrijnender leed, dan de herinnering aan
een voorbij geluk.
Met het hoofd in de handen dwong ze
zich tot nadenken. Ze kreeg een hevig ver
langen, om te vluchten. Vluchten tot eiken
prys. Zich van dien heuvel afwerpen en
dan hollen door de duisternis, zoo hard ze
kon naar de zalige vrijheid. Ze verwierp
het plan als onuitvoerbaar: ze had geen
schoenen. Gesteld, dat ze het klaarspeelde
weg te komen zonder door een kogel ge
raakt te worden, dan zouden die scherpe
leirotsen gauw haar bloote voeten hebben
opengereten. Ze zou vallen en tegen den
morgen door haar vervolgers gevonden
worden.
Diana Lindsay dacht en dacht, haar han
den gevouwen om de smalle knieën, terwijl
langzaam lauwe tranen neervielen.
Opeens werd haar eenzaamheid overwel
digd door de Verschrikking in eigen per
soon. Zware stappen klonken op den rots-
odem en Alam Khan de Cobra verscheen.
Zyn hooge gestalte, die, afgeteekend tegen
den nachtelijken hemel, nog imponeerender
scheen, gaf haar, terwijl hij brutaal op haar
neerzag, het gevoel van totale willoosheid,
de willoosheid van een konijn in tegen
woordigheid van een slang. Haar persoon
lijkheid, haar ondernemingsgeest weken op
den achtergrond voor de drukkende boos
aardigheid, die van hem uitging; veront
waardiging en angst werden zelfs uit haar
ziel verdreven, waarin niets overbleef dan
een afschuwelijk gevoel van slaafschheid;
niettemin, hoe wanhopig de toestand ook
scheen, ze wist, dat ze dit het hoofd moest
bieden, anders zou ze verloren zijn.
„Kun je paardrijden?" donderde de bas
stem, die kortgeleden thuis door haar
kleedkamer had gedreund.
Zij knikte toestemmend, niet by machte
een woord te uiten in het inlandsche dia
lect. Het leek vreemd, maar 't was minder
vrees voor eigen lot, die haar als verlamde,
dan angst steeds verder van haar vader
verwijderd te worden. Nooit was de ge
dachte aan Sir John sterker geweest, dan
nu.
„Goed", zei Alam Khan. „Dan gaan we
over vijf minuten weg. Sta op!"
„Ik heb geen kleeren", antwoordde ze,
met haar neus in den wind, niettegen
staande haar innerlijke ellende. Diep in
haar wezen kwam haar geheele vrouwzijn
in opstand tegen de begeerte, welke ze las
in de wreede oogen, die vlamden als twee
vuren.
„Die zul je hebben".
Zich omkeerend, schreeuwde hij 'n bevel
Even kwam de onzinnige gedachte by haar
op, den dolk, dien hy in zijn gordel droeg,
weg te rukken en zich op hem te werpen,
doch de tegenstand zou vruchteloos zijn en
haar een oogenblikkelijken dood kosten.
Was er dan nergens uitkomst? Ze wist niet
waar.
Wel een minuut lang bleef Alam Khan
Diana met zijn oogen verslinden, terwijl zfj
in stilte bad om redding, op welke wyze
dan ook.
Een jonge bergbewoner, een knappe man,
het bovenlijf bloot, kwam nader over den
ongelijken weg, die onder zijn voeten af
brokkelde en wierp een hoopje kleeren
voor het jonge meisje neer.
„Trek deze aan", beval norsch de Cobra.
Zij aarzelde.
„Indien je je ooren voor niets hebt snijd
ik ze af", snauwde hij, het heft van een
langen dolk in zilveren scheede heen en
weer slingerend. Verblind door tranen, stak
ze een bevende hand uit en trok de kleeren
naar zich toe.
„Gauw een beetje", knarste hij, anders
ga je maar ongekleed te paard.
Hy bleef er bij staan, terwijl zij ze aan
trok.
Ge zijt niet zonder vrienden. De bemoe
digende woorden van de lange gestalte in
het wit waren waar, zei Diana in zich zelf.
Ze had vrienden. Ze was de dochter van
den Britschen resident in Yanistan; haar
vader zou naar den Mir gaan, die hulptroe
pen zou zenden. Of wel, majoor Colin
Gray zou komen opdagen. Daar was ze ze
ker van. En ze wist ook, dat ze niet de sla
vin was van dezen man. En in het ergste
geval bleef haar altijd de dood. De strijd-
lustigen aard van haar vader kwam weer
boven. In vlot Yanisch slingerde ze Alam
Khan den Cobra, woorden van diepe ver
achting toe, afgewisseld door bijtenden
spot en bedreigingen van afschuwelijke
straf.
De Cobra bleef onbewogen en stom. Hij
bediende zich van stilzwijgendheid als het
doeltreffendste wapen tegen een verschrik
te vrouw.
„Lafaard", spotte ze, ofschoon haar stem
beefde. „Je durft me niet te antwoorden".
Haar moed maakte plaats voor doods
angst toen hij repliceerde:
„In mijn harem, waarheen ik je voer,
zullen mijn andere vrouwen je wel ant
woorden. Op elke andere Men-Sahib dan
jij zou ik zelfs mijn dolk niet willen af-
vegen, want hij is van goede harding".
Hij spuwde werktuigelijk.
„Maar jjj bent onder je gelijken een
vorstin en jij bevalt me".
Zijn grof accent joeg haar minder angst
aan dan de blik uit zijn oogen.
„Je bent een beest", riep ze met kleur-
looze lippen, „en krankzinnig er bij".
Hij trad een stap nader.
„Indien het krankzinnig is een vrouw
te begeeren, dan ben ik het vast en zeker",
zei hy, met zijn vingers door zijn baard
woelend, ,,'t Is een groote eer om te trou
wen met een berghoofd. Mijn vrouwen zijn
dol op me".
Als voor een melaatsche, die zich aan
haar vastklemde, deinsde de fantasie van
Diana terug voor de voorstelling, welke
deze woorden opriepen. Woede en angst
maakten zich van haar meester. Indien ze
er in slaagde hem héél, héél boos te ma
ken, zou hy haar mogelijk dooden. Dan
zou ze gered zijnDoch aan den anderen
kant, indien ze zijn woede opwekte, zonder
dat hy haar dooddeZij rilde.
„Een blanke trouwt alleen met den man
van wien zij houdt", zei ze met onvaste
stem.
„Nu, van mij houden zul je zeker", lachte
spottend Alam Khan.
„Ik zal nooit van iemand houden, die
niet getoond heeft, dat ik hem meer waard
ben dan zijn eigen leven".
De luide lach van den Cobra galmde
tusschen de sombere heuvels, in de steile
ravijnen honderden spottende echo's op
roepend.
„Uit vrees je anders stom te maken"
de Cobra betastte zijn dolk „ga naar
beneden, naar de paarden toe".
Met opzet deed hij uitkomen haar te
tutoiëeren.
(Wordt vervolgd).