HP iP' IMP W JPf, lp VOOR ONZE KINDEREN. De man met de molentjes RAADSELS. HOE EEN KORAALEILAND UIT DE ZEE GROEIT. RUGGEG RAAT EEN WERPSPELLETJE. Wonderlijke contrasten in het dierenrijk. Verhaaltjes van kinderen voor kinderen. DERDE BLAD. De van elk goed reclame-plan COURANTENRECLAME T)amtu&ciek Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1533. Stand. Zw. 7 sch. op: 7, 8, 17, 18, 20, 23, 24 en dam op 12. W^7 sch. op: 26, 27, 29, 31/34 en dam op 36. Oplossing. 1. 27—22 i, 1730 2. 2621 2. 12 28 3. 36 19 en wit wint, hoe zwart ook slaat. Combinaties. In de volgende positie: Zw. 9 sch. op: 6, 8, 11, 15, 19, 24, 29, 30, 34. W. 9 sch. op: 17, 22, 33, 38, 40, 43, 45, 48, 49. speelde wit 3328, waarop zwart liet vol gen 1520? Maar nu combineerde wit verder aldus: 17—12 8 17 38—33 29 - 38 40 29 24 33 28 39 17 28 43 34! Winst voor wit. In den stand, die men hieronder aantreft: Zw. 15 sch. op: 1, 5/9, 13, 14, 16/19, 23 24 29 W. 15 sch. op: 25, 26, 27, 33, 35/40, 42/45, 50. wint wit door de volgende combinatie: 1. -26—21 1. 17 26 2. 37—31 2. 26 48 3. 27—21 3. 16 27 4. 33—28 4. 23 32 5. 39—34 5. 48 30 6. 25 3 6. 32:43 7. 44—39 7. 43 :34 8. 40 :20 8. 1425 9. 33: 2! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1534 van G. Mantel Jr., Hengelo. wfa v Ti ma üi w>- '///fflb Vtk 'mêwim Zw. 12 sch. op: 3, 7, 9, 10, 12, 13, 19, 20, 3W.412 sch°op 16, 22, 27, 28, 33, 35, 37, 38, 39, 43, 47, 49. In onze volgende rubriek geven w ij de oplossing. JUizdecukiek Onze Derde Maart-Opgave. Woorden tusschenvoegen. De volledige oplossing van deze puzzle volgt hieronder: 1. Stop Naald boom 2. dop Erwten bloesem 3. zee Water plas 4. gas Fornuis deksel 5. lepel Oor log 6 dag Uur dienst 7. voor Naam lijst 8. kerk Dak pan 9. eet Lepel kost 10 erts Ader lating 11- brand Netel roos 12. hof Dame pion door MAJA VAN HEYMEN. Het was Zaterdagmiddag. Een mooie zon nige middag, waarop alle kinderen vrij hadden van school. Fijn was het nu om buiten te spelen, dadelijk na het eten kwamen ze op straat en die hele verdere middag bleven ze buiten. De jongens voet balden een beetje op het grasveld aan het eind van de straat, of ze speelden krijgertje en dan deden de meisjes ook wel mee. An ders deden de meisjes verstoppertje of ze speelden moedertje in een van de por tieken. Opeens, daar kwamen ze van alle kanten aanlopen, op een draf holden de jongens de srtaat in, de meisjes lieten hun hele huis houding in de steek en liepen ook de straat op. Want wat kwam daar aan? Een man met een hondenkar. Een grote hond trok ervoor, de man liep ernaast en er op erop ston den allemaal leuke kleurige molentjes, die draaiden in de wind. Achter op de kar lagen zakken, maar voorop stond de hele bos vrolijke molentjes. Wat een aardig gezicht! Alle kinderen zouden wel graag zó'n molen tje willen hebben. Ze drongen om de kar heen, die de man nu liet stil staan. De hond had het zeker warm, hij ging dadelijk op de grond liggen en hijgde met de tong uit zijn bek. Wat zouden die molentjes wel kosten? Als ze er eens een mochten kopen! Maar ze durfden niets te vragen, want ze wisten wel dat vader en moeder niet gauw geld uit gaven, voor zulke dingen. „Vinden jullie ze mooi?" vroeg de man. Alle hoofdjes knikten. „Zouden jullie er graag een hebben?" „Ja!" riepen de stem metjes. „Nou", begon de man weer, „als jullie nou allemaal gauw naar huis gaan, en aan je moeder vraagt om zoveel mogelijk oude rommel, kleren, flessen en zo, en dat aan mij brengt, dan krijg je zo'n molentje". Nu, dat konden ze wel gaan vragen. Ze holden weg. Het duurde maar een kwar tiertje, daar gingen al een paar deuren open en er kwamen jongens en meisjes uit met zakken oude kleren, kranten, flessen en die aardige man keek helemaal niet wie het meest en wie het minst bracht. Al wie met een bundeltje aan kwam dragen, kreeg een molentje en mocht zelf kiezen welke kleur hij wou hebben. Keesje was maar niet naar huis gegaan. Moeder was ziek en lag op bed, dus die kon niets op gaan zoeken. En bovendien wist Keesje wel, dat er maar heel weinig „rom mel" in huis was bij hen. Moeder zei altijd: „We kunnen alles veel te goed gebruiken om het weg te gooien", want ze moest heel zuinig zijn en zelf maakte ze altijd de kleertjes voor Kees en Zusje en verstelde ze weer met andere lappen. Keesje bleef maar buiten en ging niets vragen. Hij keek eens naar de hond, die nog steeds lag te hijgen. Hij aaide hem over de grote kop. „Heb je dorst, lobbes?" vroeg hij. ,,'t Is ook warm, hè?" En toen ging Keesje toch in huis. Maar hij kwam terug met een bakje met water en dat zette hij bij de hond neer. Het dier dronk gulzig, in een wip was het hele bakje leeg. „Nog wat?" vroeg Kees en hij vond dat de hond dankbaar keek. Nog eens vulde hij het bakje, zo druk had hij het met de hond, dat hij helemaal niet lette op de mooie molentjes, die de anderen kregen. De jongens en meisjes begonnen hard in de straat op en neer te lopen, dan draaiden de molentjes ook hard. Toen het bakje weer leeg was en Kees overeind kwam om het weg te brengen, stond de man "oor hem. „Zo, heb jij Hekkie wat te drinken gegeven?" zei hij vriendelijk. „Dat is goed van je, want hij zal wel dorst hebben gehad. Wou jij geen molentje?" „M'n moeder is ziek, d'r is geen rommel", zei Kees kortaf, terwijl hij zich half omdraaide. Moesten ze nog vragen, of hij geen molentje wou! Maar toen toen stond de man opeens weer voor hem en hij had een glanzend lichtblauw molentje in zijn hand. „Hier jongen, wie goed is voor dieren, verdient ook wel wat", zei hij en hij duwde Kees het molentje in de hand. Een ogenblik stond Keese beduusd te kijken, toen rende hij ook weg met zijn molentje. „Dank u wel!" riep hij nog achterom. Maar de man zei: „Vort, Hekkie!" en reed door met zijn kar. Wie is het handigst in het gooien? Voor dit spel hebben we nodig: een kar tonnen schijf met een rond gat in het midden, vijftien houten latjes, nog een paar houtjes en een touwtje. De schijf maken we eerst zelf; hij moet een middellijn hebben van ongeveer 15 c.M., terwijl het gat in het midden een middellijn heeft van 5 of 6 c.M. We zien hem op het plaatje bij A. De latjes B zijn 20 c.M. lang en worden aan het eind puntig bijgeslepen. We zetten de latjes in de vorm, zoals het eronder is aangegeven, met de punt in de grond. Tussen de latjes moet zowat een afstand zijn van 20 c.M. De lijn C is de grens, waar de werpers achter moeten blijven. We slaan de twee houtjes in de grond en spannen het touwtje ertussen. De kunst is nu om op een vrij grote afstand de schijf zo te gooien, dat hij precies om een van de latjes heen komt te liggen. Wie dat het meeste aantal keren bereikt, heeft het gewonnen. Eeuwen lang al doet de mens zijn best om de geheimen van de natuur na te vorschen en toch worden altijd nog weer nieuwe merkwaardige ontdekkingen gedaan, nieuwe verrassingen gevonden. Veel dingen blijven nog steeds een raadsel, veel wonderen kun nen wij mensen nog altijd niet begrijpen. Hebben jullie ook wel eens over zulke din gen nagedacht? HET ONGELUKKIG LEVEN VAN EEN INDISCH PAARDJE door POP. Jullie houden toch zeker allemaal wel van dieren? Natuurlijk weL Ik zal jullie dan vandaag wat vertellen over het leven van een Indisch paardje. Beter doe ik er mis schien aan, het paardje zelf aan het woord te laten. Dan kunnen jullie beter begrijpen, hoe verschrikkelijk het leed van zo'n paardje moet zijn. En niet alleen van dat ééne paardje, maar zo zijn er nog veel meer in Indië, die zwervend, verminkt en uitge hongerd in de bossen worden aangetroffen. Zuster Jansen, een Zweedse verpleegster, heeft in Indië een asyl opgericht, waar ze al die ongelukkige stakkers verzorgt en ver pleegt. Ze koopt zieke en slecht behandelde paarden op en verpleegt ze met grote liefde en zorg. De meesten zijn dan zo slecht be handeld, dat ze niet eens meer lopen kunnen. Maar nu zullen we ons Indisch paardje aan het woord laten. Hij slijt op het oogenblik zijn laatste levensjaren in het asyl van zuster Jansen. Ik zal die dag nooit vergeten, toen ik bij mijn moeder werd weggehaald, om verkocht te worden. Heel gewillig liep ik achter mijn baas aan, de lange stoffige weg over, die naar een kampong voerde. Ik besefte heel niet wat er met mij gebeuren ging, en was blij, toen we het dorpje naderden. Mijn baas voerde mij naar een oud vervallen huisje, waaruit een oude man ons al tege- Kampong, Inlands dorp. moet trad. Hij praatte met mijn baas, streelde me over mijn neus, en bracht me later naar een oud vervallen schuurtje. Daar kreeg ik wat hooi, maar o, wat had ik een verlangen naar mijn moeder, en het groene weitje. De volgende morgen werd ik al vroeg voor een karretje gespannen. Het karretje werd opgeladen met bezems, luci fers, potten en pannen. Toen moest ik aan trekken. Mijn nieuwe baas was vriendelijk en geduldig. De hele dag sjouwden we kam pong in en kampong uit en probeerden wat te verkopen. 5 jaren lang ben ik bij deze baas gebleven. We leden armoede, doch ik had het er goed. Toen stierf plotseling mijn oude baas. Ik werd in een stad op de paardenmarkt gebracht, en gekocht door een ruw uitziende man. Van nu af aan kwam er een grote verandering in mijn leven. Ik moest hard trekken voor een zware groente wagen, en kreeg ieder moment striemende slagen over mijn rug. Ik was bedekt met wonden. Op mijn poot kreeg ik een grote zweer, en ging kreupel lopen. Ik was op 't laatst zo afschuwelijk ver minkt, dat mijn baas -me voor een prikje aan een koelie verkocht. Nu moest ik de harde veldarbeid doen, en hoe verminkt ik ook was, nog voor een ploeg lopen, 't Was dan ook geen wonder, dat ik vaak van ver moeidheid en pijn in elkaar zakte. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Door een lieve vrouw ben ik opgekocht en wordt nu verzorgd in het asyl voor paarden. Hier heb ik pas het echte leed leren kennen. Er waren paarden, die nog veel meer ver minkt waren dan ik. Het is een afschuwelijk gezicht. Maar zelfs zijn er ook nog mensen, velen zelfs, die als paarden behandeld wor den, en moeten bedelen om een handvol rijst. Ja, zo is het toch in Indië. Ik heb het goed hier in 't asyl. Wij paarden weten niet, hoe we zuster Jansen, die lieve opofferende vrouw, ooit genoeg danken kunnen. Bijvoorbeeld, hoe eigenaardig het is, dat dieren van dezelfde soort lang niet altijd gelijk zijn van aard en van gedragingen? Daar heb je de schildpad. Het zijn vreed zame dieren, die rustig hun blaadje sla op eten en als ze kans krijgen soms ook wel planten kaal vreten, maar verder zullen ze toch geen kwaad doen. En dan zou je haast niet geloven, dat ongeveer hetzelfde dier, namelijk de zeeschildpad, een echt roofdier is, dat op prooi uitgaat en met zijn scherpe harde kaken allerlei levende wezens doodt en verslindt. Van de ijsbeer zegt men dat hij lang niet zo gevaarlijk is, als hij er uit ziet en als men algemeen denkt. Een ijsbeer valt niet gauw uit zichzelf aan; alleen als hij aangevallen wordt en zich moet verdedigen, wordt hij gevaarlijk. In bijna alle zeeën komt de zwaardwalvis voor, wat weer wel een vraatzuchtig roof dier is, al is hij dan familie van de gewone walvis, die volstrekt geen kwaad doet. Er zijn zelfs gevallen geweest, dat zwaardwal- visen elkaar hebben opgegeten! Het geheel bestaat uit 16 letters en is een nuttige instelling, waarvan er ook een in Alkmaar is gevestigd. Een 2, 1, 9, 9, 10, 2, 3, 9 wordt in de keuken gebruikt. Op een 5, 6, 13, 14, 7 tracht men vaak geld voor een goed doel te krijgen. Bij de oude ridderspelen werden vele 16, 15, 4, 12, 11, 4 gebroken. 2. Een woord bestaat uit 7 lettergrepen. De le is de dienst, welke onze brieven verstuurt. De 2e en 3e vormen samen iets, dat men op een brief moet plakken, als men geen strafport wil betalen. De 4e is een woord van 3 letters en wan neer men de eerste letter er nog achter zet, krijgt men iets, dat men zomers op het strand kan gebruiken. De 5e is een woord, dat veel op de mu zieklessen gebruikt wordt. De 6e en 7e vormen iets, dat men om een huis zet, wanneer het verbouwd moet worden en dat ook bij de wis kunde te pas komt. Het geheel is iets, dat deze week met veel succes in Alkmaar is gehouden. 3. Verborgen dieren. Bij de verloting kon men hooge geld prijzen winnen. Haastige spoed is zelden goed. Kan Arie nog een boodschap voor mij doen? Ko, Eduard en Barend gingen samen een fietstochtje maken (2 st) Hij was lang en had een grijze jas aan. Jacob, eer je naar schoot gaat, moet ik je even spreken. OPLOSSINGEN VAN RAADSELS. De oplossingen van de raadsels uit de vorige kindercourant zijn: 1°. Engeland, Duitschland, Frankrijk, Rus land, Nederland, België, Italië, Spanje, Griekenland, Portugal. 2®. Maan Eend Naam Geel Egel Land Berg Ezel Rood Gras 2°. Antoon, Steven, Gerrit, Piet I. In de warme tropenzeeën leven de koraalpoliepen. Ze vormen heele kolonies, die samen op de rotsachtige bodem der zee wonen. Hierboven zie je larven, die zich hebben losgemaakt en nu door het water ronddrijven. Een larve is de vorm, waarin sommige dieren uit het ei komen, vooral insecten en andere kleine dieren. Ze zien er dan nog geheel anders uit dan het eigen lijke dier en groeien pas later uit tot de vorm van het volwassen dier. Deze poliepen larven worden eerst schijfvormig, dan zetten ze zich vast en groeien verder uit tot po liepen. II. Zodra de jonge poliepen volwassen zijn en flink uitgegroeid, begint de opbouw van het eiland. De dieren gaan dood, ver kalken en vormen zo een harde, rode stof. Daarboven op leven weer nieuwe jonge poliepen, groeien ook, sterven af en worden j weer verkalkt. De bovenste randen van zo'n koraalrif je wordt dus steeds gevormd door levende koraaldiertjes. In de geopende ko raalknoppen komen de eieren en ontwikke len zich tot poliepenlarfjes. III. In de Middellandse Zee groeit de rode edelkoraal, die de vorm heeft van stok jes. Anderen, boomvormige komen in an dere zeeën en nog veel meer verschillende soorten. Hele bossen worden in de loop van de tijd gevormd, waar de mooie gekleurde vissen vrolijk tussen door zwemmen, alsof het hun park was. IV. In de Stille Zuidzee komen die bossen langzamerhand boven de oppervlakte van het water uit. Er ontstaat een eiland, dat de vorm van een ring heeft. Dat eiland wordt een „atol" genoemd. Eerst is het niets anders dan een harde, kale koraalmassa, maar de branding werpt er slib op, de wind brengt er zaden van het vasteland of de andere eilanden heen. Heel langzaam aan begint er hier en daar wat te groeien en op een goede keer heeft het eiland planten en bomen en kleine grasvlakten. Dan wordt het ook be woonbaar en het duurt niet lang, of de in landers trekken er heen en hebben weer een nieuw eiland, een koraaleiland. De naam van het eiland is: NEW-FOUNDLAND. Een puzzle, die wel in den smaak viel, al misten wij ditmaal enkele getrouwe in zenders. Onze Nieuwe Opgave. (No. 4 der Maart serie). Hoe oud is elk der vrienden? Twee vrienden ontmoeten elkaar en A zegt tegen B: Jij benit toch jaar? Juist, zegt B., over zeven jaar zal driemaal mijn leeftijd -f- 4 maal jcuw leeftijd pre cies 284 jaar zijn. O, zegt A en over 8 jaar zal 3 maal mijn leeftijd -f- 4 maal jouw leeftijd juist 283 jaar zijn. Hoe oud zyn de vrienden A en B op het oogenblik? Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uitertijk tot Vrijdag 1 April 12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de Alkinanrsche Courant. In wijden kring heeft men attentie Voor uwe handeie- adverteniie l

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 11