FLITSEN VAN HET WITTE DOEK.
SIMONE SIMON.
Hollywood's nieuwste romance.
m
DE UFA BRENGT NIEUWE FILMS.
BRIGITTE HORNEY IN „DE MELODIE UIT HET VERLEDEN".
De humorist
Heinz Rühmann.
Haar werk in de Ame-
rikaansche studio's.
Frances Gifiord
en James Dunn.
OHZE BIOSCOPEN.
Willy Birgel is op het oogen-
blik zonder eenigerr twijfel
één der sterkste karakter
spelers van de Europeesche
film-industrie en het zal dan
ook niemand verwonderd
hebben, dat men in de
nieuwe wereld reeds meer
malen pogingen heeft aan
gewend, om hem voor haar
te winnen. Doch Birgel staat
te Berlijn voor de lens en het
voetlicht, voelt zich er wèl en
wenscht er te blijven. Hij
heeft een contract voor vele
jaren met de Ufa en volgens
zijn eigen verklaringen is hij
daar volkomen tevreden mee.
Zijn eischen waren de nu
eenmaal beruchte allures der
meeste filmsterren in aan
merking genomen niet
overdreven. Een behoorlijke
gage, en hoofdrollen in de
gelijke stukken met waardige
tegenspeelster. Men heeft
hem dan ook kunnen zien als
tegenspeler van Lil Dagover,
Carola Höhn, Lida Baarova,
Maria von Tasnady en last
but not least van de nieuwe
Zweedsche Ufaster Zarah
Leander. Er is thans weer
een nieuwe film met hem
gemaakt. „De Melodie uit het
verleden" met als tegen
speelster de talent- en tem
peramentvolle Brigitte Hor-
ney, van wier uitstekend
spel wij onlangs in „Bran
dend Goud" hebben kunnen genieten. De
film werd geregisseerd door niemand min
der dan Viktor Tourjanski, die behalve tal
van Duitsche ook verschillende Fransche
meesterwerken op zijn naam heeft staan. De
internationale ervaring, waarover een man
als Tourjanski nu eenmaal bij uitstek be
schikt, zal hem bij het maken van „De
Melodie uit het Verleden" zeer goed te pas
gekomen zyn. Want deze rolprent bezit als
een der goede eigenschappen, dat er drie
talen in worden gesproken. De handeling
begint in Biskra (Afrikaansche Sahara),
verplaatst zich dan naar Berlijn en ten
slotte later nog voor een oogenblik naar
New-York. Nu wordt in de film met de
Arabieren Fransch, met de Berlijners
Duitsch en met de Amerikanen Engelsch
gesproken. De film heeft daardoor zeer aan
belangrijkheid en natuurlijkheid gewonnen
en het ware te wenschen, dat deze methode
om de oorspronkelijke talen te gebrui
ken, die op de plaats van handeling van dat
oogenblik ook werkelijk gesproken worden
meer ingang vond. Overigens onder
scheidt deze film zich ook in zooverre van
vele van haar .zusters" dat zij nu eens niet
met een happy end eindigt.
Immers, het is toch nauwelijks voor be-
Brigitte Horney
Pbot. Ufa HSmmerer
strijding vatbaar, dat de filmproducers maar
al te vaak wel wat te lichthartig met de
„happy-endings" zijn omgesprongen. De
film is in haar treffende eenvoud toch altijd
nog het meest aangrijpend, wanneer zij een
getrouwe weerspiegeling is van het werke
lijke leven. Het werkelijke leven, met z'n
ups en downs, met z'n idylles, zijn vaak
schijnbaar toevallige omstandigheden, met
z'n strijd, z'n overwinning of z'n ondergang.
Geen artist schrijft romances, zooals het
leven zelf. En in werkelijkheid gaat ook niet
altijd alles, zooals de mensch dat wel zou
willen en zooals de mensch, met z'n men-
scheljjke opvattingen, dat voor juist houdt.
En daarom moet ook de film niet altijd ein
digen met twee menschen, die overgelukkig,
zonder dat er een vuiltje aan de lucht is, in
elkanders armen vallen. Er zijn toch wel
eens omstandigheden, belangen en plich
ten, die een samengaan, zooals de menschen
zelf dat wel zouden willen, verhinderen.
Met alle concessies, die men aan de pu
blieke smaak kan doen, is het goed ook eens
een film te maken zonder een geforceerd
happy-end. Wij zien deze film, die in April
haar Nederlandsche première zal beleven,
dan ook met belangstelling tegemoet.
Een komiek zal zijn afkomst de dik
wijls zoo verguisde en gekleineerde hans
worst, is zijn geestelijke vader nooit of
te nimmer verloochenen. Hij blijft de
clown, de dwaas! Achter zijn grappen en
grollen zit niet de minste diepte verborgen.
Zijn aardigheden moeten direct het publiek
pakken en doen schateren, willen ze suc
ces hebben. Want wat is in wezen „een
komiek?"
De schreeuwerige „komiek" die wij be
doelen is steeds bereid, de diepere betee-
kenis, de blijvende waarde, die de echte
Kunst kenmerkt, genadeloos op te offeren
aan een in het gunstigste geval
goedgeplaatste mop. Hij krijgt daardoor
weliswaar de lachers op z'n hand, maar hij
bereikt nooit die hoogte, die een ware
humo- ist weet te veroveren. Hij is de ge
tapte grappenmaker, die iedere keer op
nieuw verraad pleegt aan het echt men-
schelijke dat de ware humorist kenmerkt.
En dit is juist het groote verschil en de
oorzaak, dat we 1 de humorist en niet de
komiek z'n plaats in de film heeft weten
te handhaven.
De humorist maakt alleen dan gebruik
van een geestige vondst, wanneer hij de
volle overtuiging heeft, dat de echt men-
schelijke geest, het fijn toegespitste ver
nuft, ten grondslag ligt aan de aardigheid,
die hij debiteert. In zoo'n geval spreken
we dan ook van een „geestige" mop, dat is
het ongewild typeerende van dit gezegde.
Heinz Rühmann is een waar vertegen
woordiger van dit zoo speciale en moeilijke
„vak" onder de goede uitingen van amu
sementskunst, naar welk predicaat de film
vooral de laatste tijd steeds meer en
ongetwijfeld met succes streeft. Rüh
mann brengt niet een enkele, dik er boven
op liggende grap, maar zijn heele optreden
is als het ware doordeesemd van die fijn
menschelijke vroolijkheidd, die we ware
humor noemen. Zijn oogopslag, zijn spre
ken, ja zijn loop kenmerkt de humor, die
juist door zijn ongedwongenheid zooveel
sterker weTkt, dan de met opzet „grap
pige" komiek.
In de nieuwe Carl Frölich-film der
Tobis „Kareltje op dwaalwegen" is hem
de gelegenheid gegeven, in iedere scène de
humorist te zijn, die niets is dan mensch.
Een mensch, die boven het banale grapje
staat en daardoor vreugde schenkt aan alle
toeschouwers, van welke rang of stand zij
ook mogen zijn.
Naar wij vernemen is de ernstige ziekte
var Simone Simon, thans in zooverre ver
minderd, dat deze begaafde filmactrice een
redelijke kans heeft de volgende week
wederom haar werkzaamheden te hervat
ten.
In verband hiermede li. kt het ons niet
ondienstig een en ander over haar werk in
de Amerikaansche studio s te vertellen:
Wat kinderlijk en droomerig, en half on
bewust, maar in haar bewegingen gracieus
en primitief vrouwelijk, zoo verschijnt
Simone Simon, de jeugdige filmactrice,
waaraan de Franschen den merkwaardigen
bijnaam „La tendre sauvage" hebben ge
geven. Haar naam klinkt als een pseudo
niem, maar toch staat ze precies eender
ingeschreven bij den burgerlijken stand,
in haar geboorteplaats Marseille. Nog in
haar jeugd verhuisde ze haar vader
was in diplomatieken dienst naar Ma
dagaskar en het ondefinieerbaar-tropische,
dat haar uiterlijk daar gekregen heeft is
misschien wel aanleiding geweest tot haar
bijnaam. Inmiddels verhuisde het meisje
verder nog naar Berlijn, en Boedapest om
tenslotte in Parijs terecht te komen, waar
zij er aan begon te denken om carrière te
maken. Want Simone was ondernemend
en wilde niets meer of minder dan kunste
nares zijn. Niet bij de film, daar had ze
zelfs nog niet aan geda-ht. Zij had haar
voorkeur aan de beeldhouwkunst geschon
ken en het heet, dat ze daar al aanzienlijke
vorderingen in had gemaakt toen op een
gegeven oogenblik de Russische filmregis
seur Victor Tourjanski, die in Frankrijk
een film moest maken ontdekte, dat zij
niet alleen bizonder fotogénique was, maar
bovendien nog een natuurlijken aanleg tot
acteeren bezat, waarvan ze zich echter in
het geheel niet bewust was. Ze wilde
zich aanvankelijk niet voor het idee laten
vinden, maar stemde er tenslotte in toe te
debuteeren in een rol, die wel heel geluk
kig voor haar gekozen was. Het was in de
film „Lac aux dames", welke gemaakt
werd naar het boek van Vickey Baum
„Heil in Frauensee". Ze speelde daarin de
rol van Puck, een half volwassen meisje,
droomerig en kinderlijk en zich slechts
vaag bewust van het menschelijk gevoel,
dat liefde heet. Dit figuurtje is een der
mooiste uit het boek en het bleek op een
zoo volkomen wijze te harmonieeren met
de persoonlijkheid van de jonge vertolk
ster, die zoowel het naïeve element van
haar rol als de „ondergrondsche" bewo
genheid van Puck tot uitdrukking wist te
brengen, dat er sindsdien geen rol geweest
is, die een betere kenschetsing heeft ge
bracht van de charmante Simone Simon.
De vertolking van deze ragfijne meisjes
figuur trok de aandacht in de heele film
wereld en Simone werd op de plotselinge
manier die in de filmindustrie gebruike
lijk is, meteen tot de grootste onder de
groote sterren gerekend. Haar tweede
film was „Les yeux noirs" waarin ze aan
de zijde van den knappen acteur Harry
Baur op nieuw blijk gaf van haar onge
kunstelde spel.
Hollywood deed een aanbod, Simone ac
cepteerde en werd in d» filmstad aanvan
kelijk wat terughoudend maar later met
veel sympathie ontvangen, omdat ze zich
liet kennen als een „good sport", iemand
die niet ambitieus is ten koste van anderen
en die bovendien graag iemand een dienst
bewijst.
In haar eerste film „Meisjeslyceum",
naar het tooneelstuk van den Hongaar
Ladislaus Fodor, speelde ze de rol van een
schoolmeisje, dat verliefd wordt op haar
Deanna Durbin,
de nieuwe jeugdige Amerikaansche
„star", waarover we volgende week
zullen schrijven.
leeraar en tot de ontdekking komt, dat die
liefde beantwoord wordt. Het scenario was
niet geschikt om tot het laatste oogenblik
de hoofdfiguur op hetzelfde peil te hand
haven en naar onzen smaak konden de
laatste tafreelen, waarin tenslotte een
„happy ending" meer geforceerd wordt
dan als logische consequentie van de voor
af gegane gebeurtenissen volgt, beter ge
mist worden. Maar het kostschoolmeisje,
dat Simone Simon in die film speelde had
in vrijwel alle speelscènes de beste eigen
schappen van „Puck", welkt een goeden
weerklank vonden in het tegenspel van
Herbert Marshall.
Haar tweede film „Ladies in love",
eveneens op een Hongaarse*» blijspel ge-
inspireerd, blee* verre eneden de ver
wachtingen en stelde iedereen teleur.
Maar „Seventh Heaven" bracht haar ta
lent opnieuw naar voren en toonde tege
lijkertijd aan, dat de Amerikaansche in
vloed op het karakteristieke van haai spel
nog niet merkbaar is. Op het oogenblik is
,Love and hisses" gereed gekomen, waar
in naar verteld wordt, Simone voor het
eerst zingt. Van wek genre de film is en
of haar capaciteiten op een even geluk
kige wijze tot uiting zijn gekomen als in
haar eerste films is echter nog een vraag.
Hollywood onder
ging een sensatie toen
de charmante Frances
Gifford in het huwe
lijk trad met den
„verstokten vrijgezel",
den filmster James
Dunn. Frances Gif
ford leerde Dunn ken
nen in de RKO stu
dio's, waar beide spe
lers onder contract
voor deze filmmaat
schappij spelen. Miss
Gifford is een van de
jonge meisjes in La
Cava's „Stage Door"
en is pas geëngageerd
voor de nieuwe Gin-
ger Rogers-Douglas
Fairbanks Jr. film
„Having Wonderful
Time". James Dunn
voltooide kortgeleden
zijn rol in de RKO
Radio film „Love in
a Basement",
DE GEHEIMZINNIGE MISTER FLOW.
Roxy-theater.
De titel van deze door Robert Siodmak
zoo uitstekende geregisseerde film zegt al
reeds heel veeL Wij zijn met Mister Flow in
het Roxy-theater weer in het gebied der
mysterieuse avonturen gekomen. En vol
spanning volgt men de boeiende geschiede
nis. Een arme advocaat in Parijs, die een
cliënt ontvangt, krijgt van dezen een
voorschot van twee duizend francs als
hij op zich wü nemen den butler van Lady
Helena Scarlett voor de rechtbank te ver
dedigen. Deze buttler, Durin geheeten, heeft
een kostbare dasspeld van Lord Scarlett ge-
Stolen. Waarom stelt Helena zooveel belang
in Durin? Wie is Durin eigenlijk, en wie is
de geheimzinnige mr. Flow? En wat voor
avonturen beleeft de advocaat Roze verder
en hoe gaat het tusschen hem en Lady Scar
lett? Wij zouden 't u gaarne vertellen. Maar
het is nu eenmaal de gewoonte om het ge
heimzinnige, dat film personen omringt, met
te verraden, want dat zou voor hen, die de
film gaan zien, zeker een deel van de span
ning wegnemen.
Wat wij echter wel gaarne constateeren
ls dat de film door de hoofdvertolkers zoo
«w* wortt Da» k F-
nand Gravey als de advocaat. Men zal hem
met het korte baardje niet zoo gauw her
kennen. Maar als dat overtollige haar ver
dwenen is, ziet men met genoegen den sym
pathieken acteur terug.
Een verrassing is het spel van Edwige
Ferullére, dat met veel charme en in een
keur van costumes Lady Scarlett voorstelt.
En dan Louis Jouvel als Durin. Uitstekend.
De roman van den bekenden acteur Gas
ton Leroux had moeilijk beter gespeeld kun
nen worden.
Een paar uitstekende journaals en een
Amerikaansche twee-acter in het bekende
komische genre gaan als inleiding aan het
interessante hoofdnummer vooraf.
MARIE WALEWSKA.
Victoria-theater.
't Is heusch geen wonder, dat deze histo-
risch-romantische film geprolongeerd is:
een rolprent als deze verdient dat ten volle.
Niet alleen, dat het verhaal aanlokkelijk is,
maar vooral de wijze waarop het hier ge
geven wordt èn door spel èn door regie. En
dan die schitterende interieurs!
Aan het hoofdnummer gaat allereerst
vooraf een groot aantal foto's, weergevende
het wereldnieuws, waarbij vooral de tal
rijke kieken van allerlei sporten aandacht
vragen. Dan komt er de muzikale film
„Saxofoondieven", waarin een vergissing
leidt tot allerlei verrassingen. En ten slotte
bevat het voorprogramma nog een amusante
gekleurde teekenfilm, die in staat blijkt
veel vroolijkheid te brengen.
Alles te zamen ook deze week in Victoria-
theater een programma, dat zeker den toe
loop van velen verdient.
MANEGE.
Theater Harmonie.
Een groot circusprogramma, opgeno
men in het circus Krone. Het geeft alles
wat men in een circus van standing kan
verlangen, acrobatiek, balletten, clowns,
paardendressuur en last not least sensa-
tioneele toeren aan het zweefrek.
Twee broers werken daar hoog in de
lucht en zij zijn door een samenwerking
van een onafzienbaar aantal jaren volko
men met elkaar vertrouwd geraakt.
Een vergissing brengt hun scheiding
teweeg. Thomas Arlen vlucht met de
jonge vrouw van zijn broer Robert en zij
zouden voorgoed verdwenen zijn als de
trein, welke hen naar Cherbourg moet
brengen, niet verongelukt was, waarbij de
vrouw gedood werd.
Thomas en Robert werken weer samen,
maar spreken niet meer met elkander en
Thomas doet tevergeefs moeite zijn mis
stap bij zijn broer goed te maken. Dan
komt Robert in kennis met het meisje, dat
door een onverantwoordeljjken stiefvader
genoodzaakt wordt in het circus in de
auto des doods op te treden, een auto, die
van een helling stort, over den kop slaat
en weer op de wielen terecht komt. Maria
Morell wordt eiken avond bewusteloos uit
de auto gedragen en Robert Arlen, die
haar lief krijgt, besluit een verder optre
den te beletten. Het nummer moet van
het circusprogramma geschrapt worden
en als niemand hem helpen wil en hij het
voornemen heeft vader Morell neer te
schieten, offert Thomas zich op. Hij slaat
Morell neer en denkt, dat hij hem gedood
heeft, wanneer een rechercheur hem na
de voorstelling in hechtenis komt nemen.
Later blijkt, dat mevrouw Morell haar
man uit zelfverdediging heeft neerge
schoten. Zij wordt vrijgesproken, de beide
broers verzoenen zich met elkaar en een
gelukkig trio, twee Hij's en een Zij, ver
trekken naar Cherbourg, om in Amerika
een nieuw leven te beginnen.
H,et bonte circusleven met al zijn ro
mantiek, zijn vreugde en leed speelt zich
hier op het witte doek af. Albert Matter-
stock, Attila Hörbiger en Anneliese Uhlig
geven voortreffelijk samenspel. Dit is
ongetwijfeld een der beste circusfilms
welke wij tot dusver gezien hebben.
Vooraf veel wereldnieuws, een paar
aardige screensongs en een oude smijt- en
valfilm, die wij met genoegen nog eens
weer gezien hebben.
DE GROOTE ILLUSIE.
City-theater.
Zoo kunnen de Alkmaarders dan De
Groote Illusie" bewonderen. De film, met
de enorme fascineerende vredesged'achte
de illusie, dat zy, die in den grooten oorlog
1914—'18 niet voor niets hebben gestreden
en geleden in de loopgraven en in de ge
vangenkampen, maar wellicht meenden,
dat hun misere misschien zou maken, dat
na die groote verschrikking een welvaren
de, vredelievende wereld zou komen
Deze film geeft niet de ellende van het
front, maar het leven in de krijgsgevangen
kampen, met de geestdoodenden eentonig
heid, den wil om te ontvluchten, de kleine
twisten, die voortkomen uit verveling en
opgekropte zenuwen, maar ook de edelmoe
digheid en opofferingsgezindheid van die
enkelen, die alle ontberingen kunnen weer
staan
Een paar prachtige figuren voeren den
boventoon, in de allereerste plaats de beide
Fransche officieren en de Duitsche com
mandant, Erich von Stroheim, die door tal
van verwondingen en blessures niet meer
naar het front kan en als ambtenaar, zoo
als hy zelf zegt, zyn vaderland moet die
nen en die zoo volkomen den geest en de
omstandigheden van de gevangen officieren
kan begrijpen.
De twee officieren weten te ontvluchten
en van veel ellende, waarbij ook de liefde
voor een Duitsche vrouw een rol speelt, ko
men ze over de Zwitsersche grens, de grens,
die door menschen is vastgesteld en ner
gens te zien is, maar die toch sinds jaar en
dag de bron is van heel veel leed en lijden.
Zoo is „De groote Illusie" een knappe
film geworden en by het zien daarvan
juist in dezen tyd van ernstige internatio
nale verwikkelingen, dringt de vraag naar
voren van „Waarom?" en „Waarvoor?". De
illusie van menschen-liefde en opofferings
gezindheid moet toch te verwezenlijken
zijn?