DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Japansch offensief bij den Loenghai' spoorweg. rrs sis'o< Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 73 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van t5 regels 1.25, elke regel meer 0-25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330. Maandag 28 Maart 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Ook de Chineezen melden groote successen. Evenwicht in den strijd gekomen? Franco's troepen vorderen. Laatste fase van den oorlog. De aigemeene toestand. Het program voor Oostenrijk. Acht hoofdpunten. ALKMAARSCHE COURANT. Het gaat er vreemd toe in het Verre Oosten. Terwijl de Japanners jubelen over geboekte successen en groote plan nen hebben voor de naaste toekomst, zijn de Chineezen al even blij, want ook zij beweren, een groot succes geboekt te hebben! Wat er allemaal van waar is? Men mag waarschijnlijk de berichten van beide zijden wel met de noodige reserve aanvaarden! „Hoe het verdere verloop van den strijd in China ook zal zijn, zoo verklaarde eenigen tijd geleden de Japansche premier prins Konoje in het Lagerhuis, Japan zal geen duimbreed van het thans bezette gebied meer afstaan". In het begin van Maart heerschte in Chi- neesche kringen te Sjanghai zoo schrijft de N.R.C. nog de overtuiging, dat „dit bezette gebied", het gebied ten Noorden van de Gele Rivier was. Maar thans, nu de Ja panners met een zoo geweldige troepen macht trachten in Zuidelijke richting op te rukken en hun pogingen om den Loenghai spoorweg van Haitsjau, via Soetsjau en Kaifeng verder het binnenland in, te bezet ten steeds krachtiger worden, gelooft men daar, dat het de bedoeling van de Japansche militaire leiders is, inderdaad op te rukken tot Hankau en dat geen sprake zal zijn van onderhandelingen, zoodra de Japanners het gebied ten Noorden van de Gele Rivier eenigszins doeltreffende bezet hebben. Dat neemt natuurlijk niet weg dat evengoed de mogelijkheid blijft bestaan, dat de Japan ners met China ten Noorden van de Gele Rivier genoegen zullen nemen en dat een eventueele opmarsch naar Hankau niet den schijn zal moeten dragen van een bezetting van het gebied tot Hankau, waarvan op dat oogenblik dan ook weer geen duimbreed meer zou zijn af te staan. Het Japansche offensief. Intusschen: zoo ver zijn de Japanners nog niet. Hun pogingen om den Loenghai spoor weg in het bezit te krijgen zijn waarlijk krachtig en veelvuldig genoeg geweest, maar tot dusverre heeft de Chineesche ver dediging, die op handige wijze heeft weten te balanceeren met de verschillende Japan sche offensieven, zich vrijwel weten te handhaven. Dit is cok niet zoo onwaarschijn lijk. Immers het begin van het offensief in de richting van den Loenghai spoorweg langs de spoorlijnen van Peking naar Han kau en van Tientsin naar Poekau (Nanking) ging zeer vlot in zijn werk, maar de Chinee zen hadden in het gebied van Soetsjau en van Kaifeng enorme troepenconcentraties tot stand gebracht, die de Japansche „reizigers uit het Noorden" konden opvangen. Deze Chineesche troepen zijn numeriek zoo sterk, dat het te betwijfelen valt, of de Japanners wanneer zijn vast houden aan hun tactiek van opereeren langs de spoorwegen, er in zullen* slagen in eenigszins korten tijd hun doel te bereiken. Tot het volgen van deze tactiek zijn de Japanners echter veroordeeld. Zouden zij hun troepen over het binnen land moeten verspreiden, dan zouden zij onmiddellijk veel meer soldaten in het veid moeten brengen. Zoo veel meer soldaten, dat de kwetsbaarheid in zeer sterke mate zou toenemen. Want de verbindingsdiensten zouden dan onmiddellijk veel uitgebreider en gecompliceerder moeten worden, dan zij thans langs de spoorlijnen zijn en zij zouden door een gebied moeten voeren, dat dan eveneens een bezetting met Japansche so - daten van noode zou hebben, omdat anders de Chineesche guerilla-tactiek deze ver in dingslijnen naar hartelust kon vernie en. Zoodat in een dergelijk geval Japan dus niet alleen een buitengewoon breed front, maar ook een enorm achterland te veide i- gen zou hebben, waarvoor het zeker nie voldoende soldaten beschikbaar zou kunnen stellen, zonder de bezetting van andere fronten te verwaarloozen of het Japanse e economische leven door onttrekking van arbeidskrachten in de war te sturen. Thans behoeven de Japanners alleen voor een doel treffende verdediging van enkele strategi sche punten in het achterland en de boven genoemde spoorlijnen zorg te dragen. Het is dus niet aan te nemen, dat de Japansche militairen zullen afzien van deze tot dus verre gevolgde tactiek en het komt er voor de Japansche militaire leiders dus op aan hun scherp gerichte offensieven zoo veel mogelijk kracht te geven. Daar tegenover is het voor de Chineezen met hun overvloed aan menschenmateriaal gemakkelijker om deze kleinere gebieden te verdedigen omdat zij hier hun weinig talrijk technisch mate rieel tenminste doeltreffend kunnen con- centreeren. Op een breeder front' zou dit materieel van veel geringer waarde zijn. Een soort van evenwicht. Daarom heeft de strijd in het gebied van Soetsjau en van Kaifeng en tusschen deze beide plaatsen bij Kweiteh (het nieuwste doel van de Japanners) zoo'n ongemeen heftig karakter aangenomen, en daardoor is hier voor het eerst in dezen oorlog een soort van evenwicht van krachten ontstaan, dat den uitslag van dezen strijd van zooveel be- teekenis voor het verdere verloop van den oorlog zal maken. De Chineezen hebben op het oogenblik in dezen strijd het nadeel van een onvoldoende luchtmacht. Zij stellen hier tegenover echter het voordeel van hun nu merieke overwicht, dat het hen op het oogenblik nog mogelijk maakt de Japanners, die van Nanking uit zich gaarne in den strijd bij Soetsjau zouden mengen en de Chineesche verdedigers in den rug zouden willen vallen, tegen te houden. Of dit tegen houden nog lang zal kunnen duren staat te bezien. In de afgeloopen week hebben de Chineezen zich aan het Zuidelijk deel van den Tientsin-Poekauspoorweg moeten terug trekken. Doch daartegenover staat weer een Chineesch offensief in Noord-West-Sjantoeng dat de Japanners, doordat zij* zich aan de spoorlijn vast moesten klemmen, niet hebben kunnen voorkomen en dat thans dezen spoorweg bij Linji 50 kilometer Noordelijk van Tsinan eenigszins bedreigd. De bezetting van den Loenghai-spoorweg is dus nog allerminst een feit en de gevech ten die htt lot van dezen spoorweg moeten bezegelen, zouden wel eens een zoodanig heftig karakter kunnen aannemen, dat zij de nog verder door de beide partijen te ont wikkelen kracht in sterke mate afbreuk konden doen en daarmede de grenzen van dezen oorlog onzeker houden, zooals zij tot dusverre onzeker zijn geweest. Chineesche mededeelingen. Volgens berichten uit Hankau zouden de Chineezen een algemeen offensief zijn be gonnen tegen de Japansche stellingen aan het front in het spoorweggebied van Tientsin en Poekau. De Chineezen beweren verder in het gebied Zuidoostelijk van Sjanghai 1000 Japanners in de pan te hebben gehakt en 600 geweren te hebben buitgemaakt. Bo vendien werden nog 40 machinegeweren veroverd. Dit succes werd behaald bij Tin- poe, dat halverwege tusschen Hangtsjau en het Taimeer is gelegen. Veertig vrachtauto's, waarop zich de lijken bevonden van 160 Japansche soldaten, zijn uit Hangtsjau te Sjanghai aangekomen. De lijken zullen wor den gecremeerd en de asch naar Japan wor den gezonden. Chineesche successen. Volgens mededeelingen van het front te Hankau ontvangen, is in den belang rijken strijd om Soetsjaufoe Zondag plotseling een wending ten gunste der Chineezen gekomen. Chineesche keur benden, volledig uitgerust met tanks en gepantserde wagens en gesteund door nieuwe gemechaniseerde artillerie-een heden, zijn in twee colonnes over het groote kanaal getrokken en hebben Hantsjwang en Taiertsjang aan den Noordelijken oever heroverd. De Japan sche troepen uit Hantsjwang trekken langs den spoorweg terug op Lintsjeng, de troepen, die Taiertsjang verdedigden, wijken terug naar Tautsjwang en Jihsjen, steden, die ongeveer 32 K.M. meer naar het Noorden liggen en thans door Chineesche troepen ingesloten zou den zijn. Ten Noorden van de Gele Rivier heb ben de Japanneezen Tsjanjoean geno men. Chineezen rukken aan alle fronten op. Op het hoofdkwartier van Tsjang Kai Sjek is telefonisch bericht ontvangen van den opperbevelhebber aan het front langs den spoorweg TientsinPoekau, waarin gezegd wordt, dat de Japansche strijdkrachten aan dit front volkomen op de vlucht zijn gedre ven door de Chinewptte troepen, die op het oogenblik aan alle fronten oprukken. De laatste fase van den Spaanschen burgeroorlog is thans ingetreden. Niets kan de zaak der Spaansche regeering meer redden, hetzij buiten- landsche interventie haar te hulp kmot in ongeveer denzelfden omvang als de hulp, welke Italië en Duitsch- land aan Franco verleenen. Het nieuwe leger heeft bij Teruel zijn kruit verschoten. Het was een ver dienstelijk en dapper schouwspel, dat de groote inspanning bewees, welke is verricht teneinde een leger te vormen. Echter wat sinds 10 Maart is gebeurd bewijst dat noch aantal, bewapening, ge oefendheid, noch het opperbevel tegen de taak zijn opgewassen, welke het lot op legt. Franco's aankondiging voor Kerst mis, dat de oorlog reeds was gewonnen, schijnt, hoewel het toen bluf leek, uit te komen. De heterogene samenstelling van het volksfront is een bron van zwakheid, een esprit e corps is niet tot stand ge komen. De terugtocht doet den nadruk vallen op de rivaliteiten en wederzijdsche beschuldigingen van desertie. De inter nationale brigades geraken gedemorali seerd, de dapperste vrijwilligers zijn ge dood. Op verscheidene punten van het Ara- gon-front trok men terug door gebrek aan discipline. Een aantal officieren werd op staanden voet geëxecuteerd. Eén der re denen voor den snellen voortgang der nationalisten was het feit, dat de repu blikeinen bij hun terugtocht niets ver woestten. Een nieuw offensief Caspe en Alcaniz. tusschen Zaterdag heben de troepen van Franco langs het geheele front tus schen Caspe en Alcaniz een nieuw offensief ingezet. Rechtsche vliegtui gen hebben Tarragona, Reus en Le- rida gebombardeerd. Bijzonderheden over het aantal slachtoffers zijn nog niet ontvangen. Ook op andere plaatsen optrekkend, over een front dat zich uitstrekt van Huesca naar Teruel, staan de troepen van Franco reeds op den drempel van de Ca- talaansche provincies Lerida en Tarra gona en van de kustprovincie Castellon. Zij rukken op ten Noorden van de Ebro naar Lerida en ten Zuiden naar de kust. Doordat zij Vrijdag verscheidene dorpen hebben ingenomen, bevinden de recht- schen zich op nauwelijks 8 kilometer van de grenzen der provincie Castellon. Barcelona roept vrijwilligers op. Nu Franco de grenzen van Catalonië steeds meer nadert, hebben de socialisti sche en communistische partijen ijlings twee nieuwe divisies vrijwilligers opge roepen. De burgemeester heeft medege deeld, dat de officieele lijst van slacht offers der bomaanvallen op Barcelona de vorige week thans vermeldt 875 dooden en 1500 gewonden. De stations van den ondergrondschen spoorweg zijn opgepropt met vluchtelingen, wier woningen ver nield zijn. 15 procent van de omzetbelasting wordt terzijde gelegd voor den onverwijlden aanbouw van meer schuilplaatsen. Barcelona meldt verlies en winst. Aan het oostelijke front is de vijand erin geslaagd Bujaraloz te bezetten. De Alkmaar, 28 Maart. Als straks de Duitschers en de Oostenrij kers gaan stemmen, zal de zege volkomen zijn. Met een overweldigende meerderheid zal de Anschluss worden goedgekeurd en zal men Hitier als den Führer accepteeren. Op zichzelf was dat al lang te verwachten, maar sinds Zondag is dat heelemaal zeker geworden. Want gisteren heeft de Oosten- rijksche Roomsch-Katholieke geestelijkheid in alle katholieke kerken een bisschoppelijke verklaring voorgelezen, waarin de geloovigen werden aangespoord, zich bij de a.s. volks stemming vóór de aansluiting van Oostenrijk bij het Duitsche rijk uit te spreken. De tekst van deze verklaring spreekt voor zich zelf en is wel zoo interessant, dat wij hem hier letterlijk zullen weergeven. Onder den titel „Een nationale plicht" zegt de verklaring dan: „Uit innerlijke overtuiging en vrijwillig verklaren wij, ondergeteekenden, bisschop pen van de Oostenrijksche kerkelijke provin cie, naar aanleiding van de groote geschied kundige gebeurtenissen in D.-Oostenrijk: Wij erkennen verheugd, dat de nationaal-so- cialistische beweging op het gebied van den nationalen en economische opbouw, alsmede van de sociale politiek, voor de armste la gen der bevolking uitstekende dingen heeft gepresteerd en nog presteert. Wij zijn er ook van overtuigd, dat door het optreden der nationaal-socialistische beweging het gevaar van het alles vernielende goddelooze bolsje wisme is afgeweerd. De bisschoppen schen ken dat werk voor de toekomst hun beste ze- genwenschen en zullen ook de geloovigen in dien zin vermanen. Op den dag der volks stemming is het voor onze bisschoppen van zelfsprekend 'n nationale plicht, ons als Duitschers voor het Duitsche Rijk uit te spreken en wij verwachten ook van alle ge- loovige christenen, dat zij weten, wat zij hun volk verschuldigd zijn". Wellicht had men een dergelijke verkla ring niet verwacht; misschien hebben de geestelijken in Oostenrijk de overtuiging ge had, dat een nadere uiteenzetting van deze verklaring noodzakelijk was, om het volk te overtuigen. Vandaar, dat de geestelijkheid bovendien nog verklaarde, dat zij des te onbezorgder het bovengenoemde advies kon geven, „aangezien haar de gevolmachtigde van den Führer voor de volksstemming in Oostenrijk, gouwleider Bürckel, de lijn zijner politiek heeft meegedeeld, welke als motto zal hebben: „Geeft den keizer, wat des kei zers is en Gode, wat Gods is". Het spreekt vanzelf, dat deze bisschoppe lijke verklaring in Berlijn met de grootste voldoening is geaccepteerd. Het D.N.B. schrijft er o.a. het volgende over: „Met vreugde en oprechte voldoening neemt het geheele Duitsche volk van deze verklaring kennis. Zij beoogt een eindstreep te trekken onder het verleden en bewijst, dat in dezen voor het geheele Duitsche volk en zijn toe komst zoo belangrijken tijd ook de katho lieke kerk den weg naar den nieuwen staat wil vinden. Het nationaal-socialisme, dat streeft naar eenheid van alle Duitschers, zal zich geluk kig prijzen, ook op dat gebied aan de twis ten en daardoor aan de verscheurdheid van ons volk een einde te kunnen maken. Zoo zal misschien voor het eerst in onze geschie denis op 10 April 1938 de geheele Duitsche volksgemeenschap, zonder acht te slaan op stammen, landen, klassen en godsdiensten, aaneengesloten naar de stembus gaan en on voorwaardelijk „ja" zegen". Het anti-semietisme in Oostenrijk viert hoogtij. Zoo meldt een bizondere corres pondent van de Times uit Weenen, dat het gebouw van de Israëlitische Kulturgemeinde (de centrale kerkelijke organisatie der Jo den en het centrum van hun armenzorg) door de S.S.-mannen bezet is en thans ver anderd is in een inrichting, waar de Joden worden gesard en gekweld. Joden, die niet wisten, dat het gebouw be zet was, gingen er binnen om de menschen te helpen en te vragen, wat er te doen was Men kan slechts gissen over de behandeling, welke men hun er deelachtig heeft doen worden, indien men hun gezichten zag, toen zij weghinkten. De menigte, die buiten stond, gluurde door de vensters. Zij zagen er een S.S.-man zitten rooken op een kerkbank. Een stalen helm lag voor hem op tafel en naast hem stonden geweren in rotten, aldus de correspondent. Göring is Zaterdag in Weenen aangeko men en daar op grootsche wijze ontvangen. Natuurlijk heeft hij toen een groote rede ge-, houden, waarin hy het economische plan voor Oostenrijk ontvouwde (men zie elders onder de rubriek Buitenland) en waarin hij tevens de houding tegenover de kerk be sprak. Hij bestreed de bewering, zoo meldt het D.N.B., dat het nationaal-socialisme de religie of de kerk in Oostenrijk zou willen vernietigen. Het wil slechts, aldus Göring, dat hier een duidelijke scheiding wordt ge maakt. De kerk heeft haar belangrijke en noodzakelijke taken. De staat en de beweging hebben even belangrijke taken. Wanneer ieder scrupuleus op zijn gebied blijft, zal niets gebeuren. In Duitschland is niet de katholieke kerk verboden, doch is slechts de Centrumpartij terzijde gesteld. Wie zich als geestelijke tot zijn kerkelijke taken beperkt, zal niets ge beuren. Wanneer de nationaal-socialisten anti-reli gieus of anti-kerksch of tegen het geloof zouden zijn, zou wel nauwelijks de zegen van den Almachtige zoo zichtbaar op de be weging hebben gerust, aldus Göring. De be weging zal de kerk de bescherming geven, waarop zij aanspraak mag maken, maar de kerk mag zich niet mengen in kwesties, welke haar niets aangaan. Wij willen hier geen Metternichsche methoden toepassen, doch willen deze afschaffen. Daartoe be hoort, dat het denunciantendom verdwijnt. Geen kerkstrijd dus in het Groot-Duitsch- land! Alleen een strijd, als de kerk zich met de politiek bemoeit. 't Is maar, waar men de grens tusschen beide trekt. vijand zette den opmarsch voort, en noopte ons Candasnos te ontruimen. Ten zuiden van de Ebro blijft de vijand een krachtigen druk uitoefenen. Wij ontruim den Mas de Las Matas, Aguaviva en Cas- tellote. Aan het front van Estremadura, in den sector van Talavera, bezetten wij vier dorpen en maakten wij 50 krijgsge vangenen. Aan het front van Andalousië sloegen wij gemakkelijk den vijandelijken aanval in den sector Higuera de Cala- trava af. Van de andere fronten valt niets te melden. De minister-president ontkent formeel het in het buitenland gepubliceerde be richt, als zou Negrin er bij den Franschen ambassadeur op hebben aangedrongen, dat Frankrijk ten spoedigste oorlogs materiaal naar Catalonië zendt. Het communiqué van Salamanca. Het groote hoofdkwartier van generaal Franco meldt het volgende: wij zetten den opmarsch in Aragon voort. De troepen op den rechtervleugel bezetten Santa Bar- bara en eenige heuveltoppen. De troepen in den sector Los Monegros bezetten Val- farta, Penalba en Gandasnos. Een andere colonne overschreed de Rivie Guadalupe, ten zuidoosten van Caspe; wij maakten 300 krijgsgevangenen. Ten noorden van Los Monegros bezetten wij 12 dorpen en verscheidene toppen. De troepen op den linkervleugel namen 22 dorpen in en be reikten Labata en andere plaatsen. Wij staken over de rivier Alcanadre bij Per- tusa en maakten 800 krijgsgevangenen. Tevens wordt uit Burgos gemeld, dat de regeeringen van Turkije en Griekenland hun instemming betuigd hebben met de benoeming van Julio Palencia en Sebas- tian Radogales, resp. als vertegenwoordi gers van het rechtsche Spanje in Ankara en Athene. De rechtsche troepen op Katalaansch gebied. De troepen van Franco zijn vanavond de rivier Cinca overgetrokken en hebben het dorp Mas al Correig, dat over de grens, juist op Katalaansch gebied ligt, ingenomen. Het decreet voor het economisch hersteL van Oostenrijk, dat generaal-veldmaarschalk Göring tijdens zijn te Weenen gehouden rede heeft voorgelezen, luidt als volgt: „De rijksminister van financiën wordt ge machtigd, gelden beschikbaar stellen voor de bevordering van het nationale werk in Oostenrijk. De gelden worden verstrekt als leeningen of toelagen. Speciaal de volgende werkzaamheden dienen in Oostenrijk te worden bevorderd: lo. de aanleg van rijksautowegen; 2o. de aanleg en het onderhoud van an dere autowegen; 3o. de uitbreiding van bestaande en de bouw van nieuwe installaties voor het ge bruik van waterkracht; 4o. de mijnbouw en de productie van pe troleum; 5o. de ontginning van terreinen; 6o. bevordering van de landbouwproduc tie; 7o. oprichting van zuivelbedrijven; 8o. onderhoud en uitbreiding van open bare en particuliere bouwwerken, de ver deeling van woonhuizen en de verbouwing van andere huizen tot kleine woningen. Gelden, gebruikt voor de aanschaffing of uitbreiding van machines, werktuigen en dergelijke voor bedryfsinstallaties kunnen afgetrokken worden van het belastbare in komen, indien het nieuw aangeschafte voor werp in Oostenrijk is vervaardigd en door den belastingplichtige na 31 Maart a.s. en voor 1 Januari a.s. is aangeschaft. De minister van financiën wordt gemach tigd uit het speciale vermogen van het rijk voor huwelijksleeningen en kindertoeslagen ook middelen voor Oostenrijk toe te staan. In een decreet, betreffende de sociale wet ten wordt bepaald, dat voor den opzeggings termijn van een groot aantal werknemers en voor de betaling van loonen op feestdagen dezelfde voorschriften gelden als in Duitsch land. De bestaande loon- en salarisregelin gen en andere arbeidsvoorwaarden mogen niet ten nadeele van den werknemer worden gewijzigd. Slechts de gemachtigde voor ar beidszaken kan uitzonderingen toestaan. Deze gemachtigde zal zich te Weenen vesti gen. De Duitsche bepalingen voor de invali diteitsverzekering gelden ook voor Oosten rijk." Strijd tegen de vrijmetselarij. - Eenige Poolsche afgevaardigden hebben het initia tief genomen tot het indienen van ontwerp ten einde de „riid». H,t OJ..W organisaties der vrijmetselarij.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1