DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De toestand in Eupen-Malmédy na de Oostenrijksche Anschluss. sturUü?- Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE AD VERTE NTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Ütandelsdruk- kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Het Heimat-treue Front blijft steeds werkzaam. NIEUWE PHASE. Critiek in het Hoogerhuis. Britsche regeering volhardt in haar politiek. De aigemeene toestand. Hoe zal Schusehnigg berecht worden? Er staat nog niets vast. ALKMAARSCHE COURANT. (Van onzen correspondent). BRUSSEL, 29 Maart. Na den Oostenrijkschen Anschluss heeft iedereen onmiddellijk gedacht aan de andere gebieden waar Auslanddeut- schen wonen, in de eerste plaats Tsje- choslowakije, maar ook Eupen-Malmé- dy-St. Vith, het in 1918 by België „ge- desannexeerde" gebied, zooals het offi cieel heette. Men kent de omstandighe den waarin de annexatie is gebeurd. Is het district Malmédy oorspronkelijk on betwistbaar Waalsch, het district Eupen en SL Vith is Duitsch en is het ook ge bleven. Na den oorlog werd er een uit zonderingsregiem ingevoerd voor het ge doelde gebied en was generaal Baltia er de meester, om het referendum voor te bereiden, hetwelk door de Duitsche rijksoverheden nooit als geldig is er kend geworden. Van Belgisch standpunt uit bestaat er geen kwestie Eupen-Mal- médy. Men zou de waarheid geweld aandoen moest men beweren dat de Belgische bevol king overloopt van liefde voor de weerge vonden broeders, maar men hoort verklaren in Belgische kringen, dat de ervaring van 1914 heeft bewezen dat het genaaste gebied een strategische positie vormt, welke voor de landsverdediging van het grootste belang is en dat daarom de annexatie een noodza kelijkheid is gebleken. Verder werd ook wel betoogd, dat de annexatie een vergoeding is geweest voor de plunderingen welke het Duitsche leger in België heeft uitgevoerd. De onverschilligheid van de Belgische bevol king voor de aangelegenheid verandert in goedkeuring van de annexatie slechts onder invloed van deze argumenten. Van Duitsche zijde heeft men, zooals ge zegd de volksraadpleging onder generaal Baltia nooit als definitief aanvaard. Eerst door de verdragen van Locarno en daarna door de verklaringen van Hitier is voor de Duitschers de Belgische grens onschendbaar uitgeroepen. Maar beteekent zulks dat ten slotte de kwestie van Eupen-Malmédy voor eeuwig opgelost is? Beteekent zulks dat eventueel de Duitschers geen drukking zou den kunnen uitoefenen om tot een verstand houding te komen met geven en nemen als basis, om het genaaste gebied weer in bezit te krijgen? Men herinnert zich dat een tien tal jaren geleden, ernstige geruchten de ron de hebben gedaan, betreffende onderhande lingen tusschen en thans overleden Belgisch groot-financier, zoogenaamd gevolmachtigd door de Belgische regeering, en de Ouitsche regeering, betreffende den verkoop van de districten, dat is afstand mits een financieel regeling. De geruchten, die eigenlijk meer berichten waren, werden even ernstig tegen gesproken, nadat van de zijde der oude ge allieerden was geprotesteerd geworden te gen elke handeling die de verdragen in he gedrang zou brengen. België zocht een uit weg in een andere richting voor zijn finan- cieele moeilijkheden; zoodoende bleef de zaak zooals zij was. Doch sedertdien is er reeds heel wat meer gebeurd en van de ver dragen is alleszins niet veel meer overgeble ven. Men kan de kwestie dus heel anders opvatten en het is daaraan dat velen moeten hebben gedacht toen enkele dagen geleden berichten in de pers verschenen berichten welke voor het buitenland tot onheilspellen de sensatienieuws werd aangedikt, volgens dewelke de nationaal-socialisten van Eupen- Malmédy in de straten van Eupen hadden betoogd voor de aansluiting bij de groo-e Heimat en dat de gendarmen hadden moeten optreden om de orde te handhaven. In werkelijkheid heeft men slechts te doen gehad met een betooging van de Hitleriaan- sche Jeugd. Eerst werd de polsslag van e bevolking gevoeld door de Meisjesjeugd, die in uniform en onder het zingen van natio- naal-socialistische liederen door de straten trok te Eupen. De bevolking bleef rustig. Er waren noch toejuichingen, noch betoogingen van afkeuring, 's Anderdaags, een Maandag, kwam de eigenlijke Hitier-Jugend echter voor den dag, die gegroepeerd in een ver- eeniging voor zeilvliegen, een actieve pro- pagandacel vormt voor het Heimattreue Front, dat den Heimatbund heeft opgevolgd, en dat de pro-Duitsche actie in Eupen-Mal médy voert. De burgemeester was gewaar schuwd geworden dat een betooging zou plaats hebben en er was een betoogingsver- bod uitgevaardigd. Niettemin kwamen een 60-tal mannen en jonge lieden op straat, in uniform, en marcheerende achter een auto waarop een zeilvliegtuig was geplaatst. Zij droegen de pet van de Hitler-Jugend, het zwarte hemd, rijbroek en hooge zwarte laarzen en het Hitlerkenteeken voor Eupen- Malmédy, n.L een bliksempijl. De gendar men traden op en nauwelijks waren de uni formen van de Belgische marechaussee ge zien door de betoogers of er werd bevel ge geven uiteen te gaan. Slechts enkele jonge lieden bleven in de straten betoogen en een vijftal onder hen werden ten slotte beet ge nomen en naar de rijkswachtkazerne ge bracht. Ook bij deze gelegenheid was de Eupensche bevolking onverschillig gebleven. In de kazerne verklaarden de gearresteerde jongelieden dat zij hun onderrichtingen en hun mooie zwarte laarzen uit Aken hadden gkregen. Dat is alles geweest. Maar het is ook leerzaam. Het wijst er op dat men van officieele zijde in Duitschland over Eupen- Malmédy niet spreekt maar dat men toch nog alles doet om invloed uit te oefenen op de gevoelens van de bij België gevoegde Duitsche bevolking. In den grond is de basis van de propaganda zeer eenvoudig. Zij be rust op intimidatie. Aan de bevolking wordt gezegd door tal van propagandisten, die on der leiding staan van een Führer en een Führerin die te Berlijn een speciale oplei ding blijken genoten te hebben, dat het vol strekt niet zeker is dat de districten bij Bel gië zullen blijven behooren en dat degenen, die hun vaderlandschen Duitschen plicht niet zullen hebben gedaan zich zullen heb ben te verantwoorden wanneer eenmaal het uur van den terugkeer tot het vaderland zal hebben geslagen. Van Belgische zijde is reeds herhaaldelijk plechtig verklaard, dat er geen kwestie van Eupen-Malmédy be staat, maar de bevolking, die ook de politieke gebeurtenissen volgt in het buitenland, is blijkbaar hierdoor niet ten volle gerustge steld en zoodoende hebben de Hitleriaansche propagandisten nog heel wat te vertellen. Het Heimattreue Front is ongetwijfeld een organisatie geworden die een sterken poli- tieken invloed kan doen gelden. De bewij zen daarvan liggen voor de hand. In de ge meente Eupen, waar geheel het openbare leven Duitsch is, waar de straatnamen hee- lemaal alleen in het Duitsch zijn gesteld en waar de bevolking overigens geen Fransch of geen Nederlandsch verstaat, is het ge meentebestuur volledig in de handen van het Heimattreue Front. In 1932, bij de laatst gehouden gemeenteverkiezingen in Oc- tober van dit jaar zullen in België ander maal verkiezingen voor de samenstelling van de gemeenteraden plaats hebben heeft het front niet minder dan acht van de dertien zetels weggekaapt. Er werden daarnaast nog twee katholieken gekozen, twee socia listen en een middenstander. Het Heimat treue Front had eigenlijk geen volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, doch het profiteerde van de verdeeldheid onder de andere partijen en het systeem van verdeeling der zetels leidde er toe dat het de volstrekte meerderheid veroverde op het Rathaus, zoodat de regeering slechts een mo gelijkheid zag om nog iets van het plaatse lijk bestuur in loyale handen te houden, na melijk de benoeming van een burgemeester buiten den gemeenteraad. Eigenlijk was de heer Zimmerman reeds vroeger burgemees ter, om dezelfde reden, d.i. in 1928. Hij moet al zijn krachten gebruiken om een neutrali teit te handhaven die hem wellicht zooveel als de partijen van den gemeenteraad zwaar moet vallen. Het Heimattreue Front is de opvolger van den Heimatbund, die na de op heffing van het Baltia-regiem is ontstaan, in dien zin dat het Front de politieke actie voert terwijl de Heimatbund haar activiteit heeft ingesteld op het zuivere cultureele. Dit cultureele is uitsluitend ingesteld op Duitschland, dat spreekt van zelf. Er worden lezingen en eultuuravonden gehouden. Er wordt gezorgd voor verspreiding van uit Duitschland gezonden nationaal-socialistische lectuur. Er wordt alles gedaan wat mogelijk is om het contact tusschen de Heimat en de Duitsche districten van België te bevorde ren, tevens om het contact tusschen de districten en de Waalsche steden van de provincie Luik uit te schakelen. Dat is lang zaam maar vruchtdragend werk en als men op reis is in de districten en tracht te spre ken met handelaars en hotelhouders dan treft het hoe men er steeds op uit is zich in zoo'n algemeene termen mogelijk uit te drukken wat betreft de in de streek heer- schende verhoudingen. Men wil zich blijk baar aan niets verbranden. Zoo is de kwestie van Eupen-Malmédy op het oogenblik te be- oordeelen, niet omdat er onmiddellijke moeilijkheden by te verwachten zyn, maar omdat er aanwijzingen in te vinden zyn die duidelijk maken dat voor de toekomst het probleem blijft bestaan. In een volgenden brief zullen wy gelegenheid hebben hierop terug te komen. In het Hoogerhuis is Lord Snell voor de oppositie nog eens teruggekomen op de rede van den premier en de buiten- landsche politiek der regeering. Wapens en nog eens wapens, hoe noodzakelijk ze op dit oogenblik mochten zijn, konden nooit een oplossing geven voor fie bran dende Europeescne vraagstukken en een een ander middel had de premier niet aangegeven, aldus Lord Snell. De oppositie was daarentegen bereid om aan de grieven van Duitschland en andere staten tegemoet te komen door een onpar tijdig onderzoek en een welwillende behan deling op een conferentie van alle betrok kenen. Ook wilde zy nu een begin maken met de reconstructie van den Volkenbond en niet zooals de regeering Geneve totaal ver- waarloozen omdat het niet over de interna tionale machtsmiddelen beschikte op dit oogenblik. Wat Spanje betrof meende spr., dat de non-interventie alleen de party van Franco tot voordeel gestrekt had maar met Chamberlains voorzichtige houding nopens Tsjechoslowakije was spr. het voorloopig eens. De markies van Crewe zeide namens de liberale pairs, dat deze laatste verklaring een ernstige waarschuwing beteekend had die niet had nagelaten een gunstiger atmos feer in de Europeesche politiek te scheppen. Minister-president Hodza had van zijn kant eveneens begrip voor den toestand getoond en de Engelsche regeering zou goed doen den premier te Praag te steunen in zyn wensch om aan de wenschen van de Sude- tenduitschers aandacht te schenken, maar spr. wilde niet zoover gaan als een volks stemming die nieuwe scheuren in het land moet brengen. De aartsbisschop van Canterbury zeide, dat hij van zijn boven de partijen staand standpunt meende te mogen zeggen, dat de regeering den verstandigsten weg had inge slagen. Er bestond nog altijd eenige gevaar dat Europa in twee groote kampen verdeeld zou worden en de regeeringspolitiek om tus schen die beide uitersten te bemiddelen was verstandig en opportuun. Het was onmoge lijk om van den Volkenbond in zijn vleugel lammen toestand thans veel te verwachten en hoezeer spr. de steeds groeiende bewa- peningskosten van humanitair en christelijk standpunt betreurde, had de regeering thans geen andere lijn kunnen volgen. Lord Reddlesdale zeide, dat Hitier door zyn interventie in Oostenrijk een nieuw bloedbad en een nieuwen burgeroorlog ver meden had en dat geheel Europa hem daar voor dank moest weten. De Engelsche re geering kon dien dank niet beter uitspreken dan door een spoedige hervatting van de be sprekingen met Duitschland. Lord Cecil zeide, dat de politiek van den premier in zoover onvoldoende was, dat En geland te allen tijde kon nakomen en Lord Samuel leverde critiek op Churchills voor stel van een militaire alliantie met Frankrijk ofschoon de samenwerking tusschen beide landen de pyler van de Engelsche politiek moest blijven. Lord Halifax spreekt. Namens de regeering antwoordde Lord Halifax. Hy zeide, dat geen bewijs was ge leverd voor de herhaalde beschuldigingen, dat Italië nog onlangs Franco steun zou heb ben verleend. Hij zeide, dat het opgeven van de niet-inmenging zeer gevaarlijk zou zijn voor den vrede. De Britsche regeering zal alles doen wat in haar macht is om de niet- inmenging te doen handhaven zoolang de burgeroorlog zal duren en ook wanneer de burgeroorlog geëindigd zal zijn. Lord Halifax leverde critiek op de hou ding van de oppositie, welke hij een politiek van een collectief ultimatum noemde. Hij voegde hieraan toe, dat de regeering er meer prijs op stelde individueel de betrekkingen met de mogendheden te verbeteren. Vervolgens zeide hij, dat Engeland niet de politieagent van Europa kan zijn. Niemand zal kunnen zeggen, dat Engeland zijn ver plichtingen licht opneemt. Zij, aan wie En geland zijn woord heeft gegeven, zullen hier op kunnen vertrouwen. Er bestaat evenwel verschil tusschen de verplichtingen van het Volkenbondshandvest en de duidelijk om schreven verplichtingen ten aanzien van Alkmaar, 30 Maart. De opmarsch der Franco-troepen duurt nog steeds voort, al wordt de tegenstand der regeeringstroepen regelmatig grooter, zoo zelfs, dat deze een tegenaanval konden ondernemen. De hevigste gevechten zyn gisteren geleverd ten Zuiden van de Ebro en ten Zuid-Westen van Alcaniz. Volgens te Barcelona ontvangen berichten zijn de regeeringstroepen er in geslaagd, een groot aantal vliegtuigen in den strijd te brengen, welke de infanterie in staat stelden, doelmatigen tegenstand te bieden aan de rechtsche aanvallen. Gisteren verluidde het, dat Lerida in handen der nationalisten gevallen was. Dat bericht is echter voorbarig geweest Lerida is nog altijd in het bezit der regee ring, hoewel het ernstig bedreigd wordt. Zeker is, dat de petroleumtanks van de stad reeds zijn opgeblazen en dat de Mar- rokaansche troepen van Franco tot op korten afstand de stad genaderd zyn. De evenitueele val van Lerida zal van groote beteekenis zijn voor het verdere verloop van de huidige fase in den Spaan- schen burgeroorlog. Lerida is de hoofdstad van de gelijk namige Katalaansche provincie en telt ruim 35.000 inwoners. Strategisch is de stad van belang, omdat zy de Oostelijke dalen van de Pyreneeën, alsmede verschei dene paswegen naar het Katalaansche kustgebergte beheerscht. De provincie Lerida vormt tezamen met de provincies Gerona, Barcelona en Tarragona het ge bied van Kataloiuë, dat zulk een geheel bizondere positie in de Spaansche repu bliek inneemt. Een verovering van dit rijke industriegebied met zijn rumoerige, van natuur revolutionnaire arbeidersbevol king, zal van Franco's strijdmacht nog een zware campagne eischen, tenzij het verzet plotseling mocht ineenstorten en het einde van den strijd er is vóór men het verwacht. Hoewel dat laatste misschien vreemd klinkt, moet men toch eenigszins reke ning houden met een volkomen overgave door de republikeinen, omdat de over macht van Franco thans zeer groot schijnt. Maar tochde geschiedenis in dit deel van Spanje leert ons, dat een zich snel overgeven niet in den aard der Katalanen ligt. Hun geschiedenis L één lange strijd en Katalonië is altoos een haard van op standen geweest en de bakermat van het anarchisme. De Spaansche koningin heb ben het steeds ontzien en toen Philips IV omstreeks 1640 een poging deed om Kata lonië van zijn rechten te berooven, werd deze door de bevolking beantwoord met een opstand, waarbij zij den steun van Frankrijk kreeg. Pas in 1652 de strijd duurde dus meer dan tien jaar! slaag de de Spaansche generaal Don Juan er in, Barcelona te bezetten. Maar niet vóórdat hy had beloofd de rechten der bevolking te erkennen. Steeds maar hebben de Katalanen voor hun eigen nationale leven en hun cultuur moeten strijden. In de twintigste eeuw werden voortdurend door het centrale be wind te Madrid pogingen gedaan om Katalonië gelijk te schakelen", al be stond dit woord in dien zin nog niet! De Katalaansche taal (Romaansch van oor sprong) mocut niet meer worden gebruikt, het Katalaansche strafrecht werd door het Spaansche vervan ge.- en in 1937 werd de Katalaansche munt opgeheven Het rechtstreeksche gevolg was een herleving van het Katalaansche nationale bewustzijn en het ontstaan eener separatische bewe ging .Aanvankelijk heette zij het Centre Catala, dat zich later splitste in de Liga de Catalana en het Centre scolar Catalanista. Van den eenen opstand viel Katalonië in den anderen, waarvan de bloedigste die van 1895, 1923 en 1926 (onder Macia) waren. Na den val van koning Alfonso XIII keer de Macia terug en nam de leiding op zich van een republikeinsch-separatistische beweging, welke voor Katalonië een zekere mate van autonomie wist te verkrijgen. In den thans woedenden burgeroorlog is Katalonië eveneens een probleem voor de regeering te Madrid geweest. De voort durende wrijving tusschen Companys, den president der Katalaansche Generaliteit, en het Madrileensche bestuur hield pas op toen Franco's strijdmacht gestadig naderbij kwam. De republikeinsche regeering, die reeds van Madrid naar Valencia was ge trokken, begaf zich naar Barcelona, en hiermede was een „nationale eenheid" be reikt, welke meer door den nood van het oogen'blik dan door een vrijwillige toena dering werd verkregen. Het binnenrukken van Franco in Kata lonië moge misschien het laatste bedrijf van de militaire operaties beduiden, in politiek opzicht zal Kat. lonië stellig ook in de toekomst een der neteligste vraagstuk ken van Spanje's staatkundige ontwikke ling blijven. Frankrijk en België in geval van een niet- uitgelokten aanval. De minister van buitenlandsche zaken verklaarde verder te veronderstellen, dat door de huidige onderhandelingen met de regeering van Italië de goede betrekkingen zullen worden hersteld, waardoor een ware dienst zal worden bewezen aan het alge meen welzijn. Voorkomen moet worden, dat Europa in twee vijandige kampen wordt ver deeld. De minister besloot zyn toespraak, onder toejuichingen van de meerderheid, met de verklaring, dat wanneer het land zal hebben begrepen, welke groote rol het moet spelen in de toekomst van de wereld, het met alle kracht zal medewerken. De N. R. Crt.-correspondent te Berlijn meldde gisteravond: Een week geleden hebben wy mede gedeeld, dat het nog niet zeker was of men Schusehnigg een proces zou aandoen wegens landverraad. Dat hing onder meer af van het materiaal, dat men daartoe bijeen zou kunnen brengen. Nu generaal-veldmaar schalk Göring een toespeling op zoo'n proces heeft gemaakt, bestaat de neiging daaruit de conclusie te trekken, dat dit materiaal intusschen is verzameld en het proces reeds een uitgemaakte zaak is. Volgens onze in formaties gaat deze conclusie te ver. Het Duitsche rijksministerie van justitie werkt met medewerking van den gewezen Oosten rijkschen staatssecretaris van justitie Hüber een rapport of advies uit Eerst indien dit gereed is zal te hoogster plaatse worden beslist of het proces doorgaat of niet Wie bij de processen wegens landverraad en hoogverraad onwillekeurig denkt aan het hooggerechtshof te Leipzig vergete niet, dat die instantie tijdens de zaak van de brand stichting in den Rijksdag inderdaad de eenige voor zulke processen bevoegde in stantie was, maar dat daarin sedertdien een belangrijke wijziging is gekomen. Voor de kwestie van landverraad en hoogverraad is een afzonderlijke instantie ingesteld, te weten het volksgerecht te Berlijn. Bij dit volksgerecht komen alle gevallen van land verraad, maar het behoeft niet alle te be handelen. Het kan ze verwijzen naar het Oberlandesgericht en in dit geval zou bij voorbeeld verwijzing in aanmerking kunnen komen naar het overeenkomstige gerechtshof te Weenen en wel op deze overweging, dat Schusehnigg tijdens het begaan van de delicten geen Ryksduitscher was, maar Oos tenrijker en dus in overtreding kan zijn ge weest van de Oostenrijksche wet, maar niet tegen de Ryksduitsche wet. De mogelijke aanklacht. Voorshands komen voornamelijk vier punten voor een eventueele aanklacht in aanmerking: 1. Inbreuk op de Oostenrijksche grondwet van 1934 door het uitschrijven van het plebis ciet zonder voorafgaande raadpleging en toestemming van den Bondspresident en van de overige leden van den bondsraad. 2. poging om op bedriegelijke wijze in vloed te oefenen op het resultaat der volks stemming. Naar men weet zou te Graz en te Weenen documenten zijn gevonden, waar uit zou blijken, dat men reeds van te voren 97 pet. voorstemmers had gefixeerd; 3. het zoeken en aannemen van onder steuning voor de volksstemming bij aan den staat vijandige krachten, gelijk Joden en marxisten; 4. eventueel landsverraad daarin bestaan de, dat de vroegere bondskanselier gepoogd heeft buitenlandsche machtscentra te be wegen om tegen het Duitsche rijk te ageeren. Dit vierde en laatste punt kan misschien worden geformuleerd als volksverraad en niet als landverraad, want Schusehnigg was, gelijk gezegd, op het oogenblik, dat hij Lon den en Parijs raadpleegde geen Duitsch staatsburger, maar hij behoorde tot het Duitsche volk. Zooals gezegd, geldt het hier alleen eventualiteiten, want het staat nog niel vast of het tot een proces komt, en zoo ja, wat dan de aanklacht zou zijn en voor welke instantie het eventueele proces zal plaats vinden. Daaromtrent is alles moge lijk. Alleen zooals wij de vorige week reeds hebben opgemerkt, is aan te nemen, dat Schusehnigg, onverschillig of er een proces komt of niet, zal worden beschouwd als iemand, die gevaarlijk is voor den Duitschen staat en dat hy dus niet op vrye vceten zal worden gelaten. Gel-k bü verschülende ^- dere lieden in een dergelijke P°««e» f5 de zijne thans is, zal wel bii herhalmg de m anderd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1