VORS
COBRA
Financieel Overzicht.
derde blad.^^
dreigend conflict in
doodelijk ongeval te utrecht.
broedmachines in beslag
genomen.
ministerieel bezoek aan
raamsdonk en geertruidaberg.
het ontwerp romme en het
dienstbodenvraagstuk.
;debelmonte
^Binnenland
SIGARENINDUSTRIE.
Na langdurige besprekingen geen
vereenstemming bereikt.
Gister had onder leiding van den
rijksbemiddelaar in het vierde district,
mr T. J- Verschuur, wederom een be
spreking plaats met partijen, betrokken
bij het dreigend conflict in de sigaren-
industrie in Nederland".
Na langdurige besprekingen heeft de ryks-
h«rniddelaar partijen voorgesteld een loon
regeling te ontwerpen, gebaseerd op een
ÏITn voor de sigarenmakers in de derde ge
beente-klasse van f 23 voor een gemiddeld
«rrgckloon.
pe werkgeversvertegenwoordigers ver-
klaarden zich bereid dit voorstel aan hunne
leden voor te leggen. De arbeidsvertegen-
voordigers wenschten zich echter over dit
voorstel niet uit te spreken.
De rijksbemiddelaar heeft toen zijn voor
stel vervangen door een ander, dat Inhield
een loonregeling, gebaseerd op een loon van
12,25 per 1000 stuks voor de 5 cents sigaar,
met' bepaling, dat daaronder loon en van
3,/ en 4 cents sigaren zouden worden ge
bouwd en daarboven loonen voor de duur
dere sigaren. Deze regeling zou pas in wer
king treden, nadat de voor de patroons-orga
nisaties ontworpen ordeningovereenkomst
door den minister van economische zaken
zou zijn verbindend verklaard.
Dit voorstel werd door beide partijen af
gewezen.
De rijksbemiddelaar heeft toen verdere
pogingen om partijen tot elkaar te brengen,
opgegeven.
Onder den trein geraakt.
Gisteravond is op het centraal station te
Utrecht een o*ngeveer 30-jarige heer door
tot dusverre onopgehelderde oorzaak onder
den trein, welke om 18.50 uit Amersfoort
op het eerste perron aankomt, geraakt.
Stationspersoneel snelde aanstonds toe
om hulp te bieden. De man bleek evenwel
zoo zwaar gewond te zijn, dat eenige mi
nuten later op het perron de dood intrad.
Wegens overtreding der crisis-
wetten.
Gisteren heeft de politie van Eden, onder
leiding van den commissaris en in samen
werking met ambtenaren der crisiswetten
en rijkspolitie een inval gedaan bij eenige
inwoners van Meu-Lunteren, die verdacht
veerden van frauduleus te laten broeden.
Het resultaat was verrassend.
In beslag werden genomen bij P. v. d. P.
een broedmachine met vierhonderd eieren,
bi- J. .de B. een broedmachine met vijf
honderd eieren, bij T. M. vier broedmachi
nes met ongeveer vier honderd eieren en
bij de wed. T. v. d. L. een broedmachine
met duizend eieren.
Gistermiddag bracht de minister van
bmnenlandsche zaken, de heer H. van
Hoeyen een bezoek aan Geertruidenberg.
De minister was vergezeld van den com
missaris der koningin in de provincie
Noord-Brabant, jhr. mr. dr. A. B. G. M.
van Rijckevorsel, den griffier der provin
ciale Staten, den heer V. F. L. W. Cleerdin
en twee hoofdambtenaren.
Op het raadhuiis hadden zij een bespre-
kirg met den burgemeester, den heer J. L.
F M. Bianchi, betreffende het plan tot an
nexatie door Geertruidenberg van een ge
deelte der gemeente Raamsdonk. Het on
derhoud uurde een half uur.
Het bestuur van de Ned. Ver. van -Huis
vrouwen heeft een schrijven gericht tot den
minister van sociale zaken, waarin o.a. het
volgende wordt gezegd met betrekking tot
het wetsontwerp tot beperking van den ar
beid in loondienst van de gehuwde vrouw
en wel omtrent het verbod voor gehuwde
werksters, in kantoren, scholen, winkels,
*nï werkzaam te zijn, zooals tot nu toe
gewoonte was.
De vereeniging, die reeds sinds jaren aan
dacht wijdt aan het dienstbodenvraagstuk,
ziet hierin een maatregel, die het tekort aan
Nederlandsch huispersoneel nog zal doen
toenemen. Het schoonmaakwerk in kanto
ren, scholen, winkels enz. is n.1. aantrekke
lijk,- niet alleen omdat het slechts enkele
uren per dag arbeid vergt en er bovendien
een goed loon mee wordt verdiend, maar ook
omdat degenen, die het verrichten, in tegen
stelling tot het gewone huispersoneel, de
voordeelen van de sociale verzekering ge
nieten, dus bij ziekte het door de Ziektewet
bepaalde percentage, van het loon een half
jaar lang doorbetaald kunnen krijgen. Het
lijdt dan ook volgens adressant geen twij
fel, of de plaatsen, thans door gehuwde
werksters op de scholen en in het bedrijfs
leven ingenomen, zullen, wordt het ontwerp
wet, door ongehuwde vrouwen worden be
zet, die anders een betrekking als dienst
bode zouden aanvaard hebben.
Op deze wijze worden een aantal voor het
beroep van dienstbode geschikte meisjes
buiten dit beroep gehouden en een even
groot aantal huisvrouwen, die een dienst
bode geen werkster noodig hebben,
gedupeerd.
Om deze reden verzoekt genoemd bestuur
den minister de bedoelde bepaling te wijzi
gen, waarbij het tevens de opmerking
maakt, dat het, als men eenmaal de gehuwde
vrouw toestaat als werkster haar brood te
verdienen waartoe zij gewoonlijk door
den nood wordt gedwongen het toch
zeker niet billijk is te achten, haar dié be
trekkingen, die voor haar voordeelig zijn en
haar den kortsten tijd aan haar gezin ont
trekken, kunstmatig te onthouden.
!Bucqedi{ke Stand
EGMOND-BINNEN (Maart).
Geboren: Jacobus Antonius Jozef, z. v.
Wilhelmus Kramer en Albertina Maria Sto
ker. Maria Gemma, d. v. Olof Huiberts
en Maria Hopman. Cornelis Joseph, z. v.
Cornelis Baltus en Alida Zutt. Nicolaas
Theodorus Joseph, z. v. Nicolaas Tromp en
Theodora Boendermaker. Margaretha
Johanna, d. v. Petrus Dekker en Petronella
Dekker.
Ondertrouwd: Nicolaas van Duin
en Petronella Burger.
Getrouwd: Petrus Jacobus de Waard
en Catharina Alida Groot.
Overleden: Margaretha Albertina
Zoon, oud 63 jaar, echtg. v. Willem Scholten.
Petronella Koning, oud 55 jaar, echtg.
v. Meindert Beentjes.
De „vlucht" uit de aandeel en. Het
eind der depressie nog niet in zicht
De economische politiek van presi
dent Roosevelt een factor van groote
onzekerheid. Liquidatie van het
zilver-programma der Amerikaansche
regeering? Gunstige dividend-
besluiten van Nederlandsche maat
schappijen. - Een teleurstelling voor
de rubbermarkt. Verliezen voor de
Koninklijke Shellgroep door de con
fiscatie der Mexicaansche bezittingen.
Wel zelden heeft het eerste kwartaal van
een jaar de beurs zooveel teleurstelling be
reid als de achter ons liggende periode
drie maanden. Zelfs de „psychologische op
leving", die meestal in het begin van een
nieuw jaar valt waar te nemen, is ditmaal
uitgebleven, en daarna is het „van kwaad
tot erger" gegaan, totdat in de afgeloopen
week een toestand is ingetreden, die men
het best karakteriseert met „een vlucht uit
de aandeelenmarkt". Het ernstige van de
tegenwoordige situatie is, dat er geen
„bodem" in de markt zit; de koersen zak
ken weg, tengevolge van voortdurend aan
bod, waartegenover geen noemenswaardige
vraag staat. Ook dan, wanneer de beurs
rijp lijkt te zijn voor een technisch herstel,
kan dit niet krachtig doorzetten, doordat
inmiddels nieuwe ongunstige factoren het
aanbod wederom doen toenemen.
Het is natuurlijk niet voor het eerst, dat
de beurs een dergelijkt periode van diepe
depressie doormaakt, al moet worden ge
constateerd, dat het tempo, waarin de koers
val zich voltrekt, wel bijzonder snel is.
Zooals overal, herhaalt ook hier de ge
schiedenis zich, zy het met eenige afwij
kingen. De eenige troost, die fondsenhouders
uit het verleden kunnen putten, is, dat op
een periode van neergang nog altijd een tijd
vak van opgang is gevolgd, al heeft dit
laatste dan ook vaak lang op zich laten
wachten en al zijn er in den tusschentijd
vele zwakke broeders onder de ondernemin
gen, die den strijd om het bestaan niet kon
den volhouden ,op het slagveld achterge
bleven.
Vooralsnog is er zelfs aan den verren ge
zichtseinder, nog niets wat naar een ver
betering zweemt, waar te nemen en het is
dan ook nutteloos, reeds thans te vragen,
waar het eind van de tegenwoordige depres
sie ligt.
Bij alle politieke en economische moei
lijkheden, die de fondsenmarkt verontrus
ten, is er thans nog één factor gekomen, die
zich bij vroegere gelegenheden niet, of al
thans niet in zóó'n sterke mate, heeft doen
gevoelen, n.L het feit, dat het kapitaal zich
onder de tegenwoordige omstandigheden :n
verschillende landen niet meer veilig voelt,
als gevolg van de maatregelen der desbe
treffende regeeringen. Op de meest frap
pante wijze is deze onveiligheid tot uiting
gekomen in de onteigening van het bezit der
buitenlandsche petroleummaatschappijen in
Mexico. Minder in het oog loopend, maar
niettemin wellicht op den duur van even
groote beteekenis voor de toekomst der
groote ondernemingen, is het optreden van
de Amerikaansche regeering tegenover het
„groot-kapitaal". Meer dan iets ander is het
dit optreden en de onzekerheid ten aanzien
van de vraag, wat de toekomst in dit op
zicht nog zal kunnen brengen, die de onder
nemingslust in de Ver. Staten tot het nul
punt hebben doen dalen.
Een uitlating van president Roosevelt in
een dezer dagen gehouden rede heeft op
nieuw de aandacht gevestigd op het kern
punt van zijn economische politiek: ver
hooging van koopkracht door loonsverhoo-
gingen, terwijl bovendien de wet tot het
reorganiseeren der departementen van al
gemeen, die reeds door den Senaat is aan
genomen, den president uitgebreide be
voegdheden geeft, welke hij vermoedelijk
zal aanwenden om zijn geliefkoosde denk
beelden in den vorm van een herleefde
„New Deal" tot uitvoering te brengen.
Het zou ons te ver voeren, om hier nader
in te gaan op de befaamde „koopkracht
theorie"; een feit is het, dat zij op de groote
massa een sterke aantrekkingskracht heeft:
wie meer ontvangt, kan meer uitgeven; dus
de afzet van landbouwproducten en fabri
katen neemt toe, de werkloosheid vermin
dert en spoedig leeft men in een dorado.
Simple comme bonjour! De eenvoud van het
systeem maakt reeds, dat men er huiverig
tegenover moet staan. Als economische poli
tiek zóó gemakkelijk was, dan zou de ge-
heele wereld er inderdaad heel wat beter
aan toe zijn.
In werkelijkheid zijn de economische ver
houdingen heel wat ingewikkelder. Al da
delijk werpt zich de vraag op, of het bedrijf,
waarvan de hoogere loonen verlangd wor
den, in staat is, deze te betalen. In Amerika
laten de exploitatierekeningen van de
meeste ondernemingen dit des te minder
toe, omdat zy toch reeds zwaar belast zijn
door de hooge en vaak buitengewoon on
doelmatige belastingheffing. Een van de
grootste hindernissen, die aan een economi
sche herleving in de Ver. Staten in-den weg
staat, is de belastingwetgeving. Het eenige
lichtpunt in de tegenwoordige situatie is,
dat in het Huis van Afgevaardigden aan
een verbetering van dit stelsel „gewerkt"
wordt, nadat de Senaat blyk heeft gegeven
van eenig begrip voor de eischen van het
zakenleven. Gezien de vijandige houding
van de Amerikaansche regeering tegenover
het kapitaal mag men echter ook in dit op
zicht niet al te optimistisch zijn.
Wel zal men vermoedelijk binnenkort
weer pogingen van regeeringszijde zien, om
door het verleenen van steun in den vorm
van credieten daar, waar de toestand het
ernstigste is, eenige ontspanning te brengen.
Deze week werd trouwens reeds melding
gemaakt van plannen, om door bemiddeling
van de „Refico" (d(e Reconstruction Finance
Corporation) credieten ter beschikking te
stellen van gemeenten en industriëele on
dernemingen, waarvoor in totaal 154 mil-
liard dollar beschikbaar zou zijn. De moei
lijkheden worden hierdoor natuurlijk niet
in hun kern aangetast, maar hoogstens ver
schoven; bovendien springt het inflationis-
tische karakter van een dergelijke steun ver
leening duidelijk in het oog. Trouwens, bij
de beoordeeling van de toekomstige verhou
dingen in Amerika dient men terdege reke
ning te houden met de mogelijkheid van
nieuwe inflationistische tendenzen, wanneer
de regeering geen anderen uitweg uit de
moeilijkheden mocht zien. Zy, die uit vrees
voor politieke verwikkelingen in Europa
„in den dollar" gevlucht zijn, zouden dan
wellicht opnieuw opgeschrikt kunnen wor
den en wter in een andere valuta hun heil
moeten zoeken.
In de afgeloopen week viel er overigens
weinig meer te bemerken van een groote
vraag naar dollars. Voor het eerst cinds lan
gen tijd overheerschte zelfs het aanbod in
dit devies, zoodat de noteering zich per saldo
wat lager stelde. Dit is voor een groot deel
toe te schrijven aan de buitenlandsche ver-
koopen van Amerikaansche fondsen, tenge
volge van het heerschende wantrouwen in
de economische politiek der Amerikaansche
regeering. Het gebrek aan stabiliteit in het
optreden van het Amerikaansche gouver
nement op financiëel-economisch gebied
wordt duidelijk in het licht gesteld door de
jongste gebeurtenissen op de zilvermarkt.
Het is nog altijd niet duidelijk, of het
stopzetten der Amerikaansche zilveraankoo-
pen in Mexico en een direct daarop gevolg
de herhaaldelijke verlaging van den aan
koopprijs van zilver als voorboden moeten
worden beschouwd van een algeheele op
heffing, of een diengaande wijziging van de
„zilverpolitiek" der Amerikaansche regee
ring, dan wel of men hierbij slechts met op-
portunische en derhalve tijdelijke maatrege
len te doen heeft. Voor de eerste opvatting
spreekt de omstandigheid, dat de poging der
Amerikaansche regeer in g, om tot een soort
van bi-metallisme terug te keeren, reeds
lang mislukt moet worden geacht. Aan den
anderen kant kan men zich nauwelijks
voorstellen, dat de regeering het zal aan
durven, door het staken van de zilver-
aankoopen de zilver-producenten in en bui
ten de Ver. Staten in groote moeilijkheden
te brengen. Reeds thans is de zilvermarkt
ernstig ontwricht en dit heeft ook zyn in
vloed op de andere goederenmarkten niet
gemist. Op zyn beurt heeft dit weer een
ongunstige uitwerking op de fondsenmark-
ten gehad.
Terwijl de Amsterdamsche beurs zich een
tijd lang vrij goed bestemd had getoond te
gen de van de buitenlandsche centra uit
gaande depressie, is het in de laatste week
ook hier tot een ware „koersafbraak" geko
men. Het merkwaardige is, dat er juist de
zer dagen een geheele reeks van gunstige
dividend-besluiten werden bekend gemaakt,
die onder rustigere omstandigheden stellig
de aandacht op de desbetreffende fondsen
zouden hebben gevestigd, zy het ook, dal
men er rekening mede dient te houden, dat
de thans gepubliceerde resultaten betrek
king hebben op een achter ons liggende pe
riode en dat de vooruitzichten voor het loo-
pende jaar meest minder fraai zijn.
Om enkele dezer dividend-voorstellen te
noemen: de Nederlandsche Kabel 22 pCt. te
gen 20 pCt. vorig jaar, Lettergieterij „Am
sterdam 7 tegen 6 pCt., Kiene Co. 4 pCt.
tegen nihil, Stoomvaart My. „Noordzee" 5
pCt tegen nihil vorig jaar, en wat de In
dische cultures betreft: Rubber Mij. Basilam
7 pCt tegen 3 pCt., Cult. Mij. Soerowinan-
goen 12 pCt. tegen 10 pCt. Cult Mij. Boekit
Lawang 13 pCt. tegen 8 pCt., Oost-Java Rub
ber 11 pCt. tegen nihil, Zuid-Preanger Rub
ber Mij. 7 pCt. tegen 6 Ct. vorig jaar.
Ondanks deze gunstige rubber-dividenden
zijn juist in de hoek van de rubberwaarden
de grootste slagen gevallen. Men heeft in
deze afdeeling, en dan meer speciaal wat de
incourante aandeelen betreft, weer hetzelfde
meegemaakt, wat reeds zoo vaak, zoowel in
hausse- als in baisse-tijden, is geschied:
koersverschillen van 10 tot 25 pCt. in enkele
oogenblikken tyds, zonder dat het aanbod
overweldigend is. De markt voor deze fond
sen is nu eenmaal zeer beperkt en'evenals
in een hausse-tijd het geringe materiaal niet
voldoende is, om de vraag naar een paai
stukken te bevredigen, zoo kan by een on
gunstige beurs het aanbod ook uiterst moei
lijk worden opgevangen. Zoo kon het ge
beuren, dat Woensdag j.L aandeelen Indische
Rubber daalden van 126 tot 100 pCt., om ver
volgens tot 109 pCt. te verbeteren; Deli Ba
tavia kwamen van 106 op 80 pCt. met een
herstel tot 91 pCt. enz. In een markt als de
tegenwoordige is het meer dan ooit noodig
om wanneer men tenminste niet om een
of andere reden coute que coute van zyn
bezit af wil een limite vast te stellen.
Dé directe oorzaak van de scherpe daling
in de rubberhoek vormde het besluit van
het Internationale Rubber Comité, om het
percentage der restrictie voorloopig niet te
wyzigen. In rubberkringen had men, met
het oog op de huidige statistische posiue van
de rubbermarkt, stellig verwacht, dat, zoo-
al niet voor het tweede, dan althans voor
het derde kwartaal van dit jaar de restric
tie met 10 pCt. verscherpt zou worden, en
het export-percentage dus zou worden ge
bracht op 50 pCt. van de standaard-produc
tie. Het is niet onmogelijk, dat dit alsnog zal
geschieden; het Comité heeft de beslissing
hierover echter opgeschort tot zyn byeen-
komst aan het eind van Mei. De handelaren
en andere belanghebbenden, die posities heb
ben loopen of groote voorraden bezitten,
durven echter het risico niet aan, deze ver
der aan te houden, nu zy er niet zeker van
zyn, dat over drie maanden tengevolge van
een vermindering van den aanvoer een ver
betering iir den toestand der rubbermarkt
zal intreden.
Naar verluidt, zouden de Nederlandsche
leden van het Comité veel gevoeld hebben
voor een verlaging van het uitvoer-percen-
tage voor het derde kwartaal, maar daar
tegenover zou de meening van de meerder
heid van het Comité hebben gestaan, dat
zoo'n maatregel niet zou hebben geleid tot
een voldoend groote prijsstijging, om de
producenten schadeloos te stellen voor de
verdere productie-beperking, die natuurlijk
tot een vermindering der inkomsten leidt.
De omvangrijke en ten deele gedwongen
rubber-verkoopen op de Londensche markt
hebben de rubbemoteering aldaar doen da
len tot 5 d. per lb., waarop eenig herstel is
gevolgd, dat ook in de rubberafdeeling op
de Amsterdamsche beurs een kleine verbe
tering heeft gebracht.
Aandeelen Koninklijke Petroleum onder
vinden nog in meerdere mate dan de vorige
week den terugslag van de confiscatie van
de bezittingen harer Mexicaansche dochter
mij., de Mexican Eagle Oil Co. Er bestaat
weliswaar goede kans, dat de Mexicaansche
regeering hiervoor, onder den druk van
Amerika, schadevergoeding zal geven, doch
het is maar de vraag, of deze vergoeding in
verhouding zal staat tot het bedrag, dat in
den loop van de jaren in deze bedrijven is
geïnvesteerd. Voor de totale schadevergoe
ding aan alle buitenlandsche maatschappijen
is een bedrag genoemd, neerkomende op
nog geen 100 millioen, terwijl de Konink
lijke Shell-groep alleen al naar schatting
250 millioen in Mexico heeft geïnvesteerd.
En dan staat het nog te bezien, of de Mexi
caansche regeering inderdaad het voor de
onteigening te betalen bedrag door middel
van een staatsleening zal kunnen bijeenbren
gen, nu de economische toestand zoo zeer
geschokt is door de stopzetting van de Ame
rikaansche zilveraankocg>en en het uiterst
moeilijk blijkt, de olie van de geconfiskeerde
ondernemingen te vervoeren, resp. te ver-
koopen.
De industrieele afdeeling werd door de al-
gemeene baisse-stemming meegesleept. Voor
al Philips' boekten een scherp koersverlies,
op de verwachting, dat een nieuwe econo
mische crisis de afzet van de Philips'-pro-
ducten zal belemmeren. De vrees voor een
vermindering van het vrachtvervoer weer-
spigelde zich in een verdere koersdaling van
scheepvaartaandeelen. Indische suikeraan-
deelen en tabakken waren eveneens lager,
Deli Batavia minder dan de anderen, omdat
de monsters van het nieuwe product wijzen
op een beteren oogst dan vorig jaar.
Eerst tegen het einde der week kon op
de Amsterdamsche beurs een koersherstel
van eenige beteekenis doorbreken, zonder
dat in de grondstemming echter een belang
rijke wijziging kwam. De aanhoudende en
scherpe koersdaling heeft de noteeringen
van vele goede aandeelen op een niveau ge
bracht, dat ze, zelfs rekening houdend met
minder gunstige resultaten over het loo-
pende jaar, aantrekkelijk maakt voor beleg
ging op langen termijn, en er vielen dan ook
weder voor het eerst sinds geruimen tijd
aankoopen van bona fide beleggers te con-
stateeren.
Op de obligatiemarkt was de handel in de
afgeloopen week weer zeer stil en bij ge
brek aan belangstelling brokkelden de koer
sen nog wat af.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
3 pCt. Nederland '36 101, 10054, 100 9/16;
3 pCt. Nederland '37 98i/2, 97 1/16. 97 9/16;
3%-3 pCt. Nederland 10054, 100 1/16,
1001/8;
ieuiileion
Door
MARK CHANNING
Ned. bewerkirjj
door MAKI
H)
Een oogenblik deed de schitterende grootsch-
heid van het decor haar vergeten, dat ze
gevangene was. machteloos en bijna zeker
bedreigd met oneer of dood. Boven aan de
heiimg naast een diepen afgrond, riep de
aten van Chirine haar terug tot de treurige
werkelijkheid.
De doorgang, welke we zoo juist gepas
seerd zijn, heet de „pas van de Slang", ver
kondigde zij blijmoedig, haar paard de spo
ren gevend om het naast Diana te brengen;
enkele mannen zijn er nog in, ze lijken
wel mieren tusschen twee opstaande graf-
it&tticn
De Perzische had den smaak der Ooster-
linflen voor beeldspraak.
Kalslag van paarden deed Diana om-
kiiken Alam Khan, gevolgd door eenige
van zyn sirdars. kwam in razenden galop
haar achterop, vloog als een werwelwind
voorbij en verdween in een bocht van den
Oiinne keek hem na met peinzenden
jndere helft van den troep komt
langs een anderen weg", verklaarde ze.
Daarop brak ze plotseling af: ze had
zich verpraat.
Diana begreep terstond, dat Alam Khan
zyn mannen verdeeld had, om de achter
volgers op een dwaalspoor te brengen.
Zoodra zy voorzag, dat het ijdel zou zijn
de komst van een hulpcolonne te verwach
ten vóór zij als gevangene binnen het
Paleis van den Spiegel was gebracht, keer
de door een zonderling verschijnsel de ge
ringschatting, welke zij voor elk physiek
gevaar voelde, terug. Doch de vrees van
Colin Gray nooit weer te zullen zien,
bleef.
„Kijk zeide Chirine tot haar, „daar on
der 't vooruitspringenden rotsblok, daar
ligt het Paleis van den Spiegel.
Gewoonlijk begeleidde stormachtig ge
juich Alam Khan, wanneer hy, terugko
mende van een expeditie, langs het steile
pad reed, dat naar het paleis voerde; van
daag drukte een somber stilzwijgen op de
menigte en slechts een enkele misdadiger,
begeerig den Cobra te toonen hoe groot zijn
aanhankelijkheid voor zyn stamhoofd was,
begroette hem met den gebruikelijken wel-
komstkreet van de grens. Het volk had ge
rekend op het gewone schouwspel, dat een
barbaarsche triomphtocht biedt en er
was geen spoor van te bekennen. Geen
konvooi van lastdieren met buit beladen
volgde het „hoofd". De Cobra galoppeerde
voort zonder geld onder het volk te strooi
en. Geen gevangenen met verwilderde ge
zichten en met bloed bevlekte verbanden,
waarvan 't zien alleen al woest geschreeuw
uitlokte: bedreigingenen beleedigingen met
schorre of kryschende stemmen, al naar
gelang het geslacht, waartoe de woestaards
behoorden.
En zoo zouden ze zelfs niet eens het ver
maak te zien krijgen van de openbare
pijnbank op het Strydplein. Het volk van
den Cobra zag zich beroofd van een privi
lege, dat het van oudsher toekwam. Het
kon ook niet weten, dat, op bevel van
den „Man met den Sluier" zijn bood
schapper had onderweg het pad van Alam
Khan gekruisd gedurende de week van
den rit naar het paleis plunderen verboden
was geweest, evenals de zegetocht
De Cobra beschouwde het verbod als een
persoonlijke beleediging een ongeoor
loofde dwingelandij in de oogen van
iemand voor wien bloedvergieten en woeste
optochten het zout van 't leven beteeken-
den. Hy was slim genoeg om te begrijpen,
dat de ontvoering van de dochter van den
Britschen resident een nederlaag van de
Mongoolsche bergbewoners als nasleep kon
hebben, indien althans Simla mobiliseerde
en tot den aanval overging. Bepaalde daar
entegen Simla er zich toe een protest aan
den Mir te zenden, dan zouden alle berg
stammen opstaan in de veronderstelling,
dat men het Indische gouvernement kon
behandelen zooals de Cobra dit herhaalde-
lyk dorpen deed, wanneer hy de vrouwen
der hoofden schaakte.
Ongetwijfeld gaf de Gesluierde Man er
zich regenschap van hoe gespannen de
toestand was en hy begeerde niet, dat de
ontvoering van het Engelsche meisje
dienstbaar zou worden gemaakt aan poli
tieke oogmerken, welke dan ook. Nochtans
dreunden de laatste woorden van het bevel
nog steeds in de ooren van den Cobra: „In
dien ge de geringste dwaling begaat, dan
zal uw groot hoofd aan de galg bengelen
aan den baard opgehangen en zoo laag,
dat ieder er op zal kunnen spuwen". Er
over nadenkend balde Alam Khan in een
vlaag van machtelooze woede zijn gewel
dige vuist.
Hij uitte een verwensching, terwijl zijn
zwarte hengst een zijsprong maakte.
Een oude vrouw, het weinige, korte haar
in pieken over de hoekige schouders, was
op hem toegeschoten en had zich onder
de hoeven van zijn paard geworpen.
„Oude knol! Satan hale je!"
Een stokkerige arm stak hem een stuk
papier toe.
„Lees!brulde de Cobra tegen een
Hindoeschen koopman, die stond te beven
als een rietje.
Niettegenstaande Alam Khan een uitste
kend ruiter was, kostte het hem moeite
zijn steigerend paard in bedwang te hou
den.
„Ik verlang bloedwraak, Oh Khan", riep
de vrouw, haar gezicht uit het stof ophef
fend.
„Waarom?"
De machtige stem van den Cobra kwam
zelfs boven het verschrikte gehinnik van
den zwarten hengst uit.
„Jaffir, die schurk, heeft mijn zoon de
ooren afgesneden".
„Bedaar, vrouw", knarsetande Alam
Khan, terwijl hij zijn paard tusschen zijn
beenen kneep. „De ooren van een onnoo-
zele zijn nutteloos, oude heks. Jaffir zal
ongetwijfeld zijn reden er voor hebben ge
had. Spreek op!"
„Mijn jongen stond het muildier van dien
dikken vent in den weg, het sprong op zij
en gooide hem er af. Dat Satan zyn ziel
martele", kryschte wraakgierig de vrouw.
„Bij den baard van den Profeet",
schreeuwde Alam Khan, „ik geloof dat de
moeder hetzelfde lot wil ondergaan als
haar zoon".
Hij dwong zyn nog steeds steigerend
oaard terug te gaan en 't daarop de sporen
gevend, kwamen de hoeven der voorbee-
nen van het zenuwachtige dier neer op de
oo den grond liggende gedaante, die er on
der verpletterd werd.
Toen de Cobra het paleis binnenging was
de eerste, dien hy ontmoette, Jaffir, den
eunuch, die gedurende zijn herhaaldelijke
afwezigheid den scepter in den harem voer
de.
„Oh Hoogheid... Oh Voornaamheid...
kreunde hij en boog als voor een sultan,
„wil zoo genadig zijn het rapport aan te
hooren van dezen onwaardigen mensch,
kruipende in het stof.
„Spreek, of rryn olifanten zullen je ver
trappen en radicaler dan jouw muildieren
dat zouden kunnen", bromde Alam Khan,
terwijl hij het stof van zyn naar boven
omgebogen schoenen sloeg.
„Gulbundun, dat ontuchtige kind", be
gon Jaffir.
..Indien één van de vrouwen uit mijn
harem ontuchtig is, dan zal haar ziel die
van zekeren eunuch in de hel ontmoeten!"
schreeuwde zijn woedende meester.
Jaffir maakte een slaafsche buiging.
Sluw als hy was, begreep hy een misslag te
hebben begaan en hij verschool zich achter
een bescheiden stilzwijgen. Een brenger
van slechte tijdingen liep kans door den
Cobra gedood te worden.
(Wordt vervolgd).