ASPIRIN LUCHTBESCHERMING HEEMAF f9 O.- Speciale Opel service de N.V. Nassau Garage. eerste blad. Bij griep, verkoudheid, rheumatiek. De uitwerking van het gai is minder groot dan die der neergeworpen bommen. IN HET BUITENLAND IS MEN ONS VOOR. STOFZUIGER Alkmaar, Woensdag. LIJK OPGEHAALD. Hedenmorgen is uit de Ringvaart langs den Huigendijk te Oudorp het Hjk opge haald van den 68-jarigen heer F. H., die in een inrichting alhier verpleegd werd. De heer H. was vroeger inwonende van de gemeente Koedijk. WINKELIERS, WEEST OP UW HOEDE! Gister heeft een dame van ongeveer 40 jaar, net voorkomen, gekleed in bruine mantel, by een winkelier getracht een Belgisch vijf francstuk uit te geven voor een rijksdaalder. Aangezien dit 5 franc - stuk slechts pl.m. 40 cent waarde heeft, zy men op zijn hoede. De winkelier, de ons dit mededeelde geloofde, dat de dame niet wist, dat zy een 5 francstuk en niet een rijksdaalder in haar bezit had. Zij toonde zich althans zeer verwonderd toen haar het geldstuk terug gegeven werd. Nader blijkt, dat deze zelfde dame later gepoogd heeft hetzelfde geldstuk in een anderen winkel eveneens zonder succes gepresenteerd heeft. Zy zeide toen het geldstuk waarschijnlijk bij het wisselen van een tientje in Zaandam te hebben ont vangen. AFDEELING ALKMAAR DER VEREENIGING VOOR PEDAGOGIEK. Men schrijft ons: Voor de afdeeling Alkmaar der vereeni- ging voor Paedagogiek zal op Vrijdag a.s. des avonds kwart voor acht in de dancing van de „Harmonie" als spreker optreden prof. R. Casimr van 's-Gravenhage. Als onderwerp van zijn rede koos de afdeeling: ..Behoud en vemieuwng in de opvoeding". De nog jonge afdeeling, opgericht door de bemoeiingen van den heer Dun. inspecteur van het L. O., heeft hiermede een geluk kige keuze gedaan. Professor Casimir is te Alkmaar geen onbekende en trekt steeds een aandachtig gehoor. De toegangsprijs is zoo laag gehouden, dat dit voor niemand een bezwaar behoeft te zijn. Mogen vele ouders en onderwijzers, wien de opvoeding van het komend geslacht ter harte gaat, zich dezen leerrijken avond ten nutte ma ken! WIE BEN IK?" Maandagavond in het Vrjjm. Logegebouw wilde de heer M. H. P. van der Veen, lid van de Blavatsky-Loge der Theosofische vereeniging trachten een antwoord te ge ven op dfrae zeer belangrijke vraag, die zich vroeger of later aan ieder mensch op dringt. Wanneer geluigd, op redelijke gronden aangetoond en door een ieder individueel meer en meer gerealiseerd kan worden het natuurfeit, dat de innerlijke mensch is van goddelijken oorsprong, zoodat hij niet langer uitsluitend redeneert en handelt naar: ik ben mijn stoffelijk lichaam, met z'n onder scheidene ik-zuchtigheden, dan verandert er inderdaad veel. De menschelyke vorm is een afstamme ling van een zeer lange, ononderbroken reeks van voorouders, en ontwikkelde zich in den loop van millioenen jaren tot het wonder van inrichting en doelmatigheid, dat het nu is. Heel deze lang evolutiegang wordt in al zijn opeenvolgende fasen her haald in de voorgeboortelijke ontwikkeling van het embryo en verder in die van het opgroeiende kind. Spreker werkte dit ver der uit. Een belangrijk punt in de geschiedenis der menschheid vormde de geleidelijke overgang der menschen van ijle, etherische lichamen in dichtere, physieke stof, in den Bijbel symbolisch voorgesteld door de me- dedeeling, dat Adam en Eva zich hulden in rokken van vellen. De millioenen cellen, waaruit een lichaam is opgebouwd, zijn na zeven jaar volkomen vervangen door nieuwe. De mensch is een geestelijk wezen, zich openbarend in een physiek lichaam, door de eeuwen heen gegroeid, in een gevoels- (astraal) lichaam en in een gedachte (men taal) lichaam, de beide laatste van te fijne trilling om door het physieke aan het bewustzijn overgebracht te worden. Een aantal citaten uit den Bijbel toonen aan, hoe ook daarin onderscheid wordt ge- tusschen een natuurlijk en een gees- e Uk lichaam. Onze gevoelens kunnen kilt* *?dachten overheerschen, en omge keerd. Daar boven staat ons „Ik" om tus- weg11 te vindp6nd ®a<^ten 111 ons zelfden vinden. („Er is een wet in miine leden, die strijdt met de wet mijns gemoeds- de goede dingen, die ik wil, doe ik iriet de kwade, die ik niet wil, doe ik". PaSus? Willen wy leeren onze onderscheidene lichamen (d.w.z. onze emoties en gedach ten) te beheerschen en harmonisch te ma ken, opdat wy een grootere bron van geluk kunnen zijn voor onze omgeving, dan zullen we de algemeene wetten moeten leeren kennen, waaraan deze groei en ontwikke ling onderhevig zyn. In de Theosofische literatuur worden de groote wetten, volgens welke de evolutie van Leven en Vorm zich voltrekt, in een schitterend overzicht uitge legd, en de ernstige bestudeerder zal er, als zoovelen met hem, steeds opnieuw verdie ping van inzicht in kunnen vinden. Spreker stond stil bij het verschil tus- schen het kennen van de dingen door mid del van het hoofd, van het hart en door mid del van beide en komt dan tot het begrip, dat temidden van al het vergankelijke, het betrekkelijke, dat ééne blijvende in alles zit, ook in ons. Alles wat beweegt wordt be wogen, en de beweger is het eene leven, dat wij allen en alles wat leeft, zyn. Tijdelijk hebben wij echter het begrip van de afge scheidenheid, omdat wij slechts beperkt be wust zijn. In het mineraal ligt de bewust heid van dat oorspronkelijke Eene slapend, in de plant droomt het, in het dier wordt het wakker. De mensch is de eerste in de reeks, die zegt: ik ben ik. Dit ik als denker, gevoeler en handelingswezen, zal zich, ver der evolueerend, steeds meer bewust wor den van zyn oorsprong, van dien geest van het Eene. Door er zich mede te vereenzel vigen, zal hij eens komen tot het standpunt: ik ben dat, ik ben gij. Tusschen deze twee trappen ligt de pel grimstocht der menschheid, door een kleine 'minderheid ervan reeds volbracht. Daar aangekómen, is de mensch gewor den een volkomen medewerker in den wijn gaard des Heeren. die zich volkomen met het eene leven heeft verbonden. EEN GETUIGENIS AVOND VOOR DEN VREDE. Men schrijft ons: Terwijl in geheel Europa de laatste jaren de vrees voor een komenden oorlog steeds toenam, werd als gevolg daarvan ook da wedloop in bewapening bij alle volkeren steeds sterker. Als gevolg daarvan nam dan het oorlogsgevaar weer toe. Merkwaardig is, hoe in den laatsten tijd, o.a. uit het succes van talrijke anti-oorlogsfilms blijkt, dat ve len toch met grooten afschuw tegenover de gedachte van een nieuwen grooten oorlog staan. Men wil den oorlog stellig niet, al thans hier in Nederland. Maar een gevoel van algemeene machteloosheid maakt zich toch langzamerhand van zeer velen meester. Inderdaad ligt het niet in onze macht het wereldgebeuren te beheerschen. Maar even min is het geoorloofd te zwijgen, wanneer men ziet, dat de menschheid zich op een verderfelijken weg bevindt. Daarom gaat de vereeniging „Kerk en Vrede" voort met haar getuigenis te geven, ook in dezen tijd. Zij wil er de menschen, in de eerste plaats de Christenen, van doordringen, dat oorlog zon de is. Al kan zy door een dergelijke getui genis den oorlog niet verhinderen, zij meent toch haar woord te moeten spreken. In het bijzonder in deze dagen vóór Goede Vrijdag, waarin de gemeente het lijden en sterven van Jezus Christus herdenkt, ge voelt „Kerk en Vrede" zich gedrongen haar getuigenis tegen den oorlog te doen hooren. Jezus lijden en sterven spreken voor haar een zeer duidelijke taal. „Het is beter on recht te lijden dan onrecht te doen". Daar om beschouwt zy het als een schending van Gods heiligen naam, wanneer vanwege de kerken het oorlogsbedrijf wordt toegelaten of zelfs goedgekeurd. Te Alkmaar houdt „Kerk en Vrede" daar om in de z.g. stille week voor Paschen een openbaren getuigenisavond op Maandag 11 April, 's avonds kwart over acht in de Ka- pelkerk op de Laat, welke daarvoor door de kerkvoogdij van de Ned. herv. gemeente werd beschikbaar gesteld. De voorzitter van de vereeniging, dr. M. van der Voet, Ned. herv. predikant te Haarlem-Noord, zal daar sreken over: „Wat wil Kerk en Vrede?" De afdelingsvoorzitter, ds. Fr. Kuiper, doops gezind predikant alhier, zal in zijn openings woord spreken over: „Wat ons als Christenen bedreigt", terwijl ds. F. W. Rappold, remon- strantsch predikante alhier, den avond zal sluiten. De toegang is vrij voor leden van alle kerkgenootschappen en alle belangstel lenden van buiten de kerken. 1PENBARE LESSEN OP DE HUISHOUDSCHOOL. Op uitnoodiging van de directrice van de Huishoudschool hebben we gistermiddag de openbare lessen dezer school bijgewoond en evenals de daartoe uitgenoodigde ouders en belangstellenden een juist overzicht verkre gen van hetgeen er op deze voor onze stad en omgeving zoo belangrijke school op de normale wijze gepresteerd wordt. Er heeft in dit geval dus geenszins de bedoeling voor gezeten om nu eens extra voor den dag te komen met reeds van de voren vervaardig de of geproduceerde artikelen en dit alles in expositie-vorm aan de bezoekers voor te zetten, neen, men heeft zjilks met opzet ver meden om de genoodigden nu eens in de gelegenheid te stellen een kijkje te nemen achter de coulissen, om dus voor één keer eens een onbescheiden blik te kunnen wer pen op het leven en de werkmethodes van ae industrie- en huishoudschool. En zoo bezien kunnen we niet an ders zeggen dan dat de opzet volledig be antwoord heeft aan de gestelde verwachtin gen. op onbedwongen, dus normale wijze, waren de klassen aan het werk en dat hier II. Wanneer vijandelijke vliegtuigen boven onze steden verschijnen, zullen zij gassen verspreiden of bommen laten vallen. De meest voor de hand liggende veronder stelling is, dat zij dit zullen eombineeren, zoodat de strijd tegen luchtaanvallen met beide factoren rekening zal moeten houden. In den thans achter ons liggenden wereld oorlog is bet gas een zoo verrassend en ver woestend aanvalswapen geweest, dat wij ons den gasoorlog nog al het wreedste van dezen tijd herinneren. Niemand zal kunnen zeggen in hoeverre men by de weermacht van diverse landen den gasaanval thans geperfectionneerd heeft, noch welke nieuwe uitvindingen er in de laboratoria zijn gedaan om de uitwerking van deze aanvallen nog verschrikkelijker te doen zijn dan wij ze tot dusver gekend heb ben. Maar het is een feit, dat deskundigen het grootste gevaar voor de bevolking bij aan vallen uit de lucht niet in het gas zien, maar in de bommen. Gas en bommen. Tegen gas zal men zich zoo doeltreffend mogelijk kunnen beschermen, tegen de zoo genaamde brisantbommen is dit vrijwel uit gesloten, wat natuurlijk geenszins beteekent, dat wij maar lijdzaam moeten afwachten tot huizenblokken door dergelijke projectielen worden getroffen. Wat de verduistering betreft, is het al weer de groote vraag of men een stad zoo danig in het donker kan zetten, dat zij door bestuurders van vijandelijke vliegtuigen niet gevonden kan worden. Bij vliegers, die met kompas, met tijd en snelheid rekening houden is dit onwaarschijnlijk, nog afgezien van de middelen, welke men tegenwoordig bezit om zich door het laten vallen van licht- kogels terdege te oriënteeren. Bovendien zullen vele door het maanlicht beschenen waterwegen in ons land voor de nachtelijke vliegers goede wegwijzers blijken. Mag dit een reden zijn om te besluiten zich van elke poging tot afweer te onthou den? Integendeel, want hoe grooter de zekerheid is, dat wy door projectielen uit vliegtuigen getroffen zullen worden, des te grooter wordt ook de plicht alles in het werk te stellen om de rampzalige gevolgen daarvan tot den kleinsten omvang te beperken. Er is nog geen jaar geleden een Tapport versche nen van de zoogenaamde oorlogsgassencom- missie der Nederlandsche chemische vereeni ging, waarin de resultaten werden kenbaar gemaakt van een onderzoek naar de aan die vereeniging gestelde vraag of het technisch en economisch mogelijk zou zij het Neder landsche volk zoo te organiseeren en van zoodanige hulpmiddelen te voorzien, dat de groote massa der burgerbevolking beveiligd zou zijn tegen een aanval met chemische strijdmiddelen. In dat rapport is men eveneens tot de verrassende conclusie geko men, dat het gevaar van deze strijdmidde len veel kleiner is dan dat van de bommen. De doeltreffendheid van gasaanvallen is in hooge mate afhankelijk van de weersgesteld heid en al zijn deze aanvallen van zeer ern- stigen aard vooral in samenwerking met bomaanvallen voor menschen die zich tijdens een luchtraid op straat bevinden, in het algemeen wordt aangenomen, dat er ir. huizen welke volgens de voorschriften zoo goed mogelijk gasdicht zijn gemaakt en bo vendien nog van een extra geschikt ge maakte schuilplaats voorzien zijn, niet veel gas zal doordringen, zoodat men daarin wei nig gevaar zal loopen. Alleen mosterdgas komt in aanmerking versproeid te worden, maar men meent in deskundige kringen, dat het resultaat, behalve by personen, die zich op straat bevinden, by behoorlijke gastrai- ning en voorbereiding veel minder hevig zal zyn dan een aanval met brandbommen. Moordende epidemieën door uitstrooïng var. bacterieën, worden niet gevreesd en men zal pogingen tot verspreiding van besmettelijke ziekten eerder kunnen verwachten door de werkzaamheid van sabouteurs en spionnen te midden der bevolking. Het bommen gevaar is het allergrootste. Men neemt aan, dat aanvallende vlieg tuigen een snelheid hebben van 300 tot 350 K M. per uur en zelfs van 450 K M. voor de snelste typen. Deze snelste typen kunnen 500 K.G. bommen meevoeren, zwaardere typen 1000 tot 2000 K.G. en meer. Zwaar dere vliegtuigen opereeren in den nacht, lichtere verschijnen overdag en men schat bij eiken aanval de hoeveelheid kommen op plus minus 4500 K.G., terwijl aanvallen kun nen worden gedaan op doelen, die tot b.v. 1000 K.M. van de vliegtuigbasis verwijderd zijn. Brandbommen van 1 tot 1)4 K.G. vallen hoogstens door een dak heen en men kan hun uitwerking beperken door op de zolders een dikke laag zand te strooien. Bommen van 5 tot 10 K.G. kunnen door eenige ver diepingen heen vallen en de zandbedekking op de bovenste verdieping zal daardoor wei nig effect sorteeren. Wanneer bommen van 5 K.G. gebruikt worden, kunnen er in een dichtbevolkte stad ongeveer 300 huizen wor- '*'.n getroffen en wanneer slechts een derde gedeelte daarvan in brand raakt, zullen er binnen een minimum van tijd dus al honderd branden zijn te blusschen. Bij het werpen van brisantbommen wanneer projectie len van vele honderden kilogrammen wor den geworpen en geheele huizenblokken door een enkele bom worden getroffen is het duidelijk, dat de verwoestende uitwer king zoo enorm zal zijn, dat tallooze dooden en gewonden zullen vallen en de branden een zoo grooten omvang zullen aannemen, dat van een onoverzienbare ramp kan wor den gesproken. Kelders, die tegen voltreffers bestand zijn, kan men practisch niet maken, maar door het aanbrengen van kelderbalken en het maken van versterkingen zyn wel scherf- vrye schuilplaatsen in te richten. De oorlogsgassencommissie der Neder landsche Chemische Vereeniging neemt aan, dat de techniek ver genoeg gevorderd is om afdoende werkende gasmaskers te fabricee- ren, waarvan van de burgerbevolking aller eerst diegenen moeten profiteeren, die met den luchtbeschermingsarbeid belast zijn. Houdt men er rekening mee, dat menschen uit brandende huizen op straat vluchten, dan moet, wanneer een gasaanval den bom- menaanval ondersteunt, aangenomen wor den, dat een deel der burgerbevolking voor gas onvoldoende beschermd is, zoolang goede gasmaskers niet algemeen voor lagen prijs beschikbaar gesteld worden. Het is de groote vraag of er in tijd van oorlog voldoende neutraliseerende vloeistof fen voor gasontsmetting zullen zijn. Dat alles ziet er weinig bemoedigend uit en wanneer men aanneemt, dat sedert het vorige jaar het vliegtuig als aanvalswapen nog meer geperfectionneerd is, valt zelfs niet te voorspellen hoe omvangrijk en ver schrikkelijk de uitwerking van een enkele luchtraid zal kunnen zyn. Daarbij komt natuurlijk het gevaar, dai men niet tijdig tegen de komst van vijande lijke vliegtuigen gewaarschuwd zal kunnen worden. Ons land is maar heel klein en voor al in steden, die dicht by de grens liggen, zal men de bommenwerpers reeds boven zich zien nog eer men tijd had de bevolking te alarmeeren. Men neemt aan, dat tijdige waarschuwing voor plaatsen welke op 60 K.M. of minder van de grens zijn gelegen vrijwel onmogelijk is, terwijl voor verder gelegen plaatsen altijd kans op een late of in het geheel geen alarmeering bestaat. En nu moge men zich door de gedachte laten beïnvloeden, dat Nederland by een gewapend conflict wel weer als in 1914 buiten den stryd zal blijven, de kans, dat wij daarin wel worden betrokken is niet te ontkennen. Nederland ligt op een gevaarlijke plaats. Hoe de toekomstoorlog zich ook moge groepeeren of afspelen, heeft generaal Snijders verklaard, ons land blijft altijd ge legen op den rechtervleugel van het Fransch- Belgische kustfront en op den linkervleugel van het Fransch-Belgische Rijnfront, terwijl het tevens de monden van den Rijn, de Maas en de Schelde beheerscht. Een het is een elementaire strategische waarheid, dat de vleugel van een front niet ongedekt in de lucht mag hangen, maar hetzij veilig aange leund, hetzij door troepen gedekt moet zyn. Zijn wij weerloos, dan zal de bedreigende partij genoodzaakt zijn zichzelf die dekking te verschaffen en de andere partij moet in haar belang trachten dit te verhinderen en zoo kunnen wy weerloos, willoos en recht- loos tot een speelbal der strijdende partijen worden. Wanneer deskundigen als generaal Snij ders op het groote gevaar wijzen, dat Neder land bij een komenden volkerenstryd kan loopen, is het vanzelfsprekend, dat alles in het werk' gesteld moet worden ons land in tijden van gevaar niet weerloos te doen zijn. De regeering neemt uitgebreide militaire maatregelen en het in dienst houden - van lichtingen, het zenden van troepen naar de grensgebieden nog voor men daar eigenlijk op de huisvesting van die troepen is voor bereid, wijzen er wel op, dat onze regeering het gevaar, dat Nederland binnen afzlen- baren tijd in een oorlog betrokken kan wor den niet illussoir acht. Natuurlijk concentreert zich allereerst de belangstelling der autoriteiten op de ge- vechtswaarde en de uitrusting van het leger, maar wy mogen hier toch wel de vraag stel len of daarnaast de belangen der burger bevolking niet te lang verwaarloosd zijn ge worden. Nederland is op dit gebied bij andere sta ten ver ten achter en een groote factor is f-arbij, dat een doeltreffende beveiliging der burgerbevolking zulke enorme bedragen vordert, dat dergelijke kapitalen in dezen tijd niet zijn te fourneeren. Wij komen achteraan. Wat de bescherming der burgerbevolking betreft, komen wij bij vele Europeesche Staten verre achteraan. In het lezenswaardige boekje van den heer Gemmeke, getiteld „Bommen op Neder land" vinden wij een overzicht van ^rat in andere landen op dit gebied reeds tot stand is gekomen. In Rusland worden alle lucht beschermingsorganisaties door den staat ge steund. In vredestijd bevinden zich alle werkzaamheden tot voorbereiding van de bescherming der bevolking in handen van een groote, allesomvattende organisatie. Alle onkosten worden bestreden uit bijdragen der millioenen leden en uit groote subsidies van de regeering, die ook het onderwijs materiaal verstrekt en men gaat daar van de leuze uit, dat wie den vrede wil verplicht is de verdedigings- en beschermingsmogelijk- heden te versterken. Oefeningen op groote S' haal hebben plaats gevonden en het ge bruik van gasmaskers is zelfs imperatief ge steld. Evenals in Duitschland worden ook in Frankrijk groote oefeningen gehouden. In Duitschland is de geheele bevolking ge traind en weet ieder precies wat hem bij een luchtaanval te doen staat en hetzelfde beeld bieden tal van andere staten; waar men de bevolking tot in de kleinste bijzon derheden onderricht heeft. In Engeland beschikt dé regeering op het oogenblik over 30 millioen gasmaskers, wat met een half millien per week wordt aange vuld. Wanneer de nood aan den man komt, moet ieder binnen acht uur in het bezit van een masker zijn. Al deze maskers worden nu over de steden en dorpen van Engeland verspreid en iedere inwoner zal instructies krijgen. En nu moge men beweren, dat luchtbe scherming volkomen doelloos is, de parctijk leert wel anders. De verliezen onder de bur gerbevolking beliepen in Duitschland, nadat men daar de luchtbescherming had georga niseerd terug van 9 dooden en 20 gewonden per 100 afgeworpen bommen in 1916 tot 6 dooden er. 10 gewonden in 1918, zoodat de schadelijke uitwerking der aanvallen bijna tot de helft verkleind kon worden. Er is over dit alles nog heel wat te zeg gen, maar we kunnen in enkele artikelen niet in te diepgaande beschouwingen treden. Voor ons is het op het oogenblik de groote vraag, wat er tot dusver in ons eigen land gebeurd is en voor onze Alkmnarsche lezers is er een nog grootere, namelijk welke maat regelen men hier reeds heeft genomen om de bevolking bij luchtaanvallen zoo doel treffend mogelijk te beschermen. Wij spreken daarover in ons derde en laatste artikel. hard en serieus gewerkt wordt, heeft men kunnen constateeren. Het was zeker interes sant zoo eens van klas tot klas te wandelen om te zien en zelf mede te beleven wat er op deze school zooals gepresteerd wordt. Dat is niet gering, zoo ongeveer kan de eindconclusie luiden. Wanneer er nog ouders zyn, die niet we ten wat er met haar dochters moet gebeu ren als deze de lagere school hebben door- loopen, dan moeten toch beslist aan de Huis houdschool eens inlichtingen ingewonnen worden en dan zal men verbaasd zijn te zien, dat men zelfs op deze betrekkelijk eenzij dige studie-inrichting (eenzijdig, omdat men zich uiteraard bepaald tot het huishoudelijke en industrie-gedeelte van het onderwijs) nog zooveel kanten uit kan. Immers, er is in de eerste plaats de primaire opleiding, welke 2 jaar duurt en waar de meisjes het eerste jaar onderwezen in het naaien en wat daar bij hoort, terwijl in 't 2e jaar onderricht ge geven wordt in de huishoudelijke werkzaam heden, terwijl tevens het lager onderwijs wordt voortgezet, om de algemeene ontwik keling zoo breed mogelijk te maken. Dan kent men op deze school de afd. hulp in de huishouding en de afd. kinderverple ging, terwijl daarnaast een twee-jarige cur sus bestaat ter opleiding van dienstbode (alleen in de middaguren). Op dezen laatsten cursus leert men de meisjes een zoo groot mogelijk aantal nuttige vakken, zooals naaien, koken, strijken, wasschen en ver dere huishoudelijke bezigheden. Om deze openbare lessen een apart cachet te geven, had men ook een en ander geëx poseerd en dan kon men zich een juist beeld vormen van theorie en praktijk. Waar voor deze lessen van gistermiddag een groote belangstelling bestond, heeft de directrice, mej. de Glee, besloten een derge lijke „openbare les" in Mei nogeens te hou den. BRAND TE NIEUWE NIEDORP. Hedennacht 2 uur is de arbeiderswoning van den heer A. Eriks te Terdiek door on bekende oorzaak tot den grond toe afge brand. Niets kon worden gered, den bewo ners werd nauwelijks den tijd gelaten zich in veiligheid te stellen. AANGIFTE VAN LEERLINGEN VOOR DE CHRISTELIJKE SCHOLEN. De ouders, die voor hun daarvoor in aan merking komende kinderen Christelijk on derwijs verlangen, kunnen thans aangifte doen aan de verschillende scholen. Bijzonderheden vindt men elders in dit nummer. GEVOLGEN VAN DE AFSLUITING DER ZUIDERZEE. Onhoudbare toestanden op Wielingen. Na de afsluiting van de Zuiderzee is het vloed peil van het zeewater aanmerkelijk hooger geworden. Liep het water vroeger bij vloed over de geheele kom van de Zulder- met den beroemj den S.K.A. motor één model één prijs Verkrijgbaar bjj HEUSEVELDT N.V., L&ngestr. 24,76, Achterstr. Houttil, Alkmaar, Telefoon 4170. zee, thans wordt het onmiddellijk gestuit door de monumentale afsluitdijk. De des kundigen hebben dit wel geweten en om deze reden werden dan ook de düken langs Marsdiep, by den Helder, Texel enz. behoor lijk verzwaard. Het is inmiddels wel geble ken dat deze verhoogingen geen luxe zijn. Doch op Wieringen is de toestand niet aan gepast bij het nieuwe waterpeil. Bü Noord-Westelij ken en Noordelijken wind stijgt het water tot dusdanige hoogte, dat de landerijen op Wieringen op verschillende plaatsen geheel overstroomd worden. De bui tendijken zijn te eenenmale te laag omdat vele opgestuwde water te keeren. Achter het z.g.n. Stroe en Oosterland zijn deze win ter drie maal overstroomingen voorgekomen. De boeren, in de meening verkeerende, dat na Februari de stormen wel uit zouden bij ven, hadden alles weer hersteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 2